GEESTDRIFT.
Monaal ontwaken.
Voor Jehova en voor
Gedeon
Pers en Garde.
Een propaganda-avond
bij „De Jonge Garde".
„PILATUS".
flauwe "kul, volgens hen fer eere van den
oppersten bouwheer, en zij zijn ten slotte
voor drankbestrijding, terwijl zij zoo aan
gedaan zijn, dat zij 't nog ternauwernood
kunnen stamelen. Mannen, 't is eigenlijk
te dwaas, maar ook genoegelijk, die kara
vaan van onzin van onze geachte tegenr
standers te beschouwen.
Hoort een klacht der rooden dat onze
broeders van St. Jan de Deo en onzte
ziekennonnetjes niet „geleerd" genoeg zijn
in het zieken oppassen, denkt u eiens go!ed
in dat zij even onhandig waren als zij
inderdaad handig zijn, dan is en blijft
het waar dat onze onhandigste zuster van
barmhartigheid oneindig beter is dan de
nonnetjes van Troelstra, of de broeders
van Zaanschen Duys, want die ziekenhel-
pers zijn er niet, zijn er nooit geweest gn
zullen er nooit zijn.
Voelt gij ons wonder? De Christelijke
Charitas. Ons bestaan van twintig eeuwen
is een wonder, onze groei tot hond-erde
millioenen nog grooter wonder. Onze
levenslust na en onder dagelijksche ver
trapping ons grootste wonderJVelgemoed
leven wij al stikt onze vijand van erger
nis. .Wij floreeren onder God's heerlijken
zon, juist omdat men ons steeds in het
zonnetje zet.
Men gaat ons te lijf met hef kanon
maar ook met koppiekrauw.
Als het kanon niet helpt gaaf men ons
lonken en lokken. Ach, slechts eerae klei
ne concessie, vraagt men. Eén klein begin-
seltje moet opgeofferd tegen veel strijk
ages. Maar gij blijft onaangetast, gij
treedt geen duimbreed nader, gij laat g|e|en
veer uit uw Katholiek pluimage, gij .leeft
in volheid en onaantastbaarheid, mannen
der Propaganda!
Gij, die buiten bleeft, strijdt met ons!
Schudt af de traagheid, vervloekt de lauw
heid en gruwelt van alle lamlendigheid.
Ach, laat ons niet strijden tegen twee
zijden: tegen onzen vijand en tegen u, de
tragen! Onze wil is grenzenloos, onze
kracht is niet gering, wij voelen de voeten
als gevleugeld om .op te trekken miet
zweef-geweld tegen on zie vereende vijan
den! Maar gij, weest ons geen loodzwaar
gewicht! Gij behoeft niet te strijden in
eerste rangen, neen, maar trekt ons niiet
achterwaarts in poel van loomheid, maar
duw ons in den rug, voorwaarts in storm
pas, juicht dat het davert', opdat wij dol
.worden van Roomschen strijdlust, eischt
altijd, eischt altijd meer van ons, weest
onverzadigbaar, scheldt ons voor zhchti
aardigen al vechten wij dag en nacht,
doet mee, doet allen mee, in den naam
van God, Wiens zaak gij verdedigen moet,
doet allen meêl
Haarlem.
Mr. Bomans.
Hoe zalig (alls het ideaal
Het harte nog verheugt!
Dan heerscht er geestdrift in die faal
En ieder werk geeft vreugd.
Ziellier wat ik denk zij 't dan niet
steeds in dichtmaat telkens als ik jon
geren aan den arbeid zie voor (een of
ander goed werk. Hun oogen schitteren
dan; hun handen zijn begeerig om gauw
en goed aan te vatten; hun hoofd gloeit
van opgewondenheidhun woorden ge
tuigen van een en al opgewektheid ten in
hun gedachten zijn zij-degenen, die nu letens
ter dege de zaak op pooten zullen zietten.
Heerlijk idealisme, dat gloed rond zich.
yerspreidt en steeds meerderen tot mede
werking aantrekt. Steeds meerderen, niet
alleen uit de kringen van hen, die nogJ de
geestdrift der jeugd bezitten, maar ook
uil de scharen dergenen,- die dachten dat
het leven hen reeds ontnuchterd had.
Ja, dat weten die gelukkige jongeren
nog niet! De idealen, welke zij zoo blij
de koesteren, blijven niet altijd (even schit
terend. De kleuren vterdoffen wel eens, er
brokkelt wel eens wat af, een en andjer
valt wel eens tegen (en dan zakt de; geest
drift.
Maar als men dan, ouder geworden, aan
schouwt, hoe diezelfde idealjen nog altijd
bij machte zijn, de jeugd tot zich te trek
ken en tot vreugdevollen arbeid te voe
ren, dan rijst de gedachte: kom, laat ik
over 't hoofd zien wat mij tegenviel jen
ook blijde mede doen, want er molet toch
meer schoons in schuilen dan mij werd
geopenbaard.
In dezen gedachtengang schreef ik
gaarne dit stukje, erkentelijk dat Ier mij om
werd gevraagd. En terwijl ik mijn vroe
gere werken ernstig herdenk, roep ik den
feestvierenden Gardisten .tpe:
Blijft hoog houden uw ideaal! Men zal
trachten het ite bezoedelen, het te Ver
kleinen in uw oog, ja wellicht het u te
ontrukken. Maar houd het vast en stelt
het u tot blijvend richtsnoer, want het is
goed, dat levenwekkende ideaal uwer
geestdriftige vereeniging! Blijft ervoor
werken, tot voorbeeld voor wie na u ko
men, tot vreugde van wie u voorafgingien.
Zoo vormt gij een kern van frissche krach
ten, die van groot nut zijn voor de goede
zaak.
i Een oud-gediende.
Deze ernstige tijden wijzfen, meer dan
ooit het geval was, op onzen plicht, om
al onze krachten in te spannen tot ver
sterking van onze geestelijke en mate-
rieele kracht. Een klein volk, als het
onze, lean in den wereldstrijd slechts dan
blijven bestaan, als wij onze nationale roe
ping goed verstaan en vervullen. Alleen
een sterk nationaal bewustzijn kan ons
behoeden tegen een langzaam anne\eersn
door vreemde invloeden, die ten slotte
ons volksbestaan in gevaar brengen. Als
nu onze oogen niet zijn opengegaan, dan
zal dal nooit geschieden. .Want in de eerste
plaats hebben wij tot ons zelf in te koe
ren en te zien de grootie gebreken, d<je
ons eigen beslaan bedreigen, 't Is' heiel
gemakkelijk te spreken van een krankzin
nigen oorlog en na afloop in zijn vuistje
lachen, dat wij er zoq netjes buiten
bleven 'rijn. T)an wordt vergeten^ 'dat dit
er buitenblijVen is gelukt ten koste van
een ontzettend offer aan onzfe national
eer. Aan alle kanten hebben wij in stil
zwijgen onrecht moeten verdragen; jeteïi
ondragelijk gevoel voor wie historisch ge
voelt, en zijn vaderland hoog houdt. En
die vernedering kunnen wij allejen vérdra-:
gen, indien hierna blijkt, dat dit bukken
niet een gevolg was van gewestelijke slapte
en laksheid, maar uitsluitend, omdat de
overmacht van het aantal ons dwong.
Hierna zal Nederland door daden moe
ten toonen, dat het volk is krachtig en
energiek. Maar dan ook van ons volk ge
maakt, wat er van gemaakt kan worden.
Een krachtige actie tegen alle mvloedten,
die ons volk zijn geloof in God willen ont
nemen, legen ejen gieiest van materialising,
die stelselmatig gepropagcjcrd wordt, door
met alle idealisme t e spotten en het tegen
woordig leven te stellen bovien het Eeuwige
leven hier namaals. Een zonder genadé
optreden tegen hen, dié glejen gezag willen
kennen en de maatschappelijke ord'é wil-
len ondermijnen-. Het moet ni|et meer ge
beuren, dat ons nationaal vermogen be
steed wordt in buitenlandsche onderne
mingen, of verspeculeerd wordt aan de-
Beurs; de nationale nijverheid molet wor
den 'aangemoedigd met alle kracht. Indié
moet worden gebracht tot hooger ontwik
keling; daar ligt een terrein voor werk
zaamheid en energie, dat te lang braak
lag. Onze jongens moeten er op uit; (en
de hoogere standen en dié middenstand
moeten het voorbeeld géven, door niét bij
voorkeur hun kinderen te laten studieeren.
aan 'de Universiteiten, en als hoogste (eter
den docterstitel te aanbidden. Het prak
tisch element moet mieter naar voren
gebracht. De wereld in, zooals in onzén
bloeitijd, moet de leuze worden- De brui
sende energie van ons volk moet Neder
land weer brengen over de geheele we
reld. En in ons land moeten sociale mis
standen 'worden uitgeroeid te vuur en te
zwaard, opdat een nijvere arbeidersbe
volking haar krachten tot het uiterste kan
ontplooien.
Dat moet de les zijn van van dezen tijd.
Daartoe is noodig ontwaking, een rclf-
critiek, 'die eigen fouten erkent en met
ijzeren wil tracht te verbeteren. En dé
hooghartige domheid, die lacht 0111 de
reuzen in den volkerenkrijg om ons hielen,
moet 'plaats maken voor eerbied voor de
groote offers, die de volken brengen voor
hun 'vaderland.
Indien wij niet door uiterste krachts
inspanning ons nationale leven weten te
doen ontwaken, is onze toekomst donker.
P. E, Briët.
De arbeider en de politiek.
De massa der arbeiders blijft buiten h)ct
politieke leven staan.
Het gekonkel van vele fieüe partijman
nen, het gemis aan ernst bij de beharti
ging der groote volksbelangen in de Ka
mers, het tekort aan belangstelling bij
vele volksveriegenwoordigiers doen hun een
afkeer gevoelen voor de politiek.
De meest en komen "daarom niet naar
de kiesvereenigingien, houden zich buiten
den arbeid der politieke propaganda-club.
De fout ligt hierin: de massa der arbei
ders beseft nog niet de leigen macht én
is nog niet genoeg doordrongen van het
gevoel van verantwoordelijkheid.
Zij beseffen hun macht niet.
Zeker,' er worden, in de publieke' licha
men menschen afgevaardigd, ook aan de
rechterzijde, die bet|er hadden, gedaan met
in den leunstoel te blijven zitten.
Er worden er gevonden, die met de
nooden des volks niet op de hoogte zijn.
En het kan voorkomen, dat Jan. Piet
of Klaas in Raad of Staten, mogelijk zelfs
in de Kamer komt, alleen doordat hij
veel vriendjes beeft in het bestuur van
een kies vereeniging.
Maar ten onrechte mopperen dan de
buitenstaanders, die nooit ter vergadering
verschijnen.
Het kan gebeuren, dat Katholieke ver
tegenwoordigers bij verschillende vraag
stukken een houding aannemen, die niet
de Roomsche beginselen strijdt.
Er zijn er, op wie de mannen onzer
Roomsche organisaties terecht verstoord
zijn geworden.
Maar-nog eens: ten onrechte klagen de
meesten, die het politiek partijl-even over
lieten aan anderen.
Als de massa onzer Roomsche arbei
ders wil, kan zij dat doen veranderen.
Dan kan zij er voor zorgen, dat in Raad,
Staten en Kamers door ons mannen wor
den afgevaardigd-, voor wie het lev|en des
volks geen gesloten bock is, maar (éen, dat
zij in de leerzaal der ondervinding hebben
bestudeerd.
Dan kan zij ervoor zorgen dat tot ver
tegenwoordigers in de publieke lichamen
mannen worden gëkozen, die Roomsch
zijn in hun daden, mannen ook, die weten,
wat zij willen, en willen, wat ïs recht.
De massa onzer arbeiders, die thans
nog staat buiten de politieke organisa
tie. kan haar stuwen tot goede dad-cn.
En zij zal dat ook doen, als het besef
harer verantwoordelijkheid levendig wordt.
Het lot van ons land, het lot van ons
volk mag geen burger koud laten.
Nu zelfs Troelstra erkent, dat het vader
land ook voor de arbeiders het verdul
dig e n waard is, zal toch niemand meer in
ernst kunnen beweren, dat het bestuur
van het land hun niet aangaat.
Ook onze arbeiders moeten dat leeren-
inzien. Te lang al hebben velen hunner
het politieke karretje maar laten rollen,
zonder ernaar om te zien.
Maar zij moeten begrijpen thans, dat
vooral n u goede wetten noodig zijn. Dat
wij daarom allen móeten helpen 0111
het beste Staatsbestuur t-e krijgen, door de
beste mannen te zendien naar de vertegen
woordigende lichamen.
Dat wij dat moeten doen in het belang
van ons zelf en' van onze gezinnen.
In het belang vooral van onze kinde
ren, die de maatschappij der toekomst,
zullen bouwen op de fundamenten, dij©
pij hebben gelegd-. ,.L., LI .1 i^irtü&i
Die zijn plicht doef ë!n "tracht" te w&rlqén
tot heil van het land, zal geen z'elfvletrwijï
voelen, als de zaken vteridejerd loop|en. Maar
op de buitenstaanders, die büitcn hlet po
litieke leven blevien, drukt de vJerantwOor:
delijkheid met volle zwaarte'.
Mogen onze arbeiders, en vooral die
beteren onder hén, die arbeiders namelijk!
die reeds door hun werken in die .Vakor
ganisatie hun socialen plicht doen, leeren
zien en gevoelen, dat ook in het politieke
leven een taak voor hen te vtervullón ïs.
Moge de stroom van duizenden nieuSvie
strijders uit het kamp van den arbeid de
vaak stille vijvers onzer kiesveréénigim-.
gen verfrisschen, opdat onze partij worde
een levende lefenhieid, wortelend in het
vertrouwen van geheel ons Roomsche
volk.
Utrecht.
P. J. S. Serrarens.
Een kort woord bij het feest der Pro-
paganda-ClubIn mijn geest zie ik Gedeon,
die met 32000 strijders den overmachtigen
vijand moest aanvallen. En God zeide
tot hemKondig voor het front der troe
pen af, dat de zwakmoedigen terug tre
den. Tien duizend bleven ter over. En
God 'zeide: Gaat met hen naar de bron,
en al wie uit een nap water drinkt, trede
terug. En Gedeon telde (er slechts 300,
die uit de holte van hun hand dronken
en geen nap noodig hadden. Met dezie
kleine schare verslo-eg Giedjeon 135 dui
zend Madianieten.
Het voorbeeld der Leidschic Propaganda.
Club. Overmachtig'is de vijand, die ver
slagen moet worden; overmachtig net aan
tal van domme kiezers, van onverschilligen
en van misleiden door de rooie reclame-
beloften. En klein het aantal Propa
gandisten. .Velen hebben geen moéd om
propaganda te voeren en anderen laten
Gods water over Gods akker loopen. Maar
de kleine schare, die overblijft ;en aan
pakt, is evenals Gedeons bendie dapper
en geschikt tot den strijd.
Tegen het vallen van den avond ver
deelde Gedeon zijn manschappen in drie
afdeelingen, en gaf elk hunner éten ba
zuin en een fakkel, verborgen, in telen aar
den -kruik. Zij verspreidden zich, slopen
tusschen de tenten des vijands, alzoo doen
de, wat Gedeon hun gezegd had. Op een
gegeven oogenblik vliegen alle kruiken
stuk. Zij zwaaien met den fakkel, schallen
de bazuin cn heffen den kretet aan: Voor
Jehova en voor Gedeon. De vijand ver
schrikt door den nachtelijken aanval, hakt
op eigen bondgenooten in, en in weinig
tijds is de zege behaald.
Zoo zal ook de Jonge Garde overwinnen.
Ook' deze .Club splitst zichde een is
geschikt om mondeling fe propageerlen,
de ander werkt met de pen en stélt de
verkiezingsgeschriften samen en de derde
is even onmisbaar, want al kan hij niet
praten of schrijven, toch doet hij nuttig
werk door het rondbrengen der circu
laires, der «kranten en der convocatie's.
Zoo trekken zij er allen op uit en dringen
in de gelederen dér politieke vijanden. Ja,
zij luisteren naar Gedeon en strijd-en in
innige samenwerking met het béstuur, een
afschuw hebbende van onderling geharrer
war en betweterij.
En evenals Gedeon de incest geschikte
wapens koos, zoo kiest de Prop.-Club de
meest 'geschikte argumenten, waarmee bij
huisbezoek icn in strooibiljet, des vijands
domheid, onverschilligheid en laksheid
wordt verslagen. Zij staken de bazuin
cn zwaaiden met den fakkel. Dat doet
ook !de Lcidsche Club. Zij is niet bang
voor ferme propagandavergaderingen, voor
krachtig optreden naar buiten. Zij laat
hoorcii, dat zij er ïs, en brengt leven en
belangstelling onder de groote schare van
rechtsche. kiezers.
Voor Jehova en voor Gedeon! Zoo is
ook onze leuze! Voor God den Heer en
voor onzeRechtsche Politiek. Zoo strij
den iwij met overtuiging en met geestdrift,
(met een hoofd vol politieke kennis en
een hart vol opofferings gezindheid. E-en
kleine Club, maardie het al verwint I
Leve de Leidsch-e Propaganda-Club! Leve
de Jonge Garde!!!
Haarlem. Jos. Aug. de Lobel.
Onze vereeniging heeft zich steeds in
nig verwant gevoeld met de Plers.
Met de Roomsche pers, wel t'a verstaan.
De andersgezinde pers mag van ons
notitie nemen, als zulks met haar egoïs
me strookt, maar als zij 't laat is 't
heusch ook goed.
Met de Roomsche pers echter staat de
Garde gaarne in voortdurend contact.
.We beoogen toch beide hetzelfde doel:
verhooging der politieke actie om ons
en versterking in de goede richting der
deelneming aan 't openbaar leven. De pérs
doet een en ander in. -breeden zin, wij op 't
ons aangewezen terrein.
Maar op dit terrein hemden we dan
ook steeds voeling met onze pjers. LWij
bevorderen haar streven, zij 't enzie
en. dc schaal der erkentelijkheid dien/t
daarbij naar onzen kant 'over te slaan.
Wat zou toch ons werk moeilijker zijn
indien we den steun -en de publiciteit mis-
ten der pers, met name van D ie Le i d-
schc Courant, bij welk orgaan we
nooit vergeefs aanklopten.
Men ziet het weer aan dit nummer.
We wilden eens flink voor den dag
•komen ter gelegenheid van ons koperen
jubileum en ziet: onmiddellijk was De
Leidsche Courant klaar om te doen
wat in haar vermogen was.
Gaarne brengen we hier dank voor dezie
en voor de voorheen steteds ondervonden
medewerking, daarbij innig overtuigd, dat
de zoo noodige steun der pers ons ook' in
den vervolge niet zal ontbreken.
Er steekt dan ook wel een tikjie ejgen-
J>eJang in, wanftegx we. tep sjotte ^eggtgu
„De Deidsche Courant groeié ©1
bloeie"- maar 't is desniettemin welge
meend. j t 1
i i j;| I i?! Een propagandist.
Het was ,op Dinsdagavond .6 Juni 19Ï5
dat ik mij bevond te Leiden in elen der
zalen van ;,Zomerzörg". De verkiezings
strijd was in vollen gang en aller oogen
waren gericht naar Zuid-Holland, waarop
de aanvallen van al wat links heet en
denkt waren gericht.
Niet het minst op Leiden .-
Het wisselvallige district, dat nu eens
rechts dan weer links vertegenwoordigd
wilde zijn.
Ik. sprak er voor de thans jubileerendie
Jonge Garde over-.propaganda
natuurlijk. .Verkiezings- en propaganda-;
vergaderingen laten altijd bij de sprekers
herinneringen na.
Aangenamemaar ook onaange
name.
.Van DeJongeGardete Leiden nam
ik een hoogst aangename mede naar huis;
eene waarover men, wanneer men als pro;
pagandisten onder elkaar is, nog eens miet
echt propagan-distentrots kan spreken en
welke -men als een biewijs van vruchtbare
levendige actie kan aanhalen. Als prcé
pagandist voelde ik er mij direct thuis.
1.1.v Ik' zat onder mijn vrienden, die
wel zoo welwillend waren de uit gesprot
ken gevoelens van mijn propagandisten
hart aan te hooren.
Hoe langer ik sprak, des te meier kwam
ik tot de overtuiging, dat hier saamhoo^
righeid heerschte, en ik had de aansporing
aan het slot-van mijn speech wel achter
wege kunnen laten.
Op propagandistenwijze gezegd: ;,D!e
zaak was gezond".
Maar mocht ik nog getwijfeld heb-:
ben, de verdqeling der werkzaamheden, het
bezetten der verschillende posten, waar;
van ik getuige mocht zijn, hadden mij over-:
tuigd. Daar was leiding^..-, daar was
samenwerking.... liefde en toewijding
voor de zaak.
Eft de verstandhouding liet niets te wlen-
schen over.
Een ieder aanvaardde zijn taak zonder
aan- of opmerking, en, mocht het laatste
worden gehoord, dan betrof het enkjel
de zaak.
Het persoonlijk element was hier gie-_
heel op den achtergrond geschovien. Dat
was het, wat mij dien avond zoo trof.
Zulk een 'keurbende !.-... .W|elk e-én
steun voor de Kiesvereeniging
Dat Leiden won, niettegenstaande hét
in Zuid-Holland nu juist niet geheel naar
wcnsch ging, heeft mij niets verwonderd.
En heeft D, c J o n g e G a r de t|e Leiden
op den avond van den verkiezingsdag ge
juicht, ik deed het (te Amsterdam niet
minder.
Thans viert men er feesteen koperen
feest. Het deed mij goied ook -een zwakke
klank aan de vele juichtonen te mogen
toevoegen.
De Jonge Ga r d e lvZij leve
Zij groeie en bloeie in lengte van dagten,
Roomsch Leiden ter eene en de Room
sche politieke propaganda ten voorbeeld.
B. Th. de LWolf.
'Amsterdam, 1 November 1916.
De lubileerende Voorzitter.
Met z'n vereeniging mee te jubïlteeren
is niet ieder bestuurslid gegeven. Van al
lerlei omstandigheden is zoo'n samentref
fen afhankelijk. Bij praeses Molkenboier
is de traditioneele „samenloop van om
standigheden" nu eens een gunstige ge
weest en zoo vieren hij en onze Garde
samen feest: de vciïeeniging bestaat 121/»
jaar en al dien tijd maakte vriend Molken-
boer deel uit van haar bestuur, de laatstfe
jaren als voorzitter.
Tot bedoelde omstandigheden bjehoo-
ren er natuurlijk meerderte, Avaaraan gelen
mensch wat helpen kan. Oti met z'n ver
eeniging te kunnen jubilee ren moet een
lid gezond blijven, niet verhuizen, geen
ontslag neme tv trouw contributie betalen
en meer van die dingen, waarbij theorie
en practijk soms op merkwaardige wijze
in botsing komen.
Dat deze botsing bij den heer Molken-
boer in geen enkel opzicht heeft plaats
gegrepen, zal hij" zichzelf niet als een
verdienste aanrekenen, maar wat beslist
wel een verdienste van hem moet geacht
worden is dit: dat hij al die jaren de on
verdeelde sympathie der leden is blijven
genieten, waardoor het nooit bij iemand is
opgekomen een ander in zijn plaats tje
kiezen.
Dit te bereiken is niet ieder gegeven.
Daan-oor zijn noodig ijzeren werkkracht,
mcnschenkennis en geestdrift een en
ander in zoo voldoende mate, dat men
heel de vereeniging ervan kan doen pro-
fitecren. Inzonderheid van een voorzitter
moeten de aansporingen uitgaan, welke
de leden brengen tot een eensgezinde en
doelbewuste actie en'die aansporingen blij
ven zonder kracht als het hoofd der ver
eeniging niet zelf het goede voorbeeld
geeft.
.Van den heer Molkenboer nu is dit
voorbeeld steeds uitgegaan len waar an
deren soms mochten versagen daar hield
hij stand, neen, daar ging hij nog voor,
waarts.
En zoo genoot en geniet hij aller sym
pathie en wordt zijn jubileeren hem door
ieder van harte gegund.
Helaas, het karakter eeTier Jongie
Garde brengt niet mee, dat wie den jubi
leerenden pra-esies ten slotte kunnen wten.
schcn admultosannos. Men ontgroeit
aan zulk een vereeniging, of men wil of
niet, en dit zal ook het lot zijn van voor
zitter Molkenboer. Maar stellig zullen de
leden hem houden zoo lang zij kunnen.
Blijf u nog maar lang jong gevoelen,
president I 1
j i-L i i J 1 die al oqd werd.
Het tooneelstuk „Pilatus",
op den feestavond van „Dejo
Garde" zal worden opgevoerd
te Amsterdam vertoond voor
abonné's van „De Tijd", 't H
daar volle zalen getrokken en
opgetogen publiek gevonden.
Wij vertrouwen, dat ook
de Katholieken Dinsdag 13
vember blijk van hun belatij
ling in waarlijk Roomsche K
zullen geven.
Uit den Middenstand
iWat zullen wij nu te lezen krijgt
menige middenstander vragen. Ziiehi
antwoord: De steeds naar meerdere
aliteit van ons R. K. Dagblad zoe
Redactie biedt mij' de gelegenheid
nu en dan eenige regels te wijden a
middenstandsactie en daar, waar de
genheid zich voordoet, het ontleedrnt
te wenden en zoo nu en dan de I<
gebruiken, doch ook éen rugsteun l
aan den voor de samenleving ,zoó
gen en onmisbaren stand. Schrik
niet, mijn beste standgenootenée
uwen zal de pen voeren en de io
steeds giftvrij op. het papier voortisliei
zinnen en gedachten, die moeten d
den middenstand het bewustzijn bij te
gen, dat, om een vruchtbare actie ti
ren, steeds de hand aan den.ploegl
geslagen en de nog braak liggende!
bewerkt, opdat het zaad daarin gel
welig ontkieme en tot rijken wasdona
Naast den dank aan de steeds, dg
denstand bereidwillige Redactie, <a
allernederigst gehoor vragen- Lees 1
zoo ge met mij van meening vei
weerspreek mij op deze plaats, op/
dus een belangrijke bijdrage worde
verd, die de belangstelling van dei
denstand zal verlevendigen ten de
tot hooger peil opvoeren.
Eerst een stukje historie. Véj
jaren kende men in Leiden en Oms
slechts bij name wat men verstaat
middenstandsactie. O- zeker, men 1
nu en dan wel eens wat van een 11
georganiseerden middenstand; men
wel eens over de namen Nouwi
Meeuwse, organisatoren van den n
stand, heen; men vroeg zich wel e
wat die menschen nu toch wel bec
met hun arbeid voor den middenst
eenige lieten zich binnenloodsen
neutrale vereenigingien, doch iel
zweemde naar belangstelling-, na;
langen om nader kennis te malei
het zich ontwikkelend streven, vv
te bespeuren.
Een machtige bazuinstoot als in
rum Novarum, die over de werelt
„Vereenigt U" stuitte af op de m
dat die alleen had geldonken vc
werkman! Deze begreep en ging 2
arbeid, terwijl de middenstand de
keling met leede oogen aanzag
tegen sputterde, weinig bewust
drang naar zelfbehoud, die gebi
handen uit de mouwen te steken,
heffing van den eigen stand, tot
king van de positie door aaneen
alleen te verwervien.
Tot den Katholiekendag te Deli
riep de epiinente Mr. R. Regout
middenstanders toe
De tijd is daar, staat op, beg
belang, aan den arbeid! En ti
woord van den Bisschop daar klonl
denstanders, gaat nu huiswaarts
grijp wat uw belang vordert, v
U", toen vielen de schillen van d
en wel laat, doch nog niet te la
men met mannenmoed aan den a
werd de actie vaardig.
En nu In Leiden en Omstreke
de vele middenstandsvereteniginj
sprekende getuigenis af, dat het I
pelijk woord werd opgenomen in
ten en daden werden gesteld,
middenstand is 't aan te zien dat
is, dat men geen half werk wil vt
dat men de waarde weet te scha
een vereenigd zijn in R. K. H
eenigingen op principieelen gron<
bouwd, met het cement van den ij
tot zelfverheffing, vperende de 1
ouderlingen steun, zich badend in
middagzon van een zelfbewuste
die groote daden zal stellen tot
den R. K. Middenstand. Met
standsgroet,
I i-iBans M"