14 MEDEDEELING. BUITENLAND. De Oorlog. 7B JAARGANG No. 1905 3)e £eidóeke 6ou^cmt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Intend Telefoon 935. Postbus 6. UT BUD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN Oe ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, metGRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Lelden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 perkwartaaL Franco per post f 1.65 per kwartaal Afzonderlijke nummers 21/, cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG JANUARI. I9I6. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent met gratis' bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte» Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent bericht meldt ©venwel, dat de toestand on veranderd is. In deze gedrukte tijdsomstandigheden wensch- M ten wij onzen abonnés een gepaste ontspanning H aan te bieden en zijn daartoe op een zeer bizon- M dere wijze geslaagd. Nadere bizonderheden in een volgend nummer. DE DIRECTIE. V Het schrijven van het Belgisch Episcopaat. Een historisch document uit dezen oor log; zal blijven het schrijven van het Bel gisch Episcopaat aan de Bisschoppen van Duitschland en Oostenrijk. Een historisch document getuigenis afleggend van de gematigdheid en dekracht tevens, waarmede de hoogste kerkelijke waardigheidsbekleders in Bel gië aandringen op het verkrijgen vajj hun recht hij de bisschoppen in de vijandige landen. Uit dit schrijven,- waarvan elke zin ia gespierd, hetwelk de diepe smart om on rechtvaardige bejegeningen en het fiere zelfbewustzijn van het recht op eerherstel stempelen tot een document van waar achtig patriotisme, uit dit. schrijven klinkt .tevens op, hoog en luid, de stem der een heid van onze Katholieke gemeenschap, het diep en smachtend en alles-overwoe- lend verlangen naar li e f d e, liefde tus- ischen de Katholieken der gelieele wereld... Uit schrijven mogen wij Katholieken, be schouwen met trots! Hier gaan samen va derlandsliefde en liefde voor allen ook voor de vijanden van het vaderland. Hier zijn vereenigd tot een eenheid, fier zelfbe wustzijn en liefdevolle vergevingsgezind heid. Wij spraken van een historisch docu ment 't is een document, dat voor het nageslacht een licht zal werpen over dezen donkeren tijd. De Oostenrijkers hebben de stad Bedua en den berg Maini bezet. -Op het Wes telijk oorlogsterrein hebben de Duitschors 4 Engelsche vliegtuigen naar beneden geschoten. - De Pruisische Landdag is geopend. Van de oorlogsterreinen. Overzicht Aan de Bessarabische grens wordt de strijd door de Russen met groote kracht ©n volharding voortgezet, zonder dat zij ©venwel vorderingen maken. Meer naar het noorden, boven. Ue Pripjet en_in het gebied van de Duna, bepalen de gevechten zich tot de dagelijksch© beschie ting en schermutselingen tusscheai verken- ningsafdeelingen. Op het front in Frankrijk is het de laat ste dagen weer tamelijk rustig geweest. Slechts m de lucht is de strijd met groote hevigheid gevoerd. Een Duilsch legerbe- richt meldt hierover; ,,De luitenants Bölcke en Immelmann hebben ten N.O. van Tourcoing en Ba- peaume ieder een Engelsch vliegtuig neer geschoten. Zij hebben van den keizer de orde -,Pour ie mérite" gekregen. Een der de Engelsch vliegtuig is in een luchtge vecht bij Roubaix, een vierde door ons vuur bij Ligny ('ten Z.W. van Rijssel; neergeschoten. Van de acht Engelsche vliegerofficieren zijn er zes gedood, twee gewond." De Atheensch© correspondent van de „Daily News" zegt van vertrouwbare zijde te weten dat de Duitsche ©a Oftgtem-ij^sch^ troepen aan de Grieksche grens 4 divisies sterk .zijn. De 101ste divisie staat te Weles, do 105de en 25ste te Monastir, een regiment is te Sofia en een ander te Phiiippopolis. Aan hetzelfde blad wordt uit Rome ge seind, dat „de algemeene aanval tegen Saloniki Dinsdag is begonnen met een beschieting van de Britsche stellingen in de streek van Doirjyt. Behalve Duitsche, Oostenrijksch-Hongaarsche en Bulgaarsche hebben nok Turksche troepen aan den aanval deelgenomen". Het Duitsche hoofd kwartier is te Monastir gevestigd, de Duit sche troepen vormen den westelijken vleu gel, de Oostenrijkers en Bulgaren het cen trum op de linie GewgeliDoiran, en de Turken den oostelijken vleugel op de linie XantiGumuldzj ina. De opmarscli -der Oostenrijkers tegen Montenegro gaat gestadig voort. De bezet ting van den onneembaar geachten berg Lovtsjen en van den 1560 M. hoogen berg Basgak is gevolgd door die van den ten noorden van Bedua dat inmid dels ook veroverd is liggenden berg Maini. De in het gebied van den Ixrvtsjen opereerende Oostenrijksche troepen waren Woensdagavond 6 K.M. ten westen van Cettinje, de hoofdstad van Montenegro, in gevecht. Volgens een Engelsch legerbericht over den strijd in Mesapotamtë trekken de Tur ken langs de Tigres. Het Turksche leger- HET SCHRIJVEN VAN HET BELGISCHE EPISCOPAAT AAN DE DUITSCHE EN OOSTENRIJKSCHE BISSCHOPPEN. Van het reeds vermelde schrijven, hetwelk de Belgische Bisschoppen hebben gericht „aan Hun Eminenties, de kardi nalen en Hun Door Luchtige Hoogwaardig heden, de bisschoppen van Du it At hl and, Beieren en Oostenrijk-Hongarije", geven wij hier een kante samenvatting. „Nauwelijks hadden de Duitsche legers den bodem van ons vaderland betreden' aldus vangt heit schrijven aan of bij u verspreidde zich het gerucht, dat onze burgens aan de militaire operaties deel namen; dat de vrouwen van Visé en van Luik uw .soldaten de oogen uitstaken; dat de bevolking te Antwerpen en Brussel de eigendommen der verjaagde Duitschers geplunderd had." Ondanks alle tegenspraak, zeggen' de Bisschoppen, bleef deze laster voortdu ren. „In het begin van September dekte de Duitsche keizer met zijni gewag de laster lijke beschuldigingen, waarvan ons volk het voorwerp was. Hij zond aan den pre sident der Vereenigde Staten. WiilLson, dit telegram, dat tot op dit oogenblak, voor zoover wij weten, niet herroepen is: ,.De Belgische regeeitng heeft openlijk de burgerbevolking aangemoedigd, om aan dezen oortog deel te nemen, welke het reeds 'lang met zorg had voorbereid» De wreedheden, welke in den loop van deze guerilla door vrouwen en zélfs door pries ters bedreven zijn op geneesheeren en ver pleegsters waren van zóódamigen aard, dat mijn generaal® verplicht waren over te gaan tot het nemen var strengere maat- "s..«tt «lAjjq&ti de 'bloeddorstige bevolking te beletten, deze afschuwelijke en weerzinwekkende misdaden voort te- zetten. Verscheidene dorpen, en zeifis de stad Leuven moesten verwoest worden (met uitzondering van het zeer schoone stadhuis) tot onze ver dediging en bescherming mijner troepen. Mijn hart bloedt, aïs ik zie, dat dergelijke maatregelen onvermijdelijk zijn geworden, en als ik denk aan. de tallooze onschuMii- gen, die hun thuds en hun bezit tengevolge van bedoelde misdaden hebben verloren." .Dit telegram werd- op bevel van de Duit sche regeering den llden September in België aangeplakt. Den volgenden dag, den 12den September, verzocht Z. D. H. de Bisschop van Namen door den militairen gouverneur te worden ontvangen, en pro testeerde e.r tegpn, dat de keizer de Belgi sche -geestelijkheid in haar goeden naam benadeelde; Z. D. H. getuigde de onschuld van alle leden der geestelijkheid, die ge- fusiHleerd of mishandeld zijn, en verklaar de zich bereid,v persoonlijk de feiten pu bliek te maken, welke men als bewezen kon aanbrengen. Het aanbod van Z. D. H. den Bisschop van Namen werd niet aanvaard en zijn protest bleef zonder gevolg." Vervolgens herinnert het schrijven aan het „Witboek", een officieel geschrift van het Duitsche Rijk, waarin „deze laffe en hatelijke leugens" werden rondgestrooid. „Wij weten" zoo zeggen de Bisschap pen. „dat deze onbeschaamde beschul digingen der Keizerlijke regeerinig van het begin tot heit eind laster zijn. W ij weten enwij bezweren het." Na over dit alles hun, „smartelijke ver ontwaardiging" te hebben uitgesproken, stellen de Bisschappen voor een scheids gerecht in te stellen. „En opdat ons protest biet zonder eenig nuttig effect stuit© op het uwe, vragen wij U met ons een scheidsgerecht te willen instellen. Gij zult dan met het gezag van uw ambt zóóveel leden, benoemen, als gij verlangt en welke gij verkiest; wij zullen er evenveel aanwijzen, bijvoorbeeld drie van elke zijde. En in gemeen overleg zul len wij aan het Episcopaat van een neu tralen staat, van Nederland,, van Spanje,- van Zwitserland of van de Vereeiniigde Staten, vragen een opperscheiidsrechter aan te wijzen, die de zittingen van het scheidsgerecht zal presscdeeren. Gij hebt U beklaagd bij het Opperhoofd der Kerk. Het is niet billijk, dat Hij slechts u hoort. Gij zult zeker wel zoo loyaal zijn, ons in staat te stellen, dat de H. Vader ook ons hoort. Gij en wij, hebben denzelfden plicht, n.,1. aan Zijne Heiligheid de stukken over te leggen, waarop de H. Stoel een oordeel kan doen steunen." De Bisschoppen wijzen er op', dat ook de eer van Duitschland zulk een -rechtbank edscht, opdat Duitschland in de gelegen heid zij de volgende beschuldiging, die zij aan het adres van het Duitsche leger rich ten, te kunnen weerleggen; „Steunend op onze onmid'deilijke erva ring, weten en veiklaren wij, dat liet Duit sche leger zich dn België op honderd ver schillende plaatsen heeft overgegeven aan plundering en brandstichting, aan gevan genzettingen, aan moord, aan hailiLgschen- ri?, 'in strijd met het recht en alk men- schelijk gevoel. Wij verklaren dat met name, voor wat betreft de gemeenten, welke zijn genoemd in onze herderlijke brieven, en En de twee nota's, welke door de Bisschoppen van Namen en Luik, respectievelijk den 31sten October en den lsten November 1915 eijn gezonden aan Z. H. Paus Benedictus XV, aan Z.Exc. den Nuntius te Brussel en aan de gezanten af vertegenwoordigers van de neutrale landen, die te.Brussel resideeren. Vijftig onschuldige priesters, duizenden onschuldige geloovigen- werden, ter dood gebracht; honderden andere, die door om standigheden. onafhankelijk van den, wil hunner vervolgers, het leven hebben be houden, verkeerden in doodsgevaar; dui zenden onschuldig en, werden zonder eenig voorafgaand onderzoek, gevangen geno men, velen hunner werden maandenlang opgesloten en wenden vrijgelaten, toen een nauwkeurig onderzoek geen enikel bewijs van schuld aan het licht had1 gebracht. Deze misdaden schreien ten hemel om wraak." Het schrijven herinnert verder aan het onrechtmatige mn den inval in België» ,,De Duitsche rijkskanselier heeft in de Rijksdagzitting van 4 Aug. verklaard, dat de inval in Luxemburg en België, was „in s t r ij d met de.regelen van het Volkenrecht"; hij er kende, dat „door >te handelen in strijd met de rechtmatige protesten van de regeerin- gen van Luxemburg en België hij een on recht beging, dat hij beloofde goed te ma ken", en Z. H. die Paus, die met opzet ©en toespeling maakte op België, aldus schreef de staatssecretaris, Z. Em. Kar dinaal Gasparri, aan den gezant Van den Heuvel sprak in. zijn allocutie bij het Consistorie van 22 Januari 1915 dit onher- roepielijik oordeel. u>ilt: „Den Opperherder, dfien God heeft aan gesteld tot verklaarder en handhaver van da eeuwige wet, kooit het toe, vóór al les -te verklaren, dat nie mand, om welke reden ook!, het recht mag schenden." Vorder aandringend op de instelling van een scheidsgerecht, zeggen de Bis schoppen o. m.: Duitschland zal ons het bloed niet te rugschenken, da't het heeft doen vloeien, de onschuldige levens, diie zijne 1-egera hebben, oeengemaaid; doch het ds otn. zijne macht aan het Belgische volk zijn eer te rug te schenken, die het geschonden heeft of heeft daten schenden. Dit herstel vragen wij aan u, diie vooral de vertegenwoordigers van de Christelijke moraal (in die Kerk van Duitschland zij-t. Er is iets dieper droevigs, dan de poli tieke geschillen en de stoffelijke rampen; dat is deze haat, dien de ware of vermeen de onrechtvaardigheid: in zoovele harten, geschapen om elkander te beminnen, doet oplaaien. Rust niet op ons, als Herders onzer volkeren, de plicht om de yerlichfing dezer kwade gevoelens te vergemakkelij ken en op den thans geschokiten grondslag van de rechtvaardigheid,, de eenheid' in de üefde van alle kinderen van het groote KathoLieke gezin, te herstellen?" De Bisschoppen wijzen er vervolgens op, dat de inbreuken op de Haagsche conven- tiige sedert den datum der bezetting talrijk en. ernsbig zijn. Het schrijven besluit: „Op den plechtig en dag onzer bisschop®, wijding hebben wij aan God en aan- de Katholiek© Kerk beloofd, nooit (e zuililen afwijken van de waarheid en noch aan eerzucht, noch aan vrees te zuillen toege ven, als h&t erom gaat te lt>orien» dat wij haar beminnen. Wij hebben dus, krachtens onze roeping, een gemeenschappelijke taak cn een een- heidsgdbiel. 'De verwarring heerscht In de geesten; wat detzen licht noemen, verklaren genen als duisternis; wat voor dezen goed is. is kwaad" voor de anderen. De recht bank van onderzoek *ft beide partijen, waartoe wij de eer hebben uw afgevaar digden uit te noodlgeni. zal er, naar wij hopen, toe bijdragen, meer dan een mee- nlngsverschil weg te nemen. Met alle warmte vraagt onze Heilige Vader de Paus om vrede; jin den brief, dien hij zich gewaardigd heeft tob U te richten, ter gelegenheid van uw laatste bijeenkomst in Fulda, drong Z. H. bij U er op aan, em ook .bij ons dringt hij aan, dezen met hem te wensch en» Maar hij wensch t den vrede slechts op de basis van eerbied voor het red it en de waardigheid der volkeren. Wij zullen dus gevoLg geven aan den wensch van onzen gemeenischappelijken Vadèr, door eendrachtig mee te werken aan het ontdekken en doen triumfeeren der waarheid, op welke het recht, de eer der naties en ten slotte de vrede moeü rusten» FEUILLETON. Voor 150 jaren. (Historisch veihaal naar het Duitsch,) Het was een schoone October-avond van het jaar 1757. Ginds, achter de "toppen der iDiiergaarde giing de herfst-zom onder en hare laatste stralen vergulden de slanke spitsen van <len toren der-St. Petrus-kerk. Baar boven., waar een troep kraaien rond vloog, was het nog Slicht en helder, maar onder aan. den voet van den toren wend het reeds donker en nog duisterder zag het er in de weikplaat-s van den oppermeester van het van ouds beroemde Berlijnsche Handscho enenm ake rsgi'Me uit. Mijnheer Christ off el Faszkessel uield van de uiterste spaarzaamheid en besloot een of twee kaarsen altijd eerst dan (e off eten als zijne werklieden den hand schoen niet meer van een laars konden onderscheiden. Ook -mi werd dn zijn huis eerst licht ontstoken, toen alle buren reeds lang in he.t «licht zaten. Een slank meisje, eene blondine me>t roode wangen en groote, blauwe oogen, bracht in blikken luchters de kaarsen en plaatste ze mtdden op de •tafel, aan welker belde zijden de knechts zaten. Onder aam de tafel hurkte de leer jongen met beit-raande oogen meer. Hij had junst wegens de een of andere domheid oen klinkende oorvijg gehad. Zonder dets te zeggen werkten de mam- oen een uur lang dioor. Dam, toen, liet van den kerktoren zeven uur sloeg, legde de baas helt werk neer en zei: „BastaPunc tumAvondeten!" In die kamer naast de werkplaats was het- ©enjvoudnge, maar ziindelijke maal toe bereid: er waren aardappelen met haring en daarbij een maatje waJberbie«r. Zoo stil a'ifi zij gewerkt hadden, zoo stil aten nu ook de mannen; en toen de laatste hapjes verdwenen waren, ging men met een be scheiden: „Goeden nachlt!" uit elkander. •Öoik Frits Hergeberg, de oudste knecht, wilde zich verwijderen, toen de baas hem bij «den aim nam en dn de werkplaats trok. Toen .riep hij met een stem, waaraan men merkte, dat haar hezdititer geen tegenspraak duldde, tob zijne dochter: „Christien kom eens hier!" Het jonge meisje verscheen; een hoog rood overtoog haar vriendelijk gezichtje, zij scheen een voorgevoel te hebben van hetgeen er nu zou komen. De oude kuchte, streek peinzend over den langen grijzen baard en nam eindelijk het woord: „Hoor eens, Friiis, en jij ook, meisje, ik wil jul'lde wat zeggen. Denkt maar niet, dat. de oude doof af blind is. Wat gij beiden met elkaar voor hebt, heeft hij al •lang gemerkt. Gij wdilit trouwen jawelI Dat ié het! Daarvan kan echter geen sprake zijn,. Ik heb jou, mijn lieve dochter, aan den zoon van den stadsscbrijver Matzke beloofd, en wat ilk beloofd heb, houd ik ook. Doe mij'het eenige pleazier en trek je tranen sluis niét open; ik laat mij niet© af we enen. En wat jou betreft, Fritsi, ik zou tot ieder ander zeggen: „Pak je weg!" Maar •iik vergeet het niet, dart. je je huid voor koning Frpderious gewaagd hebt, en dat ze je bij Kol&Ln over den arm gehouwen hebben. Nu heb je je slotenmakerij niet verder .kunnen drijven en probeert het met- handschoenen maken. Maar je zult at wel zeEif gemerkt hébben, dat geen meester zoo maar uit de lucht komt ge vallen, en het zal nog wel langduren., voordait jij in ons g'ilde eens zelfstandig werkt. Waar wil je dan. van trouwen? Zet je Christina un.t het (hoofd! Een blij moedige jongen, zooals jij, zal wel een anderen schat vinden! En daarmee Basta, Punctum!" Na deeé rede, een der langste en indruk wekkendste, die baas Faszkessel ooit ge houden had, giing hij zijne kamer binnen^ om een blik in het Weekblaadje te wer pen. Christine en Frits echter verdwenen in hun kamers, nadat zij elkaar snel nog eenmaal de hand gedrukt en eeuwige trouw gezworen hadden. „I'k aal er wed eens over denken," fluis terde de statige werkman, „mijn arm zal ook wel weer gauw kraohtiig zijn, en dan g i iik weer aan de kunsb-siloitentnakerij Ween niet, T-ienke, ik krijg je toch." Boven in den gevel van Faszkessels huis was zijn bescheiden kamertje; daar wierp hij zich op het bed en martelde zijn sche del vele "uren lang; eerst toen het op den Petvus-toren nvvee uur sloeg, zonk de slaap, op zijn moede, oogen neer. Maar ook daar na vond hij geen rust. Hijzag zich bij Kalliin, hoorde het kanongedonder, sloeg op een tegenstander in, diie plotseling zijn eigen baas werd', meende Christine's ang stige stem te hooren en sprong verschrikt uit het kussen op. Het was eerst vijif uur maar hij sprong anel op en besloot een margenwcyideLing langs de Spree te doen; op 6laap was toch wel niet meer te rekenen. Overal in de stad was reeds beweging en toen hij het venster zijner kamer opende, hoorde hij duidelijk trompetten: Tarot/i Tarati Taral ,Nou?" zet hij bij zichzelf, „slaap ik dan nog? Dat is toch niet mogelijk, dat klinkt als Oostenrijksche blaasfhorens!" Het klonk niet alleen zoo het waren werké'.ijk Oostenrijksohe trompetten. Luid klonkeit zij door de „Linden", over het slotplein en de Breede straat; Berlijn was door den vijand overvallen! Het ruiiter- oorps van den dapperen generaal Graaf Ha dik was om het Pruisische leger gemar cheerd en trok door de straten der koning- stad. Hé! Wat was dat een verroseing op- dien Octobermorgen! Alle werk lag stiL De burgers kwamen voor hunne huisdeuren., de vrouwen lagen nüeuw&gierig in de vensters. Daar kwamen zij, de Hongoar- sche huzarenreg.iimenten meb schallende veldmuziek, onder den dubbelen Adelaar, die van de standaarden waadde; daar kwamen zij, de Maria-Theresia-kurasaier3 de zonen dei- lustige keizerstad aan den Donau. Daar kwam hij aan de spits,-de dappere generaal, op een praolitig ge- vllekt paard, én reed naar het stadhui© en den opperburgemeester. In allerijl werd het raadscotlege tot een buitengewone zitt&ng opgeroepen. Hier, voor al het volk stel de de aan voerder de© vijands zijne eiiischen: de betaring eener schatting, de overgave van een waardevol voorwerp der Bërïijnsche industrie als geschenk voor Hare Keizerlijke Majesteit in Weepen, het geven yan een gesohejjk aan hem zelf, den overwinnaar. Wat hielp all© verzet en protest? Berlijn moest in den zuren appel bijten en betalten. Als geschenk voor de keizerin werd echter dadelijk do vervaardiging van 30 paar van de beroemde Beriijner handschoenen, als geschenk voor Bad/ik de levering van. een 'geelverlakite karos (die gravin Had ik voor ziich wenséhte) aangenomen. Zoo kwam het, dat, terwijl alle andere ambachten etJil lagen, het handschoenen makers- en wagenbouwers-gilde in, het zweet huns aanschijns werkten. De opper meesters van beide ambachten, mijnheer Faszkessel, dien wij reeds kennen', en mijnheer MülAer, spfraken lang met dlkaar, beraadslaagden, scholden cn tierden. „Neen!" zea Fasakessel, „zoo ongaarne heb dk mijn heele leven nog niet gewerkt!" „Och wat!" antwoordde Milller, „ik maak er mij vroolijk oim. Ziet ge, Faszkea- set, hoe lang kan dat duren, dan zijn onze blauwe jongens er weer en, don bon jour, Mijnheer Hadiilk! Smakelijk! Eeo geeiverlakte wagen te vervaardigen, duurt minstens acht dogen. En voor zoover het aan mij Ligt, zal het twaalf dagen duren, en dan is de Oostenrijker allilang de gnen* over. Mevrouw de Gomtësse zal haar ka ros wel nooit te zien krijgen. En dat ver- heugt mij, Faszkessel!" „Ja gij komt er goed af," zuchtte de oppermeester der handschoenjonmaksjTB, „maar ik kan zoo (Lets niet wagen, want met de handschoenen gaat het sneller, en inj drie dagen kunnen wij klaar zijn. Müt- Ier, geloof mij, dat die Oostenrijksche kelt. zenin mijne handschoenen dragen zal, om zoo te zeggen weggeworpen handschoe- Pten dat breekt mij 't hart,,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1