14
MEDEDEELING.
BUITENLAND.
De Oorlog.
7B JAARGANG
No. 1905
3)e £eidóeke 6ou^cmt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Intend Telefoon 935. Postbus 6.
UT BUD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
Oe ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, metGRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Lelden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 perkwartaaL Franco per post f 1.65 per kwartaal
Afzonderlijke nummers 21/, cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
VRIJDAG
JANUARI.
I9I6.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent met gratis'
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte»
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
bericht meldt ©venwel, dat de toestand on
veranderd is.
In deze gedrukte tijdsomstandigheden wensch-
M ten wij onzen abonnés een gepaste ontspanning
H aan te bieden en zijn daartoe op een zeer bizon-
M dere wijze geslaagd.
Nadere bizonderheden in een volgend nummer.
DE DIRECTIE.
V Het schrijven van het
Belgisch Episcopaat.
Een historisch document uit dezen oor
log; zal blijven het schrijven van het Bel
gisch Episcopaat aan de Bisschoppen van
Duitschland en Oostenrijk.
Een historisch document getuigenis
afleggend van de gematigdheid en
dekracht tevens, waarmede de hoogste
kerkelijke waardigheidsbekleders in Bel
gië aandringen op het verkrijgen vajj hun
recht hij de bisschoppen in de vijandige
landen.
Uit dit schrijven,- waarvan elke zin ia
gespierd, hetwelk de diepe smart om on
rechtvaardige bejegeningen en het fiere
zelfbewustzijn van het recht op eerherstel
stempelen tot een document van waar
achtig patriotisme, uit dit. schrijven klinkt
.tevens op, hoog en luid, de stem der een
heid van onze Katholieke gemeenschap,
het diep en smachtend en alles-overwoe-
lend verlangen naar li e f d e, liefde tus-
ischen de Katholieken der gelieele wereld...
Uit schrijven mogen wij Katholieken, be
schouwen met trots! Hier gaan samen va
derlandsliefde en liefde voor allen ook
voor de vijanden van het vaderland. Hier
zijn vereenigd tot een eenheid, fier zelfbe
wustzijn en liefdevolle vergevingsgezind
heid.
Wij spraken van een historisch docu
ment 't is een document, dat voor het
nageslacht een licht zal werpen over dezen
donkeren tijd.
De Oostenrijkers hebben de stad Bedua
en den berg Maini bezet. -Op het Wes
telijk oorlogsterrein hebben de Duitschors
4 Engelsche vliegtuigen naar beneden
geschoten. - De Pruisische Landdag is
geopend.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht
Aan de Bessarabische grens wordt de
strijd door de Russen met groote kracht
©n volharding voortgezet, zonder dat zij
©venwel vorderingen maken.
Meer naar het noorden, boven. Ue Pripjet
en_in het gebied van de Duna, bepalen de
gevechten zich tot de dagelijksch© beschie
ting en schermutselingen tusscheai verken-
ningsafdeelingen.
Op het front in Frankrijk is het de laat
ste dagen weer tamelijk rustig geweest.
Slechts m de lucht is de strijd met groote
hevigheid gevoerd. Een Duilsch legerbe-
richt meldt hierover;
,,De luitenants Bölcke en Immelmann
hebben ten N.O. van Tourcoing en Ba-
peaume ieder een Engelsch vliegtuig neer
geschoten. Zij hebben van den keizer de
orde -,Pour ie mérite" gekregen. Een der
de Engelsch vliegtuig is in een luchtge
vecht bij Roubaix, een vierde door ons
vuur bij Ligny ('ten Z.W. van Rijssel;
neergeschoten.
Van de acht Engelsche vliegerofficieren
zijn er zes gedood, twee gewond."
De Atheensch© correspondent van de
„Daily News" zegt van vertrouwbare zijde
te weten dat de Duitsche ©a Oftgtem-ij^sch^
troepen aan de Grieksche grens 4 divisies
sterk .zijn. De 101ste divisie staat te Weles,
do 105de en 25ste te Monastir, een regiment
is te Sofia en een ander te Phiiippopolis.
Aan hetzelfde blad wordt uit Rome ge
seind, dat „de algemeene aanval tegen
Saloniki Dinsdag is begonnen met een
beschieting van de Britsche stellingen in
de streek van Doirjyt. Behalve Duitsche,
Oostenrijksch-Hongaarsche en Bulgaarsche
hebben nok Turksche troepen aan den
aanval deelgenomen". Het Duitsche hoofd
kwartier is te Monastir gevestigd, de Duit
sche troepen vormen den westelijken vleu
gel, de Oostenrijkers en Bulgaren het cen
trum op de linie GewgeliDoiran, en de
Turken den oostelijken vleugel op de linie
XantiGumuldzj ina.
De opmarscli -der Oostenrijkers tegen
Montenegro gaat gestadig voort. De bezet
ting van den onneembaar geachten berg
Lovtsjen en van den 1560 M. hoogen berg
Basgak is gevolgd door die van den
ten noorden van Bedua dat inmid
dels ook veroverd is liggenden berg
Maini. De in het gebied van den Ixrvtsjen
opereerende Oostenrijksche troepen waren
Woensdagavond 6 K.M. ten westen van
Cettinje, de hoofdstad van Montenegro, in
gevecht.
Volgens een Engelsch legerbericht over
den strijd in Mesapotamtë trekken de Tur
ken langs de Tigres. Het Turksche leger-
HET SCHRIJVEN VAN HET BELGISCHE
EPISCOPAAT AAN DE DUITSCHE
EN OOSTENRIJKSCHE
BISSCHOPPEN.
Van het reeds vermelde schrijven,
hetwelk de Belgische Bisschoppen hebben
gericht „aan Hun Eminenties, de kardi
nalen en Hun Door Luchtige Hoogwaardig
heden, de bisschoppen van Du it At hl and,
Beieren en Oostenrijk-Hongarije", geven
wij hier een kante samenvatting.
„Nauwelijks hadden de Duitsche legers
den bodem van ons vaderland betreden'
aldus vangt heit schrijven aan of bij u
verspreidde zich het gerucht, dat onze
burgens aan de militaire operaties deel
namen; dat de vrouwen van Visé en van
Luik uw .soldaten de oogen uitstaken; dat
de bevolking te Antwerpen en Brussel de
eigendommen der verjaagde Duitschers
geplunderd had."
Ondanks alle tegenspraak, zeggen' de
Bisschoppen, bleef deze laster voortdu
ren.
„In het begin van September dekte de
Duitsche keizer met zijni gewag de laster
lijke beschuldigingen, waarvan ons volk
het voorwerp was. Hij zond aan den pre
sident der Vereenigde Staten. WiilLson, dit
telegram, dat tot op dit oogenblak, voor
zoover wij weten, niet herroepen is:
,.De Belgische regeeitng heeft openlijk
de burgerbevolking aangemoedigd, om aan
dezen oortog deel te nemen, welke het
reeds 'lang met zorg had voorbereid» De
wreedheden, welke in den loop van deze
guerilla door vrouwen en zélfs door pries
ters bedreven zijn op geneesheeren en ver
pleegsters waren van zóódamigen aard, dat
mijn generaal® verplicht waren over te
gaan tot het nemen var strengere maat-
"s..«tt «lAjjq&ti
de 'bloeddorstige bevolking te beletten,
deze afschuwelijke en weerzinwekkende
misdaden voort te- zetten. Verscheidene
dorpen, en zeifis de stad Leuven moesten
verwoest worden (met uitzondering van
het zeer schoone stadhuis) tot onze ver
dediging en bescherming mijner troepen.
Mijn hart bloedt, aïs ik zie, dat dergelijke
maatregelen onvermijdelijk zijn geworden,
en als ik denk aan. de tallooze onschuMii-
gen, die hun thuds en hun bezit tengevolge
van bedoelde misdaden hebben verloren."
.Dit telegram werd- op bevel van de Duit
sche regeering den llden September in
België aangeplakt. Den volgenden dag,
den 12den September, verzocht Z. D. H. de
Bisschop van Namen door den militairen
gouverneur te worden ontvangen, en pro
testeerde e.r tegpn, dat de keizer de Belgi
sche -geestelijkheid in haar goeden naam
benadeelde; Z. D. H. getuigde de onschuld
van alle leden der geestelijkheid, die ge-
fusiHleerd of mishandeld zijn, en verklaar
de zich bereid,v persoonlijk de feiten pu
bliek te maken, welke men als bewezen
kon aanbrengen.
Het aanbod van Z. D. H. den Bisschop
van Namen werd niet aanvaard en zijn
protest bleef zonder gevolg."
Vervolgens herinnert het schrijven aan
het „Witboek", een officieel geschrift van
het Duitsche Rijk, waarin „deze laffe en
hatelijke leugens" werden rondgestrooid.
„Wij weten" zoo zeggen de Bisschap
pen. „dat deze onbeschaamde beschul
digingen der Keizerlijke regeerinig van het
begin tot heit eind laster zijn. W ij
weten enwij bezweren het."
Na over dit alles hun, „smartelijke ver
ontwaardiging" te hebben uitgesproken,
stellen de Bisschappen voor een scheids
gerecht in te stellen.
„En opdat ons protest biet zonder eenig
nuttig effect stuit© op het uwe, vragen wij
U met ons een scheidsgerecht te willen
instellen. Gij zult dan met het gezag van
uw ambt zóóveel leden, benoemen, als gij
verlangt en welke gij verkiest; wij zullen
er evenveel aanwijzen, bijvoorbeeld drie
van elke zijde. En in gemeen overleg zul
len wij aan het Episcopaat van een neu
tralen staat, van Nederland,, van Spanje,-
van Zwitserland of van de Vereeiniigde
Staten, vragen een opperscheiidsrechter
aan te wijzen, die de zittingen van het
scheidsgerecht zal presscdeeren.
Gij hebt U beklaagd bij het Opperhoofd
der Kerk.
Het is niet billijk, dat Hij slechts u
hoort.
Gij zult zeker wel zoo loyaal zijn, ons
in staat te stellen, dat de H. Vader ook
ons hoort.
Gij en wij, hebben denzelfden plicht, n.,1.
aan Zijne Heiligheid de stukken over te
leggen, waarop de H. Stoel een oordeel
kan doen steunen."
De Bisschoppen wijzen er op', dat ook
de eer van Duitschland zulk een -rechtbank
edscht, opdat Duitschland in de gelegen
heid zij de volgende beschuldiging, die zij
aan het adres van het Duitsche leger rich
ten, te kunnen weerleggen;
„Steunend op onze onmid'deilijke erva
ring, weten en veiklaren wij, dat liet Duit
sche leger zich dn België op honderd ver
schillende plaatsen heeft overgegeven aan
plundering en brandstichting, aan gevan
genzettingen, aan moord, aan hailiLgschen-
ri?, 'in strijd met het recht en alk men-
schelijk gevoel.
Wij verklaren dat met name, voor wat
betreft de gemeenten, welke zijn genoemd
in onze herderlijke brieven, en En de twee
nota's, welke door de Bisschoppen van
Namen en Luik, respectievelijk den 31sten
October en den lsten November 1915 eijn
gezonden aan Z. H. Paus Benedictus XV,
aan Z.Exc. den Nuntius te Brussel en aan
de gezanten af vertegenwoordigers van de
neutrale landen, die te.Brussel resideeren.
Vijftig onschuldige priesters, duizenden
onschuldige geloovigen- werden, ter dood
gebracht; honderden andere, die door om
standigheden. onafhankelijk van den, wil
hunner vervolgers, het leven hebben be
houden, verkeerden in doodsgevaar; dui
zenden onschuldig en, werden zonder eenig
voorafgaand onderzoek, gevangen geno
men, velen hunner werden maandenlang
opgesloten en wenden vrijgelaten, toen een
nauwkeurig onderzoek geen enikel bewijs
van schuld aan het licht had1 gebracht.
Deze misdaden schreien ten hemel om
wraak."
Het schrijven herinnert verder aan het
onrechtmatige mn den inval in België»
,,De Duitsche rijkskanselier heeft in de
Rijksdagzitting van 4 Aug. verklaard, dat
de inval in Luxemburg en België, was
„in s t r ij d met de.regelen
van het Volkenrecht"; hij er
kende, dat „door >te handelen in strijd met
de rechtmatige protesten van de regeerin-
gen van Luxemburg en België hij een on
recht beging, dat hij beloofde goed te ma
ken", en Z. H. die Paus, die met opzet ©en
toespeling maakte op België, aldus
schreef de staatssecretaris, Z. Em. Kar
dinaal Gasparri, aan den gezant Van den
Heuvel sprak in. zijn allocutie bij het
Consistorie van 22 Januari 1915 dit onher-
roepielijik oordeel. u>ilt:
„Den Opperherder, dfien God heeft aan
gesteld tot verklaarder en handhaver van
da eeuwige wet, kooit het toe, vóór al
les -te verklaren, dat nie
mand, om welke reden ook!,
het recht mag schenden."
Vorder aandringend op de instelling
van een scheidsgerecht, zeggen de Bis
schoppen o. m.:
Duitschland zal ons het bloed niet te
rugschenken, da't het heeft doen vloeien,
de onschuldige levens, diie zijne 1-egera
hebben, oeengemaaid; doch het ds otn. zijne
macht aan het Belgische volk zijn eer te
rug te schenken, die het geschonden heeft
of heeft daten schenden.
Dit herstel vragen wij aan u, diie vooral
de vertegenwoordigers van de Christelijke
moraal (in die Kerk van Duitschland zij-t.
Er is iets dieper droevigs, dan de poli
tieke geschillen en de stoffelijke rampen;
dat is deze haat, dien de ware of vermeen
de onrechtvaardigheid: in zoovele harten,
geschapen om elkander te beminnen, doet
oplaaien. Rust niet op ons, als Herders
onzer volkeren, de plicht om de yerlichfing
dezer kwade gevoelens te vergemakkelij
ken en op den thans geschokiten grondslag
van de rechtvaardigheid,, de eenheid' in de
üefde van alle kinderen van het groote
KathoLieke gezin, te herstellen?"
De Bisschoppen wijzen er vervolgens op,
dat de inbreuken op de Haagsche conven-
tiige sedert den datum der bezetting talrijk
en. ernsbig zijn.
Het schrijven besluit:
„Op den plechtig en dag onzer bisschop®,
wijding hebben wij aan God en aan- de
Katholiek© Kerk beloofd, nooit (e zuililen
afwijken van de waarheid en noch aan
eerzucht, noch aan vrees te zuillen toege
ven, als h&t erom gaat te lt>orien» dat wij
haar beminnen.
Wij hebben dus, krachtens onze roeping,
een gemeenschappelijke taak cn een een-
heidsgdbiel. 'De verwarring heerscht In de
geesten; wat detzen licht noemen, verklaren
genen als duisternis; wat voor dezen goed
is. is kwaad" voor de anderen. De recht
bank van onderzoek *ft beide partijen,
waartoe wij de eer hebben uw afgevaar
digden uit te noodlgeni. zal er, naar wij
hopen, toe bijdragen, meer dan een mee-
nlngsverschil weg te nemen.
Met alle warmte vraagt onze Heilige
Vader de Paus om vrede; jin den brief, dien
hij zich gewaardigd heeft tob U te richten,
ter gelegenheid van uw laatste bijeenkomst
in Fulda, drong Z. H. bij U er op aan, em
ook .bij ons dringt hij aan, dezen met hem
te wensch en» Maar hij wensch t den vrede
slechts op de basis van eerbied voor het
red it en de waardigheid der volkeren.
Wij zullen dus gevoLg geven aan den
wensch van onzen gemeenischappelijken
Vadèr, door eendrachtig mee te werken
aan het ontdekken en doen triumfeeren
der waarheid, op welke het recht, de eer
der naties en ten slotte de vrede moeü
rusten»
FEUILLETON.
Voor 150 jaren.
(Historisch veihaal naar het Duitsch,)
Het was een schoone October-avond van
het jaar 1757. Ginds, achter de "toppen der
iDiiergaarde giing de herfst-zom onder en
hare laatste stralen vergulden de slanke
spitsen van <len toren der-St. Petrus-kerk.
Baar boven., waar een troep kraaien rond
vloog, was het nog Slicht en helder, maar
onder aan. den voet van den toren wend
het reeds donker en nog duisterder zag het
er in de weikplaat-s van den oppermeester
van het van ouds beroemde Berlijnsche
Handscho enenm ake rsgi'Me uit.
Mijnheer Christ off el Faszkessel uield
van de uiterste spaarzaamheid en besloot
een of twee kaarsen altijd eerst dan (e
off eten als zijne werklieden den hand
schoen niet meer van een laars konden
onderscheiden.
Ook -mi werd dn zijn huis eerst licht
ontstoken, toen alle buren reeds lang in
he.t «licht zaten. Een slank meisje, eene
blondine me>t roode wangen en groote,
blauwe oogen, bracht in blikken luchters
de kaarsen en plaatste ze mtdden op de
•tafel, aan welker belde zijden de knechts
zaten. Onder aam de tafel hurkte de leer
jongen met beit-raande oogen meer. Hij had
junst wegens de een of andere domheid
oen klinkende oorvijg gehad.
Zonder dets te zeggen werkten de mam-
oen een uur lang dioor. Dam, toen, liet van
den kerktoren zeven uur sloeg, legde de
baas helt werk neer en zei: „BastaPunc
tumAvondeten!"
In die kamer naast de werkplaats was
het- ©enjvoudnge, maar ziindelijke maal toe
bereid: er waren aardappelen met haring
en daarbij een maatje waJberbie«r. Zoo stil
a'ifi zij gewerkt hadden, zoo stil aten nu
ook de mannen; en toen de laatste hapjes
verdwenen waren, ging men met een be
scheiden: „Goeden nachlt!" uit elkander.
•Öoik Frits Hergeberg, de oudste knecht,
wilde zich verwijderen, toen de baas hem
bij «den aim nam en dn de werkplaats trok.
Toen .riep hij met een stem, waaraan men
merkte, dat haar hezdititer geen tegenspraak
duldde, tob zijne dochter: „Christien
kom eens hier!"
Het jonge meisje verscheen; een hoog
rood overtoog haar vriendelijk gezichtje,
zij scheen een voorgevoel te hebben van
hetgeen er nu zou komen.
De oude kuchte, streek peinzend over
den langen grijzen baard en nam eindelijk
het woord:
„Hoor eens, Friiis, en jij ook, meisje, ik
wil jul'lde wat zeggen. Denkt maar niet,
dat. de oude doof af blind is. Wat gij
beiden met elkaar voor hebt, heeft hij al
•lang gemerkt. Gij wdilit trouwen jawelI
Dat ié het! Daarvan kan echter geen
sprake zijn,. Ik heb jou, mijn lieve dochter,
aan den zoon van den stadsscbrijver
Matzke beloofd, en wat ilk beloofd heb,
houd ik ook. Doe mij'het eenige pleazier
en trek je tranen sluis niét open; ik laat
mij niet© af we enen.
En wat jou betreft, Fritsi, ik zou tot
ieder ander zeggen: „Pak je weg!" Maar
•iik vergeet het niet, dart. je je huid voor
koning Frpderious gewaagd hebt, en dat
ze je bij Kol&Ln over den arm gehouwen
hebben. Nu heb je je slotenmakerij niet
verder .kunnen drijven en probeert het
met- handschoenen maken. Maar je zult
at wel zeEif gemerkt hébben, dat geen
meester zoo maar uit de lucht komt ge
vallen, en het zal nog wel langduren.,
voordait jij in ons g'ilde eens zelfstandig
werkt. Waar wil je dan. van trouwen?
Zet je Christina un.t het (hoofd! Een blij
moedige jongen, zooals jij, zal wel een
anderen schat vinden! En daarmee Basta,
Punctum!"
Na deeé rede, een der langste en indruk
wekkendste, die baas Faszkessel ooit ge
houden had, giing hij zijne kamer binnen^
om een blik in het Weekblaadje te wer
pen. Christine en Frits echter verdwenen
in hun kamers, nadat zij elkaar snel
nog eenmaal de hand gedrukt en eeuwige
trouw gezworen hadden.
„I'k aal er wed eens over denken," fluis
terde de statige werkman, „mijn arm zal
ook wel weer gauw kraohtiig zijn, en dan
g i iik weer aan de kunsb-siloitentnakerij
Ween niet, T-ienke, ik krijg je toch."
Boven in den gevel van Faszkessels huis
was zijn bescheiden kamertje; daar wierp
hij zich op het bed en martelde zijn sche
del vele "uren lang; eerst toen het op den
Petvus-toren nvvee uur sloeg, zonk de slaap,
op zijn moede, oogen neer. Maar ook daar
na vond hij geen rust. Hijzag zich bij
Kalliin, hoorde het kanongedonder, sloeg
op een tegenstander in, diie plotseling zijn
eigen baas werd', meende Christine's ang
stige stem te hooren en sprong verschrikt
uit het kussen op.
Het was eerst vijif uur maar hij sprong
anel op en besloot een margenwcyideLing
langs de Spree te doen; op 6laap was toch
wel niet meer te rekenen. Overal in de
stad was reeds beweging en toen hij het
venster zijner kamer opende, hoorde hij
duidelijk trompetten: Tarot/i Tarati
Taral
,Nou?" zet hij bij zichzelf, „slaap ik
dan nog? Dat is toch niet mogelijk, dat
klinkt als Oostenrijksche blaasfhorens!"
Het klonk niet alleen zoo het waren
werké'.ijk Oostenrijksohe trompetten. Luid
klonkeit zij door de „Linden", over het
slotplein en de Breede straat; Berlijn was
door den vijand overvallen! Het ruiiter-
oorps van den dapperen generaal Graaf
Ha dik was om het Pruisische leger gemar
cheerd en trok door de straten der koning-
stad.
Hé! Wat was dat een verroseing op- dien
Octobermorgen! Alle werk lag stiL De
burgers kwamen voor hunne huisdeuren.,
de vrouwen lagen nüeuw&gierig in de
vensters. Daar kwamen zij, de Hongoar-
sche huzarenreg.iimenten meb schallende
veldmuziek, onder den dubbelen Adelaar,
die van de standaarden waadde; daar
kwamen zij, de Maria-Theresia-kurasaier3
de zonen dei- lustige keizerstad aan den
Donau. Daar kwam hij aan de spits,-de
dappere generaal, op een praolitig ge-
vllekt paard, én reed naar het stadhui© en
den opperburgemeester.
In allerijl werd het raadscotlege tot een
buitengewone zitt&ng opgeroepen. Hier,
voor al het volk stel de de aan voerder de©
vijands zijne eiiischen: de betaring eener
schatting, de overgave van een waardevol
voorwerp der Bërïijnsche industrie als
geschenk voor Hare Keizerlijke Majesteit
in Weepen, het geven yan een gesohejjk
aan hem zelf, den overwinnaar. Wat hielp
all© verzet en protest? Berlijn moest in
den zuren appel bijten en betalten. Als
geschenk voor de keizerin werd echter
dadelijk do vervaardiging van 30 paar van
de beroemde Beriijner handschoenen, als
geschenk voor Bad/ik de levering van. een
'geelverlakite karos (die gravin Had ik voor
ziich wenséhte) aangenomen.
Zoo kwam het, dat, terwijl alle andere
ambachten etJil lagen, het handschoenen
makers- en wagenbouwers-gilde in, het
zweet huns aanschijns werkten. De opper
meesters van beide ambachten, mijnheer
Faszkessel, dien wij reeds kennen', en
mijnheer MülAer, spfraken lang met dlkaar,
beraadslaagden, scholden cn tierden.
„Neen!" zea Fasakessel, „zoo ongaarne
heb dk mijn heele leven nog niet gewerkt!"
„Och wat!" antwoordde Milller, „ik
maak er mij vroolijk oim. Ziet ge, Faszkea-
set, hoe lang kan dat duren, dan zijn
onze blauwe jongens er weer en, don bon
jour, Mijnheer Hadiilk! Smakelijk! Eeo
geeiverlakte wagen te vervaardigen, duurt
minstens acht dogen. En voor zoover het
aan mij Ligt, zal het twaalf dagen duren,
en dan is de Oostenrijker allilang de gnen*
over. Mevrouw de Gomtësse zal haar ka
ros wel nooit te zien krijgen. En dat ver-
heugt mij, Faszkessel!"
„Ja gij komt er goed af," zuchtte de
oppermeester der handschoenjonmaksjTB,
„maar ik kan zoo (Lets niet wagen, want
met de handschoenen gaat het sneller, en
inj drie dagen kunnen wij klaar zijn. Müt-
Ier, geloof mij, dat die Oostenrijksche kelt.
zenin mijne handschoenen dragen zal, om
zoo te zeggen weggeworpen handschoe-
Pten dat breekt mij 't hart,,"