-Pe Scictóefve (Boivïa/nt
Tweede Blad.
7# JAARGANG
No. 1900
Zaterdag 8 Januari 1918
Landsiormkader jaarklasse
1915 en 1914.
Evenals uit de militie, worden ook uit
den verplichten landstorm manschappen
opgeleid tot kader;
Op 10 December 1915 is de landstorm-
jaarklasse uit de verschillende Depots
naar- de onderdeelen van. het veldleger
overgegaan.
Uit iedere jaarklasse van den landstorm
zullen bij elk Regiment landstormplichti-
gen in opleiding tot kader worden geno
men tot een sterkte, afhankelijk van de
jaarklasse en in reden van hetgeen uit een
militielichting daarvoor in aanmerking
komt (op lbuüO man 24 maal 48 is 1152
•sergeanten of op 15 man 1 sergeant buiten
hen, die voor de opleiding tot verlofsoffi
cier worden opgeleid.)
De landstormplichtigen, die wegens hun
ne intellectueele ontwikkeling in aanmer
king komen voor opleiding tot verlofsoffi
cier bij den Landstorm (zijnde 1 pCt. van
elke jaarklasse) worden bij daartoe afzon
derlijk aangewezen Depots opgeleid tot
sergeant, om daarna over te gaan naar het
Veldleger, ten einde daarbij de practische
bruikbaarheid voor vaandrig te verwerven.
Benoemd tot vaandrig, gaan zij weder
voor practische diensten ©enige maanden
naar het Veldleger om daarna tot reserve
2de Luitenant bij den Landstorm te wor
den benoemd.
De opleiding tot de rangen van sergeant
en van korporaal (voor beide categorieën
eindrang) zal bij de regimenten geschieden
en wel tot een maximum per regiment
zoowel van de jaarklass© 1915 als 1914,
welke ongeveer van gelijke sterkte zijn
van 18 sergeanten en van 12 korporaals
.van ieder© jaarklasse; boven deze aan
tallen komen voor het verkrijgen van een
rang nog in aanmerking de ex-leden van
vrijwillige landstormafdeeiin'gen, die daar.
toe hun wensch te kennen geven.
Het is voor de belanghebbenden wellicht
gewenscht te weten op welke data onge
veer een aanstelling tot sergeant en kor
poraal voor hen is ite verwachten en wat
alzoo daarmede verband houdt
Wij zullen ons bepalen tot de jaarklasse
1915 en 1914, zoodat bij aankomst van
oudere jaarklassen kan worden nagegaan
binnen hoeveel tijd welke ongeveer de
zelfde zal zijn ook die jaarklassen hun
aanstelling in de rangen van sergeant en
karporaal kunnen tegemoet zien:
Overgang naar het Veldeger en aanvang
opleiding: Jaarklasse 1915, 10 December
1915. Jaarklasse 1914 plm. 25 Januari 1916.
Aanstelling tot korporaal: Jaarklasse
1915 plm. 25 Febr. 1916; jaarklasse 1914
plm. 5 April 1916.
Examen 'tot sergeant afgeloopen op:
voor jaarklasse 1915 op 25 April 1916, voor
jaarklasse 1914 op 1 Juni 1916.
Proeftijd als korporaal tot sergeant:
voor jaarklasse 1915 Van 25 April tot 25
Mei 1916, voor jaarklasse 1914 van 1 Juni
tot 1 Juli 1916.
Bevordering tot sergeant: voor jaar 1915
25 Mei 1916, voor jaarklasse 1914 1 Juli
1916.
Na de bevordering tot sergeant wordt de
opleiding tot aanvoerder als sergeant
voortgezet tot de demobilisatie.
De ex-leden van vrijwillige landstorm-
afdeelingen, die voor kader-opleiding in
aanmerking wenschen te komen, worden
tot de rangen van korporaal en sergeant
bevorderd op data, waarop zij de geschikt
heid voor den rang hebben verworven. Zij
behoeven daarmede dus niet te wachten
tot de hiervoren aangegeven data, welke
- gelden voor hen die vroeger niet als vrij
williger bij den landstorm zich hebben
verbonden. Hier geniet, hij dus een van de
voordeelen, welke aan het vr^jwilligerschap
bij den landstorm zijn verbonden.
Voorts zij nog vermeld, dat de 12 land
stormplichtigen per regiment, die tot kor
poraal (als eindrang) worden opgeleid, tot
dien rang worden bevorderd op 15 Maart
en 1 Mei, naar gelang zij' behooren tot de
jaarklasse 1915 of 1914.
Ten slotte wordt er de aandacht op ge
vestigd, dat bij den landostorm de kader-
plicht niet bestaat, zoodat van a a n w ij-
z i n g tot kaderopleiding in den zin, zoo
als dat bij de militie kan geschieden,
geen sprake kan of mag zijn.
Zi] die derhalve voor de kadero'ple'iding
bij den landstorm geschikt worden ge
oordeeld, moeten daartoe ook genegen zijn.
Van het Westelijk oorlogsterrein.
De verlaten huizen.
De Brusselsche correspondent van. het
„Hbld." schrijft:
Buitengewoon talrijk zijn in de hoofd
stad de woningen waarvan de bewoners
de wijk naar heit buitenland hebben, ge
nomen, ftcib betere tijden in België weer
zouden zijn aangebroken. Misschien weet
gij 't niet, maar ge eu.!it het wel natuur
lijk achten, dat deze verlaten huizen, .in
deze tijden van veria oogde criminaliteit,
bij voorkeur het bezoek der dieven ont
vanger^ die er heel wat naar hun gading
vinden en vaak meb een rijken buit weer
huiswaarts keeren; want al houdt
de .Hermandad de oogen open,
door d© afwezigheid der eigenaars
zijn de kansen voor den dief toch weer
zooveel mooien En haast dagelijks hoort
men van belangrijke diefstallen in onbe
loonde huizen, terwijl de berichten daar
omtrent telkens sluiten met dezelfde zin
snede: dat het voorshands niet mogelijk
is omtrent den omvang van den diefstal
nadere inlichtingen te verstrekken omdat
deze niet vastgesteld is kunnen worden
door de afwezigheid van de benadeelde
partij. Als de dieven dan niet op heeter-
daad worden betrapt, is de kans groot dat
zij hun buit zonder gevaar van de hand
kunnen doen...
Maar, dit zeg ik hier nu slechts terloops!
Ik wenscht© alleen maar de Brusselaars,
welke hunne woning in den steek hebben
gelaten, gerust te stellen omtrent de ge-
u destijds heb gemeld, de Duitsche gou
verneur van Brussel heeft getroffen ten
aanzien van de verlaten huizen. Zooals ge
dus weet, bepaalde de Duitsche bewind
voerder, een in de eerste uren der bezet
ting gedane belofte te niet doende, dat
voortaan de Duitsche officieren en man
schappen in de aldus verwaarloosde wo
ningen zouden worden ingekwartierd. Wel
zijn hier en daar reeds Duitsche militai
ren op die wijze "bij... afwezige burgers on
der dak gebracht, doch, in algemeenen
zin, was me.t de invoering van den maat
regel nog geen eigenlijk begin gemaakt.
Alleen de voorbereidende formaliteiten
hebben juist ten doel, de ongerustheid der
eigenaars van verlaten huizen omtrent
hun huisraad op te heffen.
Een afgevaardigde der Duitsche admi
nistratie samen met een ambtenaar der
stad Brussel, zijn op dit oogenblik bezig
een nauwkeurigen en volledigen inventaris
op te maken van al de meubelen, voorwer
pen enz., zich bevindende in de huizen,
waar straks Duitsche manschappen inge
kwartierd zullen worden. De kelderringen,
de kasten en dergelijke meubelstukken
worden verzegeld; en dit geschiedt ook
wat de vertrekken betreft, welke door do
ingekwartierden niet zullen worden ge
bruikt. Bovendien is het den eigenaar toe
gelaten, zich door een bloedverwant of
door welk anderen persoon bij de boedel
beschrijving te laten vertegenwoordigen.
De inventaris wordt in drievoud opge
maakt. Een der exemplaren zal de Duit
sche overheid "behouden: de burgemeester
van Brussel of van de voorstad bewaart
een tweede exemplaar, terwijl het derde in
de opgeëischte lokalen wordt aangeplakt.
In de meeste der groote eigendommen mo
gen trouwens de huisbewaarders hun
,,ambt" verder blijven uitoefenen.
Dat zaj wel een welkom nieuws zijn
voor de uitlandige en in de termen
vallende Brusselaars. Op beide ooren
m°6en zij thans, den winter door, den
slaap des rechtvaardigen slapen. En mis
schien zal nu zelfs hij, die tot nog toe
hoopte te ontsnappen aan het ongevvenscb-
t© bezoek der Duitsche militairen, als hi;
verneemt van de ongehoorde toeneming
der gevallen van diefstal in onbeheerde
woningen, integendeel gaan hopen, dat ook
zijn huis geschikt worde bevonden tot
huisvesting van vijandige manschappen...
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
De zware artillerie van het Russische
veldleger.
In de Weensche „Pólitische Korrespon-
denz" leest men: Bijzonderheden over de
indeeling en het gebruik en ook over de
soorten geschut van de zware artillerie
van het Russische veldleger zijn eerst in
den laatsten tijd bekend geworden. Uit
vroegere publicaties wist men alleen, dat
de zware artillerie in het geheel uit acht
afdeelingen van elk drie batterijen met ©en
park van vier-en-twintig ammunitiewa-
gens en een groot aantal parkvoorraad- en
trein-voertuigen bestond. De afdeelingen
waren in vredestijd over verschillende
militaire districten verdeeld en zouden
naar nadere bevelen van het legerbestuur
in geval van oorlog bij de legers worden
ingedeeld. Voor dezen oorlog echter was
vooral het nieuwe, moderne geschutsmate-
riaal sterk vermeerderd en door een ge
lijktijdige hervorming van alle batterijen
van zes kanonnen in batterijen van vier
kanonnen werd het mogelijk gemaakt, dat
ieder legercorps een afdeeling zware artil
lerie van dri© batterijen van vier kanon
nen kreeg. De batterijen een ©n twee zijn
met zware houwitsers, de derde batterij
met zware kanonnen uitgerust. Alleen de
tweede afdeeling van de derde Siberische
scherpschutters-artillerie-brigade heeft alle
drie batterijen uit zware houwitsers be
staande. Het materiaal is uit oud© en
SlUKKen en .v.,., T-.-, rmdij
zijn nog uit den tijd afkomstig, toen men
de zware artillerie bijna uitsluitend bij
de belegering van vestingen en in den stel-
lLngsooz'log gebruikte. Het nieuwe mate
riaal bestaat uit 1,2 houwitsers en zooge
naamde 42 streeps of 10.6 centimeter snel
vuurkanonnen Deze laagste moeten in
uitwerking en in gébruik gelijken op de
10,5 centimeter kanonnen, waarmee de
zware artillerie der Franschen eerst kort
geleden voorzien is. De oude kanonnen
zijn met tien paarden bespannen, de beide
affuitwagens ieder met zes, eveneens de
ammunitiewagens, die elk veenfig 15.2
centimeter granaten of 75 10,6 centimeter
granaten bevatten. Voor de wagens, waar
op de kardoezen in zinken doozen ver
voerd worden, staan twee paarden en
voor de parkwagens vier.
De belangrijkste quaestie is natuurlijk,
wat het materiaal van de zware artillerie
presteeren kan. De beide types van oude
kanonnen hebben een zeer goed trefver
mogen. Ook hun verspreiding is gunstig.
De uitwerking van de 10.6 centimeter gra
naten is echter niet voldoende. Dat is
vooral bij de slagen in de buurt van Lem-
berg gebleken. Zeer gering is do snelheid
van het vuur. Bij de 10,6 centimeter kanon
nen slechts één schot in de minuut, bij
de 15.2 centimeter kanonnen zelfs -maar
vier schoten in vijf minuten. Da uitwer-
FEUILLETON.
MARGUERITE.
39)
Nooit heb i!ik er meer behoefte aan ge
had... Welnu... om kort te gaan... deel i'k
u mede, dat Caaa's al het geld heeft mee
genomen.... Zou u Carrère niieit willen te
rugnemen?"
:,Ik zeg mieit aanstonds neen," ant
woordde Jacques levendig... moet eerst
overleggen... Carrère is niet vrij meer: hij
heeft verbintenissen, een ontzaglijke) ver-
anltwoordelijkfhead... Ik zou mij met zijn
crediteuren kunnen verstaan en de nieu
we fabrilek voor mijn rekening kunnen ne
men. Maar zal Carrière er in toestemmen,
zdoli eerst met de opvolgers van Ouradou
te verstaan?"
„Ja, dat zal Carrère doen, vooral als..."
Madeleine aarzelde, wendde zich tot Mar
guerite, en glimg met haar HeMen glim
lach voort: A'ls Marguerite mij zou wil
len helpen."
„Ja, ja, wij zullen pogen dien rreese-
lijiken man te doen buiigen," antwoordde
Marguerite, trillend van vreugde, on ook
wel een beetje g&sÜTeeld in h'aar ijdelheid.
„Wel, nu weet u heit... en ik dank u...
ik dank u... O, ik weet niet* hoe ik u ge
noeg .mijn ezkemltelijkiheLd zal betuigen!"..
Met een kleur van .schaamte en blijde
verwaohl'jing groette Madeleine nederig
den patroon, drukte de koude hand van
Bodiere, en vervolgens die hand van Mar-
giuetiBte, due, haar tolt den tuin uitgeleide
deed. In haar kapmanltel gehuld stapte
Madeleine nu voort wiet lichten tred, en
hert tokkelen van den regen, dat bij haar
komst haar angst zoozeer had doen toe
nemen-, kwam haar nu voor als het tot
dansen nooderide geluid van castagnetten.
Daarginds schitterde in haar woning een
lamplicht -a's een ster der liope in den
donkeren nacht.
HOOFDSTUK XV.
Het feest van Collioures.
Dit jaar was de maand Augustus een
ware vreugdeimaand, vanwege den rijken
oogst, die overal welvaart bracht. Te Mau-
reillas heerschte slechts in enkele gezin
nen -armoede, namelijk in die der werk
lieden, w:ien de fabriek van Ouradou geen
werk kon verschaffen, vóór den diag, waar
op Carrère zou aannemen, voor rekening
van- Marguerite en Jacques zijn jeugdig
huis (te bestieren. Men slaagde er niet i<m
Carrère daartoe te brengen. Waar zou hij
dan gaan werken? Dat wist Lij zelf mieO
Uit hoogmoed weerstand bij aan de drin
gende baden van zijn kameraden.
Dezen morgen, neg, terwijl in elk hutis
feestelijkheden werden voorbereid, waren
zijn makkers bijeen in de keuken van zijn
woning, nauwelijks groot genoeg om
allen te bevatten, hen, hun vrouwen en
i hun kinderen om hem te smeefken toe
te geven: Als al-tijd zat hij in den ucitórsten
hoek van den schoorsteen, als een oud
man, met zijn rug naar het vensder, waar
Madeïleiime meit weermoedigen blik naar
bulten staarde.
„Waar zal je gereedschap je eigenlijk
itoe dienen?" merkte een der werklieden op.
..Tot niets.Maar de andercn mllen. er
.nliet aan .rakan."
„Zij zullen heit koopen."
„Dat 's waar. Zij zijn rijk."
„Wat hebben wij in den grond der zaak
hun te verwijten?.Wij zijn het. geweest,
die hen dwaselijk hebben verlaten! De dief
van 'n Cazals heeft ons in het ongeluk ge
sleept!"
Carrère keek zijn weihlieden strak aan
en bromde gemelijk:
„Wij beschuldigen altijd Cazals. Dat is
niet eerlijk. Als we in armoede vallen, darn
hebben wij dat zeiven gewnldi, meen ik.
„Erkennen wij dan eenvoudig onze
fout."
„Neen, ik wil mijn hoofd ni'.eit buigen,
al lijd ik~ ook. Mijn armen zijn stevig en
ik zal werken, in onverschillig wat."
„En wij... En onze kinderen?"
„Dat is zoo, ja, vergeef me. In mijn ra
deloosheid vergat jk de kinderen... Wel
nu, gaat ook gij naar Jacques."
„In zijn fabriek is geen plaats meer,
dat weet je... Hij wil die jouwe, de jonge
fabriek aanhechten aan het goede huis,
waar wij vroeger eiken dag ons brood ver
zekerd vonden... afls jij maar wou toege
ven."
„Ik heb mij vervallen te ven-klaren, wil
je zeggen?... Als ik mijn fabriek afsta aan
Jacques, dan zal ik mieit meer zijn dan
eon knecht."
..En wat zijn wij dan, onder jouw be-
vel'en?... O, je schijnt ons weinig te ach
ten!" antwoordden alle werklieden tege
lijkertijd met verontwaardiging.
Carrère wendde hot hoofd af naar den
muur, klagend, op dion warmen zomer
dag, diaJt hij het koud had. Allengs vielen
de werklieden op hun knieën, hun vrou
wen baden tot God, en de kindeken, ver
ontrust door dit alles, schreiden sóhier.
king va® het shrapnelschot tegen bewege
lijke doelen -is daarom buitengewoon be
perkt. Ook zijn de oude kanonnen niet be
wegelijk genoeg en niet snel genoeg tot
vuren gereed. Zij moeten eerst op .een
bedding gebracht worden en dat kost veel
tijd. Voor het loggen van de bedding van
het affuit zijn vijftig tot zestig minuten
noodig, voor ljet in stelling brengen van
de kanonnen nog tien tot vijftien minuten,
zoodat vijf kwartier verloopt, voordat het
geschut gereed is om te schieten. Dan
duurt het weer veertig tot vijftig minute,
voor dat het stuk verder gereden kan wor
den. In een open veldoorlog en ook in de
slagen in de Karpathen, vooral aan dein
Doekla-pas, heeft het prestatievermogen
van een gedeelte der zware Russische ar
tillerie hieronder zeer geleden. Als de ka
nonnen echter dn het gebergte waren op
gesteld en weken lang niet van hun affuit
genomen behoefden te worden, hebben zij
met hun goed trefvermogen en hun goede
verspreiding volkomen aan de eischen
voldaan.
In tegenstelling tot de oude kanonnen
voldoen de beide nieuwo modellen geheel
aon de eischen, die men tegenwoordig aan
zware artillerie mag stellen. Ze zijn be
wegelijk, en staan in tien minuten gereed
•om te vuren. De draagwijdte van de shrap-
nells is aanzienlijk verhoogd. De granaten
vernielen gebouwen en aardwerken en
kunnen ook tegen bewegelijke doelen wor
den gebruikt, als deze met shrapnells niet
meer te bereiken zijn.
De waarde en de beteekeirïs van de
artillerie hebben bij vroeger vergeleken
zich geweldig verhoogd. Dit geldt echter
in het bijzonder voor de zware artillerie
van het veldleger, die in dezen oorlog
eigenlijk eerst den vuurdoop ondergaan
heeft.
Duitschland.
Ontevredenheid bij Krupp.
De „Vorwarts" deelit mede, dat onder
het kantoorpersoneel der firma Krupp te
Essen groote ontevredenheid ïieersoht.
Terwijl de werklieden tenminste nog door
loonsveriiooginigen eene vêrgoedirag voor
de duurte der lever sfoehoeften kregen,
zoodat die hen xiiiet zoo zwaar trof, moet
het overige -personeel maar zien, hoe het
met liet .oude salaris van 150—170 Mk. per
maand rondkomt. Van dit salaris gaan
bovendien, nog 15 Mk. pier maand voor
Ovai-weck.dat tredu-
Ilerhaaldëlijk hebben zij de directie om
salarisverhoog,ing gevraagd, doch niets
anders bereikt, dan dat hu A in November
en December het salaris .in twee veertien-
.daagscfh© termijnen in plaats van, zooal's
anders, eenmaal -per maand werd uitbe
taald.
Zelfs in gewone tijden, merkt de „Vor-
wiirts" op, moet een salaris van. 150 Mik.
per maand voor gehuwde personen, die
reeds jarenlang bij de firma in dienst
zijn, als te laag beschouwd' worden. Nu is
zulk een inkomen zelfs niet voldoende om
het allernoodigste tej koopen. Het blad
wijst er dan op, dat Krupp niet tot de
firma's behoort, die door den oorlog ge
leden hebben. Integendeel werd in het
eerste oorlogsjaar een winst gemaakt
van 87 millioen, welk bedrag dubbel zoo
hoog zou geweest zijn, indien er niet eerst
de kosten van den bouw van 35 nieuwe
fabrieksgebouwen af gegaan was.
Voortdurend verschijnen er mededeelin-
gen cent rent de oprichting van dnstellfija-
gen, waaruit het sociaal gevoel der firma
imoet blijken. I-Iet personeel iia daarom
veibaasd, dat van heel den zegen die de
firma ten deal viel, niets, letterlijk niets, j
voor hm kon overschieten.
JMadeleine otond onbewegelijk vóór het
venster naar den horizont te staren, ten
©inde voor hen, die op het pleintje en op
den weg passeerden, dat tooneel van wan
hoop t© verbergen. Carrère hijgde van ont
roering, in den strijd van zijn broederhaat
tegen het verzet van zijn geest. Zijn mak
kers wezen er met smeek enden aandrang
op. dat hij niet het recht had hen aan den
hongerdood' prijs te geven, gezinnen onge
lukkig te maken, waarin hij in de dagen
van oproerigheid' zooveel verwachtingen
had gewekt. En niets verder komend, be
gonnen zij hem te vleden:
„Wij zullen je liefhebben meer dan een
meester. Je zult zien, dat je door je kennis
en. door onze toewijding deze bij-fabriek
voorspoediger zult maken, dan de fabriek
van Jacques."
Het verlangen, om voorspoed te bren
gen in een door hem bestuurde,
door hem bezielde fabriek, de ijdel-
heid* dat al die menschen, aan zijn
knieën, van Diem hun heal, hun redding
wachtten, deed den strijd te hu-nner gun
ste keeren. Hij meende zich een nobel of
fer te moeten opleggen.
„Ik geef toe," antwoordde hij. „Het is
voor u..."
„Uitstekend!" haastte Madeleine zich
te antwoorden, zich even naar hem toe
keerend. „Maar vergeet niet, dat jij-zelf
de aanvaarding aan Jacques moet gaan
mededeel en."
„O!" kreet Carrère, „dat juist valt me
het hardst!"
,„Je 'bent ons hoofd!" hervatten, de werk
lieden, als handige hovelingen.
„Gij hebt golijk, ilc ben verantwoorde
lijk... Komaan, rekent op mij."
Engeland.
Lord Kitchener;
In het Lagerhuis vroeg de heer Hoggo
wat met het oog op de jongste wijzigin
gen in het militaire bevel nu cigenllijk de
plichten van lord Kitchener zijn.
De heer Asqulth: Lord Kitchener gaat
voort de plichten te vervullen van mrim't*.
ter van oorlog. (Gelach en gejuich.)
De heer Hogge: Kan de eerste minister
ook zeggen of die plichten thans minder
militair dan politiek zijn?
De heer Asquith: Neen, meneer. Ik kan
daar geen onderscheid tussdhen maken.
De lieer Outhwaito:. Heeft hij nog e enige
plichten die niet door den minister van
-munitie zijn geüsurpeerd?
De heer Prinzle: Heeft hij nog wel ©eni
gen plicht?
Geen antwoord werd hierop gegeven.
Het Katholicisme in Engeland en in het
Engelsche leger.
Do Londensche briefschrijver van hè®
Fransche katholieke blad „La Croix", do
welbekende schrijver M. F. d© Bernhardt^
heeft een belangwekkend1 beschouwtom
gepubliceerd over den opbloei van hot
Katholicisme in Engeland en in het En
gelsche üeger. „De Tijd" ontleent er het
volgende aan.:
Men heeft in den laatsten tijd in Enge
land een groote toeneming waargenomert
van bekeerangem tot het katholiek geloof.
Vóór korten tijd publiceerde „Thé Uni
verse" ©en lijst van markante bakeeringea
en deze opgave was niet eens volledig.
De .Missionary Gazette" geeft in zijn
December-nummer eem volledige lijst van
bedienaren van dm protestantscheo
godsdienst, die zich in den loop der laat
ste vijf jaren tot het Katholicisme hebben
bekeerd. Zij bevat 86 namen, d.i. h«l
grootst© aantal gedurende een tijdvak van
vijf jaren sedert dat, hetwelk onmiddel
lijk volgde .op de afzwering van het Angli
canism© door Newman. Van deze 86 pre
dikanten zijn er thans 15 katholiek pries
ter.
Wet ken llmvloed heeft de oorlog op den
godsdienst in Engeland uitgeoefend? Op
d© Ang'iilkaansche Kerk on de (lliissenlere-
secten (de non-conformisten) heeft do oor
log geeeneriei invloed gehad, doch wat de
katholieke Keilk betreft, op doze to hij
allerheilzaamst geweest. Onlangs heeft
•de anti-Rome-agitatie Oostenrijk zwaar
"TffrtifM' Tmu?s-v*ier brftcrofei orgaan uw
High Church (d. i. het gedeelte der Anglt-
caansche Kerk, dati door zijn. ritueel enz.
het dichtst bij de Katholieke Kerk staat en
waartoe vóór zijn befleeering ook Newinan
behoorde) schreef het volgende: In d«
laatiste tien of vijftien jaren is er een
groote verandering gekomen in dê gods
dienstige mentaliteit. Tien Jaar geleden
waren er velen, die dachten-, dat het mo
dernisme de godsdienst der jongere ge
slachten. moest worden, en dat het de
twintigste eeuw zou vernieuwen-. Th aria
zien .wij duidelijk, dat dit een cnmogelijic-
Qieid lis. De todkomst van de Engel&che
Kerk hang't af van den moed, waarmee
zij haar katholiek karakteir izail handha
ven; van de kracht), waarmee zij den nar
druk zal leggen, niet op hetgeen ons van
Rome scheidt, maar op hetgeen ons nader
tot Rome voert en wat ons met Rome ver
bindt."
De „Protestanfb Womarf, leen beslist
anti-katholiek orgaan, schrijft:
„Rome mag zeggen de eeist© te zijn.
Groot-Brittonnlë, België en Dutschland
haasten zich om strijd, om zijn invloed en
steun A-oor zich t© verkrijgen. Het .schit
tert in- alle phasen van den oorlog, op alle
hoeken der slagvelden, als de eerste van
a.lle kerken... De dagbladen stellen zich
niet tevreden met lange artikelen te wij-
Onder warme dankbetuigingen namen
thans allen afscheid van Carrè-re, en op
het pleintje, iin den zonnegloed', die de
hulzen ve.rgu-kldei, lachten ze, voor d© eer
ste maal sedert weken.
Helaas, elikem dag verschoof Carrèrd
zijn daad van vernedering en berouw.
Menigmaal stak hij zich in zijn. Zondags
pak, om naar de Ouradou'9 te gaan, doch
na het „Plan" te hebben rondgeloopen,
waar hij, met een half-blij, half-angst^j
gevoel, naar de bedrijvigheid van de fa
briek, waar hij eoo langen tijd had ge
diend, keek, keerde hij weder naar huid
terug.
De 15e Augustus naderde, zonder daal
hij den noodlgen stap had gedaan, tof
groote wanhoop van zijn kameraden, dii
begonnen te morren. Op dien groeten
feestdag behoefde er niet aan gedacht to
worden, Jacques te kunnen spreken. Va»
die zong ontheven, herademde Carrère.
Elk 'jaar op, den 15en Augustus, ditmaal
een Donderdag, gaan de bewoners das
bergstreek naar de kiletine haven Coiltotfr
res, deelnemen aan de christelijk© betoo»
ging, welke daar op diiem dag plaats heedV
Elk jaar gebeurde er een wonder. ZcHt
God dilt jaar Jeanne met Zijne genade
gunstigen? Zou Hij (haar niet, ala loon
voor zooveel moed en goedheid, de kost
baarste gave terugschenken, welke aan d®
meesten der stervelingen geschonken Uk
die van haar vader en haar weldoener^
de zon en de .aarde te kunnen tden?
(Wordt vervolgd»!