DONDERDAG 9 DECEMBER. 1915. BUITENLAND. De Oorlog. 7e JAARGANG BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, metGRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 por kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cgnt, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent Iedere regel meer 5 cent Ten N.O. van Souain hebben de Duit- schers een Fransche positie op hoogte 193 ter breedte van 500 M. genomen. - De Engelsch-Fransche troepen in Macedonië blijven terugtrekken in de richting van deGriekschegrens.-Twee Sriek8che staf-officieren zijn te Saloniki aangekomen ter regeling van de militaire quaesties met de Engelsche en Fransche militaire autoriteiten.-Naarde„Minerva" te Boekarest meldt, zou de Grieksche regeering in overleg met den Griekschen generalen staf besloten hebben een nota aan alle oorlogvoerende mogendheden te sturen. De minister van Indië, Chamberlain, deelde in het Lagerhuis mee, dat het totaal aantal Britsche ver liezen bij Ctesiphon 4567 is. Voor het dienstjaar 1915 wordt aan den Duit- schen Rijksdag een nieuw crediet van Mk. 10 milliard gevraagd. Van het Westelijk oorlogsterrein. Overzicht. Op het oorlogsterrein wordt thans weer hevig gevochten. Het Duitsche legerberieht meldt,, dat ten N.O. van Souain den'Fran- schen een positie op hoogte 193, 'ongeveer 500 M. breed, werd ontnomen. Het Fransche legerberieht geeft dit vrijwel toe, en zegt: ,Ten oosten van de hoogte van Souain ilaagden de Franschen erin door tegen aanvallen de Duitsche aanvallen, die Dins dag op het einde van den avond waren begonnen, meester te worden. De strijd duurt voort ter herovering van door den vijand bezette gedeelten." Nu is het slechts de groote vraag uf a© Fi au«,K<wi m cui- en slagen de verloren positie te heroveren. Uit het bovenstaande gedeelte van het Fransche legerberieht blijkt duidelijk, dat deze thans nog in handen der Duitschers is, die haar zeker niet zoo heel gauw zul len loslaten. Anton Larig. t Naar gemeld wordt, is Anton Lang, de ftekende Christus" van de Passiespelen te Jberammergau, op het Westelijk oorlogs- lerrein gesneuveld. Van het Oostelijk oorlogsterrein. Overzicht Van dit oorlogsterrein wordt niets anders jemeld, dan dat Duitsche en Oostenrijk- clie troepen op verschillende punten van het front Russische afdeelingen terugsloeg De toestand te Pinsk. ,,Roeskoje Slowo" verneemt van eenige personen, die met heel veel moeite uit Pinsk, hebben kunnen ontvluchten, het volgende: De orde in de stad wordt gehand haafd door de militie. Het is volstrekt on mogelijk de stad te verlaten. In het cen trum van de stad hebben de Duitschers op veel huizein beslag ge-legd. Kanonnen zijn opgesteld op de pleinen. Daar de Russen in de buurt zijn en de Duitschers in de omstreken steeds veront rust worden door guerilla-aanvallen der landslieden, nemen zij buitengewone maat regelen voor de verdediging der stad. De geheele mannelijke bevolking wordt, onder bedreigingen gedwongen, aan de ver sterkingen rondom de stad te arbeiden. Van het Zuidelijk oorlogsterrein. Overzicht Aan de Isonzo wordt de strijd thans weer met groote hevigheid gevoerd. Op den Monte San Michele gelukte het den Italia nen in een gedeelte van het Oostenrijksche front aan de helling binnen te dringen; volgens de Oostenrijksche berichten her overden de Oostenrijksche troepen in een tegenaanval hunne loopgraven geheel en al. Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein. Overzicht. De legerberichten van de laatste dagen bevatten lange opgaven van gemaakte ge vangenen en buitgemaakt oorlogsmate riaal. Uit dit alles blijkt, dat de strijd in Servië en Montenegro spoedig tot het ver leden zal behooren. Ipek is thans, volgens het Oostenrijksche legerberieht, geheel van vijanden gezuiverd en de Fransch-Engel- sche troepen blijven steeds terugtrekken in de richting van de Grieksche grens. Van de Turksche oorlogsterreinen. Overzicht. Zoowelvan den Kaukasus als van de Dardanellen en het oorlogsterrein in Meso- poiamië valt niets bijzonders te melden. 0p Zee. Een aanklacht van de Duitsche regeering. Een zeer uitvoerig telegram van het' Wolff-bureau maakt melding van een arti kel .in do „Nordd. Allg. Zt^.'^oiyer de indertijd hebben melding gemaakt. De 'Nordd. Allg. Ztg." deelt de memorie me de, die op gromd van in Amerika inge stelde onderzoekingen is opgesteld' en ter overhandiging aan de Britsche regeering aan de Ani erikaansohe ambassade is toe gezonden. De quaes.tie loopt, gelijk men zióh welüdht zal herinneren, over den moord van de bemanning van een Dudt- i duikboot op last van den comman dant van den Britsohert hulpkrudiser „Ba- ralong". De Duitsche regeering 'doet de Engel sche regeering van die daad' mededeeling verwacht een vervolging van den com mand ant van de. „Baralomg" en van de betrokken manschappen wegens moord. De Duitsche regeerinig verwacht spoedig mededeeling van de Britsche regeering dat het proces tot bestraffing van het gebeur de is begonnen en zal worden bespoedigd. Mocht zij zich in deze verwachting te leurgesteld zien, dan zou zij zich genoopt zien ernstige besluiten' te nemen tier ver gelding van de ongestraft gebleven mie- daad. Een kleine Italiaansche kruier in den grond geboord. Officieel bericht van het Oostenrijksche vlcotkommamdo: Een. van onze diudkbootan heeft den 5den December, des ochtends om 10 uur voor Walona een kleinen Italiaansohen kruiser en twee sloepen in den grond geboord. De duTkboot- en mijnoorlog. Blijkens een Lloyd's-bericht zijn het Italiaansche stoomschip ,,Dimis" en het Italiaansclie zeilschip ,,Pietro Lofaro" ge zonken,. De bemanningen zijn gered. Naar Reuter" meldt, is het stoom schip Tunis" in den grond geboord. De bemanning is aan land gebracht. Op den Balkan. Griekenland en de Entente. De Minerva" te Boekarest verneemt uit goede bronnen, dat de regeering van Griekenland in overeenstemming met den generalen staf besloten heeft om een einde te maken aan het tot dusver getoonde ge duid en haar definitieve houding te preci seeren en dit ter keiihis te brengen van allé oorlogvoerende partijen. In deze nota zal dè regeering den nadruk leggen op de neutraliteit en mededeelen, dat zij onwrik baar tot lit volgende besloten heeft: lo. de Servische troepen die op Grieksch grondgebied vluchten zullen ontwapend worden; 2o. aan den bevelhebber van de Engelsch- Fransche troepen te Saloniki zal worden verzocht de troepen, die door den vijand op Grieksch grondgebied worden teruggedre ven, met de geheele uitrusting onverwijld te Saloniki in te schepen;, 3o. de Grieksche regeering verzoekt de Midden-Europeesche mogendheden bij de vervolging harer vijanden de Grieksche grenzen niet te overschrijden, daar de Grieksche regeering de verantwoordelijk heid op'zich neemt, dat de Engelsch-Fran sche troepen uiit Griekenland zullen worden verwijderd. Naar Reuter" meldt zijn twee officieren van den Griekschen generalen staf te Sale- Ei^e,iÜ4i-i?töfBSn8"T.'B,ïiMWr acfiorffiiwM de details te regelen voor een overeenkomst tusschan de Entente en Griekenland. Duitschland. De Rijk9dag. In de aansbaandé zitting van den Rijks dag zal de Rijkskanselier, bui'ten de agen da om, een redevoering houden, om ver slag uit te brengen over den mi'llitai ren en politieke®. toestand van het rijk. Daarna zal de Rijksdag overgaan tolt de behande ling van, de door den afgevaardigde Schei- demarun te moiiveeren sociaal-democrati sche vredesiinterpeljLatie, waarbij de Rijks kanselier nog eenmaal het woord zal voe ren. liet gerucht gaaJt, dait die nieuwe krediet aanvrage, ten bedrage van tien milliard, Donderdag aan den Rijksdag zal worden aangeboden. Oostenrijk-Hongarije. De Hongaarsche Kamer. In de Hongaarsche Kamer gaf graaf Tisza een overzicht van den toestand op den. Balkan. Over de quaeetie van het sluiten van den vrede zeiide Tisza: Wanneer het vrede zal worden, hangt uitsluitend af van onze vijanden. Hoe later dezen tot de overtoil- ging komen, dat verder oorlogvoeren slechts doelloos en misdadig bloedvergie ten is, de» te grooter overwinning oogsten wij, totdat deze overtuiging ontstaat; hoe greoter de offers zoiLlen zijn, welke de oor log oplegt, des ite zwaarder zullen voor onze vijanden de vredesvoorwaarden zijn." Engeland. Uit het Lagerhuis. In het Lagerhuis verzocht het parle mentslid Snowaen den eersten minister Asquith te willen beioven, dat geen voor stel omtrent vredesivo or stellen, gebaseerd op de ontruiming van veroverd gebied, komende van de zijde der neutralen af van die van een der oorlogvoerenden, zal worden -verworpen zonder voorkennis van helt parlement. Asquith antwoordde daar op: De regeer:ngen van Groot-Briitanaiië, Frankrijk, Ita'iië. Japan en Rusland heb ben elkander beloofd geen afzon der lij-ken wede te sluiten. Wanneer ernstige voor stellen omtrent een algemeenen vrede worden gedaan dioor de regeeringen der vijandelijke landen, hetzij direct of door bemiddeling van een neutral© mogend heid, dan zullen ze eerst bespreken wor den door de regeeringen, van de geallieer de landen. Voordat diit geval zich voor doet, kan iik geen andere belofte geven. Minister Chamberlain, deelde mede, dat de verliezen der EngcLschen in het ge vecht bij Ctesiphon bedroegen: &43 gesneu velden, 3330 gewonden en 594 man, van welke men het lot nog niet kent. Volgens de jongste berichten bedroegen de verlie zen op den terugtocht minder dam 300 man. Ghaimberla,in lielt zich zeer waarde erend uit over de houding der troepen. De parlementaire onder-secretaris van buitenl.andsche zaken Cecil diende een wetsiontweirp in, betreffende beperkingen i den handel niet den vijand voor perso nen, voor welke het, alhoewel zij niet^ \vq- bied, vanwege Ihïri vijanaeupie Nationali teit, doelmatig zou zijn dergelijke beper kingen toe te passen. Italië. De positie van d&n H. Stoel. Naar aanleiding van een. door het agent schap Stefani verspreid communiqué, waarin wordt gezegd, dat de passage in de toespraak van Z. H. den Paus, welke gewag maakt van'den onzekeren toestand vain den H. Stoel, op onjuist© gegevens berust zegt de „Osservatore Romano" o. m.: ,,In elk geval r en afgezien van over wegingen van bijkomstigen aard zou de Italiaansche regeering den gezanten bij den H. Stoel niet gewaarborgd hebben het recht van vrij© en onafhankelijk© we- d-erzijdsche correspondentie, zelfs in cij ferschrift, met hun respectieve regeerin gen. Zij we-nscht© die correspondentie, te onderwerpen aan eenige contróle, zij het dan die van den H. Stoel. Wij nemen gaajrne aan, dat de oorlogs toestand ernstige redenen bood om aan de diplomaten van Oostenrijk-Hongarije en Duitschland het genoemde recht niet te waarborgen; doch niemand zal toch ont kennen, dat zulk recht onafscheidelijk is van £lke diplomatieke zending, die zonder dit niet bestaanbaar is. Van den anderen kant meenen wij, dat de H. Stoel de zware verantwoordelijk heid eener contröle niet op Zich had kun nen nemen. Het wil ons dus voorkomen, dat ge noemde diplomaten niet door het Italiaan sche gouvernement tot vertrekken werden genoopt (wat de Paus zeker niet geoegd heeft) maar zich verplicht zagen Rome te verlaten door den drang der omstandig heden, gelijk het de H. Vader zoo juist en duidelijk uitdrukt© in Zijn allocutie." Bij de bespreking van de begrooting voor justitie en eeredie ast zeide afgevaardigde Lombardi het noodig te achten, dat uit de Kamer onmiddellijk een protest werd uit gebracht tegen de verklaringen van den Paus, die in. het Consistorie er op zin speelde, dat de vrijheids-prerogatieven van de Romeinsche Curie waren ingekort. Spr. zeide van den groot-zegelbewaarder Or lando (wiens rede te Palermo gehouden hij in herinnering bracht) een nieuwe plech tige verklaring te verwachten, waarin aan de beschaafde wereld wordt betuigd, dat Italië 9teed9 en ook op het oogenblik de geestelijke integriteit en vrijheid van den Paus eerbiedigt en de eerbiediging Zijner prerogatieven volledig en volkomen is, De groot-zegelbewaarder Orlando ver klaarde, dat de regeering niets behoeft te veranderen aan de uitlegging en toepas sing, die sinds 1870 gegeven werd door elke regeering, tot welke partij die ook behoor de, aan de waarborgenwet, die steeds werd beschouwd als een document van passief nationaal en binnenlandsch recht, zonder ©enig contractueel karakter. Spr. bevestigde, dat de gezanten van de oorlogvoerende mogendheden geaccredi teerd bij den H. Stoel, Rome alleen ver lieten- uit eigen vrije beweging. (Men vergelijke - de verklaring van de „Osservatore Romano", waarin hetzelfde "fordd gezegd! Red.) con£Llet~er~toe nijghnidjg de Paus van de meest volstrekte onafhan kelijkheid en vrijheid heeft kunnen genie ten. Zoo heeft men ook in Rome de Requiem missen kunnen opdragen voor de gevalle nen, van alle oorlogvoerende mogendhe den zonder uitzondering en heeft men in Rome een consistorie kunnen houden, waaraan kardinalen uit alle oorlogvoeren de staten geheel vrij hebben kunnen deel nemen. Vereenigde Staten. Duitsche bestellingen. De Times" verneemt uiit New-York, dab naar het ihöet in het geheim door Duitsch- land in de Vereenigde Staten heistellingen zijn geplaatst tot een waarde van 100 mll- liioen dollars. De orders omvatten de leve ring van koper, katoen, woL, spek, tarwe, 'Landbouwwerktuigen e. a Al deize waren zijn gekocht op af levering in Duitschland, 60 dagen na het einde van den oorlog. Alle bestellingen zijn in ult/voering, behal ve die op tarwe.- Alle aangekochte waren zullen worden opgeslagen in de nabijheid van de Atlantische havens, waar vele Duitsche koopvaarders thans liggen op gelegd. Duitsche bankiers beschouwen deze aankoopen ais aanwijzingen dait men bereid wil rijn op een vredeslulbing. FEUILLETON. MARGUERITE. 17) Hij bootsite heit handschrift van -den mees ter na, vooral diens handteefcanamig. Ver volgens schreef hij eensklaps een cheque van tien duizend franik. Nadat hij 31 jn o\- «erhj'k werk had verricht, slaakte hij een zuch't van bebagölij'kheid en leunde op zijn gemak .achterover. Wait had hij te vreezen? Niets. AI ware helt slechts uiit hoogmoed, tou zijn breeder" hem niet doen vervol gen. Ca/zals s'talk de dhequie in den, binnenzak van zijn co'ibert, rangschikte op die tafel alle papieren, en na een beigeerigen blik te (hebben geworpen door cJÜt kabinet, dat zoo vol van schatten scheen, alls een bijen korf met honig gevuld, draaide hij het «leotulsche licht uit, In het donker stiet hij tegen de meubelen als een bscbonkene. Hoch weCidra had hij de trap gevonden, [(raaide die haastig af en sloop naar builen. Het dorp lag in rustige® Slaap gedom- [peld; en zoio diepe stiïte dag over de om- geving, diat ,op helt pleintje het ruiis-dien var de fontierin een1 klaterend en plassend ramoer maakte. Den volgenden -ochtend wend de fa brieksarbeid op den gewonen tijd hervat. •Ouraidou. wat anders nooit gebeurd© WelMiohlt door een bang voorgevoel gedre ven was dien dag de eerst© in de fabriek. ■Terstond rook hij in zijn kabinet een Vreemde 'lucht en nam ihij oinder zijn par Pieren, ©en lichte stoornis waar. Toen Jac- lues binnentrad, steeds onder den indruk *kr gewaarwording, dat zijn meester aan zijn voorzLahltighead en nauwlettendheid bad kunnen twijfelen, zag hij Ouradou zenuwacWng nu dit, dan idiat -voorwerp op de tafal zo-eken. Hijgend vroeg hem Jac ques: ,,Zijlt u hier gisteren-avond nog (komen werken?" „Ik?... Neen, volstrekt nieit," luidde heit antwoord. „Nietl... En ik heb licht „Ben je daar wel zeker van?" ,,J-a, heel zeker!" „O, dan gös ak het... dan begrijp fik het... O, mijn God... En jij ook, nietwaar?... Cazals iis hier als een gemeen© misdadiger zijn eflag komen Slaan.!... maar welken,?..." „Het geld!..." „Laten we aien!" Snel werd uit de brandkast al helt geld voor den dag gehaald: binnen enkele mi nuten was de tafel bedekt met goudstuk ken en bankbiljetten. Er ontbrak geen centime aan. Beiden beefden van onzeker heid. Eensklaps riep men van uit de werk plaats. Ouradou boog zich voorover naar het open raampje en antwoordde haastig, dat hij vooreerst niet zijn meesterknechts kon ontvangen, noch zJiah met hét werk kon bezighouden. Verbaasd hierover brom den de werklieden onder elkander, niet webende WQt te denken. Jacques, doe de deur op slot," gebood Ouradou, „en sluit het raampje. Dat men ons met rust late." Terwijl Jacque© gehoorzaamde, keek Ouradou, aan tafel gezeten, woedend het cheque-boekje na en riep' plotseling rade loos üit: „Daar hebben we het al! Er ont breekt een blad!... O, Jacque§!..." „Een blad?" vroeg Jacques, en met open mond staarden beiden, naar elkaar toe ge bogen, elkander aan.. „Voor hoeveel heeft hij de cheque getee- kend?..." hernam Ouradou. ^,De schoft!... Blijkbaar heeft hij g-eteekend met mijnen naam, en iedere bankieir van Penpignan zal hem zonder aarzelen de 90m uitbeta len. Marguerite had- gelijk, we haidden dien bandiet- met een aalmoes moeten weg zenden." Met gekruiste armen en diiep-droevig gelaat gaf Jacques «ioh moedte door zijn koelbloedigheid zijn meester -tot kalmte te sbemmen. „Laten we geen tijd verliezen," sprak hij. „Wij kunnen hem nog bereiken. Hij is zoo driest, dat hij misschien MaureLllaa nog niet heeft verlaten..." „Dat is waar!... Laten we ons haasten!" Met een ruk opende Ouradou weder de afsluiting, waardoor hij met zijn personeel in de werkplaats kon spreken, en beval: „Mijnheer Cazals moet dadelijk worden opgespoord en hierheen gebracht!" Di'e kreet viel opnieuw als een steen, te midden der werklieden.. Onthutst wees MiKhau eerst een man, toen een vrouw aan, om don heer Cazals te gaan zoeken. Gedurende al den tijd van de afwezigheid der vrouw liep Carré re, blijkbaar be vreesd. onrustig tussohen de lange tafels door. Cazals had thuis juist zijn toilet vol te old, toen de werkster hem het formeele bevel van Ouradou overbracht. Met vlam mende jukbeenderen en schitterende ocgen haalde hij zijn schouders op. .„Ik kom," zei hij. Zoo hij (hans ontsnapte, zou zijn „broe der" in de eerst© opwelling van leed en wanhoop hem minstens voor het dorp aanklagen. Zich beheerschend. begaf hij zich cynisch, zonder d© minst© overhaas ting, naar de faüjriek. Onderweg groette hij uit de hoogte de vrouwen, welke zich op 'den drempel van haar woningen be renden. Met zeker plechtig air trad hij de fabriek binnen, en den werklieden toe knikkend, die zich steeds meer verbaas den, beklom hij kalm de trap naar de direotie-bureelen. Ouradou was onbewegelijk aan zijn ta fel blijven zitten. Jacques had plaats ge nomen in den lèeren fauteuil, ten einde den booswicht te 'beduiden, dat hij voort aan, als een indringer, moest blijven staan. „Goeden dag," riep Cazals reeds op den drempel. „Waarom, voor den. drommel, Ouradou, laat je met zooveel verboon ont bieden?" „Hé!... kun je dat niet rad-en?!" ant woordde Ouradou, wiens lichaam beefde. „Neen, waarachtig niet." „Welnu, de<zen macht is hier -licht ge zien!... En er ontbreekt een cheque in mijn chequeboek." „En?..." Met de duimen in de armgaten van zijn Vest, posteerde Cazals zich onbeschaamd tegenover Ourodou. Jacques reap te al zijn krachten -bijeen, om, voor het geival dat zij handgemeen mochten worden, tussohen beiden te komen. Dof mompelde Ouradou: „De dief ben jij, Cazals!... Geef mij d© cheque terug!" „Ik? Je waagt het, mij t© bedeedigen, na mij im den steek t© heibbem gelaten... Je maakt grapjes, veronderstel ik?" „Hoe?... Je durft nog ontkennen?..- Jij bent de dief, niemand anders!" „Dat is niet waarl... Ken ik de gehei men van j© huis?... Ben ik de eenige, dieni j© verdenken kunt?" „Als je zoo voortgaat, dan -roep ik heb voor het atelier, voor iedereen uit, dat j© d© ellendige 'lafheid hebt begaan, mij t© willen bewegen, Jacques t© verdenken!" Bij die bedreiging begreep Cazals, dab hij zijn cynisme te ver had gedreven. Jac ques had zich in zijn Leustoel omgewend en zijn woeste oogen drukten zulk een minachting uit, dat Cazals, in een hoek sluipend, als een wild dier, mompelde: „Ja, ik deed het... En nu?..." „Ellendelimigl... Geef mij de cheque te rug!" „Neen!.. Behoort z© mij niet toe?... Ik nam alleen mijn eigendom weer." „Je eigendom!... duivel!'... En hoe groot ia d© som, diie j© hebt ingevuld?" „Tien duizend frank," antwoordde Car aals koek „Je bent nieit wijsl... J© zult er niet ver der mee komen, en- j© ruïneert dit hute..fl Geef de cheque terug!..." „Nooit! Ik heb ze nliiet genomen', om te terug t© geven!" „Ik zal j© er toe noodzaken!" „Dat zulten wij zien!" „Je zult cxniteerd worden!... ont©erdl...i Ja... Maar wat kan je dat scheten!" Jacques, die was opgestaan, beschouw de het monster met afschuw. Ouradou ging somber voont: „Ek ziq, dat je vasdbeetetem bent, Ca zals,... ik "zal het eveneens wezen... Ga heen!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1