DONDERDAG
9
DECEMBER.
1915.
BUITENLAND.
De Oorlog.
7e JAARGANG
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, metGRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 por kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cgnt, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent Iedere regel meer 5 cent
Ten N.O. van Souain hebben de Duit-
schers een Fransche positie op hoogte
193 ter breedte van 500 M. genomen.
- De Engelsch-Fransche troepen in
Macedonië blijven terugtrekken in de
richting van deGriekschegrens.-Twee
Sriek8che staf-officieren zijn te Saloniki
aangekomen ter regeling van de militaire
quaesties met de Engelsche en Fransche
militaire autoriteiten.-Naarde„Minerva"
te Boekarest meldt, zou de Grieksche
regeering in overleg met den Griekschen
generalen staf besloten hebben een nota
aan alle oorlogvoerende mogendheden
te sturen. De minister van Indië,
Chamberlain, deelde in het Lagerhuis
mee, dat het totaal aantal Britsche ver
liezen bij Ctesiphon 4567 is. Voor
het dienstjaar 1915 wordt aan den Duit-
schen Rijksdag een nieuw crediet van
Mk. 10 milliard gevraagd.
Van het Westelijk oorlogsterrein.
Overzicht.
Op het oorlogsterrein wordt thans weer
hevig gevochten. Het Duitsche legerberieht
meldt,, dat ten N.O. van Souain den'Fran-
schen een positie op hoogte 193, 'ongeveer
500 M. breed, werd ontnomen. Het Fransche
legerberieht geeft dit vrijwel toe, en zegt:
,Ten oosten van de hoogte van Souain
ilaagden de Franschen erin door tegen
aanvallen de Duitsche aanvallen, die Dins
dag op het einde van den avond waren
begonnen, meester te worden. De strijd
duurt voort ter herovering van door den
vijand bezette gedeelten." Nu is het slechts
de groote vraag uf a© Fi au«,K<wi m cui-
en slagen de verloren positie te heroveren.
Uit het bovenstaande gedeelte van het
Fransche legerberieht blijkt duidelijk, dat
deze thans nog in handen der Duitschers
is, die haar zeker niet zoo heel gauw zul
len loslaten.
Anton Larig. t
Naar gemeld wordt, is Anton Lang, de
ftekende Christus" van de Passiespelen te
Jberammergau, op het Westelijk oorlogs-
lerrein gesneuveld.
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
Overzicht
Van dit oorlogsterrein wordt niets anders
jemeld, dan dat Duitsche en Oostenrijk-
clie troepen op verschillende punten van
het front Russische afdeelingen terugsloeg
De toestand te Pinsk.
,,Roeskoje Slowo" verneemt van eenige
personen, die met heel veel moeite uit
Pinsk, hebben kunnen ontvluchten, het
volgende: De orde in de stad wordt gehand
haafd door de militie. Het is volstrekt on
mogelijk de stad te verlaten. In het cen
trum van de stad hebben de Duitschers op
veel huizein beslag ge-legd. Kanonnen zijn
opgesteld op de pleinen.
Daar de Russen in de buurt zijn en de
Duitschers in de omstreken steeds veront
rust worden door guerilla-aanvallen der
landslieden, nemen zij buitengewone maat
regelen voor de verdediging der stad.
De geheele mannelijke bevolking wordt,
onder bedreigingen gedwongen, aan de ver
sterkingen rondom de stad te arbeiden.
Van het Zuidelijk oorlogsterrein.
Overzicht
Aan de Isonzo wordt de strijd thans
weer met groote hevigheid gevoerd. Op den
Monte San Michele gelukte het den Italia
nen in een gedeelte van het Oostenrijksche
front aan de helling binnen te dringen;
volgens de Oostenrijksche berichten her
overden de Oostenrijksche troepen in een
tegenaanval hunne loopgraven geheel
en al.
Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein.
Overzicht.
De legerberichten van de laatste dagen
bevatten lange opgaven van gemaakte ge
vangenen en buitgemaakt oorlogsmate
riaal. Uit dit alles blijkt, dat de strijd in
Servië en Montenegro spoedig tot het ver
leden zal behooren. Ipek is thans, volgens
het Oostenrijksche legerberieht, geheel van
vijanden gezuiverd en de Fransch-Engel-
sche troepen blijven steeds terugtrekken
in de richting van de Grieksche grens.
Van de Turksche oorlogsterreinen.
Overzicht.
Zoowelvan den Kaukasus als van de
Dardanellen en het oorlogsterrein in Meso-
poiamië valt niets bijzonders te melden.
0p Zee.
Een aanklacht van de Duitsche regeering.
Een zeer uitvoerig telegram van het'
Wolff-bureau maakt melding van een arti
kel .in do „Nordd. Allg. Zt^.'^oiyer de
indertijd hebben melding gemaakt. De
'Nordd. Allg. Ztg." deelt de memorie me
de, die op gromd van in Amerika inge
stelde onderzoekingen is opgesteld' en ter
overhandiging aan de Britsche regeering
aan de Ani erikaansohe ambassade is toe
gezonden. De quaes.tie loopt, gelijk men
zióh welüdht zal herinneren, over den
moord van de bemanning van een Dudt-
i duikboot op last van den comman
dant van den Britsohert hulpkrudiser „Ba-
ralong".
De Duitsche regeering 'doet de Engel
sche regeering van die daad' mededeeling
verwacht een vervolging van den com
mand ant van de. „Baralomg" en van de
betrokken manschappen wegens moord.
De Duitsche regeerinig verwacht spoedig
mededeeling van de Britsche regeering dat
het proces tot bestraffing van het gebeur
de is begonnen en zal worden bespoedigd.
Mocht zij zich in deze verwachting te
leurgesteld zien, dan zou zij zich genoopt
zien ernstige besluiten' te nemen tier ver
gelding van de ongestraft gebleven mie-
daad.
Een kleine Italiaansche kruier in den
grond geboord.
Officieel bericht van het Oostenrijksche
vlcotkommamdo:
Een. van onze diudkbootan heeft den 5den
December, des ochtends om 10 uur voor
Walona een kleinen Italiaansohen kruiser
en twee sloepen in den grond geboord.
De duTkboot- en mijnoorlog.
Blijkens een Lloyd's-bericht zijn het
Italiaansche stoomschip ,,Dimis" en het
Italiaansclie zeilschip ,,Pietro Lofaro" ge
zonken,. De bemanningen zijn gered.
Naar Reuter" meldt, is het stoom
schip Tunis" in den grond geboord. De
bemanning is aan land gebracht.
Op den Balkan.
Griekenland en de Entente.
De Minerva" te Boekarest verneemt uit
goede bronnen, dat de regeering van
Griekenland in overeenstemming met den
generalen staf besloten heeft om een einde
te maken aan het tot dusver getoonde ge
duid en haar definitieve houding te preci
seeren en dit ter keiihis te brengen van
allé oorlogvoerende partijen. In deze nota
zal dè regeering den nadruk leggen op de
neutraliteit en mededeelen, dat zij onwrik
baar tot lit volgende besloten heeft:
lo. de Servische troepen die op Grieksch
grondgebied vluchten zullen ontwapend
worden;
2o. aan den bevelhebber van de Engelsch-
Fransche troepen te Saloniki zal worden
verzocht de troepen, die door den vijand op
Grieksch grondgebied worden teruggedre
ven, met de geheele uitrusting onverwijld te
Saloniki in te schepen;,
3o. de Grieksche regeering verzoekt de
Midden-Europeesche mogendheden bij de
vervolging harer vijanden de Grieksche
grenzen niet te overschrijden, daar de
Grieksche regeering de verantwoordelijk
heid op'zich neemt, dat de Engelsch-Fran
sche troepen uiit Griekenland zullen worden
verwijderd.
Naar Reuter" meldt zijn twee officieren
van den Griekschen generalen staf te Sale-
Ei^e,iÜ4i-i?töfBSn8"T.'B,ïiMWr acfiorffiiwM
de details te regelen voor een overeenkomst
tusschan de Entente en Griekenland.
Duitschland.
De Rijk9dag.
In de aansbaandé zitting van den Rijks
dag zal de Rijkskanselier, bui'ten de agen
da om, een redevoering houden, om ver
slag uit te brengen over den mi'llitai ren en
politieke®. toestand van het rijk. Daarna
zal de Rijksdag overgaan tolt de behande
ling van, de door den afgevaardigde Schei-
demarun te moiiveeren sociaal-democrati
sche vredesiinterpeljLatie, waarbij de Rijks
kanselier nog eenmaal het woord zal voe
ren.
liet gerucht gaaJt, dait die nieuwe krediet
aanvrage, ten bedrage van tien milliard,
Donderdag aan den Rijksdag zal worden
aangeboden.
Oostenrijk-Hongarije.
De Hongaarsche Kamer.
In de Hongaarsche Kamer gaf graaf
Tisza een overzicht van den toestand op
den. Balkan.
Over de quaeetie van het sluiten van
den vrede zeiide Tisza: Wanneer het vrede
zal worden, hangt uitsluitend af van onze
vijanden. Hoe later dezen tot de overtoil-
ging komen, dat verder oorlogvoeren
slechts doelloos en misdadig bloedvergie
ten is, de» te grooter overwinning oogsten
wij, totdat deze overtuiging ontstaat; hoe
greoter de offers zoiLlen zijn, welke de oor
log oplegt, des ite zwaarder zullen voor
onze vijanden de vredesvoorwaarden zijn."
Engeland.
Uit het Lagerhuis.
In het Lagerhuis verzocht het parle
mentslid Snowaen den eersten minister
Asquith te willen beioven, dat geen voor
stel omtrent vredesivo or stellen, gebaseerd
op de ontruiming van veroverd gebied,
komende van de zijde der neutralen af
van die van een der oorlogvoerenden, zal
worden -verworpen zonder voorkennis van
helt parlement. Asquith antwoordde daar
op: De regeer:ngen van Groot-Briitanaiië,
Frankrijk, Ita'iië. Japan en Rusland heb
ben elkander beloofd geen afzon der lij-ken
wede te sluiten. Wanneer ernstige voor
stellen omtrent een algemeenen vrede
worden gedaan dioor de regeeringen der
vijandelijke landen, hetzij direct of door
bemiddeling van een neutral© mogend
heid, dan zullen ze eerst bespreken wor
den door de regeeringen, van de geallieer
de landen. Voordat diit geval zich voor
doet, kan iik geen andere belofte geven.
Minister Chamberlain, deelde mede, dat
de verliezen der EngcLschen in het ge
vecht bij Ctesiphon bedroegen: &43 gesneu
velden, 3330 gewonden en 594 man, van
welke men het lot nog niet kent. Volgens
de jongste berichten bedroegen de verlie
zen op den terugtocht minder dam 300 man.
Ghaimberla,in lielt zich zeer waarde erend
uit over de houding der troepen.
De parlementaire onder-secretaris van
buitenl.andsche zaken Cecil diende een
wetsiontweirp in, betreffende beperkingen
i den handel niet den vijand voor perso
nen, voor welke het, alhoewel zij niet^ \vq-
bied, vanwege Ihïri vijanaeupie Nationali
teit, doelmatig zou zijn dergelijke beper
kingen toe te passen.
Italië.
De positie van d&n H. Stoel.
Naar aanleiding van een. door het agent
schap Stefani verspreid communiqué,
waarin wordt gezegd, dat de passage in
de toespraak van Z. H. den Paus, welke
gewag maakt van'den onzekeren toestand
vain den H. Stoel, op onjuist© gegevens
berust zegt de „Osservatore Romano"
o. m.:
,,In elk geval r en afgezien van over
wegingen van bijkomstigen aard zou
de Italiaansche regeering den gezanten
bij den H. Stoel niet gewaarborgd hebben
het recht van vrij© en onafhankelijk© we-
d-erzijdsche correspondentie, zelfs in cij
ferschrift, met hun respectieve regeerin
gen. Zij we-nscht© die correspondentie, te
onderwerpen aan eenige contróle, zij het
dan die van den H. Stoel.
Wij nemen gaajrne aan, dat de oorlogs
toestand ernstige redenen bood om aan de
diplomaten van Oostenrijk-Hongarije en
Duitschland het genoemde recht niet te
waarborgen; doch niemand zal toch ont
kennen, dat zulk recht onafscheidelijk is
van £lke diplomatieke zending, die zonder
dit niet bestaanbaar is.
Van den anderen kant meenen wij, dat
de H. Stoel de zware verantwoordelijk
heid eener contröle niet op Zich had kun
nen nemen.
Het wil ons dus voorkomen, dat ge
noemde diplomaten niet door het Italiaan
sche gouvernement tot vertrekken werden
genoopt (wat de Paus zeker niet geoegd
heeft) maar zich verplicht zagen Rome te
verlaten door den drang der omstandig
heden, gelijk het de H. Vader zoo juist en
duidelijk uitdrukt© in Zijn allocutie."
Bij de bespreking van de begrooting voor
justitie en eeredie ast zeide afgevaardigde
Lombardi het noodig te achten, dat uit de
Kamer onmiddellijk een protest werd uit
gebracht tegen de verklaringen van den
Paus, die in. het Consistorie er op zin
speelde, dat de vrijheids-prerogatieven van
de Romeinsche Curie waren ingekort. Spr.
zeide van den groot-zegelbewaarder Or
lando (wiens rede te Palermo gehouden hij
in herinnering bracht) een nieuwe plech
tige verklaring te verwachten, waarin aan
de beschaafde wereld wordt betuigd, dat
Italië 9teed9 en ook op het oogenblik de
geestelijke integriteit en vrijheid van den
Paus eerbiedigt en de eerbiediging Zijner
prerogatieven volledig en volkomen is,
De groot-zegelbewaarder Orlando ver
klaarde, dat de regeering niets behoeft te
veranderen aan de uitlegging en toepas
sing, die sinds 1870 gegeven werd door elke
regeering, tot welke partij die ook behoor
de, aan de waarborgenwet, die steeds
werd beschouwd als een document van
passief nationaal en binnenlandsch recht,
zonder ©enig contractueel karakter.
Spr. bevestigde, dat de gezanten van de
oorlogvoerende mogendheden geaccredi
teerd bij den H. Stoel, Rome alleen ver
lieten- uit eigen vrije beweging.
(Men vergelijke - de verklaring van de
„Osservatore Romano", waarin hetzelfde
"fordd gezegd! Red.)
con£Llet~er~toe nijghnidjg
de Paus van de meest volstrekte onafhan
kelijkheid en vrijheid heeft kunnen genie
ten.
Zoo heeft men ook in Rome de Requiem
missen kunnen opdragen voor de gevalle
nen, van alle oorlogvoerende mogendhe
den zonder uitzondering en heeft men in
Rome een consistorie kunnen houden,
waaraan kardinalen uit alle oorlogvoeren
de staten geheel vrij hebben kunnen deel
nemen.
Vereenigde Staten.
Duitsche bestellingen.
De Times" verneemt uiit New-York, dab
naar het ihöet in het geheim door Duitsch-
land in de Vereenigde Staten heistellingen
zijn geplaatst tot een waarde van 100 mll-
liioen dollars. De orders omvatten de leve
ring van koper, katoen, woL, spek, tarwe,
'Landbouwwerktuigen e. a Al deize waren
zijn gekocht op af levering in Duitschland,
60 dagen na het einde van den oorlog.
Alle bestellingen zijn in ult/voering, behal
ve die op tarwe.- Alle aangekochte waren
zullen worden opgeslagen in de nabijheid
van de Atlantische havens, waar vele
Duitsche koopvaarders thans liggen op
gelegd. Duitsche bankiers beschouwen
deze aankoopen ais aanwijzingen dait men
bereid wil rijn op een vredeslulbing.
FEUILLETON.
MARGUERITE.
17)
Hij bootsite heit handschrift van -den mees
ter na, vooral diens handteefcanamig. Ver
volgens schreef hij eensklaps een cheque
van tien duizend franik. Nadat hij 31 jn o\-
«erhj'k werk had verricht, slaakte hij een
zuch't van bebagölij'kheid en leunde op zijn
gemak .achterover. Wait had hij te vreezen?
Niets. AI ware helt slechts uiit hoogmoed,
tou zijn breeder" hem niet doen vervol
gen.
Ca/zals s'talk de dhequie in den, binnenzak
van zijn co'ibert, rangschikte op die tafel
alle papieren, en na een beigeerigen blik
te (hebben geworpen door cJÜt kabinet, dat
zoo vol van schatten scheen, alls een bijen
korf met honig gevuld, draaide hij het
«leotulsche licht uit, In het donker stiet hij
tegen de meubelen als een bscbonkene.
Hoch weCidra had hij de trap gevonden,
[(raaide die haastig af en sloop naar builen.
Het dorp lag in rustige® Slaap gedom-
[peld; en zoio diepe stiïte dag over de om-
geving, diat ,op helt pleintje het ruiis-dien
var de fontierin een1 klaterend en plassend
ramoer maakte.
Den volgenden -ochtend wend de fa
brieksarbeid op den gewonen tijd hervat.
•Ouraidou. wat anders nooit gebeurd©
WelMiohlt door een bang voorgevoel gedre
ven was dien dag de eerst© in de fabriek.
■Terstond rook hij in zijn kabinet een
Vreemde 'lucht en nam ihij oinder zijn par
Pieren, ©en lichte stoornis waar. Toen Jac-
lues binnentrad, steeds onder den indruk
*kr gewaarwording, dat zijn meester aan
zijn voorzLahltighead en nauwlettendheid
bad kunnen twijfelen, zag hij Ouradou
zenuwacWng nu dit, dan idiat -voorwerp op
de tafal zo-eken. Hijgend vroeg hem Jac
ques:
,,Zijlt u hier gisteren-avond nog (komen
werken?"
„Ik?... Neen, volstrekt nieit," luidde heit
antwoord.
„Nietl... En ik heb licht
„Ben je daar wel zeker van?"
,,J-a, heel zeker!"
„O, dan gös ak het... dan begrijp fik het...
O, mijn God... En jij ook, nietwaar?...
Cazals iis hier als een gemeen© misdadiger
zijn eflag komen Slaan.!... maar welken,?..."
„Het geld!..."
„Laten we aien!"
Snel werd uit de brandkast al helt geld
voor den dag gehaald: binnen enkele mi
nuten was de tafel bedekt met goudstuk
ken en bankbiljetten. Er ontbrak geen
centime aan. Beiden beefden van onzeker
heid.
Eensklaps riep men van uit de werk
plaats. Ouradou boog zich voorover naar
het open raampje en antwoordde haastig,
dat hij vooreerst niet zijn meesterknechts
kon ontvangen, noch zJiah met hét werk
kon bezighouden. Verbaasd hierover brom
den de werklieden onder elkander, niet
webende WQt te denken.
Jacques, doe de deur op slot," gebood
Ouradou, „en sluit het raampje. Dat men
ons met rust late."
Terwijl Jacque© gehoorzaamde, keek
Ouradou, aan tafel gezeten, woedend het
cheque-boekje na en riep' plotseling rade
loos üit: „Daar hebben we het al! Er ont
breekt een blad!... O, Jacque§!..."
„Een blad?" vroeg Jacques, en met open
mond staarden beiden, naar elkaar toe ge
bogen, elkander aan..
„Voor hoeveel heeft hij de cheque getee-
kend?..." hernam Ouradou. ^,De schoft!...
Blijkbaar heeft hij g-eteekend met mijnen
naam, en iedere bankieir van Penpignan
zal hem zonder aarzelen de 90m uitbeta
len. Marguerite had- gelijk, we haidden
dien bandiet- met een aalmoes moeten weg
zenden."
Met gekruiste armen en diiep-droevig
gelaat gaf Jacques «ioh moedte door zijn
koelbloedigheid zijn meester -tot kalmte te
sbemmen.
„Laten we geen tijd verliezen," sprak
hij. „Wij kunnen hem nog bereiken. Hij
is zoo driest, dat hij misschien MaureLllaa
nog niet heeft verlaten..."
„Dat is waar!... Laten we ons haasten!"
Met een ruk opende Ouradou weder de
afsluiting, waardoor hij met zijn personeel
in de werkplaats kon spreken, en beval:
„Mijnheer Cazals moet dadelijk worden
opgespoord en hierheen gebracht!"
Di'e kreet viel opnieuw als een steen, te
midden der werklieden.. Onthutst wees
MiKhau eerst een man, toen een vrouw
aan, om don heer Cazals te gaan zoeken.
Gedurende al den tijd van de afwezigheid
der vrouw liep Carré re, blijkbaar be
vreesd. onrustig tussohen de lange tafels
door. Cazals had thuis juist zijn toilet vol
te old, toen de werkster hem het formeele
bevel van Ouradou overbracht. Met vlam
mende jukbeenderen en schitterende
ocgen haalde hij zijn schouders op.
.„Ik kom," zei hij.
Zoo hij (hans ontsnapte, zou zijn „broe
der" in de eerst© opwelling van leed en
wanhoop hem minstens voor het dorp
aanklagen. Zich beheerschend. begaf hij
zich cynisch, zonder d© minst© overhaas
ting, naar de faüjriek. Onderweg groette
hij uit de hoogte de vrouwen, welke zich
op 'den drempel van haar woningen be
renden. Met zeker plechtig air trad hij
de fabriek binnen, en den werklieden toe
knikkend, die zich steeds meer verbaas
den, beklom hij kalm de trap naar de
direotie-bureelen.
Ouradou was onbewegelijk aan zijn ta
fel blijven zitten. Jacques had plaats ge
nomen in den lèeren fauteuil, ten einde
den booswicht te 'beduiden, dat hij voort
aan, als een indringer, moest blijven
staan.
„Goeden dag," riep Cazals reeds op den
drempel. „Waarom, voor den. drommel,
Ouradou, laat je met zooveel verboon ont
bieden?"
„Hé!... kun je dat niet rad-en?!" ant
woordde Ouradou, wiens lichaam beefde.
„Neen, waarachtig niet."
„Welnu, de<zen macht is hier -licht ge
zien!... En er ontbreekt een cheque in
mijn chequeboek."
„En?..."
Met de duimen in de armgaten van zijn
Vest, posteerde Cazals zich onbeschaamd
tegenover Ourodou. Jacques reap te al zijn
krachten -bijeen, om, voor het geival dat zij
handgemeen mochten worden, tussohen
beiden te komen. Dof mompelde Ouradou:
„De dief ben jij, Cazals!... Geef mij d©
cheque terug!"
„Ik? Je waagt het, mij t© bedeedigen,
na mij im den steek t© heibbem gelaten... Je
maakt grapjes, veronderstel ik?"
„Hoe?... Je durft nog ontkennen?..- Jij
bent de dief, niemand anders!"
„Dat is niet waarl... Ken ik de gehei
men van j© huis?... Ben ik de eenige, dieni
j© verdenken kunt?"
„Als je zoo voortgaat, dan -roep ik heb
voor het atelier, voor iedereen uit, dat j©
d© ellendige 'lafheid hebt begaan, mij t©
willen bewegen, Jacques t© verdenken!"
Bij die bedreiging begreep Cazals, dab
hij zijn cynisme te ver had gedreven. Jac
ques had zich in zijn Leustoel omgewend
en zijn woeste oogen drukten zulk een
minachting uit, dat Cazals, in een hoek
sluipend, als een wild dier, mompelde:
„Ja, ik deed het... En nu?..."
„Ellendelimigl... Geef mij de cheque te
rug!"
„Neen!.. Behoort z© mij niet toe?... Ik
nam alleen mijn eigendom weer."
„Je eigendom!... duivel!'... En hoe groot
ia d© som, diie j© hebt ingevuld?"
„Tien duizend frank," antwoordde Car
aals koek
„Je bent nieit wijsl... J© zult er niet ver
der mee komen, en- j© ruïneert dit hute..fl
Geef de cheque terug!..."
„Nooit! Ik heb ze nliiet genomen', om te
terug t© geven!"
„Ik zal j© er toe noodzaken!"
„Dat zulten wij zien!"
„Je zult cxniteerd worden!... ont©erdl...i
Ja... Maar wat kan je dat scheten!"
Jacques, die was opgestaan, beschouw
de het monster met afschuw.
Ouradou ging somber voont:
„Ek ziq, dat je vasdbeetetem bent, Ca
zals,... ik "zal het eveneens wezen... Ga
heen!"
(Wordt vervolgd.)