Tweede Blad.
insdag 23 November 1915
L JAARGANG No 1863
§&£eidóoh&(Souftm\t
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Oorlogsbegrooting.
ian het Voorloopig Verslag in zake de
irlogsbegrooting wordt het volgende
jleend:
Verantwoordelijkheid en
leid. Bij de bespreking van 's Mi
eters beleid verklaarden verscheidene
in van oordeel te zijn, dal er geen re
is, waarom die bespreking zich niet,
®als in normale tijden, over de mili-
fre aangelegenheden in haiar vollen om-
og zou uitstrekken. De omstandigheid,
i land- en zeemacht zijn gesteld onder
opperbevelhebber, kan, naar zij meen-
de verantwoordelijkheid van den Mi
er tegenover de Staten-Generaal in
i enkel opzicht beperken of wijzigen.
Zeer vele leden spraken ernstigen twij-
uit, of er wel reden bestaat den op-
rbevelhebber in de tegenwoordige om-
mdigheden met zoo groote bevoegdheden
bekleeden en bekleed te houden als
larover hij blijkbaar beschikt.
Verscheidene leden waren van oordeel,
het beleid, door-den Minister in vele
chte/i zoowel wat de hoofdpunten, als
r ondergeschikte zaken betreft, is te
tl geschoten.
Men betoogde, dat de taak der Regee-
jg, vergeleken bij het vorig jaar, in we-
is veranderd. Handhaving van den
tstand, zooals die onder het dreigen van
iddellijk gevaar in den zomer van
in het leven is geroepen, is niet meer
lodig en brengt zoo ontzaglijke bezwa-
mede van inwendigen aard, met nhme
groote gevaren van moreelen en eco-
mréchen achteruitgang van een groot
>tl der bevolking, dat men verplicht is
«rvan af te zien. Er moet gezocht wor
ts naar een oplossing, die aan de be
uren op meer afdoende wijze dan de
dusver in practijk gebrachte middelen
toet komt.
trscheidene dezer leden meenden, dat
Terband met de veranderde omstandig-
ien een geheel nieuw plan van mobilisa-
had moeten zijn opgemaakt, waarin
letting van de meest bedreigde punten
leen voor de grensbewaking en voor dfe.
iepen waren te bestemmen en dat overi-
tas zou moeten steunen op maatregelen,
jogende de naar huis gezonden troepen
geval van plotseling opdoemend ge-
ar zoo spoedig mogelijk ter beschikking
hebben op die plaatsen, waar zij noodig
aden zijn.
Legering. Aan de legering van
mschappen, zooveel mogelijk op die
latsen, die voor elk hunner het gun-
ijst zijn gelegen, om zich in hun vrijen
i aan liun zaken en hun gezin te kun-
wijden, heeft, aldus meende men, het
jerbestuur, van den beginne af, niet de
edewerking verleend, die het had leun
en verschaffen.
Men drong er op aan, dat zeker in den.
ater de legering niet zal geschieden in
aten.
eserve. Zijn in den loop der mo-
üsatie uit de manschappen, aan het le-
r toegevoegd door de nieuwe, buitenge-
n sterke lichtingen, reserve-regimen-
gevormd, zoo ja, hoeveel?
Lichting 190 7. Zal voorts de
litielichting 1907 eerlang, gelijk verleden
ir, in December, geschiedde met de lich-
bij de landweerafdeelingen
ast doen, waardoor de daartoe betioor-
manschappen wat plaats van legering,
irlof enz. betreft, in betere conditie zou-
komen?
De geest in het leger. Vrij
algemeen had men den indruk, dat in aan
merking genomen de zeer moeilijke om
standigheden, waaronder gediend wordt,
over den geest onder de manschappen niet
valt te klagen. Eenige malen echter heb
ben zich ernstige gevallen van insubordi
natie op groote schaal voorgedaan. Ver
schillende leden aouden daaromtrent gaar
ne worden ingelicht.
Wol. De wijze, waarop de wettelijke
bepalingen ten aanzien van de wol zijn
toegepast en het financieel belang van liet
Rijk is behartigd, vond scherpe afkeuring.
Voor zoover de gevorderde wol niet. noodig
was voor de fabricage van militair laken,
had de Regeering den voorraad weer in
het vrije verkeer moeten doen terugkeeren..
Mocht de Regeering al terecht van oordeel
zijn geweest, dat zij voor de gevorderde
niet benoodigde wol niet een nadere scha
deloosstelling aan de producenten kon uit-
keeren dan heeft zij in elk geval de belan
gen van de schatkist uit het oog verloren
door die wol voor een veel te lagen prijs af
te staan aan de fabrikanten.
Roode Kruis. Eenige leden' ver
klaarden, dat hetgeen aan het licht is ge
komen omtrent het optreden van het Roode
Kruis en de verhoudingen in den boezem
van. dat lichaam, hun vertrouwen daarin
ernstig lud (geschokt. Met bevreemding
hadden zij gezien, dat het comité, aan het
welk de voorbereiding van een reorgani
satie is opgedragen, gemeend heeft, dat
deze eerst na afloop van den oorlog ter
hand behoort te worden genomen. Is de
organisatie, zoo vroeg men, van den Rijks-
verplegingsdienst en in geval van oorlog
er op berekend, nu de zaken zoo staan,
ook zonder hulp van het R. K. een goeden
garng van zaken te waarborgen en wat
heeft de Regeering in deze gedaan?
Vloeken. Verschillende leden spra
ken hun afkeuring uit over de weinig ener
gieke wijze, waarop de Minister het vloe
kon tegen gaat.
Censuur. Verscheidene leden stel
den de vraag naar welke regelen de mili
taire censuur wordt uitgeoefend.
Cavalerie. Aan verschillende le
de leden waren klachten ter oore gekomen
over den geest in het officierskorps der ca
valerie, en over toestanden en verhoudin
gen, inzonderheid bij het derde regiment,
die niet zonder schade kunnen zijn voor
den dienst.
Gezinsvergoeding. Is de mi
nister bereid aanvulling van de Militie-,
Landweer- en Landstormwetten te bevor
deren om dew gezinsvergoeding niet on
middellijk bij demobilisatie te laten ein
digen?
Militaire Tehuizen. De mi
litaire tehuizen, die in het moreel belang
der troepen zulk een verdienstelijk werk
doen, hebben nog steeds geenerlei daad
werkelijken steun van de Regeering ont
vangen. Eindelijk, nu de mobilisatie 14
maanden heeft geduurd, schijnt de minis
ter er ernstig aan te denken iets voor deze
instellingen te doen. De leden,, die hierover
klaagden, vonden deze houding van den
minister te minder gerechtvaardigd, waar
hij wel belangrijke bedragen heeft toege
kend aan de neutrale Commissie voor ont
wikkeling en ontspanning, de Soldaten-
courant" steunt en voor sport en spel
steed9 geld beschikbaar stelt.
Verloven. In de eerste plaats werd
de opmerking gemaakt, dat, sinds de op
roeping van jaarklassen van den land
storm, in vele gezinnen, waarin tot dus
ver een der zoons vrijgesteld wegens
broederdienst "fras achtergebleven, alle
zonen voor het leger zijn opgeëischt. Dit
leidt tot groote moeilijkheden, vooral in
gezinnen van landbouwers en hande
laars. Men drong er op aan, dat bij de
verlovenregeling hiermede rekening zou
worden gehouden.
Enkele leden gaven in overweging om in
stede van de verloven individueel te ver-
leenen, telkens een der compagnieën van
het bataljon met verlof te zenden.
Verlof wegens ziekte in het gezin schijnt
in mindering te komen van het gewone
periodieke verlof. Eenige Leden oordeel
den dit niet billijk.
Gevraagd werd, of inhouding van ver
lof als strafmaatregel nog voorkomt,
wat enkele leden zouden afkeuren.
Ten aanzien van-de niet periodieke verlo
ven, ter behartiging van zaken, voor land
bouw, enz., meenden verschillende leden,
dat hierbij stelselloosheid heerscht en
willekeur vaak voorkomt.
Gevraagd werd, welke regeling geldt
ten aanzien van onderwijzers. Hun afwe
zigheid schaadt het onderwijs, vooral
waar het geldt onderwijzers, in gestichten
werkzaam.
Verscheidene leden verklaarden niet zon
der bezorgdheid te hebben kennis genomen
van hetgeen de minister in zijn Nota ver
klaart omtrent den zoogenaamden handel
in verloven. Huns inziens heeft het verlof
en moet het hebben een zuiver persoon
lijk karakter en is het uit zijn aard voor
overdracht in het geheel niet vatbaar. Dat
de minister het misbruik in bescherming
neemt, oordeelden deze leden zeer beden
kelijk.
Van andere zijde werd de ruil van verlo
ven in beginsel niet veroordeeld.
Vergoedingen. Naar de mee
ning van verscheidene leden zijn in het
algemeen de gezinsvergoedingen te laag,
althans in de groote steden.
Verscheidene leden hadden zich gestooten
aan de royale wijze, waarop leden en se
cretarissen der commissiën worden be
taald.
Kustverdediging.
Het afdeelinsgonderzoek van het wets
ontwerp tot vaststelling van de hegrooting
van inkomsten en uitgaven van het Fonds
ter verbetering van de kustverdediging,
dienst 1916, heeft aanleiding gegeven tot
de vraag, hoe het thans staat met den
bouw van het fort te Vlissingen.
Vele leden spraken het vertrouwen uit,
dat, zoolang de oorlog duurt aan dit fort
niet wordt voortgewerkt. Het verdient aan
beveling den uitslag van den oorlog af te
wachten en van de ervaring, in den oorlog
opgedaan, nauwkeurig kennis te nemen,
alvorens wij definitief beslissen ten o»-
zif htei van een kostbaar fort tot welke
stichting het besluit genomen is onder po
litieke en militaire omstandigheden, die
van de huidige hemelsbreed verschillen.
Uit de Pers.
Het nieuwe belastingstelsel.
Onder dezen titel schrijft Staatsraad mr
dr. Struycken in Van onzen Tijd:
Minister Treub vindt al deze uitgaven
„strikt noodzakelijk". Hij blikt onversaagd
in de toekomst, als ware er niets in de
wereld gebeurd en als ware het politieke^
sociale en economische program, door
deze Regeering vóór den oorlog opgesteld,
een wet, waaraan niets meer is Je veran
deren. Tot het grootsche ondernemen, in
dien tijd 61 millioen nieuwe belastingen te
vinden, thans vast te leggen, hoe deze over,
de verschillende bronnen van inkomsten
en andere helastingobjecten naar billijk
heid, naar draagkracht kunnen worden
verdeeld, zonder het productievermogen
zelf te schaden, acht hij zich geroepen; hij
aarzelt niet, de directe belasting op het
vermogen en het inkomen onder allerlei
namen, maar steeds met hetzelfde gevolg,
enorm te verhoogen, en zelfs tegelijkertijd
de indirecte belasting, accijns en andere,
waarin ook ,,de kleine man", ook de ar
beider medebetaalt, te verminderen; hij is
overtuigd, dat, wat de andere staten na den
oorlog ook zullen doen met betrekking tot
hunne handelstarieven en weinig twij
fel zal er wel bestaan, wat zij zullen doen
voor ons land eene verhooging der in
voerrechten buiten bespreking kan blijven
enz. Vertrouwen, groot vertrouwen in zijn
financieel inzicht, zijn staatsmanstalent, is
noodig, om zijn grootschen opzet te kunnen
aanvaarden. En mocht men hem dit niet
willen schenken, mocht men niet met hem
den grooten weg willen volgen, maar alleen
voorziening willen treffen in de uitgaven,
die thans noodig zijn, om na afloop van,
den oorlog rustig te overwegen, wat ons
dan, zoowel met betrekking tot de uitga
ven als tot de inkomsten, te doen staat, dan
geeft hij de leiding prijs: voor zoo klein be
drijf gevoelt hij zich niet geroepen. Die
„alles of niets" politiek moge in normal'
tijden zijn recht zijn geweest, thans kar
hem dit recht ernstig worden betwist.
Niet om optimisme te wekken betreffende
de verhooging der lasten, die ons volk in
de toekomst te wachten staat, noch om
het beginsel 'te wraken, dat men eerst
zocht naar de middelen, alvorens men tot
nieuwe uitgaven besluit, worden deze be
dillende beschouwingen geschreven, maar
om de vraag in overweging te stellen, of
het niet beter zoude zijn, thans alle aan
dacht te wijden aan eene zoo snel moge
lijke voorziening in de behoeften van het
oogenblik, dan deze voorziening in" gevaar
te brengen, door een belastingsysteem te"
overwegen, waarvan de waarde in dezen
tijd door niemand kan worden beoordeeld.
De schildersgezel op den voorzittersstoel.
Onder dit opschrift veriiaalt H e t V o 1 k
het voleende over het eerste optreden van
den heer Schaper a's •waarnemend voor
zitter der Tweede Kamer:
De lichten schenen als gewoonlijk, de
leden zeilden door de zaal als gewoonlijk,
als de eenden In den vijver; enkele zateA
vast als principes op hun bank, heal den
avond lang. Er was veel onderling gekeu
vel, als gewoonlijk; de grijze griffier stond
van tijd tot tijd op en rekte rich uit, als
gewoonlijk; en de boden deelden do stuk
ken uit en brachten glaasjes water aan
de sDrekers.
De voorzitter ia iemand in rok. Zijn
mannelijke riibhekasb .Ls -achter een uitge
breid stuk overhemd verborgen. Toen de
heer Lohman, ietwat schuchter binnen*-
tredend, dit witte veld ontwaarde, schikte
hij zich christelijk onder de sou vore initeit
van dit gezag, en ging in zijn hoekje zit>-
ten, stil, -en petzend, als gewoonlijk, wan
neer er geen eerste-rangs-onderwerpen
aan de orde zijn. Zijn oude vriend Van
Bylandt knikte hem toe met zijn gewone
minzaamheid.
Was het dan zoo'n gèwone zitting?
De zitting was zóó ongewoon, dat de
oude heer Van Karnebeek, die zich uit de
zaken, d.w.z. uit de politiek, voorgoed
heeft teruggetrokken, door het honden
weer yan dezen Novemberavond naar het
Binnenhof was gekomen en incognito naar
de gereserveerde tribune geklommen, wat
zeker geen voegzame plaats is voor een
minister van Staat, alléén om een schil
dersgezel op den voorzittersstoel te zien
'zitten. Met de sekure stouthaspelighe.id
van den piente-ren ouderdom, posteerde hij
zich op bet ongemakkelijke -trapje; hij
bracht de hand hoven de oude oogein, die
reeds zooveel 'hebben aanschouwd, al wat
een jonker, die diplomaat en staatsman
is, in -een lang leven kan aanschouwen,
maat dit nog niet: een schild-ersgezol op
den voorzittersstoel van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal! Hij tuurde, tuurde,
onder de bevende hand -door, en ver
dween. Het was als de weder-verschijning
van een afgestorvene, die nog even op
aarde terugkeert, om de revolutie te aan
schouwen. waarvan de mare tot de vel
den der gelukzaligen is doorgedrongen.
Laat ons de beteekenis Aan het fei-t niet
overdrijven. Schaper is niet de eerste so
cialistische vice-president, en een vice-
nresident in de Tweede Kamer boteekenfc
voor de arbeidersklasse nog niet het bezit
van de macht in Staat en maatschappij.
Maar laat ons liet ook niet verkleinen.
Schaper is de eerst© arbeider van Neder
land,, Uie, trouw gebleven aan zijn klasse^
in den strijd met en voor zijn klasse, tot
dit gestoelte der macht ds doorgedrongen.
Zeker, (hij is maai- plaatsvervanger. Hij
zit -er imaar bij -ontstentenis van den wea>
keiijken waard i gh ei dsbc k leed er, voors
hands all'teen des -avonds, ads het aankomt
•op uithoudingsvermogen.
Maar juist -als men aan dit alles ge
dachtig is, mag men aan het zitten van
den schildersgezel op den voorzittersstoel
symbolische heteekenis toekennen. Men
ma-sr dan bedenken, hoe de arbeidersklasse
na een ontzaglijk moeilijke jeugd, toch
eindelijk sterk is geworden, en zich een
stuk macht in Nederland heeft veroverd;
een macht, die nog al-tijd, in vergelijking
met.de overmacht der bourgeoisie, gering
is. maar die in menig oogenblik toch zich
gelding weet te verschaffen, die de leading
weet -te nemen in groote maatschappelijke
vruagstukken. waarvoor de bourgeoisie
besluiteloos staat, de igurgeoisie, wier be
ginsel dmmers is: ik lig, ik bezit, laat mij
slanenl
De arbeidersklasse is nog Jang niet,
waar zij moet zijn, oude, -cm rijke en mach
tige geslachten van Nederland, oude en
nieuwe kapitalisten; maar zij gaat voor
uit. steeds vooruit, em zij lis van de eind
overwinning- zeker!
Wij meenen zegt De T ij d, dat het rijn
dienst doet, ai'is men ook onder niiet-socdar
bisten eens leest, op welke wijze het sucoeol
der soc.-dem. -arbeiderspartij in 1913, door
de hulp der Vrijzinnige Concentratie ver
kregen, wordt uitgebuit.
Gemengde berichten.
Vechtende Ghineezen. In het Gort-
straatje te 's-Gravenhage werd gisternor
middag een verwoede vechtpartij gehou
den tusschen een paar Chineesche koop
lieden in beeldjes. Er waren een zestal
Chin-eezen bij elkander. Twee hadden ru
zie en hebben elkander over en weer ver
wón-dingen toegebracht. Van één hunner
werd een pees van de linkerpot!» doorge
sneden en hij moest, na voorloopig in den
Centrale» post van den eerste-hulpdienei
te zijn verbonden, in het Gemeentezieken
huis opgenomen worden. De ander, dia
aan de bovenlip oen snij-.vond bekwam,
kon. nadat hem in den Centralen poafc
voornoemd hulp was verleend en nadat
hij door de po-litie was gehoord, weer
zijns weegs gaan. De vier anderen zoowat
fungeerden als getuigen.
Terug. Zondagmiddag arriveerde U|
Maastricht de vermist© heer V., teeraar
aan de H. B. S. aldaar. Volgens zijne ver
klaring was hij circa vijftien meter van
de grens op Iiollandsch gebied, in het be
zit van een wandelkaart, aan het „Vdern-
lande.rpunkt" bij Vaals „vorhaftet", on
danks zijn protest on lervoJgens naar
l.ui-k overgebracht. Na zijn protest aldaar
herhaald te hebben werd een automobiel
naar de grens gezonden om het geval -te
onderzoeken, doch dit had geen succes,
daar de automobieil verongelukte.
Na twee dagen we,rd opnieuw, dezen
keer met den leeraar cr bij, naar de grena
uereden -en toen bleek, dat hij in zijn
recht was. Weder g-Lng hij -echter terug
naar Luik. om later onder geleide tot aan
de grens bij Eijsden gebracht te worden.
Als laatste phase van zijn reis werd hij
door de poditie te Maastricht bij zijn aan.
komst aan het station opgepikt, daar hij
afö vermist gesignaleerd stond en zijn
opsporing tegen belooning verzocht was
geworden, doch aanstonds op last van den
commissaris van politie op, vrije voeten
gesteld.
FEUILLETON.
MARGUERITE.
In plaats van na d-Le boodschap rechts
..rue du Plan" dn te slaan, voügdem zij
ra grooten weg, voor een kort gedeelte
K rijke huizen bezet. De weg (loopt on-
r -platanen door, doch kromt zich op
oicren afstand links„ in de richting van
Joiou, Perpignan. Van dien kant, van
station van Bouilou, zou de heftige
Bals aankomen.
Na twee kilometers ver te zijn gewan-
'd daalden zij de glooiing lang den weg
laar de beek, en zetten rich neer op
i eenzame weide, om wat uit te rusten,
midden van het gras verhief zich de
®me eikenboom der „Trabuquaïrès",
wds levend, met zijn door de geduchte
toten van Catatonië dooreengewrongen
Hen. In den stam, dien twee mannen
'w kunnen omvatten, hielden kort na
Revolutie boeren zich des nachts ver
dien, om de passeerende wagens en
genees te plunderen. Deze plek, aan
D zoom van een lachend plein, boezemt
«hrik iiK De weg van Frankrijk, uit
Jtiderige wijngaarden voortgekomen,
Dist zich plotseling, en terwijl de eene
langs den berg, voorbij Maureillas
|Cé»t loopt, dringt de voornaamste tak,
j**t de eerste tijden der weréld door
*ras9en betreden, door de kronkelende
van graniet Spanje binnen. Deze
van den ,,Co(l du Perth us" met
tokruïnes wilde Marguerite op het doek
Rodière zag mét verbazing,
die woeste streek, zoozeer sprekend
tot haar hart, op het witte papier leven
kreeg. Marguerite echter, niet voldaan
over haar werk, wischte de teekening tel
kens weer uit, wanneer Rodière haar vol
tooid waande.
,.Ik ben te zenuwachtig vandaag," sprak
het meisje. „We zuilen morgen terugko
men."
..Of een anderen dag... Wij zullen ïiu
wel wat anders te doen hebben."
Met tragen stap keerden zij huiswaarts,
alsof zij die streek, om historische herin
neringen haar zoo lief, voor altijd haddon
veria-ten. En hoe ongaarne ook, zij kon
d-en niet nalaten te spreken over Cazals,
om elkander haar vrees te kennen te ge
ven. Marguerite zelve verdreef uit haar
hart dien man, die zijn^pfkomst en het
geloof van zijn land had verloochend.
's Avonds keerden Ouradou on Jacques
vroeger huiswaarts dan naar gewoonte.
De zon wierp nog haar bleek licht over
de vlakte. Weldra echter viel 'de scheme
ring en nu werd onder de hoornen van
den weg in de d'iepe stilte die hier heersch-
te. het knallen van de zweep van den pos
tij on der omnibus gehoord.
..Daar komt Gazals aan," mompelde
Ouradou.
Behalve Rodiièra, die, staande aan het
vensterden -tuin in naar de deur van het
hek keek. zaten allen aan tafel, zwijgend,
met gebogen hoofd. De harmonie was ver
broken in het gezin
Eensklaps riep Rodière uit: „Daar is
hii!"
Allen stonden tegelijker tijd op en had
den nauwelijks den tijd, in den avond het
schaduwbee/d van den haastig voortloo-
penden bezoeker op te merken. Met een
sprong verscheen hij in de vestibule en
vervolgens sneilde hij de eetzaal binnen,
onder den uitroep: „Goeden avond! goe
den avond!... O, wat heb ik naar u ver
langd!... Komaan, laat mij eerst u allen
-omhelzen!..."
Zijn jovialiteit deed, ondanks alles, voor
een oogenblik de go'edgekiimdheid in het
gezelsohap terugkeeren. Hij wilde zelfs de
oude Agatha omarmen, en dezer tég#n-
stribhelingen deden Ouradou. Jacques en
Marguerite hartelijk lachen. Geen van hen
gevoelde nog eenigen angst.
Nu de duivei er was, met zijn welge
daan gezicht, zijn grijzend blond haar en
griizenden knevel en zijn blauwe oogen,
ocen als die van een kind. vreesde men
hem minder. Hij was blijkbaar een man
die van zwierigheid hieid. In het knoops
gat* van zijn bteek-gele overjas bloeide een
gardenia; en in zijn costuum van bJauw
laken scheen hij een mylord, naar zijn
dorp gekomen, om de opbrengsten van zijn
domein in ontvangst te nemen. Hij had
in-tusschen niet meer dan oen twintigtal
francs in zijn portemonna-ie. Rodière zag
hem aan met scherp-onderzoekenden blik,
-welken hij onbewust ontweek.
Hij had aan tafel plaats genomen tus
schen Jacques en Marguerite. Herhaalde
lijk -tikte -hij levendig nu eens dezen dan
genen vriendschappelijk op de schouders,
en vervolgens zijn handen wrijvend, zei
hij met zijn zonderlinge, tegelijkertijd
schreeuwerige en gedempte, stem:
„Het is Lang geleden, dat men „en
familie" heeft gemiddagmaald!"
„Dat is zoo, tenminste voor u," ant
woordde Marguerite.
„O!... ik leef te Parijs niiet afgezonderd,
-i-k zit er niet als Robinson op. een eiland!"
„In een groote stad kunnen de vrien
den moeilijk met een gezin worden verge
leken." merkte Oüradou op.
„Dat is waar... Enfin-,, het- doe<t me in
elk geval goed, dat i>k bier hen gekomen..."
Waarvoor was hij gekomen? Dat durfde
hi: rich zel-ven niet bekennen, althans dien
avond niet. En niemand durfde hem er
naar vragen. Hij gaf het verlangen te
kennen, om vroeg te gaan slapen. Ouradou
vergezelde hem naar zijn kamer. Onder
weg weidde Cazals uit over allerlei plan
nen. die hem fortuin moesten aanbren
gen. Ruiten het rechtschapen gezin, onder
vier oogen met den man, van wiens goed
heid hij zoo vaak misbruik maakte, ont
sloeg hij zich van eiken band. Zoolang
hem geen som gelds ter leen werd ge
vraagd, bepaalde Ouradou er zich toe,
hem tot verstand en voorzidhtighedd aan
te manen. Maar zeer ongerust keerde hij
naar zijn woning terug, met de zekerheid,
dat de duivel meer boosheid had meege
bracht dan vroegeir, wijl hij verbitterd
was.
HOOFDSTUK TI.
De jaloerschen en de fabriek.
Den volgenden, ochtend sltond CazaW
vroeg op. Zich snel gekleed hebbende, en
weder met de gardenia gesierd, betrad hij
het balkon. Reeds begaven de wijnbou
wers zich, met hun gereedschappen over
den schouder naar hun werk en de win
keltjes in de „rue du Plan" werden met
het noodige geraas geopend. Bij den aan
blik van het bekoorlijke dorp, .ontroerde
Cazals. de herinneringen aan zijn geluk
kige kinderjaren verteederden zijn hart.
Eenige voorbijgaande voertieden groet-
ten hem, en Cazals beantwoordde hu»
groet weinig vriendelijk. De^voerlieden
verwijderden zich lachend. Zij staken wel
licht den draak met don Parijzenaar en
zijn aanmatigingen. In zijn hoogmoed ver
achtte hij hen, die domme hoeren, opgaajif
de in hun steur e-n hun onwetendheid. O,
zij hielden hem voor geruïneerd, tot mach
teloosheid gebrachtl Vergoten zij dan,
dat. met dit huis, hem d© cikenliossche»
nog behoorden, en. dat hij van de industrie
van Ouradou rijn deel1, kon opvorderen?
Hij sloeg daarbij met zijn stevig© hand op
het balkon, zoodat hert. ijzer trilde en knar
st©. Hii was niet in woed© ontstoken, om
dat hij twijfelde aan Ouradon; maar hij
vreesde dien Jacques, die zeker belang
had, bij de tegenwoordige stabiliteit der
fabriek. Maar met een knipje voor zijn
neus zou hij hem wel omvergooien. Boven»,
dién had die zoon van arme ouders, doof
zijn snel vooruitkomen, jateerschheden
moeten opwekken. Ca-^rère verfoeide wel
licht Jacques, en koesterde in zijn hor*
tegen zijn meester, die aan een wees bo
ven hem de voorkeur had gegeven, mis
schien een geheimen wrok.
Cazals ging naar beneden. Do Carrèrejs
zaten aan tafel te ontbijten. Heit hoofld
van het gezin, een in an van gemiddelde
grootte en gezet, trad vooruit om hem
welkom te heeten, en zijn vrouw, een aar
dige verschijning, bood een stoel aan.
„Geef u geen moeite," zei Cazals. „Të
er nog soep voor mij?"
„Dat geloof ik wei," zei Carrère. „Made
leine, geef eens gauw een hord,"
(Wordt vervolgd