Tweede Blad. insdag 23 November 1915 L JAARGANG No 1863 §&£eidóoh&(Souftm\t Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Oorlogsbegrooting. ian het Voorloopig Verslag in zake de irlogsbegrooting wordt het volgende jleend: Verantwoordelijkheid en leid. Bij de bespreking van 's Mi eters beleid verklaarden verscheidene in van oordeel te zijn, dal er geen re is, waarom die bespreking zich niet, ®als in normale tijden, over de mili- fre aangelegenheden in haiar vollen om- og zou uitstrekken. De omstandigheid, i land- en zeemacht zijn gesteld onder opperbevelhebber, kan, naar zij meen- de verantwoordelijkheid van den Mi er tegenover de Staten-Generaal in i enkel opzicht beperken of wijzigen. Zeer vele leden spraken ernstigen twij- uit, of er wel reden bestaat den op- rbevelhebber in de tegenwoordige om- mdigheden met zoo groote bevoegdheden bekleeden en bekleed te houden als larover hij blijkbaar beschikt. Verscheidene leden waren van oordeel, het beleid, door-den Minister in vele chte/i zoowel wat de hoofdpunten, als r ondergeschikte zaken betreft, is te tl geschoten. Men betoogde, dat de taak der Regee- jg, vergeleken bij het vorig jaar, in we- is veranderd. Handhaving van den tstand, zooals die onder het dreigen van iddellijk gevaar in den zomer van in het leven is geroepen, is niet meer lodig en brengt zoo ontzaglijke bezwa- mede van inwendigen aard, met nhme groote gevaren van moreelen en eco- mréchen achteruitgang van een groot >tl der bevolking, dat men verplicht is «rvan af te zien. Er moet gezocht wor ts naar een oplossing, die aan de be uren op meer afdoende wijze dan de dusver in practijk gebrachte middelen toet komt. trscheidene dezer leden meenden, dat Terband met de veranderde omstandig- ien een geheel nieuw plan van mobilisa- had moeten zijn opgemaakt, waarin letting van de meest bedreigde punten leen voor de grensbewaking en voor dfe. iepen waren te bestemmen en dat overi- tas zou moeten steunen op maatregelen, jogende de naar huis gezonden troepen geval van plotseling opdoemend ge- ar zoo spoedig mogelijk ter beschikking hebben op die plaatsen, waar zij noodig aden zijn. Legering. Aan de legering van mschappen, zooveel mogelijk op die latsen, die voor elk hunner het gun- ijst zijn gelegen, om zich in hun vrijen i aan liun zaken en hun gezin te kun- wijden, heeft, aldus meende men, het jerbestuur, van den beginne af, niet de edewerking verleend, die het had leun en verschaffen. Men drong er op aan, dat zeker in den. ater de legering niet zal geschieden in aten. eserve. Zijn in den loop der mo- üsatie uit de manschappen, aan het le- r toegevoegd door de nieuwe, buitenge- n sterke lichtingen, reserve-regimen- gevormd, zoo ja, hoeveel? Lichting 190 7. Zal voorts de litielichting 1907 eerlang, gelijk verleden ir, in December, geschiedde met de lich- bij de landweerafdeelingen ast doen, waardoor de daartoe betioor- manschappen wat plaats van legering, irlof enz. betreft, in betere conditie zou- komen? De geest in het leger. Vrij algemeen had men den indruk, dat in aan merking genomen de zeer moeilijke om standigheden, waaronder gediend wordt, over den geest onder de manschappen niet valt te klagen. Eenige malen echter heb ben zich ernstige gevallen van insubordi natie op groote schaal voorgedaan. Ver schillende leden aouden daaromtrent gaar ne worden ingelicht. Wol. De wijze, waarop de wettelijke bepalingen ten aanzien van de wol zijn toegepast en het financieel belang van liet Rijk is behartigd, vond scherpe afkeuring. Voor zoover de gevorderde wol niet. noodig was voor de fabricage van militair laken, had de Regeering den voorraad weer in het vrije verkeer moeten doen terugkeeren.. Mocht de Regeering al terecht van oordeel zijn geweest, dat zij voor de gevorderde niet benoodigde wol niet een nadere scha deloosstelling aan de producenten kon uit- keeren dan heeft zij in elk geval de belan gen van de schatkist uit het oog verloren door die wol voor een veel te lagen prijs af te staan aan de fabrikanten. Roode Kruis. Eenige leden' ver klaarden, dat hetgeen aan het licht is ge komen omtrent het optreden van het Roode Kruis en de verhoudingen in den boezem van. dat lichaam, hun vertrouwen daarin ernstig lud (geschokt. Met bevreemding hadden zij gezien, dat het comité, aan het welk de voorbereiding van een reorgani satie is opgedragen, gemeend heeft, dat deze eerst na afloop van den oorlog ter hand behoort te worden genomen. Is de organisatie, zoo vroeg men, van den Rijks- verplegingsdienst en in geval van oorlog er op berekend, nu de zaken zoo staan, ook zonder hulp van het R. K. een goeden garng van zaken te waarborgen en wat heeft de Regeering in deze gedaan? Vloeken. Verschillende leden spra ken hun afkeuring uit over de weinig ener gieke wijze, waarop de Minister het vloe kon tegen gaat. Censuur. Verscheidene leden stel den de vraag naar welke regelen de mili taire censuur wordt uitgeoefend. Cavalerie. Aan verschillende le de leden waren klachten ter oore gekomen over den geest in het officierskorps der ca valerie, en over toestanden en verhoudin gen, inzonderheid bij het derde regiment, die niet zonder schade kunnen zijn voor den dienst. Gezinsvergoeding. Is de mi nister bereid aanvulling van de Militie-, Landweer- en Landstormwetten te bevor deren om dew gezinsvergoeding niet on middellijk bij demobilisatie te laten ein digen? Militaire Tehuizen. De mi litaire tehuizen, die in het moreel belang der troepen zulk een verdienstelijk werk doen, hebben nog steeds geenerlei daad werkelijken steun van de Regeering ont vangen. Eindelijk, nu de mobilisatie 14 maanden heeft geduurd, schijnt de minis ter er ernstig aan te denken iets voor deze instellingen te doen. De leden,, die hierover klaagden, vonden deze houding van den minister te minder gerechtvaardigd, waar hij wel belangrijke bedragen heeft toege kend aan de neutrale Commissie voor ont wikkeling en ontspanning, de Soldaten- courant" steunt en voor sport en spel steed9 geld beschikbaar stelt. Verloven. In de eerste plaats werd de opmerking gemaakt, dat, sinds de op roeping van jaarklassen van den land storm, in vele gezinnen, waarin tot dus ver een der zoons vrijgesteld wegens broederdienst "fras achtergebleven, alle zonen voor het leger zijn opgeëischt. Dit leidt tot groote moeilijkheden, vooral in gezinnen van landbouwers en hande laars. Men drong er op aan, dat bij de verlovenregeling hiermede rekening zou worden gehouden. Enkele leden gaven in overweging om in stede van de verloven individueel te ver- leenen, telkens een der compagnieën van het bataljon met verlof te zenden. Verlof wegens ziekte in het gezin schijnt in mindering te komen van het gewone periodieke verlof. Eenige Leden oordeel den dit niet billijk. Gevraagd werd, of inhouding van ver lof als strafmaatregel nog voorkomt, wat enkele leden zouden afkeuren. Ten aanzien van-de niet periodieke verlo ven, ter behartiging van zaken, voor land bouw, enz., meenden verschillende leden, dat hierbij stelselloosheid heerscht en willekeur vaak voorkomt. Gevraagd werd, welke regeling geldt ten aanzien van onderwijzers. Hun afwe zigheid schaadt het onderwijs, vooral waar het geldt onderwijzers, in gestichten werkzaam. Verscheidene leden verklaarden niet zon der bezorgdheid te hebben kennis genomen van hetgeen de minister in zijn Nota ver klaart omtrent den zoogenaamden handel in verloven. Huns inziens heeft het verlof en moet het hebben een zuiver persoon lijk karakter en is het uit zijn aard voor overdracht in het geheel niet vatbaar. Dat de minister het misbruik in bescherming neemt, oordeelden deze leden zeer beden kelijk. Van andere zijde werd de ruil van verlo ven in beginsel niet veroordeeld. Vergoedingen. Naar de mee ning van verscheidene leden zijn in het algemeen de gezinsvergoedingen te laag, althans in de groote steden. Verscheidene leden hadden zich gestooten aan de royale wijze, waarop leden en se cretarissen der commissiën worden be taald. Kustverdediging. Het afdeelinsgonderzoek van het wets ontwerp tot vaststelling van de hegrooting van inkomsten en uitgaven van het Fonds ter verbetering van de kustverdediging, dienst 1916, heeft aanleiding gegeven tot de vraag, hoe het thans staat met den bouw van het fort te Vlissingen. Vele leden spraken het vertrouwen uit, dat, zoolang de oorlog duurt aan dit fort niet wordt voortgewerkt. Het verdient aan beveling den uitslag van den oorlog af te wachten en van de ervaring, in den oorlog opgedaan, nauwkeurig kennis te nemen, alvorens wij definitief beslissen ten o»- zif htei van een kostbaar fort tot welke stichting het besluit genomen is onder po litieke en militaire omstandigheden, die van de huidige hemelsbreed verschillen. Uit de Pers. Het nieuwe belastingstelsel. Onder dezen titel schrijft Staatsraad mr dr. Struycken in Van onzen Tijd: Minister Treub vindt al deze uitgaven „strikt noodzakelijk". Hij blikt onversaagd in de toekomst, als ware er niets in de wereld gebeurd en als ware het politieke^ sociale en economische program, door deze Regeering vóór den oorlog opgesteld, een wet, waaraan niets meer is Je veran deren. Tot het grootsche ondernemen, in dien tijd 61 millioen nieuwe belastingen te vinden, thans vast te leggen, hoe deze over, de verschillende bronnen van inkomsten en andere helastingobjecten naar billijk heid, naar draagkracht kunnen worden verdeeld, zonder het productievermogen zelf te schaden, acht hij zich geroepen; hij aarzelt niet, de directe belasting op het vermogen en het inkomen onder allerlei namen, maar steeds met hetzelfde gevolg, enorm te verhoogen, en zelfs tegelijkertijd de indirecte belasting, accijns en andere, waarin ook ,,de kleine man", ook de ar beider medebetaalt, te verminderen; hij is overtuigd, dat, wat de andere staten na den oorlog ook zullen doen met betrekking tot hunne handelstarieven en weinig twij fel zal er wel bestaan, wat zij zullen doen voor ons land eene verhooging der in voerrechten buiten bespreking kan blijven enz. Vertrouwen, groot vertrouwen in zijn financieel inzicht, zijn staatsmanstalent, is noodig, om zijn grootschen opzet te kunnen aanvaarden. En mocht men hem dit niet willen schenken, mocht men niet met hem den grooten weg willen volgen, maar alleen voorziening willen treffen in de uitgaven, die thans noodig zijn, om na afloop van, den oorlog rustig te overwegen, wat ons dan, zoowel met betrekking tot de uitga ven als tot de inkomsten, te doen staat, dan geeft hij de leiding prijs: voor zoo klein be drijf gevoelt hij zich niet geroepen. Die „alles of niets" politiek moge in normal' tijden zijn recht zijn geweest, thans kar hem dit recht ernstig worden betwist. Niet om optimisme te wekken betreffende de verhooging der lasten, die ons volk in de toekomst te wachten staat, noch om het beginsel 'te wraken, dat men eerst zocht naar de middelen, alvorens men tot nieuwe uitgaven besluit, worden deze be dillende beschouwingen geschreven, maar om de vraag in overweging te stellen, of het niet beter zoude zijn, thans alle aan dacht te wijden aan eene zoo snel moge lijke voorziening in de behoeften van het oogenblik, dan deze voorziening in" gevaar te brengen, door een belastingsysteem te" overwegen, waarvan de waarde in dezen tijd door niemand kan worden beoordeeld. De schildersgezel op den voorzittersstoel. Onder dit opschrift veriiaalt H e t V o 1 k het voleende over het eerste optreden van den heer Schaper a's •waarnemend voor zitter der Tweede Kamer: De lichten schenen als gewoonlijk, de leden zeilden door de zaal als gewoonlijk, als de eenden In den vijver; enkele zateA vast als principes op hun bank, heal den avond lang. Er was veel onderling gekeu vel, als gewoonlijk; de grijze griffier stond van tijd tot tijd op en rekte rich uit, als gewoonlijk; en de boden deelden do stuk ken uit en brachten glaasjes water aan de sDrekers. De voorzitter ia iemand in rok. Zijn mannelijke riibhekasb .Ls -achter een uitge breid stuk overhemd verborgen. Toen de heer Lohman, ietwat schuchter binnen*- tredend, dit witte veld ontwaarde, schikte hij zich christelijk onder de sou vore initeit van dit gezag, en ging in zijn hoekje zit>- ten, stil, -en petzend, als gewoonlijk, wan neer er geen eerste-rangs-onderwerpen aan de orde zijn. Zijn oude vriend Van Bylandt knikte hem toe met zijn gewone minzaamheid. Was het dan zoo'n gèwone zitting? De zitting was zóó ongewoon, dat de oude heer Van Karnebeek, die zich uit de zaken, d.w.z. uit de politiek, voorgoed heeft teruggetrokken, door het honden weer yan dezen Novemberavond naar het Binnenhof was gekomen en incognito naar de gereserveerde tribune geklommen, wat zeker geen voegzame plaats is voor een minister van Staat, alléén om een schil dersgezel op den voorzittersstoel te zien 'zitten. Met de sekure stouthaspelighe.id van den piente-ren ouderdom, posteerde hij zich op bet ongemakkelijke -trapje; hij bracht de hand hoven de oude oogein, die reeds zooveel 'hebben aanschouwd, al wat een jonker, die diplomaat en staatsman is, in -een lang leven kan aanschouwen, maat dit nog niet: een schild-ersgezol op den voorzittersstoel van de Tweede Kamer der Staten-Generaal! Hij tuurde, tuurde, onder de bevende hand -door, en ver dween. Het was als de weder-verschijning van een afgestorvene, die nog even op aarde terugkeert, om de revolutie te aan schouwen. waarvan de mare tot de vel den der gelukzaligen is doorgedrongen. Laat ons de beteekenis Aan het fei-t niet overdrijven. Schaper is niet de eerste so cialistische vice-president, en een vice- nresident in de Tweede Kamer boteekenfc voor de arbeidersklasse nog niet het bezit van de macht in Staat en maatschappij. Maar laat ons liet ook niet verkleinen. Schaper is de eerst© arbeider van Neder land,, Uie, trouw gebleven aan zijn klasse^ in den strijd met en voor zijn klasse, tot dit gestoelte der macht ds doorgedrongen. Zeker, (hij is maai- plaatsvervanger. Hij zit -er imaar bij -ontstentenis van den wea> keiijken waard i gh ei dsbc k leed er, voors hands all'teen des -avonds, ads het aankomt •op uithoudingsvermogen. Maar juist -als men aan dit alles ge dachtig is, mag men aan het zitten van den schildersgezel op den voorzittersstoel symbolische heteekenis toekennen. Men ma-sr dan bedenken, hoe de arbeidersklasse na een ontzaglijk moeilijke jeugd, toch eindelijk sterk is geworden, en zich een stuk macht in Nederland heeft veroverd; een macht, die nog al-tijd, in vergelijking met.de overmacht der bourgeoisie, gering is. maar die in menig oogenblik toch zich gelding weet te verschaffen, die de leading weet -te nemen in groote maatschappelijke vruagstukken. waarvoor de bourgeoisie besluiteloos staat, de igurgeoisie, wier be ginsel dmmers is: ik lig, ik bezit, laat mij slanenl De arbeidersklasse is nog Jang niet, waar zij moet zijn, oude, -cm rijke en mach tige geslachten van Nederland, oude en nieuwe kapitalisten; maar zij gaat voor uit. steeds vooruit, em zij lis van de eind overwinning- zeker! Wij meenen zegt De T ij d, dat het rijn dienst doet, ai'is men ook onder niiet-socdar bisten eens leest, op welke wijze het sucoeol der soc.-dem. -arbeiderspartij in 1913, door de hulp der Vrijzinnige Concentratie ver kregen, wordt uitgebuit. Gemengde berichten. Vechtende Ghineezen. In het Gort- straatje te 's-Gravenhage werd gisternor middag een verwoede vechtpartij gehou den tusschen een paar Chineesche koop lieden in beeldjes. Er waren een zestal Chin-eezen bij elkander. Twee hadden ru zie en hebben elkander over en weer ver wón-dingen toegebracht. Van één hunner werd een pees van de linkerpot!» doorge sneden en hij moest, na voorloopig in den Centrale» post van den eerste-hulpdienei te zijn verbonden, in het Gemeentezieken huis opgenomen worden. De ander, dia aan de bovenlip oen snij-.vond bekwam, kon. nadat hem in den Centralen poafc voornoemd hulp was verleend en nadat hij door de po-litie was gehoord, weer zijns weegs gaan. De vier anderen zoowat fungeerden als getuigen. Terug. Zondagmiddag arriveerde U| Maastricht de vermist© heer V., teeraar aan de H. B. S. aldaar. Volgens zijne ver klaring was hij circa vijftien meter van de grens op Iiollandsch gebied, in het be zit van een wandelkaart, aan het „Vdern- lande.rpunkt" bij Vaals „vorhaftet", on danks zijn protest on lervoJgens naar l.ui-k overgebracht. Na zijn protest aldaar herhaald te hebben werd een automobiel naar de grens gezonden om het geval -te onderzoeken, doch dit had geen succes, daar de automobieil verongelukte. Na twee dagen we,rd opnieuw, dezen keer met den leeraar cr bij, naar de grena uereden -en toen bleek, dat hij in zijn recht was. Weder g-Lng hij -echter terug naar Luik. om later onder geleide tot aan de grens bij Eijsden gebracht te worden. Als laatste phase van zijn reis werd hij door de poditie te Maastricht bij zijn aan. komst aan het station opgepikt, daar hij afö vermist gesignaleerd stond en zijn opsporing tegen belooning verzocht was geworden, doch aanstonds op last van den commissaris van politie op, vrije voeten gesteld. FEUILLETON. MARGUERITE. In plaats van na d-Le boodschap rechts ..rue du Plan" dn te slaan, voügdem zij ra grooten weg, voor een kort gedeelte K rijke huizen bezet. De weg (loopt on- r -platanen door, doch kromt zich op oicren afstand links„ in de richting van Joiou, Perpignan. Van dien kant, van station van Bouilou, zou de heftige Bals aankomen. Na twee kilometers ver te zijn gewan- 'd daalden zij de glooiing lang den weg laar de beek, en zetten rich neer op i eenzame weide, om wat uit te rusten, midden van het gras verhief zich de ®me eikenboom der „Trabuquaïrès", wds levend, met zijn door de geduchte toten van Catatonië dooreengewrongen Hen. In den stam, dien twee mannen 'w kunnen omvatten, hielden kort na Revolutie boeren zich des nachts ver dien, om de passeerende wagens en genees te plunderen. Deze plek, aan D zoom van een lachend plein, boezemt «hrik iiK De weg van Frankrijk, uit Jtiderige wijngaarden voortgekomen, Dist zich plotseling, en terwijl de eene langs den berg, voorbij Maureillas |Cé»t loopt, dringt de voornaamste tak, j**t de eerste tijden der weréld door *ras9en betreden, door de kronkelende van graniet Spanje binnen. Deze van den ,,Co(l du Perth us" met tokruïnes wilde Marguerite op het doek Rodière zag mét verbazing, die woeste streek, zoozeer sprekend tot haar hart, op het witte papier leven kreeg. Marguerite echter, niet voldaan over haar werk, wischte de teekening tel kens weer uit, wanneer Rodière haar vol tooid waande. ,.Ik ben te zenuwachtig vandaag," sprak het meisje. „We zuilen morgen terugko men." ..Of een anderen dag... Wij zullen ïiu wel wat anders te doen hebben." Met tragen stap keerden zij huiswaarts, alsof zij die streek, om historische herin neringen haar zoo lief, voor altijd haddon veria-ten. En hoe ongaarne ook, zij kon d-en niet nalaten te spreken over Cazals, om elkander haar vrees te kennen te ge ven. Marguerite zelve verdreef uit haar hart dien man, die zijn^pfkomst en het geloof van zijn land had verloochend. 's Avonds keerden Ouradou on Jacques vroeger huiswaarts dan naar gewoonte. De zon wierp nog haar bleek licht over de vlakte. Weldra echter viel 'de scheme ring en nu werd onder de hoornen van den weg in de d'iepe stilte die hier heersch- te. het knallen van de zweep van den pos tij on der omnibus gehoord. ..Daar komt Gazals aan," mompelde Ouradou. Behalve Rodiièra, die, staande aan het vensterden -tuin in naar de deur van het hek keek. zaten allen aan tafel, zwijgend, met gebogen hoofd. De harmonie was ver broken in het gezin Eensklaps riep Rodière uit: „Daar is hii!" Allen stonden tegelijker tijd op en had den nauwelijks den tijd, in den avond het schaduwbee/d van den haastig voortloo- penden bezoeker op te merken. Met een sprong verscheen hij in de vestibule en vervolgens sneilde hij de eetzaal binnen, onder den uitroep: „Goeden avond! goe den avond!... O, wat heb ik naar u ver langd!... Komaan, laat mij eerst u allen -omhelzen!..." Zijn jovialiteit deed, ondanks alles, voor een oogenblik de go'edgekiimdheid in het gezelsohap terugkeeren. Hij wilde zelfs de oude Agatha omarmen, en dezer tég#n- stribhelingen deden Ouradou. Jacques en Marguerite hartelijk lachen. Geen van hen gevoelde nog eenigen angst. Nu de duivei er was, met zijn welge daan gezicht, zijn grijzend blond haar en griizenden knevel en zijn blauwe oogen, ocen als die van een kind. vreesde men hem minder. Hij was blijkbaar een man die van zwierigheid hieid. In het knoops gat* van zijn bteek-gele overjas bloeide een gardenia; en in zijn costuum van bJauw laken scheen hij een mylord, naar zijn dorp gekomen, om de opbrengsten van zijn domein in ontvangst te nemen. Hij had in-tusschen niet meer dan oen twintigtal francs in zijn portemonna-ie. Rodière zag hem aan met scherp-onderzoekenden blik, -welken hij onbewust ontweek. Hij had aan tafel plaats genomen tus schen Jacques en Marguerite. Herhaalde lijk -tikte -hij levendig nu eens dezen dan genen vriendschappelijk op de schouders, en vervolgens zijn handen wrijvend, zei hij met zijn zonderlinge, tegelijkertijd schreeuwerige en gedempte, stem: „Het is Lang geleden, dat men „en familie" heeft gemiddagmaald!" „Dat is zoo, tenminste voor u," ant woordde Marguerite. „O!... ik leef te Parijs niiet afgezonderd, -i-k zit er niet als Robinson op. een eiland!" „In een groote stad kunnen de vrien den moeilijk met een gezin worden verge leken." merkte Oüradou op. „Dat is waar... Enfin-,, het- doe<t me in elk geval goed, dat i>k bier hen gekomen..." Waarvoor was hij gekomen? Dat durfde hi: rich zel-ven niet bekennen, althans dien avond niet. En niemand durfde hem er naar vragen. Hij gaf het verlangen te kennen, om vroeg te gaan slapen. Ouradou vergezelde hem naar zijn kamer. Onder weg weidde Cazals uit over allerlei plan nen. die hem fortuin moesten aanbren gen. Ruiten het rechtschapen gezin, onder vier oogen met den man, van wiens goed heid hij zoo vaak misbruik maakte, ont sloeg hij zich van eiken band. Zoolang hem geen som gelds ter leen werd ge vraagd, bepaalde Ouradou er zich toe, hem tot verstand en voorzidhtighedd aan te manen. Maar zeer ongerust keerde hij naar zijn woning terug, met de zekerheid, dat de duivel meer boosheid had meege bracht dan vroegeir, wijl hij verbitterd was. HOOFDSTUK TI. De jaloerschen en de fabriek. Den volgenden, ochtend sltond CazaW vroeg op. Zich snel gekleed hebbende, en weder met de gardenia gesierd, betrad hij het balkon. Reeds begaven de wijnbou wers zich, met hun gereedschappen over den schouder naar hun werk en de win keltjes in de „rue du Plan" werden met het noodige geraas geopend. Bij den aan blik van het bekoorlijke dorp, .ontroerde Cazals. de herinneringen aan zijn geluk kige kinderjaren verteederden zijn hart. Eenige voorbijgaande voertieden groet- ten hem, en Cazals beantwoordde hu» groet weinig vriendelijk. De^voerlieden verwijderden zich lachend. Zij staken wel licht den draak met don Parijzenaar en zijn aanmatigingen. In zijn hoogmoed ver achtte hij hen, die domme hoeren, opgaajif de in hun steur e-n hun onwetendheid. O, zij hielden hem voor geruïneerd, tot mach teloosheid gebrachtl Vergoten zij dan, dat. met dit huis, hem d© cikenliossche» nog behoorden, en. dat hij van de industrie van Ouradou rijn deel1, kon opvorderen? Hij sloeg daarbij met zijn stevig© hand op het balkon, zoodat hert. ijzer trilde en knar st©. Hii was niet in woed© ontstoken, om dat hij twijfelde aan Ouradon; maar hij vreesde dien Jacques, die zeker belang had, bij de tegenwoordige stabiliteit der fabriek. Maar met een knipje voor zijn neus zou hij hem wel omvergooien. Boven», dién had die zoon van arme ouders, doof zijn snel vooruitkomen, jateerschheden moeten opwekken. Ca-^rère verfoeide wel licht Jacques, en koesterde in zijn hor* tegen zijn meester, die aan een wees bo ven hem de voorkeur had gegeven, mis schien een geheimen wrok. Cazals ging naar beneden. Do Carrèrejs zaten aan tafel te ontbijten. Heit hoofld van het gezin, een in an van gemiddelde grootte en gezet, trad vooruit om hem welkom te heeten, en zijn vrouw, een aar dige verschijning, bood een stoel aan. „Geef u geen moeite," zei Cazals. „Të er nog soep voor mij?" „Dat geloof ik wei," zei Carrère. „Made leine, geef eens gauw een hord," (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1