BINNENLAND.
(3 JAARGANG NO. 1813
©e £eicboke0oti/tarit
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
OIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, metGRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
„tet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
jenlen II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 2'/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL
ZATERDAG
25
SEPTEMBER.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels fQ.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
pil nummer bestaat uit vier
bladen en het geïllustreerd
Zondagsblad.
Puriteinsch.
verband met wat wij gisteren op een
aivdore plaats in ons blad schreven over
feesten cm mobilisatie", verdient aan
dacht wat de „Standaard" drie start onder
het opschrift ,,'t Serieuse van Roomsche
De schrijver van het ant-irev. orgaan
Unatateert daarin:
,,Ook van Roomsdbe zijde heeft men
mirt melden op an ze purrteinscbe over
drijving hoorein schimpen. Daarom
mag het te meer gewaardeerd, dat
mem thans vam Roomscihe zijde ons in
het puritanisme eer voorgaat."
Laten we tegenover deze voorstelling
an feiten, alsof, de Roomsche tevensopt-
.aiting, 'het oord'eel der Katholieken over
vermaken, in dezen oorlogstijd gewijzigd
D, het volgende opmerken.
Wij, Katholieken, hebben altijd en
[óveral die vermaken onvoorwaardelijk
streng veroordeeld, weüke gevaarlijik
moes Ion worden genoemd, welke een aan
leiding vormden om, op wefke wijze dan
ook, te zondigen, welke, hoe dan ook, in
strijd moesten worden geacht met 's men-
schen doel op aarde, zooals dit ons in de
Katec trismus wordt geleerd. Daartegen-
achtben wij het een „puriteinsche.
overdrijving" om d i e vermaken af te
keuren en te veroordeelen, waarin geen
gevaar voor zonde te bespeuren. viel, wel
ke in zich of tengevolge der omstandig
heden ATi*strekt niet. konden \"eroorzaken,
'dat ons hart werd afgetrokken van God.
Haa r altijd hebben wij tevens den s'teïr
regel gehuldigd, dat bij a t i e vermaken.,
al zijn dez/e nog zoo geoorloofd en ge
bast, ieder individueel, moet zorgen de
maat niét te buoten te gaan, Le de r, wie
hij ook zij, zich n o o d z a k 1 ij k e r-
w ij z e moet beperken en bedwingen.
.Vandaar hebben de Katihol leken ook tij-
dc-n in 'het jaar. de -Vasten waarin
zij zich zoo goed als elke openbare verma
kelijkheid ontzeggen.
Zoo is altijd onze opvatting geweest en
zoo is zij ook op den huldigen dag.
Dat deze droeve tijd, die ons zido ernstig
moet stemmen, door onze geestelijkheid
bijzonder wordt benut cirn e-en'S' krachtig,
[tegen de ongeoorloofde en ongepaste ver
maken te waarschmven behoeft to oh
geen verwondï&rwmg te wekken.
En dat: wij ons nu tot pliiohb reik enen om
ons mee r nog dan anders te bezuinigen
en te bekrimpen in de geoorloofde en ge
paste vermaken beteekent ook geen
verandering In levensbeschouwing. Het i'9
toch nu m e e r nog dan anders Ghri s-
t e in-p 1 i c h t, niet om het geld te
laten rollen, zonder zich er os te bekom
meren, waar het terecht komt, doch om
let daar te brengen, waar het zoo b i t-
ter b a,r d noc.d:*g its!
Men heeft dus geen reden om van ons te
zeggen, dat wij nu plotseling ,,in het
puritanisme" zouden voorgaan. Wij zijn
m onze begrippen omtrent het al
of niet geoorloofde van iets volstrekt
riet meer puriteinsch (well k vreemd Avoord
..rein" of zuiver" Ibeteekemt) dan voor
heen.
Onze levensbeschouwing ds en blijft
dezelfde.
V Het praeses-drieman-
schap.
Bargesius-Schaper-Ruvs de Beeran-
brouck. De meeste aandacht trekt natuur
lijk in deze trits burger Schaper.
Van den heer Borgesius we ben we wat
we te wachten hebben. Hij hanteerde den
hameir al twee jaar en wist daarbij het
vertrouwen zijner medeleden te behouden.
Nu zijn dokter de langjarige afgevaar
digden wordt al een aardig dagje ouder
hem het hei-vatten van" het presidium
niet verbood, had ook. de Kamer er niets
tegen.
Wat de heer Ruys betreft, wel, wie ver
wacht iets anderis dan «dat hij zich op den
voorzitteirszetel goed thuis zal gevoelen?
De Hinkeatzijde heeft weiLiswaar nieb una
niem op hem gestemd, maar ongetwijfeld
was zulks meer om den heer v. Nispen
ten einde toe te betoonen, hoe gaarne
men hem behileld, dan wijl men bezwa
ren tegen den afgevaardigde van Gulpen
zou hebben.
Wat echter den heer Schaper aangaat,
hoe zal die 't er af brengen, ah-aagt men
onwillekeurig. Hij, zoo'tn vurig partijman
en zoo'n kittige figuur, zal hij de noodige
bedaardheid, tact en zelfbeheersching be
zitten om de parlementaire teugels steeds
in de juiste spanning te houden?
Wij zijn daar nogal gerust op. Zoo
iemand tot In hart en nierein partijman
kan genoemd worden, dan is dat zeker
wei! de heer Goeman Boirgesius. Als deze
voorheen. een of andere quaestiie ging be
schouwen .los van de politiek", dan zat
ze hier juist stevig aan vart. Etl als 't er
op aan kwam een tegenstander te treffen,
dian moest men bij den heer Borgesius
wezen. Ondanks deze alles behalve onpar
tijdige eigenschappen heeft deze veteraan
toch zoo weten te presideeren, dat nie
mand aan een verandering dach't.
Zoo zal 't met den heer Schaper ook wei
gaan. Hij heeft zélf aan verschillende
presidenten te veel Last bezorgd om niet
te weten, hoe noodzakelijk het is vurige
sprekers aan den band te houden, terwijll
hij van wijdloopigheid zélf al gceaa vriend
is. Hij is bovendien iemand, die niet
schroomt zijn eigen, weg te volgen zijn
viice-presidóum van den Anti-Oorlogsraad
bewijst het o. a. zoodat hij ook zijn
partijgenooben wel aan zal durven.
Jammer blijft hét, dat- de aanwas der
sociaal-democratie een dezer op het
voorzittersgestoelte bracht, maar dit ds
een zaak A'an andere arde.
Nederland en de Oorlog.
Luchtschepen boven Neder-
i ,a n d s c h r c h t s ge 'b 3 e d.
Van bevoegde zijde deelt men ons me
de: Ongeveer twee weken geleden hebben
zich luchtschepen van Duitsche nations
liteit gedurende eenigen tijd boven Ne-
derlandsch grondgebied bewogen.
Dit wordt onzerzijds beschouwd als een
gebiedsschending, afgescheiden van de
vraag, of de verkeerde koersriehting het
gevolg is van opzet, dan wel van slechte
orienteering als gevolg van de weersge
steldheid.
Het ligt dus voor de hand, dat genoem
de gebiedsschending, evenals elke andere,
met de wapenen wordt bestreden, voor
zooveel daartoe de gelegenheid bestaat.
Nu hebben in de laatste dagen over het
bestrijden van de op 8 September j.l. ge
constateerde schending verschillende deels
geheel onjuiste, meermalen geheel uit de
lucht gegrepen mededeelingen en beschou
wingen In de pers de ronde gedaan, het
geen te meer bedenkelijk is, daar bedoelde
beschouwingen blijkbaar worden gehou
den door ,ter zake onkundigen.
Wat nu de bestrijding van luchtschepen
en vliegtuigen die ons gebied schenden,
betreft, kan worden medegedeeld, dat
aan land- en zeemacht reeds in Augustus
1914 de pertinente order is gegeven om op
luchtschepen en vreemde vliegtuigen, die
boven Nederlandsch rechtsgebied (hieron
der behooren ook de z.g. territoriale wate
ren) krjmen, te schieten.
Wat vliegtuigen betreft, is hierbij alleen
het voorbehoud gemaakt, dat zij met ze
kerheid als niet-Nederlandsche vliegtui
gen zijn herkend. Bij luchtschepen is uit
den aard der zaak dat voorbehoud niet
gemaakt.
Dat ook werkelijk, wanneer een vreemd
vliegtuig of luchtschip zich boven ons
i-echtsgebied beweegt, daarop wordt ge
schoten, is ook ditmaal weder gebleken,
doordien van eenige forten, die een lucht
schip waarnamen, alsmede doQr wachten
en andere troepenafdeelingen, welke daar
voor in de gelegenheid waren, het vuur
daarop geopend is.
Men schijnt zich echter te hei)ben ver
wonderd, dat niet dadelijk daarop eenige
Zeppelins neerploften.
Het is daarom niet zonder belang nog
eens er op te wijzen, dat het vuren met
eenige trefkans op met groote snelheid
zich door het luchtruim bewegende doelen
groote moeilijkheden oplevert. Doordien
namelijk het doel zich verplaatst tijdens
het projectiel (geweerkogel, afgeschoten
door een schutter of uit een machinege
weer, dan wel geschutp roj ectiel) zich in
de lucht bevindt, moet men er op bedacht
zijn, te richten op een ander punt, dan
datgene, wat men wil treffen. Dit be
zwaar wordt uit den aard der zaak groo-
ter, naarmate de afstand tot het doel in
de lucht groote r is. Daarbij komt, dat een
gffveerdragend pprhoon. desnoods ondr
zeer groote verheffing kan schieten, doch
dat bij (nachinegeweren en bij geschut
niet in het bijzonder daarop ingericht, de
helling waaronder kan worden gevuurd,
aan grenzen gebonden is. Het gevolg hier
van is, dat wanneer het luchtschip of
vliegtuig, wat zijn hoogte en afstand be
treft, zich niet bevindt binnen de kogel
baan, beschreven bij de grootste verhef
fing van het machinegeweer of den vuur
mond, hetzelve niet getroffen kan worden,
terwijl de kans va.n treffen zelfs binnen
die baan bij eenigszins belangrijke hoog
te van het luchtschip of vliegtuig uiterst
gering is. Dit verklaart dus, waarom men
op enkele plaatsen, waar men een lucht
schip waarnam, niet vuurde, terwijl dit
op vele andere plaatsen wel geschiedde.
Dat men van uitwerking van het vuur
geen tastbare resultaten (behalve veran
dering; van hoogte of van koers) waarnam,
is zeer verklaarbaar. Een zich snel bewe
gend luchtvaartuig is zeer moeilijk naar
beneden te schieten: geweer- of granaait-
kartetskogels kunnen in het omhulsel van
een Zeppelin honderden gaatjes maken,
zondqr dat het luchtschip in zijn vaart
daarvan eejiigen hinder ondervindt in de
eerste uren. Van het neerschieten van een
luchtschip door de oorlogvoerenden leest
men dan ook geen berichten.
Steenkolen, aangehouden.
Men meldt uit Bennebroek aan de Msb.:
Door den.' militairen post te Bennebroek
zijn aangehoudm 85,000 kilo steenkolen,
afkomstig Aran een steenkol<enmaatschap-
pij te Amsterdam, welke niet gedekt wa
ren door oonsent.
Tweede Kamer.
In parlementaine kringen wordt aange
nomen dat na afloop van het Woensdag
29 dezer aanvangende afdee'ingoonder-
zoek der Tweede Kamer, waarvan de duur
op drie weken wordt geschat, de Kamer
behoudens onvoorziene omstandigheden
nog tolt het laatst van October zal uiteen
gaan.
Tijdens den duur van het afdeelinigson-
derzoek zullen waarschijnlijk enkele ma
ilen zeer korte openbare middagvergade
ringen gehouden worden voor samen stel
ling van commissies enz.
De afdeel'ingen zullen o. m. de volgende
wetsontwerpen onderzoeken:
Nadere wijziging van de overgangsbe
palingen der Auteurswet; wijziging en
aanvulling van de wet tot regeling van
het lager onderwijs; aanvulling van de
wet tot regeling van het militair onderwijs
bij'de landmacht, enz.; bestendiging van
den staat/ van beleg; lijdelijke nadeie
voorziening betreffende het eeds vraag stuk;
Staat sb eg rooting voor 1916; bij hoofdstuk
VII B: regeDing van de ontvangsten en
uitgaven van het Aveduwen- en weezen-
fc.nds voor burgerlijke ambtenaren voor
1916, bij hoofdstuk VIII: A'erhoogng en
aanvulling A7an de begrooting van i.nkom-
isten en uitgaven van liet Staatsbedrijf
der artillerie-inrichtingen voor 915; vast
stelling van de begrooting van uitgaven
ten behoeve van de voltooiing van het
vesting stelsel, dienst 1916; en beg roofing
van het „Fonds ter. verbetering van de
kustveirdedjgmg" voor 1916; bij hoofdstuk
X: verhoog ing en wijziging der landbouw
begroting voor 1915 (sub&idiën in ver
band met het middenst.andiscreidiet; en.
verhooging van de Landbouwbegroting
voor 1914 (bijdragen aan het Kon. Nat.
Steuncomité).
Comité voor gemenschappelijke
salarisactie.
Door het Comité voor „gemeenschap
pelijke salarisaotie", bestaande uit verte
genwoordigers van verschillende organi
saties van openbare en bijzondere onder
wijzers, was aan den Minister van Bin-
nentandscbe Zaken een audiëntie* ver
zocht op een door den Minister te bepa
len tijd.
Deze audiëntie is toegestaan.
Nadat de voorzitter, da heer Th. Lancée,
den toestand der onderwijzers had uit
eengezet, begon de Minister in zijn ant
woord met er op te wijzen, dat door den
oorlogstoestand de financieele lasten bui
tengewoon waren verzwaard en dat de
middelen moesten worden gevonden, om
deze uitgaven te bestrijden. De invoering
van nieuwe belastingen was onvermijde
lijk.
Intusschen erkende de Minister de
noodzakelijkheid en de urgentie van een
salarisverbetering voor de onderwijzere.
Maar ook hiervoor is noodig de medewer
king der Kamers, die de noodige midde
len moeten toestaan. Bij de voorgenomen
indiening van bedoelde belastingvoorstel
len is er op gerekend ook gelden te ver
krijgen voor een belangrijke verhooglng
der onderwijzrssalarissen. De Minister
herhaalde nadrukkelijk, dat de Regeering
in dzen afhankelijk is van de medewer
king der Kamers.
Bovendien herinnerde de Minister het
Comité er aan, dat eerlang verwacht
kunnen worden de voorstellen der „Pacit-
ficatie-commissie", die ook haar aandacht
zal hebben gewijd aan eene afdoende ver
betering van de salarieering der onder
wijzers.
De Minister weet nog ndeit in hoeverre
er mogelijk verband zal worden gebracht»
tu&scben het voornemen der Rege er ing en
evejiitueele voorstellen der Bevrediging»-
commissie. Het blijft toch de vraag, of de
voorstei!len der commissie onmiddellijk
geheel uitvoerbaar zullen zijn.
Naar aanleiding hiervan veroorloofd»
de voorzitter van het Comité zich de vraag,
of hij goed begrepen heeft, diait het niet dé
bedoeling van de Regeering as, met do
indiening van heit voorstei'. tot verbetering
der salarissen te wachten tot de behande
ling van de voorstellen der pacificatie-
commiö&ie, ijndien deze behandeling b.v.
door een mogelijke grondwetsherziening
vertraging zou ondervinden.
De Minister .antwoordde hierop, dat het,
mik' de fin an electie maatregelen lot stand
zullen komen, inderdaad niet zijn bedoe
ling is hierop te wachten, hoewef. hij eon
nodige .indiening van de voorstellen dor
commissie eene gelijktijdige behandeling
drukbaar blijft.
Salariscomité van rijksambtenaren.
Naar aanleiding van de ingediend©
staatsbegrooting, heeft het comité, dat
oorspronkelijk is samengesteld tot het
bekomen van een duurtebijslag, te Am
sterdam een vergadering gehouden. Het
comité, dat volgens zijn opgaaf ongeveer
10,000 rijksambtenaren vertegenwoordigt,
meende allereerst zijn diepe teleurstelling
te moeten uitspreken over de weinig ver
gaande maatregelen der regeering., die
naar zijn overtuiging niet in overeenstem
ming zijn met den oeconQmischen toe
stand in het land.
Besloten werd, dat het comité zich zal
richten tot de verschillende organisaties
van rijksambtenaren, met de- uilnoodl-
ging voor een gecombineerde vergade
ring, om het voorstel te overwegen, zich
tot regeering en de volksvertegenwoordi-
ging te wenden met het verzoek, aan die
groepen, welke in *1915 niet voor verhoo
glng in aanmerking werden genomen,
met een tijdelijke verhooging van het sa
laris tegemoet te kamen.
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
Helaas, dacht Lizzie, haar lat heeft
tóots gemeen melt het mijne. Zij js wel te
tcnijde.ii:, Avant zij heeft nog alles te ho
pen, terwijl ik....
En in somber gepeins liet zij het hoofd
.*ter op de borsit zinken.
Had de verpleegster aanvankelijk ge-
ficcad. dat dft-gesprek .de zieke eenige af
leiding had gegeven en haar wat Qipge-
vroolijkt, zij meest nu voor zichzelf e.rken-
^n, dat zij zich bedrogen had'.
Men zou zeggen, dat gij daar boos
orn waart! riep Vlcitoiire uiit, 'nadat Lizzie
jpruimen tijd weer strak voor zich uit
«ad eitten kijken.
Waarom zou ik daar boos om zijn^
hernam de zieke toonloos, het ds mij om-
Verschil!,ig.
- Daar hebt gij groot ongelijk in, me-
vrouw. Waarom kwelt gij u toch zoo, it.eir-
;v"l wij ons uiterste best doen om u op
beuren en afleiding tie gewenNeem
f9r' voorbeeld aan, mevrouw Clara. Zij is
®ok 2j:ek, maar zij draagt haar dot gedul-
I Zij is ook niet alleen ap de wereld!
Wat dat betreft, neen, zij (heeft een
man an zelfs een man, die er heel goed
»itziet.
Ik stel jn het minst geen belang in
<lie Mzonderheden.
w u nu eens een raad mag geiven
6s <3an niet zoo eiigenziminig. Wanneer
viouw Clara u eens kwam bezoeken en
b1] ging haar- dan eqnis een tegenbezoek
brengen. Dat zou u veel afleiding geven.
O! gij zaudt de eerste niet zijn, op wie de
omgang met mevrouw Glara een zegen-
rijken invloed had.
Ik wil niet dat diie vrouw h.ier komt.
En wilt gij ook niét naar haar gaan?
Evenmin.
Ook néet, wanneer i'k u verzekerde,
dat het goed voor u zou ;zijn?
Genoeg riep mevrouw d'Alileret drif
tig uit, ik wil niets, ik will alteen rust
hebben en vergeten worden.
De verpleegster haalde haar schouders
op, en zeide tegen haar collega:
Men verspilt moeite en tijd door met
die gekken he praten.
Lizzie voelde zich afgemat door dit ge
sprek en het was haar een voldoening,
dat Victaire het niet vérder voortzette.
De gedachte, met/ nog meer menschen
in aanraking te moeten komen, schrikte
haar af en daarom had zij een instinct-
matigen afkeer van mevrouw Clara.
Haar .leven was gebroken,, zij gaf den
strijd op en hoopte niets meer, dan zoo
spoedig mogelijk van haar lijden A'erlost
te worden.
O! riep zij uit, toen zij een oogeribfi/k
alleen was,, er een eind aan maken, ver-
dAvij.nen, spoedig en voor altijd! Maar hoe?
En zij tastte met heide handen naar
haar hoofd, dat haar altijd pijn deed.
IV.
MEVROUW CLARA
Na lang zoeken meende Lizzie einde
lijk een middel gevonden te hebben om
een eind aan haar ellende te maken.
Het middel was wel niet snel, maar zij
geloofde toch dat het doeltreffend zou
zijn.
Zij zou alle voedsel weigeren en, waar
zii zich toch al zoo zwak van hchaam
voelde, hoopte zij welt, dat -de .dood rich
niet al te .lang zou laten wachten.
Dendelfden dag dat zij dit noodlottig
besluit genomen had, begon zij ook met
de uitvoering er van.
Haar middagmaal wetigprde zij, onder
voorwendsel dat zij geen eetlust had,
'haar avondeten eveneens en den volgen
den morgen haar ontbijt.
Alweer wat nieuws, bromde Victoire,
nu weigert zij te eten.
Dat zal zij niet long volhouden, wan
neer haar maag begint te jeuken, meende
Albertine.
Maar den geheelen dag bleef zij weer
zonder eten, hoe ook de verpleegsters er
op aandrongen, dat zij iets gebruiken zou.
Des avonds van den tweeden dag. dilen
Lizzie zonder eten had doorgebracht, be
gaf Albertine zich naar den bestuurder
om verslag uiit te brengen.
Het kwam meermalen voor, dat krank
zinnigen voedsel weigerden en Dr. Cazelês
was er dan ook niet al te zeer verbaasd
over.
Dat .is het arerlnnp van haar ziekte,
zeide hij. Zij houdt vast aan haar denk
beeld om zelfmoord te plegen en nu zij
door de strenge bewaking geen kans ziet
om haar plo.n ten uiit voer te brengen, wil
zij dat middel beproeven.
Victoire en ik hebben alles gedaan
wat wij konden, om haar tot. eten te be~
wégenj .maar vruchteloos. Wij hoopten:
nog, dat zij er wel toe over zou gaan als
zij honger kreeg, doch ook niet. Zi,i beWt
mu in twee .dagen niet gegeten en blijft
volhouden.
Gij weet wat ge iin dit geval te doen
hebt?
De kunsten atiige voeding.
Juist, maar met zachtheid, denk daar
vooral aan.
Den volgenden morgen was alles A'oor
de kunstmatige voeding jm gereedheid
gebracht, maar eerst Avilden de verpleeg
sters nog eens beproeven of haar patiënte
oriie't van haar plan af te brengen was.
Zij zetten een keurig ontbijt gereed:
ver9che broodjes, boter, kaas, honig, een
kop melkchocolade en een schaal met "mal
se he vruchten, maar Liizrie keerde haar
naar de tafel en. hield zich koppig o.p een
afstand.
Wilt gij nu niet eten? vroeg. Alber
tine.
Ik heb geen honger.
Komaan dat is niet waar, gij moet
honger hebban.. Het as nu al de derde dag,
dat gij niet eet.
Ik avH niet.
Maar wij Avi'llen niet. dat gij hier
zuft doodhongeren, dus a's gij niet goed
schiks eet, dan. moeten wij andere maat
regelen nemen.
Lizzie haalde haar schouders op.
Wiilt ge nu eten, ja of neen? vroeg
Albertine nog.
Neen.
Victoire, een forsohe, breed geschou
derde atouw, had rich ongemerkt achter
Liz/.Le geplaatst en greep haar nu eens
klaps aan.
De ongelukkige poogde nog weerstand
te bieden, maar de vrouw das sterk en
hield haar pa'setn zoo stevig vast, dat zij
zich niet kon verroeren.
Albertine trachtte nni haar mond open
te breken en toen dit niiet ging, stalk zij
haar een instrument in de neusgaten,
waardoor zij haar een dosis vloeibaar
vcedsel toediende, voldoende om haar
voor den hongerdood te bewaren
Laat mij los! riep zij nog.
Maar .rij kon geen lucht meer krijgen;
de vloeistof drang door haar neus «m haar
keel en zij was wel gedwongen te slik
ken, terwijl de sterke vuisten van Vic-
tcire haar polsen als ijzeren beugels om
klemden en de vrouw haar met kracht
tegen zich aan drukte.
Alles was haar dus ontzegd, zelfs de
dood. waarnaar zij haakte.
Het aa'as niét genoeg, dat men haar alle
levensvreugde had ontnomen, men wildo
haar ook met geweld dwingen dat vreug-
rlelooze leven nog verder voort te steepen.
Zij had geen recht oen over eigen leven
te beschikken, evenmin als over hnar
vrijheid.
Dat Ls te veel! riep zij uit cn zij liet
zich voorover op haar bed neervallen
waar zij krampachfig bleef snikken.
Zoo lag zij nog teen dr. Cazelès bin
nenkwam.
Hij zag dat het toestel, waarin ziich het
vloeibare a'oedsel had bevonden, ledi'g
was en zeirle:
Welnu, is het gebeurd? Hoe ging
liet?
Tamelijk, antwoordde AlJberrtAne en
wij hopiem dat het de volgende maal...
Eensklaps sprong Lizrie op.