MAANDAG
30
AUGUSTUS.
1915.
De Oorlog.
No. 1790
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIIS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
imlen II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geillustrserd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van J-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Sroote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Een Utopie.
Ven utopie noemt men een nitet te ver-
ezenlijken. .denkbeeld. Ee,n utopie is
onze vaste overtuiging het- denlt-
Belii van een zekeren Amerikaan Houston
at de lezers onder de rubriek Nederland
n de Oor iog .Handel en Vrede") uiteen-
e7et vinden. Die man wil "een geréchts-
of" eon "internationaal gerechtshof....
ioch dat hebben wij al, zal men zeggen.
eilt deze Amerikaan niet de stichting
aii Camegie? Dat zal wel, denken we.
Ioch bij wil een 'internationaal gerechts-
of van een bijzonderen aard; een initer-
ê4 ion aal gerechtshof, waarachter als in-
jrnationale beschermer staat de inter-
ationale handel! Zoo moet het in de toe-
Dmst gaan: AL!e geschillen tussolien de
:s, die zich voor dat doel te zamen
erbinden, worden voor dat gerechtshof
worpen, weigert een land zioh aan de
[jtspraak van dat gerechtshof te onder-
Mrpen, welnu, dan breken alle andere
igesiV.-ten landen den handel af met dat
villig volk. Eenvoudig, zooals u ziet,
iel eenvoudig! Doet u denken aan het
van Go", umbus. Maar beschouwt dat
ilannetje eens iets, een klein» weinigje'
neer van nabij! En ge zult bemerken, dat
iet nu eigenlijk 'al precies zóó is. Al
taat achter ons Vredespaleis de lezers
uilen -dat mooie gebouw te 's-Gravenhage
illen wel eens hebben gezien. niet ais
reóging de afbreking van alle handels-
emeensohap met een onwillige natie,
komt toch feitelijk op 't zelfde neer:
Wie zich aan de uitspraak van dat ge-
«ciihshof niet zou onderwerpen,, zou op
Sch laden de verachting en daardoor de
istrijding van heel de wereld, hij zou
rorden beschouwt als een woordbreker!
Die Amerikaan had oais inziens zijn ge-
ia!e vondst niet aan de wereld behoeven
ekend te maken hij komt er ongeveer
kd kwart-eeuw te laat mee.
Maar het ergerlijke van dat overigens
nsc/iuldige denkbeeld is de manier,
'aarop het wordt verdedigd.
De heer Houston, die zichzelf waar-
ichijnlijk reeds droomt als de grondleg
ger van een blijvenden wereldvrede, zegt
i. m.: ,,De groote geestelijke krachten,
sis godsdienst, muziek, letterkunde, schil
derkunst, enz., zijn niet machtig genoeg
Rebieken om oorlogen ten ednde te bren
gen. Zou het naet mogelijk zijn,, dat de
.ereld te veel op deze krachtien heeft ge-
feteund?"
Wat 'n oppervlakkigheid en wat 'n pe
danterie. De godsdienst :'(n êen adem
genoemd met muziek, letterkunde, schil
derkunst, enz. is niét machtig genoeg
om oorlogen ten' einde te brengen En
daarom zal de heer Houston de wereld
een onder middel aan de hand doen! Zou
het niet mogelijk zijn, dat de were'id te
veel op den godsdienst heeft vertrouwd,
vraagt hij. Och, als de heer Houston
meent op de wereld eenigen Invloed te
kunnen uitoefenen en dat meent hij
ihlijkfiaar laat hij dan zijn krachten
j aanwenden om d.ie wereld te leeren meer
op den godsdienst te vertrouwen, meer
o d s d i e n s t it g te zijn in strevingen
en vertangens, Ln denken en werken),
en hij zal der wereld een veiliger mid-
d«l hebben geschonken om oorlogen te
beëindigen en ook te voorkomen, dan zijn
Internationaal Gerechtshof hetwelk is
een verdienstelijke... utopie.
BUITENLAND.
Fransche vliegtuigen beschoten in den
nacht van 28 op 29 Aug. de Duitsche
barakken ie Grandpré en de barakken
te Monchutinen Langen in de Argonnen. -
Duitsche vliegtuigen wierpen bommen op
Nogent, Ribecourt en Compiègne. - Een
Italiaansch luchteskader bezocht het
Oostenrijksch vliegkamp bij Aisowizaen
wierp er bommen. - De uitvoer van
zilvergeld uit Frankrijk is verboden.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Fran8ch legerbericht.
Officieel bericht van gistermiddag 3 uur:
De Fransche artillerie heeft gisternacht
de beschieting van de Duitsche stellingen
voortgezet. Het kanonvuur is bizonder
hevig geweest in den sector van Ablain, in
de streek van Roye, ten Noorden van de
Aisne (in den omtrek van Caronne en
Berry-au-bac), zoomede tusachen de Aisne
en de Argonnen.
Een verwoed gevecht van man tegen
man is bij Marie Thérèse, ten Westen van
het bosch van Malancourt, geleverd om
het bezit van mijntrechters, waarvan de
-Franschen meester zijn gebleven.
De Duitsche loopgraven en veldwerken
op het heele front langs de grens van
Lotharingen, bij Grémecy, Bezagne, Gon-
drexion en Embermesnil zijn hevig be
schoten.
Gevechten met handgranaten en bom
men in de streek van Metzéral.
Fransche vliegtuigen hebben gisternacht
het station en de Duitsche legerplaats van
Grandpré en de legerplaatsen van Mon-
chdteau en Langon in de Argonnen ge-
boipbardeerd.
Zes Duitsche aëroplanes trachtten Za
terdagochtend te tien uur naar Parijs te
vliegen, maar misten hun doel. Zij wier
pen bommen op Nogent, Ribecourt en
Compiègne, waardoor te Compiègne twee
vei*pleegsters en een kind werden gedood.
De aëroplanes werden beschoten en nage
zet door Fransche vliegtuigen. De com
mandant van het escadrille vervolgde een
Duitsche aeroplane tot op een hoogte van
3600 M. en schoot haar naar beneden te
Senlis.
De bestuui'der en de machine verbrand
den.
Duitsch legerbericht.
Ambtelijke mededeeling van het Duit
sche hoofdkwartier:
'Gisteren is 'op het Westelijke gevechts
terrein niets van belang voorgevallen.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
Duitsch legerbericht.
Uit het Duitsche hoofdkwartier wordt
d.d. 29 Aug. gemeld: Legergroep van
goneraal-veldmaarschalk Von Hindenburg.
Ten Zuidoosten van Kowno werd de hajrd-
nckki'ge tegenstand van den vijand ge
broken. De Duitsche troepen volgen de
vluchtende Russen.
Wij zijn door het boschterreim ten oos
ten van Augustow getrokken.
Meer naar het zuiden werd bij de ver
volging de iiniiej Dombrowo-Grodeck-N a-
rewkasector (.ten oosten van de stad Na
re w) bereikt
Legergx'oep van generaal-veldmaarschalk
prins Leopold van Beieren: De leger
groep, die door het Bjelowijester woud
heen de Russen vervolgt, nadert met ha
ren rechtervleugeL Schereschewo.
Legergroep van generaal Mackensen:
Onder achterhoede-gev échten werden de
Russen tot in de linie Podduhno (aan den
weg naar Pruzana) Tewli-Kobrim ge
drongen.
Onize van uit het zuiden door het moe
rasterrein voorwaarts dringende afdee-
lingen hebben den vijand tot dicht bij
Kobrin vervolgd. On hunne Stellingen ce
maskeeren, dreven de Russen duizenden
inwoners, hun eigen, landslieden, voor
zioh uit. Zonder dat wij het wilden, zijn
eenigen hunner door ons vuur gevallen.
Zuidoostelijk oorlogstooneel. De troepen
der bondgenooten hebben Zaterdag den
verslagen vijand tot over de linie Pornor-
zany—Konimdhy—Kozowa en achter den
Koroplec-sector teruggedreven.
Russisch legerbericht.
In de streek van Riga geen veranderin
gen.
In de richting Fiiedrichsstadt duren de
hardnekkige gevechten voort. De vijand
tracht de wegen te forceeren naar de
spoorlijn Kceuzburg-Mitau.
Op, de wegen naar Wilna, aan den
rechteroever der Wilna en tusschen dtte
rivier en de Njemen heeft de vijand op 26
en 27 Augustus aanvallen gedaan,1 die
door onze tegenaanvallen werden gestuit.
Aan den M id den- N j emen en het front
tusschen Bobr en Pripjet zetten onze troe
pen o.p 26 en 27 Augustus hunne terug
tocht voort, waarbij zij m gevechten de
aanvallen van den vijand afsloegen. Deze
is vooral vooruitgegaan in de richting ten
moorden van Bjelostok, Lings den west-
zoom van het Bj elowasj-bosch en de we
gen naar Kobi'in.
Aan den rechteroever van den Boeg
begon de vijand op 26 Augustus uit de
streek van Wladimir Wolinsky op te ruk
ken in de richting van 'Torchin» (ten wes
ten van Lutz>k) Lokatsj en Poritak. Op
diit front hebben zich gevechten ontwik
keld.
Aan den Boven Boeg, de Zlota Lipa en
den Dnjester trachtte de vijand in den
nacht op 27 Aug. en den volgenden dag
ons aan te vallen in verscheiden sectdes
van onze stellingen en wel met bijzondere
hardnekkigheid in de streek ten noorden
van Brzejany en ten westen van Podgaita,
waar het hem gelukt» zach te nestelen
aan den linkeroever van de Zliota Lipa
Van het Zuidelijk oorlogs
terrein.
Italiaansch legerbericht
Officieel bericht van den Italiaanschen
generalen staf:
Aan de Boven-Isonzo heeft een afdeeling
Alpentroepen een stoutmoedigen overval
op sterke vijandelijke stellingen op de
Monte Pombon uitgevoerd en, niettegen
staande hardnekkigen tegenstand, eenige
loopgraven bezet. Het gevecht om het bezit
van den top wordt voortgezet.
Een luchteskader heeft opnieuw het
vliegkamp bij Aisowiza bezocht en er 120
bommen op geworpen, die veel schade
hebben aangericht.
Oostenrijksch legerbericht.
Officieel bericht van den Oostenrijkschen
generalen staf:
De op zichzelf staande aanvallen der
Italianen aan het front der Isonzo zijn
Zaterdag in omvang en hevigheid toege
nomen, doch hebben, als gewoonlijk, ner
gens resultaat bereikt.
In den sector van Doberdo is Zaterdag
avond laat een door krachtig artillerie-
.vuur voorbereide aanval op Monte dei
Sei Buse afgeslagen.
Gisterochtend hebben twee mobiele mi
litieregimenten tot viermaal toe storm
aanvallen gedaan op de Monte San Michel.
Op enkele plaatsen drongen zij in onze
loopgraven door, doch werden er overal
onder zware verliezen uitgeworpen.
De vijand is eenigen tijd geleden een
aanval met sappen tegen het bruggehoofd
van Görz begonnen. Ons geschut en onze
mijnwerpers hebben echter alle sappen
die ons front naderden vernield.
Het bruggehoofd van ToLmein is Zater
dag den heelen dag zwaar door artillerie
beschoten. Hierop volgde een aanval van
twee ï'egimenten en twee bataljons Alpen
troepen. Er ontstond een handgemeen,
waarin onze troepen de overhand behiel
den. Even vruchteloos waren aanvallen
op de brug ten Westen van Tolmein en op
het terrein ten Noorden van de brug. Zoo
ook vier aanvallen op het front van de
Mrzli.
In het gebied van Flitsch is een aanval
met aanzienlijke strijdkrachten onderno
men, gestuit. Hier, gelijk overal elders,
zijn onze stellingen stevig in ons bezit
gebleven.
Aan het Karinthische front is het tame
lijk kalm.
In het grensgebied, van Tirol duren de
artilleriegevechten met afwisselende he
vigheid voort.
Amerika en Duitschland.
De „Arabic".
De „Times" ontleent het volgende uit
New-York aan het blad „World", dat als
hoofdorgaan van de Democraten ten de
zen gezaghebbend is: President Wilson
zal van Duitschland vergen dat het vier
dingen zal doen, eer hij, President, tevre
den gesteld zal zijn.
1. De daad van de onderzeeboot die de
„Arabic" zonder voorafgaande waarschu
wing aanviel, worde gedesavoueerd.
2. Er moeten stappen worden gedaan om
de veroorzaakte schade te vergoeden.
3. De marine-officier die schuldig was
aan den aanval op de „Arabic" moet wor
den gestraft.
4. Duitschland moet de belofte afleggen,
dat aanvallen van onderzeebooten, die in
strijd zijn met het internationaal recht,
niet zullen worden voortgezet.
Men houdt het er voor, dat Duitschland
er gereedelijk in zal toestemmen den aan
val op de „Arabic" te desavoueeren en
daarvoor vergoeding te geven, doch dat
het over de andere punten een gedachten-
wisseling zal willen openen.
Doch de president zal niet voor een
vergelijk te vinden zijn, tenzij hij door
de feiten wordt overtuigd, dat hij ongelijk
heeft.
De president is heden ten dage even
vast besloten, als hij was, vóór het Duit
sche departement van buitenlandsche za
ken aan den secretaris van Staat Lansing
had gevraagd, het rapport af te wachten,
uit te brengen door den gezagvoerder van
de betrokken onderzeeboot.
Het heet, dat de president niet van zins
is nog langer met Duitschland te kibbelen
over het optreden van onderzeebooton, die
het leven van noncombattanten op het
spel zetten.
Op Zee.
Kruiser gestrand.
Uit Smyrna wordt aan het Wolff-bureau
te Konstantinopel gemeld, dat van twee
kruisers, die op 25 Augustus Geukabatli,
aan de zuidpunt der Golf van Kos tón
Zuiden van Smyrna, hebben gebombar
deerd, de eene is gestrand. De andere
trachtte hem vlot te sleepen, doch werd
daarin door de Turksche artillerie verhin
derd. De gestrande kruiser zette oen be
mande sloep uit, waarvan 4 man zijn ge
dood; de overigen sprongen in zee om
naar den kruiser terug te keeren. De sloep
is toen door de Turken met wapens en
al buitgemaakt. Acht man van den ge-
stranden kruiser, die zich op het dek be
vonden, werden gedood, evenals vier man
van den anderen kruiser. De door Turk
sche soldaten geworpen bommen troffen
den gestranden kniiser, doch het was niet
mogelijk, de uitwerking vast te stellen.
Aan Turksclie zijde één man gedood en
één gewond.
Engeisch transport met 2000 man
getorpedeerd?
Men seint uiit Rotterdam aan de „Tijd":
Passagiers, die met 'het Nioomschip
„Rijndam" van New-York te Rotterdam
zijn aangekomen, deolon mede, dat in den
imorgen van den 18eu Augustus bij de
Sci'iLy-eilanden een. Engelsch transport
schip met Canadeesche troopien is getor
pedeerd. Van de 2000 man konden onge
veer 1000 man worden gered.
In Frankrijk.
Uitvoerverboden.
Uit de Fransche grensdistricten i» den
laatsten tijd zooveel zilvergeld naar hek
buitenland weggevloeid, dat de minister
van financiën het^noodig heeft geacht den
uitvoer van zilvergeld te verbieden. Voor
reizigers is i«n zooverre een uitzondering
gemaakt, dat zij bij het veriaten van
Frankrijk voor 50 francs aan zilvergeld
mogen meenemen.
Frankrijk heeft, naar uit Bern aan den
Lokal-Anzeiger wordt gemeld, den uit
voer van wijn naar Zwitserland1 vei-boden.
De Zwitsersehe wijnoogst belooflb echter
dit jaar een kwalitatief zeer goede en
kwantitatief middelmatige opbrengst.
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
ui
Een troost? Hebt ge daajr dan iemand
verloren, die u lief was?
Ja en neen. Wanneer gij iemand, die
u vei-geet, als dood beschouwt, ja, maar
niet» wanneer mem alleen rekening houdt
met het tastbare.
Gij bedoelt?
Er is in Frankrijk iemand, van wie
Ik zielsveel houd, maar die mij geen toe
van leven geeft.
Zou iemand u kunnen vergeten?
Dat sohijmt zoo.
Eenigsziins angstig vroeg Gilberi:
En.... dat is....?
Mijn zuster.
De jonge dokter herademde.
Hoe is dat mogelijk? riep hij uit. Men
zal haar belet hebben u te schrijven.
Niets geeft mij aanleiding dat te ver
onderstellen.
Een echtgenoot misschien, die uit
«verzucht....
r Zij is weduwe en hij, die haar te
bidden van haar geluk ontviel, heeft
®ooit iets gedaan om ons te scheiden.
Dat kan ik met hegrijpen....
Ik evenmin. Er is heel wat tijd toe
geweest om mij te gewennen aan
doxrkbeeld, dat mijn zuster, ondanks
kefde, die wij elkander steeds hebben
•occedTaganj, in staat is allen omgang met
'bh af te breken.
Dat is inderdaad onbegrijpelijk'. Hadt
5>J te voren geen tyvist met elkaar gehad?
Nooit. Wij zijn weezen en waren
steeds innig aan elkaar verbonden, totdat
zij dn het huwelijk trad. Ook na dien tijd
gingen wij nog zeer vriendschappelijk
■ocm en haar echtgenoot was in onzen om
gang betrokken. Zij is slechts een paar
maanden met hem gehuwd geweest. On
verwacht kreeg hij bericht uit Frankrijk
dat hem eene erfenis was te beurt geval
len, maar kort daarop overleed hij plot
seling.
Wat was de oorzaak van zijn dood?
Ik weet het niet, dat sterfgeval kwam
zoo onvei-wacht, zoo geheimzinnig, en hoe
meer ik er 'over nadenk, hoe minder ik
het mij kan verklaren.
Heeft men dan niet de opening van het
lijk aangevraagd?
Alles kwam zoo onverhoeds. De fa
milie van den overledene kwam over,
voerde het lijk mee naar Frankrijk en
mijn zustor tevens. En sedert heb ik niets
meer van haar vernomen.
Uw zuster ging naar Parijs?
Ja.
En kent gij daar ook een adres van
haar?
Zeker, ik heb haar meer dan eeiis
geschreven, maar al mijn brieven bleven
onbeantwoord.
Zoudt ge mij dat adres willen noe
men?
Het meisje keek hem met haar groote,
blauwe oogen, die vol tranen stonden)*
weifelend aan, waarop hij zich haastte
er bij te voegen:
Ik doe die vraag niet uit nieuwsgie
righeid of om mij op eenigerlei wijze in
uw familieaangelegahhedeDi te dringen,
dat gelooft gij toch wel van mij?
Hartelijk en met volle overtuiging ant
woordde zij:
Ja, o! ja!
Maar ik 'zie, ging hij voort, welk een
grievend leed u deze verwijdering van uw
zuster haart, en het zou mij zoo gelukkig
maken, wanneer die verwijdering aan
een of ander misverstand te wijten was en
daarin door mijn tussohenkomst opheMe-
Tin»g kon worden gebracht. Ik wil u wel
beloven, dat Uk geen enkelien stap zal
doen zonder u daarover te hebben geraad
pleegd maar ook zonder dat zou ik u wel
licht iets omtrent uw zuster kunnen, mee
deden en daarvoor is het toch voor '1
minst noodig, dat ik haar naam weet en
het adres, waaraan gij uw brieven hebt
gericht.
Mijn zuster is de weduwe Bernard
d'AUeret, geboren Lizzie Walton, en zjj
nam haar intrek bij haar zwager, den
graaf Hector d'AUeret, die het hotel de
Courtevron in de Avenue F ried land te Pa
rijs bewoont.
Gilbert noteerde dit adTes en zeide:
Welk een vreugde zou het zijn, wan
neer gij het hart uwer zuster kondet te
rugvinden. Wie weet gebeurt dat niet nog
en zou het u kunnen doen besluiten, even
eens naar Europa te gaan.
Zij glimlachte droevig:
Wie kan weten, wat de toekomst ons
nog brengen zal? zeide zij. Alleen bergen
en dalen ontmoeten elkaar ndoit.
VI.
ONDER VIER OOGEN.
Ongeveer een week was verloopen, se
dert Lizzie van haar zwager toestemming
had gekregen om het jachthuis te betrek
ken en mem» was reeds druk bezig dit voor
haar in orde te brengen, wat Hector d'Al-
leret op inderdaad onbekrompen wijze
liet doen.
Tot zoolang zou de jonge weduwe dus
op het kasteel blijven wonen, maar zij
vertangde vurig dit te kuumetn verlaten,
want er waren bijna altijd gaston, men-
sohen, wier omgang Liizzie schuwde etn
diie zij. zorgvuldig wilde vermijden, eoodOJ
zij zich als het ware iin haar kamer op
sloot en nagenoeg voor elk verborgen
bleef.
Het kasteel Courtevron lag circa 15 ki
lometer van den spoorweg verwijderd en
bijna dagelijks reden automobielen of
sierlijke jachtwagens tusschen het kasteel
en het naastbijgelegen station, om gasten
te brengen of te halen.
Op zekeren» morgen ging'over de ophaal
brug die toegang tot het voorplein van
het kasteel verbeende, een rijtuig, dat ln
geen enkel opzicht geleek op de voertui
gen waarmee gewoonlijk de gaston kwa
men.
Het was een tweewnehjg wagentje, over
spannen met eén kap van ruw zeildoek en
getrokken door een broodmager, aftandsch
paard. dal. door een boer werd bestuurd.
De heer, die uit düi armzalige huur
rijtuig stapte, werd ln de vestibule van
het kasteel door den gegalonneerden lakei
met kennelijke minachting ontvangen.
Achteloos nam de bediende zijn kaartje
aan en begaf zioh daarmee naar de kamer
van den graaf d'AUeret.
Hij verwachtte niet anders dan bevel te
zullen krijgen, dien .bezoeker af te wijzen,
maar tot zijn niet geringe verbazing be
val de graaf hem terstond hier te bren
gen, dus keerde hij tot den bezoeker te
rug, verzocht dezen hem te volgen en
diende aan:
Mijnheer Augu-stin Morel.
Wellicht zou de verbazing van den lakei
ten toppunt zijn gestegen, als hij gezien
had, hoe deze gast, die op een boerenkar
gekomen was, zich tegenover den lieer
van het kasteel gedroeg, zoodra hij met
hem onder vier oogen- was.
Vrijpostig zag hij rond in de rijk ge
meubileerde kamer, die den graaf d'AUe
ret tot bijzonder vertrek diende, bekeek
de beelden, de schilderijen, den met fijne
houtsoorten ingelegd en parketvloer en 't
zwaar vergulden plafond, zonder eenige
notitie te nemen van den graaf, die in
zijn zetel grimmig voor zich uit zat te
staren.
Ten slotte schoof hij een zetel tegen
over dien van zijn gastheer, nam daarop
plaats en leunde behaaglijk achterover.
De graaf veroorloofde z»dh geen woord
om aanmerking te maken op dit minst
genomen zonderlinge gedrag en het was
de bezoeker, die eindelijk het stilzwijgen
afbrak, door met valsche gemoedelijkheid
te zeggen:
Verduiveld, ik moet zeggen, dat gij
goed tn uw meubeLbjes zit, maar dat zie
Ik met genoegen en ook dat gij volstrekt
niet troisoh geworden zijt in uw grootheid
want mijnheer de graaf d'AIeret is voor
August.in Morel evengoed ie spreken als
vroeger Bei'thenay.
Loop naar de maan met uw herinne
ringen, bromde de avonturier. TuKschen
ens zijn geen plichtplegingen noodig.Wat
komt ge hier doen? Vlug, ter zake!
(Wo^dt vervol-i