Hij praatte aldoor, terwijl mj me met water wuschte en een fijn poeder op mijn eëziclit strooide. gen staartvlechter is bij u niet noodig, grinnikte hij- Maar oor krabbelen wel en j,oe! Méér dan vuil! Hij haalde uit een schuiflade een aantal van minstens 20 verschillende kleine in strumenten, messen, vijlen, borsteltjes, tangen, haken en hamertjes, zoodat ik j,et onaangename gevoel kreeg alsof ik in de kamer van een tandarts zat. Eerst bracht de Chinees een lange uiterst fijne stalen lancette in mijn oor, die hij snel tusschen de vingers draaide, wat een onverdragelljke een zeer pijnlijke prikkeling teweegbracht. Oh. Oh...'rustig... praatte de man onderwijl, 't Is dadelijk over... oh, wat cm berg vuil! Toen deed hij hetzelfde met mijn ander oor, dan wond hij om het lancetje een zacht zijden lapje en begon van voren af aan. Thans volgde de eigenlijke operatie van het oorenkrabben. Een kleine tang van fijn staal met afgeronde punten schoof hij in mijn oor tot het trommel vlies. Door 'n vingerdruk bewoog hij een schroef in de tang, zoodat die zijn punten uitzette en een sterke spanning van het vlies veroorzaakte. Met een hamertje sloeg hij dam op het hands vat met kleine regelmatige slagen, ik moet eerlijk zeggen ,dat dit een al- leraangenaamste gewaarwording in mijn gansche hoofd deed ontstaan. Na een wijle ontstond een droomachtige toestand waarin ik als verre muziek hoorde of als ruischen van' wind over zee. Ten slotte waschte mijn barbier met veel water zeer zorgvuldig mijn ooren uit. Dan kregen mijn oogen een beurt. Hij begon ze een voor een in lauwwarm wa ter te baden, waarna hij één voor één mijn oogleden snel omdraaide en ze met een miniatuurscheermes zorgvol schoor en vervolgens met een borsteltje de oogharen bewerkte. Tot slot blies hij heftig onder mijn oogleden en met een fijn zijden lapje streek hij eenige malen over de bollen. Beleefd buigend lei hij daarna zijn in strumenten neer, stroopte mijn mouwen op en*greep mijn arm. Wat is Lee-Ah-Song van plan, dacht ik, nu toch heusch een oogenblik bang. Plotseling voelde ik een hevige pijn in mijn schouder, ik hoorde een kraken: de Chinees „masseerde" mijn arm. Nog niet bekomen van schrik en pijn, werd ik verrast door een klapperend geluid alsof vuurpijlen knapten. Ik keek en ik zag, dat de Chinees met mijn vingers bezig was, ze één voor één uit het lid trok en Meer terug liet- springen. Iedere ruk werkte op mij in als een hevige klap op mijn voorhoofd. De pijn werd intensiever en verspreidde zich over mijn geheele lichaam. Ik was werkelijk een oogenblik van pijn verdoofd. Toen ik weer tot me zeiven lcwam lag de barbier geknield voor me en was hij bezig mijn broekspijpen op te stroopen: hij wil de nu aan mijn beenen en mijn voeten gaan beginnen. Maar dèt was me te veel. Ik sprong op, wierp een vijftigcentsstuk neer en maakte dat ik wegkwam. De trap afsnellend, hoorde ik boven me het hoongegrinnik van den Chinees. Nooit ga ik meer naar een Chineeschen barbier! barbier! (O. H. C.) Uit de Pers. De varkensquaestie. Donderdag trad de maandtermijn in, van 19 Augustus tot 18 September, waar binnen geen varkensvleesch, levend of geslacht, naar het buitenland mag worden uitgevoerd. Zooals men weet, is de Regee- ring tot dit verbod overgegaan, omdat de exporteurs-consenthouders, die den laat- sten tijd aan de Regeering beneden markt prijs varkens hadden geleverd, in gelijke verhouding als de hoeveelheid, die zij over de grenzen brachten, daarmede hadden opgehouden, omdat voor hen het voordeel van den uitvoer door de gelimiteerde prij zen der binnenlandsche leveranties teloor ging. Om nu lagere marktprijzen af te dwin-\ gen, heeft de Minister van Landbouw ge daan wat men van hem verlangde, n.l. den g'eheelen uiivot/i- v-iioooen. Wat de expe diteurs op hun rekening voor het buiten land hadden, mag nog over de grenzen, maar dan is het uit en de consenten zijn thans niet meer geldig; eerst over een maand is er kans, dat de uitvoer mag wor den hervat. „De groote vraag is nu schrijft D e T ij d of het uitvoerverbod zal helpen. Wij voor ons zijn, om de waarheid te zeg gen, dienaangaande een weinig wantrou wend, hebben daarvoor goede redenen, en de eerste voorteekenen stellen ons in het gelijk. Terwijl toch het uitvoerverbod reeds eeniige dagen bekend is, zijn de marktprij zen nog volstrekt niet teruggeloopen. „De varkenshouders weten, dat ze lich telijk een maandje kunnen probeeren, hun dieren vast te houden; wij spraken er dan ook, die glunderend van pleizier dat heusch van plan waren. Zij gaan de risico aan; want na een schoone opruiming, die hun veel winst opleverde, kunnen ze een stootje afwachten: in vier weken wordt een varken niet slechter, en het oponthoud brengt zijn rente op, zeggen ze. Uit het perscommuniqué blijkt trouwens, dat de Minister zich de aanvankelijke nutteloos heid van zijn uitvoerverbod wel bewust is; ook omdat hij geen zekerheid heeft, dat de export zal voortduren en de leverantie van varkens aan de Regeering haar reserve op poU zal houden. Eerst einde September of begun October beginnen de boeren „nattig heid te gevoelen" en komen er aanvoeren voor de slachtbank, zoodat in de thans in getreden maand-periode de Liefhebbers van varkensvleesch zich geen illusies behoeven te maken, dat ze vet zullen soppen. „Er is nu een allèrlaatst middel schrijft het blad maar daartoe zal de Regeering wel niet durven overgaan. De Levensmiddelenwet geeft haar n.l. de be voegdheid, om alle levende varkens voor een redelijken prijs te onteigenen en in be slag te nemen. De uitvoerbaarheid daar van is evenwel twijfelachtig en alleen zij, die met de practische moeilijkheden niet bekend zijn, plegen daar licht overheen te stappen. Het ligt thans niet op onzen weg om daarover uitvoerig uit te wijden. Wij bepalen ons er dus toe om er op te wijzen, dat het geheel verkeerd zou zijn, aan den Minister te verwijten, dat hij niet tot dien uitersten maatregel overgaat. Er zijn reeds heel wat verbodsbepalingen en er staan reeds heel wat voorschriften op papier, die in de practijk geen of slechts zeer ge ring resultaat hebben. Reeds nu heeft de smokkelarij heel groote proportiën aange nomen en de meest uitgebreide maatre gelen aan de grenzen verhinderen niet, dat er verboden uitvoer op enorme schaal plaats heeft. Zou men de veeteelt en de fokkerij onder beslag willen leggen, niet alleen de militie en de landweer, maar de geheele landstorm zou er aan te pas moe ten komen. En dan nog zouden er var kens, dood of levend, over de grenzen gaan. Men moet het vernuft van onze landbouwers in dat opzicht niet onder schatten, vooral niet als het zaken geldt, waarbij zij zich in geweten niet gebonden achten. „Het graan en het meel, de steenkolen en nu ook de varkens zullen de Regeering zorgen genoeg baren." Dobbelzucht. De geldmarkt begint weer wat op te leven.- Na een korte periode herstelde zich alles allengs en in plaats van een effectenlijst met waardelooze papieren staan meerdere fondsen hooger dan vóór den krijg. De Ne'derlandsche Bank verkeert in een ondenkbaar vaste positie. Op een en ander wordt gewezen in de „Nieuwe Amsterdammer". En met groote erkentelijkheid mag van dezen loop der dingen worden kennis ge nomen. Evenwel wordt ook gewezen op een an der feit, dat minder tot vreugde stemt. Gewag wordt gemaakt van de specula tiezucht die zich weer in het Nederland- sche volk gaat openbaren. De-schrijver geeft dit schérp geteekend stukje: „En thans, nu de menschonteerende krijg een jaar lang hoeft gewoed, vertoont de financieele toestand van ons land een aspect, zoo gunstig als de overmoedigste optimist zich nauwelijks zou hebben dur ven voorstellen. Men zie b.v. de cijfers van 'de jongste weekstaat der Nederlandsche Bank, die zich ipet een goudvoortaad van bijna 375 millioèn in een positie bevindt, om al haar zusterinstellingen over de gren zen jaloersch te maken. Men lette op de lage prolongatierente, die de 2pCt. ter nauwernood overschrijdt, en op de mini male rente, die de banken overstelpt met deposito's, haar cliënten vergoeden. En raadpleegt men de prijscourant onzer ef fectenbeurs, dan is het mee* geringe aan tal der daarop voorkomende fondsen, dan de daarvoor genoteerde koers, die aan de crisis herinnert. Prima 5 pCt. fondsen no- teeren ettelijke procenten boven den pari- koers, waarop zij kortelings werden uit gegeven. En met uitzondering van de ta- baksafdeeling, waarin de minder gun stige resultaten van de jongste veilingen zich ook onder andere omstandigheden zouden hebben gereflecteerd, en van de staatsfondsen der oorlogvoerende staten, wier crediet afneemt naarmate hun roem vermeerdert, bedingen de meeste fondsen, den verhoogden rentevoet in aanmerking genomen, thans aanmerkelijk hoogere prijzen dan voor de crisis het geval was. Men hoort van alle kanten verzekeren, dat men hier in ons waterland, om het minder netjes uit te drukken, stikt in het geld. En om, wat lucht te krijgen, heeft de Nederlandsche speculant zijn nauwelijks bedwongen passie weer voelen ontwaken en doet hij zijn uiterste best om de Ame- rikaansche papieren, die hij een jaar ge leden in wanhoop en met een „nooit weer!" naar de andere, de „nieuwe" wereld, had teruggezonden, tegen aanmerkelijk hoo gere prijzen weder in te koopen. Hij leest (als hij leest) dat de geallieer den voor- millioenen dollars oorlogstuig in de Unie hebben besteed en ziet in gedach tenniet de dood en het verderf, dat aanstonds daardoor weder zal worden ge zaaid, zelfs niet de enorme kapitaalver spilling, die door die millioenen wordt uitgedrukt, maar de prachtige stijging van den staat van netto-ontvangsten en van die der onuitgevoerde orders der Steel Corporation, enkoopt Steels voor 70 en meer procent, hoewel het fonds geen cent dividend geeft. En zoo doet een an dei- met de Cans en een derde met Carren of Smeltings, en in een minimum van tijd zit het zorgvuldig gekoesterde Hollandsche geld in Amerika en zitten dé Amerikaan- sche papieren weder op hun oude plaats. Totdat er aanstonds weer met een bericht b.v. als deze week door Central News werd rondgekabeld, als zou een geweldige sta king in de Amerikaansche mundtiefabrie ken op til zijn) een aanval door de baisse wordt gedaan, die de Nederlandsche spe culatiezucht met verliezen van tonnen gouds straft. Dan volgt bet bekende re frein: „nooit weer" enmen begint op nieuw." Onnoemelijk veel ellende is door het dob belspel reeds over ons volk gebracht. Zou het waar zijn, dat als de oorlog voorbij is, ook op dit terrein ons volk on- gelouterd te voorschijn zal treden en het gokspel weer lustig .za^vqoxtgczet? Gemengde berichten. Dubbele nationaliteit? De landbouwer J. Kupers te Losser heeft vier zonen, die in Duitschland werken. Daar ze alle in Duitschland zijn geboren, werden ze opgepikt om in het Duitsche leger te dienen. Een wist te ontkomen, en kwam veilig over de grenzen. Alhoewel geboren Duitscliers hebben ze allen in Nederland aan de loting voor de militie deelgenomen, dus hier aan hunne militaire verplichtingen voldaan. Toch getrouwd. Te Apeldoorn is Don derdag door den wethouder T. de Bruin Jonkvr. Anna de Savornin Lobman in den echt verbonden met den heer H. Ph. Spoor, oud-ontvanger der registratie en domeinen. De huwelijksvoltrekking werd door een aantal dames en officieren op de publieke tribune bijgewoond. Yischdiefstal te IJmniden. Door de politie, toezicht houdende in de Rijksvischhal te IJmuiden zijn twee personen gearresteerd, genaamd J. L. D. en P. S., die uit den hal een partij visch hadden ontvreemd. S. die een oude bekende der politie is heeft nog eenige diefstallen op zijn kerfstok. Beiden zijn naar Amsterdam overgebracht. Een hondcrd-en-twee jarige. De oudste ingezetene van Emmen, de heer Gijsbertus Antoon Meyer, is vandaag 102 jaar. De nog krasse, flinke, oude heer is geboren in 1813 ïn het Oost-Frieschc plaatsje Ditzum. In zijn jeügd was by met zyn broeder werkzaam in een manufacturen-magazyn te Groningen. In de dagen van den Belgischen opstand moest hij de ellemaat verwisselen met de sabel, want 'n groot deel van het Ntdeiiandschc leger lag toen aan de grenzen. Uit die st ge komen deed hy examen vc o kommies, en in 1840 ging hij weer naar de grenzen. Na tct hoofdcommies opgeklommen te zijn, werd hij in 1878 gepensionneerd; ook daarna nam hij nog geen rust. Over de smokkelarij vertelde de heer Meyer tijdens zijn honderdjarig feest verschillende bijzonderheden aan de En m r Courant, welke ops doer vriendelijke zi.de werd toegezonden. Deze oude herinneringen zijn wel aardig in dezen tijd, nu ook zooveel gesmokkeld wordt aan de grenzen. Toen hij zijn tweede eeuw intrad, veitelde hij aan dit blad de volgende anekdote uit zyn kommiezen tijd: „Wij lagen aan de grenzen bij Ter-Apel aan den Leidijk met z'n tweeën. Er werd toen verbazend veel gesmokkeld; vooral sterke drank, dikwijls van 90 a 95 pCt., welke ze in varkensblaven vervoerden. Toen wij daar zoo rustig lagen, zagen wij een heelen troep smokkelaars de grens overtrekken. Ik telde 25 en mijn kame raad zelfs 27 man. Wij begrepen zeer goed, dat deze in den avond of nacht met hun smokkelwaren zouden terugkomen en natuur lijk gingen wy wacht houden. Het eene uur na het andere verliep, maar wie kwam, geen smokkelaars. Tot overmaat van ramp begon het te stortregenen, zoodat weldra on/.e klee deren geheel doorweekt waren, maar wij bleven waar wij waren. Ten slotte zegt mijn kameraad: „Ik kan niet meer volhouden." „Niet kunnen,' zeg ik, ,,'t moet. Zij moeten 'terugkomen »n zij denken natuurlijk, dat met zoo'u regen geen kommies meer in t veld is." Wij bleven waken en tegen't ochtendkrieken werd ons geduld beloond. De heele troep kwam er onbezorgd aanzetten, overtuigd, dat de kommiezen het veld wel uit geregend zouden zijn, tot ze plotseling door onze revol verschoten uit hun onbezorgdheid werden opgeschrikt. Een tweetal, die in gaten terecht kwamen, tot herstel van den Leidijk gegraven, viel ons in handen en moest z'n smokkellust met gevangenisstraf bezuren." Oorlog, welvaart en kermis. Uit Hoorn schrijft men aan het „N. v. d. D.": De veilingsvereeniging „De „Tuinbouw", te Grootebroek, heelt nu reeds voor meer dan twee miliioen gulden verhandeld! Nog nooit is zoo iets voorgevallen, terwijl nog heel wat late aardappelen en tweede gewas- producten moeten aangevoerd worden. De onderscheidene boerenleenbanken in ge heel deze streek vrijwel op elk dorp kun nen dan ook wijzen op kleinere en grootere inlagen, teiwyl er geen vraag is naar voo.- sihjtten, zoodat bijna al bet geld op de Cen- tiale Bank wordt gedeponeerd. En omdat deze lageie rente geeft, dan in plaatselijke banken zeif, zijn dus de laatste verplicht met verlas ie werken, als zij ten minste zelf geen voorschotten bij de Centrale Bank hebben, 't Ligt dan voor de hund, dat deze vereeni- gingen te plattenlande den rentevoet gaan verlagen. Het geld zal goedkooper worden. Er is voorspoed te plattenlande en die uit zich weer in hét bezoek aan de kermissen. In bet bijzonder die der steden vormen, als vóór 2 jaar, een attractie, vooral op den Zondag, den laatsten kermisdag, was Tin Hoorn op bet uitgebreide kermisterrein ver bazend druk. Heel wat guldentjes hebben de buitenlui doen rollen, tol groot genoegen van de exploitanten der onderscheidene spel len. Na Hoorn is de Alkmaarsche tennis voor deze streken nog wel zoo belangrijk. In den naasten, zoowel als in den verren omtrek, wordt zij niet gaarne overgeslagen. Do bron Yan wel vaart l Zekere Petje H.. tot voor korten tijd een arm dagloonertje uit een Noord-Brabantsch dorp, kwam dezer dagen aan het veerhuis te Oellélt, met een splinternieuwe liets om daar in de Maas tc gaan visschen. Hij had daar nu tijd voor. Op de opmerking van een der aanwezigen, dat hij zulk een mooie flets had, luidde heel lakoniek het antwoord: „Dat geloof ik -wel, mijn zoon is óok in militairen dieu.-t. Teleurgesteld. Plet circus Carré kwam Donderdagmorgen per extra van Meppel te Heerenveen en zou daar 's avonds zijn ope ningsvoorstelling geven. Maar met het ver voer der zware wagens ging het slecht; op den rijksstraatweg werden diepe voren ge maakt, zoodat de rijkspolitie gelastte de wagens \0)i- een deel te ontladen. Op het terrein een stuk weiland zakten de wagens nog dieper in den drassigen grond. Het gevolg was, dat eerst te 5 uur de eerste mast voor de tent gehesclien werd. De openingsvoor stelling werd afgelast. Vele kaarten waren reeds verkocht en velen van buiten Heeren veen moesten teleurgesteld terugkeeren. Een vrouwelijke rrjwieldief. DeUtrecht- sche recherche heeft een vrouw aangehouden, die er haar werk van maakte, rijwielen te verduisteren. Zij huurde bij rijwielreparateurs en verhuur-inrichtingen fietsen, z.g. voor enkele uren, maar de aldus verkregen machi nes bracht zij alle naar particuliere belcenings- banken, waar zij de rijwielen verpandde. Dat heeft zy gedaan met een stuk of 5,6 fietsen. Zy verklaarde, zicli aan bot misdrijf te heb ben schuldig gemaakt, om aan geld te komen voor haar levensonderhoud. Zij is al 54 jaar; haar man werkt op een fabriek in het noor- den des lands, maar al een jaar vertoefde zy alleen te Utrecht en kwam zoodoende zonder middelen van bestaan. De vrouw zal ter beschikking der justitie worden gesteld. Anto-oiigcluk. Men meldt uit Oss, d.d. 20 Augustus: Een militaire auto, bestuurd door kapitein Dudok van Heel, reed hedenmiddag omstreeks 12 uur te Heesch door het loslaten van ecu atuurpijp tegen een boom. De bestuurder werd er uitgeslingerd en brak een been. De naast hem zittende geleider werd inwendig gekneusd. Twee mede-inzittenden, ook militairen, liepen lichte verwondingen op. De een aan het been, de ander aan den arm. De auto werd zwaar beschadigd. Uit Oss werd een brancard gebaald voor het vervoeren van de gekwetsten. Nader meldt men uit 's Plertogeubosch het volgende: De militaire auto, welke gistermiddag op weg naar Nijmegen door een tot nu toe on bekend defect even voor Heesch tegen een boom reed, is totaal verbrijzeld. Van de vijf inzittende officieren en de chauffeur is deze laatste het ernstigst ge blesseerd. Den chauffeur J. Wassenberg pit Haarlem is de borstkas en de kin ingedrukt en hij heeft drie ribben gebroken, hij is naar het ziekenhuis te 's Hertogenbosch vervoerd. Van de vijf officieren heeft do kapitein Dudok van Heel twee beenen gebroken. Hij is onmiddellijk naar Breda vervoerd. De andere vier officieren bekwamen allen min of meer ernstige kwetsuren en werden naar liet ziekenhuis te 's Hertogenbosch ge transporteerd. De overblijfselen van de auto zijn op tweo militaire transportwagens vervoerd. Dr. Vau dc Heydcn uit 's Hertogenbosch verleende met twee doktoren en een verpleeg ster uit Oss ter plaatse geneeskundige hulp. De toestand van den chauü'eur is zeer zorgwekkend. Rampen en ongelukken. Men meldt uit Zaandam d.d. 19 Aug.: Aan de gemeeutelijlcc gasfabriek alhier had een ernstig ongeluk plaats. Door het springen van een blaasbalg werd een werkman ernstig aan het hoofd door een stuk ijzer gewond. De getroffene werd per brancard naar huis vervoerd. Men meldt uit Schiedam: Donderdagmiddag werd de 8-jarigo W. Koudijs, wonende aan den Oudendijk, ver dronken gevonden in een sloot aldaar. Ver moed wordt, dat de knaap spelende in do sloot is geraakt. Het lijkje werd naar de ouderlijke M'oning gebracht. Gistermorgen is de boerenhofstede van gebrs. Mathijsson te Wagenberg tot den grond afgebrand, Een groote voorraad granen en hooi ging verloren; assurantie dekt de schade. De oorzaak is onbekend. Te Ruurlo is Donderdag een groote boerderij afgebrand. Slechts cenig huisraad en een gedeelte van het vee kon worden gered. De oorzaak is onbekend. Tc Voorbuig had Dinsdag jl. de opper man V. het ongeluk in een roestigen spijker te trappen; het gevolg was bloedvergifti ging, waaraan do man Donderdag is over leden. Hij laat een weduwe met acht kin deren na. BINNENLAND. Wettelijke eischen van bekwaamheid voor den Gemeente-secretaris. Heit Persbureau van den Nod. Bond van gemeente-ambtenaren zen dit een stuk ter plaatsing, waaraan wij hot vo0.gende ontleeaien: Jarenlang Streed' die Nederland sche bond van gemeente-ambtenaren voor Vaststeljng van wettelijke- ciischen van (bekwaamheid voor benoembaarheid k\ gemeente-secretaris. Reeds sedert meer dan 30 jaren nam de Ne<leiriiandsche vereeni-ging /voor ge meentebelangen eeai examen af voor ver krijging eener 'akte van bekwaamflieiid in de gemeente-administratie. Nimmer sterker dan in de tegenwoor dige buitengewone tijdsomstandigheden bleek naar alle zijden de noodzakelijk heid. dat niemand tot Gemeente-secretaris worde benoemd .dan die voldoet aan riet liclut te stellen eischen van bekwaamheid. Het algemeen ibetang wordt in deze tij deal meer nog dan anders in hooge mate gediend ,door een goede werkzaamheid van do ambtenaren bij de gemeente-ad- ►rimistraitie, vooral'; van den eersten FEUILLETON. De noodlottige erfenis. O! riep hij o-p gevoelvolle® toon uiit, ik beschouw het ongeluk, dat u getrof fen heeft ats een band, die ons aan elkaar ■verbindt. Hoe verheugd was ik, toen ik im dit vreemde land kwam waar ik nie mand kende, hier land'genooten aan te treffen, die mij zoo vriendelijk ontvingen en met wiLe ik spireke® kon in onze eigen taal. Helaas, dat /i'k getuige moest zijn van zulke wneede uren in dit gastvrije huis! En toch wens oh jk daarmee mijzelve ge luk. wamt het stelt mij an d© gelegenhecd, u met ai mijn krachten ter zijde te staan en van dienst te zijn. Ik dank' u daarvoor van ganöcher harte, antwoordde .zij op een toon van diepe erkentelijkheid, maar nu aV.es is geregeld moet ge u niet langer verplicht rekc-nen uw vrijheid aan mij op te offe ren. Neen, ik ka.n mijn taak niet als ge- éfimdógd beschouwen, alvorens u aan Hec tor te hebben overgegeven. Ik kan hiem wel afwachten zonder u longer op te houden. Ik ben hier niet alleen. Mijn zuster ls er nog. Is dat hetzelfde? riep hij uit. Kan zij ook maar begrijpen wat gij ondervindt? Het verdriet dat zij gevoelt Ss maar be- ■krekkeliik. Het is alleen om d© smart die u treft dat zij den overledene beweent. Niets dn de weduwe/ kwam tegen deze verdachtmaking in verzet, want deze woorden drukten juist ijlt, hetgeen in haar binnenste omging. Zii voelde een onbestemde® wrevel te- ge® Rosie omdat deze niet zoo onder smart gebogen ging. Toen kort daarop de jongste zuster kwam en Morel zich bij haar nadering verwijderde, heerschte er een pijnlijk stil zwijgen tusschen de berde vrouwen. Lizzie, in zichzelf gekeerd, scheen een vei'ktaring tusschen haar beiden te duch ten. De jongste daarentegen was vol toe geeflijkheid en medelijden. Zij eeihiediigde de smart van haai- zus ter e® had geduld genoeg om te wachten totdat deze zich in haar ongeluk weer tot haar wenden zou. O! met hoeveel liefde, met hoeveel tee- derheid zou zij trachten haar het gele dien verlies eeniigszins te vergoeden. Arme Rosie, die niet bevroedde, dat juist op «dit oogenblik er eer een verwij dering dan een toenadering tusschen haar en haar zuster op handen was! Ten slotte vroeg zij op een toon alsof zij tot een ziek kind sprak: Zijt gij in staat mij aa® te hooren? Als vermoeid klonk de weervraag van Lizaiei: Wat kunnen wij elkaar nog te zeg gen hebben. Zeker, hernam destudente, hert is wel wat vroeg om u nu reeds te onttrekken aan de gedachte, die u uitsluitend moet bezighouden en u te spreke®, over iets anders dan over hem, dien gij beweent en toch, is nu niet juist het oogenblik gekomen, waarop wij ons nauwer bij el kaar moeten aansluiten? Zou het u geen verlichting echenke®, te weten, dat een grepzenlooze toegenegenheid n p^bljjft? Verlangt gij er ook niet met ongeduld naar, evenals ik, dat die vreemdeling zich zal verwijderen, di<e zich ten doel schijnt te stelten, zich tusschen ons in te drin gen? Op e enigszins bitsen toon vroeg Ldzzöe: Van welken vreemdelinig spreekt gij? Wal,- van dóen Augustin Morel, die, ik weet niet met welk recht, hier een ze ker soort van gezag uitoefent. Ik kan hem er toch geen verwijt van maken, dat hij betrokken is bij een ge- beurteniis, die mijn leve® heeft vernietigd, zeide de jonge weduwe met eenige ba.ttea'- heid. en waaraan allee® het noodlot schuld heeft? Dat s/tem jk u toe, maar toch, a«l ware het allee® om de droevige herinne ringen, die zijn aanwezigheid in mij op wekt. zou pk niets liever willen, dan dat hij ons eindelijk een-s met rust liet. Waarmee hindert hij u? Ik heb van hem niets da® blijken van symp/atihóe ont vangen. O! ik moet zelf bekennen, dat de weerzin dien hij mij inboezemt, onge grond i"s, maar niettemin, al is het alleen bij instinct, die man is mij hatelijk. -Gij zijiti dwaas! Wait hebt gij hem te verwijten? Allies en niets. Die man kende onzen Bernard niet, hij zag hem voor 't eerst van ziin leve® en hij stelt zich aan alsof hii in hem een boezemvriend vertoren heeft. Dat is toch niet natuurlijk. Hij put zich uit in gedienstigheid voor u* die eveneens zoo goed als een vreemde voor hem is e® brengt aan u al zijn tijd en moeite ten offler. Dat alles komt mij zoo MBKaarjcbijnliik voor. -•'rL. Uw verdenking is gewoon weg be lachelijk. Trouwens kunt gij gerust zijn, hij is slechts tijdelijk hier. Gelukkig. A!«s die heer vertrokken is, zal, hoop ik, niets ons beletten ons leven van vroeger, met en voor elkaar, weer op te vatten! De jonge vrouw aarzelde een oogen blik, alvorens te antwoorden: Ik kan mij .te dien opzichte nog tot niets verbinden. Gij weet wel, dait ik geen andere gedragslijn mag volgen dan die welke de 'laatste wil' van mijn Bernard mij voorschrijft. Ik zou ;er op witten zweren dat de gedachte, om ons te sohe:«den, nooit in hem ós opgekomen. Hij kende uw onafh ank e'. i jkszin en daarom kan hij er misschien aan ge dacht hebben, nyj buiten u een meer standvastige steun te verzekeren. Op 'liefdevollen toon zeide het meisje: Luister, lieve, gij weet welke plan nen ik vroeger had. Welnu, bij de ramp dlie u getroffen heeft, wil ik niets liiever dan van al mij® plannen afstand doen, mij vol vreugde verder geheel aan u wij den. En denkt gij dat ik er ooit in toe stemmen zou, zu'k een offer van u aan te nemen? Spreek toch dat woord offer móet uit. Het zal voor mij een groot geluk zijn, mij geheel aan u te geven. Lö/zzie schudde het hoofd. Wij mogen over de toekomst nie.t be schikken, zedde zij droefgeestig. Gij zoudt wellicht eenmaal uw onafhankelijkheid betreuren, die gij nu voor mij walt prijc- g-ftveu, Wat. mij betre.lt, ik aieet niet wat ik besluiten zal of 'llievcr, ilk zal geen be stuit nemen, maar doen wat de broeder van mi in beminden man mij aanraadt. Rosie was te trotsch om er nog verder op aan te dringen. Zi i vond iui haar hart ve conisch uviLig Lug voor de koelheid van lizzie en schreef die toe aan het verdriet, dat haar verteerden Zelfs was zij niet eens gekrenkt door de wed gering van hetgeen zij toch zoo op recht gemeend aanbood. Wat de weduwe betreft, verdoofd a's zij was door den slag, dóe haar getroffen had. verbitterd door het ongeluk, ver langde zii naar niets dan naar de aan komst van Hector d'AlLenet, dóen zij zich voorstelde als het levend evenbeeld yan hem, dien zij verloren had. Eindelijk kwam Morel bij haar met een telegram, dat hjj van Hector had ontvan gen en waarin deze meedeelde, dat hij te New-York aan land gegaan was. - Morgen zou hij dus hier zijn. En den volgenden dag bracht Morel hem mee. Bevend van aandoening trad Lizzie hem tegemoet. Helaas, .de eerste bVi'k, dien zij op hem wierp, bereidde haar een wreed© teleur stelling. Niets dat herinnerde aan de slanke, Lenige gestalte, aan het eerlijke open ge laat van haar onvergetelijken echtgenoot, vond zii weer in dten kleinen, maar zwaar gebouwden man, met zijn scherp getee- kende trekken en zijn stroeven blik. (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 7