Hij praatte aldoor, terwijl mj me met
water wuschte en een fijn poeder op mijn
eëziclit strooide.
gen staartvlechter is bij u niet noodig,
grinnikte hij- Maar oor krabbelen wel en
j,oe! Méér dan vuil!
Hij haalde uit een schuiflade een aantal
van minstens 20 verschillende kleine in
strumenten, messen, vijlen, borsteltjes,
tangen, haken en hamertjes, zoodat ik
j,et onaangename gevoel kreeg alsof ik in
de kamer van een tandarts zat.
Eerst bracht de Chinees een lange
uiterst fijne stalen lancette in mijn oor,
die hij snel tusschen de vingers draaide,
wat een onverdragelljke een zeer pijnlijke
prikkeling teweegbracht.
Oh. Oh...'rustig... praatte de man
onderwijl, 't Is dadelijk over... oh, wat
cm berg vuil!
Toen deed hij hetzelfde met mijn ander
oor, dan wond hij om het lancetje een
zacht zijden lapje en begon van voren af
aan. Thans volgde de eigenlijke operatie
van het oorenkrabben. Een kleine tang
van fijn staal met afgeronde punten
schoof hij in mijn oor tot het trommel
vlies. Door 'n vingerdruk bewoog hij een
schroef in de tang, zoodat die zijn punten
uitzette en een sterke spanning van het
vlies veroorzaakte. Met een hamertje
sloeg hij dam op het hands vat met kleine
regelmatige slagen,
ik moet eerlijk zeggen ,dat dit een al-
leraangenaamste gewaarwording in mijn
gansche hoofd deed ontstaan. Na een
wijle ontstond een droomachtige toestand
waarin ik als verre muziek hoorde of als
ruischen van' wind over zee. Ten slotte
waschte mijn barbier met veel water zeer
zorgvuldig mijn ooren uit.
Dan kregen mijn oogen een beurt. Hij
begon ze een voor een in lauwwarm wa
ter te baden, waarna hij één voor één
mijn oogleden snel omdraaide en ze met
een miniatuurscheermes zorgvol schoor en
vervolgens met een borsteltje de oogharen
bewerkte. Tot slot blies hij heftig onder
mijn oogleden en met een fijn zijden lapje
streek hij eenige malen over de bollen.
Beleefd buigend lei hij daarna zijn in
strumenten neer, stroopte mijn mouwen
op en*greep mijn arm.
Wat is Lee-Ah-Song van plan, dacht ik,
nu toch heusch een oogenblik bang.
Plotseling voelde ik een hevige pijn in
mijn schouder, ik hoorde een kraken: de
Chinees „masseerde" mijn arm. Nog niet
bekomen van schrik en pijn, werd ik
verrast door een klapperend geluid alsof
vuurpijlen knapten. Ik keek en ik zag,
dat de Chinees met mijn vingers bezig
was, ze één voor één uit het lid trok en
Meer terug liet- springen. Iedere ruk
werkte op mij in als een hevige klap op
mijn voorhoofd. De pijn werd intensiever
en verspreidde zich over mijn geheele
lichaam. Ik was werkelijk een oogenblik
van pijn verdoofd.
Toen ik weer tot me zeiven lcwam lag de
barbier geknield voor me en was hij bezig
mijn broekspijpen op te stroopen: hij wil
de nu aan mijn beenen en mijn voeten
gaan beginnen.
Maar dèt was me te veel. Ik sprong op,
wierp een vijftigcentsstuk neer en maakte
dat ik wegkwam.
De trap afsnellend, hoorde ik boven
me het hoongegrinnik van den Chinees.
Nooit ga ik meer naar een Chineeschen
barbier!
barbier! (O. H. C.)
Uit de Pers.
De varkensquaestie.
Donderdag trad de maandtermijn in,
van 19 Augustus tot 18 September, waar
binnen geen varkensvleesch, levend of
geslacht, naar het buitenland mag worden
uitgevoerd. Zooals men weet, is de Regee-
ring tot dit verbod overgegaan, omdat de
exporteurs-consenthouders, die den laat-
sten tijd aan de Regeering beneden markt
prijs varkens hadden geleverd, in gelijke
verhouding als de hoeveelheid, die zij over
de grenzen brachten, daarmede hadden
opgehouden, omdat voor hen het voordeel
van den uitvoer door de gelimiteerde prij
zen der binnenlandsche leveranties teloor
ging.
Om nu lagere marktprijzen af te dwin-\
gen, heeft de Minister van Landbouw ge
daan wat men van hem verlangde, n.l. den
g'eheelen uiivot/i- v-iioooen. Wat de expe
diteurs op hun rekening voor het buiten
land hadden, mag nog over de grenzen,
maar dan is het uit en de consenten zijn
thans niet meer geldig; eerst over een
maand is er kans, dat de uitvoer mag wor
den hervat.
„De groote vraag is nu schrijft D e
T ij d of het uitvoerverbod zal helpen.
Wij voor ons zijn, om de waarheid te zeg
gen, dienaangaande een weinig wantrou
wend, hebben daarvoor goede redenen, en
de eerste voorteekenen stellen ons in het
gelijk. Terwijl toch het uitvoerverbod reeds
eeniige dagen bekend is, zijn de marktprij
zen nog volstrekt niet teruggeloopen.
„De varkenshouders weten, dat ze lich
telijk een maandje kunnen probeeren, hun
dieren vast te houden; wij spraken er dan
ook, die glunderend van pleizier dat
heusch van plan waren. Zij gaan de risico
aan; want na een schoone opruiming, die
hun veel winst opleverde, kunnen ze een
stootje afwachten: in vier weken wordt een
varken niet slechter, en het oponthoud
brengt zijn rente op, zeggen ze. Uit het
perscommuniqué blijkt trouwens, dat de
Minister zich de aanvankelijke nutteloos
heid van zijn uitvoerverbod wel bewust is;
ook omdat hij geen zekerheid heeft, dat de
export zal voortduren en de leverantie van
varkens aan de Regeering haar reserve op
poU zal houden. Eerst einde September of
begun October beginnen de boeren „nattig
heid te gevoelen" en komen er aanvoeren
voor de slachtbank, zoodat in de thans in
getreden maand-periode de Liefhebbers van
varkensvleesch zich geen illusies behoeven
te maken, dat ze vet zullen soppen.
„Er is nu een allèrlaatst middel
schrijft het blad maar daartoe zal de
Regeering wel niet durven overgaan. De
Levensmiddelenwet geeft haar n.l. de be
voegdheid, om alle levende varkens voor
een redelijken prijs te onteigenen en in be
slag te nemen. De uitvoerbaarheid daar
van is evenwel twijfelachtig en alleen zij,
die met de practische moeilijkheden niet
bekend zijn, plegen daar licht overheen te
stappen. Het ligt thans niet op onzen weg
om daarover uitvoerig uit te wijden. Wij
bepalen ons er dus toe om er op te wijzen,
dat het geheel verkeerd zou zijn, aan den
Minister te verwijten, dat hij niet tot dien
uitersten maatregel overgaat. Er zijn reeds
heel wat verbodsbepalingen en er staan
reeds heel wat voorschriften op papier,
die in de practijk geen of slechts zeer ge
ring resultaat hebben. Reeds nu heeft de
smokkelarij heel groote proportiën aange
nomen en de meest uitgebreide maatre
gelen aan de grenzen verhinderen niet,
dat er verboden uitvoer op enorme schaal
plaats heeft. Zou men de veeteelt en de
fokkerij onder beslag willen leggen, niet
alleen de militie en de landweer, maar de
geheele landstorm zou er aan te pas moe
ten komen. En dan nog zouden er var
kens, dood of levend, over de grenzen
gaan. Men moet het vernuft van onze
landbouwers in dat opzicht niet onder
schatten, vooral niet als het zaken geldt,
waarbij zij zich in geweten niet gebonden
achten.
„Het graan en het meel, de steenkolen
en nu ook de varkens zullen de Regeering
zorgen genoeg baren."
Dobbelzucht.
De geldmarkt begint weer wat op te
leven.-
Na een korte periode herstelde zich alles
allengs en in plaats van een effectenlijst
met waardelooze papieren staan meerdere
fondsen hooger dan vóór den krijg.
De Ne'derlandsche Bank verkeert in een
ondenkbaar vaste positie.
Op een en ander wordt gewezen in de
„Nieuwe Amsterdammer".
En met groote erkentelijkheid mag van
dezen loop der dingen worden kennis ge
nomen.
Evenwel wordt ook gewezen op een an
der feit, dat minder tot vreugde stemt.
Gewag wordt gemaakt van de specula
tiezucht die zich weer in het Nederland-
sche volk gaat openbaren.
De-schrijver geeft dit schérp geteekend
stukje:
„En thans, nu de menschonteerende krijg
een jaar lang hoeft gewoed, vertoont de
financieele toestand van ons land een
aspect, zoo gunstig als de overmoedigste
optimist zich nauwelijks zou hebben dur
ven voorstellen. Men zie b.v. de cijfers van
'de jongste weekstaat der Nederlandsche
Bank, die zich ipet een goudvoortaad van
bijna 375 millioèn in een positie bevindt,
om al haar zusterinstellingen over de gren
zen jaloersch te maken. Men lette op de
lage prolongatierente, die de 2pCt. ter
nauwernood overschrijdt, en op de mini
male rente, die de banken overstelpt met
deposito's, haar cliënten vergoeden. En
raadpleegt men de prijscourant onzer ef
fectenbeurs, dan is het mee* geringe aan
tal der daarop voorkomende fondsen, dan
de daarvoor genoteerde koers, die aan de
crisis herinnert. Prima 5 pCt. fondsen no-
teeren ettelijke procenten boven den pari-
koers, waarop zij kortelings werden uit
gegeven. En met uitzondering van de ta-
baksafdeeling, waarin de minder gun
stige resultaten van de jongste veilingen
zich ook onder andere omstandigheden
zouden hebben gereflecteerd, en van de
staatsfondsen der oorlogvoerende staten,
wier crediet afneemt naarmate hun roem
vermeerdert, bedingen de meeste fondsen,
den verhoogden rentevoet in aanmerking
genomen, thans aanmerkelijk hoogere
prijzen dan voor de crisis het geval was.
Men hoort van alle kanten verzekeren,
dat men hier in ons waterland, om het
minder netjes uit te drukken, stikt in het
geld. En om, wat lucht te krijgen, heeft de
Nederlandsche speculant zijn nauwelijks
bedwongen passie weer voelen ontwaken
en doet hij zijn uiterste best om de Ame-
rikaansche papieren, die hij een jaar ge
leden in wanhoop en met een „nooit weer!"
naar de andere, de „nieuwe" wereld, had
teruggezonden, tegen aanmerkelijk hoo
gere prijzen weder in te koopen.
Hij leest (als hij leest) dat de geallieer
den voor- millioenen dollars oorlogstuig in
de Unie hebben besteed en ziet in gedach
tenniet de dood en het verderf, dat
aanstonds daardoor weder zal worden ge
zaaid, zelfs niet de enorme kapitaalver
spilling, die door die millioenen wordt
uitgedrukt, maar de prachtige stijging van
den staat van netto-ontvangsten en van
die der onuitgevoerde orders der Steel
Corporation, enkoopt Steels voor 70
en meer procent, hoewel het fonds geen
cent dividend geeft. En zoo doet een an dei-
met de Cans en een derde met Carren of
Smeltings, en in een minimum van tijd zit
het zorgvuldig gekoesterde Hollandsche
geld in Amerika en zitten dé Amerikaan-
sche papieren weder op hun oude plaats.
Totdat er aanstonds weer met een bericht
b.v. als deze week door Central News werd
rondgekabeld, als zou een geweldige sta
king in de Amerikaansche mundtiefabrie
ken op til zijn) een aanval door de baisse
wordt gedaan, die de Nederlandsche spe
culatiezucht met verliezen van tonnen
gouds straft. Dan volgt bet bekende re
frein: „nooit weer" enmen begint op
nieuw."
Onnoemelijk veel ellende is door het dob
belspel reeds over ons volk gebracht.
Zou het waar zijn, dat als de oorlog
voorbij is, ook op dit terrein ons volk on-
gelouterd te voorschijn zal treden en het
gokspel weer lustig .za^vqoxtgczet?
Gemengde berichten.
Dubbele nationaliteit? De landbouwer
J. Kupers te Losser heeft vier zonen, die in
Duitschland werken.
Daar ze alle in Duitschland zijn geboren,
werden ze opgepikt om in het Duitsche leger
te dienen. Een wist te ontkomen, en kwam
veilig over de grenzen.
Alhoewel geboren Duitscliers hebben ze
allen in Nederland aan de loting voor de militie
deelgenomen, dus hier aan hunne militaire
verplichtingen voldaan.
Toch getrouwd. Te Apeldoorn is Don
derdag door den wethouder T. de Bruin
Jonkvr. Anna de Savornin Lobman in den
echt verbonden met den heer H. Ph. Spoor,
oud-ontvanger der registratie en domeinen.
De huwelijksvoltrekking werd door een aantal
dames en officieren op de publieke tribune
bijgewoond.
Yischdiefstal te IJmniden. Door de
politie, toezicht houdende in de Rijksvischhal
te IJmuiden zijn twee personen gearresteerd,
genaamd J. L. D. en P. S., die uit den hal
een partij visch hadden ontvreemd.
S. die een oude bekende der politie is heeft
nog eenige diefstallen op zijn kerfstok.
Beiden zijn naar Amsterdam overgebracht.
Een hondcrd-en-twee jarige. De oudste
ingezetene van Emmen, de heer Gijsbertus
Antoon Meyer, is vandaag 102 jaar. De nog
krasse, flinke, oude heer is geboren in 1813
ïn het Oost-Frieschc plaatsje Ditzum. In zijn
jeügd was by met zyn broeder werkzaam
in een manufacturen-magazyn te Groningen.
In de dagen van den Belgischen opstand
moest hij de ellemaat verwisselen met de sabel,
want 'n groot deel van het Ntdeiiandschc
leger lag toen aan de grenzen. Uit die st ge
komen deed hy examen vc o kommies, en in
1840 ging hij weer naar de grenzen. Na tct
hoofdcommies opgeklommen te zijn, werd hij
in 1878 gepensionneerd; ook daarna nam hij
nog geen rust.
Over de smokkelarij vertelde de heer Meyer
tijdens zijn honderdjarig feest verschillende
bijzonderheden aan de En m r Courant, welke
ops doer vriendelijke zi.de werd toegezonden.
Deze oude herinneringen zijn wel aardig in
dezen tijd, nu ook zooveel gesmokkeld wordt
aan de grenzen. Toen hij zijn tweede eeuw
intrad, veitelde hij aan dit blad de volgende
anekdote uit zyn kommiezen tijd: „Wij lagen
aan de grenzen bij Ter-Apel aan den Leidijk
met z'n tweeën. Er werd toen verbazend veel
gesmokkeld; vooral sterke drank, dikwijls
van 90 a 95 pCt., welke ze in varkensblaven
vervoerden. Toen wij daar zoo rustig lagen,
zagen wij een heelen troep smokkelaars de
grens overtrekken. Ik telde 25 en mijn kame
raad zelfs 27 man. Wij begrepen zeer goed,
dat deze in den avond of nacht met hun
smokkelwaren zouden terugkomen en natuur
lijk gingen wy wacht houden. Het eene uur
na het andere verliep, maar wie kwam, geen
smokkelaars. Tot overmaat van ramp begon
het te stortregenen, zoodat weldra on/.e klee
deren geheel doorweekt waren, maar wij
bleven waar wij waren. Ten slotte zegt mijn
kameraad: „Ik kan niet meer volhouden."
„Niet kunnen,' zeg ik, ,,'t moet. Zij moeten
'terugkomen »n zij denken natuurlijk, dat met
zoo'u regen geen kommies meer in t veld is."
Wij bleven waken en tegen't ochtendkrieken
werd ons geduld beloond. De heele troep
kwam er onbezorgd aanzetten, overtuigd, dat
de kommiezen het veld wel uit geregend
zouden zijn, tot ze plotseling door onze revol
verschoten uit hun onbezorgdheid werden
opgeschrikt. Een tweetal, die in gaten terecht
kwamen, tot herstel van den Leidijk gegraven,
viel ons in handen en moest z'n smokkellust
met gevangenisstraf bezuren."
Oorlog, welvaart en kermis. Uit Hoorn
schrijft men aan het „N. v. d. D.":
De veilingsvereeniging „De „Tuinbouw",
te Grootebroek, heelt nu reeds voor meer
dan twee miliioen gulden verhandeld! Nog
nooit is zoo iets voorgevallen, terwijl nog
heel wat late aardappelen en tweede gewas-
producten moeten aangevoerd worden. De
onderscheidene boerenleenbanken in ge
heel deze streek vrijwel op elk dorp kun
nen dan ook wijzen op kleinere en grootere
inlagen, teiwyl er geen vraag is naar voo.-
sihjtten, zoodat bijna al bet geld op de Cen-
tiale Bank wordt gedeponeerd. En omdat
deze lageie rente geeft, dan in plaatselijke
banken zeif, zijn dus de laatste verplicht met
verlas ie werken, als zij ten minste zelf geen
voorschotten bij de Centrale Bank hebben,
't Ligt dan voor de hund, dat deze vereeni-
gingen te plattenlande den rentevoet gaan
verlagen. Het geld zal goedkooper worden.
Er is voorspoed te plattenlande en die uit
zich weer in hét bezoek aan de kermissen.
In bet bijzonder die der steden vormen, als
vóór 2 jaar, een attractie, vooral op den
Zondag, den laatsten kermisdag, was Tin
Hoorn op bet uitgebreide kermisterrein ver
bazend druk. Heel wat guldentjes hebben
de buitenlui doen rollen, tol groot genoegen
van de exploitanten der onderscheidene spel
len. Na Hoorn is de Alkmaarsche tennis
voor deze streken nog wel zoo belangrijk.
In den naasten, zoowel als in den verren
omtrek, wordt zij niet gaarne overgeslagen.
Do bron Yan wel vaart l Zekere Petje
H.. tot voor korten tijd een arm dagloonertje
uit een Noord-Brabantsch dorp, kwam dezer
dagen aan het veerhuis te Oellélt, met een
splinternieuwe liets om daar in de Maas tc
gaan visschen. Hij had daar nu tijd voor.
Op de opmerking van een der aanwezigen,
dat hij zulk een mooie flets had, luidde heel
lakoniek het antwoord: „Dat geloof ik -wel,
mijn zoon is óok in militairen dieu.-t.
Teleurgesteld. Plet circus Carré kwam
Donderdagmorgen per extra van Meppel te
Heerenveen en zou daar 's avonds zijn ope
ningsvoorstelling geven. Maar met het ver
voer der zware wagens ging het slecht; op
den rijksstraatweg werden diepe voren ge
maakt, zoodat de rijkspolitie gelastte de wagens
\0)i- een deel te ontladen. Op het terrein
een stuk weiland zakten de wagens nog
dieper in den drassigen grond. Het gevolg
was, dat eerst te 5 uur de eerste mast voor
de tent gehesclien werd. De openingsvoor
stelling werd afgelast. Vele kaarten waren
reeds verkocht en velen van buiten Heeren
veen moesten teleurgesteld terugkeeren.
Een vrouwelijke rrjwieldief. DeUtrecht-
sche recherche heeft een vrouw aangehouden,
die er haar werk van maakte, rijwielen te
verduisteren. Zij huurde bij rijwielreparateurs
en verhuur-inrichtingen fietsen, z.g. voor
enkele uren, maar de aldus verkregen machi
nes bracht zij alle naar particuliere belcenings-
banken, waar zij de rijwielen verpandde. Dat
heeft zy gedaan met een stuk of 5,6 fietsen.
Zy verklaarde, zicli aan bot misdrijf te heb
ben schuldig gemaakt, om aan geld te komen
voor haar levensonderhoud. Zij is al 54 jaar;
haar man werkt op een fabriek in het noor-
den des lands, maar al een jaar vertoefde
zy alleen te Utrecht en kwam zoodoende
zonder middelen van bestaan.
De vrouw zal ter beschikking der justitie
worden gesteld.
Anto-oiigcluk. Men meldt uit Oss, d.d.
20 Augustus:
Een militaire auto, bestuurd door kapitein
Dudok van Heel, reed hedenmiddag omstreeks
12 uur te Heesch door het loslaten van ecu
atuurpijp tegen een boom. De bestuurder werd
er uitgeslingerd en brak een been. De naast
hem zittende geleider werd inwendig gekneusd.
Twee mede-inzittenden, ook militairen, liepen
lichte verwondingen op. De een aan het been,
de ander aan den arm. De auto werd zwaar
beschadigd. Uit Oss werd een brancard gebaald
voor het vervoeren van de gekwetsten.
Nader meldt men uit 's Plertogeubosch het
volgende:
De militaire auto, welke gistermiddag op
weg naar Nijmegen door een tot nu toe on
bekend defect even voor Heesch tegen een
boom reed, is totaal verbrijzeld.
Van de vijf inzittende officieren en de
chauffeur is deze laatste het ernstigst ge
blesseerd. Den chauffeur J. Wassenberg pit
Haarlem is de borstkas en de kin ingedrukt
en hij heeft drie ribben gebroken, hij is naar
het ziekenhuis te 's Hertogenbosch vervoerd.
Van de vijf officieren heeft do kapitein
Dudok van Heel twee beenen gebroken. Hij
is onmiddellijk naar Breda vervoerd.
De andere vier officieren bekwamen allen
min of meer ernstige kwetsuren en werden
naar liet ziekenhuis te 's Hertogenbosch ge
transporteerd.
De overblijfselen van de auto zijn op tweo
militaire transportwagens vervoerd.
Dr. Vau dc Heydcn uit 's Hertogenbosch
verleende met twee doktoren en een verpleeg
ster uit Oss ter plaatse geneeskundige hulp.
De toestand van den chauü'eur is zeer
zorgwekkend.
Rampen en ongelukken. Men meldt uit
Zaandam d.d. 19 Aug.:
Aan de gemeeutelijlcc gasfabriek alhier had
een ernstig ongeluk plaats. Door het springen
van een blaasbalg werd een werkman ernstig
aan het hoofd door een stuk ijzer gewond.
De getroffene werd per brancard naar huis
vervoerd.
Men meldt uit Schiedam:
Donderdagmiddag werd de 8-jarigo W.
Koudijs, wonende aan den Oudendijk, ver
dronken gevonden in een sloot aldaar. Ver
moed wordt, dat de knaap spelende in do
sloot is geraakt. Het lijkje werd naar de
ouderlijke M'oning gebracht.
Gistermorgen is de boerenhofstede van
gebrs. Mathijsson te Wagenberg tot den grond
afgebrand, Een groote voorraad granen en
hooi ging verloren; assurantie dekt de schade.
De oorzaak is onbekend.
Te Ruurlo is Donderdag een groote
boerderij afgebrand. Slechts cenig huisraad
en een gedeelte van het vee kon worden gered.
De oorzaak is onbekend.
Tc Voorbuig had Dinsdag jl. de opper
man V. het ongeluk in een roestigen spijker
te trappen; het gevolg was bloedvergifti
ging, waaraan do man Donderdag is over
leden. Hij laat een weduwe met acht kin
deren na.
BINNENLAND.
Wettelijke eischen van bekwaamheid
voor den Gemeente-secretaris.
Heit Persbureau van den Nod. Bond
van gemeente-ambtenaren zen dit een stuk
ter plaatsing, waaraan wij hot vo0.gende
ontleeaien:
Jarenlang Streed' die Nederland sche
bond van gemeente-ambtenaren voor
Vaststeljng van wettelijke- ciischen van
(bekwaamheid voor benoembaarheid k\
gemeente-secretaris.
Reeds sedert meer dan 30 jaren nam
de Ne<leiriiandsche vereeni-ging /voor ge
meentebelangen eeai examen af voor ver
krijging eener 'akte van bekwaamflieiid in
de gemeente-administratie.
Nimmer sterker dan in de tegenwoor
dige buitengewone tijdsomstandigheden
bleek naar alle zijden de noodzakelijk
heid. dat niemand tot Gemeente-secretaris
worde benoemd .dan die voldoet aan riet
liclut te stellen eischen van bekwaamheid.
Het algemeen ibetang wordt in deze tij
deal meer nog dan anders in hooge mate
gediend ,door een goede werkzaamheid
van do ambtenaren bij de gemeente-ad-
►rimistraitie, vooral'; van den eersten
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
O! riep hij o-p gevoelvolle® toon uiit,
ik beschouw het ongeluk, dat u getrof
fen heeft ats een band, die ons aan elkaar
■verbindt. Hoe verheugd was ik, toen ik
im dit vreemde land kwam waar ik nie
mand kende, hier land'genooten aan te
treffen, die mij zoo vriendelijk ontvingen
en met wiLe ik spireke® kon in onze eigen
taal. Helaas, dat /i'k getuige moest zijn van
zulke wneede uren in dit gastvrije huis!
En toch wens oh jk daarmee mijzelve ge
luk. wamt het stelt mij an d© gelegenhecd,
u met ai mijn krachten ter zijde te staan
en van dienst te zijn.
Ik dank' u daarvoor van ganöcher
harte, antwoordde .zij op een toon van
diepe erkentelijkheid, maar nu aV.es is
geregeld moet ge u niet langer verplicht
rekc-nen uw vrijheid aan mij op te offe
ren.
Neen, ik ka.n mijn taak niet als ge-
éfimdógd beschouwen, alvorens u aan Hec
tor te hebben overgegeven.
Ik kan hiem wel afwachten zonder u
longer op te houden. Ik ben hier niet
alleen. Mijn zuster ls er nog.
Is dat hetzelfde? riep hij uit. Kan zij
ook maar begrijpen wat gij ondervindt?
Het verdriet dat zij gevoelt Ss maar be-
■krekkeliik. Het is alleen om d© smart die
u treft dat zij den overledene beweent.
Niets dn de weduwe/ kwam tegen deze
verdachtmaking in verzet, want deze
woorden drukten juist ijlt, hetgeen in
haar binnenste omging.
Zii voelde een onbestemde® wrevel te-
ge® Rosie omdat deze niet zoo onder
smart gebogen ging.
Toen kort daarop de jongste zuster
kwam en Morel zich bij haar nadering
verwijderde, heerschte er een pijnlijk stil
zwijgen tusschen de berde vrouwen.
Lizzie, in zichzelf gekeerd, scheen een
vei'ktaring tusschen haar beiden te duch
ten.
De jongste daarentegen was vol toe
geeflijkheid en medelijden.
Zij eeihiediigde de smart van haai- zus
ter e® had geduld genoeg om te wachten
totdat deze zich in haar ongeluk weer
tot haar wenden zou.
O! met hoeveel liefde, met hoeveel tee-
derheid zou zij trachten haar het gele
dien verlies eeniigszins te vergoeden.
Arme Rosie, die niet bevroedde, dat
juist op «dit oogenblik er eer een verwij
dering dan een toenadering tusschen
haar en haar zuster op handen was!
Ten slotte vroeg zij op een toon alsof
zij tot een ziek kind sprak:
Zijt gij in staat mij aa® te hooren?
Als vermoeid klonk de weervraag van
Lizaiei:
Wat kunnen wij elkaar nog te zeg
gen hebben.
Zeker, hernam destudente, hert is wel
wat vroeg om u nu reeds te onttrekken
aan de gedachte, die u uitsluitend moet
bezighouden en u te spreke®, over iets
anders dan over hem, dien gij beweent
en toch, is nu niet juist het oogenblik
gekomen, waarop wij ons nauwer bij el
kaar moeten aansluiten? Zou het u geen
verlichting echenke®, te weten, dat een
grepzenlooze toegenegenheid n p^bljjft?
Verlangt gij er ook niet met ongeduld
naar, evenals ik, dat die vreemdeling zich
zal verwijderen, di<e zich ten doel schijnt
te stelten, zich tusschen ons in te drin
gen?
Op e enigszins bitsen toon vroeg Ldzzöe:
Van welken vreemdelinig spreekt gij?
Wal,- van dóen Augustin Morel, die,
ik weet niet met welk recht, hier een ze
ker soort van gezag uitoefent.
Ik kan hem er toch geen verwijt van
maken, dat hij betrokken is bij een ge-
beurteniis, die mijn leve® heeft vernietigd,
zeide de jonge weduwe met eenige ba.ttea'-
heid. en waaraan allee® het noodlot
schuld heeft?
Dat s/tem jk u toe, maar toch, a«l
ware het allee® om de droevige herinne
ringen, die zijn aanwezigheid in mij op
wekt. zou pk niets liever willen, dan dat
hij ons eindelijk een-s met rust liet.
Waarmee hindert hij u? Ik heb van
hem niets da® blijken van symp/atihóe ont
vangen.
O! ik moet zelf bekennen, dat de
weerzin dien hij mij inboezemt, onge
grond i"s, maar niettemin, al is het alleen
bij instinct, die man is mij hatelijk.
-Gij zijiti dwaas! Wait hebt gij hem
te verwijten?
Allies en niets. Die man kende onzen
Bernard niet, hij zag hem voor 't eerst
van ziin leve® en hij stelt zich aan alsof
hii in hem een boezemvriend vertoren
heeft. Dat is toch niet natuurlijk. Hij put
zich uit in gedienstigheid voor u* die
eveneens zoo goed als een vreemde voor
hem is e® brengt aan u al zijn tijd en
moeite ten offler. Dat alles komt mij zoo
MBKaarjcbijnliik voor. -•'rL.
Uw verdenking is gewoon weg be
lachelijk. Trouwens kunt gij gerust zijn,
hij is slechts tijdelijk hier.
Gelukkig. A!«s die heer vertrokken is,
zal, hoop ik, niets ons beletten ons leven
van vroeger, met en voor elkaar, weer
op te vatten!
De jonge vrouw aarzelde een oogen
blik, alvorens te antwoorden:
Ik kan mij .te dien opzichte nog tot
niets verbinden. Gij weet wel, dait ik geen
andere gedragslijn mag volgen dan die
welke de 'laatste wil' van mijn Bernard
mij voorschrijft.
Ik zou ;er op witten zweren dat de
gedachte, om ons te sohe:«den, nooit in
hem ós opgekomen.
Hij kende uw onafh ank e'. i jkszin en
daarom kan hij er misschien aan ge
dacht hebben, nyj buiten u een meer
standvastige steun te verzekeren.
Op 'liefdevollen toon zeide het meisje:
Luister, lieve, gij weet welke plan
nen ik vroeger had. Welnu, bij de ramp
dlie u getroffen heeft, wil ik niets liiever
dan van al mij® plannen afstand doen,
mij vol vreugde verder geheel aan u wij
den.
En denkt gij dat ik er ooit in toe
stemmen zou, zu'k een offer van u aan
te nemen?
Spreek toch dat woord offer móet uit.
Het zal voor mij een groot geluk zijn, mij
geheel aan u te geven.
Lö/zzie schudde het hoofd.
Wij mogen over de toekomst nie.t be
schikken, zedde zij droefgeestig. Gij zoudt
wellicht eenmaal uw onafhankelijkheid
betreuren, die gij nu voor mij walt prijc-
g-ftveu, Wat. mij betre.lt, ik aieet niet wat
ik besluiten zal of 'llievcr, ilk zal geen be
stuit nemen, maar doen wat de broeder
van mi in beminden man mij aanraadt.
Rosie was te trotsch om er nog verder
op aan te dringen.
Zi i vond iui haar hart ve conisch uviLig Lug
voor de koelheid van lizzie en schreef die
toe aan het verdriet, dat haar verteerden
Zelfs was zij niet eens gekrenkt door
de wed gering van hetgeen zij toch zoo op
recht gemeend aanbood.
Wat de weduwe betreft, verdoofd a's zij
was door den slag, dóe haar getroffen
had. verbitterd door het ongeluk, ver
langde zii naar niets dan naar de aan
komst van Hector d'AlLenet, dóen zij zich
voorstelde als het levend evenbeeld yan
hem, dien zij verloren had.
Eindelijk kwam Morel bij haar met een
telegram, dat hjj van Hector had ontvan
gen en waarin deze meedeelde, dat hij te
New-York aan land gegaan was. -
Morgen zou hij dus hier zijn.
En den volgenden dag bracht Morel
hem mee.
Bevend van aandoening trad Lizzie hem
tegemoet.
Helaas, .de eerste bVi'k, dien zij op hem
wierp, bereidde haar een wreed© teleur
stelling.
Niets dat herinnerde aan de slanke,
Lenige gestalte, aan het eerlijke open ge
laat van haar onvergetelijken echtgenoot,
vond zii weer in dten kleinen, maar zwaar
gebouwden man, met zijn scherp getee-
kende trekken en zijn stroeven blik.
(Wordt vervolgd.).