4
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG
No. 1768
£wdó<^\a(2oiiKcm£
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en bet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal: bjjonze
genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vj cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
AUGUSTUS.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent„ iedere regel meer 5 cent
De Mooksche oudheden.
Er gebeurt zooveel verschrikkelijks te
genwoordig om ons heen, dat een geval
letje als met die versjacherde Mooksche
oudheden ternauwernood de aandacht
trekt.
En toch is het ook in 't algemeen be
lang die aandacht wel waard.
Men weet waar 't om gaat?
Een zevental uit een terp gegraven voor
werpen van oudheidkundige waarde zijn
door den burgemeester van Mook voor
1110 verkocht aan een Nijmeegschen an-
tiquuir, die voor zijn moeite op den koop
toe kreeg een steenen lijkkist, van Fran-
ki-:aer. oorsprong, die al meer dan 40 ja
ren te Mook bewaard werd. In de eerste
plaats werd hier als de voorwerpen dan
werkelijk van de hand moesten worden
gedaan; wat kunnen ze er trouwens in
Mook mee uitvoeren groote schade be
rokkend aan de gemeentekas. Er was
meer van te maken geweest, terwijl voorts
to bezien staat of zoon verkoop wel kan
geschieden zonder Raadsbesluit.
Naast dit speciaal Mooksche belang
staat echter ook het algemeen belang.
Waar blijven nu die voorwerpen, welke
allicht historische waarde hebben en dus
een museum thuis behoorden, waar
ze kostbaar studiemateriaal kunnen vor-
nen. Wellicht worden ze wijd en zijd ver
spreid, tot in 't buitenland toe, want een
wet op 't hier houden van kustvoorwer-
pen, zooals Italië die kent, hebben we niet.
niet.
't Geval staat bovendien niet op zich
zelf. Nog onlangs signaleerde dr. J.
Kalf een door hem scherp gecritiseerd ge
val van verkoop naar het buitenland van
een koperen vogel, welke sinds oude tijden
een kerk tot sieraad had gestrekt. Om 't
kwanselen te bemantelen had men 't voor
werp door namaak vervangen.
Aan zulke dingen dient paal en perk
te. worden gesteld. We hebben reeds een
Commissi? tot' behoud onzer monumen
ten; Iaat deze ook de kunstvoorwerpen in
't oog houden tot tijd en wijle wettelijke
maatregelen tegen vervreemding zullen
worden genomen.
t Behoud van 't schoone in eigen kring,
daarvoor wordt lang niet altijd genoeg ge
voeld. En toch is 't van groote beteekenis;
want 't aankweeken en doen waardeeren
van schoonheid behoort mede tqL.de poczie
welke het leven verheft en veraangenaamt.
De Enienfe mogendheden zouden weer
opnieuw beproeven Servië tot toegeven
aan Bulgarije's eischen te fewegen.
Een Turksch communiqué meldt, dat aan
het Kaukasusfront de Turkscherechter
vleugel de Russen uit de sterk voor-
bereide stelling Tawlak aan de grens
verdreef. Geruchten melden dat
Amerika niet zal protesteeren tegen de
beschieting van de „Iberian". De
Italianen maakten zich meeester van de
füonte IWedetta. In Engeland is de
uitvoer van steenkool verboden.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Fransch legerbericht.
Het mitMaigcommutrkiquié van 3 Aug.
luidt
Rondom Souchaz levendig gevecht met
handgranaten gedurende een gedeelte van
den. nacht.
Op heit Qu<ennevière-pla<teau en in de
ALane-vaiüiei eenige artillerieactie.
Op de Maasihoogbetn en in het Woëvre-
gébied heftiger artilleriebeschieting dan
gewoonlijk.
In den avond van 2 Augustus deden de
Duitschers een aanval op de Framsche
Lingeste! ring en drie aanvallen tegen den
Barrenkopf. Al deze hevige aanvallen kon
den worden afgeslagen.
Duitsch legerbericht.
Rapport van den Duitschen generaüen
staf van 3 Augustus:
De op 30 JuCli- door ons bij Hooge ver
overde Engelsche stelling is in tegenstel
ling met het Engeisdhe tegenbericht geheel
en al in ons bezit.
In Champagne bezetten wij. na met suc
ces mijnen te hebben liaten springen ten
westen van Perthes en. van Sou aio de
tr achterranden.
In Argonne ten Noordwesten van Four-
de-Paris namen wij eenige vijandelijke
loopgraven en maalkten daarbij 60 man
krijgsgevangen. Bij den gisteren ingezet-
ten bajonet aanval hebben wij vier offi
cieren en 163 man gevangen genomen, en
twee mdtrak'Oeurs veroverd.
Iti de Vogezen hebben wij in den strijd
fin den nacht van 1 op 2 Aug. een klein
gedeelte loopgraaf bij Söhra'tmanmele (tus-
schea Lingekopf en Barenkopf) verloren.
Bij den Lingekopf hebben wij een in dein
nacht van 1 op 2 Aug. volkomen in elkaar
geschoten loopgraaf niet weder bezet. Een
door een onweersbui losgerukte Fransche
kabelhalk'n viel ten Noordwesten van
Etain in onze handen.
Van hei Oostelijk oorlogs-
ierrein.
Ontruiming van Warschau.
Uit Genève wordt geseind, dat Duitsche
aviateurs tijdens een verkenningstocht
boven Warschau duidelijk zagen, hoe de
Russische troepen de stad ontruimden en
in een oostelijke richting voortgaan.
Postverkeer verbroken.
Volgens een bericht in de „Nya Dagligt
Allehanda" te Stockholm is het postver
keer tusschen Zweden en Rusland sedert
twee dagen verbroken. Men brengt dezen
maatregel in,verband met den terugtocht
der Russen uit Polen, om te verhinderen,
dat berichten hierover naar het buitenland
gaan, ofschoon geconstateerd wordt, dat
het telegrammenverkeer tusschen Rusland
met de daaraan verbonden strenge cen
suur nog altijd gehandhaafd is.
„Van het Zuidelijk oorlogs
terrein.
Italiaansch legerbericht.
De Italiaansche Legatie te 's-Graven-
hage ontving het volgend communiqué
van den Italiaanschen Grooten Staf, d.d.
2 Augustus:
In het Cadora-dal hebben we, toen de
dikke mist van de laatste tien dagen was
opgetrokken ,met nieuwe intensiteit het
vernielend vuur op de versperringen van
Boven-Corlevole, Boven-Boito, Lanero en
Seeten hervat.
De strijd in Karinthië boekstaaft een
nieuwe schitterende episode met de ver
overing van de Medetta-berg noord-ooste
lijk van Cima Cuestaltra. De vijand had
zich daar zeer versterkt en beschikte ook
over den krachtdadigen steun van de na
burige batterijen. De eenige toegangsweg
tot den top was een steile stroombedding.
Na een langdurig gevecht slaagden onze
Alpenjagers er in, den vijand te verdrij
ven.
Toen deze versterkingen had ontvangen,
ondernam hij vervolgens een aantal ma
len hevigé tegenaanvallen, maar in den
avond was de betwiste top in ons bezit.
Ook ondernam de vijand aan het Karst-
plateau tegen het aanbreken van den dag
en met groote troepenmachten een aanval
op de Sei Busi-berg. Nadat onze infan
terie door haar vuur de kracht van den
aanval had gebroken, ging ze over tot een
krachtigen tegenaanval op het front en op
de flank van den vijand, welke werd te
ruggeslagen en vluchtte. Ongeveer 150
gevangenen, onder wie zes officieren, ble
ven in onze handen.
Oostenrijksch legerbericht.
In de kuststreek was het Maandag van
Krn af tot het bruggenhoofd bij Görz bijna
volmaakt rustig.
Een talrijk Italiaanschte legermacht
heeft opnieuw een aanval gedaan op den
plateau-rand van Polazzo. Vijfmaal liep
de vijand storm op onze infanterie, die
ten Oosten van genoemde plaats en aan
den Monte dei sei Busi stand hield. Tel
kens werden de aanvallen door de verde
digers na een hevig gevecht afgeslagen.
De Italianen leden zware verliezen.
Zij hadden nogmaals versterkingen bij
eengebracht om opnieuw een aanval te
doen, maar deze werden door onze artil
lerie onverhoeds beschoten en uiteenge
dreven.
Gedurende deze gevechten veerden an
dere sectoren van het plateau door den
vijand hevig beschoten.
Aan de Karinthische grens deed de
vijand onder bescherming van een zwa-
ren mist een stormaanval op den Gallon-
berg ten oosten van de Plöcken. Hij werd
echter afgeslagen. Overigens is aan dit
front niets nieuws voorgevallen.
In het gebied van den Monte Chistallo
stiet een onzer officierspatrouilles op een
vijandelijke afdeeling ter sterkte van on
geveer 60 man. Deze verloor in een korte
schermutseling 29 man.
Op Zee.
De duikboot en mijnoorlog.
De regeering van de Vereenigde Sta
ten geeft bekendheid aan een wenk van de
Duitsche admiraliteit, dat onzijdige koop
vaardijschepen, die hun nationaliteit wil
len aanduiden door op de zijden van het
schip de kleuren van hun vlag te schilde
ren, dit dikwijls op te kleine schaal doen,
zoodat de kleuren op een afstand niet te
zien zijn.
Duitschland heeft, vroeger reeds verzocht
den Amerikaanschen stoomvaartmaat
schappijen mede te doelen, dat in de Duit
sche nota omtrent de ,,Frye" herhaald
wordt, dat Duitschland op grond van het
Pruisiech-Amerikaansche verdrag het recht
heeft Amerikaansche schepen, die contra
bande aan boord hebben, in den grond te
boren, mits het de schade betaalt. De
Amerikanen beweren, dat het verdrag de
schepen voor vernietiging vrijwaart.
Het Engelsche stoomschip ..Ranza"
is in den grond geboord. De bemanning
(9 koppen) is gered door het Nederland
se he stoomschip „Prins Willem V".
tDe „Ranaa", in 1902 gebouwd, mat 2320
ton bruto, 1468 netto en behoont aan W.
Christie en Go. te Londen. Red.)
Een zonderling verhaal.
Gistermorgen is het Amerikaainsche
koopvaardijschip ,,Pasis of Balmaha" on
der leiding van een onderofficier van een
Duitsche duilkboot, waarvan de comman
dant hem ten Noorden van Schotland als
prijebemanning aan boord had doen gaan,
te Cuxhaven binnenge'oopen. Tijdens den
slaap van de<n onderofficier had de kapi
tein van het schip, dat met een lading
katoen op weg was naar Arohanigel, koers
gezet naar de Engelsche kust, maar wend
door den Duitscher dadelijk gedwongen
den koers weer te veranderen.
Na aankomst ie Cuxhaven bleek, dat
bet schip reeds een Engelsche prijsbe-
mannóng ter sterkte van een officier en
vier man aan boord had, toep de Duitsche
onderofficier zich iinscheepte. De Engel-
sohen hadden zich sohuil gehouden in het
ruim, en werden eerst te Cuxhaven ge
vonden.
In het Britsche Rijk.
Uitvoerverbod van steenkool uit Engo and.
Bij koninklijk besluilt its van 15 Augus
tus af de uitvoer van steenkool naar het
buitenland, behalve naar de Britsche be-
z.ititiingen, verboden.
Amerika en Duitschland.
De „Iberian".
De Daily Express" ontvangt bericht
uit New-York, dat te Washington niet
wordt verwacht, dat Amerika zal protes
teeren naar aanleiding van den dood van
de Amerikanen bij de beschieting van de
„Iberian".
Aangenomen wordt, dat do kapitein
trachtte zijn schip te redden en de risico
van beschoten te worden op zich nam.
Vandaar dat Amerika üiets doen zal.
Amerika en Engeland.
Nota's.
De „Morning Post" verneemt uit Wash
ington dat het departement van buiten-
landsche zaken morgenavond zal doen
publiceeren drie nota's van de Engelsche
Regeering aan de Amerikaansche en twee
van de Amerikaansche Regeering aan de
Engelsche.
Twee der Engelsche nota's betreffen de
verschillende quaestiën over contrabande,
verscheping en blokkade en de derde nota
is een aanvullingsnota betreffende-de al-
geheele inbeslagneming van het stoomschip
„Neches", bestemd voor Nederland, welks
lading werd gelost en aan het Engelsche
krijgsgerecht werd onderworpen.
Een der Amerikaansche nota's, die ge
publiceerd zal worden, bevat den inhoud
van het Amerikaansche protest tegen het
tusschenbeide komen in zake de „Neches".
Men meent dat de Engelsshe nota's een
ongunstigen indruk maakten op het de
partement van buitenlandsche zaken en de
verantwoordelijke ambtenaren teleurstel
den, vooral de nota over de ..Neches",
waarin de Engelsche handelwijze verde
digd wordt met een beroep op de onrecht
matige Duitsche handelwijzen. De Begee
ring te Washington protesteerde in ver
schillende nota's aan Duitschland tegen
wat zij acht te zijn: Duitschland's onwet
tige wijze van oorlogvoeren en het is nu
ergerlijk te zien, dat de Engelsche Regee
ring de schending der Internationale Wet
ten door Engeland verdedigt, omdat
Duitschland zich schuldig maakte aan
schending van het volkenrecht.
Op den Balkan.
De Turksch Buigaarsche onderhandelingen.
Een bericht uit Dedeagatsj aan do
Temps" meldt, dat volgeus berichten uit
goede bron de Buigaarsch-Turkscho on
derhandelingen omtrent deu spoorweg van
Thracië en de enclave Deinotika niet tot
©en einde zijn gebracht. Eens werden zij
reeds opgegeven, maar Bulgarije had ge
dreigd met geweld bezit te nemen van de
lijn indien het den verkeersweg met De
deagatsj niet kreeg. Daarop werden de
onderhandelingen hervat.
Volgens berichten van e.en Griéksch
agentschap zou de Turksch-Bulgaarsch©
overeenkomst voorzien in de welwillende
onzijdigheid van Bulgarije tot aan het
einde van den oorlog.
Servië, Bulgarije en de Entente.
Het oponthoud in de Bulgaarsch-Turk-
sche onderhandelingen staat misschien In
verband me-t een wachten op een laatste
poging van de F.ntente-mogendlicden om
Servië tot i n arm
eischen te bewegen. Of het ,,Times"-be-
rifclit het gevaar opzettelijk te sterk kleur
de, om de verbonden mogendheden aan t©
sporen tot snel handelen? Dan heeft d©
methode ingeslagen. Als althans waai* is
'n telegram uit Boedapest aan de „Fronkf.
Ztig \olgens hetwelk uit Sofia wondt ge
meld, dait de RuseOsche gezant to Sofia
Sawiindki namens de Entente -met Raspitsj
te Niej onderhand©!de ©n na Saw.inrici's
(terugkeer de vertegenwoordigers der En
tente te Sofia tot een beraadslaging bijeen
kwamen. Sawintki bracht verslag uit,
dat niet gunstig scheen te zijn. Dien ten
gevolge zouden volgens het bericht d©
Entente-mogendheden binnenkort een ge
meenschap pel ijken stap doen bij Servië?
En als die mislukt?
Uitvoer van graan uit Roemenië.
Aan de „Times" werd uit Boekarest ge
seind:
liet vraagstuk van den uitvoer van den
graanoogst van dit jaar neemt een ern
stige wending. Het aantal Roemeensche
wagons is niet voldoende, om den voor
raad graan te vervoeren en men heeft een
beroep op Duitschland moeten doen om
in dat gebrek te voorzien. Duitschland
werpt echter moeilijkheden op, om aldus
op de Roemeensche regeering druk uit te
oefenen, teneinde het vervoer van schiet
voorraad naar Turkije door Roemenië te
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
22)
De gedachte aan dien rijkdom trok
hem beurtelings aan en schrikte hem af.
- Het is misschien dwaas, dacht hij,
©en veronderstelling waartegen alles wat
redelijk en verstandig in mij is in opstand
moet komen, maar het lijkt mij toe alsof
nooit iets anders dan noodlottigs kan
komen van de zijde van den man, die ons
slechts kwaad gedaan heeft.
Oo aanraden van Roste zond hij aan
den notaris een telegram, waarop het ant
woord niet lang deed wachten.
Hij opende het en. las:
„Ik heb uw broeder gesiproken. Gij erft
de helft der nai'.atenschap-Courtevron,
verscheidene- mil Ho enen. Gemakkelijk na
t© komen voorwaarden. Ik dring er op
aan dat gij overkomt.
HERBELIN."
Dit telegram wentelde hem een steen
van het hart.
Do erfenis was dus niet denkbeeldig.
Wat Hector betrof, zijn bezoek,, dat de
notaris afin Bernard mededeelde was hem
©en bewijs, dat hem geen ongeluk had ge
troffen.
Die Rosie is toch een verstandig
meisje, zeide de jonge man, wiens zwart
galligheid eensklaps was verdwenen' en
die. na een oogemblik gewanhoopt te heb
ben,, nu aires weer rooskleurig inzag. Ik
kan mij ©r slechts geluk mee wensohen,
dat ik haar raad__heb opgevolgd.
Met opgewekt gelaat en een glimlach
om de lippen trad hij d© huiskamer bin
nen, waar op dit oogemblik de beide zus
ters bijeen zaten.
Zander dat zij hem iets behoefde te vra
gen. zag Lizzie reeds, aan zijn stralend
gezicht en de zegevierende vreugde die
uit zijn oogen blonkL dat de partij gewon
nen wa9.
Gelukkig met de verandering, die zij bij
haar echtgenoot waarnam, vroeg de jonge
vrouw:
Hebt gij eindelijk bericht van uw
broeder?
Niet rechtstreeks, maar voldoende
geruststellend. Wat de erfenis betreft
Wilt rrè niet weten hoe het daarmee staat?
Ik behoef u maar aan te zien om dat
te weten, beste'man. De vreugde blinkt
uit uw oogen.
Om 't even, lees toch!
Bernard stak haar het telegram toe.
Lizzie las het snel.
Zij loosde een zucht en, terwijl zij het
panier aan haar zuster overhandigde,
mompelde zij:
Heit is te schoon.
Ro9ie sprong, na op haar beurt gelezen
te hebben, verheugd uit haar stoel op, zij
klante in de handen en riep:
Hoeraih voor de d'AUeret's! Wie had
nu ooiit kunnen denken dat ik nog bin
nenkort de schoonzuster van een mIijion>-
nair zou worden.
Een blak op het droefgeestig gel aait van
de jonge vrouw matigde evenwel haar
vreugde.
Welnu, Lizzie, vroeg zij, wat deert
u? Wanneer gij zulk een bed nikt gezicht
zet, bij een geluk dat u te beurt valt, wat
moet gij dan wel doen «als u iets treurigs
overkomt?
Half met tegenzin antwoordde de oud
ste auster:
Die reis schrikt mij af
Wel nu nog schooner! riep Rosie.
Bang voor een reds, gij, een Amerikaan
sche. voor wie de overtocht van den
Ooeaan slechts spelevaren moest zijnl
Het is niet de zeereis, waar ik bang
van hen. antwoordde de oudste, maar een
zonderlinge vrees bekruipt mij, zonder dat
ik kan zeggen waarom, noch voor mijzeif
de ontroering kan verklaren., die ik ge
voel. Ik moet u bekennen» dat ik bij het
bericht van dien rijkdom heb gesidderd
als bij de aankondiging van een ramp.
Hoe kan men zoo kinderachtig zijn.
Ik had niet gedacht, dat gij zoo weinig
kracht hadt.
Brom maar niet op haar, zeide Ber
nard, die zijn vrouw te hulp kwam, de on
behaaglijkheid. die zij niet nader kan ver
klaren, is geen bewijs vanafwezigheid van
moreebe kracht en moet ook niet worden
toegeschreven aan een angstig voorgevoel
integendeel, zij heeft een zeer natuurlijke
oorzaak.
Rosie keek beurtelings haar zuster en
haar zwager aan.
Plotseling begreep zij, wat Bernard be
doelde en zij juichte:
Bravo, kinderen. Dat is dan de be
vestiging van het spreekwoord dat zegt,
dat een geluk nooit alteen k'omt.
Wanneer -ik echter, vervolgde d'Alle-
ret, verj)lic/ht ben, naar Frankrijk te ver
trekken, dan zou hert. dn deze omstandig
heden een groote onvoorzichtigheid zijn
u mee 1© nemen,
Gewoonweg een dwaasheid! zeid* de
studente, blij dat zij bij deze gelegenheid
eens als overheid kon optreden.
De jonge vrouw vroeg angstig:
Wat bedoelt ge, Bernard, dat er tus-
ftchen ons sprake zou zijn van een schei
ding?
In eik geval een zeer korte, antwoord
de Bernard, reeds verteederd door de
droefheid, die hij in haar stem meende
waar te nemen.
Maar waarin ik nooit zal toestem
men, sprak de jonge vrouw vastberaden.
Het zal gebeuren zooals God wil: óf gij
neemt mij mee cn, goed of kwaad,, zal ik
de vermoeienlissen van de reis doorstaan,
óf gij ziet zelf van die reis af. Anderen
dan ik hebben zonder ongelukken wel
grooter vermoeienissen getrotseerd.
Zeker, maar teer van gestel ais gij
zijt....
Ik ben veel sterker dan ik er uitzie,
viel zij heni in de rede, waarbij zij nu
reeds een weerstand bood, waartoe men
haar op het eerste gezicht niet in staat
geacht zou hebben. Dus dat,is afgesproken.
Wanneer gij niet wilit, dat ik die erfenis
zal vloeken, dan verlaat ge mij niet om
haar te gaan ontvangen.
Bernard, die wat besluiteloos van aard
was, begon al te wankelen en zeide:
Niets bewijst trouwens, dat Lk nood
zakelijk op reis moet....
Maar nu sprong Rosie op
Niet op reis gaan! riep zij uit. Maar
om zulke ernstige belangen op te offeren
aan zulke, nietige bedenkingen, zoudt gij
beiden wel geen bloed in 't lijf moeten
hebben. Niet vertrekken! Maar ilk wensch-
te. dat ik u al op reis zag. In uw plaats
zou de grond mij onder de voeten bran
den. Mijn eenig leedwezen zou zijn, dat
ik niet. zooa's sommigen van onze land-
genooten, een eigen jacht had, dat zonder
een oogemblik te verliezen, in zee kon
steken.
Met opgewonden meisje zou zoo mis
schien r.og langer zijn voortgegaan, wan
neer zij niet om de lippen van Lizzie en
haar echtgenoot een spottenden glimlach
had waargenomen.
Meer was er niet noodig om haar te
doen begrijpen, dat haar opgewondenheid
wel wat overdreven was.
Zij ging weer zitten.
Ik draaf wat door, zeide zij, als om
zich te verontschuldigen. Ik kan het niet
helpen, het werd mij te machtig. Ik kan
mij niet begrijpen, dat men over zulke
dingen nog kan aarzelen.
Dat komt, Rosie, zeide haar zuster,
doordat gij nog nooit bemind hebt. Wacht
met mij te veroordeelen totdat gijzeff wat
ondervinding hebt opgedaan en een liefde
zult hebben leeren kennen als die weèke
mij aan Bernard verbindt.
't Is waar, bekende Rosie. daarover
mag ik nog niet meepraten, ik, die tot
dusverre geen andere dan zusterliefde heb
leeren kennen Lizzie, misschien hebt gij
gelijk, het is beter, dat ge met uw echt
genoot meegaat dan h-jer te blijven en u
allerlei muizenissen in het hoofd te halen.
Dus, zeide de jonge vrouw tegen,
haar mant dat blijft afgesproken: gij
neemt mij mee?
'Bernard scheen te aarze'en.
Opnieuw ongerust vroeg Lizzie:
Wat nog?
Hij antwoordile ais met tegenzin:
(Wordt vervolgd.^