4 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG No. 1768 £wdó<^\a(2oiiKcm£ BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en bet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal: bjjonze genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vj cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent WOENSDAG AUGUSTUS. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent„ iedere regel meer 5 cent De Mooksche oudheden. Er gebeurt zooveel verschrikkelijks te genwoordig om ons heen, dat een geval letje als met die versjacherde Mooksche oudheden ternauwernood de aandacht trekt. En toch is het ook in 't algemeen be lang die aandacht wel waard. Men weet waar 't om gaat? Een zevental uit een terp gegraven voor werpen van oudheidkundige waarde zijn door den burgemeester van Mook voor 1110 verkocht aan een Nijmeegschen an- tiquuir, die voor zijn moeite op den koop toe kreeg een steenen lijkkist, van Fran- ki-:aer. oorsprong, die al meer dan 40 ja ren te Mook bewaard werd. In de eerste plaats werd hier als de voorwerpen dan werkelijk van de hand moesten worden gedaan; wat kunnen ze er trouwens in Mook mee uitvoeren groote schade be rokkend aan de gemeentekas. Er was meer van te maken geweest, terwijl voorts to bezien staat of zoon verkoop wel kan geschieden zonder Raadsbesluit. Naast dit speciaal Mooksche belang staat echter ook het algemeen belang. Waar blijven nu die voorwerpen, welke allicht historische waarde hebben en dus een museum thuis behoorden, waar ze kostbaar studiemateriaal kunnen vor- nen. Wellicht worden ze wijd en zijd ver spreid, tot in 't buitenland toe, want een wet op 't hier houden van kustvoorwer- pen, zooals Italië die kent, hebben we niet. niet. 't Geval staat bovendien niet op zich zelf. Nog onlangs signaleerde dr. J. Kalf een door hem scherp gecritiseerd ge val van verkoop naar het buitenland van een koperen vogel, welke sinds oude tijden een kerk tot sieraad had gestrekt. Om 't kwanselen te bemantelen had men 't voor werp door namaak vervangen. Aan zulke dingen dient paal en perk te. worden gesteld. We hebben reeds een Commissi? tot' behoud onzer monumen ten; Iaat deze ook de kunstvoorwerpen in 't oog houden tot tijd en wijle wettelijke maatregelen tegen vervreemding zullen worden genomen. t Behoud van 't schoone in eigen kring, daarvoor wordt lang niet altijd genoeg ge voeld. En toch is 't van groote beteekenis; want 't aankweeken en doen waardeeren van schoonheid behoort mede tqL.de poczie welke het leven verheft en veraangenaamt. De Enienfe mogendheden zouden weer opnieuw beproeven Servië tot toegeven aan Bulgarije's eischen te fewegen. Een Turksch communiqué meldt, dat aan het Kaukasusfront de Turkscherechter vleugel de Russen uit de sterk voor- bereide stelling Tawlak aan de grens verdreef. Geruchten melden dat Amerika niet zal protesteeren tegen de beschieting van de „Iberian". De Italianen maakten zich meeester van de füonte IWedetta. In Engeland is de uitvoer van steenkool verboden. Van het Westelijk oorlogs terrein. Fransch legerbericht. Het mitMaigcommutrkiquié van 3 Aug. luidt Rondom Souchaz levendig gevecht met handgranaten gedurende een gedeelte van den. nacht. Op heit Qu<ennevière-pla<teau en in de ALane-vaiüiei eenige artillerieactie. Op de Maasihoogbetn en in het Woëvre- gébied heftiger artilleriebeschieting dan gewoonlijk. In den avond van 2 Augustus deden de Duitschers een aanval op de Framsche Lingeste! ring en drie aanvallen tegen den Barrenkopf. Al deze hevige aanvallen kon den worden afgeslagen. Duitsch legerbericht. Rapport van den Duitschen generaüen staf van 3 Augustus: De op 30 JuCli- door ons bij Hooge ver overde Engelsche stelling is in tegenstel ling met het Engeisdhe tegenbericht geheel en al in ons bezit. In Champagne bezetten wij. na met suc ces mijnen te hebben liaten springen ten westen van Perthes en. van Sou aio de tr achterranden. In Argonne ten Noordwesten van Four- de-Paris namen wij eenige vijandelijke loopgraven en maalkten daarbij 60 man krijgsgevangen. Bij den gisteren ingezet- ten bajonet aanval hebben wij vier offi cieren en 163 man gevangen genomen, en twee mdtrak'Oeurs veroverd. Iti de Vogezen hebben wij in den strijd fin den nacht van 1 op 2 Aug. een klein gedeelte loopgraaf bij Söhra'tmanmele (tus- schea Lingekopf en Barenkopf) verloren. Bij den Lingekopf hebben wij een in dein nacht van 1 op 2 Aug. volkomen in elkaar geschoten loopgraaf niet weder bezet. Een door een onweersbui losgerukte Fransche kabelhalk'n viel ten Noordwesten van Etain in onze handen. Van hei Oostelijk oorlogs- ierrein. Ontruiming van Warschau. Uit Genève wordt geseind, dat Duitsche aviateurs tijdens een verkenningstocht boven Warschau duidelijk zagen, hoe de Russische troepen de stad ontruimden en in een oostelijke richting voortgaan. Postverkeer verbroken. Volgens een bericht in de „Nya Dagligt Allehanda" te Stockholm is het postver keer tusschen Zweden en Rusland sedert twee dagen verbroken. Men brengt dezen maatregel in,verband met den terugtocht der Russen uit Polen, om te verhinderen, dat berichten hierover naar het buitenland gaan, ofschoon geconstateerd wordt, dat het telegrammenverkeer tusschen Rusland met de daaraan verbonden strenge cen suur nog altijd gehandhaafd is. „Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Italiaansch legerbericht. De Italiaansche Legatie te 's-Graven- hage ontving het volgend communiqué van den Italiaanschen Grooten Staf, d.d. 2 Augustus: In het Cadora-dal hebben we, toen de dikke mist van de laatste tien dagen was opgetrokken ,met nieuwe intensiteit het vernielend vuur op de versperringen van Boven-Corlevole, Boven-Boito, Lanero en Seeten hervat. De strijd in Karinthië boekstaaft een nieuwe schitterende episode met de ver overing van de Medetta-berg noord-ooste lijk van Cima Cuestaltra. De vijand had zich daar zeer versterkt en beschikte ook over den krachtdadigen steun van de na burige batterijen. De eenige toegangsweg tot den top was een steile stroombedding. Na een langdurig gevecht slaagden onze Alpenjagers er in, den vijand te verdrij ven. Toen deze versterkingen had ontvangen, ondernam hij vervolgens een aantal ma len hevigé tegenaanvallen, maar in den avond was de betwiste top in ons bezit. Ook ondernam de vijand aan het Karst- plateau tegen het aanbreken van den dag en met groote troepenmachten een aanval op de Sei Busi-berg. Nadat onze infan terie door haar vuur de kracht van den aanval had gebroken, ging ze over tot een krachtigen tegenaanval op het front en op de flank van den vijand, welke werd te ruggeslagen en vluchtte. Ongeveer 150 gevangenen, onder wie zes officieren, ble ven in onze handen. Oostenrijksch legerbericht. In de kuststreek was het Maandag van Krn af tot het bruggenhoofd bij Görz bijna volmaakt rustig. Een talrijk Italiaanschte legermacht heeft opnieuw een aanval gedaan op den plateau-rand van Polazzo. Vijfmaal liep de vijand storm op onze infanterie, die ten Oosten van genoemde plaats en aan den Monte dei sei Busi stand hield. Tel kens werden de aanvallen door de verde digers na een hevig gevecht afgeslagen. De Italianen leden zware verliezen. Zij hadden nogmaals versterkingen bij eengebracht om opnieuw een aanval te doen, maar deze werden door onze artil lerie onverhoeds beschoten en uiteenge dreven. Gedurende deze gevechten veerden an dere sectoren van het plateau door den vijand hevig beschoten. Aan de Karinthische grens deed de vijand onder bescherming van een zwa- ren mist een stormaanval op den Gallon- berg ten oosten van de Plöcken. Hij werd echter afgeslagen. Overigens is aan dit front niets nieuws voorgevallen. In het gebied van den Monte Chistallo stiet een onzer officierspatrouilles op een vijandelijke afdeeling ter sterkte van on geveer 60 man. Deze verloor in een korte schermutseling 29 man. Op Zee. De duikboot en mijnoorlog. De regeering van de Vereenigde Sta ten geeft bekendheid aan een wenk van de Duitsche admiraliteit, dat onzijdige koop vaardijschepen, die hun nationaliteit wil len aanduiden door op de zijden van het schip de kleuren van hun vlag te schilde ren, dit dikwijls op te kleine schaal doen, zoodat de kleuren op een afstand niet te zien zijn. Duitschland heeft, vroeger reeds verzocht den Amerikaanschen stoomvaartmaat schappijen mede te doelen, dat in de Duit sche nota omtrent de ,,Frye" herhaald wordt, dat Duitschland op grond van het Pruisiech-Amerikaansche verdrag het recht heeft Amerikaansche schepen, die contra bande aan boord hebben, in den grond te boren, mits het de schade betaalt. De Amerikanen beweren, dat het verdrag de schepen voor vernietiging vrijwaart. Het Engelsche stoomschip ..Ranza" is in den grond geboord. De bemanning (9 koppen) is gered door het Nederland se he stoomschip „Prins Willem V". tDe „Ranaa", in 1902 gebouwd, mat 2320 ton bruto, 1468 netto en behoont aan W. Christie en Go. te Londen. Red.) Een zonderling verhaal. Gistermorgen is het Amerikaainsche koopvaardijschip ,,Pasis of Balmaha" on der leiding van een onderofficier van een Duitsche duilkboot, waarvan de comman dant hem ten Noorden van Schotland als prijebemanning aan boord had doen gaan, te Cuxhaven binnenge'oopen. Tijdens den slaap van de<n onderofficier had de kapi tein van het schip, dat met een lading katoen op weg was naar Arohanigel, koers gezet naar de Engelsche kust, maar wend door den Duitscher dadelijk gedwongen den koers weer te veranderen. Na aankomst ie Cuxhaven bleek, dat bet schip reeds een Engelsche prijsbe- mannóng ter sterkte van een officier en vier man aan boord had, toep de Duitsche onderofficier zich iinscheepte. De Engel- sohen hadden zich sohuil gehouden in het ruim, en werden eerst te Cuxhaven ge vonden. In het Britsche Rijk. Uitvoerverbod van steenkool uit Engo and. Bij koninklijk besluilt its van 15 Augus tus af de uitvoer van steenkool naar het buitenland, behalve naar de Britsche be- z.ititiingen, verboden. Amerika en Duitschland. De „Iberian". De Daily Express" ontvangt bericht uit New-York, dat te Washington niet wordt verwacht, dat Amerika zal protes teeren naar aanleiding van den dood van de Amerikanen bij de beschieting van de „Iberian". Aangenomen wordt, dat do kapitein trachtte zijn schip te redden en de risico van beschoten te worden op zich nam. Vandaar dat Amerika üiets doen zal. Amerika en Engeland. Nota's. De „Morning Post" verneemt uit Wash ington dat het departement van buiten- landsche zaken morgenavond zal doen publiceeren drie nota's van de Engelsche Regeering aan de Amerikaansche en twee van de Amerikaansche Regeering aan de Engelsche. Twee der Engelsche nota's betreffen de verschillende quaestiën over contrabande, verscheping en blokkade en de derde nota is een aanvullingsnota betreffende-de al- geheele inbeslagneming van het stoomschip „Neches", bestemd voor Nederland, welks lading werd gelost en aan het Engelsche krijgsgerecht werd onderworpen. Een der Amerikaansche nota's, die ge publiceerd zal worden, bevat den inhoud van het Amerikaansche protest tegen het tusschenbeide komen in zake de „Neches". Men meent dat de Engelsshe nota's een ongunstigen indruk maakten op het de partement van buitenlandsche zaken en de verantwoordelijke ambtenaren teleurstel den, vooral de nota over de ..Neches", waarin de Engelsche handelwijze verde digd wordt met een beroep op de onrecht matige Duitsche handelwijzen. De Begee ring te Washington protesteerde in ver schillende nota's aan Duitschland tegen wat zij acht te zijn: Duitschland's onwet tige wijze van oorlogvoeren en het is nu ergerlijk te zien, dat de Engelsche Regee ring de schending der Internationale Wet ten door Engeland verdedigt, omdat Duitschland zich schuldig maakte aan schending van het volkenrecht. Op den Balkan. De Turksch Buigaarsche onderhandelingen. Een bericht uit Dedeagatsj aan do Temps" meldt, dat volgeus berichten uit goede bron de Buigaarsch-Turkscho on derhandelingen omtrent deu spoorweg van Thracië en de enclave Deinotika niet tot ©en einde zijn gebracht. Eens werden zij reeds opgegeven, maar Bulgarije had ge dreigd met geweld bezit te nemen van de lijn indien het den verkeersweg met De deagatsj niet kreeg. Daarop werden de onderhandelingen hervat. Volgens berichten van e.en Griéksch agentschap zou de Turksch-Bulgaarsch© overeenkomst voorzien in de welwillende onzijdigheid van Bulgarije tot aan het einde van den oorlog. Servië, Bulgarije en de Entente. Het oponthoud in de Bulgaarsch-Turk- sche onderhandelingen staat misschien In verband me-t een wachten op een laatste poging van de F.ntente-mogendlicden om Servië tot i n arm eischen te bewegen. Of het ,,Times"-be- rifclit het gevaar opzettelijk te sterk kleur de, om de verbonden mogendheden aan t© sporen tot snel handelen? Dan heeft d© methode ingeslagen. Als althans waai* is 'n telegram uit Boedapest aan de „Fronkf. Ztig \olgens hetwelk uit Sofia wondt ge meld, dait de RuseOsche gezant to Sofia Sawiindki namens de Entente -met Raspitsj te Niej onderhand©!de ©n na Saw.inrici's (terugkeer de vertegenwoordigers der En tente te Sofia tot een beraadslaging bijeen kwamen. Sawintki bracht verslag uit, dat niet gunstig scheen te zijn. Dien ten gevolge zouden volgens het bericht d© Entente-mogendheden binnenkort een ge meenschap pel ijken stap doen bij Servië? En als die mislukt? Uitvoer van graan uit Roemenië. Aan de „Times" werd uit Boekarest ge seind: liet vraagstuk van den uitvoer van den graanoogst van dit jaar neemt een ern stige wending. Het aantal Roemeensche wagons is niet voldoende, om den voor raad graan te vervoeren en men heeft een beroep op Duitschland moeten doen om in dat gebrek te voorzien. Duitschland werpt echter moeilijkheden op, om aldus op de Roemeensche regeering druk uit te oefenen, teneinde het vervoer van schiet voorraad naar Turkije door Roemenië te FEUILLETON. De noodlottige erfenis. 22) De gedachte aan dien rijkdom trok hem beurtelings aan en schrikte hem af. - Het is misschien dwaas, dacht hij, ©en veronderstelling waartegen alles wat redelijk en verstandig in mij is in opstand moet komen, maar het lijkt mij toe alsof nooit iets anders dan noodlottigs kan komen van de zijde van den man, die ons slechts kwaad gedaan heeft. Oo aanraden van Roste zond hij aan den notaris een telegram, waarop het ant woord niet lang deed wachten. Hij opende het en. las: „Ik heb uw broeder gesiproken. Gij erft de helft der nai'.atenschap-Courtevron, verscheidene- mil Ho enen. Gemakkelijk na t© komen voorwaarden. Ik dring er op aan dat gij overkomt. HERBELIN." Dit telegram wentelde hem een steen van het hart. Do erfenis was dus niet denkbeeldig. Wat Hector betrof, zijn bezoek,, dat de notaris afin Bernard mededeelde was hem ©en bewijs, dat hem geen ongeluk had ge troffen. Die Rosie is toch een verstandig meisje, zeide de jonge man, wiens zwart galligheid eensklaps was verdwenen' en die. na een oogemblik gewanhoopt te heb ben,, nu aires weer rooskleurig inzag. Ik kan mij ©r slechts geluk mee wensohen, dat ik haar raad__heb opgevolgd. Met opgewekt gelaat en een glimlach om de lippen trad hij d© huiskamer bin nen, waar op dit oogemblik de beide zus ters bijeen zaten. Zander dat zij hem iets behoefde te vra gen. zag Lizzie reeds, aan zijn stralend gezicht en de zegevierende vreugde die uit zijn oogen blonkL dat de partij gewon nen wa9. Gelukkig met de verandering, die zij bij haar echtgenoot waarnam, vroeg de jonge vrouw: Hebt gij eindelijk bericht van uw broeder? Niet rechtstreeks, maar voldoende geruststellend. Wat de erfenis betreft Wilt rrè niet weten hoe het daarmee staat? Ik behoef u maar aan te zien om dat te weten, beste'man. De vreugde blinkt uit uw oogen. Om 't even, lees toch! Bernard stak haar het telegram toe. Lizzie las het snel. Zij loosde een zucht en, terwijl zij het panier aan haar zuster overhandigde, mompelde zij: Heit is te schoon. Ro9ie sprong, na op haar beurt gelezen te hebben, verheugd uit haar stoel op, zij klante in de handen en riep: Hoeraih voor de d'AUeret's! Wie had nu ooiit kunnen denken dat ik nog bin nenkort de schoonzuster van een mIijion>- nair zou worden. Een blak op het droefgeestig gel aait van de jonge vrouw matigde evenwel haar vreugde. Welnu, Lizzie, vroeg zij, wat deert u? Wanneer gij zulk een bed nikt gezicht zet, bij een geluk dat u te beurt valt, wat moet gij dan wel doen «als u iets treurigs overkomt? Half met tegenzin antwoordde de oud ste auster: Die reis schrikt mij af Wel nu nog schooner! riep Rosie. Bang voor een reds, gij, een Amerikaan sche. voor wie de overtocht van den Ooeaan slechts spelevaren moest zijnl Het is niet de zeereis, waar ik bang van hen. antwoordde de oudste, maar een zonderlinge vrees bekruipt mij, zonder dat ik kan zeggen waarom, noch voor mijzeif de ontroering kan verklaren., die ik ge voel. Ik moet u bekennen» dat ik bij het bericht van dien rijkdom heb gesidderd als bij de aankondiging van een ramp. Hoe kan men zoo kinderachtig zijn. Ik had niet gedacht, dat gij zoo weinig kracht hadt. Brom maar niet op haar, zeide Ber nard, die zijn vrouw te hulp kwam, de on behaaglijkheid. die zij niet nader kan ver klaren, is geen bewijs vanafwezigheid van moreebe kracht en moet ook niet worden toegeschreven aan een angstig voorgevoel integendeel, zij heeft een zeer natuurlijke oorzaak. Rosie keek beurtelings haar zuster en haar zwager aan. Plotseling begreep zij, wat Bernard be doelde en zij juichte: Bravo, kinderen. Dat is dan de be vestiging van het spreekwoord dat zegt, dat een geluk nooit alteen k'omt. Wanneer -ik echter, vervolgde d'Alle- ret, verj)lic/ht ben, naar Frankrijk te ver trekken, dan zou hert. dn deze omstandig heden een groote onvoorzichtigheid zijn u mee 1© nemen, Gewoonweg een dwaasheid! zeid* de studente, blij dat zij bij deze gelegenheid eens als overheid kon optreden. De jonge vrouw vroeg angstig: Wat bedoelt ge, Bernard, dat er tus- ftchen ons sprake zou zijn van een schei ding? In eik geval een zeer korte, antwoord de Bernard, reeds verteederd door de droefheid, die hij in haar stem meende waar te nemen. Maar waarin ik nooit zal toestem men, sprak de jonge vrouw vastberaden. Het zal gebeuren zooals God wil: óf gij neemt mij mee cn, goed of kwaad,, zal ik de vermoeienlissen van de reis doorstaan, óf gij ziet zelf van die reis af. Anderen dan ik hebben zonder ongelukken wel grooter vermoeienissen getrotseerd. Zeker, maar teer van gestel ais gij zijt.... Ik ben veel sterker dan ik er uitzie, viel zij heni in de rede, waarbij zij nu reeds een weerstand bood, waartoe men haar op het eerste gezicht niet in staat geacht zou hebben. Dus dat,is afgesproken. Wanneer gij niet wilit, dat ik die erfenis zal vloeken, dan verlaat ge mij niet om haar te gaan ontvangen. Bernard, die wat besluiteloos van aard was, begon al te wankelen en zeide: Niets bewijst trouwens, dat Lk nood zakelijk op reis moet.... Maar nu sprong Rosie op Niet op reis gaan! riep zij uit. Maar om zulke ernstige belangen op te offeren aan zulke, nietige bedenkingen, zoudt gij beiden wel geen bloed in 't lijf moeten hebben. Niet vertrekken! Maar ilk wensch- te. dat ik u al op reis zag. In uw plaats zou de grond mij onder de voeten bran den. Mijn eenig leedwezen zou zijn, dat ik niet. zooa's sommigen van onze land- genooten, een eigen jacht had, dat zonder een oogemblik te verliezen, in zee kon steken. Met opgewonden meisje zou zoo mis schien r.og langer zijn voortgegaan, wan neer zij niet om de lippen van Lizzie en haar echtgenoot een spottenden glimlach had waargenomen. Meer was er niet noodig om haar te doen begrijpen, dat haar opgewondenheid wel wat overdreven was. Zij ging weer zitten. Ik draaf wat door, zeide zij, als om zich te verontschuldigen. Ik kan het niet helpen, het werd mij te machtig. Ik kan mij niet begrijpen, dat men over zulke dingen nog kan aarzelen. Dat komt, Rosie, zeide haar zuster, doordat gij nog nooit bemind hebt. Wacht met mij te veroordeelen totdat gijzeff wat ondervinding hebt opgedaan en een liefde zult hebben leeren kennen als die weèke mij aan Bernard verbindt. 't Is waar, bekende Rosie. daarover mag ik nog niet meepraten, ik, die tot dusverre geen andere dan zusterliefde heb leeren kennen Lizzie, misschien hebt gij gelijk, het is beter, dat ge met uw echt genoot meegaat dan h-jer te blijven en u allerlei muizenissen in het hoofd te halen. Dus, zeide de jonge vrouw tegen, haar mant dat blijft afgesproken: gij neemt mij mee? 'Bernard scheen te aarze'en. Opnieuw ongerust vroeg Lizzie: Wat nog? Hij antwoordile ais met tegenzin: (Wordt vervolgd.^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1