to
ggf
3§
e
sfr
III
i
to
to
no£ niet verlost, want'de leeuwin blijft bij
den boom.
Den neger roepen durfde hij niet; toen
liij dat middel wou aanwenden, was het
/ondier zoo onheilspellend beginnen te
grommen, dat hij het hart niet had om/
nogmaals zijn mond te openen. Maar op
eens wendde het monster zijn oogen, die
zoo akelig fonkelden, van hem af en ter
zelfder tijd hoorde hij een kort toornig
geloei en het stampen van hoeven op den
grond. Hij lichtte zich iets omhoog, om
beter te kunnen zien en daar bemerkte hij
hij het wild, waarnaar hij zoo verlangd
had; een prachtige buffel met kolossale
horens was uit de schaduw der boomeji
te voorschijn gekomen en stond met wijd
geopende neusgaten voor de leeuwin. Het
roofdier scheen zich bewust te zijn van de
kracht zijns tegenstanders en het gunstige
oogenblik te willen afwachten om een
sprong te wagen. Maar hoe hij zich wend
de of keerde, steeds waren de scherpe
horens dreigend naar de leeuwin gericht.
De beide geduchte dieren draaiden om el
kander heen, geen oogenblik elkaar uit
het oog, verliezende en nu en dan door een
heesch brullen en een onderdrukt loeien
lucht gevende aan hun woede.
Daar hoorde mijnheer Griper in de na
bijheid zachte riemslagen in het water en
een paar tellen later was Bobby met zijn
boot onder hem
„Werp mij een touw toe," fluisterde hij
en liet zich in de boot afzakken. Aanstonds
greep hij naar het geweer van den zwar
ten jager en legde op de leeuwin aan. Het
schot knalde, maar hetzij zijn zenuwen te
overspannen of zijn spieren te vermoeid
waren, mijnheer Griper trof zijn doel niet.
De leeuwin stiet een toornig gebrul en ver
dween in de struiken. De (buffel scheen
het beneden zijn waardigheid te achten te
vluchten en bleef staan, de horens nog
dreigend naar de plaats gericht, waar de
leeuwin verdwenen was. Bobby roeide
naar den oever.
„Neem uw geweer", zeide hij tegen
mijnheer Griper, „vlug er is nog een mooie
kans." Maar het was of bij den blanken
jager in eens de lust tot de jacht vergaan
was. „Ik kan dat dier niet schieten", zei
hij.
„Wil ik dan?" vroeg Bobby. ,,Neen, doe
het niet", riep mijnheer Griper haastig.
„De buffel heeft mij zooal niet het le
ven, dan toch uit een netelige positie ge
red, ik wil dat niet met ondankbaarheid
vergelden. Laat het dier met vrede." En
toen hij .zijn geweer opgeraapt had, beval
hij den zwarten makker weg te roeien.
Dien nacht bleef mijnheer Criper zon
der buit. - „Rsbd.'*
Land en Tuinbouw.
Hoe verhoogt de kaaemaker de kans
geregeld een best product te bereiden?
V.
c. Het bedrijfswater op de .zuivclboer-
derij.
Op een zuivelboerderij behoort deugde
lijk bedrijfswater in voldoende hoeveelheid
te zijn. Dit spreekt eigenlijk van zelf en
toch is de toestand in het algemeen in dit
opzicht niet gunstig, terwijl hij zoo heel
.veel beter kon zijn, indien eigenaars en
gebruikers van boerderijen een beter in
zicht in deze zaak hadden en daarnaar
handelden.
Voor bedrijfswater worden gebruikt: re
genwater, zakwater, slootwater en nortost-
water en in enkele gevallen leidingwater.
Het regenwater is in afwisselende, doch
steeds beperkte hoeveelheid beschikbaar.
Hoewel het niet in de behoefte aan be
drijfswater voorzien kan, acht ik, ook met
het oog op liet gebruik voor huishoudelijke
doeleinden, eenige zorg voor het regenwa
ter zeer de moeite waard. De bak, waarin
het water verzameld en bewaard wordt,
moet niet vervuild en goed dicht .zijn, zoo
dat er geen drangwater in kan komen. Men
behoeft zich werkelijk niet te verheugen
over zijn regenbak, wanneer die nooit leeg-
raakt, ook niet na langdurige droogte en
bij geregeld verbruik van water. Het
reinhouden van de dakgoten is ook van
Van alles wat.
W eekpraatje.
„Arti et Religioni" de bekende gemeng
de R. K. Zangvereeniging te Leiden
heeft verleden week haar 11e jaarverga
dering gehouden. Dat de vereeniging door
de~ tijdsomstandigheden te lijden heeft ge
had is te begrijpen. Iedere vereeniging is
in het gedrang gekomen, laat staan een
zangvereeniging. Het wakkere bestuur is
niet stil blijven zitten bij de pakken, maar
heeft tijd noch moeite gespaard om alles
zoo goed mogelijk van stapel te docjn
loopen. De omstandigheden in aanmer
king genomen, is het afgeloopen jaar een
succes geweest. En toch klaagde het be
stuur. Het klaagde over tegenwerking en
over geringe medewerking. Die klacht is
te billijken en te begrijpen. Volgens het
jaarverslag telt. Arti 56 werkende leden,
voor het grootste gedeete dames. Zegge
zes en vijitig leden. Het is onbegrijpelijk
in een stad met 1600Q Katholieken. Voe
len de menschen in Leiden dan nergens
voor? Neen de oorzaak ligt dieper. Het is
onmogelijk, hoorden wij van meer dan
een zijde, een flinke R. K. gemengde
Zangvereeniging in Leiden te krijgen om
datnu ja omdat de menschen in
de Sleutelstad verdeeld zijn in tien klas-
--11, de vrouwen vooral, de mannen ook
wel, maar niet zoo erg; die hadden in den
regel kwestie over den directeur.
Juffrouw A. achtte het beneden haar
stand om in dezelfde partij met mejuf
frouw B. te zingen en wordt daarom geen
lid; mijnheer C. wil wel lid worden, als de
vereeniging maar eens een anderen direc
teur krijgt.
Juffrouw A. en juffrouw B. zijn beiden
in dezelfde zaak werkzaam; de een staat
achter de toonbank als winkeljuffrouw, de
andere zit achter de cassa als cassière.
Mijnheer C. kent geen noot zoo groot als
een koe, maar oordeelt toch over de ca
paciteiten van een directeur van een
belang, maar het beste is: het water te
zuiveren, voordat het in den bak komt.
Zonder dat het opgemerkt wordt, spoelen
er, vooral bij harde buien, allerlei aan rot
ting onderhevige stoffen van plantaardi-
gen en dierlijken oorsprong in den bak en
deze viezigheid kan men gemakkelijk te
genhouden door een eenvoudig filter, be
staande uit een zinken bak, welke tus-
schen de afvoerpijp van de goot en aen
inloop in den regenbak ingeschakeld
wordt. Het water moet dan eerst een uit-
ueembare teems met schuinliggenden bo
dem passeeren, welke het grovere vuil te
genhoudt. Men zie dan, wat er zonder
dien maatregel al zoo in den bak verdwijnt
en beseft ten volle het nut daarvan. Ven
der moet het water door een laag fijn"
grint, die heel wat fijn vuil terughoudt.
Wie er belang in stelt, geef ik gaarne na
dere inlichtingen.
Zakwater verzamelt zich uit den omge-
venden grónd in 'n daartoe gegraven put.
Wanneer deze omgevig uit zuiver zand be
staat, zal het water ook zuiver zijn. Maar
op een boerderij is de bodem uit den aard
der zaak in hooge mate besmet met mest
stoffen, zoodat het zakwater ook wel slecht
moet zijn; vooral omdat de put gewoon
lijk gemaakt is op de plaats, waar men
het water behoeft, n. 1. in den stal of in de
ommüaeilijke omgeving. Zakwater is dik
wijls zwavelig, vooral in den zomer ten
gevolge van de rotting der eiwit bevatten
de verontreinigende bestanddeelen. De be
smetting met ier en andere dierlijke uit
werpselen kan zóó erg zijn, dat de ge
zondheidstoestand van het vee, dat het
drinken moet, zeer benadeeld wordt, en
de boer dientehgevolge groote schade lijdt
(kleinere melkopbrengst, kalfverwerpen).
Zakwater is ondeugdelijk voor bedrijfs
water op de zuivelboerderij.
Slootwater. Toen ik eens op een boer
derij, waar knijpers gemaakt werden, het
boenen met slootwater ten zeerste afried,
werd de waarde van mijn raad in twijfel
getrokken; want, zeide men, ,v*t> die of die
boerderij wordt ook met slootwater ge
boend, en de kaas is toch goed." Afgezien
van het feit, dat in de kaasmakerij, waar
zoovele bekende en nog onbekende invloe
den samenwerken, de een straffeloos doen
of laten kan, hetgeen voor den ander
slechte gevolgen heeft, V/erd hier geheel
over het hoofd gezien, dat er een groot
verschil is tusschen slootwater eri slootwa
ter. Ik heb toen de aangeduide boerderij
bezocht, en trof daar zulke gunstige om
standigheden aan met betrekking op de
kwaliteit van het slootwater, dat ik daar
aan de voorkeur zou geven zelfs boven het
nortonwater op menige boerderij.
Voor beide watersoorten geldt het, dat
nief de naam beslist over de deugdelijkheid
doch de toestandvan de sloot met omge
ving en die van de nortonput. Dikwijls
moet slootwater wel zeer verontreinigd
worden» vooral bij een boerderij. Een iedér
kan dit voor zijn geval beoordeelen. Een
doodloopende sloot verkeert in ongunstige
omstandigheden; maar wanneer er door
strooming is, dan weet men niet, wat voor
water men voor zijn boenstoep krijgt. Het
is verwonderlijk, dat men er niet beter voor
zorgt, dat onnoodige besmetting van het
slootwater, ddt als boenwater moet dienen,
wordt voorkomen. Het vuile, gebruikte wa
ter, met melk-, wei- en wrongelresten be
hoeft toch niet in het boenwater terecht
te komen; ook loost soms een afvoerbuis
vuil water in de boensloot. Gunstige om
standigheden voor het water van een sloot
zijn: flinke doorstrooming en breedte, zoo
dat het blootgesteld is aan de zuiverende
werking van het zonlicht en den wind.
Slootwater kan minder slecht zijn, doch in
het algemeen is het onbetrouwbaar.
Dr. L. T. C. SCHEIJ,
Rijkszuivelconsulent voor Nd.-Holland.
OORLOGS-VARIA.
Op de Hartmannsweilerkopf.
In de „Vossische Zeitung" vertelt dr.
Max Osborn van een bezoek aan de Hart
mannsweilerkopf:
zangvereeniging. Wij zouden honderden
voorbeelden aan kunnen halen, dat er
werkelijk van stand geen sprake is. Behoo-
ren slagers, schoenwinkeliers, kruide
niers, bakkers enz. enz. tot den midden
stand, ja of neen. Ja roepen allen, zoolang
wij te zamen zijn op de vergadering van
„De Hanze". Maar viert^de Hanze feest
of geeft zij een avondje dan komen ge
deeltelijk de mannen; vele dames blijven
weg, want ziet u, pa is ook wel win
kelier, maar is toch veel voorna
mer en zeker een paar standen hooger
dan andere pa's, die dezelfde artikelen
verkoopen. Om te lachen! Zoo krijgt men
clubjes, standjes en vereenigingkjes, maar
een flinke vereeniging met een paar hon
derd leden krijgt men niet.
Ziet eens naar het Zuiden, naar het
donkere Zuiden, zegt men, beneden den
Moerdijk. Wij kennen een plaats in het
Zuiden waar ook een 16,000 Katholieken
wonen. Daar zingt een fabrikant naast zijn
kantoorbediende, naast zijn knecht. Ver
beeldt je, zouden ze in het verlichte Noor
den zeggen, verbeeldt je, zeg! Pa naast
zijn bediende of knecht! Heelemaal bene
den je stand. En dan die gemengde zang-
vereenigingen! Ja, de dochter van den
burgemeester is evengoed lid als de doch
ter van den stadhuisbode, de dochter van
den fabrikant, bankier, grootwinkelier,
evengoed als de dochter van den am
bachtsbaas, den boekhouder van den
bankier en den kleinwinkelier. Er
zijn ook winkeljuffrouwen onder en
meisjes die op een kantoor zijn
enz. enz. enz. Verbeeldt je, ma, dat ik
zeggen velen meisjes in Leiden en andere
groote plaatsen.
Het leven in verschillende plaatsen in
het Zuiden is dan ook in menig opzicht
heelemaal volmaakt is het er niet aan
genaam, de verschillende standen gaan
'gemoedelijk met elkander om, de klassen
tegenstelling heeft een normaal karakter.
Men treft er drie standen en wel drie
standen^ die «iet scherp tegenover elkan-
„De kapitein, die ons hier ontvangt en
begeleidt, legt den vinger op den mond.
Niet te hard spreken, op zijn hoogst fluis
teren en zachtjes loopen, want wij zijn
hier dicht bij de Franscïïen.
Het is een dwaze toestand, zooals men
misschien nergens anders op het oorlogs
terrein vindt. De topbreedte van den berg
is een plateau van ongeveer 12 meter
breedte, 5 meter daarvan, naar het Oosten
en Noorden, hebben wij, 2 meter langs de
helling naar het Zuiden en Westen heb
ben de Franschen, die dus ook kunnen
beweren, dat zij aan den rand van den
top zitten, al is het ook op het gedeelte
dat naar den kant van het gebergte ligt,
en niet op dat, hetwelk het terrein en
de vlakte naar den Rijn toe beheerscht.
Er blijven dus 5 meter tusschenruimte
over. Het is een vreeselijk geloer op el
kaar. In sterk bevestigde en verschanste
rotsgangen ligt men tegenover elkaar.
Zonder ophouden gaat de verschrikkelijke
strijd met handgranaten zijn gang. Waar
men maar iets verdachts hoort, vliegt
een van deze moordinstrümenten oVer de
smalle tusschenruimte. Wij hooien ze
ontploffen, nu eens rechts dan links on
der ons. Ook het infanterievuur is niet
stil. Pang! Daar valt een schot en mijn
buurman rolt een kleine heete splinter
van een stalen kogelmantel voor de voe
ten. Weer een schot, en mij stuiven een
paar zandkorreltjes op den schouder. Dat
is Emil, zegt de opgewekte onderofficier
van de genie, die ons zooeven zijn werk
plaats heeft laten zien. Wie is dat, Emil,
vraag ik. Dat is de Fransche infanterist,
die altijd op onze zandzakken schiet. Naast
hem staat August. Pas op, die begint ook.
Tegelijkertijd valt weer een schot. „Heb ik
het u niet gezegd, het was August."
Zoo leeft men hier al sedert maanden.
De bemanning van de „Dresden."
De „Vossische Zeitung" ontleent aan
de „Mercurio" te Valparaiso een beschrij
ving van de lotgevallen der bemanning
van den kleinen JJüitschen kruiser „Dres
den". Toen de „Dresden" van admiraal
Spee het bevel gekregen had zich terug te
trekken kon zij dank zij de snelheid van
haar machines aan de vijandelijke over
macht ontkomen. Zij liep de kanalen van
Vuurland binnen, waar zij de meest on
toegankelijke boezems opzocht. De geringe
diepgang van het schip gaf den kapi
tein gelegenheid plaatsen ie bevaren, uie
bepaald gevaarlijk waren. Het was een
knap zeemansstuk. De Chileensehe torpe
dojager „Lynch" werd naar het Zuiden
gezonden, om op de neutraliteit van Chili
te passen. Op een dag was de comman
dant van deze torpedojager zeer verrast,
toen hij in een heel kleine inham, die
slechts voor de kleinste schepen bevaar
baar is, een vreemd oorlogsschip zag.- Hij
zond eenige van zijn mannen om de natio
naliteit van het schip vast te stellen. Het
was de „Dresden", die na een avontuur
lijke vaart daarheen gekomen was. De
Duitsche zeelieden werden aangemaand
den inham binnen &4 uur te verlaten, wat
zij Ook deden. Zij hauden zich daar lang
opgehouden, terwfjl zij gebrek aan le
vensmiddelen en kolen hadden. Om aan
levensmiddelen te komen moesten de ma
trozen steeds viscli eten, waardoor veel
werd gespaard. Als brandstof gebruikten
zij hout, dat zij uit de bosschen haalden.
Zij verlieten den inham met de bedoeling
naar Talcalïuano te gaan, om. zich daar
te laten interneeren.
Kapitein Ludecke ving echter draadloo-
ze berichten op, dwaaruit hij zag, dat
Engelsche oorlogsschepen hem vervolg
den. Hij moest dus van koers veranderen.
Men moet daarbij in het oog houden, dat
de ketels van de „Diesden" door het lan
ge gebruik en door den voortdurenden
hoogen druk bijna geheel verbrand waren
De „Dresden" ging nu naar Juan Fer
nandez, waar zij, zoo als bekend, vernield
werd.
Nadat de zeelieden op het eiland Quiri-
quina geïnterneerd waren, begonnen zij
onmiddellijk hun verblijf te verbeteren.
De barakken waren buitengewoon goed
ingericht, maar het was de matrozen
nog niet genoeg. Met de energie van hun
der staan. Het gevolg is, dat iets tot stand
kan gebracht worden en wordt gebracht.
Er moet gebroken worden met de
oude sleur. De menschen moeten zich op
een breeder standpunt plaatsen en volgens
de beginselen van billijkheid en rechtvaar
digheid, maar vooral uit een oogpunt van
liefde, van christelijke naastenliefde, uit
een oogpunt van sociaal medevoelen en
medeleven staan naast elkander maar niet
tegenover elkander. Gebeurt dat, dan zijn
wij er zeker van dat de secretaris van Arti
et Religioni het volgend ...aar in zijn jaar
verslag kan schrijven dat het ledental
van 56 werd gebracht op 256, dat het aan
tal donateurs met 100 vermeerderde en
dat in het najaar zal gegeven worden „La
Damnation de Faust" met medewerking
van het Residentieorkest en eerste klas
solisten.
PEDROSER.
Het Vliegengevaar of de verstoorde
huiseüjke vrede.
Drama im één bedrijf met een nastukje.
Plaats der handëlimg een echtelijke wo
ning in de nabijheid eener varkensmesterij.
Personen: Jtuigc man pas gehuwd, zijn
wouw kraak zindelijk.
Hij: (na het blaadje gelezen te hebben,
verspreid door den. Centralen Gezondheids
raad inzake „Het Vliegengevaar").
't Moet hiler toch nogal vuil zijn, vrouw
tje, tenminste te rekenen naar het groot
aantal vliegen, dat in deze kamer is.
Zij: Vuil!Vuil... wat zeg je? hier
vuil!!
Hij: (bovenbedoeld blaadje ter hand
nemend): „Ja, kijk maar, het staat er dui
delijk mat dikke vette letters:
„Waar geen vuil is, zijn geen vliegen."
Zij: (zeer vertoornd): „Vuil in mijn huis,
vuik Die heele gezondheidsraad kan
voor mijn part.... een stortvloed van ver-
wen.schingen volgt.... rok haar man krijgt
zijn deel er van en niet zoo zuinig.... Dat
had zij van Jan nooit gedacht, dat hij
haar vpor vuil durfde uitmaken.
ras gingen zij aan het werk. Er was op
het eiland een waterleiding, die echter
niet te gebruiken was. Men was bijna
geten, dat de buizen nog in den grond
lagen. Zoodra de matrozen daartoe ver
lof gekregen hadden, haalden zij de bui
zen uit de aarde, hetgeen een groot werk
was, en brachten ze geheel in orde, zoo
dat Quiriquyia nu weer uitstekend drink
water heeft. Vele wegen, die vroeger bij
na onbegaanbaar waren, hebben zij in
uitstekenden staat gebracht. In het ge
heel zijn er 365 matrozen op het eiland
geïnterneerd, waarvan er dagelijks hon
derd boerenwerk verrichten, terwijl de
overige militaire oefeningen houden.
De Engelsche vlooi
Een pas uitgegeven Blauwboek over de
Engelsche scheepsuitgave in het jaar,
eindigend 31 Maart 1914, geeft eenige be
langrijke bijzonderheden over hetgeen
Engeland aan zijn vloot ten koste legde,
nl. 174.UUU.000 pond.
Het volgend lijsije geeft ee*ig denkbeeld
van de toeneming der aan de werven en
schepen bestede gelden:
1860-00: 14.800.055 pd.; 1900-1: 20.298.529
pd.; 1910-11 40.410.336 pd.; 1913-14 48.732.621
pond Sterling.
Tegenvallers bleven ook Engeland niet
bespaard. Zoo kostte bijv. de Iron Duke,
het slagschip van admiraal Jellicoe maar
even 116.012 pd. meer dan de raming. De
Queen Elisabeth en de Warspite kostten
elk 323.005 pd. en 321.707 pd. meer wegens
het versnellen van de afwerking.
De kosten van de verschillende schepen
in 1914 gebouwd, bedroegen: Lion 1.970.615
pd.; Princess Royal 1.967.927 pd., Queen
Mary 1,961.100 pd., Tiger (nog niet af)
1.462.457 pd. Verder Iron. Duke 1.044.603
pd., Audacious 1,818.200 pd.; Marlborough
(nog niet af) 1.807.J39 pd.; Ajax 1.707.088
pd.; Centurion 1.794.429; King George V
1.778.133 pd.; Conqueror 1.740.260; Thun
derer 1.746.060 en Queen Elisabeth (nog
niet af) 1.417.566 pond.
Verder werd 240.952 pd. besteed aan
luchtschepen, biplans, nionoplans en zee
vliegtuigen. De luchtschepen in aanbouw
waren Nos. 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 16 en de
hoogste prijs van eenig schip bedroeg
32.444 pd.
Onderzeeërs, in 1014 in aanbouw, wa
ren er 10 van de E-klasse, J van de F-
klasse, 3 van de S-klasse, 4 van de V-klus-
se, 2 van de W-kiasse en twee gedoopt de
Nautilus en de Swordfish. Aan onder
zeeërs werd 767.305 pd. uitgegeven.
Alles bij elkaar werden 150 bodems van
allerlei soort op de Rijkswerven of op par
ticuliere werven voor de vloot aange
bouwd.
Schaakrubriek.
Oplossing van Probleem 2.38 in L. d 1.
Coireete oplossingen ontvangen van Q. Does-
wijk, PI. v. d. Poel, Zoeterwoude, R. Pnuli-
des, Leiden, A. van Hameren Veur, J. Berk
Katwijk aan Zee, Schaakkist te Z,, J. Heems
kerk, Roelofsarcndsveen.».
Oplossing D. o 4 faalu op F. d. 4.
ZWART.
i
a
JL
E
WW'
WIT.
Probleem 241 van W. B. H. MEINERS.
lste Prijs „Illustrated American."
Stand der stukken:
Wit: K b. 3, D. b 6^ T. e 7, T f2, L. a2, L. f 8,
P d 1. pionnen a 4, c 2 d 8 h 5.
En tranem biggelden over haar bolCe
wangen.
Hij: (bevreesd voor verdere verstoring
van den huisef/ijkeri wede sust haar): Mot
dat vuiil zijn zeker bedoeld de mestlhoopen
bij anderen env dat ihij wel weet dat zijn
lief wijfje kraakzindelijk is."
Zij: (iets gekalmeerd): O zoo!
Het nastukje maakte allee weer goed.
(Historisch.)
Voor vegetariërs.
In het Juli-wummer van de „Vegetari
sche Bode" staat een artikeltje over de
waag, of een. vegetariër met een gerust
geweten kan/ teimissen. Het inetwenk van
tennisrakets bestaat uit geprepareerde
kattend armen. Indien de katten gedood
worden om de darmen, mag een vegetariër
dat niet in de hand werken. Als de dar
men bijproduct zijn en de katten wegens
hot vel werden veimoord, staat de zaak
eepigs/zin® andere. Zoo is de fijne onder
scheiding, in het artikeltje gemaakt. De
schrijver vraagt naar een adres voor ra
kets, van geoorloofd materiaal gemaakt,
en eindigt met -de opmerking, dat het
voor ons nooit zoo pijn/ijk is van genot
afstand te doen, als het voor lagere schep
selen is, te worden vermoord.
De „Blijde Wereld", die dit artikeltje
kortelijk weergeeft, steekt er, hoewel de
schrijver zich zelf dierenvriend en vege
tariër noemt, aldus de draak mede:
„De kattendarm wordt ni'et alleen voor
rakets maar ook voor violen gebruikt. De
ethische vio'/iist staat dus ook voor het
pijnlijke vraag'stuk, of hij de kat haar
darmen zaé 'laten of zijn kunst trouw
blijven. Mischien zijn er echter wel snaren
van poesjes afkomstig, die een natuurlij
ken dood zijn gestorven, en anders moet
men het geweten maar geruststellen met
de gedachte, dat de daim waarschijnlijk
wel een bijproduct is, omdat het katten
vel toch meer waard is dan de kattendarm.
Heelemaal in orde is het dan nog wel
niet., wamt mem werkt den moordlust im
igezonden Mededeelingen
a 30 cent per regel.
Het 'keeren der jaren.
In het leven der vrouw is het keeren
der jaren een tijdperk van veel zorg en
ziekte. Het openbaart zich door pijn in
den rug, hoofdpijn, duizeligheid, gevoel
van slaperigheid na den maaltijd, opstij
gingen van het bloed, benauwdheden, een
gevoel van zwaarte in den onderbuik, in
het kort door de verschijnselen, die gepaard
gaan aan een slechte werking der nieren.
Want de onzuiverheden, die vroeger op
geregelde tijden werden verwijderd, blijven
voortaan gedeeltelijk in het lichaam achter
en kunnen niet worden afgevoerd, wan
neer de nieren niet voldoene kracht heb
ben, om het bloed voortdurend t^filtreeren.
Het is daarom, dat het vooral in dit tijd
perk noodzakelijk is Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen te gebruiken, die de nieren op
wekken en herstellen, en haar geschikt
maken tot haar belangrijke taak, waar
door de gezondheid van het geheele orga
nisme verzekerd wordt.
Toezending geschiedt
franco na ontv. v post
wissel fi f 1.75 voor
één, of f 10.— voor 6
doozen. Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen, weigert
,elke doos, -die niet
voorzien is van ne-
venst. handelsmerk.
3656
Z wart K d f», T. h 4, L, g 5, L. h3, P. b 1, P e 8
pionnen' c. 2, d 8, h 6.
Mat in twee zetten.
Oplossingen worden ingewacht tot Za
terdag 14 Augustus, onder motto „Schaak"
aan het Bureau van de „Leidsche Courant",
Leiden.
Marktberichten.
ALKMAAR, 30 Juli. Kaas. Aange
voerd 310 stapels, wegende 20Ï5itkilo. Prijs
voor kleine faluïeks-154,50, commissie f52,
middelbare- fboeren- f 54,50; commissie
boerenkaas f53,50, middelbare 1'52,Handel
vlug.
LEEUWARDEN. 30 Juli. Vee. Ter markt zijn
heden aangevoerd:'230 stieren f 100380, M
ossen, f7525t), 315 vette koeien f230— 350,
per 72 K. G. 4449 ct., 772 melk- en kftlf-
koeien f 180—320. 05 pinken f 65—100, 102
vette kalveren f 5575, p. Va K- G. 5055
ct.; 350 graskalveren f457(5, 85 nuchtere
dito f 10 u 17, 1063 vette schapen f 2946,
403 weidesdjapen f 1824," 215 lammeren
f 14 il 18, 211 vette varkens f 92—105, j>er Va
K.G.4255 et., 188 magere varkens f4245,
849 vette biggen f6894,'per Va K.G. 4041
ct., 438 speenvarkens f913.
Pluimvee. Aanvoer 800 slnebtkippen f0.50
1,3000 jonge haantjes f 0.100.50,1000 piep
kuikens jf0.401.75.
SCHIEDAM, 30 Juli. Moutwijn f21,Je
never 1 25,— Commissie f 19.Stemming
flauw. Spoeling 1'1.40, Grnanspiritus 1' 33.
f36.Melasse Spiritus f29.Ruwe spiritus
f 16—161/2.
ZWOLLE, 30 Juli. Boter. Aangevoerd 600/8
109/16 v. en 1020 stukken, weg.samen 13600 kg.
prijs 1/8 vat f 3.1318/4, per kg. f 1.50 a 1.05,
Vee.Aangevoerd 785 Runderen, waarvan
op de stallen 100, 166 Kalveren, 399 schapen,
55 varkens, 694 biggen.
Handel over het geheel goed, met hoogo
prijzen.
Men besteedde voor het vee per Kg. runde
ren f0,S41,02, kalveren fl.tKJ1,20, varkens
f0,79.-0.82; schapen f 18—38.—, p. stuk.
Telegrafisch Weerbericht.
volgens waarnemingen verricht in den morgen
van 31 Juli 1915, medegedeeld door hot
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
te Dc Bildt.
Hoogste barometerstand 769.4 Karlsruhe.
Laagste barometerstand 750.0 Stockholm.
Verwachting tot den avond van 1 Aug.
Zwakke tot matige Westelijke tot Zuide
lijken wind, meest zwaarbewolkt, waarschijn
lijk regenbuien met kans op onweer. De/.eltdo
temperatuur.
de hand. wanneer rnen den moordenaar
beloont, al zou het met een paar centen
zijin voor een katten/haartje.
Een ,,Amerikaan9ch" sommetje.
Amerika staat er voor bekend, dat oie®
er op veel grooter schaal gebeurd dan in
de oude wereld. De fabrieken, de huizen,
de ongelukken, het aantal misdaden cm
de fortuinen van <le mLllionnairs, a'/les is
er grooter.
Nu heeft een millkinnair uit Philadel
phia, mr. J. Wanamaker, echter een voor
stel gedaan^ dót zlffs voor Amerika een
heele pil a® om te slikken. Hij ste l in.l.
voor dat de Ver. Staten een 100 billioen
dollars (f2.500,000,000,000) bij elkaar zul
len brengen, om de vrijheid van België te
koopen.
Wie dat sommetje eventueel im zijn zak
zon steken staat er niet bij. De Duit-
schere. a's de huidige bezitters van Bel-
gië's vrijheid?'Dam zou het wel eens noo-
die kunnen worden om de bekenden
Sn and au er schatte Moren, waar do Fran
sche krijgssohat van 1871 enk a/1 ligt, mét
oen paar verdiepingen te verhoogen.
Langs den weg.
Mevrouw heeft den melkboer bedankt ea
krijgt nu 't vo'gende briefje:
Mefr.?
Het spijt mij zeer u kwijt te wezen, in
de Melk wees zoo goed en zie het nog een.
keer over want het is onvoorzichtigheid
van oai®
In den treim zit een jongmonsoh aam
't open raam, een oude heer, diep in zijn
jas gedoken, in een hoek tegenover hem.
„Wilt u asjeblieft 't raam sluiten," zegt
de oöe heer, ,,'t is koud buiten!"
Het jongmenseh voeldoet aan het ver
zoek en wendt zich dan tot den heer met
de beleefde 'Vraag:' „Pardon, meneer,
meent u, dat liet nu -buiten wanner '/al
zijn?"
s-
!•-
/j./M
A
JL
A
A
i
'MéÊ
Wyfr,