to ggf 3§ e sfr III i to to no£ niet verlost, want'de leeuwin blijft bij den boom. Den neger roepen durfde hij niet; toen liij dat middel wou aanwenden, was het /ondier zoo onheilspellend beginnen te grommen, dat hij het hart niet had om/ nogmaals zijn mond te openen. Maar op eens wendde het monster zijn oogen, die zoo akelig fonkelden, van hem af en ter zelfder tijd hoorde hij een kort toornig geloei en het stampen van hoeven op den grond. Hij lichtte zich iets omhoog, om beter te kunnen zien en daar bemerkte hij hij het wild, waarnaar hij zoo verlangd had; een prachtige buffel met kolossale horens was uit de schaduw der boomeji te voorschijn gekomen en stond met wijd geopende neusgaten voor de leeuwin. Het roofdier scheen zich bewust te zijn van de kracht zijns tegenstanders en het gunstige oogenblik te willen afwachten om een sprong te wagen. Maar hoe hij zich wend de of keerde, steeds waren de scherpe horens dreigend naar de leeuwin gericht. De beide geduchte dieren draaiden om el kander heen, geen oogenblik elkaar uit het oog, verliezende en nu en dan door een heesch brullen en een onderdrukt loeien lucht gevende aan hun woede. Daar hoorde mijnheer Griper in de na bijheid zachte riemslagen in het water en een paar tellen later was Bobby met zijn boot onder hem „Werp mij een touw toe," fluisterde hij en liet zich in de boot afzakken. Aanstonds greep hij naar het geweer van den zwar ten jager en legde op de leeuwin aan. Het schot knalde, maar hetzij zijn zenuwen te overspannen of zijn spieren te vermoeid waren, mijnheer Griper trof zijn doel niet. De leeuwin stiet een toornig gebrul en ver dween in de struiken. De (buffel scheen het beneden zijn waardigheid te achten te vluchten en bleef staan, de horens nog dreigend naar de plaats gericht, waar de leeuwin verdwenen was. Bobby roeide naar den oever. „Neem uw geweer", zeide hij tegen mijnheer Griper, „vlug er is nog een mooie kans." Maar het was of bij den blanken jager in eens de lust tot de jacht vergaan was. „Ik kan dat dier niet schieten", zei hij. „Wil ik dan?" vroeg Bobby. ,,Neen, doe het niet", riep mijnheer Griper haastig. „De buffel heeft mij zooal niet het le ven, dan toch uit een netelige positie ge red, ik wil dat niet met ondankbaarheid vergelden. Laat het dier met vrede." En toen hij .zijn geweer opgeraapt had, beval hij den zwarten makker weg te roeien. Dien nacht bleef mijnheer Criper zon der buit. - „Rsbd.'* Land en Tuinbouw. Hoe verhoogt de kaaemaker de kans geregeld een best product te bereiden? V. c. Het bedrijfswater op de .zuivclboer- derij. Op een zuivelboerderij behoort deugde lijk bedrijfswater in voldoende hoeveelheid te zijn. Dit spreekt eigenlijk van zelf en toch is de toestand in het algemeen in dit opzicht niet gunstig, terwijl hij zoo heel .veel beter kon zijn, indien eigenaars en gebruikers van boerderijen een beter in zicht in deze zaak hadden en daarnaar handelden. Voor bedrijfswater worden gebruikt: re genwater, zakwater, slootwater en nortost- water en in enkele gevallen leidingwater. Het regenwater is in afwisselende, doch steeds beperkte hoeveelheid beschikbaar. Hoewel het niet in de behoefte aan be drijfswater voorzien kan, acht ik, ook met het oog op liet gebruik voor huishoudelijke doeleinden, eenige zorg voor het regenwa ter zeer de moeite waard. De bak, waarin het water verzameld en bewaard wordt, moet niet vervuild en goed dicht .zijn, zoo dat er geen drangwater in kan komen. Men behoeft zich werkelijk niet te verheugen over zijn regenbak, wanneer die nooit leeg- raakt, ook niet na langdurige droogte en bij geregeld verbruik van water. Het reinhouden van de dakgoten is ook van Van alles wat. W eekpraatje. „Arti et Religioni" de bekende gemeng de R. K. Zangvereeniging te Leiden heeft verleden week haar 11e jaarverga dering gehouden. Dat de vereeniging door de~ tijdsomstandigheden te lijden heeft ge had is te begrijpen. Iedere vereeniging is in het gedrang gekomen, laat staan een zangvereeniging. Het wakkere bestuur is niet stil blijven zitten bij de pakken, maar heeft tijd noch moeite gespaard om alles zoo goed mogelijk van stapel te docjn loopen. De omstandigheden in aanmer king genomen, is het afgeloopen jaar een succes geweest. En toch klaagde het be stuur. Het klaagde over tegenwerking en over geringe medewerking. Die klacht is te billijken en te begrijpen. Volgens het jaarverslag telt. Arti 56 werkende leden, voor het grootste gedeete dames. Zegge zes en vijitig leden. Het is onbegrijpelijk in een stad met 1600Q Katholieken. Voe len de menschen in Leiden dan nergens voor? Neen de oorzaak ligt dieper. Het is onmogelijk, hoorden wij van meer dan een zijde, een flinke R. K. gemengde Zangvereeniging in Leiden te krijgen om datnu ja omdat de menschen in de Sleutelstad verdeeld zijn in tien klas- --11, de vrouwen vooral, de mannen ook wel, maar niet zoo erg; die hadden in den regel kwestie over den directeur. Juffrouw A. achtte het beneden haar stand om in dezelfde partij met mejuf frouw B. te zingen en wordt daarom geen lid; mijnheer C. wil wel lid worden, als de vereeniging maar eens een anderen direc teur krijgt. Juffrouw A. en juffrouw B. zijn beiden in dezelfde zaak werkzaam; de een staat achter de toonbank als winkeljuffrouw, de andere zit achter de cassa als cassière. Mijnheer C. kent geen noot zoo groot als een koe, maar oordeelt toch over de ca paciteiten van een directeur van een belang, maar het beste is: het water te zuiveren, voordat het in den bak komt. Zonder dat het opgemerkt wordt, spoelen er, vooral bij harde buien, allerlei aan rot ting onderhevige stoffen van plantaardi- gen en dierlijken oorsprong in den bak en deze viezigheid kan men gemakkelijk te genhouden door een eenvoudig filter, be staande uit een zinken bak, welke tus- schen de afvoerpijp van de goot en aen inloop in den regenbak ingeschakeld wordt. Het water moet dan eerst een uit- ueembare teems met schuinliggenden bo dem passeeren, welke het grovere vuil te genhoudt. Men zie dan, wat er zonder dien maatregel al zoo in den bak verdwijnt en beseft ten volle het nut daarvan. Ven der moet het water door een laag fijn" grint, die heel wat fijn vuil terughoudt. Wie er belang in stelt, geef ik gaarne na dere inlichtingen. Zakwater verzamelt zich uit den omge- venden grónd in 'n daartoe gegraven put. Wanneer deze omgevig uit zuiver zand be staat, zal het water ook zuiver zijn. Maar op een boerderij is de bodem uit den aard der zaak in hooge mate besmet met mest stoffen, zoodat het zakwater ook wel slecht moet zijn; vooral omdat de put gewoon lijk gemaakt is op de plaats, waar men het water behoeft, n. 1. in den stal of in de ommüaeilijke omgeving. Zakwater is dik wijls zwavelig, vooral in den zomer ten gevolge van de rotting der eiwit bevatten de verontreinigende bestanddeelen. De be smetting met ier en andere dierlijke uit werpselen kan zóó erg zijn, dat de ge zondheidstoestand van het vee, dat het drinken moet, zeer benadeeld wordt, en de boer dientehgevolge groote schade lijdt (kleinere melkopbrengst, kalfverwerpen). Zakwater is ondeugdelijk voor bedrijfs water op de zuivelboerderij. Slootwater. Toen ik eens op een boer derij, waar knijpers gemaakt werden, het boenen met slootwater ten zeerste afried, werd de waarde van mijn raad in twijfel getrokken; want, zeide men, ,v*t> die of die boerderij wordt ook met slootwater ge boend, en de kaas is toch goed." Afgezien van het feit, dat in de kaasmakerij, waar zoovele bekende en nog onbekende invloe den samenwerken, de een straffeloos doen of laten kan, hetgeen voor den ander slechte gevolgen heeft, V/erd hier geheel over het hoofd gezien, dat er een groot verschil is tusschen slootwater eri slootwa ter. Ik heb toen de aangeduide boerderij bezocht, en trof daar zulke gunstige om standigheden aan met betrekking op de kwaliteit van het slootwater, dat ik daar aan de voorkeur zou geven zelfs boven het nortonwater op menige boerderij. Voor beide watersoorten geldt het, dat nief de naam beslist over de deugdelijkheid doch de toestandvan de sloot met omge ving en die van de nortonput. Dikwijls moet slootwater wel zeer verontreinigd worden» vooral bij een boerderij. Een iedér kan dit voor zijn geval beoordeelen. Een doodloopende sloot verkeert in ongunstige omstandigheden; maar wanneer er door strooming is, dan weet men niet, wat voor water men voor zijn boenstoep krijgt. Het is verwonderlijk, dat men er niet beter voor zorgt, dat onnoodige besmetting van het slootwater, ddt als boenwater moet dienen, wordt voorkomen. Het vuile, gebruikte wa ter, met melk-, wei- en wrongelresten be hoeft toch niet in het boenwater terecht te komen; ook loost soms een afvoerbuis vuil water in de boensloot. Gunstige om standigheden voor het water van een sloot zijn: flinke doorstrooming en breedte, zoo dat het blootgesteld is aan de zuiverende werking van het zonlicht en den wind. Slootwater kan minder slecht zijn, doch in het algemeen is het onbetrouwbaar. Dr. L. T. C. SCHEIJ, Rijkszuivelconsulent voor Nd.-Holland. OORLOGS-VARIA. Op de Hartmannsweilerkopf. In de „Vossische Zeitung" vertelt dr. Max Osborn van een bezoek aan de Hart mannsweilerkopf: zangvereeniging. Wij zouden honderden voorbeelden aan kunnen halen, dat er werkelijk van stand geen sprake is. Behoo- ren slagers, schoenwinkeliers, kruide niers, bakkers enz. enz. tot den midden stand, ja of neen. Ja roepen allen, zoolang wij te zamen zijn op de vergadering van „De Hanze". Maar viert^de Hanze feest of geeft zij een avondje dan komen ge deeltelijk de mannen; vele dames blijven weg, want ziet u, pa is ook wel win kelier, maar is toch veel voorna mer en zeker een paar standen hooger dan andere pa's, die dezelfde artikelen verkoopen. Om te lachen! Zoo krijgt men clubjes, standjes en vereenigingkjes, maar een flinke vereeniging met een paar hon derd leden krijgt men niet. Ziet eens naar het Zuiden, naar het donkere Zuiden, zegt men, beneden den Moerdijk. Wij kennen een plaats in het Zuiden waar ook een 16,000 Katholieken wonen. Daar zingt een fabrikant naast zijn kantoorbediende, naast zijn knecht. Ver beeldt je, zouden ze in het verlichte Noor den zeggen, verbeeldt je, zeg! Pa naast zijn bediende of knecht! Heelemaal bene den je stand. En dan die gemengde zang- vereenigingen! Ja, de dochter van den burgemeester is evengoed lid als de doch ter van den stadhuisbode, de dochter van den fabrikant, bankier, grootwinkelier, evengoed als de dochter van den am bachtsbaas, den boekhouder van den bankier en den kleinwinkelier. Er zijn ook winkeljuffrouwen onder en meisjes die op een kantoor zijn enz. enz. enz. Verbeeldt je, ma, dat ik zeggen velen meisjes in Leiden en andere groote plaatsen. Het leven in verschillende plaatsen in het Zuiden is dan ook in menig opzicht heelemaal volmaakt is het er niet aan genaam, de verschillende standen gaan 'gemoedelijk met elkander om, de klassen tegenstelling heeft een normaal karakter. Men treft er drie standen en wel drie standen^ die «iet scherp tegenover elkan- „De kapitein, die ons hier ontvangt en begeleidt, legt den vinger op den mond. Niet te hard spreken, op zijn hoogst fluis teren en zachtjes loopen, want wij zijn hier dicht bij de Franscïïen. Het is een dwaze toestand, zooals men misschien nergens anders op het oorlogs terrein vindt. De topbreedte van den berg is een plateau van ongeveer 12 meter breedte, 5 meter daarvan, naar het Oosten en Noorden, hebben wij, 2 meter langs de helling naar het Zuiden en Westen heb ben de Franschen, die dus ook kunnen beweren, dat zij aan den rand van den top zitten, al is het ook op het gedeelte dat naar den kant van het gebergte ligt, en niet op dat, hetwelk het terrein en de vlakte naar den Rijn toe beheerscht. Er blijven dus 5 meter tusschenruimte over. Het is een vreeselijk geloer op el kaar. In sterk bevestigde en verschanste rotsgangen ligt men tegenover elkaar. Zonder ophouden gaat de verschrikkelijke strijd met handgranaten zijn gang. Waar men maar iets verdachts hoort, vliegt een van deze moordinstrümenten oVer de smalle tusschenruimte. Wij hooien ze ontploffen, nu eens rechts dan links on der ons. Ook het infanterievuur is niet stil. Pang! Daar valt een schot en mijn buurman rolt een kleine heete splinter van een stalen kogelmantel voor de voe ten. Weer een schot, en mij stuiven een paar zandkorreltjes op den schouder. Dat is Emil, zegt de opgewekte onderofficier van de genie, die ons zooeven zijn werk plaats heeft laten zien. Wie is dat, Emil, vraag ik. Dat is de Fransche infanterist, die altijd op onze zandzakken schiet. Naast hem staat August. Pas op, die begint ook. Tegelijkertijd valt weer een schot. „Heb ik het u niet gezegd, het was August." Zoo leeft men hier al sedert maanden. De bemanning van de „Dresden." De „Vossische Zeitung" ontleent aan de „Mercurio" te Valparaiso een beschrij ving van de lotgevallen der bemanning van den kleinen JJüitschen kruiser „Dres den". Toen de „Dresden" van admiraal Spee het bevel gekregen had zich terug te trekken kon zij dank zij de snelheid van haar machines aan de vijandelijke over macht ontkomen. Zij liep de kanalen van Vuurland binnen, waar zij de meest on toegankelijke boezems opzocht. De geringe diepgang van het schip gaf den kapi tein gelegenheid plaatsen ie bevaren, uie bepaald gevaarlijk waren. Het was een knap zeemansstuk. De Chileensehe torpe dojager „Lynch" werd naar het Zuiden gezonden, om op de neutraliteit van Chili te passen. Op een dag was de comman dant van deze torpedojager zeer verrast, toen hij in een heel kleine inham, die slechts voor de kleinste schepen bevaar baar is, een vreemd oorlogsschip zag.- Hij zond eenige van zijn mannen om de natio naliteit van het schip vast te stellen. Het was de „Dresden", die na een avontuur lijke vaart daarheen gekomen was. De Duitsche zeelieden werden aangemaand den inham binnen &4 uur te verlaten, wat zij Ook deden. Zij hauden zich daar lang opgehouden, terwfjl zij gebrek aan le vensmiddelen en kolen hadden. Om aan levensmiddelen te komen moesten de ma trozen steeds viscli eten, waardoor veel werd gespaard. Als brandstof gebruikten zij hout, dat zij uit de bosschen haalden. Zij verlieten den inham met de bedoeling naar Talcalïuano te gaan, om. zich daar te laten interneeren. Kapitein Ludecke ving echter draadloo- ze berichten op, dwaaruit hij zag, dat Engelsche oorlogsschepen hem vervolg den. Hij moest dus van koers veranderen. Men moet daarbij in het oog houden, dat de ketels van de „Diesden" door het lan ge gebruik en door den voortdurenden hoogen druk bijna geheel verbrand waren De „Dresden" ging nu naar Juan Fer nandez, waar zij, zoo als bekend, vernield werd. Nadat de zeelieden op het eiland Quiri- quina geïnterneerd waren, begonnen zij onmiddellijk hun verblijf te verbeteren. De barakken waren buitengewoon goed ingericht, maar het was de matrozen nog niet genoeg. Met de energie van hun der staan. Het gevolg is, dat iets tot stand kan gebracht worden en wordt gebracht. Er moet gebroken worden met de oude sleur. De menschen moeten zich op een breeder standpunt plaatsen en volgens de beginselen van billijkheid en rechtvaar digheid, maar vooral uit een oogpunt van liefde, van christelijke naastenliefde, uit een oogpunt van sociaal medevoelen en medeleven staan naast elkander maar niet tegenover elkander. Gebeurt dat, dan zijn wij er zeker van dat de secretaris van Arti et Religioni het volgend ...aar in zijn jaar verslag kan schrijven dat het ledental van 56 werd gebracht op 256, dat het aan tal donateurs met 100 vermeerderde en dat in het najaar zal gegeven worden „La Damnation de Faust" met medewerking van het Residentieorkest en eerste klas solisten. PEDROSER. Het Vliegengevaar of de verstoorde huiseüjke vrede. Drama im één bedrijf met een nastukje. Plaats der handëlimg een echtelijke wo ning in de nabijheid eener varkensmesterij. Personen: Jtuigc man pas gehuwd, zijn wouw kraak zindelijk. Hij: (na het blaadje gelezen te hebben, verspreid door den. Centralen Gezondheids raad inzake „Het Vliegengevaar"). 't Moet hiler toch nogal vuil zijn, vrouw tje, tenminste te rekenen naar het groot aantal vliegen, dat in deze kamer is. Zij: Vuil!Vuil... wat zeg je? hier vuil!! Hij: (bovenbedoeld blaadje ter hand nemend): „Ja, kijk maar, het staat er dui delijk mat dikke vette letters: „Waar geen vuil is, zijn geen vliegen." Zij: (zeer vertoornd): „Vuil in mijn huis, vuik Die heele gezondheidsraad kan voor mijn part.... een stortvloed van ver- wen.schingen volgt.... rok haar man krijgt zijn deel er van en niet zoo zuinig.... Dat had zij van Jan nooit gedacht, dat hij haar vpor vuil durfde uitmaken. ras gingen zij aan het werk. Er was op het eiland een waterleiding, die echter niet te gebruiken was. Men was bijna geten, dat de buizen nog in den grond lagen. Zoodra de matrozen daartoe ver lof gekregen hadden, haalden zij de bui zen uit de aarde, hetgeen een groot werk was, en brachten ze geheel in orde, zoo dat Quiriquyia nu weer uitstekend drink water heeft. Vele wegen, die vroeger bij na onbegaanbaar waren, hebben zij in uitstekenden staat gebracht. In het ge heel zijn er 365 matrozen op het eiland geïnterneerd, waarvan er dagelijks hon derd boerenwerk verrichten, terwijl de overige militaire oefeningen houden. De Engelsche vlooi Een pas uitgegeven Blauwboek over de Engelsche scheepsuitgave in het jaar, eindigend 31 Maart 1914, geeft eenige be langrijke bijzonderheden over hetgeen Engeland aan zijn vloot ten koste legde, nl. 174.UUU.000 pond. Het volgend lijsije geeft ee*ig denkbeeld van de toeneming der aan de werven en schepen bestede gelden: 1860-00: 14.800.055 pd.; 1900-1: 20.298.529 pd.; 1910-11 40.410.336 pd.; 1913-14 48.732.621 pond Sterling. Tegenvallers bleven ook Engeland niet bespaard. Zoo kostte bijv. de Iron Duke, het slagschip van admiraal Jellicoe maar even 116.012 pd. meer dan de raming. De Queen Elisabeth en de Warspite kostten elk 323.005 pd. en 321.707 pd. meer wegens het versnellen van de afwerking. De kosten van de verschillende schepen in 1914 gebouwd, bedroegen: Lion 1.970.615 pd.; Princess Royal 1.967.927 pd., Queen Mary 1,961.100 pd., Tiger (nog niet af) 1.462.457 pd. Verder Iron. Duke 1.044.603 pd., Audacious 1,818.200 pd.; Marlborough (nog niet af) 1.807.J39 pd.; Ajax 1.707.088 pd.; Centurion 1.794.429; King George V 1.778.133 pd.; Conqueror 1.740.260; Thun derer 1.746.060 en Queen Elisabeth (nog niet af) 1.417.566 pond. Verder werd 240.952 pd. besteed aan luchtschepen, biplans, nionoplans en zee vliegtuigen. De luchtschepen in aanbouw waren Nos. 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 16 en de hoogste prijs van eenig schip bedroeg 32.444 pd. Onderzeeërs, in 1014 in aanbouw, wa ren er 10 van de E-klasse, J van de F- klasse, 3 van de S-klasse, 4 van de V-klus- se, 2 van de W-kiasse en twee gedoopt de Nautilus en de Swordfish. Aan onder zeeërs werd 767.305 pd. uitgegeven. Alles bij elkaar werden 150 bodems van allerlei soort op de Rijkswerven of op par ticuliere werven voor de vloot aange bouwd. Schaakrubriek. Oplossing van Probleem 2.38 in L. d 1. Coireete oplossingen ontvangen van Q. Does- wijk, PI. v. d. Poel, Zoeterwoude, R. Pnuli- des, Leiden, A. van Hameren Veur, J. Berk Katwijk aan Zee, Schaakkist te Z,, J. Heems kerk, Roelofsarcndsveen.». Oplossing D. o 4 faalu op F. d. 4. ZWART. i a JL E WW' WIT. Probleem 241 van W. B. H. MEINERS. lste Prijs „Illustrated American." Stand der stukken: Wit: K b. 3, D. b 6^ T. e 7, T f2, L. a2, L. f 8, P d 1. pionnen a 4, c 2 d 8 h 5. En tranem biggelden over haar bolCe wangen. Hij: (bevreesd voor verdere verstoring van den huisef/ijkeri wede sust haar): Mot dat vuiil zijn zeker bedoeld de mestlhoopen bij anderen env dat ihij wel weet dat zijn lief wijfje kraakzindelijk is." Zij: (iets gekalmeerd): O zoo! Het nastukje maakte allee weer goed. (Historisch.) Voor vegetariërs. In het Juli-wummer van de „Vegetari sche Bode" staat een artikeltje over de waag, of een. vegetariër met een gerust geweten kan/ teimissen. Het inetwenk van tennisrakets bestaat uit geprepareerde kattend armen. Indien de katten gedood worden om de darmen, mag een vegetariër dat niet in de hand werken. Als de dar men bijproduct zijn en de katten wegens hot vel werden veimoord, staat de zaak eepigs/zin® andere. Zoo is de fijne onder scheiding, in het artikeltje gemaakt. De schrijver vraagt naar een adres voor ra kets, van geoorloofd materiaal gemaakt, en eindigt met -de opmerking, dat het voor ons nooit zoo pijn/ijk is van genot afstand te doen, als het voor lagere schep selen is, te worden vermoord. De „Blijde Wereld", die dit artikeltje kortelijk weergeeft, steekt er, hoewel de schrijver zich zelf dierenvriend en vege tariër noemt, aldus de draak mede: „De kattendarm wordt ni'et alleen voor rakets maar ook voor violen gebruikt. De ethische vio'/iist staat dus ook voor het pijnlijke vraag'stuk, of hij de kat haar darmen zaé 'laten of zijn kunst trouw blijven. Mischien zijn er echter wel snaren van poesjes afkomstig, die een natuurlij ken dood zijn gestorven, en anders moet men het geweten maar geruststellen met de gedachte, dat de daim waarschijnlijk wel een bijproduct is, omdat het katten vel toch meer waard is dan de kattendarm. Heelemaal in orde is het dan nog wel niet., wamt mem werkt den moordlust im igezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. Het 'keeren der jaren. In het leven der vrouw is het keeren der jaren een tijdperk van veel zorg en ziekte. Het openbaart zich door pijn in den rug, hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van slaperigheid na den maaltijd, opstij gingen van het bloed, benauwdheden, een gevoel van zwaarte in den onderbuik, in het kort door de verschijnselen, die gepaard gaan aan een slechte werking der nieren. Want de onzuiverheden, die vroeger op geregelde tijden werden verwijderd, blijven voortaan gedeeltelijk in het lichaam achter en kunnen niet worden afgevoerd, wan neer de nieren niet voldoene kracht heb ben, om het bloed voortdurend t^filtreeren. Het is daarom, dat het vooral in dit tijd perk noodzakelijk is Foster's Rugpijn Nie ren Pillen te gebruiken, die de nieren op wekken en herstellen, en haar geschikt maken tot haar belangrijke taak, waar door de gezondheid van het geheele orga nisme verzekerd wordt. Toezending geschiedt franco na ontv. v post wissel fi f 1.75 voor één, of f 10.— voor 6 doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nie ren Pillen, weigert ,elke doos, -die niet voorzien is van ne- venst. handelsmerk. 3656 Z wart K d f», T. h 4, L, g 5, L. h3, P. b 1, P e 8 pionnen' c. 2, d 8, h 6. Mat in twee zetten. Oplossingen worden ingewacht tot Za terdag 14 Augustus, onder motto „Schaak" aan het Bureau van de „Leidsche Courant", Leiden. Marktberichten. ALKMAAR, 30 Juli. Kaas. Aange voerd 310 stapels, wegende 20Ï5itkilo. Prijs voor kleine faluïeks-154,50, commissie f52, middelbare- fboeren- f 54,50; commissie boerenkaas f53,50, middelbare 1'52,Handel vlug. LEEUWARDEN. 30 Juli. Vee. Ter markt zijn heden aangevoerd:'230 stieren f 100380, M ossen, f7525t), 315 vette koeien f230— 350, per 72 K. G. 4449 ct., 772 melk- en kftlf- koeien f 180—320. 05 pinken f 65—100, 102 vette kalveren f 5575, p. Va K- G. 5055 ct.; 350 graskalveren f457(5, 85 nuchtere dito f 10 u 17, 1063 vette schapen f 2946, 403 weidesdjapen f 1824," 215 lammeren f 14 il 18, 211 vette varkens f 92—105, j>er Va K.G.4255 et., 188 magere varkens f4245, 849 vette biggen f6894,'per Va K.G. 4041 ct., 438 speenvarkens f913. Pluimvee. Aanvoer 800 slnebtkippen f0.50 1,3000 jonge haantjes f 0.100.50,1000 piep kuikens jf0.401.75. SCHIEDAM, 30 Juli. Moutwijn f21,Je never 1 25,— Commissie f 19.Stemming flauw. Spoeling 1'1.40, Grnanspiritus 1' 33. f36.Melasse Spiritus f29.Ruwe spiritus f 16—161/2. ZWOLLE, 30 Juli. Boter. Aangevoerd 600/8 109/16 v. en 1020 stukken, weg.samen 13600 kg. prijs 1/8 vat f 3.1318/4, per kg. f 1.50 a 1.05, Vee.Aangevoerd 785 Runderen, waarvan op de stallen 100, 166 Kalveren, 399 schapen, 55 varkens, 694 biggen. Handel over het geheel goed, met hoogo prijzen. Men besteedde voor het vee per Kg. runde ren f0,S41,02, kalveren fl.tKJ1,20, varkens f0,79.-0.82; schapen f 18—38.—, p. stuk. Telegrafisch Weerbericht. volgens waarnemingen verricht in den morgen van 31 Juli 1915, medegedeeld door hot Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te Dc Bildt. Hoogste barometerstand 769.4 Karlsruhe. Laagste barometerstand 750.0 Stockholm. Verwachting tot den avond van 1 Aug. Zwakke tot matige Westelijke tot Zuide lijken wind, meest zwaarbewolkt, waarschijn lijk regenbuien met kans op onweer. De/.eltdo temperatuur. de hand. wanneer rnen den moordenaar beloont, al zou het met een paar centen zijin voor een katten/haartje. Een ,,Amerikaan9ch" sommetje. Amerika staat er voor bekend, dat oie® er op veel grooter schaal gebeurd dan in de oude wereld. De fabrieken, de huizen, de ongelukken, het aantal misdaden cm de fortuinen van <le mLllionnairs, a'/les is er grooter. Nu heeft een millkinnair uit Philadel phia, mr. J. Wanamaker, echter een voor stel gedaan^ dót zlffs voor Amerika een heele pil a® om te slikken. Hij ste l in.l. voor dat de Ver. Staten een 100 billioen dollars (f2.500,000,000,000) bij elkaar zul len brengen, om de vrijheid van België te koopen. Wie dat sommetje eventueel im zijn zak zon steken staat er niet bij. De Duit- schere. a's de huidige bezitters van Bel- gië's vrijheid?'Dam zou het wel eens noo- die kunnen worden om de bekenden Sn and au er schatte Moren, waar do Fran sche krijgssohat van 1871 enk a/1 ligt, mét oen paar verdiepingen te verhoogen. Langs den weg. Mevrouw heeft den melkboer bedankt ea krijgt nu 't vo'gende briefje: Mefr.? Het spijt mij zeer u kwijt te wezen, in de Melk wees zoo goed en zie het nog een. keer over want het is onvoorzichtigheid van oai® In den treim zit een jongmonsoh aam 't open raam, een oude heer, diep in zijn jas gedoken, in een hoek tegenover hem. „Wilt u asjeblieft 't raam sluiten," zegt de oöe heer, ,,'t is koud buiten!" Het jongmenseh voeldoet aan het ver zoek en wendt zich dan tot den heer met de beleefde 'Vraag:' „Pardon, meneer, meent u, dat liet nu -buiten wanner '/al zijn?" s- !•- /j./M A JL A A i 'MéÊ Wyfr,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 5