25 BUITENLAND. JAARGANG No. 1735 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Jnterc. Telefoon 935. -- Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; by onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2y9 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG JUNI. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels fO.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeellngen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bi] contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent V Dienstplicht. H'ë't „Centrum" waarschuwt tegen het stemming maken" voor al jgemeenen dienstplicht, van welk instituut het blad •allies behalve, een voorstander blijkt. Wel. ieder hebbe rustig zijn meening, want hier mogen we immers wel degelijk ireken van een. vrije quaestie",, waar over geestverwanten elkaar niet behoeven en nooit beboeren te verketteren.. Zoo'in vrije aangelegenheid, waarover verschil van meeniimg binnen de partij perken mo gelijk is, lijkt ons juist wel een vrucht- Laar punt van debat, hetwelk te ernstiger worde gevoerd naarmate het tijdstip cemer beahsièng nadent. En dit schijnt in zake den dienstplicht wel het geval!.. In dezen geest van onderlinge waardee- 'ing zouden we gaarne even met het Centrum" van gedachten wisselen en wel naar aanleiding van het vergende. Met Mad schreef, toen het tegen stem ming maken" opkwam, o.m. het volgende: „Ten aanzien, van dep. algemeenen diens'plicht staat toch zeker dit vaslt: lo. dat hij ook van de landen, die tot de in ning er van sinds lanig overgingen, den oorlog niet heeft afgewend; 2o. dat hij den krijg niet verzacht, niet min der bloedig, noch minder vernielend en drukkend gemaakt heeft; 3o-. dat hij de sociale, -persoonlijke Jasten èn in oorlogs in vredestijd a a n z i e n 1 ij k heeft verzwaard; 4o. dat hij méér daixooit het besef .heeft doen ontwaken, hoe gewettigd het streven is naar ontwapening en. hoe onvermijdelijk de kleine Staten bij de gn iT^ achter blijven m den miiliitaris- tischen wedloop. „Wie het orders weet, moge het zeg gen." IN ij gelooven, dat ,er bezwaarlijk wat „anders over valt te zeggen. De vragen zijn -daartoe te klemmend gekozen- Wel echter valt er o. .i. een andere vraag tegenover to stellen, n.l. dezer is het niet rechtvaardig, dat alle zomen des lands u-ettelijk Th, de termen yaJL*» nun land zoo mood-ig te verdedigen? Natuurlijk laten we hierbij quae-s'ties, i',s waarover de Protestantsohe theologen thans een twistappel te meer onder elkaar hebben opgeworpen, veilig rusten. Die komen we', aan de orde hij de uitwerking bet beginsel, neergelegd dn onze i,g, waarop o. i. moeilijk een ontken- nemi antwoord valt te geven. Dit i'S nu onzerzijds geen „stemming maken", maar eenvoudig het uiiten eener gedachte, weke bij ons opkwam bij 't le zen van het „Centrum", welks opinie ten diez-e wij gaarne zouden vernemen. De Tsaar is naar het front vertrok ken. De Oostenrijkers hebben over hot geheele front togen de Italianen het offensief genomen. De Britsclie regeering zond een nota aan de Ver. Staten, waarin een overzicht wordt ge geven van de stappen door do regeering gedaan om de moeilijkheden voor den onzijdigen handel te beperken. Van het Westelijk oorlogs terrein. Uit heit grooto Duitsche hoofdkwartier wordt d.d. 24 Juni gemeld: Aan den Oostenrijke®, rand van de Lo- ireitto-hoogte® verdreven we den vijand uilt het voor e enige dagen djoor hem ver overde stuk loopgraaf. Ten Zuiden van Souchez werden de gevechten door ons met succes voortgezet. De Labyrinthistalilimg ten zuiden va® Neuvilile werd tegen een 's nachts begon nen krachtigen aanval in een hardnekkig gevecht -op korten afstand door ons behou den. Op de Maashoogten kwam (heit tot ver dere verbitterde botsingen. Wij namen nog 150 Frartiscfh-en gevangen. De vijand leed bij twee mislukte aanvallen zware verliezen. Een aanval tegen de door ons gisteren genomen hoogte bij Ban de Sapt werd afgeslagen. Het aantal gevangenen steeg m-eit 50. Het officieeie F,ra-nsche communiqué meldt: De naöhit van de® 23srtem was bet- betrekkelijk kalm, behalve ten noorden van Souchez, waar de artillerie-beschie ting bleef voortduren. De Duitschers be schoten Atreeht. De ambulance van de congregatie van hef. „H. Sacrament" werd dn 'it bijzonder getroffen, waarbij roidgieusen en verpleeg sters gedood werden. Een aamvalspoging der Duitschers met zwakke krachben ondernomen werd ge makkelijk afgeisilageai bij Berry-au-bac. Bij de hoogte 108 liieten de Franschen een mijn springen, waardoor een krater ontstond van 35 meter middellijn, zoodaï de Duitsche loopgraven zeer ernstig wer den beschadigd. Op de Manshoogten bij de Tranohée de tend van den 23sten een hevige® tegien- aanva1, -die hen in staat stelden hun vroegere tweede linie te hernemen. In den loop van den namiddag had een tweede Duitsche aanval plaats, die echter onmid dellijk werd gestuit. De Franschen op hun beurt tot het offensief overgaande, vatten voet in de tweede vijandelijke linie en wisten zich daar te handhaven. Aan den rand van hert. Boóisde-Prêtre be schoten de Duiiitscherig op bij-zonder krach tige wijze de Fransohe stollingen bij Quart-en-réserve. In Lotharingen namen de Franschen twee Du-itsohe werken hij Leintre.y, waar bij zij gevangenen maakten, onder wie 3 officieren. Een vijandelijke tegenaanval werd na een hevigen strijd afgeslagen. In de V-ogezien -h'eersoht storm en dikke mist. Het aanital Duitsche gevangenen, sedert 14 Juni in de Streek van de Peehit, be draagt 26 officieren, 53 onderofficieren en 638 man. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Het Duitsche communiqué van 24 Juni meldt: Ten noordoosten van Kuschany lieten de Russen bij een door ons afgeslagen aan val meer dan honderd gevangenen in onze handen. Aan de Ormilof leidde een Duit sche offeusieve beweging tot de vermeeste ring van het dorp Kopaczyska. lit Polen, ten zuiden van den Weichseft, werden verschillende vijandelijke aanval len tot staan gebracht. Het leger van Von Linsingen trok over de Dnjester. Tusschen Halicz, dat nog door den vijand wordt vastgehouden, en Zoerawno, is het in hevigen strijd. Op den noordelijken oever, aansluitend tot de streek ten oosten van Lemberg en Zolkief, wordt de vervolging voortgezet. Tusschen Ravaroeska en de San, bij Oelanof, kwam niets belangrijks voor. In den hoek, gevormd door San en Weichsel, zijn de Russen tot achter do San teruggegaan. Ook op den linkeroever van den Weich sel ten zuiden van Ilza wijken zij naar het noorden terug. De Tsaar naar het front. Het „Pet. Teil. Alg." meldt d.d. 23 Juni dat de Tsaar naar het leger vertrokken is. Het Russische hoofdkwartier. Het Russische hoofdkwartier iö, naar „Korr. Nordien" uit Berlijn meldt, reeds uit Galicië naar Rusland overgebracht. Men verwacht, dat ook het zwaartepunt van den strijd daar spoedig op Russisch grondgebied zal overgaan. Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Het Oostenrijksche legerbericht van 24 Juni luidt: Aan do grens van Karinthië bij den Pal piccolo werd een aanval van een sterke Italiaansche troepenmacht afgeslagen. Overigens hadden aan deze grens en aan die van Tirol slechts artilleriegevechten plaats. In het gebied van d«a«^n^vi6^ifllté- riegevecht. Aanvallen der Italianen bij Gradiska en Monfalcone mislukten. Daarentegen luidt het Italiaansche leger bericht: De Oostenrijkers hebben een vol doend aantal versterkingen ontvangen om hen in staat te stellen over het geheele front tot het offensief over te gaan. Zij werden echter overal voortdurend met hevige verliezen afgeslagen. Het plan van Cadorna is den vijand tot de grootst mo gelijke verspilling van menschenlevens te noodzaken met de minst mogelijke ver liezen voor de Italianen. Op den Balkan. Schending der neutraliteit. De correspondent van de „Times" te Athene seint: Een der legaties hier ter fibede heeft be richt, dat eenligen tijd geleden eone com missie, bestaande uit vier Turksdhe offi cieren en een Duiltschen majoor in Grieksch Macedonië Muzelmannen beeft trachtten over te halen, om dienst te ne men in het Turksche leger. De bedoelde legatie heeft de aandacht der Grieksohe regeering op dit feit, dat eenie schending der neutraliteit uitmaakt, gewezen. De regeering heeft beloofd onmiiddielllijk een onderzoek in te stellen. De Montenegrijnen voor Skoetari. De Gtonniale dTtatla" verneemt uit Skoetari dat de Montenegrijnsche troepen voor de poosten dier stad aankwamen, na e enige honderden Albaneezen te heb ben uiteengejaagd, die slechts zwakken weerstand boden. Op Zee. De duikboot, en mijnoorlog. De Fimsdhe söhoenerbark „Lee" wend Dinsdag -ten zuidoosten van Fair Isle (tus schen de Orkney- en de Shetiliand-eilianden) door een Duitsche® onderzeeër in den grond geboord. Bij Lloyd® iis het volgende telegram ontvangen van het stoomschip „L'iama": Wij befbben juist de bemanning opgepikt van de „Queitwatens" van Peterhead en van de „Viceroy" van Aberdeen, die bij de Shet/1 ands-etlanden tot zinken zijn ge bracht, gisteren te 11 uur ten oosten van Skerries. Zij metiden, dat 5 andere treilers ter aelfder tijd gezonken zijn. De Noorsche stoomboot „Nova" ie gisteren te Bergen aangekomen met de bemanning van de Noorsche stoomboot „Trauma", die op de reis van Archangel naar Londen, met een lacLiing kruit, Woensdagmorgen in de nabijheid van de Shettlandseiilanden werd getorpedeerd en in brand gestoken. De bemanning werd door de Duitschers beleafd behandeld. De Duitschers sleepten de reddingboot met de bemanning naar de „Nova", die in zicht was gekomen. De „Trauma" was 1557 bruto tonnen g rooit. Een aanval op een oorlogsschip. Volgens een Reuterbericht uit Londen werd het oorlogsschip „Roxburgh" op 20 dezer in de Noordzee door een torpedo ge troffen. De schade was echter niet ernstig en het schip kon onder eigen stoom zijn ï-eaa vervolgen. (De „Roxburgh" is een gepantserde kruiser van het jaar 1904, groot 117000 ton.) Castellorizo beschoten. Het Wolffbureau meldt ui.t Korist anti- nopel: Volgens particuliere berichten be schoot een Fransche kruiser Maandag ochtend het door de Grieken bezette eiland Ca-stol Lortzo aan de ku9t van Klein-Azië. Het schip loste ongeveer 20 schoten op het klooster aldaar. Een Duitsche duikboot getorpedeerd. Te Winschoten -deelden gistermiddag uit Duitscfhl'ajnd komend» reizigers mede, dat bij het eiland Borkum een Duiitsche onderzeeboot door een Engelsche was ge torpedeerd en gezonken. Dientengevolge moesten 'te Emdem we gens staking van den passagiersdienst alle reiziig-ers daar, die voor DeTifzijt be stemd waren, hun reis afbreken. Een Russische duikboot vernietigd. Op 22 Mei werd in de Oostzee een Rus sische duikboot, blijkbaar van het AkaJa- type, dcoir een Duitsch vliegtuig 25 mijlen ten oosten van Gotland met bommen be- worpen. Het resultaat kon toentertijd niet worden vastgesteld. Nu wordt van Rus sische zijde erkend, dat de duikboot ver loren is gegaan. Een tegenspraak. Een uitvoerig telegram van het WoJlf- bureau uit Stockholm maakt melding van een brief aan „Svenska Dagbladot" uilt Colon van 23 Mei, waarin inededieediingein worden gedaan over do reis van de stoomboot „Kronprimzessin Margardto" van Goteborg naar Panama. De brief schrijver verhaalt dat liet schip werd aangehouden en naar Storno way opge bracht, waar ook de bemanning aankwam van de door een Duitsche duikboot getor pedeerde stoomboot „Mobile". Uit het lange tof eg ram is van belang dat volgens den briefschrijver de geredde schipbreu kelingen verklaarden, dat de Duitsche duikboot hulp verleende aan de redding- booten en ook voldoende tijd liet aan de equipage om het te torpedeere® sohip te verlaten. In een Engelsch blad, zegt het Wolff-telegram, was beweerd, dat de Duitschers den opvarenden nauwelijks tijd hadden gelaten zich .te redden en ook verder aan hun lot overlieten. In de lucht. Onderscheidingen aan aviateurs. De Koning heeft aan den l u.i tern-j-nt-avi ac teur John Philip Wilson en aan den on der- lui.tenain/t-aviateiur John Stanley MillRs not Distinguished Service Cross verteend; als bel'oonihg voor helt vernietigen van een Zeppelin te St. Evere J)ij Brussel op 7 Juni j.l. In België. Gent leent aan dé beboete gemeenten. Aan de „Vlaamsche Sbem" ont.eenen wij het volgende berioht: De gemeenteraad van Gent beslikte, dat voorschotten in sladsbiljetiten zulte® ge daan worden op de gewone voorwaarden aan twee gemeenten in Vlaanderen, die geldboeten van de Duitschers hohben op- geloopen ejjs..dew: niet kunne» bet al-en. Aan wordt 6250 francs geleend en aan d.e ge meente Bachto Mariia Laarno 5000 francs. Uit Gent wordt aan het „Vlaamsche Nieuws" gemeld: De paspoortenbureaux te Gent zijn ver- eenigd tot een bureel met den titel „Pas poort-Centrale Gent." Er worden weer passen afgegeven voor het buitenland, hot gouvernemenlsgebied, het gebied der ma rinetroepen te-Brugge en het etappenge- bied. De vorige week was te Gent zooveel ge brek aan pasmunt, dat op de electrische trams niet kon worden gewisseld en dus velen voor niets medereden. Thans heeft het bestuur boekjes van 20 coupons uitge geven, die van dc kiosken afgehaald kun nen worden. De Gentsche bladen „Journal do Grand" en de „Bien Public", zijn opnieuw versche nen. De „Bien Public" was gestraft met een maand schorsing. In het Britsche Rijk. De Prins van Wales. Den 23sten Ju mi is de P ei-rus van Wal es (geboren 1894) meerderjarige geworden.- Natuurlijk is dat mi-et feestelijk herdacht in Engeland, wat'anders wèl het geval zou zijn geweeat. FEUILLETON. HEREENIGD. 78) „Aoh. wat mij, indien mijn echtgenoot inleven was gebleven, vervuld zou hebben et het -grootste geluk, dat zou thans v-oor mij een bitter noodlot worden. Nauwelijks hart de ellendeling Gabriel Le Noir de waarheid ontdekt, of hij werd voor mij -en ware duivel. Van dien dag af werd ik bewaakt ais een gevangene. Vier maan- lang bleef ik opgesloten fin het ver trek, hetwelk mijn folteraars voor mij liad- tie.n uitgekozen 'als kerlcer. „E11 toen kwam het donkerste uur mi jus levens, Ik werd moeder van een tweeling paar, een knaap en een meisie. liet knaap je kwam dood ter wereld; 'het meisje leef de. Een oude Mulattin, die men op het laatste oogenhlik gestuurd had om mij tij te staan, wilst ik te overreden mijn ge heim te bewaren, heit levende kind te red den en het doode knaapje te geven aan kolonel Le Noir. Een verdenking, die ik, wat mij zjefve betreft, te.^en den ellende ling nooit gekoesterd had, begon ik, wat ttiijn kind aangaat, wèl te koesteren. ..Ei had er een voorgevoel van, dat hij het, arme schepseltje vermoorde® zou, in dien helt in-zijn handen viel. De oude vrouw had medelijden met mij en deed datgene, waarom ik haar smeekte. Doch de onze kerheid over het lot van mijn kind folterde mij .over dag en des nachts. Ik werd in- hiseofren zoo mogelijk nog strenger be- aakt. dan vroeger. Kolonel Le Noir zag zelden; een oude vrouw, die altijd som ber keek, was mijn bewaakster en zij liet mij maar al te duidelijk bemerken, dat ik als krankzinnig zou worden beschouwd. Rusteloos liep ik heen en weer door 'de vertrekken, die ik bewoonde en die gelegen waren vlak onder het dak van het huis. „De kamerl'amp, welke Le Noir mij had gegeven, had een blauwe kap naar men mij zei de wegens brandgevaar. Thans weet ik dat de kap dienen moest om het gerucht te kunnen verspreiden, dat er in het huis een spook ronddwaalde, 'n ge rucht waartoe mi]n heen en weer Joopen onwillekeurig aanleiding gaf. Zoo verlie pen er jaren, waaraan geen einde scheen •te komen en ik niemand zag dan mijne folteraars. Op zekeren dag echter liet de oude Darkey Knight mijn kamerdeur open, en het getukte mij naar den corri dor te sluipen en een onderhoud te beluis teren, hetwelk de kolonel met zijn mede plichtigen had in de spreekkamer. „Daaruit vernam ik, dat mijn dochter tot grooten schrik der schuldigen terugge keerd was en woonde op Hurricane Hall. God in mijn hart dankende en voor mijn kind biddende, keerde ik naar mijn kameT terug, zonder dat men mij bemerkte. Daar na kwam er op zekeren dag een nieuwe gast in het huis en op de benedentrap hoorde ik dikwijls een lichten meisjestred. Weer wachjt/te ik een gelegenheid af oyi naar buiten te sluipen en af te luisteren, dat een jonge pupil van kolonel Le Noir in huis was komen wonen. Ik vernam dit uit een gesprok, dat twee meisjesstemmen met elkander voerden. Ik had nog even tijd, de trap weer op te vluchten, toen be'den op den corridor naar buiten tra den, en diegene, welke dq. pupil van Ie Noir moest zijn. een jeugdige vreemdelin ge de trap opleidde naar een vertrek, het welk ik kende alls de logeerkamer. In de opgewondenheid van dezen avond moet Darkey Knight haar patiënte vergeten hebben. ..Mijn deur bleef open en niets verhin derde mij in dien nacht te sluipen naar de kamer der jonge vreemdelinge, tot wie ik mij onweerstaanbaar gelrokken gevoel de. Indien er inderdaad voorgevoelens zijn, dan zeide mij een bang en toch ook gelukkig voorgevoel, dat di't meisje mijn dochter moest zijn, mijn kind, waarvan ik had moeten scheiden, toen ik het pas aan mijn hart had gedrukt. En ik zou mij dia arm niet hebben vergist. De ring, dien dc slapende aam haren vinger droeg, was dezelfde, die ik aan de oude mulattin voor mijn kind had gegeven. Met sidderende banden trachtte ik het eenvoudige gou den reepje er af te h alien, doch op het zelf de oogenibliik ontwaakte zij en met ont zetting staarde zij mij, de witte gestalte voor haar bed aan. „Zij kon niie-t vermoede®, dat 5k haar moeder was. In het volgende oogenhlik zonk zij -als tevemlioos in de kussens terug. Ik Vluchtte naar mijn kamer, met den ring in mijn hand. Hoe de nacht voorbijging, weet ik niet. Doch den volgenden nacht •kwamen die beide Le Noir's in mijn kamer, boeiden mij als een misdadigster, stopten mij den mond dicht, toen fik om hulp riep, en sleepten mij naar een voor het huls stilstaand rijtuig. Daarin kwam de oude Le Noir bij mij plaats nemen en het rij tuig ging in vd'Len galop er van door. Eerst wend ik gedurende eemigen tijd naar een (vreemd huis en vervolgens hierheen gebracht en als krankzinnig opgesloten jn een cel. „Laat mij zwijgen over hertgeen ik hier geleden heb, ve-rro van mijn kind, van wie mijn meedoogenJooze vijand wist, dat zij leefde en d'ie verloren was, indien zij in zijn macht geraakte! En nu zegt gij mij, dat zij leeft! O, hebt gij de zekerheid daar van? Wat kan die booswicht intusschen niet gedaan hebben, sinds gij Virgimië verlaten hebt! O, mijn God, als mij mijn kind eens vermoord had! Stel u gerust, madame! zeide Guido. Dezelfde verborgen Hand, diie u en uw kind dn het leven gespaard heeft tot op dezen dag, zal u ook verder beschermen. De machit van Gabriel <Le Noir is ten einde en God zelf zal wraak oefenen op de schul digen. XLVII. Een felle, roode vuurgloed verblindde Kapitola's oogen, toen zij uit de diepe be wusteloosheid, waarin zij verzonken was, ontwaakte en bemerkte, dat zij lag op een soort rustbed, waarover een berenvel was uitgespreid, hetzelfde berenvel, dat in de afgelegen kamer op HurricaneHallo liet geheimzinnige valluik had bedekt. Zij bracht de beide handen aan hare oogen, lag een tijd lang a.lis verblind en moest haar zinnen geweld aandoen om zich te herinneren, wat er gebeurd was. Plotseling keerde haar herinnering terug en schoot ai's 't ware een lichtstraal door de duisternis van haren geest en met een kreet vloog zij overeind. Doch op hetzelfde o ogenblik zat zij als geboeid; heit tafereel dat zich aan haar oog vertoonde, nam al baar beiiangstelling in besiag. Rondom een helder flikkerend vuur lag, schilderachtig gegroepeerd, ee.n schare van woestuit'/Jiend-e en fantastisch gekleedo mannen en onder hen bevond zich Mack Dona'-d, de meest gevreesde roover uit heel den omtrek. Plotseling werd Kapltola zich er van be wust, waar zij ontwaakt was e/n gevoelde zij al hare hulpeloosheid. TJnans had ook een der mannen Jje- merkt, dat z;ij ontwaakt was en terwijl hij opsprong, riep hij: Hobo, kapitein, uw solioone is ont waakt. De bruiloft kan beginnen! Met één -sprong stond Mack DoaviM overeind en naast Kapltola. Ha, mijn schoone, jonge koningin! zeide hij -tot het meisje, zijn grooten ron den hoed lichtende etn voor haar een diepe buiging makende. Gegroet in den kr.irng uwer vaza'lem, over wie gij heersche® zult aan de zijde van hun koning. In uw mocht .is het alten te dwingen voor u in het stof te buigen. Gij houdt den schepter, waar mede gij allen kunt doen buigein, in uwen kleine, blanke banden. Een wenk van mij, en al deze mammen zijn bereid voor u hum bloed te storten. Een genadig gli/mlachjo van u en aan uwe voeten ligt als uw slaaf de gevreesde Mack Don ai d, aan wien do- ze onverschrokken, menschen om/voorwaar delijke gehoorzaamheid beloofd hebben! En dichter op haar toetredende trachtte hii hare hand te vatten, doch Kapltola steg de zijne van haar af en vloog over eind. Weg van mij, bandiet! riep zij, terwijl hare oogen bliksems schoten, Weg van intj gij allen! Ik ben weliswaar oen meisje! (Wordt vervolgd.J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1