OORLOGS-VARIA.
i
Knfserstraat), vap het Dominicanessen of
Witte Nonnen-klooster ter plaatse der
tegenwoordige Academie, van liet klooster
der Minderbroeders in de Waard. 1)
Doch waartoe zoo zal men wellicht vra
gen, zulk een menigte van kloosters tij
dens de oude Rocmsche eeuwen?
Voordat wij hier antwoord geven, moet
men eerst opmerken, dat niet alle kloos
ters uit den Rooitischem tijd in Leiden te
g e 1 ij k hebben bestaan. Het eene was
somtijds van armoede te niet gegaan, een
ander door oorlog^ramp zoo goed a!.s weg
geraakt, een derde somtijds, door zijn
nabijheid aan de stadswallen, bij stads
uitbreiding weggeruimd, voordat latere
kloosters in hun plaatsen kwamen be
staan, en dan niet altoos in gelijk aantal
als te voren.
Doch de oude stad Leiden telde niette
min toch een vrij groot aantal kloosters
en ook wel tegelijkertijd.
Waartoe dienden deze?
Zij diendein voor alle sociale
n o o d e n. In de Middeleeuwen werd de
jeugd door kloosterlingen onderwezen;
kloosterlingen! verzorgden de gasthuizen;
kloosterlingen schreven, wijl ilc boekdruk
kunst ontbrak, de boeken over; klooster
lingen behartigden zoowel landbouw als
schoone kunsten caiz. De Leliebroeders
waren zóó voor de pestlijders, de Clarissen
voor de Magdakina's of boetvaardige vrou
wen, zelfs* zijn er oudtijds fratres
p o n t i f j c e s geweest, broeders die de
bruggen behielden over de verwoestende
wateren. Niet anders zal dit alles ge
weest zijn in Leiden, vooral toen Leiden
neg I eijthe was en ervemzoo bij zijn her-
haaWe uitbreidingen.
Maar allereerst dienden die vele kloos
ters voor de «ere van O o d. Terecht
schatte men in de eeuwen des geloofs al'e
devote werken zeer hoog. welke ieder
klooster, overeenkomstig zijnen regel, tot
eere van God en daardoor van zei ven tot
heil der stad kwam verrichten. Een mooi
voorbeeld gaf Leiden daarvan, toen het
Minnebroederklooster in den Waard tus-
schon Zijlepoort en Hogewoerd werd gead
mitteerd. Want Schout en Schepenen der
stad verklaarden, dat zij de toelating gaven
aar. de Paters „om, ter eere Gods en ter
eeie van Maria, Zijne Lieve Moeder, ter
eere van den heiligen vader Franciscus en
atl'o Gods Heiligen godsdienst te doen, om
de zaligheid der zielen, om de Ghristen-
menschen tot verbetering huns levens te
brengen, om te houden de Zeven Getijden
en om God 4e dienen met Missen en Ser
moenen en andere goddelijke, geestelijke
oefeningen naar de regelen van de (Fran
ciscaner) Observanie."
Zoolang de menschen op aaide zullen
zijn, niet alleen voor do belangen van c.ris
aardsch teven, maar eigenlijk om door
goede wenken en vroomheid tot Onzen
Schepper in den hemel te komen, zoolang
zijn de vele kloosters mi'et overbodig.
1) Hoe eigenaardig die overblijfselen op
medaillons zijn! Zoo is fr van het Min
derbroederklooster een potscherf-medail
lon overgebleven, voorstellende een voor
liet Altaar geknield liggend en bisschop,
waarachter een koorknaap, houdende
diens ataf in de hand.
De bevcJking der oorlogvoerende
mogendheden.
In de Berliner lïJrsen Courier leest
men: Van de ongeveer 440 millioen inwo
ners van Europa zijn er 376 millioen met
elkaar in oorlog. En ook van de overige
bevolking der aarde meer dan de helft,
terwijl de reusachtige bevolking van
China met 450 millioen de hoofdmassa
van de in vrede levende volkeren vormt.
Van de Europeesche volkeren staan aan
den eenen kant 68 millioen Duitschers, 53
millioen Oostenrijkers en Hongaren en on
geveer 4 millioen inwoners van Europeesch
Turkije, te zamen ongeveer 125 millioen.
De tegenpartij heeft uit Europeesch Rus
land met Polen en Finland te zamen onge
veer IK millioen menschen, uit Frankrijk
39,9 millioen en uit België 7,8 millioen.
Groot Britannië en Ierland benevens de
andere Britsche bezittingen in Europa
hebben 47,5 millioen inwoners, Servië en
Montenegro 5,5 en Italië 35,5 millioen.
Tegenover de 125 millioen van de centrale
mogendheden staan er dus ongeveer 251
millioen Europeesche vijanden. Verhouding
dus van 1 tot 2.
Deze wordt echter nog belangrijk on-
I gunstiger als men er de niet Europeesche
bevolking van beide groepen bij voert, wat
noodig is, daar de vijand uit alle wereld-
deelen troepen laat komen. Voor de centra
le mogendheden komen er aan niet-Euro-
peesche bevolking slechts ongeveer 15 mil
lioen Aziatische Turken en ongeveer 12
millioen menschen uit de Duitsche kolo-
nieën bij. Zoodat de geheele bevolking
aan dezen kant 152 millioen bedraagt.
Bij de tegenpartij komen er dan ten eer
ste nog bij Japan met Korea en Formosa
Te zamen ongeveer 68 millioen. Dan de
bewoners van Kaukasië, Russisch-Azië en
Siberie met ongeveer 27 millioen, Engelsch
Indië en de verdere Engelsche bezittingen
in Azië en Australië met 330 millioen, de
bevolking van Tonkin en de andere Azia
tische bezittingen van Frankrijk moet men
op niet minder schatten dan 20 millioen.
In Afrika komen Egypte met 12,8 millioen
en de andere Engelsche bezittingen met
ongeveer 23 millioen. De Fransche en Ita-
liaansehe bezittingen met ten minste 25
millioen en ten slótte nog de Congo-staat
met naar schatting 15 millioen inwoners.
Ten slótte komen nog Engelsche koloniën
in Amerika met ruim 10 millioen inwoners
in aanmerking. Onder deze steunt Canada
de belangrijkste kolonie, het moederland
in belangrijke mate.
In het geheel staan dus tegenover de
152 millioen onderdanen der centrale mo
gendheden 780 millioen vijandelijke onder
danen. Het woord een wereld van vijanden
is dus geen overdrijving.
Nieuwe vredesgeruchten.
De Keulsche correspondent van de ,,Tijd"
seint:
Dat het goed staat met de Duitsche le
gers Oost en West zal men ook wel in het
buitenland toegeven. Sterker dan ooit is de
militaire kracht des rijks op alle slagvel
den van Europa gevestigd; en wel niemand
zal nog aannemen, dat binnen afzienbaren
tijd de troepen in den Franschen loopgra
venoorlog worden terugegworpen naai* den
Rijn.
Nu Przemysl is hernomen en Lemberg
wordt bedreigd, ziet men in welingelichte
militaire en politieke kringen de spoedige
ontruiming door de Russen van geheel het
Galicische gebied tegemoet. Met alle sol-
datenkracht, waarover op liet oogenblik de
verbanden legers beschikken, wordt naar
dit doel gestreefd, reden ook, waarom
voorloopig op het Italiaansche front slechts
een verdedigende houding door Oostenrijk
op den sterken grensfortengordel wordt
aangenomen.
Binnen een afzienbaren tijd .zullen dus
de legers der centrale mogendheden hun
landen geheel van vijanden hebben gezui
verd en den strijd op vijandelijk terrein
verder voeren. Naar mij iemand verzeker
de, die in dezen verantwoordelijkheid heeft
te dragen, zal dan de tijd zijn gekomen
voor een openlijke verklaring der Duitsche
en Oostenrijksche staatslieden over den
gedetailleerden vredeswensch. Niemand
ter wereld zal op dat zegevierend uur ook
maar in het minste volhouden, dat de cen
trale mogendheden zich laten leiden door
vrees voor een slechten afloop van dezen
hun opgedrongen oorlog, dien zij victorieus
over de landsgrenzen voeren. En terwijl
dan bijzondere nadruk zal worden gelegd
op de herhaalde verklaring van den Duit-
schen rijkskanselier, dat Duitschland niet
uitgaat op veroveringen, maar op het ves
tigen van de volkomen veiligheid des rijks,
.zullen de vijanden der centrale mogendhe
den door een even fiere als edelmoedige
houding \ian het Duitsche lijk, dat zoozeer
gesmaad is, wijl het om laaghartige mo
tieven en niet uit zelfverdediging den strijd
zou hebben begonnen, voor de verantwoor
delijkheid worden gesteld, om de rampen,
die sedert bijna een jaar de menschheid
treffen, voort te zetten zonder eenige kans
op succes. Zelfs, indien zij de voortzetting
verkiezen van den oorlog, die binnen hun
grenzen tot het bittere einde zal worden
uitgevochten, zal de edele houding van
Duitschland en Oostenrijk slechts winst
afwerpen, daar deze mogendheden zelfs.bij
degenen, die vatbaar waren voor den uit-
gestrooiden laster, gerehabiliteerd .zullen
zijn.
Men weet in het buitenland voldoende,
dat het niet de bedoeling is van Duitsch
land, binnen Europa zijn grenzen uit te
breiden, doch slechts waarborgen te ver
krijgen, om zich vreedzaam te kunnen
ontwikkelen. Wie tiiet vrijwillig verblind
wil zijn, moge hieruit de conclusies trek
ken, welke basis kunnen worden voor een
vrede, om welken de zegevierende verbon
den mogendheden niemand behoeven na
te loopen, maar die hun opnieuw de gele
genheid zou geven om te toonen, welke
bronnen zij zijn, van zedelijke kracht,
grootheid, beschaving en vooruitgang in
het belang der gelyeele menschheid.
Aldus de gedachtengang van de gezag
hebbende persoonlijkheid, waarop ik hier
boven doelde.
Landbouwhulp.
Men is 'tnog niet eens, in Engeland, hoe
het probleem moet opgelost worden om
den oogst goed eai snel binnen te krijgen*
nu er zooveel geoefende werk krachten ont
breken. In het, zuiden van Engeland moet
diit over drie weken aanvangen. Er zijn
ailerleii voorstellen gedaan, o. a. of de sol
daten ook konden helpen of de krijgsgevan
genen, maar tot nog toe blijven de landbou
wers overal voor 't raadsel zitten. Er is
nergens een surplus aan. werkkrachten,
waaruit in het gebrek aan arbeiders dit
maal! kan geput worden. Op de groote
boerderijen kan weliswaar met de land
bouwwerktuigen van groote capaciteit
"veel gedaan worden. Waar die machine
rieën niet aanwezig zijn, is men aange
wezen op de hulp van vrouwen en van tij
delijke, meestal amateur-volontairs. Die
hulp heeft meer of minder waarde naar
mate te oogsten zijn vruchten, hooi of ko
ren. Voor den vruchte-npluk is vrouwelijke
hulp beter dan mannelijke en men onder
vindt geen moeilijkheden.
Bii den hooioogst en vooral bij den ko
renoogst is de vrouwelijke werkkracht
veel meer beperkt. Het koren binnen te
brengen is zwaar werk. Het schoverfrbin-
den gaat nog, maar het opladen ds man
nenwerk.
Schoolmeesters hebben zich thans aan
gemeld voor het oogstwerk, maar het aan
bod dier heeren, die meestal uit Je steden
Komen, wordt niei al te gretig door de
landbouwers aanvaard. Geen wonde.r,
want 't is heel iets anders voor de klasse
op een schoolplaat te vertellen hoe het
oogsten geschiedt, dan eenige schoven
koren omhoog te steken, een, heelen dag
lang, ter oplading.
Ook de quaesitie van loon speelt een rol,
want aHlioewel volontairs nu en dan op
vrije dagen gaarne voor niets helpen,
denkt niemand er over om voor den boer
voor niets zijn oogst binnen te halen.
Men heeüt nu besloten om aan het mi
nisterie van oorlog te vragen om soldaten
die het werk kennen, onder bevel van een
officier, te zenden naar die plaatsen en
districten die door het departement van
landbouw aangewezen worden als heb
bende die hulp dringend noodig.
Men meent dat 'f beste daarvoor in aan
merking zouden komen de „terriitorials",
o;e niet teekenden voor buitend.andschen
dienst.
Wanneer zij eenige weken een hooi
vork hebben ie eren hanteeren, zijn ze
reeds uitmuntend geoefend voor de bajo
net", zegit men.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs
Stndstimnicrwerf. Telefoon no. 127.
Geopend van 912 uren des morgens
en van 25 uren des middags.
5 Klerken, 11 timmerlieden, 24 metselaars»
5 steenhouwers, 0 voeger, 6 opperlieden
8 stucadoors, 1 schilder, 0 behangers, 2
meubelmakers, 0 stoffeerders, 1 stoker, 3
smeden, 2 grof bankwerkers, 0 electrieien, 0
blikslager, il typografen, 0 kleermaker, 1
bakker, 0 slagersknecht, 0 kellner, 0 huis
knecht, 2 koetsiers, 1 schipper, 9 grondwer
kers, 7 loopknechten, 0 loopjongens, 30
1 isse werklieden, 0 sigarensortccrder, 0 wai-
moezier, 1 bankjongen, 0 straatmaker, O kis
tenmaker, 0 bakkersjongen, 0 bloemót, 0
banketbakkersjongen, 000 textielarbeiders,
gedeeltelijk werkloos, 0 smidsjongen, 1 koper
slager, 1 uitvoerder.
Afd. Vrouwen (Volkshuis).
Geopend van 910 uur. Telefoon 1477.
3 Dienstboden, 20 werksters, G naaisters
1 waschvrouwen, 0 strijKster, 1 huishoud
ster, 1 kookster, 2 fabrieksarbeidsters, 42
textielarbeidsters, 1 kinderjuffrouw, 4 vrou
wen allerlei, 1 kantoorbediende, 1 winkeljuf!".
1 baker.
Burgerlijke Stand.
LEIDEN.
Geboren Gerardus zn. van L. L. van
Erkel en G. Laraan. Arbertus Martinus
zn. van A. M. van de Ven en A. M. van
Staden. Willem zn. van J. de Wit en
M. P. van Weeren. Elisabeth Hester dr.
van J. van der Burgh en C. J. v. Polanen.
Paul Jozef, zn. van P. II. Snijders en
J. C. B. Doesburg. Dirk Jacobus, zn.
vain H. D. Mieremet en A. II. v Leeuwen.
Hendrik Willem, zn. v. IL W. Schuch-
hard en C. Klinkhamer Helena, dr. van
C. van Heuzen en A. J. van der Zeeuw.
Frederik Josephus zn. \an II. Buis en D.
van Tongeren. Antonius, zn. van W.
B. Roman en M. E- van Dijk. Rosalia,
dr. van J. A Goris, en M. P. Ilellemans.
Georgius Remy Maria zn. van A. Heylen
en P- C. van Hemel. Christoffel Johan.
nes, zn. van J. Popeyus en J. Scheeler.
llendrica, dr. van E. J. Roodakker en P.
Cambier. Elizabeth Cornelia, dr. van N.
de Vries en Th. J. E. Klaui. Josephina
Hendrika, dr. van H. L.# van Wel en H.
J. Catin.
Geboren: Gornelis Johannes, z. v. D.
de Vos en C. F. Laterveer. - Elizabeth, d.
v. J. A. A. van deal Burgh en C. IL Wou-
terlood. Dirk, z. v. P. A. Brugman en
C. H. 't Hooft. Cornelia, d. v. W. Segaar
en J. II. Niieuwenburg. WiJIhelmina, d.
v. J. WMholit en M. W. van der Lelie.
Ne alt je, d. v. J. A. van Achterberg en K.
Rodenburg. Jansje, d v. J. Sira en M. J.
C. Furenihont. Josepha Maria Cathari-
iiu Joanna, d. v. P. J. van Kampenhout
en J. M. Ruhe. Willielrnina Cornelia,
d v. I.. Menken en M. C. Heemskerk.
Maria, d. v. D. A. Guley en F. Eradus.
An dries, z. v. A. PI.u en C. Eradus.
Johanna Geertruiida Catharina, d. v. M.
M. Krol en J.C. Schatnbergen. Jan, z.
v. J. van der Reyden en E. E.kerbout.
Helena, d. v. H. A. J. van der Tuin en
M. Wetselaar. Elizabeth, d. v. J. C.
van der Keur en W. Wegman. Chri&-
tinan Baritholomeius, z. v. W. H. Philippo
\n J. F. Zirkzee. Anton ie, z. v. A. Har-
teveld en A. van der Tuin. Heairiette
Gertrude, d. v. P. du Croix en M. J. van
Duuren. Wit helm in a Catharina Jacoba
er. Cathar.'ina (2-ling) d. v. Th. Corba en
G Brouwer. Hendrika, d. J. J. Beij en
H van den Burg. Hendrik, z. v. S.
Disnia en A. Wegterhuis.
Overleden: S. Wijnbeek geb. Ver
mond 67 j. J. Blansjaar geb. Bergman
F j. G. J. den Oudsten m. 28 j. A.
Vermeulen m. 72 j. G. La ire wijn wed.
P. van dier Lindien 75 j. K. de Zeeuw
geb. Schot 40 j. E. Akkerman, w. 58 j.
L. Th. Bitom z. 2 j. Leve.nl. kind v.
A. J. Duijnihoven en M. van der Meer.
G. Marks m. 76 j.
Overleden: P. Mioch, z. 3 m. P.
Jardin, m. 73 j J. Nieuwenburg m. 67
j. S. P. Ouwerkerk m. 82 j. J. Selier
in. 47 j. A. A. Leuverman z. 28 j. S.
Klinkhamer z. 37 j. H. van Dam, Wed.
H. de Jeu w. 85 j. Levenl. kind van G.
J. Westerink en E. Draaijer. M. C. de
Kock geb. Alexander vr. 48 j. M. Erades
Wed, G. Sluis w. 55 jJ. van Duijn z.
4 ip. M- Lemmerzaal d. 12 uren. S.
Brouwer, d. 6 weken. C. H. van den
BergWed. J. Bedgen w, 75 j. J. G.
van den Berg m. 72 j. A. M. B. Bouchier
v. 65 j-
ALKEMADE.
Geboren: Catharina Johanna, d. van
B. van der Meer en A. M. Koek. Wijnan-
- dus Hendrik us, z. van Th. van der Meer en
E. van 't Hart. Comelis Wilhelmus, z.
van G. J. Castelein en C. Fransen.
Overleden: Hendrikus Franciscus
Joseph Verhaar 11 w. Bernardina Cor
nelia Maria van der Zwet 3 w.
BODEGRAVEN.
Gehore n:
KI aartje, d. v. J. van der Boon en A.
Kempenaar. Dirk, z. v. J. Stigrter en B.
van Domme'ien. Apollonius, z. v. P. A.
van der Pat en G. J. Slim. C.errit Jan,
z. v. A. van Dijk en M. G. Hottkamp.
Hendrikus Wibebrordus, z. v. C. M. Kui
pers en W. Wetten. Maria Petronella,
d. v. P. Balvert en J, Verkleij. Agnes
Elizabeth A'lphonsa, d. v. R. G. Kauling
en M. A. Tel'kers.
Ondertrouwd: J. Koning 26 j. en
C. Mulder 29 j.
Overleden: C. Vos 1 j. N. Ouds-
hoorn 1 j., wonende te Zegveld.
NIEUWVEEN.
Getrouwd: P. Habermehl en W. M.
Lain. S. Bodegraven en J. van der Ent
Braat.
Overleden: J. van Meel wedr. van
H. Berkhout 73 j.
NOORDWIJKERHOUT.
Geboren: Theodoras, z. van J. Mooi je-
Ingezonden Mededeelingen
a 30 cent per regel.
Waterzucht.
De nieren filtreeren de afgewerkte stoffen
van het overtollige water uit het bloed.
Wanneer zij door verzwakking of ziekte
hiertoe niet in staat zijn, blijft het water
in het lichaam achter, hetgeen ook dik
wijls merkbaar is aan de geringere boe
veelheid urine, die geloosd wordt. Dit
heeft tevens tengevolge, dat de afschei
ding van andere schadelijke stoffen wordt
tegengegaan en deze schadelijke stoffen
oefenen een dusdanigen invloed uit op de
wanden der bloedvaten, dat deze het wa
ter doorlaten. Het zal zich dan bij voorkeur
daar verzamelen, waar het dén minsten
tegenstand ondervindt, dus in de holle
plaatsen onder de huid, als onder de oog
leden, in de polsen, enkels, voeten, enz.,
waar zwellingen gevormd worden. Als men
met den vinger op deze zwellingen drukt,
blijft die indruk ecnigen tijd zichtbaar en
de zwellingen voelen week en papperig
aan.
Bovenstaand verschijnsel is niet zelden
een der eerste verschijnselen van een nier
aandoening. Bij veronachtzaming ervan
kan het water zich verder opeenhoopen in
de beenen, de buikholte, de borstholte, en
het hart bereiken met noodlottige gevol
gen.
Behandelt dus uw nieren bijtijds, zoo
dat de waterzucht zich niet kan uitbrei
den, maar in haar oorsprong aangetast
worde. Foster's Rugpijn Nieren Pillen
hergeven aan de nieren haar gezondheid
en stellen haar in staat om het overtollige
water volkomen af te voeren.
Te Leiden verkrijgb. bij D. M. Krui-
singa, N. Rijn 33, Reijst en Krak, Steen
straat 41 en D. de Waal, Mare 56.
Toezending geschiedt
wissel f 1.75 voor
doozen. Eischt de echte
Foster's Ruggijn Nie-
ren Pillen, weigert
MFwII^TO voorzien is van ne-
venst. handelsmerk.
2921
kind en A van Roode. Maria, d. van
W. Smit en J. J. Oosten.
Gehuwd: H. J. Boot 26 j. Woubrugge
en M. Reijneveld 26 j.
TER-AAR.
Geboren: Cornells e. v. M. Lek em
G. Marikman.
Ondertrouwd: Willem Hogervorst
jm. 36 j. en. Johanna Heemskerk jd. 28 j.
Schaakrubriek.
Oplossing van Probleem 231 is Lh3.
Correcte oplossingen ontvangen van:
Schaaklust, te Z.; Q. Doeswijk, H. v. d.
Poel, Zoeterwoude; H. R. A. van Hameren,
Veur; R. Paulides, Leiden; J. Heemskerk,
Roelofarendsveen; E. de Ruiter, Oegst-
geest.
Oplossing Tfh wordt weerlegd door Lf5.
Probleem 234 van B. Prikryl, te Kremsier.
(2e Prijs Stratégie 1902.)
ZWART.
ji
I
i f!
WIT.
Stand der stukken:
Wit: Ka7; Dh3; Lc4; Lg7; Pd2; PfJ;
pionnen a3; b2.
Zwart: Kc5; Df6; Tg6; La6; pionnen c6;
d7; g3.
Mat in 2 zetten.
Oplossingen worden ingewacht tot Za
terdag 26 Juni 1915 aan liet Bureau van de
„Leidsche Courant", Leiden.
#§p
i
.1 f'
'6
Van alles wat.
MVeekpraatje.
Toen op liet einde der vorige week het
ontwerp werd ingediend tot uitbreiding
van den landstorm, heeft dit ontegenzeg
gelijk eenige ontroering gewekt in ver
schillende kringen en wel het meest onue
hen, die er door getroffen worden.
Uit verschillende commentaren, die reeds
op dit ontwerp gegeven zijn, blijkt dat on
geveer 20 lichtingen van physiek krachtige
mannen, die om verschillende redenen
waren vrijgesteld, opgeroepen kunnen
worden om geoefend te worden in alles
wat des militairs is. Zal deze oproeping
betrekkelijk geleidelijk gaan of in eens,
ziedaar twee vragen, die velen bezighou
den, maar waarop moeilijk een antwoord
is te geven. Is liet doel om zoo spoedig
mogelijk het sterkste leger op de been te
brengen, dan zal wel niet lang getalmd
worden, maar dan is het ook best moge
lijk, dat al die op te roepen mannen en
jongelingen niet zullen dienen om hen af
ie lossen, die nu reeds 10 maanden in dienst
zijn, tegen dien tijd zal de toestand wel
van dien aard verklaard worden, dat alle
mannen ter beschikking moeten zijn, het
geen bc-teekent, dat verschillende bedrijven
en zaken in de war zullen loopen en stop
moeten zetten.
Dat Nederland een eigenaardige positie
inneemt valt niet te ontkennen. Het ligt
tusschen de landen, die elkander om het
hevigst bekampen en het vraagt heel wat
stuurmanskunde om geen aanstoot te ge
ven en goede vriendjes te blijven.
Zooals de zaken op het oogenblik staan
is er voor ons land betrekkelijk weinig ge
vaar. Maar het kan verkeeren. Er is inder
daad weinig noodig om ook ons land mede
te slepen in den wereldkrijg. Er zal ook
een tijd komen, dat het einde nabij is, dat
vredesonderhandelingen geopend worden...
en de strijd misschien opnieuw begint, nu
tusschen de bondgenooten. In ieder geval
kan er tegen den vrede sprake zijn, dat
onze afhankelijkheid ernstig kan bedreigd
worden van welke zijde dan ook.
Dit nu moet voorkomen worden. Neder
land moet zijn zelfstandigheid behouden
en verdedigen tegen welken vijand dan
ook. Daarvoor is een goed geoefend leger
noodig en vanzelf een leger, dat zoo sterk
mogelijk is.
Ons leger is goed geoefend en er zijn 10
maanden geweest om het zoo goed moge
lijk in orde te maken. Het is echter niet
zoo sterk mogelijk. Er kan nog een even
groot leger gevormd worden van mannen,
die het geluk hebben gehad vrij te loten of
om andere redenen vrijgesteld zijn. Op deze
mannen wil de regeering nu ook de hand
leggen.
Ofschoon er groote offers gebracht* zullen
moeten worden, kan niemand er iets op
tegen hebben, zoolang met dezen maatre
gel bedoeld wordt, dat wij zoo sterk mo
gelijk moeten zijn, opdat een ander het
niet wage, een voet op onzen bodem te zet
ten. De kwestie dus van verdediging.
Een andere vraag is: is het nu werkelijk
noodig, om ons leger zoo hoog op te voeren,
dat wij werkelijk ontzag afdwingen, opdat
wij voor of tegen den vrede onze zelfstan
digheid niet verliezen.
Menschen als wij, die er buiten slaan,
kunnen er moeilijk over oordeelen. De
regeering kan hier een antwoord geven en
dan alleen nog een diplomatisch. De leden
van de Kamers' zullen ook nog een woordje
hebben mede te spreken en wij hopen, dat
zij dit zullen doen, gezien de lasten, die
aan het volk opgelegd worden.
Gaat het er om Nederland wees op uw
hoede, Nederland weest bereid", opdat men
zonder u geen lot over u veile, wel dan
zeggen wij vooruit, wanneer het tenminste
geen uitstel van executie is.
Maar wil men, gelijk sommigen gaarne
zouden zien, ónze mannen gebruiken, om
te strijden tegen welke mogendheid dan
ook, om ook een deel van de buit machtig
te worden, dan roepen wij Regeering en
Kamer toe: „Voor dat doel heeft het 0e-
derlandsclie volk zijn zonen te lief."
PEDROSER.
Gedachten.
Gelijk een kind moet leeren loopen, zoo
moet hij ook leeren „willen".
De tevredenheid is een tuinierster, die
zorgt, dat wij bloemen hebben ook mid
den in den winter.
Alleen het tot raat gekomen hart kan
hemelselien glans weerspiegelen.
De ware vrijheid roept tot zelfbedwang.
Schrik bij uw werk niet voor moeite
teiug. De, moeite is tijdelijk, doch 'heit
werk blijft.
Liefde is de grootste kunstenares; zij
schept vormen voor het onzichtbare, ge
lijk zij denkbeelden legt in heit stoffelijke.
Welke warmte is doodelijk?
In de schaduw heeft men in .ons land
wed eens 102 gr. F. gemeten, in Frank
rijk zelfs 106, en in Italië wel 108. Het is
dus een dwaling te meenen, dat de bloed-
warmte (100 gr. F.) als doodelijk is te be
schouwen. In den directen zonneschijn
zijn in Europa ze/ifs wel eens temperatu
ren van 140 tot 150 gr. F. geregistreerd;
in Tunis, Egypte, Suez, Syene (Afrika) en
Mursouk (Afrika) waren de schaduw-ma-
xima respectievelijk 113, 117, 127, 129 en
133 gr. F., terwijl in den di reeten zonne
schijn wel temperaturen, van 160 gr. F.
werden waargenomen. Maar... dis is een
hitte,waartegen een groot aantal Hollan
ders het zouden moeten afleggen. Zoolang
de temperatuur in de schaduw nog bene-
ilen den 100 is, behoeven, normale men
schen zich echter niet ongerust te ma
ken Men spanne zich echter nie.t te veel
in. maar zoeke een rustig plaatsje op,
waar een aanMiiaam tochtje doorheen
blaast.
Even lachen. ->•*/•
,,De Schoolbode" vertelt:
Een Schoolcommissie!i'l komt in de
klasse en knoopt een welwillend praatje
aan met den onderwijzer. „Zog meneer,
was U zoo ijverig met. de kindertjes bezig?
Groote klas. hé? Hoe lang bent U hier al?
Hoeveel h o o f d-akites hebt U?....
Al te warm!
In het verslag van een vergadering lezen
wij: ,,de voorzitter wijdde woorden van
warmen dank aan den redenaar voor diens
gloedvolle rede. Een geestdriftig applaus
volgde op de woorden van den voorzitter
als blijk van warme instemming van het
publiek."
O, die broodkaarten.
In de „National Zeitung" komt een ver
slag voor van een eigenaardige rechtszit
ting. De beklaagde thans te Elberfeld ge
vestigd, was eigenaar van een menagerie
en in het be.zit van een prachtigen beer.
die echter zoo kieskeurig was, dat hij
slechts brood verkoos te eten. De beklaag
de had zijn brood-rantsoen met den beer ge
deeld en werd daarom veroordeeld tot twee
maanden gevangenisstraf.In liooger beroep
betoogde hij, dat hij het dier niet kon mis
sen, daar het zijn middel van bestaan was.
De rechtbank hield rekening met het
eigenaardige van het geval en veroordeel
de den man tot 100 Mark boete, maar gaf
hem tegelijkertijd den raad zich tot den
regeeringspresident te wenden om de voe
dering van het dier toe te staan. Wanneer
de regeeringspresident het verzoek inwil
ligt, zal de beer dus in het bezit komen
van een broodkaart.