OORLOGS-VARIA. i Knfserstraat), vap het Dominicanessen of Witte Nonnen-klooster ter plaatse der tegenwoordige Academie, van liet klooster der Minderbroeders in de Waard. 1) Doch waartoe zoo zal men wellicht vra gen, zulk een menigte van kloosters tij dens de oude Rocmsche eeuwen? Voordat wij hier antwoord geven, moet men eerst opmerken, dat niet alle kloos ters uit den Rooitischem tijd in Leiden te g e 1 ij k hebben bestaan. Het eene was somtijds van armoede te niet gegaan, een ander door oorlog^ramp zoo goed a!.s weg geraakt, een derde somtijds, door zijn nabijheid aan de stadswallen, bij stads uitbreiding weggeruimd, voordat latere kloosters in hun plaatsen kwamen be staan, en dan niet altoos in gelijk aantal als te voren. Doch de oude stad Leiden telde niette min toch een vrij groot aantal kloosters en ook wel tegelijkertijd. Waartoe dienden deze? Zij diendein voor alle sociale n o o d e n. In de Middeleeuwen werd de jeugd door kloosterlingen onderwezen; kloosterlingen! verzorgden de gasthuizen; kloosterlingen schreven, wijl ilc boekdruk kunst ontbrak, de boeken over; klooster lingen behartigden zoowel landbouw als schoone kunsten caiz. De Leliebroeders waren zóó voor de pestlijders, de Clarissen voor de Magdakina's of boetvaardige vrou wen, zelfs* zijn er oudtijds fratres p o n t i f j c e s geweest, broeders die de bruggen behielden over de verwoestende wateren. Niet anders zal dit alles ge weest zijn in Leiden, vooral toen Leiden neg I eijthe was en ervemzoo bij zijn her- haaWe uitbreidingen. Maar allereerst dienden die vele kloos ters voor de «ere van O o d. Terecht schatte men in de eeuwen des geloofs al'e devote werken zeer hoog. welke ieder klooster, overeenkomstig zijnen regel, tot eere van God en daardoor van zei ven tot heil der stad kwam verrichten. Een mooi voorbeeld gaf Leiden daarvan, toen het Minnebroederklooster in den Waard tus- schon Zijlepoort en Hogewoerd werd gead mitteerd. Want Schout en Schepenen der stad verklaarden, dat zij de toelating gaven aar. de Paters „om, ter eere Gods en ter eeie van Maria, Zijne Lieve Moeder, ter eere van den heiligen vader Franciscus en atl'o Gods Heiligen godsdienst te doen, om de zaligheid der zielen, om de Ghristen- menschen tot verbetering huns levens te brengen, om te houden de Zeven Getijden en om God 4e dienen met Missen en Ser moenen en andere goddelijke, geestelijke oefeningen naar de regelen van de (Fran ciscaner) Observanie." Zoolang de menschen op aaide zullen zijn, niet alleen voor do belangen van c.ris aardsch teven, maar eigenlijk om door goede wenken en vroomheid tot Onzen Schepper in den hemel te komen, zoolang zijn de vele kloosters mi'et overbodig. 1) Hoe eigenaardig die overblijfselen op medaillons zijn! Zoo is fr van het Min derbroederklooster een potscherf-medail lon overgebleven, voorstellende een voor liet Altaar geknield liggend en bisschop, waarachter een koorknaap, houdende diens ataf in de hand. De bevcJking der oorlogvoerende mogendheden. In de Berliner lïJrsen Courier leest men: Van de ongeveer 440 millioen inwo ners van Europa zijn er 376 millioen met elkaar in oorlog. En ook van de overige bevolking der aarde meer dan de helft, terwijl de reusachtige bevolking van China met 450 millioen de hoofdmassa van de in vrede levende volkeren vormt. Van de Europeesche volkeren staan aan den eenen kant 68 millioen Duitschers, 53 millioen Oostenrijkers en Hongaren en on geveer 4 millioen inwoners van Europeesch Turkije, te zamen ongeveer 125 millioen. De tegenpartij heeft uit Europeesch Rus land met Polen en Finland te zamen onge veer IK millioen menschen, uit Frankrijk 39,9 millioen en uit België 7,8 millioen. Groot Britannië en Ierland benevens de andere Britsche bezittingen in Europa hebben 47,5 millioen inwoners, Servië en Montenegro 5,5 en Italië 35,5 millioen. Tegenover de 125 millioen van de centrale mogendheden staan er dus ongeveer 251 millioen Europeesche vijanden. Verhouding dus van 1 tot 2. Deze wordt echter nog belangrijk on- I gunstiger als men er de niet Europeesche bevolking van beide groepen bij voert, wat noodig is, daar de vijand uit alle wereld- deelen troepen laat komen. Voor de centra le mogendheden komen er aan niet-Euro- peesche bevolking slechts ongeveer 15 mil lioen Aziatische Turken en ongeveer 12 millioen menschen uit de Duitsche kolo- nieën bij. Zoodat de geheele bevolking aan dezen kant 152 millioen bedraagt. Bij de tegenpartij komen er dan ten eer ste nog bij Japan met Korea en Formosa Te zamen ongeveer 68 millioen. Dan de bewoners van Kaukasië, Russisch-Azië en Siberie met ongeveer 27 millioen, Engelsch Indië en de verdere Engelsche bezittingen in Azië en Australië met 330 millioen, de bevolking van Tonkin en de andere Azia tische bezittingen van Frankrijk moet men op niet minder schatten dan 20 millioen. In Afrika komen Egypte met 12,8 millioen en de andere Engelsche bezittingen met ongeveer 23 millioen. De Fransche en Ita- liaansehe bezittingen met ten minste 25 millioen en ten slótte nog de Congo-staat met naar schatting 15 millioen inwoners. Ten slótte komen nog Engelsche koloniën in Amerika met ruim 10 millioen inwoners in aanmerking. Onder deze steunt Canada de belangrijkste kolonie, het moederland in belangrijke mate. In het geheel staan dus tegenover de 152 millioen onderdanen der centrale mo gendheden 780 millioen vijandelijke onder danen. Het woord een wereld van vijanden is dus geen overdrijving. Nieuwe vredesgeruchten. De Keulsche correspondent van de ,,Tijd" seint: Dat het goed staat met de Duitsche le gers Oost en West zal men ook wel in het buitenland toegeven. Sterker dan ooit is de militaire kracht des rijks op alle slagvel den van Europa gevestigd; en wel niemand zal nog aannemen, dat binnen afzienbaren tijd de troepen in den Franschen loopgra venoorlog worden terugegworpen naai* den Rijn. Nu Przemysl is hernomen en Lemberg wordt bedreigd, ziet men in welingelichte militaire en politieke kringen de spoedige ontruiming door de Russen van geheel het Galicische gebied tegemoet. Met alle sol- datenkracht, waarover op liet oogenblik de verbanden legers beschikken, wordt naar dit doel gestreefd, reden ook, waarom voorloopig op het Italiaansche front slechts een verdedigende houding door Oostenrijk op den sterken grensfortengordel wordt aangenomen. Binnen een afzienbaren tijd .zullen dus de legers der centrale mogendheden hun landen geheel van vijanden hebben gezui verd en den strijd op vijandelijk terrein verder voeren. Naar mij iemand verzeker de, die in dezen verantwoordelijkheid heeft te dragen, zal dan de tijd zijn gekomen voor een openlijke verklaring der Duitsche en Oostenrijksche staatslieden over den gedetailleerden vredeswensch. Niemand ter wereld zal op dat zegevierend uur ook maar in het minste volhouden, dat de cen trale mogendheden zich laten leiden door vrees voor een slechten afloop van dezen hun opgedrongen oorlog, dien zij victorieus over de landsgrenzen voeren. En terwijl dan bijzondere nadruk zal worden gelegd op de herhaalde verklaring van den Duit- schen rijkskanselier, dat Duitschland niet uitgaat op veroveringen, maar op het ves tigen van de volkomen veiligheid des rijks, .zullen de vijanden der centrale mogendhe den door een even fiere als edelmoedige houding \ian het Duitsche lijk, dat zoozeer gesmaad is, wijl het om laaghartige mo tieven en niet uit zelfverdediging den strijd zou hebben begonnen, voor de verantwoor delijkheid worden gesteld, om de rampen, die sedert bijna een jaar de menschheid treffen, voort te zetten zonder eenige kans op succes. Zelfs, indien zij de voortzetting verkiezen van den oorlog, die binnen hun grenzen tot het bittere einde zal worden uitgevochten, zal de edele houding van Duitschland en Oostenrijk slechts winst afwerpen, daar deze mogendheden zelfs.bij degenen, die vatbaar waren voor den uit- gestrooiden laster, gerehabiliteerd .zullen zijn. Men weet in het buitenland voldoende, dat het niet de bedoeling is van Duitsch land, binnen Europa zijn grenzen uit te breiden, doch slechts waarborgen te ver krijgen, om zich vreedzaam te kunnen ontwikkelen. Wie tiiet vrijwillig verblind wil zijn, moge hieruit de conclusies trek ken, welke basis kunnen worden voor een vrede, om welken de zegevierende verbon den mogendheden niemand behoeven na te loopen, maar die hun opnieuw de gele genheid zou geven om te toonen, welke bronnen zij zijn, van zedelijke kracht, grootheid, beschaving en vooruitgang in het belang der gelyeele menschheid. Aldus de gedachtengang van de gezag hebbende persoonlijkheid, waarop ik hier boven doelde. Landbouwhulp. Men is 'tnog niet eens, in Engeland, hoe het probleem moet opgelost worden om den oogst goed eai snel binnen te krijgen* nu er zooveel geoefende werk krachten ont breken. In het, zuiden van Engeland moet diit over drie weken aanvangen. Er zijn ailerleii voorstellen gedaan, o. a. of de sol daten ook konden helpen of de krijgsgevan genen, maar tot nog toe blijven de landbou wers overal voor 't raadsel zitten. Er is nergens een surplus aan. werkkrachten, waaruit in het gebrek aan arbeiders dit maal! kan geput worden. Op de groote boerderijen kan weliswaar met de land bouwwerktuigen van groote capaciteit "veel gedaan worden. Waar die machine rieën niet aanwezig zijn, is men aange wezen op de hulp van vrouwen en van tij delijke, meestal amateur-volontairs. Die hulp heeft meer of minder waarde naar mate te oogsten zijn vruchten, hooi of ko ren. Voor den vruchte-npluk is vrouwelijke hulp beter dan mannelijke en men onder vindt geen moeilijkheden. Bii den hooioogst en vooral bij den ko renoogst is de vrouwelijke werkkracht veel meer beperkt. Het koren binnen te brengen is zwaar werk. Het schoverfrbin- den gaat nog, maar het opladen ds man nenwerk. Schoolmeesters hebben zich thans aan gemeld voor het oogstwerk, maar het aan bod dier heeren, die meestal uit Je steden Komen, wordt niei al te gretig door de landbouwers aanvaard. Geen wonde.r, want 't is heel iets anders voor de klasse op een schoolplaat te vertellen hoe het oogsten geschiedt, dan eenige schoven koren omhoog te steken, een, heelen dag lang, ter oplading. Ook de quaesitie van loon speelt een rol, want aHlioewel volontairs nu en dan op vrije dagen gaarne voor niets helpen, denkt niemand er over om voor den boer voor niets zijn oogst binnen te halen. Men heeüt nu besloten om aan het mi nisterie van oorlog te vragen om soldaten die het werk kennen, onder bevel van een officier, te zenden naar die plaatsen en districten die door het departement van landbouw aangewezen worden als heb bende die hulp dringend noodig. Men meent dat 'f beste daarvoor in aan merking zouden komen de „terriitorials", o;e niet teekenden voor buitend.andschen dienst. Wanneer zij eenige weken een hooi vork hebben ie eren hanteeren, zijn ze reeds uitmuntend geoefend voor de bajo net", zegit men. Gemeentelijke Arbeidsbeurs Stndstimnicrwerf. Telefoon no. 127. Geopend van 912 uren des morgens en van 25 uren des middags. 5 Klerken, 11 timmerlieden, 24 metselaars» 5 steenhouwers, 0 voeger, 6 opperlieden 8 stucadoors, 1 schilder, 0 behangers, 2 meubelmakers, 0 stoffeerders, 1 stoker, 3 smeden, 2 grof bankwerkers, 0 electrieien, 0 blikslager, il typografen, 0 kleermaker, 1 bakker, 0 slagersknecht, 0 kellner, 0 huis knecht, 2 koetsiers, 1 schipper, 9 grondwer kers, 7 loopknechten, 0 loopjongens, 30 1 isse werklieden, 0 sigarensortccrder, 0 wai- moezier, 1 bankjongen, 0 straatmaker, O kis tenmaker, 0 bakkersjongen, 0 bloemót, 0 banketbakkersjongen, 000 textielarbeiders, gedeeltelijk werkloos, 0 smidsjongen, 1 koper slager, 1 uitvoerder. Afd. Vrouwen (Volkshuis). Geopend van 910 uur. Telefoon 1477. 3 Dienstboden, 20 werksters, G naaisters 1 waschvrouwen, 0 strijKster, 1 huishoud ster, 1 kookster, 2 fabrieksarbeidsters, 42 textielarbeidsters, 1 kinderjuffrouw, 4 vrou wen allerlei, 1 kantoorbediende, 1 winkeljuf!". 1 baker. Burgerlijke Stand. LEIDEN. Geboren Gerardus zn. van L. L. van Erkel en G. Laraan. Arbertus Martinus zn. van A. M. van de Ven en A. M. van Staden. Willem zn. van J. de Wit en M. P. van Weeren. Elisabeth Hester dr. van J. van der Burgh en C. J. v. Polanen. Paul Jozef, zn. van P. II. Snijders en J. C. B. Doesburg. Dirk Jacobus, zn. vain H. D. Mieremet en A. II. v Leeuwen. Hendrik Willem, zn. v. IL W. Schuch- hard en C. Klinkhamer Helena, dr. van C. van Heuzen en A. J. van der Zeeuw. Frederik Josephus zn. \an II. Buis en D. van Tongeren. Antonius, zn. van W. B. Roman en M. E- van Dijk. Rosalia, dr. van J. A Goris, en M. P. Ilellemans. Georgius Remy Maria zn. van A. Heylen en P- C. van Hemel. Christoffel Johan. nes, zn. van J. Popeyus en J. Scheeler. llendrica, dr. van E. J. Roodakker en P. Cambier. Elizabeth Cornelia, dr. van N. de Vries en Th. J. E. Klaui. Josephina Hendrika, dr. van H. L.# van Wel en H. J. Catin. Geboren: Gornelis Johannes, z. v. D. de Vos en C. F. Laterveer. - Elizabeth, d. v. J. A. A. van deal Burgh en C. IL Wou- terlood. Dirk, z. v. P. A. Brugman en C. H. 't Hooft. Cornelia, d. v. W. Segaar en J. II. Niieuwenburg. WiJIhelmina, d. v. J. WMholit en M. W. van der Lelie. Ne alt je, d. v. J. A. van Achterberg en K. Rodenburg. Jansje, d v. J. Sira en M. J. C. Furenihont. Josepha Maria Cathari- iiu Joanna, d. v. P. J. van Kampenhout en J. M. Ruhe. Willielrnina Cornelia, d v. I.. Menken en M. C. Heemskerk. Maria, d. v. D. A. Guley en F. Eradus. An dries, z. v. A. PI.u en C. Eradus. Johanna Geertruiida Catharina, d. v. M. M. Krol en J.C. Schatnbergen. Jan, z. v. J. van der Reyden en E. E.kerbout. Helena, d. v. H. A. J. van der Tuin en M. Wetselaar. Elizabeth, d. v. J. C. van der Keur en W. Wegman. Chri&- tinan Baritholomeius, z. v. W. H. Philippo \n J. F. Zirkzee. Anton ie, z. v. A. Har- teveld en A. van der Tuin. Heairiette Gertrude, d. v. P. du Croix en M. J. van Duuren. Wit helm in a Catharina Jacoba er. Cathar.'ina (2-ling) d. v. Th. Corba en G Brouwer. Hendrika, d. J. J. Beij en H van den Burg. Hendrik, z. v. S. Disnia en A. Wegterhuis. Overleden: S. Wijnbeek geb. Ver mond 67 j. J. Blansjaar geb. Bergman F j. G. J. den Oudsten m. 28 j. A. Vermeulen m. 72 j. G. La ire wijn wed. P. van dier Lindien 75 j. K. de Zeeuw geb. Schot 40 j. E. Akkerman, w. 58 j. L. Th. Bitom z. 2 j. Leve.nl. kind v. A. J. Duijnihoven en M. van der Meer. G. Marks m. 76 j. Overleden: P. Mioch, z. 3 m. P. Jardin, m. 73 j J. Nieuwenburg m. 67 j. S. P. Ouwerkerk m. 82 j. J. Selier in. 47 j. A. A. Leuverman z. 28 j. S. Klinkhamer z. 37 j. H. van Dam, Wed. H. de Jeu w. 85 j. Levenl. kind van G. J. Westerink en E. Draaijer. M. C. de Kock geb. Alexander vr. 48 j. M. Erades Wed, G. Sluis w. 55 jJ. van Duijn z. 4 ip. M- Lemmerzaal d. 12 uren. S. Brouwer, d. 6 weken. C. H. van den BergWed. J. Bedgen w, 75 j. J. G. van den Berg m. 72 j. A. M. B. Bouchier v. 65 j- ALKEMADE. Geboren: Catharina Johanna, d. van B. van der Meer en A. M. Koek. Wijnan- - dus Hendrik us, z. van Th. van der Meer en E. van 't Hart. Comelis Wilhelmus, z. van G. J. Castelein en C. Fransen. Overleden: Hendrikus Franciscus Joseph Verhaar 11 w. Bernardina Cor nelia Maria van der Zwet 3 w. BODEGRAVEN. Gehore n: KI aartje, d. v. J. van der Boon en A. Kempenaar. Dirk, z. v. J. Stigrter en B. van Domme'ien. Apollonius, z. v. P. A. van der Pat en G. J. Slim. C.errit Jan, z. v. A. van Dijk en M. G. Hottkamp. Hendrikus Wibebrordus, z. v. C. M. Kui pers en W. Wetten. Maria Petronella, d. v. P. Balvert en J, Verkleij. Agnes Elizabeth A'lphonsa, d. v. R. G. Kauling en M. A. Tel'kers. Ondertrouwd: J. Koning 26 j. en C. Mulder 29 j. Overleden: C. Vos 1 j. N. Ouds- hoorn 1 j., wonende te Zegveld. NIEUWVEEN. Getrouwd: P. Habermehl en W. M. Lain. S. Bodegraven en J. van der Ent Braat. Overleden: J. van Meel wedr. van H. Berkhout 73 j. NOORDWIJKERHOUT. Geboren: Theodoras, z. van J. Mooi je- Ingezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. Waterzucht. De nieren filtreeren de afgewerkte stoffen van het overtollige water uit het bloed. Wanneer zij door verzwakking of ziekte hiertoe niet in staat zijn, blijft het water in het lichaam achter, hetgeen ook dik wijls merkbaar is aan de geringere boe veelheid urine, die geloosd wordt. Dit heeft tevens tengevolge, dat de afschei ding van andere schadelijke stoffen wordt tegengegaan en deze schadelijke stoffen oefenen een dusdanigen invloed uit op de wanden der bloedvaten, dat deze het wa ter doorlaten. Het zal zich dan bij voorkeur daar verzamelen, waar het dén minsten tegenstand ondervindt, dus in de holle plaatsen onder de huid, als onder de oog leden, in de polsen, enkels, voeten, enz., waar zwellingen gevormd worden. Als men met den vinger op deze zwellingen drukt, blijft die indruk ecnigen tijd zichtbaar en de zwellingen voelen week en papperig aan. Bovenstaand verschijnsel is niet zelden een der eerste verschijnselen van een nier aandoening. Bij veronachtzaming ervan kan het water zich verder opeenhoopen in de beenen, de buikholte, de borstholte, en het hart bereiken met noodlottige gevol gen. Behandelt dus uw nieren bijtijds, zoo dat de waterzucht zich niet kan uitbrei den, maar in haar oorsprong aangetast worde. Foster's Rugpijn Nieren Pillen hergeven aan de nieren haar gezondheid en stellen haar in staat om het overtollige water volkomen af te voeren. Te Leiden verkrijgb. bij D. M. Krui- singa, N. Rijn 33, Reijst en Krak, Steen straat 41 en D. de Waal, Mare 56. Toezending geschiedt wissel f 1.75 voor doozen. Eischt de echte Foster's Ruggijn Nie- ren Pillen, weigert MFwII^TO voorzien is van ne- venst. handelsmerk. 2921 kind en A van Roode. Maria, d. van W. Smit en J. J. Oosten. Gehuwd: H. J. Boot 26 j. Woubrugge en M. Reijneveld 26 j. TER-AAR. Geboren: Cornells e. v. M. Lek em G. Marikman. Ondertrouwd: Willem Hogervorst jm. 36 j. en. Johanna Heemskerk jd. 28 j. Schaakrubriek. Oplossing van Probleem 231 is Lh3. Correcte oplossingen ontvangen van: Schaaklust, te Z.; Q. Doeswijk, H. v. d. Poel, Zoeterwoude; H. R. A. van Hameren, Veur; R. Paulides, Leiden; J. Heemskerk, Roelofarendsveen; E. de Ruiter, Oegst- geest. Oplossing Tfh wordt weerlegd door Lf5. Probleem 234 van B. Prikryl, te Kremsier. (2e Prijs Stratégie 1902.) ZWART. ji I i f! WIT. Stand der stukken: Wit: Ka7; Dh3; Lc4; Lg7; Pd2; PfJ; pionnen a3; b2. Zwart: Kc5; Df6; Tg6; La6; pionnen c6; d7; g3. Mat in 2 zetten. Oplossingen worden ingewacht tot Za terdag 26 Juni 1915 aan liet Bureau van de „Leidsche Courant", Leiden. #§p i .1 f' '6 Van alles wat. MVeekpraatje. Toen op liet einde der vorige week het ontwerp werd ingediend tot uitbreiding van den landstorm, heeft dit ontegenzeg gelijk eenige ontroering gewekt in ver schillende kringen en wel het meest onue hen, die er door getroffen worden. Uit verschillende commentaren, die reeds op dit ontwerp gegeven zijn, blijkt dat on geveer 20 lichtingen van physiek krachtige mannen, die om verschillende redenen waren vrijgesteld, opgeroepen kunnen worden om geoefend te worden in alles wat des militairs is. Zal deze oproeping betrekkelijk geleidelijk gaan of in eens, ziedaar twee vragen, die velen bezighou den, maar waarop moeilijk een antwoord is te geven. Is liet doel om zoo spoedig mogelijk het sterkste leger op de been te brengen, dan zal wel niet lang getalmd worden, maar dan is het ook best moge lijk, dat al die op te roepen mannen en jongelingen niet zullen dienen om hen af ie lossen, die nu reeds 10 maanden in dienst zijn, tegen dien tijd zal de toestand wel van dien aard verklaard worden, dat alle mannen ter beschikking moeten zijn, het geen bc-teekent, dat verschillende bedrijven en zaken in de war zullen loopen en stop moeten zetten. Dat Nederland een eigenaardige positie inneemt valt niet te ontkennen. Het ligt tusschen de landen, die elkander om het hevigst bekampen en het vraagt heel wat stuurmanskunde om geen aanstoot te ge ven en goede vriendjes te blijven. Zooals de zaken op het oogenblik staan is er voor ons land betrekkelijk weinig ge vaar. Maar het kan verkeeren. Er is inder daad weinig noodig om ook ons land mede te slepen in den wereldkrijg. Er zal ook een tijd komen, dat het einde nabij is, dat vredesonderhandelingen geopend worden... en de strijd misschien opnieuw begint, nu tusschen de bondgenooten. In ieder geval kan er tegen den vrede sprake zijn, dat onze afhankelijkheid ernstig kan bedreigd worden van welke zijde dan ook. Dit nu moet voorkomen worden. Neder land moet zijn zelfstandigheid behouden en verdedigen tegen welken vijand dan ook. Daarvoor is een goed geoefend leger noodig en vanzelf een leger, dat zoo sterk mogelijk is. Ons leger is goed geoefend en er zijn 10 maanden geweest om het zoo goed moge lijk in orde te maken. Het is echter niet zoo sterk mogelijk. Er kan nog een even groot leger gevormd worden van mannen, die het geluk hebben gehad vrij te loten of om andere redenen vrijgesteld zijn. Op deze mannen wil de regeering nu ook de hand leggen. Ofschoon er groote offers gebracht* zullen moeten worden, kan niemand er iets op tegen hebben, zoolang met dezen maatre gel bedoeld wordt, dat wij zoo sterk mo gelijk moeten zijn, opdat een ander het niet wage, een voet op onzen bodem te zet ten. De kwestie dus van verdediging. Een andere vraag is: is het nu werkelijk noodig, om ons leger zoo hoog op te voeren, dat wij werkelijk ontzag afdwingen, opdat wij voor of tegen den vrede onze zelfstan digheid niet verliezen. Menschen als wij, die er buiten slaan, kunnen er moeilijk over oordeelen. De regeering kan hier een antwoord geven en dan alleen nog een diplomatisch. De leden van de Kamers' zullen ook nog een woordje hebben mede te spreken en wij hopen, dat zij dit zullen doen, gezien de lasten, die aan het volk opgelegd worden. Gaat het er om Nederland wees op uw hoede, Nederland weest bereid", opdat men zonder u geen lot over u veile, wel dan zeggen wij vooruit, wanneer het tenminste geen uitstel van executie is. Maar wil men, gelijk sommigen gaarne zouden zien, ónze mannen gebruiken, om te strijden tegen welke mogendheid dan ook, om ook een deel van de buit machtig te worden, dan roepen wij Regeering en Kamer toe: „Voor dat doel heeft het 0e- derlandsclie volk zijn zonen te lief." PEDROSER. Gedachten. Gelijk een kind moet leeren loopen, zoo moet hij ook leeren „willen". De tevredenheid is een tuinierster, die zorgt, dat wij bloemen hebben ook mid den in den winter. Alleen het tot raat gekomen hart kan hemelselien glans weerspiegelen. De ware vrijheid roept tot zelfbedwang. Schrik bij uw werk niet voor moeite teiug. De, moeite is tijdelijk, doch 'heit werk blijft. Liefde is de grootste kunstenares; zij schept vormen voor het onzichtbare, ge lijk zij denkbeelden legt in heit stoffelijke. Welke warmte is doodelijk? In de schaduw heeft men in .ons land wed eens 102 gr. F. gemeten, in Frank rijk zelfs 106, en in Italië wel 108. Het is dus een dwaling te meenen, dat de bloed- warmte (100 gr. F.) als doodelijk is te be schouwen. In den directen zonneschijn zijn in Europa ze/ifs wel eens temperatu ren van 140 tot 150 gr. F. geregistreerd; in Tunis, Egypte, Suez, Syene (Afrika) en Mursouk (Afrika) waren de schaduw-ma- xima respectievelijk 113, 117, 127, 129 en 133 gr. F., terwijl in den di reeten zonne schijn wel temperaturen, van 160 gr. F. werden waargenomen. Maar... dis is een hitte,waartegen een groot aantal Hollan ders het zouden moeten afleggen. Zoolang de temperatuur in de schaduw nog bene- ilen den 100 is, behoeven, normale men schen zich echter niet ongerust te ma ken Men spanne zich echter nie.t te veel in. maar zoeke een rustig plaatsje op, waar een aanMiiaam tochtje doorheen blaast. Even lachen. ->•*/• ,,De Schoolbode" vertelt: Een Schoolcommissie!i'l komt in de klasse en knoopt een welwillend praatje aan met den onderwijzer. „Zog meneer, was U zoo ijverig met. de kindertjes bezig? Groote klas. hé? Hoe lang bent U hier al? Hoeveel h o o f d-akites hebt U?.... Al te warm! In het verslag van een vergadering lezen wij: ,,de voorzitter wijdde woorden van warmen dank aan den redenaar voor diens gloedvolle rede. Een geestdriftig applaus volgde op de woorden van den voorzitter als blijk van warme instemming van het publiek." O, die broodkaarten. In de „National Zeitung" komt een ver slag voor van een eigenaardige rechtszit ting. De beklaagde thans te Elberfeld ge vestigd, was eigenaar van een menagerie en in het be.zit van een prachtigen beer. die echter zoo kieskeurig was, dat hij slechts brood verkoos te eten. De beklaag de had zijn brood-rantsoen met den beer ge deeld en werd daarom veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf.In liooger beroep betoogde hij, dat hij het dier niet kon mis sen, daar het zijn middel van bestaan was. De rechtbank hield rekening met het eigenaardige van het geval en veroordeel de den man tot 100 Mark boete, maar gaf hem tegelijkertijd den raad zich tot den regeeringspresident te wenden om de voe dering van het dier toe te staan. Wanneer de regeeringspresident het verzoek inwil ligt, zal de beer dus in het bezit komen van een broodkaart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2