Derde Blad. De Oorlog. Ie JAARGANG. jj Nc- 1718 £eicboKe (Boibta/nt Zaterdag 5 Juni 1915. fioe zal de nieuwe organi satie er uit zien? den aanvankelijk en omvang betreft pn den R. K. Diocesanen Land- en Tuin- puwbond dit zal veel afhangen van de be- [issing welke genomen wordt op 16 Juni. Wordt toesloten den toestaanden Ghris- [VJken Boerenbond op te heffen, dan be- we direct, indien alle voorstem zich ook onmiddellijk aansluiten met afdeelingen in Noord-Holland, en mot .afdeelingen welke den laatsten tijd voor in Zuid-Holland zijn opgericht. dus met "35 afdeelingen. Voeg daar nu nog bij die afdeelingen felike na eenigen tijd ook nog zullen toe- j-eden, door oprichting van plaatselijke ^.-K. Boerenbonden of Tuindersvereeni- ingen, dan staat het vast, dat de nieu- organisatie in een wip veel sterker jal zijn dan die welke bestond. Veel sterker in aantal, doch oo(k en boral, veel sterker door innerlijke kracht. En waarom? Ten eerste toehoeven wij ons niet meer l laten weerhouden,, om in de plaatselijke jfdeelingen, de volle ruimte en vrijheid an beweging te geven aan onze katholiek pciale beginselen. Wij zullen dus ons volk beter kunnen pvoedcn. De plaatselijke Geestelijkheid, 'elke tot heden niet kon medewerken, mdat haar optreden in een niet-katho- eke organisatie niet gewild noch ge- enscht was, kan nu wèl hare medewer- ing geven. Tal van Eerw. Heeren Kapelaans, die p het Seminarie dn de laatste jaren, een ursus medemaakten in sociologie bij hof. Aengenent, kunnen het geleerde ienstbaar maken, aan de belangen hun-" er Parochianen en ontzaglijk veel bij ragen tot de ontwikkeling van de plat- dandsbevolking. Sociale en apologetische cursussen kun- en gegeven worden; de katholiek-sociale leeën kunnen allerwege verspreid wor- en. De wetenschap, dat de sociale kwes- e vóór alles is een godsdienstig-zedelijk raagstuk, geeft gelegenheid de vragen an den dag te beschouwen in het eenig 'are en juiste licht. Wat kan er niet een ontzaglijke kracht en goede uitgaan, wanneer in den ko- lenden winter in een serie vergaderingen nze jonge boeren en tuinders eens ken- is maken met de katholiek-sociale ideeën! Wat kan er een licht op gaan voor hun eest, wanneer zij de agrarische.kwestie, f het landbouwvraagstuk eens leeren ezien van ander standpunt dan dat het welk geleerd wordt uit de overlevering, chter den haard, of volgens de meening lie izij zich zelf, zonder eenigen weten- chappelijken grond, van de kwestie heb- en gevormd! Wat kan dat en zal dat een gunstigen nvloed hebben, op hun denkwijze en ook ip hun verder leven als katholieken, als taatsburgers en ook als boeren en tuin iers. I Hier opent zich een vergezicht, vol van schoonste verwachtingen. „.Ons katholieke volk zal niet langer be- toeven achter te staan in de kennis van illerlei vraagstukken. De organisatie no et hier worden als het ware de ho engere school voor het volk, waarin het alle kun digheden kan leeren die het noodig heeft, too kan de kerk weer opnieuw voor het i'oLk openen de onuitputtelijke schatten ïarer wetenschap en kennis. Dit alles moet noodwendig leiden tot neer innerlijke kracht van de organisatie elf. FEUILLETON. HEREENIGD. O, ik wist het wel! Dat is het werk van dien ellendigen Franois Le Noir! Maar hij zal er voor boeten! Om Gods wil, miss Kapitola, wat wilt bij dan dioen? Mij wreken! antwoordde zij koel.Met zijn bloed zal de ellendeling dezen smaad uitwisschen. En zij groette den boer, .die over zooveel mannelijke vastberadenheid verbluft stond cn reed in galop naar Hurricane Hall. Zij was nauwelijks binnengetreden of zij ont moette Jem, den groom. Jem, zeide zij, weet ge den weg naar het verlaten huis? Ja, miss, antwoordde de groom. Nu neem dan het briefje mee, dat ik u geven zal, en ga er aanstonds heen; vraag naar mijnheer Le Noir en breng mij dadelijk antwoord! Tot uwe orders, milss. Na verloep van eenige minuten was de brief geschreven, en Jem haastte zich om de opdracht zijner meesteres te gaan ver- Vullen. Het was laat in den avond toen hij te rugkeerde. Hebt ge antwoord? vroeg zij, haastig hem tegemoet gaande. Ja, miss, antwoordde, de groom, haar een briefje overhandigende. Kapitola scheurde de enveloppe haastig °pen en vouwde het briefje open. Een "ogenblik later werd haar gelaat donker rood. Ook, wijl i<n de nieuwe organisatie be slist rekening zal worden gehouden met de eigenaardige belangen, welke de on derscheiden bedrijfsgroepen hebben. Bleek het in het verleden een fout te zijn, boeren en tuinders en kweekers in een organisatie te willen samenbrengen, aan die fout zullen wij ons niet opnieuw schuldig maken. De nieuwe R.-K. Land- en Tuihbouw- bond zal minstens bestaan uit twee Bon den: een Boerenbond en een Tuinders- bond beide met een eigen hoofdbestuur. Mocht na eenigen tijd, wat wij hopen en verwachten ook de reeds bestaande R.-K. Kweekerspatroonsbond zich willen aan sluiten, dan vormt dit een derde macht. Deze drie bestaande machten vormen dan samen de R.-K. Land- en Tuintoouw- bond. Op deze wijze wordt het geheele be drijf omvat. Vanzelfsprekend is 'het daar bij, dat het Hoofdbestuur van dien Bond wordt- samengesteld uit de Hoofdbesturen der drie toonden. Zoo is er een krachtige eenheid gescha pen ter behartiging der alge ine ene belangen: zooals pachtcontract, ar beidscontract, sociale verzekeringen, bank van geldwezen, enz. enz. Zoo is er ook ruimte in overvloed ter behartiging van de speciale belan gen: voor de boeren: de veeteelt, zuivel bereiding, kaashandel, enz. enz. Voor de tuinders: de cultuur, vakken nis, coöperatie, marktwezen, enz. enz. Voor de kweekers: eveneens de behar tiging hunner speciale en eigenaardige belangen, met het oog op het buiten- landsch afzetgebied, enz. Plaatselijk vormen deze twee of drie verscheidenheden, door samenvoeging hunner afdeelingen, eveneens eene krach tige eenheid, tot bevordering van het al gemeen plaatselijk of bedrijfsbelang; dóch vooral tot bevordering der algemeene volksontwikkeling zooals reeds boven werd uiteengezet. Wij houden ons er vast van overtuigd, dat op deze wijze eene krachtige organi satie van de geheele plattelandsbevolking mogelijk is; en dat detze eenheid, door de verscheidenheid van de belangen, welke hunne behartiging vinden in de speciale bedrijfsorganisatie, door niets behoeft te worden tegengehouden. Alleen, laat ons nu aan den arbeid gaan. Laten wij nu allen eens onze schou ders zetten onder dit werk; laten wij tot heil van ons katholieke volk dit grootsche plan nu eens in hartelijke samenwerking alleen het doel voor oogen tot stand brengen. Wij zullen dan niet alleen onzen hoog- vereerden Bisschop Mgr. Calliei een dag van vreugde verschaffen en zijne Herder lijke zorgen aanmerkelijk verlichten, doch wij zullen ook en niet weinig heb ben bijgedragen tot den eindelijken triomf onzer heerlijke (beginselen in het maat schappelijk leven, voorzoover dat van ons afhangt en voor zooverre dat mogelijk is. Wij zullen ook de toekomst van katho liek Nederland- belangrijk verzekerd heb ben. Dus laat ons arbeiden. In eenheid en ondex-ling vertrouwen voorwaarts. Ons beginsel hoog en.... God is met ons. A. H. J. ENGELS. BUITENLAND. Van het Oostelijk oorlogs terrein. De ontruiming van Przemysl. De groote Russische generale staf deelt mede: Den lsten Juni werd de strijd in Galicië met dezelfde hevigheid op het ge- In smadelijke bewoordingen weigerde Francis Le Noir haar voldoening te geven voor het gebeurde, terwijl hij aan zijn weigering nog eenige beleedigingen toe voegde. In het eerste oogënblik wi'de zij het briefje in honderd stukken scheuren, doch zij bedacht iets anders. Deze man kon haar niet meer beleedigen. Vandaar dat zij het briefje zorgvuldig dichtvouwde en het bij zich stak. Eenige oogenblikken bleef zij in gedachten verzonken. Vervol gens stak zij vlug een kaars aan, verliet onhoorbaar de kamer en ging vlug de trap af naar dat gedeelte van het liuis, hetwelk bewoond werd door den majoor. Zij wist met zekerheid dat deze om streeks dit uur bij den haard in de huis kamer een pijp zat te rooken. Zoo kon zij zonder vrees de wapenkamer binnengaan. Daar nam zij twee revolvers mee en ver wijderde zich fluks. Den volgenden mor gen zat het moedige meisje buitengewoon vroeg reeds weer in den zadel op weg naar Tip-Top; zij kon er op rekenen Fran cis Le Noir te ontmoeten. Zij had de re volvers in den gordelriem van haar paard gestoken en uit hare oogen glinsterde een onheilspellend vuur. Francis Le Noir verkeerde in groot ge vaar. Kapitola was vast besloten zich zelf voldoening te verschaffen en haar belee- diger te tuchtigen al-s een kwajongen. Kapitola had Tip-Top nog niet bereikt of zij hoorde plotseling, op niet verren af stand, den hoefslag van een paard. Zij deed Gip stilstaan en wachtte totdat de ruiter dichterbij kwam. Zij, had zich niet vergist. In het .volg^ heele Weichselfront voortgezet tot aan Nadworna. Op den linkeroever van de Beneden- San ontwrichtten de Russen den 2den Juni, na een hevigen stormloop, beslissend de stellingen der Duitsche bondgenooten. Zij veroverden in dezen seotor een belangrijke stelling bij Roeanik, door de Duitschers zeer versterkt, alwaar de Russen ongeveer 40Ö0 gevangenen maakten, en veel kanon nen en mitrailleurs veroverden. Het Russisch offensief op het heele front tot aan de uitmonding van de Wisloka gaat voort zich met succes -to ontwikkelen. Wat Przemysl aangaat, deze vesting werd, gegeven de toestand harer artillerie en de door de Oostenrijkers vóór de ovey- gave vernielde versterkingen, als onmach tig beschouwd om zich te verdedigen. Het bezit van deze vqsting was slechts over eenkomstig de Russische doeleinden zoo lang de stellingen ten noorden en ten westen van deze stad de Russen konden helpen bij den strijd aan de San. Nadat de bondgenooten zich hadden meester ge maakt van Jaroslaw en Radymno en zich verspreidden op den rechteroever dezer rivier en zich daar handhaafden, dwongen zij de Russische troepen te strijden op een ongelijk front op moeilijk terrein, 35 wer sten verlengd, waardoor de Russische troe pen, die deze stellingen bezetten, werden blootgesteld aan het concentrisch vuur der talrijke zware artillerie. Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Volgens een telegram van de Italiaan- sche grens aan het „Journal des Débats" vloog de Oostenrijksche vlieger, die den 24sten Mei het eerst boven Venetië ver scheen, op ten hoogste 10,000 voet. De oog getuige, die dit mededeelt, vertelde, dat uit dit vliegtuig een groot valscherm werd neergelaten met een brandende 6tof, die den grond beneden verlichtte. Daarop daagde een heele Oostenrijksche afdee- ling vliegtuigen op, die het arsenaal trachtten te verwoesten, doch de bom men hebben slechts 3 of 4 burgers gedood. De militaire medewerker van de „Gra zer Tagepost" deelt mede, dat het Woens dag tot een bloedig treffen kwam op het plateau van Folgarino Lavarone. Sedert de laatste dagen beschieten de Italianen de permanente vestingwerken aldaar met zwaar geschut. Dinsdag had een infanterie-aanval plaats. De aanval der elitetroepen van het ltaliaansche leger, een regiment Alpen jagers, mislukte volkomen en de Alpen jagers moesten terug naar hun plaats van opstelling. Bij he,t plateau Lavarone, oos telijk van het Gardameer, liepen de lta liaansche troepen op mijnvelden en leden zware verliezen. Mededee'iing uit het ltaliaansche hoofd kwartier: Langs de geheele grens worden de voorbereidende bewegingen en gevech ten, die zich steeds in ons voordeel ont wikkelen, voortgezet. In het bijzonder valt te vermelden een gunstige, hoewel langzame voortzetting van het offensief, dat onze troepen (na zich in de laatste da gen meester gemaakt te hebben van de Nos Monte Nero op den linkeroever van de Tsonzo bij Tolmino [Tolmein]) ontwik kelen op en bij de rotsen op den linker oever en in de vallei, waarbij zij met geestdrift en hardnekkigheid tegen de sterk verschanste en door veel zwaar ge schut gesteunde Oostenrijkers strijden. In de Karnische Alpen doen de Oosten rijkers hardnekkige, steeds afgeslagen aanvallen op onze afdeelingen Alpentroe pen bij den pas van Monte Croce en Mar- .tino. Op Zee. De „America" en de „Belridge". Het Duitsche ministerie van buitenland sche zaken deelde aan het Noorsche gezant- de oogënblik zag zij Francis Le Noir te genover zich. Mr. Le Noir! riep het jonge meisje. Uw dienaar, miss Black! antwoordde de andere met een half-spottende half- hoffelijke buiging. Kapitola zag hem aan met een blik vol minachting, terwijl zij zeide: Sir, ik heb, helaas! geen vader en geen broeders, die voor den mij aangéda- nen smaad wraak kunnen nemen. Ik zie mij derhalve genoodzaakt, mijzelve ge rechtigheid te verschaffen. Welnu dan! Ik heb u schriftelijk verzocht den lagen laster, dien gij over mij uitgestrooid hebt, te herroepen. Gij hebt er de voorkeur aan gegeven mij op beleedigende wijze te ant woorden. Thans verlang ik voldoening. Hier zijn twee pistolen, beide geladen. Neem een van de twee, want, Sir, een van ons beiden komt hier niet levend van daan! En terwijl zij aldus sprak, reed., zij tot vlak bij hem en hield hem de beidé pisto len voor. Hij antwoordde met een spotlach. Miss Black, ik bewonder uwen moed, maar mijn gezond verstand en de wet ver bieden mij aan uw uitnoodiging gevolg te geven. Goeden morgen, schoone dame! En met een spottende buiging wilde hij wegrijden. Maar Kapitola was vast be sloten hem tot geen enkelen prijs te laten ontkomen. Mr. Le Noir! riep zij derom op scher pen toon. Hij keek opnieuw om. Zij slingerde hem een der pistolen toe en riep: Neem haar op cn verdedig schap te Berlijn mede, dat de Duitsche re geering een nauwkeurig onderzoek heeft doen instellen in .zake het in den grond bo ren van de „America" en dat op grond van het tot dusverre verkregen, resultaat ver klaard kan worden, dat er geen sprake van kan zijn, dat de ondergang van het schip aan een Duitschen onderzeeër te wijten zou zijn. Het Duitsche ministerie van buitenland sche zaken verzoekt tevens in het belang van het verdere onderzoek mededeeling van de resultaten van het onderzoek, inge steld door de Noorsche regeering, benevens bewi j smateri aal. De Duitsche regeering deelde aan de Noorsche verder mede, dat uit een onder zoek is gebleken, dat het stoomschip „Bel- ridge" ten gevolge van een noodlottig toe val door een Duitsche onderzeeër getorpe deerd is. De keizerlijke regeering spreekt daarover haar leedwezen uit en verklaart zich bereid volledige schadeloosstelling te geven. Zij stelt derhalve voor, dat Noorsche en Duitsche deskundigen benoemd zullen worden om de schadevergoeding vast te stellen. De Noorsche regeering heeft dit voorstel aangenomen. Op den Balkan. Roemenië en Bulgarije. De „Petit Parisien" verneemt uit Boe karest, dat de onderhandelingen met Rus land, door bemiddeling van Engeland en Frankrijk, met alle kans op slagen worden voortgezet. Indien de voorstellen, die aan de orde zijn, aangenomen worden, zal Roe menië onverwijld handelen. De entente tusschen de regeeringen van Roemenië en Bulgarije is nu reeds vol maakt. Roemenië zal aan Bulgarije gebied in de Dobroedzja afstaan en in ruil daar voor alle mogelijke waarborgen voor zijn actie in westelijke richting ontvangen. Bul garije zal tegelijkertijd tegen Turkije te velde trekken. De diplomatieke voorberei dende gesprekken hebben tusschen de Bal- kanstaten feitelijk reeds hun beslag gekre gen en op het oogënblik wordt alleen nog beraadslaagd over samenwerking op mili tair gebied. Turkije. Uit Genève wordt gemeld, dat er zich thans teekeneai beginnen voor te doen van een ltaliaansche actie tegen Turkije. De ltaliaansche regeering heeft door middel van den Turkschen gezant te Rome een klacht tot de Porte gericht, waarin ge- vVezen wordt op het verblijf houden van Turksche agenten in Tripolis en Cyrenaï- ka en geklaagd wordt over de voortdu rende betrekkingen tusschen Enver pasja en den groot-sjeik der Senussi. In haar antwoordnota heeft de Porte levendig ge protesteerd tegen de verdenking eener de loyale houding, terwijl tevens de bewering wordt tegengesproken dat de Turksche minister van oorlog betrekkingen met het hoofd der Senussi zou onderhouden, In Russische diplmoatieke kringen ziet men in het optreden van Italië de eerste schrede van een ltaliaansche actie tegen Turkije. Buitenlandsche berichten. De A. B. C.-Staten en de Paus. In verband1 met het vredesverdrag, tus schen de A-B-C-Staten (Argentinië, Brazi lië en Columbia) gesloten, had een tele grammen-wisseling plaats tusschen den H. Vader en den president van Argentinië, waarbij de Paus de republieken geluk wenschte en als Zijn hoop uitsprak, dat dit feit een gelukkig effect hebben mocht en aan andere volkeren tot voorbeeld mocht strekken. De president dankte den Paus voor Zijn gelukwensohen. Zij wa- Doch hij had voor haar niets dan spot en gaf zijn paard' de sporen, zoodat het begon te steigeren. Nu kon Kapitola zich niet langer be dwingen. Blijf staan of ik schiet! riep zij luid. Een lachen was het antwoord. Zij hief den arm op, mikte, en in het volgende oogënblik ging de pistool af zesmaal achter elkander. Het duurde een poosje, voordat de rook optrok, en boen vertoonde zich aan Kapi tola een gruwelijk schouwspel. Met het gelaat vol bloed hing Francis Le Noir slap voorover in het zadel, eLk oogënblik in gevaar door het woeste paard afgeworpen of wel medegesleept te wor den. Dit schouwspel) deed Kapitola alles ver geten behalve haar plicht, door de menschlievendheid haar voorgeschreven, om den huipelooze bij te staan. Zij sprong van haar paard, hielp den man die nog ademde uit het zadel en leg de hem ter zijde van den weg neder op den grond. Vervolgens besteeg zij haar paard weer en reed in galop naar het niet meer ver af gelegene dorp. Zij hield stii voor het logement, liet den waard bij zich komen en zeide kortaf: Ik heb Francis Le Noir geschoten, omdat hij mij beleedigde. Hij ligt bij den kruisweg. Stuur er mensohen heen om hem hij te staan. Miss! riep de logementhouder, ver baasd en als buiten zich zelf. Zonder verder op den verschrikten man te letten, reed Kapitola zoo kalm, aleof er niet het minste .wolkje aan de lucht ren voor de drie républieken eeu groote oer en stemden geheel overeen met de stre vingen van de internationale Argentijn- sohe politiek, die altijd in den dienst van eendracht on recht gestaan had. De toestand in Mexico. Naar de correspondent van de Times" te Washington meldt, heeft président Wil son in den vorm van een boodschap aan de bevolking der Vereenigde Staten een dringende waarschuwing aan de leiders der Mexicaansche beweging doen hooren. Deze waarschuwing is in alle bladen ge publiceerd', en oopies zijn naar de Ameri- kaansche vertegenwoordigers in Mexico gezonden om zo aan de partijleiders Ga- ranza, ViDla, Zapatü, en Garza mede te deel en. De president geeft een overzicht van den toestand in Mexico, dat door een burger oorlog verscheurd wordt, en verklaart dan, dat de Vercenigde Staten niet kunnen toestaan, dat een dergelijke toestand blijft voortduren. Hoewel Wilson uitdrukkelijk zegt, dat de Vercenigde Staten geen gebiedsuitbrei ding nastreven, eisclit hij toch, dat „bin nen zeer korten tijd" een regeering aan gesteld worde, welke alle mogendheden kunnen erkennen. Anders zullen de Ver- eenigde Staten gedwongen zijn naar mid delen om te zien om „Mexico te helpen zichzelf te redden en de bevolking te on dersteunen". Uit Stad en Omgeving, HET STEUNCOMITÉ. IX. Het Steuncomité Leiden Oorlogstoestand 1914 schrijft ons: De D.-klasse der gesteunden omvat alle vakarbeiders, georganiseerden, zoowel als ongeorganiseerden. Het is moeilijk die al len tegelijk te behandelen, daar de voor waarden voor allen lang niet derzelfde zijn. Beginnende met de groep der bouwvak arbeiders zien wij allereerst de Timmer lieden en die in het hout vale werken, zoo als de machinale houtbewerkers. In 't go- heel' zijn er 77, tot deze categorie liehoo- rende, gesteund. Ze kwamen geleidelijk aan. Zoo kwamen een zestal hunner reeda in Augustus, die door den oorlog direct werkloos werden of minder gingen ver dienen. In September kwamen er 8, in October 10, in November 18 en in Decem ber 19. Onder die van de laatste drie maanden behoorden ook een 14-tal tim merlieden, die in dienst waren. Met hol nieuwe jaar word de toevloed geringer. Zoo kwamen er in Januari 5, in Februari 8, in Maart 4 en in April nog 1. In 't ge heel behoorde to.t de.ze groep 15 militat- ron. Het genoemde aantal is evenwel in zijn geheel niet gesteund, daar er voortdurend afvielen, doordat ze werk vonden of, voo» wat de militairen aangaat, dat ze voir doende van het Rijk ontvingen. Zoo kon den er in October reeds 2 afgevoerd wor den, in November ook 2, in December 4, in Januari 6, in Februari 8, in Maart 11, in April 21 en begin Mei nog 13. Op 17 Mei werden er niog 12 tot deze groep behoo- rende, gesteund, waaronder 9 militairen.. Een groot deel dezer onderaf deel ing kregen eene uitkeering uit hun wenkloo- zenfonds, zoodat de bijdrage van het Steuncomité voor deze werklieden even als voor de militairen onder hen slechté eene aanvulling was. Daardoor is het to taal bedrag aan deze groep niet bijzonder hoog, n.l. ongeveer f 3600 tot 1 Mei gere kend, waarbij nog ongeveer f 250 komt van het Kon. Nat, Steuncomité als bij drage in de huurbons. Elk der gesteun den kostte tot 1 Mel 1..1. gemiddeld f 1.5Q per week. naar het aan de overzijde gelegen ge rechtsgebouw en ging daar binnen. Zij vroeg den magistraat te spreken en werd aanstonds bij hem toegelaten. Ik kom mijzelf aangeven, zoi.de zij. Ik heb op Francis Le Noir geschoten, om dat hij mij beleedigd heeft, zeide zij weer., Wat bedoelt u, dame? vroeg de acht bare oude heer ontsteld en zijne ooren niet geloovende. Hebt gij master Francis Le Noir ged-ood? Of hij dood ifl weet ik niet, antwoord de Kapitola koel. Ik heb' aan Merry ver zocht menschen naar hem toe te sturen om hem te helpen en hierheen te brengen. O, ongelukkig mejsjel Hoe kunt gij deze misdaad rechtvaardigen? O, gemakkelijk! antwoordde Kapitola met va9te stem. Hij -heeft aanzoek gedaan om mijn hand; ik heb hert afgewezen. Hij belasterdie mij; ik eischte'voldoening. Hij belasterde mij opnieuw; toen heb ik op hem geschoten. Een rumoer van stemmen bij de deur: onderbrak het gesprek. Wat is dat? vroeg de magistraat. Sir, antwoordde Merry, terwijl hij binnentrad, mijne mannen hebben mas ter Francis Le Noir in mijn huis go- bracht; hij ligt op sterven en verlangt» dat miss Black, deze jongedame, vool> hem gebracht worde. Zij kan het onmo gelijk ontkennen, dat zij hem heeft dood geschoten. Hij wil het bezweren, voordat hij sterftl Zij beschuldigt zich zelve, antwoord- de de magistraat. (Wordt vervolgd.} I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1