1
BUITENLAND.
De Oorlog.
ee JAARGANG
No. 1713
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27° cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
JUNI.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verbuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Een min-gelukkige eisch.
Voor de Amsterdamsche rechtbank heeft
terechtgestaan een 16-jarige jongen, die
maar eventjes zijn. ouders door gasont-
snapping met een draad trok hij 's nachts
een kraan open had willen doen stik
ken om op zijn gemak te kunnen stelen.
De vader werd wakker door de gaslucht
en zoo mislukte de geraffineerde toeleg van
zoonlief.
Wat 'n boef! zal men uitroepen.
Het O. M. dacht er blijkbaar ook aldus
over, want het eischte, dat de jeugdige be
klaagde ter beschikking van de regeering
zou worden gesteld en daarna veroordeeld
zou worden 'tot zes jaren gevangenisstraf.
Dat zou dus neerkomen op een vrijheids-
berooving van ongeveer 11 jaar.
De rechtbank, Vrijdag uitspraak doende,
verklaarde bekl. schuldig aan het voortge
zet misdrijf van poging tot diefstal, vooraf
gegaan door geweld, in den voor de nacht
rust bestemden tijd, maar stelde beklaagde
ter beschikking v^,; de Regeering zonder
toepassing van eenige straf, met last tot
zijn invrijheidstelling. De knaap gaat dien
tengevolge spoedig naar het Rijksopvoe
dingsgesticht te Doetinchem, het observa
tiegesticht, waar over zijn verdere levens
wijze wordt beslist; in ieder geval staat hij
nu tot zijn meex-derjarigheid onder toezicht
dergenen, door de Regeering daartoe aan
gewezen.
We schi*even boven dit stukje niet: een
juist vonnis. Uit de verte, alleen afgaande
op een krantenvei*slag, mag dergelijk oor
deel niet geveld worden. Wel kunnen-we
zeggen: 't is een menschlievend vonnis,
waarvan de toekomst zal moeten uitwijzen
of 't ook juist was. Laten' we dit hopen.
We aarzelden intusschen niet als op
schrift te kiezen: een min-gelukkige eisch
al is hij dan in overeenstemming met den
letter der kinderwetten.
De Kinderwetten laten den rechter de
keuze: een beklaagde, die tusschen 16 en
18 jaar oud is óf te behandelen nog ais
een kind óf te berechten als een volwas
sene, of een en ander te combineeren.
Was van dén wetgever zeer mensch-
kundig, deze keuze open te laten, want ook
wie boven de 16 jaar is kan immers nog
wel, zonder abnormaal te wezen, zonder
deel des onderscheids gehandeld heb
ben om deze oude uitdrukking nog
eens te bezigen.
De i-echter nam in 't gegeven geval klaar
blijkelijk aan dat beklaagde de draag
wijdte zijner daad nog niet had overzien
diis als kind moest behandeld worden.
Vandaar: ter-beschikking-stelling. Maar
na afloop hiervan nog weer zoo'n langdu-
e straf te gaan opleggen, zooals het
M. eischte, lijkt ons een min-gelukkige
combinatie der behandeling èn als kind
èn als volwassene; Een korte gevangenis
straf in 't vooruitzicht te hebben moge een
Rijksopvoedeling een aansporing te meer
tot goed gedrag, ook wijl hij er, in
dien hij zich zulks waardig betoont, op
schorting en kwijtschelding van kan beko
men, maar hoe moet een en ander loopen
bij een persjectief van 6 jaar?
Daarom is het o. i. toe te juichen, dat de
rechter van den eisch is afgeweken.
De Russen melden dat zij den Duitschers
en Oostenrijkers den overtocht hebben
belet over de Doebissa, de Wisznia de
Dnjestr en de Switsja. Wederom zijn
eenige schepen door Duitsche onderzee
ërs getorpedeerd. De Engelsche minis
ter van Buitenlandsche Zaken, Grey,
heeft rust genomen, ter wille van zijn
oogen.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
De toestand op dit oorlogsterrein blijft
vrijwel nog steeds onveranderd en de offi-
cieele legerberichten der wederzijdsche par
tijen doen ons geen andere mededeelingen
dan betreffende plaatselijke gevechten, die
den een of ander eens een klein succes mo
gen geven, maar de beslissing geen stap
nader brengen.
Op dit front zijn de Franschen offensief
en hebben zij eenige kleine resultaten be
haald. Ablain is door de Duitschers ont
ruimd. Op den weg BéthuneSouchez, als
mede in de dorpen Neuville en St. Faust en
ten Noorden van Yperen, hebben zij een
'kleinen vooruitgang gemaakt.
De vliegaanval op Ludwigshafen.
,,Korr. Norden" meldt uit Berlijn: In
Straatsburg is geconstateerd dat van 18
vliegmachines welke Vrijdag Ludwigshafen
hebben aangevallen er slechts 12 van terug
gekeerd zijn. Behalve het gepantserde vlieg
tuig dat oostelijk van Neustadt omlaag
ging, werden nog twee andere getroffen en
tot landen gedwongen, waarbij gewichtige
papieren, iu hoofdzaak
Duitsche handen vielen.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
De jongste Duitsche en Oostenrijksche
communiqué's spi'eken slechts van afge
slagen aanvallen. De Russische daarente
gen melden dat aan de Dubisan de verbon
den Duitsch-Oostenrijksche troepen een te
genslag hebben gehad en daarbij eenige
kanonnen vei'loren hebben. Aan de midden-
en beneden-Dubissa bereikten zij de rivier,
maar kwamen er niet over.
In Galicië is het offensief thans weer aan
de Russen. Tot aan de monding van de Lu-
baczewka zijn de Duitsch-Oostenrijksche
troepen weer over de San teruggeworpen,
en aan de Wiznic moesten zij wat achteruit
trekken.
Tusschen Przemysl en San vallen de
Duitschers en Oostenrijkers nog steeds aan,
maar zij hebben er geen vooruitgang ge
maakt. Verder naar het Oosten (op het
front Skryj—Dolian) zijn de Russen weer
offensief.
Van het Zuidelijk oorlogs
terrein.
Van het Italiaansche oorlogsterrein wordt
officieel d.d. 31 Mei uit Weenen gemeld:
Gistermorgen werd een aanval van een
ï-egiment Alpini op een gedeelte der Oosten
rijksche versterkingen op het plateau van
Lavazone op bloedige wijze afgeslagen.
In de streek noordwestelijk van Pane-
veggio naderde een Italiaansche afdeeling
de Oostenrijksche schansen, maar week te
rug voor het vuur der Oostenrijksche pa
trouilles.
Aan de grens van Karfnthië hadden
patrouille-gevechten plaats, die successen
waren voor de Oostenrijksche wapenen.
In het kustland sch grensgebied begon de
Oostenrijksche zware artillerie in te grij
pen.
Een communiqué van den chef van den
Italiaanschen marinestaf verklaart, dat een
luchtschip over Pola vloog en het station,
het petroleumdepot en het arsenaal bom
bardeerde. Alle bommen ontploften op haar
doel. Een groote brand brak uit in het ar
senaal. Het luchtschip bleef ongedeerd.
Gisteren beschoot een flotille van torpe
dojagers de werven van Monfalcone en
richtte aanzienlijke schade aan. De torpe
dojagers bleven ongedeerd.
Geïnterneerden in Italië.
In het te Braccianq ingerichte kamp voor
gevangenen is, naar Reuter" seint, de eer
ste groep geïnterneerden aangekomen. Deze
menschen verkeerden in een jammerlijken
toestand; zij waren uitgeput, hadden door-
geloopen voeten en waren uitgehongerd.
Het waren allen mannen van middelbaren
leeftijd, uitgemergeld, zonder hoed en
barrevoets. Sommigen liepen op plankjes
om hun voeten te sparen. De menschen
toonen zich dankbaar voor de behandeling
die zij genieten. Deze is dezelfde als die
welke de Italiaansche soldaten krijgen, be
halve natuurlijk dat de geïnterneerden hun
vrijheid kwijt zijn.
Het Oostenrijk9ch-Hongaar9Che legerbevel.
De ,,Az Est" meldt: aan aartshertog
Eugenius, die tot opperbevelhebber van het
Jeggr tcden Tt.alip i-g 7.iin Ha crATlft-
raais Dankl en Rohr toegevoegd. Het com-
mando van den aartshertog tegen Servië
wordt overgenomen door generaal Boroe-
wits.
De Italianen in Duitschland.
Volgens de ,,Nat. Ztg." zouden vele Ita
lianen geweigerd hebben naar hun land
terug tte keeren. Vele Italianen in Baden
zouden de overheid hebben verzocht te mo
gen blijven, anderen zouden zich hebben
laten naturaliseeren om in het Duitsche le
ger dienst te doen.
De blokkade van de Albaneesche kust.
Volgens een bericht van het bureau Nor
den" heeft de Italiaansche regeering beslo
ten de reeds vastgestelde blokkade van de
Albaneesche kust die zich uitstrekte van de
grens van Montenegro in het noox-den tot
en met kaap Kephali in het zuiden, naar
het zuiden in te krimpen en als nieuwe
blokkade lijn in het zuiden de- lijn
OstrantoAspiruga aan te nemen. Het is
meer dan waarschijnlijk, dat deze maatre
gel het gevolg is van de vertoogen van
Grikenland te dezer zake.
Italië en het Vaticaan.
De Oostenrijksche veitegenwoordiger bij
het Vaticaan, prins Schönburg, zeide aan
een vertegenwoordiger der ,,Pol. Korresp."
te Weenen, dat het verkeer der regeering
met den H. Stoei tijdelijk door den nuntius
te Weenen zal geschieden. Een der rede
nen waarom de gezant Rome verliet, was,
dat men den H. Stoel wilde vrijwaren tegen
de ophitsingen, waarvan de gezant het
voorwerp was.
De waarborgenwet.
In verband met de mededeel ing van den
Romeinschen correspondent van de „Tijd"
over de onhoudbaarheid der Waarborgen
wet in de praktijk, geeft genoemd blad de
wet zooaks deze den 13en Mei 1871 Hoor de
Italiaansche Kamer is aangenomen:
a. dat de Persoon des Pausen heilig en
onschendbaar is, onttrokken aan elke
Italiaansche rechtspraak en dat Hij noch
in hechtenis kan worden genomen, noch
gedagvaard;
b. dat elke aanslag tegen Zijn persoon
en elke aansporing daartoe strafbaar zijn,
alsof deze feiten waren gepleegd tegen den
•persoon des Konings;
c. dat de Italiaansche overheden dn alle
deelen van, het koninkrijk aan den Paus
de eer moeten bewijzen ,aan „souvereinen"
verschuldigd en dat Hij bevoegd is rvoor
de bescherming van Zijn Persoon en de
bewaking van Zijn paleis het gebruikelijk
aantal krijgslieden in dienst te houden;
d. dat de residentie van den Paus exter
ritoriaal grondgebied is, zoodat geen Ita-
liaansch ambtenaar dit gebied mag betre
den, zelfs niet ter rechtmatige uitoefening
van zijn functies, tenzij dat hij uitdrukke
lijke vergunning door of vanwege dan
P-aus te voren heeft verkregen;
e. dat de Paus recht op actieve en pas
sieve diplomatieke vertegenwoordiging bij
en van vreemde staten bezit.
Voorts bepaalt de Waarborgenwet .vrije
uitoefening van het pauselijk ambt en al-
geheele souvereiniteit en wel in die mate,
dat bij een eventueele ontmoeting van den
Paus met den Koning van Italië, de Paus
den voorrang zou hebben; eindelijk vrijdom
leven en telegrammen enz.
it men -weef; enKen n e nnrrniTmr
nooit de Waarborgenwet en werd het door
haar vastgestelde jaargeld van 3,225,000
lires, te betalen door de Italiaansche schat
kist, nooit aangenomen. Na hét honen van
den lijkstoet, die het stoffelijk overschot
van Pius IX overbracht, na de oprichting
van Giordano Bruno's standlbeeM dn de na
bijheid van het Vaticaan, en na de be-lee-
digingen van burgemeester Nathan, waar
tegen wijlen Pius X plechtig protesteerde,
kon de onhoudbaarheid der eenzijdige wet
irderdaad niet overtuigender worden aan
getoond, dan door den thans uitgebroken
oorlog, zegt „de Tijd".
Op Zee.
De indruk van het Duitsche antwoord op
de Lusïtania-nota.
De „Morning Post" meldt uit Washing
ton, dat het antwoord van Duitschland op
de Amerikaansche nota in zake de „Lusita-
nia" een beslist ongunstigen indruk wekte.
Een antwoord van president Wilson wordt
niet verwacht vóór den kabinetsraad van
Dinsdag. De verontwaardiging is in liet
land groot, maar de opgewondenheid is
minder dan drie weken geleden.
Oostenrijksche schepen beschadigd.
Volgens een telegram uit Fiume aan de
„Tribune de Genève" zijn 4 Oostenrijksche
toi*pedojagers gedurende den nacht van 27
Mei In het dok van Pantrida gesleept. Twee
ervan zullen 3 maanden noodig hebben om
hersteld te worden, de twee anderen zijr
in het geheel niet meer te gebruiken.
De „Champagne".
De mailboot „Champagne", die bij
Nazaire op de rotsen was geloopen, is,
blijkens een bericht im de Matin" tus
schen de beide schoorsteenen doorgebro
ken. Onder de op vaarenden waren 909 ne
ger-soldaten.
De duikbootenoorlog.
Een Duitsche onderzeeër boorde bij
Ouessant het stoomschip „Dixiana" in den
grond.
De bemanning werd gered, nadat zij 24
uren in de booten had doorgebi*{icht,
(Het Engelsche stoomschip ..Dixaana",
groot 2147 ton, was op reis van Savannah
naar Havre. Red.)
Volgens een Lloyds-bericht uit Brest
zijn de stoomschepen „Glentle" van Glas
gow en de „Gysne" van Oporto aan den
ingang van het Kanaal getorpedeerd en tot
zinken gebracht door een Duitschen on
derzeeër.
De bemanning werd gered.
(De „Gl^nlee" (4140 ton) was van staipel
geloopen m 1903 en behoorde aan de Wes
tern SS. Cv.
Het Portugeesche schïip „Cysne", ge
bouwd in 1879, was 623 ton groot. Red.)
Lloyds bericht: Het stoomschip „To-
rejoil" bericht, dat het de geheele beman
ning van het stoomschip „Soborg" van
Kopenhagen, dat veertig mijl ten N.O. van
de Tyne getorpedeerd werd, gered beeft.
Torpedoboot gestrand.
Zondag strandde een Fransche torpedo-
boot, die aan de kust van het vilujet
Smyrna voor de haven van Kusjdassl
waarnemingen deed, in de nabijheid van
kaap Jilandsjl
De actie tegen de Darda
nelles
Het Engelsche Persbureau deelt mede
van de Dardanellen: Op 28 Mei richtten
de Turken zich in een verlaten loopgraaf
in. De Biitten deden een tegenaanval,
waarop de Turken zich overgaven. Sterke
Turksche colonnes, die aanrukten werden
volkomen verdreven door het nauwkeu
rige Engelsche vuur. Hun verliezen be
droegen zeker 2000 man, die van de En-
gelschen 300 man.
De Franschen namen een beJangrijk
fort. Denzelfden dag werden alle Turk
sche aanvallen afgeslagen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De Duitsche landstorm. In een extra
nummer van de „Reichsanzeiger" wordt
een keizerlijk besluit van 28 Mei openbaar
gemaakt betreffende de oproeping van den
landstorm. Volgens dat besluit moeten al
len die tot den eersten ban van den land
storm behooren, voorzoover zij niet reeds
door de besluiten van 1 Augustus en 15
Augustus 1914 opgeroepen zijn, onder do
wapenen worden geroepen.
De uitwisseling van zwaargewonden.
Het Zwitsersche telegraaf-agentschap deelt
FEUILLETON.
HEREENIGD.
Een. schoon bruidakostu urn!» zeide zij,
tiaar eógene Sombere verschijning in den
egel bekijkende. Maar het is dezen
nnen immers niet om het uiterlijk te
ben, doch om het vermogen, der bruid,
om het geld, ha, ha, ha!
Zij was juist gereed met al haar toebe
reidselen, die moesten dienen om haar on
kenbaar te maken, toen op .de trap voet-
"tappen werden gehoord en er aan de deur
geklopt wend en het volgende oogenblik
traden de Le Noir's binnen,
■aixcis naderde haar en sprak:
Dierbare KI ara, wilt gij mij vergeven,
dat ik mij door mijn overgrxote liefde tot
o zoo heb laten beheerschen? Hij trachtte
laar bij de hand te vatten doch Kapitola
stiet deze terug en bedekte onder den on-
foordringbaren sluier de oogen met haar
bitten zakdoek.
Kom! Kom! Geen tijd -\erloren! zeide
Gabriel Le r bansch. Neon haar arm,
fi'aric Is, en leid haar naar het rijtuig.
De jonge man deed het en Kapitola
Volgde hem als geheel wezenloos. Buiten
*as heit volslagen duister en het rijtuig
•toad voor het portaal.
Francis hielp haar bij bet instappen en
fj 'eunde zwaar op zijn arm, alsof alle
kracht haar had begeven. Ilij nam plaats
aan haar zijde.
Kolonel Le Noir ging tegenover hen zit-
■n en het rijtuig ro'.de weg.
Na een uur rijdens kwam'men bij een
10 bet diepste van het bosch verbolgen
gelegen oude kerk, voor welker ingang
het rijtuig stilhield.
De beide Le Noir's stapten uit.
Tusschen de mannen in trad bet in die
pen rouw gekleede jonge meisje de kerk
binnen, die zwak verlicht was door een
paar voor het altaar brandende kaarsen.
Behalve de priester, die hun komst ver
wachtte, bevonden zich in de kerk nog
eenige boerenmenschen, die, van het
land naar huis berugkeerende, den licht
schijn hadden bemerkt en de kerk waren
binnengekomen.
Toen het drietal bijna vlak bij het al
taar was, deed kolonel Le Nok eenige
stappen vooruit en zeide tot den priester:
Ik heb u toch verzocht, mijnheer, om,
met het oog op het feit, dat de bruid in
den rouw is, de plechtigheid in alle stilte
te doen plaats hebben.
Dat is ook zoo, mijnheer, antwoordde
de geestelijke, maar gij vergeet, dat onze
kapel elk uur van den dag openstaat voor
iedereen. Zoo als gij ziet, zijn deze men
schen eenvoudige arme boeren, die over
dag hard moeten weriken en geen tijd over
hebben, en die nu in het avonduur hier
wat komen bidden. Zij zullen de plechtig
heid zeker'niet stoi'em.
Le Noir knars tandde, terwijl Kapitola
inwendig juichte over de tegenwoordig
heid van vreemden in de kerk.
Waar wacht gij op? Begin toch, Sk,
begin tochl zeide kolonelLe Noir onge
duldig.
En Kapitola bij de hand nemende, leid
de hij haar aan de zijde van Francis, ter
wijl hij zelf achter hen kwam staan.
De plechtigheid begon.
Dp. geestelijke sprak de inleiding, en
kwam ten slotte tot de gewichtige woorden,
waardoor beiden zich zouden binden voor
hun leven, totdat de dood hen zou schei
den. De priester wendde zich tot Francis
met de woorden:
Wilt gij, Francis Le Noir, dit meisje,
Klara Day, huwen en nemen tot uw wetti
ge echtgenoote, zoolang gij leeft? Antwoord
mij dan duidelijk met: jal
En met luide, duidelijk waarneembare
stem antwoordde Francis: Ja, ik wil!
En de geestelijke richtte nu tot Kapitola
dezelfde vraag:
Wil gij, Klara Day, dezen man als
uw echtgenoot volgen en aanhangen, zoo
lang gij beiden leeft?
Er trad een pauze in, een zwijgen, zoo
beangstigend, dat men een speld kon hoo-
ren vallen.
De in de kerk aanwezige boeren en
boerinnen waren nu op de trouwplechtig
heid opmerkzaam gemaakt geworden en
luisterden derhalve naar het antwoord der
bruid, niet minder gespannen, dan de
priester en de beide mannen.
Dat was voor Kapitola het oogenblik om
het masker te laten vallen, en met luider
sem antwoordde zij:
Of ik wil! Voor niets ter wereld! Al
zou ik de laatste vrouw op de wereld zijn
en al ware hij de laatste man, en al zou
de aartsengel Gabriel zelf komen neerda
len om voor ons het paradijs te ontsluiten,
ik zou dezeai man niet kunnen liefhebben
bij mijne ziel en mijne zaligheid niet!
AlLen stonden gedurende eenige oogen-
blikken als versteend.
Gabriël L© Noir scheen als door den
bliksem getroffen. Met berekende koelheid
had hij misdaad op misdaad gestapeld,
om zich het beziit te verzekeren van het
geen hem van rechtswege niet toebehoor
de. Hij was, om zijn doel te bereiken, niet
teruggeschrokken noch voor bloedig ge
weld noch voor list, en nu trad dit meisje
hem in den weg, om al zijn werk der duis
ternis te vernietigen; en dat juist op het
oogenbliik, toen hij op het punt stond een
nieuwen triomf te vieren en het gebouw
zijner boosheid te bekronen.
Bij den eersten blik heikende hij deze
gelaatstrekken, deize oogen, die hem zoo
dikwijls uit een ander gezicht met een uit
drukking van waanzin hadden aange
staard, en het was hem alsof een ijskoude
hand zich op zijn hart legde en daarin
alle gevoel doodde. Hij dreigde te stikken.
Doch me.t geweld zijn ontsteltenis af
schuddende, riep hij, van woede bevende:
Dat is niet de stem van Klara! Hier
is de duivel in het spell Meisje, siste hij,
Kapitola dicht naderende en haar bij de
hand vattende, wie wie zijt gij?
Wie ik ben? herhaalde Kapitola.
Daar, zie! En met één ruk sloeg zij den
sluier achterover en zonder to denken aan
het gevaar, waarin zij zich had begeven
Stond Kapitola hoog-opgericht tegenover
haren doodsvijand, fier als de wrekende
Nemesis zelf en toch als weeke was in de
handen van dezen man. die haar naar het
leven stond en die reeds met bliksemsnel
heid een duivelsch plan beraamde, het
welk haar geheel aan zijn macht zou uit
leveren, hopeloos en reddeloos.
Gedurende dit tooneel was de spanning
in de kerk ten toppunt gestegen en ver
scheidene personen drongen door tot het
altaar,,
Wat beteekent dat? siste kolonel Ia
Noir, bevende van woede.
Dat beteekent, sir, antwoordde Kapi
tola met al de vastheid van haar onbuig
zaam karakter, dat beteekent, dat gij
overtroefd zijt door een meisje, dat uw
slachtoffer u ontnomen is en zich op dit
oogenblik reeds in veiligheid bevindt, en
dat gij allebei, vader en zoon, een paar
gemeene schurken zoudt zijn, als gij er
geest genoeg voor bezat; thans zijt gij niet
anders dan een paar kwaadaardige zot
ten!
En zich van haar beide vijanden, die
zich nauwelijks kon-den inhouden, afwen
dende, en zich tot de menschen naast en
achter haar keerende, ging zij voort:
Menschen ik ben Kapitola Black, de nicht
van majoor James Warfield van Hurri
cane Hall, dien gij allen kent. Ik roep
uw bescherming in tegen deze beide man
nen, die mij met geweld hierheen hebbesn
gebracht.
Luistert niet naar haar! Zij spreekt
wartaal! riep de kolonel.
Snoer haar den mond! siste Francis
Le Noir, terwijl hij op het vermetele moiojt
toesprong. En hij trachtte zijn linkerhand
op hare lippen te drukken, terwijl zijn
rechterarm haar omklemde als een ijze
ren vangarm.
Doch hij ondervond bij zijn tegenstan
der een gelijkwaardig weerstandsvermo
gen-
Toch zou do overwinning zeer onzeker
zijn geweest, indiien niet plotseling on
verwacht hulp was komen opdagen.
'Wordt vervolgd.).