1 BUITENLAND. De Oorlog. ee JAARGANG No. 1713 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27° cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG JUNI. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verbuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Een min-gelukkige eisch. Voor de Amsterdamsche rechtbank heeft terechtgestaan een 16-jarige jongen, die maar eventjes zijn. ouders door gasont- snapping met een draad trok hij 's nachts een kraan open had willen doen stik ken om op zijn gemak te kunnen stelen. De vader werd wakker door de gaslucht en zoo mislukte de geraffineerde toeleg van zoonlief. Wat 'n boef! zal men uitroepen. Het O. M. dacht er blijkbaar ook aldus over, want het eischte, dat de jeugdige be klaagde ter beschikking van de regeering zou worden gesteld en daarna veroordeeld zou worden 'tot zes jaren gevangenisstraf. Dat zou dus neerkomen op een vrijheids- berooving van ongeveer 11 jaar. De rechtbank, Vrijdag uitspraak doende, verklaarde bekl. schuldig aan het voortge zet misdrijf van poging tot diefstal, vooraf gegaan door geweld, in den voor de nacht rust bestemden tijd, maar stelde beklaagde ter beschikking v^,; de Regeering zonder toepassing van eenige straf, met last tot zijn invrijheidstelling. De knaap gaat dien tengevolge spoedig naar het Rijksopvoe dingsgesticht te Doetinchem, het observa tiegesticht, waar over zijn verdere levens wijze wordt beslist; in ieder geval staat hij nu tot zijn meex-derjarigheid onder toezicht dergenen, door de Regeering daartoe aan gewezen. We schi*even boven dit stukje niet: een juist vonnis. Uit de verte, alleen afgaande op een krantenvei*slag, mag dergelijk oor deel niet geveld worden. Wel kunnen-we zeggen: 't is een menschlievend vonnis, waarvan de toekomst zal moeten uitwijzen of 't ook juist was. Laten' we dit hopen. We aarzelden intusschen niet als op schrift te kiezen: een min-gelukkige eisch al is hij dan in overeenstemming met den letter der kinderwetten. De Kinderwetten laten den rechter de keuze: een beklaagde, die tusschen 16 en 18 jaar oud is óf te behandelen nog ais een kind óf te berechten als een volwas sene, of een en ander te combineeren. Was van dén wetgever zeer mensch- kundig, deze keuze open te laten, want ook wie boven de 16 jaar is kan immers nog wel, zonder abnormaal te wezen, zonder deel des onderscheids gehandeld heb ben om deze oude uitdrukking nog eens te bezigen. De i-echter nam in 't gegeven geval klaar blijkelijk aan dat beklaagde de draag wijdte zijner daad nog niet had overzien diis als kind moest behandeld worden. Vandaar: ter-beschikking-stelling. Maar na afloop hiervan nog weer zoo'n langdu- e straf te gaan opleggen, zooals het M. eischte, lijkt ons een min-gelukkige combinatie der behandeling èn als kind èn als volwassene; Een korte gevangenis straf in 't vooruitzicht te hebben moge een Rijksopvoedeling een aansporing te meer tot goed gedrag, ook wijl hij er, in dien hij zich zulks waardig betoont, op schorting en kwijtschelding van kan beko men, maar hoe moet een en ander loopen bij een persjectief van 6 jaar? Daarom is het o. i. toe te juichen, dat de rechter van den eisch is afgeweken. De Russen melden dat zij den Duitschers en Oostenrijkers den overtocht hebben belet over de Doebissa, de Wisznia de Dnjestr en de Switsja. Wederom zijn eenige schepen door Duitsche onderzee ërs getorpedeerd. De Engelsche minis ter van Buitenlandsche Zaken, Grey, heeft rust genomen, ter wille van zijn oogen. Van het Westelijk oorlogs terrein. De toestand op dit oorlogsterrein blijft vrijwel nog steeds onveranderd en de offi- cieele legerberichten der wederzijdsche par tijen doen ons geen andere mededeelingen dan betreffende plaatselijke gevechten, die den een of ander eens een klein succes mo gen geven, maar de beslissing geen stap nader brengen. Op dit front zijn de Franschen offensief en hebben zij eenige kleine resultaten be haald. Ablain is door de Duitschers ont ruimd. Op den weg BéthuneSouchez, als mede in de dorpen Neuville en St. Faust en ten Noorden van Yperen, hebben zij een 'kleinen vooruitgang gemaakt. De vliegaanval op Ludwigshafen. ,,Korr. Norden" meldt uit Berlijn: In Straatsburg is geconstateerd dat van 18 vliegmachines welke Vrijdag Ludwigshafen hebben aangevallen er slechts 12 van terug gekeerd zijn. Behalve het gepantserde vlieg tuig dat oostelijk van Neustadt omlaag ging, werden nog twee andere getroffen en tot landen gedwongen, waarbij gewichtige papieren, iu hoofdzaak Duitsche handen vielen. Van het Oostelijk oorlogs terrein. De jongste Duitsche en Oostenrijksche communiqué's spi'eken slechts van afge slagen aanvallen. De Russische daarente gen melden dat aan de Dubisan de verbon den Duitsch-Oostenrijksche troepen een te genslag hebben gehad en daarbij eenige kanonnen vei'loren hebben. Aan de midden- en beneden-Dubissa bereikten zij de rivier, maar kwamen er niet over. In Galicië is het offensief thans weer aan de Russen. Tot aan de monding van de Lu- baczewka zijn de Duitsch-Oostenrijksche troepen weer over de San teruggeworpen, en aan de Wiznic moesten zij wat achteruit trekken. Tusschen Przemysl en San vallen de Duitschers en Oostenrijkers nog steeds aan, maar zij hebben er geen vooruitgang ge maakt. Verder naar het Oosten (op het front Skryj—Dolian) zijn de Russen weer offensief. Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Van het Italiaansche oorlogsterrein wordt officieel d.d. 31 Mei uit Weenen gemeld: Gistermorgen werd een aanval van een ï-egiment Alpini op een gedeelte der Oosten rijksche versterkingen op het plateau van Lavazone op bloedige wijze afgeslagen. In de streek noordwestelijk van Pane- veggio naderde een Italiaansche afdeeling de Oostenrijksche schansen, maar week te rug voor het vuur der Oostenrijksche pa trouilles. Aan de grens van Karfnthië hadden patrouille-gevechten plaats, die successen waren voor de Oostenrijksche wapenen. In het kustland sch grensgebied begon de Oostenrijksche zware artillerie in te grij pen. Een communiqué van den chef van den Italiaanschen marinestaf verklaart, dat een luchtschip over Pola vloog en het station, het petroleumdepot en het arsenaal bom bardeerde. Alle bommen ontploften op haar doel. Een groote brand brak uit in het ar senaal. Het luchtschip bleef ongedeerd. Gisteren beschoot een flotille van torpe dojagers de werven van Monfalcone en richtte aanzienlijke schade aan. De torpe dojagers bleven ongedeerd. Geïnterneerden in Italië. In het te Braccianq ingerichte kamp voor gevangenen is, naar Reuter" seint, de eer ste groep geïnterneerden aangekomen. Deze menschen verkeerden in een jammerlijken toestand; zij waren uitgeput, hadden door- geloopen voeten en waren uitgehongerd. Het waren allen mannen van middelbaren leeftijd, uitgemergeld, zonder hoed en barrevoets. Sommigen liepen op plankjes om hun voeten te sparen. De menschen toonen zich dankbaar voor de behandeling die zij genieten. Deze is dezelfde als die welke de Italiaansche soldaten krijgen, be halve natuurlijk dat de geïnterneerden hun vrijheid kwijt zijn. Het Oostenrijk9ch-Hongaar9Che legerbevel. De ,,Az Est" meldt: aan aartshertog Eugenius, die tot opperbevelhebber van het Jeggr tcden Tt.alip i-g 7.iin Ha crATlft- raais Dankl en Rohr toegevoegd. Het com- mando van den aartshertog tegen Servië wordt overgenomen door generaal Boroe- wits. De Italianen in Duitschland. Volgens de ,,Nat. Ztg." zouden vele Ita lianen geweigerd hebben naar hun land terug tte keeren. Vele Italianen in Baden zouden de overheid hebben verzocht te mo gen blijven, anderen zouden zich hebben laten naturaliseeren om in het Duitsche le ger dienst te doen. De blokkade van de Albaneesche kust. Volgens een bericht van het bureau Nor den" heeft de Italiaansche regeering beslo ten de reeds vastgestelde blokkade van de Albaneesche kust die zich uitstrekte van de grens van Montenegro in het noox-den tot en met kaap Kephali in het zuiden, naar het zuiden in te krimpen en als nieuwe blokkade lijn in het zuiden de- lijn OstrantoAspiruga aan te nemen. Het is meer dan waarschijnlijk, dat deze maatre gel het gevolg is van de vertoogen van Grikenland te dezer zake. Italië en het Vaticaan. De Oostenrijksche veitegenwoordiger bij het Vaticaan, prins Schönburg, zeide aan een vertegenwoordiger der ,,Pol. Korresp." te Weenen, dat het verkeer der regeering met den H. Stoei tijdelijk door den nuntius te Weenen zal geschieden. Een der rede nen waarom de gezant Rome verliet, was, dat men den H. Stoel wilde vrijwaren tegen de ophitsingen, waarvan de gezant het voorwerp was. De waarborgenwet. In verband met de mededeel ing van den Romeinschen correspondent van de „Tijd" over de onhoudbaarheid der Waarborgen wet in de praktijk, geeft genoemd blad de wet zooaks deze den 13en Mei 1871 Hoor de Italiaansche Kamer is aangenomen: a. dat de Persoon des Pausen heilig en onschendbaar is, onttrokken aan elke Italiaansche rechtspraak en dat Hij noch in hechtenis kan worden genomen, noch gedagvaard; b. dat elke aanslag tegen Zijn persoon en elke aansporing daartoe strafbaar zijn, alsof deze feiten waren gepleegd tegen den •persoon des Konings; c. dat de Italiaansche overheden dn alle deelen van, het koninkrijk aan den Paus de eer moeten bewijzen ,aan „souvereinen" verschuldigd en dat Hij bevoegd is rvoor de bescherming van Zijn Persoon en de bewaking van Zijn paleis het gebruikelijk aantal krijgslieden in dienst te houden; d. dat de residentie van den Paus exter ritoriaal grondgebied is, zoodat geen Ita- liaansch ambtenaar dit gebied mag betre den, zelfs niet ter rechtmatige uitoefening van zijn functies, tenzij dat hij uitdrukke lijke vergunning door of vanwege dan P-aus te voren heeft verkregen; e. dat de Paus recht op actieve en pas sieve diplomatieke vertegenwoordiging bij en van vreemde staten bezit. Voorts bepaalt de Waarborgenwet .vrije uitoefening van het pauselijk ambt en al- geheele souvereiniteit en wel in die mate, dat bij een eventueele ontmoeting van den Paus met den Koning van Italië, de Paus den voorrang zou hebben; eindelijk vrijdom leven en telegrammen enz. it men -weef; enKen n e nnrrniTmr nooit de Waarborgenwet en werd het door haar vastgestelde jaargeld van 3,225,000 lires, te betalen door de Italiaansche schat kist, nooit aangenomen. Na hét honen van den lijkstoet, die het stoffelijk overschot van Pius IX overbracht, na de oprichting van Giordano Bruno's standlbeeM dn de na bijheid van het Vaticaan, en na de be-lee- digingen van burgemeester Nathan, waar tegen wijlen Pius X plechtig protesteerde, kon de onhoudbaarheid der eenzijdige wet irderdaad niet overtuigender worden aan getoond, dan door den thans uitgebroken oorlog, zegt „de Tijd". Op Zee. De indruk van het Duitsche antwoord op de Lusïtania-nota. De „Morning Post" meldt uit Washing ton, dat het antwoord van Duitschland op de Amerikaansche nota in zake de „Lusita- nia" een beslist ongunstigen indruk wekte. Een antwoord van president Wilson wordt niet verwacht vóór den kabinetsraad van Dinsdag. De verontwaardiging is in liet land groot, maar de opgewondenheid is minder dan drie weken geleden. Oostenrijksche schepen beschadigd. Volgens een telegram uit Fiume aan de „Tribune de Genève" zijn 4 Oostenrijksche toi*pedojagers gedurende den nacht van 27 Mei In het dok van Pantrida gesleept. Twee ervan zullen 3 maanden noodig hebben om hersteld te worden, de twee anderen zijr in het geheel niet meer te gebruiken. De „Champagne". De mailboot „Champagne", die bij Nazaire op de rotsen was geloopen, is, blijkens een bericht im de Matin" tus schen de beide schoorsteenen doorgebro ken. Onder de op vaarenden waren 909 ne ger-soldaten. De duikbootenoorlog. Een Duitsche onderzeeër boorde bij Ouessant het stoomschip „Dixiana" in den grond. De bemanning werd gered, nadat zij 24 uren in de booten had doorgebi*{icht, (Het Engelsche stoomschip ..Dixaana", groot 2147 ton, was op reis van Savannah naar Havre. Red.) Volgens een Lloyds-bericht uit Brest zijn de stoomschepen „Glentle" van Glas gow en de „Gysne" van Oporto aan den ingang van het Kanaal getorpedeerd en tot zinken gebracht door een Duitschen on derzeeër. De bemanning werd gered. (De „Gl^nlee" (4140 ton) was van staipel geloopen m 1903 en behoorde aan de Wes tern SS. Cv. Het Portugeesche schïip „Cysne", ge bouwd in 1879, was 623 ton groot. Red.) Lloyds bericht: Het stoomschip „To- rejoil" bericht, dat het de geheele beman ning van het stoomschip „Soborg" van Kopenhagen, dat veertig mijl ten N.O. van de Tyne getorpedeerd werd, gered beeft. Torpedoboot gestrand. Zondag strandde een Fransche torpedo- boot, die aan de kust van het vilujet Smyrna voor de haven van Kusjdassl waarnemingen deed, in de nabijheid van kaap Jilandsjl De actie tegen de Darda nelles Het Engelsche Persbureau deelt mede van de Dardanellen: Op 28 Mei richtten de Turken zich in een verlaten loopgraaf in. De Biitten deden een tegenaanval, waarop de Turken zich overgaven. Sterke Turksche colonnes, die aanrukten werden volkomen verdreven door het nauwkeu rige Engelsche vuur. Hun verliezen be droegen zeker 2000 man, die van de En- gelschen 300 man. De Franschen namen een beJangrijk fort. Denzelfden dag werden alle Turk sche aanvallen afgeslagen. Verschillende Oorlogs berichten. De Duitsche landstorm. In een extra nummer van de „Reichsanzeiger" wordt een keizerlijk besluit van 28 Mei openbaar gemaakt betreffende de oproeping van den landstorm. Volgens dat besluit moeten al len die tot den eersten ban van den land storm behooren, voorzoover zij niet reeds door de besluiten van 1 Augustus en 15 Augustus 1914 opgeroepen zijn, onder do wapenen worden geroepen. De uitwisseling van zwaargewonden. Het Zwitsersche telegraaf-agentschap deelt FEUILLETON. HEREENIGD. Een. schoon bruidakostu urn!» zeide zij, tiaar eógene Sombere verschijning in den egel bekijkende. Maar het is dezen nnen immers niet om het uiterlijk te ben, doch om het vermogen, der bruid, om het geld, ha, ha, ha! Zij was juist gereed met al haar toebe reidselen, die moesten dienen om haar on kenbaar te maken, toen op .de trap voet- "tappen werden gehoord en er aan de deur geklopt wend en het volgende oogenblik traden de Le Noir's binnen, ■aixcis naderde haar en sprak: Dierbare KI ara, wilt gij mij vergeven, dat ik mij door mijn overgrxote liefde tot o zoo heb laten beheerschen? Hij trachtte laar bij de hand te vatten doch Kapitola stiet deze terug en bedekte onder den on- foordringbaren sluier de oogen met haar bitten zakdoek. Kom! Kom! Geen tijd -\erloren! zeide Gabriel Le r bansch. Neon haar arm, fi'aric Is, en leid haar naar het rijtuig. De jonge man deed het en Kapitola Volgde hem als geheel wezenloos. Buiten *as heit volslagen duister en het rijtuig •toad voor het portaal. Francis hielp haar bij bet instappen en fj 'eunde zwaar op zijn arm, alsof alle kracht haar had begeven. Ilij nam plaats aan haar zijde. Kolonel Le Noir ging tegenover hen zit- ■n en het rijtuig ro'.de weg. Na een uur rijdens kwam'men bij een 10 bet diepste van het bosch verbolgen gelegen oude kerk, voor welker ingang het rijtuig stilhield. De beide Le Noir's stapten uit. Tusschen de mannen in trad bet in die pen rouw gekleede jonge meisje de kerk binnen, die zwak verlicht was door een paar voor het altaar brandende kaarsen. Behalve de priester, die hun komst ver wachtte, bevonden zich in de kerk nog eenige boerenmenschen, die, van het land naar huis berugkeerende, den licht schijn hadden bemerkt en de kerk waren binnengekomen. Toen het drietal bijna vlak bij het al taar was, deed kolonel Le Nok eenige stappen vooruit en zeide tot den priester: Ik heb u toch verzocht, mijnheer, om, met het oog op het feit, dat de bruid in den rouw is, de plechtigheid in alle stilte te doen plaats hebben. Dat is ook zoo, mijnheer, antwoordde de geestelijke, maar gij vergeet, dat onze kapel elk uur van den dag openstaat voor iedereen. Zoo als gij ziet, zijn deze men schen eenvoudige arme boeren, die over dag hard moeten weriken en geen tijd over hebben, en die nu in het avonduur hier wat komen bidden. Zij zullen de plechtig heid zeker'niet stoi'em. Le Noir knars tandde, terwijl Kapitola inwendig juichte over de tegenwoordig heid van vreemden in de kerk. Waar wacht gij op? Begin toch, Sk, begin tochl zeide kolonelLe Noir onge duldig. En Kapitola bij de hand nemende, leid de hij haar aan de zijde van Francis, ter wijl hij zelf achter hen kwam staan. De plechtigheid begon. Dp. geestelijke sprak de inleiding, en kwam ten slotte tot de gewichtige woorden, waardoor beiden zich zouden binden voor hun leven, totdat de dood hen zou schei den. De priester wendde zich tot Francis met de woorden: Wilt gij, Francis Le Noir, dit meisje, Klara Day, huwen en nemen tot uw wetti ge echtgenoote, zoolang gij leeft? Antwoord mij dan duidelijk met: jal En met luide, duidelijk waarneembare stem antwoordde Francis: Ja, ik wil! En de geestelijke richtte nu tot Kapitola dezelfde vraag: Wil gij, Klara Day, dezen man als uw echtgenoot volgen en aanhangen, zoo lang gij beiden leeft? Er trad een pauze in, een zwijgen, zoo beangstigend, dat men een speld kon hoo- ren vallen. De in de kerk aanwezige boeren en boerinnen waren nu op de trouwplechtig heid opmerkzaam gemaakt geworden en luisterden derhalve naar het antwoord der bruid, niet minder gespannen, dan de priester en de beide mannen. Dat was voor Kapitola het oogenblik om het masker te laten vallen, en met luider sem antwoordde zij: Of ik wil! Voor niets ter wereld! Al zou ik de laatste vrouw op de wereld zijn en al ware hij de laatste man, en al zou de aartsengel Gabriel zelf komen neerda len om voor ons het paradijs te ontsluiten, ik zou dezeai man niet kunnen liefhebben bij mijne ziel en mijne zaligheid niet! AlLen stonden gedurende eenige oogen- blikken als versteend. Gabriël L© Noir scheen als door den bliksem getroffen. Met berekende koelheid had hij misdaad op misdaad gestapeld, om zich het beziit te verzekeren van het geen hem van rechtswege niet toebehoor de. Hij was, om zijn doel te bereiken, niet teruggeschrokken noch voor bloedig ge weld noch voor list, en nu trad dit meisje hem in den weg, om al zijn werk der duis ternis te vernietigen; en dat juist op het oogenbliik, toen hij op het punt stond een nieuwen triomf te vieren en het gebouw zijner boosheid te bekronen. Bij den eersten blik heikende hij deze gelaatstrekken, deize oogen, die hem zoo dikwijls uit een ander gezicht met een uit drukking van waanzin hadden aange staard, en het was hem alsof een ijskoude hand zich op zijn hart legde en daarin alle gevoel doodde. Hij dreigde te stikken. Doch me.t geweld zijn ontsteltenis af schuddende, riep hij, van woede bevende: Dat is niet de stem van Klara! Hier is de duivel in het spell Meisje, siste hij, Kapitola dicht naderende en haar bij de hand vattende, wie wie zijt gij? Wie ik ben? herhaalde Kapitola. Daar, zie! En met één ruk sloeg zij den sluier achterover en zonder to denken aan het gevaar, waarin zij zich had begeven Stond Kapitola hoog-opgericht tegenover haren doodsvijand, fier als de wrekende Nemesis zelf en toch als weeke was in de handen van dezen man. die haar naar het leven stond en die reeds met bliksemsnel heid een duivelsch plan beraamde, het welk haar geheel aan zijn macht zou uit leveren, hopeloos en reddeloos. Gedurende dit tooneel was de spanning in de kerk ten toppunt gestegen en ver scheidene personen drongen door tot het altaar,, Wat beteekent dat? siste kolonel Ia Noir, bevende van woede. Dat beteekent, sir, antwoordde Kapi tola met al de vastheid van haar onbuig zaam karakter, dat beteekent, dat gij overtroefd zijt door een meisje, dat uw slachtoffer u ontnomen is en zich op dit oogenblik reeds in veiligheid bevindt, en dat gij allebei, vader en zoon, een paar gemeene schurken zoudt zijn, als gij er geest genoeg voor bezat; thans zijt gij niet anders dan een paar kwaadaardige zot ten! En zich van haar beide vijanden, die zich nauwelijks kon-den inhouden, afwen dende, en zich tot de menschen naast en achter haar keerende, ging zij voort: Menschen ik ben Kapitola Black, de nicht van majoor James Warfield van Hurri cane Hall, dien gij allen kent. Ik roep uw bescherming in tegen deze beide man nen, die mij met geweld hierheen hebbesn gebracht. Luistert niet naar haar! Zij spreekt wartaal! riep de kolonel. Snoer haar den mond! siste Francis Le Noir, terwijl hij op het vermetele moiojt toesprong. En hij trachtte zijn linkerhand op hare lippen te drukken, terwijl zijn rechterarm haar omklemde als een ijze ren vangarm. Doch hij ondervond bij zijn tegenstan der een gelijkwaardig weerstandsvermo gen- Toch zou do overwinning zeer onzeker zijn geweest, indiien niet plotseling on verwacht hulp was komen opdagen. 'Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1