14 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG 1699 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f I.2S per kwartaal; bij onie agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent MEI. 19I5, De Duitscher8 ontruimden Carency en het Westelijk gedeelte van Ablain. Zij veroverden een nieuw steunpunt bij Vperen. Bij een gevecht tusschen Britsche hulpkruisers en Duitsche torpedo jagers werd de „Columbia" in den grond geboord. Later werden de Duitsche torpedebooten door Britsche torpedoja gers vernield. Churchill verklaarde in het Lagerhuis, dat het slagschip „Goliath" is getorpedeerd bij de Darda nelles De troepen van Botha hebben Windhoek genomen. De „Lusitania" in den grond geboord. Het onderzoek. Wij hebben met een enkel woord reeds melding gemaakt van het onderzoek in zake den ondergang van de „Lusitania" voor den Coroner van Kinsale. Bij dit on- dei-zoek werd natuurlijk in de eerste plaats de gezagvoerder van het schip, ka pitein Turner, gehoord. Deze verklaarde dat hij persoonlijk geen waarschuwing tegen het vertrek van- het schip had ontvangen alleen door de bla den. Dat hij wist, dat bedreigingen met terpedeei-ing van het schip waren geuit. Dat het schip niet bewapend was. Dat hij van de admiraliteit waarschuwingen had ontvangen toen hij Ierland naderde en spe ciale instructies waaromrent hij echter geen mededeelingen kon doen. Uit het ver hoor van den kapitein, dat uit den aard der zaak weinig nieuwe bijzonderheden aan ^höUh-chLJuiacht, zij nog aangestipt,,- dat de kapitein eenvoumg verKiaarae, aat mj op last van zijn maatschappij vertrokken was. Ik kreeg orders om te gaan en ik ging en zoo zou ik weder doen", zeide hij. Een uiting die zeker wel toont, dat als de bedoeling mocht zijn de Engelsche .scheep vaart lam te leggen, door vreesaanj aging, dit doel niet bereikt zal worden, want ka pitein Turner staat onder de Engelsche zeelieden niet alleen. Aangestipt zij ook nog de verklaring van den gezagvoerder, dat geen enkele waar schuwing van de duikboot werd ontvangen. De passagiers. De ambassade der Vereenigde Staten te Londen maakt bekend, dart, 139 Amerikanen die passagiers waren op de „Lusitania" verdronken zijn. In de verklaring, omtrent het zinken van de „Lusitania", uitgegeven door de ambas sade van de Voreenigde Staten te Londen, wordt bevestigd, dat het schip zonder voorafgaande waarschuwing in water van een diepte van 60 vademen in den grond is geboord. De „Lusitania" was na 18 minu ten verdwenen in de golven. Hot aantal Amerikaansche passagiers be droeg 218, daarvan werden 118 vermist, er zijn er 79 gered. Lijken van de „Lusitania". Aan boord van de „Poolzee", een Neder- De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regol meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. B(j contraot aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regol meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienatpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 ceot. landsch schap, dat door de Cunardlijn is aangenomen om te zoeken naar de lijken van personen, die bij de ramp van de „Lu sitania" verdronken zijn, werden Dinsdag rte Qeeuaiistown de lijken van acht mannen vijf vrouwen en drie kinderen aange bracht; de kinderen waren 1, 3 en 5 jaar oud. Allen hadden reddwigsgordels om. Tien andere lijken werden aangebracht door de „Flying Fox" en zes door een ander vaartuig. Begrafenis der slachtoffers. Maandag werden onder ontzaggelijke belangstelling van leger, vloot en burgerij de nlet-herkende slachtoffers der Lusita nia begraven. De kisten stonden iln rijen voor ide doodenhallen. Soldaten droegen deze geleidelijk weg, langis de overleven den, die opgesteld stonden en zwijgend toekeken. De dag begon met 'lijkdiensten in de Pro- testantsche en Katholieke kerken ein bij hert Requiem verleende een geredde pries ter zijn medewerking. De kisten waren alle gedekt met de „Union Jack" en zij werden in de meest zonderlinge voertuigen van het kleine plaatsje 'kerkhofwaarts gebracht. Langs den weg stonden troepen geschaard. Treur muziek werd gehoord. Eenige overleven den gingen met liet personeel der Lusita nia, vertegenwoordigers van de Cunard, den gemeenteraad van Queenstown, enz. mee in den stoet. Achteraan volgde een groote menigte. De heele bevolking liep uiit. De vlootwerf had vrij af en geen boer bleef op den akker. In drie groote graven, amphitiheaters- gewijze tegen een heuvel gedolven, wérden de „onbekenden" (op de kisten was de me. dedeeling „Unidentified" aangebracht) ter ruste gelegd. Er werden geen Amerikaansche burgers daar begraven. Het lijk van mr. Oh ar les Frohman is gebalsemd. De niet gebalsem- den werden gefotografeerd en in verzegel de kisten ■ri ka Zaakwaarnemers Van de familie Van- derbilt lieten te Queenstown bekend ma ken, dat er een groote premie voor het vinden van Vanderbilt's lijk betaald zal worden. Anti-Duifóche onlusten in Londen. De toestand in Oost-Londen is ernstiger geworden. Vele Duitschers vereenigden zich te Poplar tegen de menigte. De politie moest met groote versterking optreden. Vele Duitsche juwelierswinkels werden vernield, horloges en klokken op straat lingen werden gesloten. De betoogiingen tegen de Duitschers zijn Woensdagavond in het East End hervat. Een menigte van 300 mannen en vrouwen trok door Barking Street, roepende: Weg met de Duitschers. Winkels werden ge plunderd, meubelen vernield. Twintig personen werden gearresteerd. Ook werden Woensdagavond anti-Duit- sche betoogingen gehouden in South End. Duizenden burgers vernielden de winkels van Duitschers. Niettegenstaande den hevigen regen wa ren duizenden City-mannen gisterenmid dag bijeengekomen op den Towerhill, om de «notiie te steunen, waarbij van de regee- ring verlangd wordt, dat alle buitenlan- FEUILLETON. HEREENSGD. 89) De uren van den nacht verliepen rus tig; die dokter was weggezonken in een stille, bijna ademlooze sluimering, de laatste voordat hij zou insluimeren voor eeuwig. In hiert Oosten schemerde reeds het. eerste morgenlicht, toen er aan de deur der ziekenkamer zachtjes geklopt werd. Terwijl hij onhoorbaar opstond en de deur opende, zag Guido Klara buiten etaan, diep bedroefd en vol angst. Nog voordat een van bei den .'iets had kunnen zeggen, sprak de dokter op bijna fluiste renden toon: Klara, mijn kind, kom hier! Guido trad ter zijde en het jonge meisje naderde de sponde van den lijder, kust-» h-sm op het voorhoofd en nam plaats aan zijn zijde. Klara, begon de stervende opnieuw, ween niet', kindlief. De dood verlost en wekt ons tegelijk. Wij vervallen in deze wereld in een diepen slaap om te ont waken in een andere. Denk niet, lief kind, dat uw vader in hot graf ligt. Dat. is slechts stof, hetwelk terugvalt in. hert stof, waaruit hij is gemaakt. De ziel alleen is de eigenlijke persoonlijkheid, en mijne ziel blijft niet op aarde, doch stijgt om boog ten hemel. Daarom moet 'ge niet be- 'öroefd aan mij denken alsof ik onder de narde rust, doch met vreugde als levend in Rkn t I iel, waar uw inpeder op mij wacht, uw moedor, die ik zoozeer heb Liefgehad en, ach, zoo vroeg móesft verlie zen. Treur niot om mijn sterven, maar we os gelukkig in u zeiven en goed jegens allen, die leven, zoodat gij eens, wanneer gij zift gekomen aan het eindo, hetwelk ik thans bereikt heb, kunt zegen even als ik: Itet leven is voor mij een geluk ge weest, maar hot einde is het meest geze gende van allés! Met groote zolCbeheersching hield Klara hare tranen terug'. -Strak hield zij haren blik gevestigd op het gelaat haars vaders, die daar lag stil en als eeai beeld van volmaakten vrede. Intusschen was de dageraad steeds meer doorgebroken en thans viel de eerste straal van de opgaande zon in het ver trek. Op het gelaat van den stervende speelde een glimlachje van geluk. Zonder eon woord te spreken gaf hij Guido een wenk om naderbij te komen en legde diens rech terhand in die van Klara. Diep ontroerd knielden beiden naast de lijdenssponde neder en de zieke legde zijn bevende han den op hun hoofden. God zegene u, mijne kinderen! Cod ■zegene u tot aan uw dood! sprak hij dui delijk verstaanbaar. Hert was in het vertrek zoo stil, alsof er een engel zijn intnecje had gedaan.Aan hert hoofdeinde van het bed stond Marah Roeke; de tranen parelden haar over de wangen, maar zij wist haar machtige ontroering meester te blijven. 3 a, er was inderdaad een engel Inert ver trek binnen komen vliegen, de engel, eie gezonden was om de worstelende ziel over te brengen naar haar eeuwig vaderland, de engel des doods. Droevig zweefde hij ders u/irt vijandelijke landen geïnterneerd zouden worden. De sprekers verklaarden, dat heit 1 olk, nu de Duitschers den strijd niet eerlijk voeren, de zaak zelf tar hand zal nemen, tot de regeering tusschen beide treedt. In d motie wordt er tegen geprotesteerd, dart de familieleden van Duitschers, die verminken en vergiftiger, en vrouwen en kinderen vermoorden, iu Engeland vrij zouden blijven. In thet Lagerhuis deelde eerste minister Asquith mede, dat nog 40,000 vreemdelin gen, waaronder 24,000 mannen, uit vijan delijke landen in Engeland in vrijheid zijn. De regeering stelde voor alle volwas sen manlijke personen, zoowel voor hum eigen veiligheid als die van het rijk te in tern eeren, of zoo zij den dienstplichtigen leeftijd hebben overschreden, naar bun vaderland terug te zenden. Vrouwen en kinderen zouden, wanneer de omstandigheden dit wenschelijk mar ken, naar haar land terug worden ge zonden. maar er zouden heel wat geval len voorkomen, da>t gerechtigheid en menschlievendheid eischen, dat haar ver lof werd gegeven om te blijven. Er zou derhalve een speciale commissie ingesteld worden om de aanvragen tot vrijstelling te onderzoeken. „Er bestond geen plan de genaturali seerde buitenlanders, ten getale van onge veer 8000, te intemeeren; voor bijzondere gevallen echter zouden speciale maatre gelen genomen worden en de regeering moest", zoo verklaarde de minister, „do bevoegdheid hebben om hen in geval van nood zakelijkheid of gevaar te intern e e- ren." Bonar Law, de leider der Unionisten, •betuigde zijn instemmiag met deze voor stellen. Het was duidelijk, zoo zeide hij, dat een verontwaardiging zich had mees ter gemaakt van het land, dat wel eens de perken te buiten zou kunnen gaan. cJniucüi—wor den behandeld, het land .',voet echter we ten, dat de quaestie door de regee.rïng ter hand is genomen. Onlusten te Johannesburg. Ernstige samenscholingen hadden te Johannesburg plaats, gericht tegen Duit sche eigendommen en Duitsche firma's. De bekende club „Liederkranz' werd vol komen verwoest, eveneens de bezittingen van Sir George ALbu en andere bekende firma's. De schade aan eigendommen wordt geschat op een kwart millioen pond sterling. Tijdens de onlusten wenden 51 huizen geheel of gedeeltelijk vernield; daaronder groote winkelhuizen, hotels en winkels. De inhoud werd verbrand of vernield. Gisterochtend te 11 uur begonnen de ongeregeldheden opnieuw. Thans plunder de en vernielde het gepeupel de winkels dar Duitsche winkeliers. Een deputatie. Een deputatie van invloedrijke burgers van Bradford van Duitsche afkomst, werd door den Lord-Mayor ontvangen en stelde dezen een protest ter hand tegen de on- menschelijke wijze, waarop Duitscliland oorlog voert tegen non-combattanten, die wel haar hoogtepunt heeft, bereikt door het in den grond boren van de „Lusitania". Protesten van Engelsche Duitschers. Naar aanleiding van het schrijven van Sir Arthur iPinero, waarin hij vroeg dat in Engeland genaturaliseerde Duitschers openlijk de Duitsche wijze van oorlogvoe ren zouden afkeuren, zonden Felix Semon, vroeger /buitengewoon lijfarts van koning Edward, Sir Carl Meyer en Leopold HLrsch brieven aan de Times'waarin zij afkeu- xang uitspreken over de" „barbaarsche me thoden" door Duitschland in den oorlog ingevoerd. Sir Gari Meyer schrijft zelfs: „Alle gevoel van liefde verloren te hebben voor het land dat zich niet schaamt zulke daden van infamie toe te juichen". Leo pold Hirsch betuigt een loyaal onderdaan van koning George te zijn, en verklaart dat .zijn zoon. in het Engelsche leger dient. En Louis Felberman, een Hongaar, schrijft: „Ln voortdurende aanraking té komen met Hongaren en Oostenrijkers, ge- naturaliseerden en niiet-genaturaliseerden, in dit .land wonende, en te kunnen verkla ren dat die allen verontwaardigd zijn we gens de Duitsche misdaden tegen de be schaving." De Amerikaansche nota. De nota der Vereenigde Staten, die Woensdagavond naar Berlijn werd ge seind, is gesteld in krachtige bewoordin gen en stelt Duitschland strikt aanspra kelijk voor den dood van Amerikanen en inbreuken op de rechten van Amerika. Verder wordt geëischt, dat een herha ling van voorvallen als met „Lusitania" niet zal voorkomen en wordt duidelijk ver klaard, dat de Vereenigde Staten, voor het geval Duitschland zich aan de gestelde eischen niet mocht houden, op alle even tualiteiten voorbereid is. De houding der Unie. De correspondent van de „Times" te Washington wijst er op, dart hoe veront waardigd men in de Vereenigde Staten ook logszuchtige uitingen. Men wil over het' algemeen geen oorlog om de „Lusitania" en men zal zich dus bepalen, meent de cor respondent, tot een scherp protest, waarin zal worden verklaard dat elke verdere wan daad tegen Amerikaansche levens en eigendom de hoogste verontwaardiging zal wekken. Het behoud van de relatiën met de Unie hangt geheel van Duitschland af. Er zijn slechts weinige Amerikanen die uiterste maatregelen wenschen. Velen zijn er tegen, omdart ze meenen dat Duitschland deze eigenlijk verlangt, maar, zegt de cor respondent, uit de -geschiedenis van de Vereenigde Staten volgt toch wel dat men recht heeft tot de bewering, dart ten slotte noch liefde voor den vrede, noch afkeer om in de kaart van Duitschland te spelen zou den opwegen rtegen het gevoel dat er en kele wandaden zijn, die, wat ook het mo tief moge zijn, in het belang van het neu trale prestige met geweld dienen te worden beantwoord. De stemming in de Unie. In de Ver. Staten heerscht groote ont stemming over de wijze van oorlog voe ren van Duitschland; maar de „Times"- correepondent stelt de zaak toch wel wat eiK voor, als hij meldt: „Waarschijnlijk zal de heer Dernburg uit de Ver. Staten worden verbannen." Zoolang de Ver. Sta ten niert in staat van oorlog zijn met Duitschland en dat die zal worden af gekondigd is niet heel waarschijnlijk zal het niet mogelijk zijn een Duitsch rni- niister hert verblijf in Amerika te ontzeg gen. De „Times"-correspondenrt voegt daar bij: „Als eerste stap daartoe heeft de ie- geering, naar gemeld wordt, EesToten van graaf Bennstorff te vragen de juiste na tuur der zending van den heer Dernburg te willen uiteenzetten, en dirt verzoek te doen vergezeld gaan van de mededeeling, dat de uitoefening der weititige plichten van graaf Bernstorff vergemakkelijkt zou worden, als de heer Dernburg er niet meer was." Hetzelfde schrijven aan de „Times" gaat dan voort: De ontstemming en de spanning nemen toe; iedereen vraagt naar een daad, doch niemand weet wat er gebeuren moet of kan. Waarschijnlijk zal een ondubbelzin nig ultimatum aan Duitschland worden gezonden; maar in sommige kringen meent men, dat geen ultimatum zoo ern stig kan zijn als de nota in Februari ge bonden. De ontstemming wordt nog vermeerderd' doordat er bewijzen zijn dart graaf Bern- storff en zijn staf de gelegenheid hadden inlichtingen, te verkrijgen over de lading van de „Lusitania", de contrabande die aan boord was enz. De waarschuwing aan reizigers. De Duitsche ambassade te Washington zond Woensdagavond "telegrafische mede deeling aan de bladen in alle groote ste den, dat het mi et noodig is verder de an nonces te plaatsen, waarbij de Amerika nen worden gewaarschuwd, de reis over den Atlamtlochen Oceaan niet te doon aan boord van schepen der oorlogvoerende mogendheden. Ei- wordt geen reden opge geven waarom de waarschuwing niet verder behoeft te worden geplaatst; naar - -v Van het Westelijk oorlogs terrein. De strijd, die thans op het Westelijk oorlogsterrein wowk gestreden, is van veel belang. De commuiiiqué's, uit Parijs en Berlijn, stemmen .overeen in. hun me dedeelingen op het terrein van den strijd ten Noorden van At/recht. liet dorp Caren cy, dat, doordien de vijand onze, tusschen Neuville en Carency gelegen, voorste loop graven ds binnengedrongen, grootendeels was omsingeld, alsmodo het westelijk deel van Ablain, hebben wij in den afgeloopen nacht onruimd, zegrt het Duitsche com muniqué. Het „Hav.as"-communiqué van Woens dagmiddag zegt, dat de Franse-hen de Duit schers krachtig terugdringen tusschen d© kapel van Notrc Dame de Loretrte aan den eenen en Ablain en St. Nazaire aan den anderen karnt en alle Duitsche loopgraven ten Zuiden van eerstgenoemde plaats heb ben veroverd. Het Duitsche communiqué zegt, dat daar de aanvallen der Fransclien tot staan werden gebracht. Over d© sterke schans welke de Fransclien daar den Duit schers ontnamen zwijgrt het Duitsche com- municjué. Maar hert Fransche spreekt niet over den belangrijken heuvel welken do Duitschers ten Oosten van Yperen op de om die legerstede van den stervende, spreidde zijne vleugelen uit en drukte met zijn lippen eeoi kus op het voorhoogd van den stervende... Vadiei' in uwie handen beveel ik mij nen geesit'„. lispelde met moeite William Day; zijne handen zonken slap neer ;van de hoofden zijner kinderen, zijne oogen, die goedige oogen, waaraan de blikken hingen van de zijnen, werden gebreken en het licht er van uiitgeb'.uscht; een mat ste ademtocht en... een edel hart had op gehouden te kloppen, een hart, zooals er slechts weinig slaan op aarde. Slaapt hij? Ifuisterde Klara bevend. Ja, hij slaapt! Hij is ingegaan in de eeuwige rust, naar dien hemel! antwoord de Marah Rocke zachtjes. Een oogenhlik staarde Klara als ver steend op den doode om daarna wanke lend en met een luiden jammerkreet te vallen in de armen harer moederlijke vriendin. Behoedzaam dnoeg Guido het bewuste- looze meisje naar haar kamer, om ver volgens de plichten te vervullen, welkie de dood van den dokter hem oplegde, ter wijl Marah alles in het werk stelde om het uit haar bewustelooshedd ontwaken de meisje te kalmeeren, zoo liefdevol als oen moeder haar kind zou kunnen troos ten. De begrafenis van den overledene had plaaits op den derden dag na zijn dood en de geheele omgeving bewees hem de laat ste eer. In hot familiegraf werd hij bijgezet aan do zijde zijner overleden echtgenoote en aan het vooteind'e van de grafzeik werd een witte obelisk opgericht, die behalve zijn naam ook den datum zijner geboorte en van zijn dood vermeldde en tevens tot opschrift droog: „Hij is hier niet, hij is verrezen." Den dog na de begrafenis, terwijl Klara geheel verpletterd door hét verdriet in haar vertrek uitgestrekt lag op de chaise longue, zaten Marah Rocke en haa£ zoon in de anders zoo gezellige, maar 1hans verlaten woonkamer van Willow Heights. De dokter heeft mij uitdrukkelijk als zijn laatsten wil verklaard, zeide Guido, dat Klara hier zou blijven wonen onder uwe bescherming, moeder, totdat ik uit het Westen terugkom, om te trouwen. Maar voordat ik vertrok moest alles gere geld zijn, zeide hij, ook moet ik dg komst afwachten van Klqra's voogd, voor wien Jk een opdracht heb. Klara's voogd? Dr. Day heeft mij noodt over een voogd gespreken. Wie is dat? vroeg Marah. Moederlief, kunt ge het gclooven als ik u zeg, dat ik zijn naam vergeten ben? Het was zoo iets van De Moine, geloof ik. Ik zal het me wel weer a ana to ruls herin neren, zoodra ik dden naam hoor of zie. Maar nu moet ik naar Staunton, moeder, om de patrtenten van den dokter op te zoeken. Ik behoef u wel niet de grootste zorg aarl Le bevelen voor mijn arme Klara. Ik zal over haar waken! antwoordde Marah. Nog niet lang had Guüdo het huis ver laten toen een bediende binnentrad en aan Marah een naamkaartje overhandigde. Mijnheer wenscht u te spreken, meld de de knecht. Laat mijnheer bovenkomen, John, beval Marah. En naar het venster toe gaande, bekeek zij het kaartje aandach tig- De naam was gedrukt met oud-Engel- sche letters, die in zulk een labyrinth van krulletjes en versierseltjes stonden, dat niemand hem had kunnen ontcijferen. Ik geloof nlet dat mijn jongen zich dozen naam znu herinneren, zelfs al zag hij hem ook, dacht Marah, terwijl zij liet kaartje in haar hand omdraaide on wacht te op den bezoeker, wiens voetstappen zij reeds op de trap hoorde. In het volgende oogenblik werd de deur geopend, en do vreemdeling, een slanke, schoone figuur van voornaam uiterlijk en middel ba ren leeftijd, met de officiersmuts in de hand, trad binnen. Het duurde een oogenblik eor Marah hare schuchterheid had overwonnen en de oogen opsloeg. Doch toen dit geschied was, ontsnapte den andere op hetzelfde oogenblik de kreet: Marah! Kolonel Le Noirl Uit beider mond klonken die woorden als een kreet van schrik en verbazing te gelijk. Doch Le Noir herstelde zich het eerste; glimlachend, alsof liet gold een ouden vriend te begroeten, trad hij op haar toe. Zij strekte echter afwerend de handen uit. wees hem terug en fluisterde: O, o! Heeft die vader, zonder ieta kwaads te vermoeden, zijn geliefd kind, een onschuldig lam, overgelaten aan de zen wolf? (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1