londeirdag: Hemelvaartsdag. De H.H.
Miisseai om half 8 en 10 uur; 3 uur Ves
pers met Rozenhoedje; half 8 Lof ter
eere van O. L. Vrouw.
Vrijdag: de H.H. Missen om 7 en 8 uur.
Aterdag: de H.H. Missen om 7 en 8 uur.
Gelegenheid om te biechten 's morgems
tot 10 uur; des nam. van 45 urn* voor
de kinderen, vervolgens tot 9 uur.
Om haAf 8 Lof ter eere van O. L. Vrouw
niet Rozenhoedje.
WASSENAAR.
Parochie var. den H. Willibrordus.
[ondag: de H.H. Missen gelezen: 7 en 8.30;
de Hoogmis: 10 uur; 2 uur Cat.; 3 uur
Vespers; half 6 Congregatie voor de
vrouwen; a.s. Zondag 6 uur Congregatie
voor de mannen.
laandag: sltihts twee H.H. Missen te
7.30 en 8 uur.
Maandag, Dinsdag en Woensdag zijn
Kruisdagen; op die dagen is 't ook dit
jaar weer toegestaan vleeschspijzen te
gebruiken, en behoeven we ook niet .te
vasten; vóór de H. Mis van 8 uur de Lit.
van alle Heiligen.
Insdag: de H.H. Missen 7, 8 en 9 t ur;
7 uur gezongen jaargetij Adr. v. Haas-
tcrt en Maria v. d. Ploeg.
[oensdag, Vrijdag en Zaterdag: de H.H.
Missen 7, 7.30 en 8 uur.
onderdag: Hemelvaartsdag, te vieren
als Zondag: de H.H. Missen als op Zon
dag: 7 uur en half negen gelezen, 10 uur
Hoogmis; 's avonds 7 uur Lof.
aterdagavond 7 uur Lof ter eere van
Maria.
Deze week gel. tot biechten volgens
gewoonte, bovendien Woensdag en Za
terdag 5—half 9. Catechismus volgons
gewoonte, behalve Donderdag.
In de maand Mei bij alle godsdienst
oefeningen het Pauselijk gebed voor
den vrede; na de H. Mis van 8 uur de
Ut. van O, L. Vr. en in Vesp. en Lof
het Rozenhoedje.
ZEVENHOVEN.
arochêe van de H. Joannes Geboorte.
indag: 6.45 uur H. Communie; 7.30 uur
Ifroegmis; 10 uur Hoogmis met preek;
I uur Lof met Rozenh., Lied 56.
jandag: om 7 uur H. Communie, om 8
uur -gezongen H. Mis, 's avonds
half 8 Rozenkrans, Gebed v. d. vrede
en Marialied.
nsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag:
7 uur H. Comanu-nie; 8 uur H. Mis;
'5 avonds half 8 Rozenkrans,
laand'ag-, Dinsdag en Woensdag vóór
ie H. Mis de Lit. v. a. Heiligen,
nderdag: als op Zondag. Na 't Lof
ied 28.
(dag: begin der Novene ter eere v. d.
Geest. 1
jrdag: 's avonds half 8 Marialöf.
I led 58.
liecpflooren 'lederen dag voor en na
Ie H. Mis. Woensdagmiddag en Zater-
Jagmiddag om 4, 6 en 7 uur.
ZQETERMEER.
Parochie van den H. Nicclaus.
ndag: de H. Missen om 7 uur en half .9;
mi half 11 de Hoogmis; half 2 Cate-
hiismus; half 3 Lof met gebeden voor
!en vrede. Om 7 uur de H. FamflSje.
sandag: de H. Missen 7 en 8.15 uur.
tader de H. Missen gebedén voor den
rede. Om 12 uur en om 4 uur voorbe-
j eiding van de kinderen cler middellee-
ingen Voor de Al genie ene Communie,
isdag: de H. Missen om 7 en 8.15 uur.
leb eden voor den vrede. Om 12 uur en
ia 4 uur weer algemeene voorbereiding,
to 7 uur de gewone vergaderingen,
iensdag: de H. Missen om 7 en 8.15 uur.
tebedeai voor den vrede. Om 12 uur en
«li 4 uur algeoneene voorbereiding voor
e kinderen. Van 5 uur tot half 9 biecht
horen,
leze drie dagen, Maandag, Dinsdag en
iVo ons dagen, zijn de Kruisdagen en, zal
Üken morgen om 8 uur, dus voor de
feede H. Mis de Litanie van Alle Hei-
leen met het volk gebeden worden om
door onze zonden verdiende .straffen
bds af te keeren en Zijnen zegen, over
te vruchten der aarde', over de gelpo-
Ifcoi en over de geheele Kerk af te
peeken.
nderdag: Feest van de Hemelvaart des
feerenj te vieren aLs Zondag. De H.
i lissen om 7 uur, om half 9 en om half
II de Hoogmis. Onder de H. Mis van
I alf 9 zullen de kinderen vani de mid-
illeeringen hunne algemeene Commu-
iedoen, zij gaan zitten op de. hun aan-
öwezen plaatsen. Om half 3 plechtig
j M met gebeden voor den vrede.
Idag: de H. Missen om 7 en 8.15 uur.
to 12 uur Catechismus. Onder de PI.
Easen gebeden voor den vrede,
rdag: de H. Missen 7 en 8.15 uur.
tol 5 "uur tot half 9 biechthooren. Chn
U 8 Maria-Lof met de gebeden voor
Qi vrede.
torzien van de laatste H. Sacramen-
Maria van Haastcrt—Ruigrok;
I tonnes Hennekcn.
ZOETERWOUDE.
'ochie van den H. Joannes Onthoofding.
toag: d.e H.H. Missen om 7.30 en 10
1 uur Catechismus; 2 uur Vespers;
M uur Lof en preek ter eere der Al-
to' Maagd en Meimaand-oefening en
5tod van Z. H. den Paus voor den We-
tld vrede.
»de week na de H. Mis van 8.15 uur
Meimaand-oefeningen. Dinsdag be-
'to de 2de Novene voor de jongelieden
togens en meisjes) dezer parochie,
todag en de overige dagen om 7 en
'5 uur de H. Mis in de kerk. Dinsdag
117 uur in het Liefdegesticht. Zaterdag
tweede Mis om 8.30 uur. lederen dag
Uui' Catechismus.
tosdag en Woensdag de Kruisdagen
I1 Gods Zegen over de vruchten der
tode. Voor de H.H. Missen de Litihanie
to Alle Heiligen. Door dispensatie
ï'Jer geoorloofd vleesch te eten en
vasten, maar daarvoor andere goe-
wenken doen en vooral aalmoezên
to die anmen geven.
Woensdag: 7 en 8.15 de H. Missen en tóei-
imaandoefening. Gedegenheid om te biech
ten namiddags van 35 en 67.
Donderdag: Feestdag van 's Heeren He
melvaart, te vieren als de Zondag: de
H. Missen om 7 en 10 uur; 2 uur Ves
pers; 6.30 uur Lof met Rozenkrans voor
den nood van Kerk en Paus en Mei-
maandoefening.
Vrijdag: begin van de Novene ter eere
van de H. Geest over geheel de'wereld
tot herstel der eenheid en vrede onder
de Christenvolken door Z. H. den Paus
reeds vroeger voorgeschreven na de
H.H. Missen.
Zaterdag: 7 en 8.30 uur de H. Missen,
's Morgens en namiddags van 35 en
6 en 7 uur gelegenheid om te biechten.
Zondag en iederen. dag in de week Ca
techismus. Zondag 1 uur n.m., in de
week 8 uur v.m.
ZOETERWOUDE—LEIDERDORP.
Parochie van de H. Maria Onb.
Ontvangenis.
Zondag: kwart voor 7 uur uitreiking der
PI. Communie. De PI. fissen om half
8 en 10 uur. Catechismus. 3 u. Vespers
en half 7 't Lof.
Maandag: uitreiking der PI. Communie
half 8; half 8 Meimaand-oefening.
Dinsdag: de H. Mis om half 9; half 8 I/Of.
Uitreiking der H, Communie om half 8.
Woensdag: de H. Mis om half 9.
Half 8 Meimaand-oefening. 5 uur Biecht
hooren.
Donderdag: de PI. Mis om half 8 en 10 u.
Catechismus 3 uur Vespers en 7 uur Lof.
Uitreiking der H. Communie kwart
voor 7.
Vrijdag: uitreiking der H. Communie
7 uur; 8 uur gez. Mis; half 8 Meimaand
oefening. Van hailf 4 tot half 5 biecht
hooren der kinderen.
Zaterdag: de H. Mis om half 9. Van 4—
half 8 gelegenheid om te biechten. Half
8 Meimaand-oefening.
In deze maand iederen avond half 8 u.
Meimaand-oefening.
OEGSTGEEST.
Parochie van den H. Willibrordus.
Zondag: H.H. Missen 7 en 10 uur. Cate
chismus 1.30 uur. Vespers 2.30. Lof 7 u.
Maandag: en volgende dagen de H.H.
Missen 7 en 8 uur. Biechthooren 79
uur nam.
Op de Kruisdagen vóór de H. Mis van
8 uur Litanie. Op deze dagen geen ver
plichting tot vasten of onthouding van
vleeschspijzen.
Dinsdag," Woensdag en Donderdag 40-uren
Gebed. Dinsdag biechthooren tot 10.30
v.m. en van 49 nam. I>of 7.30 nam.
Woensdag: zooals Dinsdag.
Donderdag: te Vieren a'.s Zondag. De H.H.
Missen 7 en 10 uur, waaronder collecte
met open schaal. Vespers 2.30 uur. Lof
7.15 uur.
Vrijdag: tot 22 Mei n?t elke PI. Mis het ge
bed tot den H. Geest voor de IP. Kerk.
Zaterdag: bdechtihooren na de H. Mis en
's namiddags 4—9 uur. Lof 7 uur.
Catechismus Maandag en Vrijdag.
AGENDA'S.
Ned. R. K. Volksbond.
Afd. Leiden en Omstreken.
Maandag, 910 uur Brandstoffencommissie
Donderdag, 9 uur Bestir sv ugadering.
Za+erdag, 910 uur aar- en Voorschot
bank.
Zij die wenschen deel te nemen aan de Volks
bond-Retraite van 23, 24 en 25 Mei (Pinkste
ren) gelieven zich tot en met 17 Mei op te
geven aan J. H. Nijhuis, Voorste Zandstraat 5.
Het Secretariaat van de Propagandaclub
„St. Bouifacius" is vanaf heden overgedragen
aan A. van Dongen, Bakkerkorfstraat 8a, we
gens het bedanken van B. C. Klein als se
cretaris.
Werkloozenfonds St. Petrus.
Op de jaarvergadering, in Juni te houden,
moet de verkiezing plaats hebben voor 1ste
Secretaris, le Penningmeester en le Commis
saris. Deze zijn onmiddellijk herkiesbaar, doch
volgens reglement heeft elk 10-tal leden het
leoht candidaten daarvoor in te zeuden. Can-
didaten kunnen worden ingezonden tot 31
Mei bij den secretaris S. P. Strijk, Oranje
gracht 21.
St. JozQfsgezellen-Vereeniging.
Zondag, is de zaal open van 1272272 en
van 57 uur voor de leerlingen; van 8-10
uur verpl. bijeenkomst voor de Gezellen; ten
kwart voor 9 uur Kegelclub Hout of Fout:"
Maandag en Dinsdag is de zaal beschikbaar
voor de gezellen.
Woensdag repetitie Gymnastiek.
Donderdag Hemelvaartsdag, do zaal geopend
als op Zondag.
Zaterdag, Zitting Spaarkas en Bibliotheek
op de gewone uren.
Zita-Vereeniging.
Zondag, geopend vanaf 12 uur.
's Avonds tot 10 uur gezellige bijeenkomst
in de lokalen der winkeljuff. en dienstboden.
Feestavond.
Maandag, Kookles van halfacht tot half tien.
Bestuursvergadering halfclf.
Dinsdag, van 11 tot 12 uur voormiddag
arbeidsbeurs. Inlichtingen voor verschillende
betrekkingen.
Van 8—972 uur Herhalingsonderwijs: Pa
tronaatsmeisjes.
Woensdag-avond van 8 tot 10 uur gezellige
bijeenkomst voor dienstboden; van 8 tot half
10 uur cursus in het verstellen, voor Patro
naatsmeisjes. Spaarkas en Bibliotheek van 8
9 uur, (ook niet-leden kunnen worden toe
gelaten.)
Donderdag. De zaal geopend vanaf twaalf
uur als op Zondag.
Yrijdag-avond van half 89 uur verstellen
voor de meisjes van 't Patronaat. Van half 8
tot half 10 gezellige bijeenkomst van meisjes.
Afdeeling Vrouwenbond.
Rooster der Retraiten.
van het St. Clemenshuis.
te Noorwijkorhout.
1316 Mei „Kruisverbonders (f 4.
2225 Mei. Mannen en Jongelingen v. d.
Ned. R. K. Volksbond (f4—).
31 Mei4 Juni. Gehuwde Dames van
den deftigen stand (f 10.
811 Juni. Jonge Dames uit den Mid
denstand (f 6.—)
14—17 Juni. Meisjes (f 4.
2124 Juni. Huismoeders (f 6.
2629 Juni. Jongenspatronaten (f 4.
N. B. Men wordt verzocht zich voor deze
Retraiten op te geven bij de Eerw. Gees
telijkheid.
Retraitehuis „ue Thabor",
Eendrachtsstraat te Rotterdam.
1720 Mei: Dames deftigen stand. (Verg.
f 10.) Door een Pater Jezuiet.
2427 Mei: Dames middenstand. (Verg.
f 6.) Door een Pater Dominicaan.
80 Mei2 Juni: Meisjes van den gewo
nen stand uit steden. (Verg. f 4.) Door
een Pater Capucijn.
710 Juni: Meisjes van den gewonen
stand uit dorpen. (Verg. f4.) Door een
De molenaar van Montmartre.
Honderd jaar geleden woonde to Mont
martre een molenaar. Zijn molen, de gou
den molen geheeten, was gelegen aan den
noordkant van de Butte, te midden van die
mooie tuintjes en liefelijke huisjes, welke
p.laats thans wordt aangeduid met den
naam van Klein-Californië.
Op zekeren dag, den 29en Augustus 1814,
bemerkte Frans Raulin aldus was hij
geheeten van uit zijn venster heel in de
verte, te midden van de groenende weiden,
kleine rookwolkjes, die voorafgegaan waren
als van gerommel van den donder.
,,Hé, buurman, wat is dat?"
,,Maar, vader Raulin, weet ge dat niet,
dat is de vijand."
De molenaar haalde zijn schouders op.
„De vijand? Welke vijand?"
„Da Oostenrijkers, de Russen, de Prui
sen, de Engelschen!,.. Heel Europa!"
„Kom, loop heen."
„Het is de zuivere waarheid!"
Maar Raulin geloofde het niet. Met een
harden slag wierp hij het venster dicht.
In 1792 als vrijwilliger dienst genomen
in de Fransche gelederen, had Raulin de
verschrikkelijke gebeurtenissen meege
maakt van de revolutie en het keizerrijk.
Hij had den vuurdoop ondergaan te Val-
my, Holland en België helpen veroveren
onder Pichegru en Jourdan, onder Napo
leon had hij de gevechten meegemaakt
van Lodi en Areola. Hij was getuige ge
weest van den strijd bij de pyramiden en
teruggekomen in Frankrijk, was hij een
van de vier grenadiers, die met hem de
zaal der Vijfhonderd binnendrongen.
Als soldaat van de garde, had hij ge
weend bij de kroning van zijn keizer. Hij
had overwonnen bij Jena. In den rang
van sergeant was hij te Friedland gewond
het kruis der dapperen op de borst. Napo
leon had hem zelf gedecoreerd met de
woorden: „Raulin, mijn jongen, je hebt
hard gewerkt. Je zult me e.en genoegen
doen je uit dit bewogen leven terug te
trekken. Ik zal je in een invalidenhuis
laten plaatsen."
„Sire," had de gewone geantwoord, „ik
dank u, maar excuseer me, majesteit,
mijn vader is drie jaren geleden gestorven
en heeft mij zijn molen achtergelaten.
Hiermede'zal ik in mijn onderhoud kun
nen voorzien."
Napoleon had een oogenblik nagedacht
en hem, in naam van het keizerrijk, een
rente van duizend francs per jaar ge
schonken.
Zoodoende was Raulin op zijn molen te
ruggekeerd, met het kruis op de borst.
Zorgvuldig had hij zijn grenadiersjas
weggeborgen, met kamfer in de zakken om
de mot te weren. In een hoek had hij zijn
oud geweer neei'gezet en... was molenaar
geworden. Zes jaar maalde hij het graan
en het koren voor zijn clientèle, zes jaar
lang draaiden de wieken van den gouden
molen lustig in 't rond.
De oude soldaat leefde zeer eenvoudig
en verdreef den tijd, welke hem restte
buiten zijn dagelijkschen arbeid met het
lezen van almanakken en brochures, waar
in de overwinningen werden beschreven
van het keizerlijk leger.
Somwijlen, wanneer de overwinnings-
kreten vanuit Parijs tot Montmartre door
drongen, zond hij zijn knecht er op uit om
de „Moniteur Universel" te koopen en...
dan kwamen tranen van vreugde op zijn
gerimpeld gelaat.
En ziehier opeens die verschrikkelijke
tijding, dat de geallieerden tot vlak bij
Parijs waren doorgedrongen...
Pfuut!.., Hoe was dat mogelijk na St.
Dizier, Montmirail, ChAteau-Thierry,
Brienne, Champaubert... O, die goede,
oude tijd.... De keizer, wist hij wel, wat
hij deed!...
Het scheen hem toe, dat hij slechts
op de toekomst mocht vertrouwen. Ginds,
zag hij den vijand, de hellingen verove
rend. Kreten, commando's geknetter en
gebulder meer en meer naderend. Lieve
hemel, zou de vijand overwinnen?
De oude molenaar van den gouden mo
len begreep wel, dat het nu geen tijd was
om zich met dergelijke vragen bezig te
houden. Een woord, slechts een enkel
woord ontvlood aan zijn lippen: „Dat zal
nooit gebeuren!" En meteen vloog hij naai
de kast, trok zijn oude grenadiersjas aan,
nam zijn verroest geweer onder den arm
en begaf zich naar de eerste de beste com
pagnie, welke hij ontmoette.
De vijand rukte steeds voorwaarts.
Twintigduizend man tegen twaalfhonderd
Franschen, die Montmartre moesten ver
dedigen! Den geheelen dag duurde het
gevecht voort met afwisselend geluk van
zijn compagnie. Nu eens vooruit, dan weer
achteruit, totdat bij het vallen van den
avond, zij gedwongen waren terug te trek
ken op de stellingen van Batignolles en
Clicy. Hier was men veilig, drie honderd
man waren gesneuveld, drie honderd had
den den dood gevonden op het slagveld.
Ook Frans Raulin werd vermist. Was
hij gesneuveld? Niemand kon hier op ant
woorden.
Toen de oude molenaar merkte, dat het
bijna gedaan" was met Montmartre, raap
te hij ijlings de wapenen van de dooden
bijeen en droeg ze naar den molen, stelde
ze daarin op, vernielde met enkele slagen
de trap, die toegang verleende tot de eer
ste verdieping, en. wachtte de komst van
den vijand af.
Het was het achtste legercorps der Rus
sen, dat het eerst Montmartre binnentrok.
Het stond onder hevel van generaal Gor-
doff, die order gaf zich te verzekeren van
de huizen en hun bewoners.
Maar bij den gouden molen aangeko
men, gebeurde er iets, wat zij totaal niet
verwacht hadden. Kalm draaien de wie
ken, geen enkele menschelijke stem werd
gehoord. Zachtjes kladderde de wind te
gen het zeildoek, gespannen over de dwars
houten der vleugelen. Dof kreunden de
raderen daarbinnen, knerpte het in den
koepel daarboven, toen opeens... heel on
verwachts... geweerschoten uit den molen
knalden en kleine verraderlijke rookwolk
jes opstegen.
Op het eerste moment geloofde men, dat
'n troep wanhopigen den molen bezet
hield, en Gorkoff zond een officier om hen
te sommeeren zich over te geven. Deze
kwam niet meer terug.
Toen werd* het kanon geladen, afge
vuurd, een gekraak volgde, maar het vu
ren hield niet op. Nog een schot en nog
een, toen werd het stil, akelig stil, daar
binnen; de dood was binnen gegaan, om
den vermetele weg te rukken uit het aard-
sche leven.
En toen de Russen waren binnengedron
gen, vonden zij het doorzeefde lijk van
Frans Raulin, den ouden molenaar.
Gorkoff, woedend, dat slechts één enkel
persoon zulk een weerstand had geboden,
zes van de zijnen had gedood, liet hetziel-
looze lichaam met handen en voeten vast
nagelen aan de wieken van den molen en
tot den volgenden dag draaide daar de
oude grenadier in 't rond op het nieuwe
ridderkruis...
Onverdraagzaamheid.
In de „Tijd" schrijft Pater H. Ermann
S.J. volgend artikel:
Bij den heer F. J. Krop, dominee te
Rotterdam, ligt de haat tegen alles, wat
naar Katholicisme riekt, op fust. Daarvan
kunnen wij staaltjes vertellen. Dat fust of
vat doet ons onwillekeurig denken aan het
Heidelberger vat met zijn inhoud van
236000 flesschen. Uit zijn vat tapt de do
minee sinds jaren en jaren in tijd van
vrede en in tijd van oorlog, en van leeg-
loopen is geen sprake. Uit zijn vat tapt hij
uien en moppen ten koste der Katholieken
in 't algemeen, doch vooral ten koste van
Paus en geestelijkheid, maar dan ook mop
pen en uien, waarop Kokadorus jaloersch
kan worden. In zijn vat zit bijtend, scherp,
vergiftig vocht, in staat om vergiftige ton
gen van zoogenaamde godzalige broeders
los te maken.
Deze dominee gunt zich hierin geen rust,
maar tapt vooral dón naar hartelust,
zoodra hij bemerkt, dat zelfs personen,
buiten de Katholieke Kerk staande, die
Kerk eere doen en b.v. den Paus huldigen,
om hetgeen deze voor den vrede deed, en
die eerlijk erkennen, dat de Katholieken in
de oorlogvoerende legërs, wat ïno'e'cl en
toewijding en zelfopoffering betreft, voor
niemand behoeven te wijken. Verbeeld u,
lezer, zelfs Jezuïeten in Frankrijk en
Duitschland worden thans geprezen en ge
roemd. Dat alles echter steekt onzen domi
nee in den krop. Ook daarom tapt hij weer
uit zijn vat, om met deszelfs vocht de be
wondering af te koelen.
Dezen keer tapt hij in „De Rotterdamsche
Kerkbode' (27 Maart 1915) eens over de
bijgeloovigheid en „de meest dwaze bigot
terie" van de Katholieken in Frankrijk en
zoekt daartoe hulp bij Paul Doumergue,
een Protestant van een geheel ander soort
Protestantisme dan dat van onzen domi
nee. En dan tapt hij eerst een flescli vol
met ,,de nieuwe godsdienstige vereering
van Fran?oise Sauvestre", bijgenaamd de
heilige Magny, en noemt dat „een voor
beeld van leeken-bijgeloof, datzegt hij
door de geestelijkheid verworpen wordt."
Maar alsof hij het niet kan kroppen, dat
de geestelijkheid dat leeken-bijgeloof af
keurt, haast hij zich een tweede flesch te
tappen, waarop hij een etiquette plakt
van dezen inhoud; „Er bestaat een bijge
loof, dat door de R. K. Kerk zelf wordt ge
organiseerd en dat steeds weliger bloeit.'
En nu tapt hij, geholpen door Doumergue,
een flesch vol met „ongeveer 50,000 pel
grims te Lourdes", met „bedevaarten naar
Notre-Dame de l'Agenouillade, Notre-Dame
du Grau enz., en met de bedevaart van
Saint-Gens, de ,,Groote Vergiffenis" d. w.
z. „bedevaart met aflaat" en met „de re-
liquieënkas" (ds. Krop heeft ook reliquieën
in zijn huis, dat weet ik) en met „processie
met fakkels op den berg, vuurwerk aan den
voet van het kruis, volksfeesten" enz. enz.
Daarna reikt liij de flesch aan zijn gunste
lingen en zegt: „De geestelijkheid begun
stigt deze bijgeloovigheden".
Een derde flesch wordt nu gevuld met
het sterke vocht, en op die flesch prijkt
het etiquette: „Maar ziehier het toppunt
van bijgeloof, en daaregen komt men toch
even in verzet, al schijnt het vergeefs". De
flescli heet nu: „Het gebed van den sneeuw
bal". Toch moet de dominee bekennen, dat
de „Semaine Religieuse" tegen dat gebed
„geprotesteerd" heeft, en „dat zulke ge
bruiken geheel veroordeeld zijn door de
Kerk, en dat de persoon, die bijgeval zoo'n
schrijven ontvangt, niet anders heeft te
doen, dan het in de prullemand te werpen."
Een vierde leege flesch wachtte nu op
vulling. De dominee tapt haar vol met
mobilisatie-bitter, „niet uit Frankrijk,
maar van eigen bodem". Wie daarvan een
glaasje drinkt, kan haast den dominee met
alcohol-huiligere stem Nederland waar
schuwend toeroepen: „Dat de Paus van de
huidige omstandigheden profiteeren wil,
om zijn invloed te vergrooten, is zonneklaar
en ergert menigeen."
Dat is nu ui noch mop, maar diepe
ernst. Hier is de dominee in zijn element
of, om het op een andere manier te zeggen,
hier zit hij op zijn stokpaardje. De Paus is
de boeman, voornamelijk als dezen boeman
lof wordt toegezwaaid door onroomschen.
Het ergert den dominee, dat Benediotus
XV zich zoo bemoeit met den vrede en de
witte vlag heffen wil: het ware den papen
hater veel wenscholijker, dat de Paus den
vrede verstoorde en de vredevlag poogde
te strijken, want dan kon de Rotterdam
sche bedienaar van Gods Woord zijn mach-
teloozen haat den vrijen teugel laten zon
der vreeze, dat iemand hem daarover zou
aanspreken. Zijn haat is ook blind, bijge
volg dom. Ik kan den dominee verzekeren,
dat zijn hatelijk tappen uit zijn vat menig
eerlijken Protestant tot onderzoeken ge
noopt en door dat onderzoek naar onze
Kerk heeft geleid; hij en ds. Bronsveld heb
ben buiten hun weten reeds menigeen ka
tholiek gemaakt.
„Dat de Paus van de huidige omstandig
heden profiteeren wil om zijn invloea te
vergrooten is zonneklaar en ergert menig
een."
Wie belmoren tot die „menigeen"?
Dat de predikant van de Gereformeerde
Kerk van Rotterdam dus geen collega
van ds. Krop die nog niet lang gele
den zijn catechiseerend gehoor de weten
schap bijbracht, dat de Paus werkelijk de
Antichrist is, door liet optreden van den
opperpriester geërgerd wordt, is wel waar
schijnlijk, hoewel die predikant een
mooien naam draagt; maar wie zijn de
overigen, behoorendo tot „menigeen"?
Zouden de 17 collega's van onzen domi
nee van de Nederduitsch Hervormde Kerk
te Rotterdam met hunne 38 ouderlingen,
38 diakenen en met hunne godsdienston
derwijzers en evangelisten onder de boot
werkers zich ergeren aan het optreden van
den Paus? En ergert zich de Evangelisch
Luthers die Gemeente met haar drie domi
nees, zeven ouderlingen en acht diakenen?
En wat te denken van de Remonstrantsch
Gereformeerde Gemeente van de deftige
kerk Westersingel 76? En wat van de
Doopsgezinde Gemeente, om niet te spre
ken van de predikanten, ouderlingen en
diaken der Gereformeerde Kerk van Rot
terdam, noch van de Presbyteriaansche,
Waalsche, Engelsch Episcopaalsche,
Schotsche, Hoogduitsch Evangelische en
Hoogduitsch Gereformeerde Gemeenten
enz.
Onder al die kei-ken en gemeenten van
schitterende eenheid der pluriformiteit
worden al te veel bezadigde, wetenschap
pelijke en hoogstaande menschen gevon
den, dan dat de pogingen van Benedictus
XV voor den vrede ergernis verwekken of
twijfel laten aan hare eerlijkheid en op
rechtheid.
Wie belmoren dan toch tot die „menig
een" van ds. Krop?
In de Algemeene Protestanten-Vereeni-
ging worden zij gevonden. Niet alle leden
behooren tot die „.menigeen", maar eenige
zeker. Wie hij voorbeeld?
Ds. Krop geeft zelf het. antwoord. Hij
vertaalde 20 Februari 1915 met ingenomen
heid een stuk uit het Franscli, getiteld:
„Tusschen de levenden en de dooden",
d. i. een wandeling op het kerkhof. Ik licht
daaruit de volgende woorden: „Op eenige
grafsteenen heeft de- driehoek het kruis
vervangen. Het schijnt, dat die wijziging
een groote vooruitgang is. De driehoek,
die kleine, puntige, gesloten figuur, zin
nebeeld van coterie, een partij, symbool
der uitsluiting. Ziedaar, wat men durft
stellen tegenover het groote, geopende
kruis, dat liet heelal omvat met zijn uit
gebreide armen, die schijnen te zegenen."
En nu weet onze dominee zeer goed,
dat er in de Algem. Protestanten-Vereehi-
ging, wqarvan hij zelf een volijverig lid is,
mannen gevonden worden, die, als zij hun
lijk niet op den lijkstapel laten brengen,
wel een driehoek maar geen kruis verlan
gen op hun graf, en onder die mannen zijn
er, die geërgerd worden door de pogingen
van den Paus, om vrede te stichten.
Dezen belmoren tot die „menigeen". Wie
nog meer? Vele natuurlijk uit de ledenver
gadering met geïntroduceerden te Rotter
dam op 26 Maart, die naar Krop's rede
vieux style luisterden en zich een roes
aandronken uit het groote vat van den
dominee. Onverdraagzaamheid zit onzen
dominee in het bloed: nnverdraagzaumheid,
overhellend tot vervolging door ophitsing
en sektenijver, schijnt een der drijfveeren
voor 's mans voortdurend geschrijf togen
al wat katholiek is. De bewijzen zijn daar
voor talrijk; ook Zwolle kan daarvan spre
ken.
Een staaltje van onverdraagzaamheid
besluite mijn artikel. Dat ééne staaltje
moest hem voorgoed den mond snoeren,
zoodra hij weer lust gevoelt, om voor de
zooveelste maal in „De Rotterdamsche
Kerkbode" en elders, politiek en godsdienst
vermengend, over onverdraagzaamheid der
Katholieke Kerk te tappen uit zijn vat.
Nog kortelings heeft ds. Krop naar allen
schijn tegenover dr. A. van der Flier en
dr. J. H. Gerritsen en nog wel in naam
van de Hervorming het volgend verbijs
terend vonnis gestreken over hen, die te
goeder trouw dwalen: „Daar is verschil in
straf, al naardat men de waarheid gekend
heeft of niet, al naardat men in de kennis
dier waarheid was doorgedrongen; maar
ook zij, die den wil Gods, de waarheid
Gods, niet hebben gekend, die dus in on
wetendheid hebben gedwaald, gaan verlo
ren, en ondervinden in de eeuwigheid van
duisternis en smart, dat daar is een weg,
die den mensch recht schijnt, maar waar
van het einde toch is: de dood.
„Ik geef toe zegt de dominee „dat
deze consequentie verbijsterend is en hard
voor onze bekrompenheid, maar wij heb
ben haar eenvoudig te aanvaarden en met
kracht hieraan vast te houden zullen wij
de zenuw van liet Christendom niet door
snijden dat géén goede trouw, geen op
rechtheid in de dwaling ons kan zaligma-
ken, maar uitsluitend en alleen het geloof
in den Heere Jezus Christus, den Mid
delaar Gods en der menschen."
Zooals die woorden daar klinken, zijn zii
verbijsterend onwaar. Op mijn knieën danlT
ik God, dat ons heerlijk katholiek geloof
ons verbiedt, dat ijselijk vonnis in die be
woordingen te onderteekenen. Zouden allet
Protestanten hun naam durven zetten on
der dat vonnis van ds. F. J. Krop?
Tot zoover pater Ermann. Zoo als do
lezers weten, leert de Katholieke Kerk, dat
alleen zij, die in kwade t r o u w dwa
len, verloren gaan. En. dan noemen ds.
Krop en de zijnen ons onverdraagzaam!!