7 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG 1694 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij oriza agenten li cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG MEI. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met grati? bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 rogels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Gaat dat zoo? We hebben wel eens hooren zeggen, dat afgevaardigden veel voor hum kiezers ple gen over te hebben, maar- daar nooit ge loof aan geslagen.... Men is daar immers (boven verheven! Thans evenwel is de heer Schaper het in de Tweede Kamer zeif komen verze keren en wel dn dezen ongegeneerden .vorm: „De heer De Jong is de minst aangewe zene om te spreken van demagogie. Als men in het district Hoorn aan den heer De Jong om de maan vraagt, geeft hij er de sterren bij." Groote vro olijkheid ontstond in de Ka mer bij dezen uitval, maar van eenilg pro test, zelfs vari den heer De Jong, lazen we niets. Er schijnt dus wel iets aan te ,wezen van die Hoornsche vrijgevigheid, anders zou heer Schaper niet zoo brutaal die beeldspraak in de Kamer hebben kunnen slingeren en zijn collega's zouden er niet zoo smakelijk om gelachen hebben. Nu komt ons evenwel plotseling het spreekwoord van dien wantrouwigen waard .in de gedachten. Als de heer Scha per zulke reuzentoeren van den heer De Jong aan den dag brengt, hoe staat het dan met hem zelf. Waarom heeft hij dan eigenlijk al die dagen zoo staan jamme ren over het b ruinbrood, dat de minister zoo snood is te willen verstrekken, hoe wel toch „kinderen van 13 jaar" andere „eischen" (hebben (sic)? En waarom was hij er steeds op uiit de Regeeringtsmaatre- gelen onvoldoende te achten niet voor het Neder! andsche volk maar voor zijn volk? Was dat ook zoo iets van de maan en de sterren? Te eer zijn we geneigd op deze vraag een toestemmend antwoord te wagen, wijl de heer Schaper zich zoo geraakt toonde over het demagogisch verwijt van collega De Jong. Deze had hem daarmede blijk baar op z'n eksteroog getrapt. En terwijl de gansche Kamer 'achen kon om het maan-en-sterren-verwijt, maak te burger Schaper zich boos tot grofheid toe. Bij wien zou dus de schoen het ergst wringen? De Duitsche bladen blijven den toe stand ernstig inzien, maar geven nog niet alle hoop op, dat overeenstemming tusschen Italië en Oostenrijk wordt be reikt. Japan heeft aan China een ultimatum gesteld, waarop na 48 uur antwoord wordt geëischt. Het Duitsche communiqué meldt o.a. dat de Duitschers zich op het westelijk oorlogs terrein meester maakten van de hoeve van Meute nabij Yperen. Op het oostelijk oorlogsterrein maakten de Duitsch-Oostenrijksche troepen zich mees ter van den Doekla-pas. Tarnow is weer in Oostenrijksch bezit. Opnieuw zijn eenige schepen door Duitsche duik'booten tot zinken gebracht. De houding van italië. De correspondent van de ,,Msd." seint d.d. 6 Mei uit Lugano: De toestand in Italië is ernstiger geworden, vele Duit schers en Oostenrijkers hebben lieden Italiië verlaten, uit vrees, dat de break met de oude bondgenooten weldra zal volgen. De beslissing zal spoedig vallen; in afwachting daarvan blijven tal van vluchtelingen voorloopig in Zwitserland. De Duitsche bladen van gisteravond hebben nog niet alle hoop opgegeven dat de crisis zonder oorlog zal voorbijgaan. De „Lok. Anz." zegt: In de onderhan delingen tusschen Weenen en Rome is nauwelijks eenige verandering an de laat ste 24 uur gekomen. In spijt van den <>n- miskenbaren ernst van den toestand is nog geen beslissing gevallen. Een gerin ge hoop bestaat, dat de moeilijkheden overwonnen worden. Het „Tag-ebl." zegt: Niets wijst op •ver betering van den toestand maar ook niets gebeurde dat wijst op een wijziging ten kwade. Von Bülow gaat voort te beproeven nog overeenstemming tot stand te brengen. In nieuwe besprekingen met Sonnino zal bet nieuwe Oostenrijiksche voorstel weder worden overwogen. Het blad besluit: Duitschland wacht met 'hoop op een definitieve beslissing van Italië en weet alleen niet of Italië z-ich reeds lie eft gebonden ten opzichte van de Geallieerden. Het „Korr. Norden" bericht: Het ,„Beri. Tageblatt" meldt dat in den politieken toestand die door de quaestie tusschen Italië en Oostenrijk geschapen is, sedert eergisteren geen verandering is gekomen. Pri-ns Von Bülow tracht voortdurend overeenstemming tot stand te brengen; Ihij had gisteren opnieuw een onderhoud met. Sonnino. Het spreekt vanzelf dat bij dit. onderhoud de laatste voorsteilen van Oostenrijk-Hongarije, welke eergiste ren der regeering van Italië nog niet he kend waren besproken werden. F. oe Sonnino, wiens geslotenheid bekend is, na het gevoerde onderhoud over de 2aak denkt-,-.is onbekend. Over het verloop van den ministerraad, die daarna plaats vond, werd ook niets bekend gemaakt. „Er zou een deus ex machina in de ver wikkelingen moeten 'ingrijpen, om den dreigenden oorlog met Italië te verhinde ren. Maar niemand weet, van welke zijde hij zou moeten verschijnen, daar het meer en meer duidelijk wordt, dat Italië zich reeds maandenlang, volgens een overeen komst met de Entente, in stilte op deel neming aan het Euro pee sche conflict heeft voorbereid, terwijl het door op sleep touw gehouden onderhandelingen Duitsch land en Oostenrijk in den waan bracht, dat nog een minnelijke schikking kon worden getroffen, zoo seint een corres pondent van de „Tijd" uit Keulen d.d. 5 Mei. Oostenrijk zal bij een eventueel en vrede toch reeds zware offers van te ver liezen land moeten (brengen daar ma ken de Re al-politici hier zich geen illusie over, al zullen aan den bondgenoot van Duitschland compensaties worden ver leend maar dat nu reeds vrijwillig het Italiaansch sprekende Triëst*, Istrië en Dalmatië zouden worden prijsgegeven, is in elk geval ontoelaatbaar en het kwade voorbeeld' zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor andere gedeelten der toch reeds zoo heterogene monarchie. Ook Duüschland, hetwelk als bemiddelaar reeds zooveel concessies van Oostenrijk ten gunste van Italië verkreeg, kan daar aan niet meedoen. Aldus schijnt de krijg ook met Italië on vermijdelijk, en al «blijft de Duitsche wils kracht ongebroken, niemand ontveinst zich, dat het voor (Duitschland, dat bij het Italiaansch-Oostenrijksch conflict na tuurlijk onmiddellijk mede den oorlog aan Italië zal verklaren, een schier onmogelij ke taak zal worden, tegen het geheel ge wapende Europa den strijd te winnen. In elk geval kan men er zeker van zijn, dat de (haat tegen Engeland nog overtroffen zal worden door den dan alle kracht losbrekend-en haat tegen de ontrouw van Italië, dat zijn woord breekt en de vroe gere bondgenooten in den rug aanvalt, zooals de „Köln. Volkszeitung" reeds schreef. Langer dan overmorgen kan de beslis sing niet uitblijven." Het merkwaardige van bovenstaand (bericht is, de bewering, dat Italië een overeenkomst zou hebben met de Entente. Men weet, dat juist niemand tot nu toe daaromtrent zekerheid heeft kunnen krij gen en wij vragen ons af, hoe de corres pondent aan deze stellige verklaring komt. Ook over de eischen van Italië was men in Duitsche en Oostenrijksche kringen tot nu toe uiterst gereserveerd. De Itaüaansche regeering heeft alle ver loven voor officieren en soldaten ingetrok ken. Men wil dezen maatregel in verband brengen met de jongste voorvallen in Afrika. De H. Stoel en Italië. De Romeinsche correspondent van de „Tijd" schrijft: De hoogst gespannen toe stand. die het uitbreken van het dreigen de conflict tusschen It&lië en Oostenrijk schijnt vooraf te gaan, wordt-in Vaticaan- sche (kringen niet zonder vrees voor de toekomst beoordeeld." Zij zouden uit den aard der zaak een strijd tegen de bij uit stek katholieke monarchie der Habsbur- gers als een hoogst pijnlijken beschou wen, afgezien nog van het avontuur,waar in hij Italië zou stooten. Al zijn de Ita- liaansche Katholieken goede patriotten, en al hebben zij zich als zoodanig uitge sproken in een verklaring van den Volks bond, waarin zij zeggen van geen. offers ten bate der natie te zullen terugschrik ken, toch 'béheerscht hen eenige angst ten aanzien van het magonnieke drijven tot een oorlog, dat onmiskenbaar ib. Ook vragen zij zich met bezorgdheid af, welke de positie moet worden van den H. Stoel, zoowel gedurende een Italiaansch-Oosten- rijkschen oorlog als na de vredessluiting. Indien 'ik goed ben ingelicht, zal ün elk geval (het vrije verkeer met den H. Stoel van de gezanten, thans bij het Vaticaan geaccrediteerd, tijdens een eventueelen oorlog worden gewaarborgd, en ook schijnt de Italiaansche regeering bezield van den levendigen wensch, om de Garantiewet r<a te komen, een en ander om zich op een correcte houding te kunnen beroepen je gens den II. Stoel en geen onnoodige con flicten met bondgenooten en bevriende mogendheden te veroorzaken. Of werkelijk een oorlog met Oostenrijk zal uitbarsten, its op het oogenblik geens zins met zekerheid te zeggen. Opmerke lijk blijft* dat de „Osservatore Romano" tot de laatste dagen toe stelselmatig op het avontuurlijke van zulk een oorlog heeft gewezen, en verklaard, dat'er alleen in het alleruiterste geval vam onvermijde lijkheid toe besloten mocht worden. China en Japan. Naar uit Tokio wordt gemeld zond Ja pan aan China een ultimatum, waarop het na 48 uur antwoord eischte. De „Daily News" geeft, naar uit Lon den aan de ,,N. R. Ct." wordt geseind, een hoofdartikel over de Chineesch-Japansche crisis, waarin de draak wordt gestoken met een bewering van het Japansche ge zantschap, dat China zoo onhandelbaar en onvriendschappelijk is. Flet blad zegt, dat de eischen van Japan harder zijp,dan die van Oostenrijk-Hongarije aan Servië, welke de reden zijn geweest van den tegenwoor- digen oorlog. Het zou de laatste en droe vigste tragedie van dezen oorlog zijn, ver volgt de „Daily News", indien een van de gevolgen daarvan zou zijn, dat een niet- agressief volk, welks onafhankelijkheid en integriteit, naar Primrose den llden Maart in het Lagerhuis heeft herinnerd, door het verbond tusschen Japan en Engeland is gewaarborgd, beroofd moet worden door een van de onderteekenaars van dat ver- drag. Van het Westelijk oorlogs terrein. Sinds 1 Mei zijn de Duitschers ten O. en ten N.O. van Yperen een heel stuk gevor derd, wel een drie of vier Engelsche mijlen, tusschen de 4 en 6 K.M. Het blijkt dat zij verschillen de punten: de hoeren van Heule, het Eksternest, het Pappotje en Nonnen- bosschen hebben bezet, alsmede het park of den tuin van de buitenplaats Herentho. De Britten moesten terug naar een brugge- hoofd vlak ten O. van Yperen gelegen, zegt het communiqué. „Havas" erkent dit het viel ook onmo gelijk te ontkennen en drukt het zacht uit door te zeggen, dat het Britsche leger zijn front ten Oosten van Yperen, dat in den loop der gevechten van de laatste we ken een sterk uitstekende punt vormde, „wijzigde" en dat het een betere stelling bezette achter zijn vroegere linies. Deze operatie, voegt „Havas" er tam bij, werd uitgevoerd zonder slag of stoot. Het Fransche officieele communiqué van Woensdagavond zwijgt echter nog geheel over dete manoeuvre en zegt alleen, dat de dag rustig verliep; de bondgenooten namen Dinsdag een Duitsche loopgraaf en brachten hun stellingen tusschen Lizerne en Het Sas, dat in hun handen is, vooruit. Terwijl het Parijsche Woensdagmiddag communiqué nog meldde, dat de Duitschers werden teruggeslagen, en in de flank onder vuur genomen door de Fransche artillerie, geduchte verliezen leden. Het groote Duitsche hoofdkwartier meldt d.d. 6 Mei het volgende: Bij Yperen werden verder vorderingen gemaakt door de inne ming van de hoeve van Heule aan den spoorweg MessinesYperen. Er werden eenige honderden gevangenen gemaakt en 15 machinegeweren veroverd. In het boschgebied ten Westen van Com- bres vielen bij een aanval 4 Fransche offi cieren, 135 man en 4 machinegeweren in Duitsche handen. De Duitschers deden tegelijkertijd een aanval in het Bois d'Ailly, welke leidde tot het verlangde succes. De Franschen werden uit hun stellingen geworpen en meer dan 2000 Franschen, onder wie 21 of ficieren, gevangengenomen en 2 stukken geschut en verscheidene machinegeweren en mijnenwerpers buitgemaakt. De Fran schen leden verder bloedige verliezen. Van het Oostelijk oorlogs terrein. In liet Oosten beginnen de Russen ten gevolge van de Duitsch-Oostenrijksche overwinning 'in West-Galicië hun stellin gen in de Karpathen ten Z.W. van Dockla te ontruimen, meldt Berlijn, terwijl vqa Russische zijde, in het communiqué ui. Petrograd, dit wel niet rechtstreeks wordt toegegeven, riraar de inkleeding van di* offiicieele bericht-, toch al duidelijk ver* raadt, dat er althans veel van aan is: Dc Duitschers brachten aanzienlijke nieuwe troepen, gesteund door een zeer talrijke artillerie in de gevechtslinie, zegt het, en uit het hee'.e verdere bericht van de Rus sische groote generale staf, van Woensdag blijkt, dat op alle punten de Duitsche bondgenooten het offensief behouden en doorzetten. Ook in liet hooge Noorden, bij Libau is dit het geval; de Duitsche oorlogsbo dems die daar „ontdekt" zijn, zullen ver moedelijk deze havenplaats ook van de zeezijde trachten in te sluiten en de po sitie der Duitsche legers in de Oost-zee- provinciën wordt dus blijkbaar sterk ge noeg geacht om deze onderneming tot uit voering te brengen. Naar officieel uiit Weenen en Berlijn wordt geseind zijn gistermiddag 4 uur tok de laatste Russische stellingen op de hoog ten Oostelijk van de Docnajets en Biala door de Duitsch-Oostenrijksche troepen veroverd. Sedert 10 uur gistermorgen is Tarnow weer in Oostenrijksch bezit. Het. aantal gevangenen bedraagt meer dan 40.000. Verschillende Oorlogs berichten. De duikbootenoorlog,. De New-York Herald" bevat een artikel, waarin wordt gezegd: „Het blijkt hoe langer hoe duide lijker, dat het stoomschip „Gulflight"- niet doorzocht is en dat het zelfs geen or der had ontvangen om bij te draaien. Het voerde een groote Amerikaansche vlag en werd getroffen beneden de waterlijn bij helder water. President Wilson staat op vasten bo dem en heeft het geheele volk achter zich.- Hij moet bewerken dat Duitschland de zeerooversvlag neerhaalt of anders moet hij haar zelf neerhalen." De geheele Noorsche pers bespreekt de torpedeering van de drie Noorsche schepen „Laila", „Baldwin." en „Amerir can' door Duitsche- duikbooten op scher pe wijze. De „Cayo Romano" meldt, dat zij Woensdagmorgen werd aangevallen door een Duitsche duikboot. Deze richtte een torpedo maar miste. FEUILLETON. HEREENSGD. Het was klaarlichte dag, toen hij het oude verlaten huis -aan den boschweg be reikte. De roovers hadden zich, ongedul dig over het lange uitblijven van hun ka pitein, op den grond neergelegd en lagen ineen zwaren, diepen slaap; ook de oude, stomme vrouw, die had gevvaak/t, had zich naar bed begeven. Wordt wakker, voor den duivel,wordt wakker! riep Mack Dona'.d met donderen de stem. Gij .slaapit -op een vulkaan, die dreigt los te barsten. Gij slaapt-op een kruitmagazijn! Wordt wakker, zeg ik.Wij zijn verraden! Be vijand zit ons op de hielen! Ge zijt verloren en voor de haaien aR 'ge n-iet maakt, dat ge uit de voeten komt! -- Dood en duivel! Verloren, zegt gij, Wat moeten we doen? Zoo schreeuwden allen door elkaar, ter- %v'jl zij den zwaren slaap uit hun oogen Wreven -Het huis staat in brand! Het schip zinkt en de duivel eischt zijn portie op! riep Mack Donald ten antwoord. Wat donders, kapitein, sclveelt tl? Hebt ge het meisje gekregen of hebt ge te w-el gedronken? vro'eg een van de man nen. Neen, Mac, ik heb liet meisje niet regen en ook niet te v-eel gedronken, •dunr de vervloekte heks heeft drie mijner wste kameraden gevangen laten nemen: Jack. Steffen en Dick zitten achter de tra- Mes! Voor den duivel! Alle mannen sprongen rechtop. Hoe is dat toegegaan? Vertellen, ka pitein! riepen meerdere stemmen. In der haast vertelde Mack Donald al les, wat er gebeurd was, daarbij herhaal delijk onderbroken door de kreten van verbazing voor den moed van Kapitola. Onze beste mannen heeft zij ons ontno men en zij zelf is ontsnapt, maar vaster dan ooit ben ik besloten haar in mijn macht te krijgen. Intusschen, kameraden, moeten we dit huis verlaten. De grond brandt onder onze voeten, en we zijn bier niet langer vei-Lig! Ge hebt gelijk, kapitein! Luistert. Wij moeten weinig praten en snel handelen, Gij alle kent de duivels- ketel? Ja, kapitein! Goed! Wat ge niet weet, wat niemand weet is dit: ongeveer op de helft van de glooiing van een afgrond in een rots spleet is de ingang achter dicht klimop verborgen naar een ruim en uitgestrekt hol. Dat is van nu af onze schuilplaats. Gaat nu allen aanstonds hier vandaan en komt vannacht bijeen in die spelonk op het gewone uur. Neemt alle wapenen, alle proviand en al wat ons hier over blijft. De stomme vrouw zal ons niet ver raden. Zij kan hier blijven. Gauw, gauw! Maar onze kameraden in de gevan genis? zeide Mac. Laat dit maar aan mij qver! ant woordde Mack Donald. Doet, wat ik u ge zegd heb. Ge zult heel gauw van mij hoo- ren. V-oor het oogenblik 6taat onzer aller léven op het spel. Maar geduld! Er is nog niets verloren. En wat de schoone Kapi- tola betreTt ik zal met haar afrekenen tot den laatsten cent. Dat zweer ik! Zij zal voor haar vermetelheid boeten en ik zal haar in mijn macht krijgen, wat er ook gebeure! Ik moet, ik wil haar verove ren en ik zal het! Hét wordt een strijd op leven en dood, goed het zij zoo. Zij gaat er aan of ik. XX. Het was op een schflonen lenteavond, toen Guido van het college te Washington naar Willow Heights terugkeerde. Dokter Day heette hem hartelijk welkom* Klara reikte hem blozend de hand, en Marah Rocke drukte met alle liefde, die een moe der voor haar eenig kind kan gevoelen, den jongenman aan haar hart. Het stille landleven deed1 Guido goed, na al het gedruisch der groote stad. Hij arbeidde weer in de studeerkamer van den dokter, reed met Klara over hoog ten en door diepten en 's avonds was het geselschap, even gelukkig als vroeger, vereenigd om den gezelligen haard'. Niet de minste belemmering werd aan zijn samenzijn met Klara in den weg ge legd, doch gedachtig aan de woorden zij ner moeder bij zijn vertrek naar Washing ton, vergat hij geen oogenblik den afstand die hem scheidde voor altijd scheidde van de erfgename van Willow Heights. Aan Klara's fijn, vrouwelijk instinct ont ging niets van hetgeen er leefde in de ziel van den jongen man. Zii had reeds sinds lang bemerkt, dat hij, haar Liefhad en dat tilj manmoedig streed met de omstandigheden, die hem van haar scheidden, daar zij, volgens de begrippen der wereld, veel te hoog stond voor hem. Zij begreep hem volkomen en, zijn edel moedigheid en zielenadel bewonderende, leed zij niet minder dan hij, zoo nog niet meer. want ach, zij beantwoordde zijne gevoelens van ganscher harte. En terwijl Klara hun beider lot den Hemel aanbeval en Guido met zichzeLf streed en tot groote voldoening van den dokter zich aan zijne studiën wijdde, gingen lente en zomer voorbij. Op een der laatste schoone zonnige herfstdagen, liet dokter Day den jongen man bij zich ontbieden om hem te zeggen, dat het voor zijn toekomstige loopbaan noodig was, dat hij naar het Westen ging, naar St. Louis, om zijn dokterstitel te be halen. Deze mededeeling drukte den jon gen man neer als een Alp, doch hij ver gat geen oogenblik het doeL, hetwelk hij zich had voorgesteld. Misschien was deze scheiding voor Klara en hem het beste, en al si-rlderde hij ook bij de gedachte, dat hij gedurende langen tijd Klara niet meer zou zien, misschien nooit meer, of wel als de vrouw van iemand anders. In elk ge val het moest! Haar geluk gold het meeste, niet het zijne. Zooals de hand van den Almachtige, die alles bestuurt, het zou schikken, zóó was het. goed. Hij wilde niet vragen, niet klagen, doch gelooven en vertrouwen. Evenals voor de eerste maal, toen Guido het huis verliet, om naar de universiteit te gaan, "hielip- Klara ook ditmaal ijne moeder zoo ijverig mogelijk hij de uitrus ting van den jongen student, die op nieuw de wereld zou ingaan, wie weet voor hoe lang. En toen alles gereed was, liet Marah haren zoon de geheele toiletuitrusting zien. waarvan elk stuk geteokend was met het naamcijfer van den eigenaar. Guido, zegde Marah, ge zult moei lijk het'schoone van dit werk kunnen be- oordeelen, naar ik vermoed, zeide Marah. Ja wel, moeder, een beetje wel. Ik heb u niet tevergeefs jaren lang zien wer ken. De gouden draa/d, waarmee deze let ters geborduurd zijn, is fijner dan de fijnste zijde, die ik ook gezien heb, ant woordde Guido met een gevoel van op rechte bewondering. Dat is ook zoo, zeide juffrouw Rocke, want de gouden draad, die ge bedoelt, id het gouden haar van Klara, hetwelk zij gebruikt heeft om op dit alles uw naam te borduren. Verrast keek Guido op. Zijn gelaat werd beurtelings rood en bleek. Hij wiist niet wat te antwoörden., Ik iieb het u verteld mijn jongen, omdat ik dacht, dat het u gelukkig zou maken, als gij het weet, wanneer ge verre van ons verwijderd zijt. En wanneer ge teruggekeerd zult zijn, hoop ik, dat ge sterk genoeg zult zijn geworden om u zelf te overwinnen en Klara's vriendschap te beantwoorden als vriend! Moeder! stamelde Guido. Ilij sprak met gebroken stem, hij kon niets verder zeggen, wendde zich haastig af en verliet de kamer. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1