7
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG
1694
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij oriza
agenten li cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
VRIJDAG
MEI.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met grati?
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 rogels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Gaat dat zoo?
We hebben wel eens hooren zeggen, dat
afgevaardigden veel voor hum kiezers ple
gen over te hebben, maar- daar nooit ge
loof aan geslagen.... Men is daar immers
(boven verheven!
Thans evenwel is de heer Schaper het
in de Tweede Kamer zeif komen verze
keren en wel dn dezen ongegeneerden
.vorm:
„De heer De Jong is de minst aangewe
zene om te spreken van demagogie. Als
men in het district Hoorn aan den heer
De Jong om de maan vraagt, geeft hij er
de sterren bij."
Groote vro olijkheid ontstond in de Ka
mer bij dezen uitval, maar van eenilg pro
test, zelfs vari den heer De Jong, lazen
we niets. Er schijnt dus wel iets aan te
,wezen van die Hoornsche vrijgevigheid,
anders zou heer Schaper niet zoo
brutaal die beeldspraak in de Kamer
hebben kunnen slingeren en zijn collega's
zouden er niet zoo smakelijk om gelachen
hebben.
Nu komt ons evenwel plotseling het
spreekwoord van dien wantrouwigen
waard .in de gedachten. Als de heer Scha
per zulke reuzentoeren van den heer De
Jong aan den dag brengt, hoe staat het
dan met hem zelf. Waarom heeft hij dan
eigenlijk al die dagen zoo staan jamme
ren over het b ruinbrood, dat de minister
zoo snood is te willen verstrekken, hoe
wel toch „kinderen van 13 jaar" andere
„eischen" (hebben (sic)? En waarom was
hij er steeds op uiit de Regeeringtsmaatre-
gelen onvoldoende te achten niet voor het
Neder! andsche volk maar voor zijn volk?
Was dat ook zoo iets van de maan en de
sterren?
Te eer zijn we geneigd op deze vraag
een toestemmend antwoord te wagen, wijl
de heer Schaper zich zoo geraakt toonde
over het demagogisch verwijt van collega
De Jong. Deze had hem daarmede blijk
baar op z'n eksteroog getrapt.
En terwijl de gansche Kamer 'achen
kon om het maan-en-sterren-verwijt, maak
te burger Schaper zich boos tot grofheid
toe. Bij wien zou dus de schoen het ergst
wringen?
De Duitsche bladen blijven den toe
stand ernstig inzien, maar geven nog
niet alle hoop op, dat overeenstemming
tusschen Italië en Oostenrijk wordt be
reikt. Japan heeft aan China een
ultimatum gesteld, waarop na 48
uur antwoord wordt geëischt. Het
Duitsche communiqué meldt o.a. dat de
Duitschers zich op het westelijk oorlogs
terrein meester maakten van de hoeve
van Meute nabij Yperen. Op het
oostelijk oorlogsterrein maakten de
Duitsch-Oostenrijksche troepen zich mees
ter van den Doekla-pas. Tarnow is weer
in Oostenrijksch bezit. Opnieuw zijn
eenige schepen door Duitsche duik'booten
tot zinken gebracht.
De houding van italië.
De correspondent van de ,,Msd." seint
d.d. 6 Mei uit Lugano: De toestand in
Italië is ernstiger geworden, vele Duit
schers en Oostenrijkers hebben lieden
Italiië verlaten, uit vrees, dat de break
met de oude bondgenooten weldra zal
volgen. De beslissing zal spoedig vallen;
in afwachting daarvan blijven tal van
vluchtelingen voorloopig in Zwitserland.
De Duitsche bladen van gisteravond
hebben nog niet alle hoop opgegeven dat
de crisis zonder oorlog zal voorbijgaan.
De „Lok. Anz." zegt: In de onderhan
delingen tusschen Weenen en Rome is
nauwelijks eenige verandering an de laat
ste 24 uur gekomen. In spijt van den <>n-
miskenbaren ernst van den toestand is
nog geen beslissing gevallen. Een gerin
ge hoop bestaat, dat de moeilijkheden
overwonnen worden.
Het „Tag-ebl." zegt: Niets wijst op •ver
betering van den toestand maar ook niets
gebeurde dat wijst op een wijziging ten
kwade.
Von Bülow gaat voort te beproeven nog
overeenstemming tot stand te brengen. In
nieuwe besprekingen met Sonnino zal bet
nieuwe Oostenrijiksche voorstel weder
worden overwogen.
Het blad besluit: Duitschland wacht met
'hoop op een definitieve beslissing van
Italië en weet alleen niet of Italië z-ich
reeds lie eft gebonden ten opzichte van de
Geallieerden.
Het „Korr. Norden" bericht: Het ,„Beri.
Tageblatt" meldt dat in den politieken
toestand die door de quaestie tusschen
Italië en Oostenrijk geschapen is, sedert
eergisteren geen verandering is gekomen.
Pri-ns Von Bülow tracht voortdurend
overeenstemming tot stand te brengen;
Ihij had gisteren opnieuw een onderhoud
met. Sonnino. Het spreekt vanzelf dat bij
dit. onderhoud de laatste voorsteilen van
Oostenrijk-Hongarije, welke eergiste
ren der regeering van Italië nog niet he
kend waren besproken werden. F. oe
Sonnino, wiens geslotenheid bekend is,
na het gevoerde onderhoud over de 2aak
denkt-,-.is onbekend. Over het verloop van
den ministerraad, die daarna plaats vond,
werd ook niets bekend gemaakt.
„Er zou een deus ex machina in de ver
wikkelingen moeten 'ingrijpen, om den
dreigenden oorlog met Italië te verhinde
ren. Maar niemand weet, van welke zijde
hij zou moeten verschijnen, daar het meer
en meer duidelijk wordt, dat Italië zich
reeds maandenlang, volgens een overeen
komst met de Entente, in stilte op deel
neming aan het Euro pee sche conflict
heeft voorbereid, terwijl het door op sleep
touw gehouden onderhandelingen Duitsch
land en Oostenrijk in den waan bracht,
dat nog een minnelijke schikking kon
worden getroffen, zoo seint een corres
pondent van de „Tijd" uit Keulen d.d.
5 Mei. Oostenrijk zal bij een eventueel en
vrede toch reeds zware offers van te ver
liezen land moeten (brengen daar ma
ken de Re al-politici hier zich geen illusie
over, al zullen aan den bondgenoot van
Duitschland compensaties worden ver
leend maar dat nu reeds vrijwillig het
Italiaansch sprekende Triëst*, Istrië en
Dalmatië zouden worden prijsgegeven, is
in elk geval ontoelaatbaar en het kwade
voorbeeld' zou ernstige gevolgen kunnen
hebben voor andere gedeelten der toch
reeds zoo heterogene monarchie. Ook
Duüschland, hetwelk als bemiddelaar
reeds zooveel concessies van Oostenrijk
ten gunste van Italië verkreeg, kan daar
aan niet meedoen.
Aldus schijnt de krijg ook met Italië on
vermijdelijk, en al «blijft de Duitsche wils
kracht ongebroken, niemand ontveinst
zich, dat het voor (Duitschland, dat bij
het Italiaansch-Oostenrijksch conflict na
tuurlijk onmiddellijk mede den oorlog aan
Italië zal verklaren, een schier onmogelij
ke taak zal worden, tegen het geheel ge
wapende Europa den strijd te winnen. In
elk geval kan men er zeker van zijn, dat
de (haat tegen Engeland nog overtroffen
zal worden door den dan alle kracht
losbrekend-en haat tegen de ontrouw van
Italië, dat zijn woord breekt en de vroe
gere bondgenooten in den rug aanvalt,
zooals de „Köln. Volkszeitung" reeds
schreef.
Langer dan overmorgen kan de beslis
sing niet uitblijven."
Het merkwaardige van bovenstaand
(bericht is, de bewering, dat Italië een
overeenkomst zou hebben met de Entente.
Men weet, dat juist niemand tot nu toe
daaromtrent zekerheid heeft kunnen krij
gen en wij vragen ons af, hoe de corres
pondent aan deze stellige verklaring komt.
Ook over de eischen van Italië was men
in Duitsche en Oostenrijksche kringen tot
nu toe uiterst gereserveerd.
De Itaüaansche regeering heeft alle ver
loven voor officieren en soldaten ingetrok
ken. Men wil dezen maatregel in verband
brengen met de jongste voorvallen in
Afrika.
De H. Stoel en Italië.
De Romeinsche correspondent van de
„Tijd" schrijft: De hoogst gespannen toe
stand. die het uitbreken van het dreigen
de conflict tusschen It&lië en Oostenrijk
schijnt vooraf te gaan, wordt-in Vaticaan-
sche (kringen niet zonder vrees voor de
toekomst beoordeeld." Zij zouden uit den
aard der zaak een strijd tegen de bij uit
stek katholieke monarchie der Habsbur-
gers als een hoogst pijnlijken beschou
wen, afgezien nog van het avontuur,waar
in hij Italië zou stooten. Al zijn de Ita-
liaansche Katholieken goede patriotten,
en al hebben zij zich als zoodanig uitge
sproken in een verklaring van den Volks
bond, waarin zij zeggen van geen. offers
ten bate der natie te zullen terugschrik
ken, toch 'béheerscht hen eenige angst ten
aanzien van het magonnieke drijven tot
een oorlog, dat onmiskenbaar ib. Ook
vragen zij zich met bezorgdheid af, welke
de positie moet worden van den H. Stoel,
zoowel gedurende een Italiaansch-Oosten-
rijkschen oorlog als na de vredessluiting.
Indien 'ik goed ben ingelicht, zal ün elk
geval (het vrije verkeer met den H. Stoel
van de gezanten, thans bij het Vaticaan
geaccrediteerd, tijdens een eventueelen
oorlog worden gewaarborgd, en ook schijnt
de Italiaansche regeering bezield van den
levendigen wensch, om de Garantiewet r<a
te komen, een en ander om zich op een
correcte houding te kunnen beroepen je
gens den II. Stoel en geen onnoodige con
flicten met bondgenooten en bevriende
mogendheden te veroorzaken.
Of werkelijk een oorlog met Oostenrijk
zal uitbarsten, its op het oogenblik geens
zins met zekerheid te zeggen. Opmerke
lijk blijft* dat de „Osservatore Romano"
tot de laatste dagen toe stelselmatig op
het avontuurlijke van zulk een oorlog
heeft gewezen, en verklaard, dat'er alleen
in het alleruiterste geval vam onvermijde
lijkheid toe besloten mocht worden.
China en Japan.
Naar uit Tokio wordt gemeld zond Ja
pan aan China een ultimatum, waarop het
na 48 uur antwoord eischte.
De „Daily News" geeft, naar uit Lon
den aan de ,,N. R. Ct." wordt geseind, een
hoofdartikel over de Chineesch-Japansche
crisis, waarin de draak wordt gestoken
met een bewering van het Japansche ge
zantschap, dat China zoo onhandelbaar en
onvriendschappelijk is. Flet blad zegt, dat
de eischen van Japan harder zijp,dan die
van Oostenrijk-Hongarije aan Servië, welke
de reden zijn geweest van den tegenwoor-
digen oorlog. Het zou de laatste en droe
vigste tragedie van dezen oorlog zijn, ver
volgt de „Daily News", indien een van de
gevolgen daarvan zou zijn, dat een niet-
agressief volk, welks onafhankelijkheid en
integriteit, naar Primrose den llden Maart
in het Lagerhuis heeft herinnerd, door het
verbond tusschen Japan en Engeland is
gewaarborgd, beroofd moet worden door
een van de onderteekenaars van dat ver-
drag.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Sinds 1 Mei zijn de Duitschers ten O. en
ten N.O. van Yperen een heel stuk gevor
derd, wel een drie of vier Engelsche mijlen,
tusschen de 4 en 6 K.M. Het blijkt dat zij
verschillen de punten: de hoeren van Heule,
het Eksternest, het Pappotje en Nonnen-
bosschen hebben bezet, alsmede het park
of den tuin van de buitenplaats Herentho.
De Britten moesten terug naar een brugge-
hoofd vlak ten O. van Yperen gelegen, zegt
het communiqué.
„Havas" erkent dit het viel ook onmo
gelijk te ontkennen en drukt het zacht
uit door te zeggen, dat het Britsche leger
zijn front ten Oosten van Yperen, dat in
den loop der gevechten van de laatste we
ken een sterk uitstekende punt vormde,
„wijzigde" en dat het een betere stelling
bezette achter zijn vroegere linies. Deze
operatie, voegt „Havas" er tam bij, werd
uitgevoerd zonder slag of stoot.
Het Fransche officieele communiqué van
Woensdagavond zwijgt echter nog geheel
over dete manoeuvre en zegt alleen, dat
de dag rustig verliep; de bondgenooten
namen Dinsdag een Duitsche loopgraaf en
brachten hun stellingen tusschen Lizerne
en Het Sas, dat in hun handen is, vooruit.
Terwijl het Parijsche Woensdagmiddag
communiqué nog meldde, dat de Duitschers
werden teruggeslagen, en in de flank onder
vuur genomen door de Fransche artillerie,
geduchte verliezen leden.
Het groote Duitsche hoofdkwartier meldt
d.d. 6 Mei het volgende: Bij Yperen werden
verder vorderingen gemaakt door de inne
ming van de hoeve van Heule aan den
spoorweg MessinesYperen. Er werden
eenige honderden gevangenen gemaakt en
15 machinegeweren veroverd.
In het boschgebied ten Westen van Com-
bres vielen bij een aanval 4 Fransche offi
cieren, 135 man en 4 machinegeweren in
Duitsche handen.
De Duitschers deden tegelijkertijd een
aanval in het Bois d'Ailly, welke leidde
tot het verlangde succes. De Franschen
werden uit hun stellingen geworpen en
meer dan 2000 Franschen, onder wie 21 of
ficieren, gevangengenomen en 2 stukken
geschut en verscheidene machinegeweren
en mijnenwerpers buitgemaakt. De Fran
schen leden verder bloedige verliezen.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
In liet Oosten beginnen de Russen ten
gevolge van de Duitsch-Oostenrijksche
overwinning 'in West-Galicië hun stellin
gen in de Karpathen ten Z.W. van Dockla
te ontruimen, meldt Berlijn, terwijl vqa
Russische zijde, in het communiqué ui.
Petrograd, dit wel niet rechtstreeks wordt
toegegeven, riraar de inkleeding van di*
offiicieele bericht-, toch al duidelijk ver*
raadt, dat er althans veel van aan is: Dc
Duitschers brachten aanzienlijke nieuwe
troepen, gesteund door een zeer talrijke
artillerie in de gevechtslinie, zegt het, en
uit het hee'.e verdere bericht van de Rus
sische groote generale staf, van Woensdag
blijkt, dat op alle punten de Duitsche
bondgenooten het offensief behouden en
doorzetten.
Ook in liet hooge Noorden, bij Libau
is dit het geval; de Duitsche oorlogsbo
dems die daar „ontdekt" zijn, zullen ver
moedelijk deze havenplaats ook van de
zeezijde trachten in te sluiten en de po
sitie der Duitsche legers in de Oost-zee-
provinciën wordt dus blijkbaar sterk ge
noeg geacht om deze onderneming tot uit
voering te brengen.
Naar officieel uiit Weenen en Berlijn
wordt geseind zijn gistermiddag 4 uur tok
de laatste Russische stellingen op de hoog
ten Oostelijk van de Docnajets en Biala
door de Duitsch-Oostenrijksche troepen
veroverd. Sedert 10 uur gistermorgen is
Tarnow weer in Oostenrijksch bezit.
Het. aantal gevangenen bedraagt meer
dan 40.000.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De duikbootenoorlog,. De New-York
Herald" bevat een artikel, waarin wordt
gezegd: „Het blijkt hoe langer hoe duide
lijker, dat het stoomschip „Gulflight"-
niet doorzocht is en dat het zelfs geen or
der had ontvangen om bij te draaien. Het
voerde een groote Amerikaansche vlag en
werd getroffen beneden de waterlijn bij
helder water.
President Wilson staat op vasten bo
dem en heeft het geheele volk achter zich.-
Hij moet bewerken dat Duitschland de
zeerooversvlag neerhaalt of anders moet
hij haar zelf neerhalen."
De geheele Noorsche pers bespreekt
de torpedeering van de drie Noorsche
schepen „Laila", „Baldwin." en „Amerir
can' door Duitsche- duikbooten op scher
pe wijze.
De „Cayo Romano" meldt, dat zij
Woensdagmorgen werd aangevallen door
een Duitsche duikboot. Deze richtte een
torpedo maar miste.
FEUILLETON.
HEREENSGD.
Het was klaarlichte dag, toen hij het
oude verlaten huis -aan den boschweg be
reikte. De roovers hadden zich, ongedul
dig over het lange uitblijven van hun ka
pitein, op den grond neergelegd en lagen
ineen zwaren, diepen slaap; ook de oude,
stomme vrouw, die had gevvaak/t, had zich
naar bed begeven.
Wordt wakker, voor den duivel,wordt
wakker! riep Mack Dona'.d met donderen
de stem. Gij .slaapit -op een vulkaan, die
dreigt los te barsten. Gij slaapt-op een
kruitmagazijn! Wordt wakker, zeg ik.Wij
zijn verraden! Be vijand zit ons op de
hielen! Ge zijt verloren en voor de haaien
aR 'ge n-iet maakt, dat ge uit de voeten
komt!
-- Dood en duivel!
Verloren, zegt gij, Wat moeten we
doen?
Zoo schreeuwden allen door elkaar, ter-
%v'jl zij den zwaren slaap uit hun oogen
Wreven
-Het huis staat in brand! Het schip
zinkt en de duivel eischt zijn portie op!
riep Mack Donald ten antwoord.
Wat donders, kapitein, sclveelt tl?
Hebt ge het meisje gekregen of hebt ge te
w-el gedronken? vro'eg een van de man
nen.
Neen, Mac, ik heb liet meisje niet
regen en ook niet te v-eel gedronken,
•dunr de vervloekte heks heeft drie mijner
wste kameraden gevangen laten nemen:
Jack. Steffen en Dick zitten achter de tra-
Mes!
Voor den duivel!
Alle mannen sprongen rechtop.
Hoe is dat toegegaan? Vertellen, ka
pitein! riepen meerdere stemmen.
In der haast vertelde Mack Donald al
les, wat er gebeurd was, daarbij herhaal
delijk onderbroken door de kreten van
verbazing voor den moed van Kapitola.
Onze beste mannen heeft zij ons ontno
men en zij zelf is ontsnapt, maar vaster
dan ooit ben ik besloten haar in mijn
macht te krijgen. Intusschen, kameraden,
moeten we dit huis verlaten. De grond
brandt onder onze voeten, en we zijn bier
niet langer vei-Lig!
Ge hebt gelijk, kapitein!
Luistert. Wij moeten weinig praten
en snel handelen, Gij alle kent de duivels-
ketel?
Ja, kapitein!
Goed! Wat ge niet weet, wat niemand
weet is dit: ongeveer op de helft van de
glooiing van een afgrond in een rots
spleet is de ingang achter dicht klimop
verborgen naar een ruim en uitgestrekt
hol. Dat is van nu af onze schuilplaats.
Gaat nu allen aanstonds hier vandaan
en komt vannacht bijeen in die spelonk
op het gewone uur. Neemt alle wapenen,
alle proviand en al wat ons hier over
blijft. De stomme vrouw zal ons niet ver
raden. Zij kan hier blijven. Gauw, gauw!
Maar onze kameraden in de gevan
genis? zeide Mac.
Laat dit maar aan mij qver! ant
woordde Mack Donald. Doet, wat ik u ge
zegd heb. Ge zult heel gauw van mij hoo-
ren. V-oor het oogenblik 6taat onzer aller
léven op het spel. Maar geduld! Er is nog
niets verloren. En wat de schoone Kapi-
tola betreTt ik zal met haar afrekenen
tot den laatsten cent. Dat zweer ik! Zij
zal voor haar vermetelheid boeten en ik
zal haar in mijn macht krijgen, wat er
ook gebeure! Ik moet, ik wil haar verove
ren en ik zal het! Hét wordt een strijd op
leven en dood, goed het zij zoo. Zij gaat
er aan of ik.
XX.
Het was op een schflonen lenteavond,
toen Guido van het college te Washington
naar Willow Heights terugkeerde. Dokter
Day heette hem hartelijk welkom* Klara
reikte hem blozend de hand, en Marah
Rocke drukte met alle liefde, die een moe
der voor haar eenig kind kan gevoelen,
den jongenman aan haar hart.
Het stille landleven deed1 Guido goed,
na al het gedruisch der groote stad.
Hij arbeidde weer in de studeerkamer
van den dokter, reed met Klara over hoog
ten en door diepten en 's avonds was het
geselschap, even gelukkig als vroeger,
vereenigd om den gezelligen haard'.
Niet de minste belemmering werd aan
zijn samenzijn met Klara in den weg ge
legd, doch gedachtig aan de woorden zij
ner moeder bij zijn vertrek naar Washing
ton, vergat hij geen oogenblik den afstand
die hem scheidde voor altijd scheidde
van de erfgename van Willow Heights.
Aan Klara's fijn, vrouwelijk instinct ont
ging niets van hetgeen er leefde in de
ziel van den jongen man.
Zii had reeds sinds lang bemerkt, dat
hij, haar Liefhad en dat tilj manmoedig
streed met de omstandigheden, die hem
van haar scheidden, daar zij, volgens de
begrippen der wereld, veel te hoog stond
voor hem.
Zij begreep hem volkomen en, zijn edel
moedigheid en zielenadel bewonderende,
leed zij niet minder dan hij, zoo nog niet
meer. want ach, zij beantwoordde zijne
gevoelens van ganscher harte. En terwijl
Klara hun beider lot den Hemel aanbeval
en Guido met zichzeLf streed en tot groote
voldoening van den dokter zich aan zijne
studiën wijdde, gingen lente en zomer
voorbij.
Op een der laatste schoone zonnige
herfstdagen, liet dokter Day den jongen
man bij zich ontbieden om hem te zeggen,
dat het voor zijn toekomstige loopbaan
noodig was, dat hij naar het Westen ging,
naar St. Louis, om zijn dokterstitel te be
halen. Deze mededeeling drukte den jon
gen man neer als een Alp, doch hij ver
gat geen oogenblik het doeL, hetwelk hij
zich had voorgesteld. Misschien was deze
scheiding voor Klara en hem het beste,
en al si-rlderde hij ook bij de gedachte, dat
hij gedurende langen tijd Klara niet meer
zou zien, misschien nooit meer, of wel als
de vrouw van iemand anders. In elk ge
val het moest! Haar geluk gold het
meeste, niet het zijne.
Zooals de hand van den Almachtige,
die alles bestuurt, het zou schikken, zóó
was het. goed. Hij wilde niet vragen, niet
klagen, doch gelooven en vertrouwen.
Evenals voor de eerste maal, toen Guido
het huis verliet, om naar de universiteit
te gaan, "hielip- Klara ook ditmaal ijne
moeder zoo ijverig mogelijk hij de uitrus
ting van den jongen student, die op
nieuw de wereld zou ingaan, wie weet
voor hoe lang.
En toen alles gereed was, liet Marah
haren zoon de geheele toiletuitrusting
zien. waarvan elk stuk geteokend was met
het naamcijfer van den eigenaar.
Guido, zegde Marah, ge zult moei
lijk het'schoone van dit werk kunnen be-
oordeelen, naar ik vermoed, zeide Marah.
Ja wel, moeder, een beetje wel. Ik
heb u niet tevergeefs jaren lang zien wer
ken. De gouden draa/d, waarmee deze let
ters geborduurd zijn, is fijner dan de
fijnste zijde, die ik ook gezien heb, ant
woordde Guido met een gevoel van op
rechte bewondering.
Dat is ook zoo, zeide juffrouw Rocke,
want de gouden draad, die ge bedoelt, id
het gouden haar van Klara, hetwelk zij
gebruikt heeft om op dit alles uw naam
te borduren.
Verrast keek Guido op.
Zijn gelaat werd beurtelings rood en
bleek. Hij wiist niet wat te antwoörden.,
Ik iieb het u verteld mijn jongen,
omdat ik dacht, dat het u gelukkig zou
maken, als gij het weet, wanneer ge verre
van ons verwijderd zijt. En wanneer ge
teruggekeerd zult zijn, hoop ik, dat ge
sterk genoeg zult zijn geworden om u zelf
te overwinnen en Klara's vriendschap te
beantwoorden als vriend!
Moeder! stamelde Guido.
Ilij sprak met gebroken stem, hij kon
niets verder zeggen, wendde zich haastig
af en verliet de kamer.
(Wordt vervolgd.)