14 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAAKUanu No. 1674 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-vei *efterfng i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal Afzonderlijke nummers 21/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent WOENSDAG APRIL. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van t-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1--5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Brandstof. Voor 'het parlementaire vuurtje, dat al wo lang smeult under de rasoh, door de mobilisatie er over gestrooid, begint aar dig wat nieuwe brandstof bijeen, te ko- jiisn. We doelen hiermede niet op het bericht, dat van sociaal-democratische zijde breed voerige betoogen te waolxten zijn bij de behandeling van het buitengewoon crediet yoor oorlog, want och: de lengte houdt daar o zoo weinig verband met 'de diepte, be iroode heeren willen na hun Paasch congres weer eens wat kleur latien zien, dat 's alles. Veel behoeven we ons baar niet van aan 'tè trekken. Neen. 't is eer de regeering-zelf, die brandstof aan/brengt. Om te beginnen is daar de quaestie van de koers der Indisohe leenkng, waar omtrent nog steeds niet alle licht opging en nu komt daar nog bij de böla/ng-djke aangelegenheid der verschaffing van Rijkswege van levensmiddelen ,aan on- en im in vermogen den Reeds op zichzelf ware dit novum een ding van groote beteeke-nis, ook om sijn verstrekkende gevolgen, maar nu komt daar nog bij, dat naar luid dier beirich- tusschen de ministers van Land bouw en Financiën fte dezer zake geen vooroverleg heeft plaats gehad. We zijn tegenwoordig aan zooveel schokkende tijdingen gewoon, dat men geneigd wordt over zoo iets heen te le zen, wijl die oorlog er immers niet mede opschiet. Maar we hebben hier met dat al een geval van ministerieele kortsluiting, dat wel eens ernstige gevolgen zou kun nen hebben gelukkig slechts voor onze binn enl andsche polati ek De bekende circulaire over die levens mid delenverstrekking bracht reeds veel beroering bij de burgemeesters van meer dere steden en nu nog dat gemis aan sa men wei-kiiw .in Den Ha no- rlnif. _7.iinVip zal'wel mos loopein. Men ziet: brandstof genoeg op 't li in nen hof. De tactiek. Volgens het „Hbld." verwacht men in politieke kringen, dat de behandeling vqn het Buitengewoon Krediet voor Oorlog in de Kamer vrij langen tijd zal vorderen. Men' heeft o. a. reden aan te nemen, dat van sociaal-democratische zijde breedvoe rige discussies zullen worden gevoerd. Als de verwachting juist is, *als de so ciaal-democratische leden "werkelijk bij de oorlogscredieten breedvoerig zullen dis cussieeren, dan werpt deze manier van doen weer eens een helder licht op hun tactiek. Op het Paaschcongres besloot men één te zijn inzake de noodzakelijkheid onzer landsverdediging. In do Kamer zal men dan weer eens zijn hart gaan ophalen aan critiek. Dat is de tactiek der roode partij! Critiek in de Kamer treft toch geen doel, heeft toch geen practisch gevolg voor onze landsverdediging, maar... de ontevreden elementen in de partij lijmt men er mee, men behaalt er mee wat ge zouclt kunnen noemen: éen schellinkjes- succes. De ontevredenen meesmuilen, als zij de roode Kamerleden hooren schetteren op leger en vloot, als zij zoo iets opvangen van het ,,geen 'cent en geen man" en.... zij vergeten, dat op het Paaschcongres i's besloten ten opzichte van de landsverde diging precies hetzelfde na te streven als... d£ burgerlijke partijen. O, bedriegelijke roode tactiek! Het 8.8. The President door een Duit- sche duikboot aangevallen. De bemanning te Plymouth binnengebracht. De Mag- dalena Blumenthal bij Olland gestrand. Het s.s. Guernesey bij Kaap La Hague op de rotsen geloopen. Van h at Westelijk oorlogs terrein. Hieit ,,Hhkl." igeeft bet volgend typee rend oorlogspraatje, gehoord op een tram. /Een paar heeretn stonden op het ach- terbalcoin van een wagen over de oorlogs berichten tie praten. Zij maakten verge lijkingen oveir de verschillende opgaven, die met geen mogelijkheid met e,lik aar in overeenstemming te brengen zijn. Na veel heen en weer gepraat, zeide plotseling iemand: ,,Het is een gezegende oorlog, heeren". Verbaasd opkijken van verschillende zijdiGn, naar den spreker, die geheimzin nig glunderde. Waarom gezegend?" vroeg een ander. „Ben vervloekte oorlog- is het!" .„Weirveen, mijnheer", antwoordde de eerste: „gezegend. Want iedereen wint, en niemand verliest". Dien indruk moet men wel krijgen, bij het dagelijks doorwerken der telegram men uit _dft_.ïaomaDlviUumJ- w;i.i±ia- •ren: iedereen wint, voortdurend, ert op. alle slagvelden. Het za.l niemand verwonderd hebben, dat met de krijgsoperateis van de vorige week het laatste woord van die actie in de streek tusschen Moezel en Maas nog niet gesproken zou zijn. Van beide zijden zet men den strijd voort. De Franschen met het nog niet bereikt doel voor oogen, St. Mibiel zoo mogelijk van zijn basis af te snijden. En de Duiiitschers naar te vermoe den valt om zlieh de op verschillende pun ten voorwaarts dringende Franschen van het lijf te houden. Officieel wordt uit biet Duitsohe hoofd kwartier gemeld: De Franschen beweren vijftig bommen op het zeeatataion en een gieterij te Brugge geworpen te hebben. Ei1 vielen echter slechts negen bommen iin de omgeving vaei Ostende en twee bij Brugge, zonder schade aan te richten. Wij hebben daarna hedennacht op de door de En gelachen bezette plaatsen Po- peringhe, Hazebrouck en Galssel verschel den bommen geworpen. Bij Berry-au-Biac drongen de Franschen des nachts in een onzer loopgraven. Zij werden echter terstond weder terugge dreven. Een vijandelijke vliegeraanval in de streek ten oosten van Rheims mislukte. Ten noordoosten van Snippers werden te gen ons wederom projectielen met bedwel mende g.asontwikkeling gebezigd. Tusschen Maas en Moezel zetten de Franschen hun offensief voort, op som- miigo plaatsen met hevigheid, doch zonder resultaat. Drie aanvallen i(n de ochtend uren bij Maizeroy ten oosten van Verdun werden afgeslagen, onder zware verliezen aan de. zijde van den vijand door ons vuur. Des middags en 's avonds bij Mar- oheville, ten zuidwesten van Maizeroy gedane aanvallen, waarbij de vijand ster ke kolonnen in den strijd bracht, hadden den zelfden afloop. De aanval, welke heden bij het aanbreken van den dag op bet front Maizeroy-MaroheviHe gedaan werd, is weder met zeer aanzienlijke verliezen voor den vijand afgeslagen. In het Bois-le-Prètne hadden overdag en 'e nachts verbitterde gevechten van man tegen man plaats, waarbij wij langzaam terrein wonnen. Ten zuiden van H.artmannsweilerkopf werd gisterenavond een Fransche -aanval Het Fransche communiqué luidt: Van de zee tot de A/isne valt niets te vermei' den, behalve eenige ari.ilerie-acties. Ten oosten van Berry-au-Bac veroverden de Franschen een Duitsche loopgraaf. In Argonne worden gevechten met mijnen en bommen tusschen de loopgraven gele verd. Tusschen Maas en Moezel kwamen de Fransche troepen op verschillende punten tot aan de prikkel draadversper ringen der vijandelijke verdedigingslinie. Gedurende den nacht van 11 op 12 dezer hebben de Duitschers bij Eparges, na vrij levendig geschut- en geweervuur, om ha.lf- vijf een tegenaanval gedaan. Zij werden echter teruggedreven. In het bosch van Ailly en de streek van Fli-rey hadden ar tillerie-gevechten .plaats, zonder actie van de infanterie. In het Boisde-Prêtre werd den llen dezer tegen vijf uur een aanvals- poging gedaan, die gemakkelijk verijdeld werd. In den loop van den 12,en dezer ver joegen de Franschen de Duitschers uit een deel van de loopgraaf, waarin zij zich 'cPen nacht van ïi op ^2 dezer Tegen halft-wee wierp een Duitsch luchtschip ze ven bommen op Nancy, "waarvan een bij een burgerhospitaal, een andere bij een school viel. Op twee plaatsen werd ten begin van brand spoedig gebluscht. Van het Oostelijk oorlogs terrein. De correspondent van de ,,N. R. Crt." seint uit Londen de volgende' beschou wing. ,,In militaire kringen alhier acht men het waarschijnlijk, dat de krijgsverrich tingen in de Karpathen hun einde nade ren. Op 't oogenblik brengen de Duitschers en Oostenrijkers alle beschikbare troepen van Nida, Bzura, Weichsel en Narew daarheen. Ook de Beieren worden uit Zuid-Duitschland en Tyrol, waar zij als wachters aan de Italiaansche grens wa ren gesteld, erheen gevoerd. Toch schij nen deze" maatregelenniet in staat om den opmarsch der Russen, die aan beide zij den van. den spoorweg naar Homonna gestadig vorderingen maakt, te stuiten." De redenatie is duidelijk. De Oostenrij kers en Duitschers hebben nu in de Kar pathen vrijwel alle troepen ter versterking aangebracht, die zij bij mogelijkheid bij eikaar konden krijgen. Toch „schijnen'' deze maatregelen niet in staat den op marsch der Russen te stuiten. Derhalve is het waarschijnlijk, dat de krijgsverrich tingen in de Karpathen hun einde nade ren, d. w. z. dat de beslissing eerlang ten voordeele der Russen zal vallen. In bovengenoemde redeneering schuilt o. i. wel eenige waarschijnlijkheid, zij 't dan niet een zeer groote. Verschillende Oorlogs berichten. Schip gestrand. Het Hamburgs^he stoomschip „Magdalena Rlumemtihal" met 2200 ton steenkolen van Steit.tAn naai' Oxe-losund onderweg Is aan de zuidelijke landtong van O.eland gestrand. De toe stand is criitaek. Hie<t schip jis ernstig lek gesprongen. Bergingssohepen zijn bij het schip aangekomen. Nog een scheepsramp. Wederom is een stoomschip slachtoffer gewoTden \an den oorlog, zij het dan ook niet door di rect optreden van oorlogvoerenden. De „Times" meldt, dat het stoomschip „Guernsey", dat in garegelden dienst voer van Cherbourg naar Southampton, op df rotsen is geloopen, niet ver van den vuur toren van Kaap La Hague. Van de be manning van 19 koppen verdronken de kapitein en zes matrozen. De oorzaak van de ramp ligt vermoede lijk in het feit, dat de vuurtoren, met het oog op den oorlog niet brandtt. Getorpedeerd? De „Times" van Maan dag meldt, dat het stoomschip „The Pre sident" diooir een duikboot zou zijn aan gevallen. De bemanning van 10 koppen werd door een torpedojager naar Ply mouth gebracht. Er wordit niet medege deeld of het schip al of niet was gezonken, noch welke cle aard ervan was. De Australische hulp aan het Britsche Rijk. De jongste hulp van Australië aan het «rijk bestaat i'n de zending van 100 ge- neesheeren. De Duitsche broodquaestie. De on- Roasicke en Hoesch vragen in een adres aan de regeering een dergelijke wijziging •in de broodverdeeling, dat personen, dié lichamelijken arbeid verrichten grooïere hoeveelheden ontvangen dan thans; zij stellen voor dat bijzondere veheenrgingen de niet gebmikte gedeelten van brood kaarten zuLlen in ontvangst nemen en uit het aldus bespaarde quantum brood de arbeiders met extra porties brood beden ken. De negeering nam dit voorstel in welwillende overweging. Turksch kamp gebombardeerd. Een communiqué van het Fransche ministerie van Marine deelt mede, dat het Fransche pantserschip ,,St. Louis" 'gisteren met me dewerking van Fransche watervliegtuigen een belangrijk Turksch kamp bij (iara heeft gebombardeerd. Bommen op een stoomschip. Naar men verneemt, is er naar het Maandag van Liverpool te Rotterdam aangekomen stoomschip „Imber", der Cork Steamship Company, ter'hoogte van den Noord-Hin der, vijf bommen geworpen uit een een dekker, die op een goede 300 M. hoogte boven het stoomschip en in dezelfde richting vloog. De bommen vielen alle langs zijde zonder eenige schade te ver oorzaken. Zonnebloemen om de olie. De minis ter van spoorwegen in Pruisen heeft de verschillende spoorwegdirecties ernstig in overweging gegeven maatregelen te ne men om zoo spoedig mogelijk over te gaan tot het aanplanten van groote hoeveelhe den zonnebloemen op de velden om en nabij de stations en langs de lijnen waar de niet vette, droge gronden zich bijzonder tot dezen aanplant leenen. Het zaad van de zonnebloem moet een goede soort olie opleveren, die bij het be reiden van spijzen best te gebruiken is, alsmede voor het fabriceeren van kunst boter en ook voor andere doeleinden, waar op vooral bij de schaarsclite aan vet dient gelet te worden. De overblijfselen der bloem moeten, ge droogd, ook een goed voedingsmiddel zijn. Maïs uit een Zweedsch stoomschip. Volgens nadere berichten over de maïs uit het Zweedsche stoomschip „England", schat men de winst, die met den verkoop aan Duitschers is gemaakt, op 500,000 kronen. De verkooper was een voor dat doel opgerichte vennootschap te Gefle, ge naamd Ageros, met een kapitaal van slechts 25,000 kronen. De Zweedsche regeering heeft alsnog een verordening uitgevaardigd, waarbij een-handeling als die van de Ageros met een boete van ten hoogste 10,000 kronen wordt gestraft. Een kleinigheid, naar men ziet. Ook zegt men, dat de regeering de opge slagen levensmiddelen te Landskrona wil onteigenen tegen prijzen, die alle specu lanten zal afschrikken om zich verder in dergelijke ondernemingen te wagen. De heele Zweedsche pers uit baar ver ontwaardiging over den smokkelhandel, dié dezer dagen in verschillende gevallen aan het licht is gekomen. Een lading traan. Uit Kopenhagen komt bericht, dat het stoomschip „Ster ling", in Maart daar met lading traan van de F&röer aangekomen, onderweg door een Engelsch oorlogsschip werd aan gehouden en eerst doorgelaten na de ver klaring, dat de traan in Denemarken zou worden gebruikt. De firma, waar de la- vèïkTaViïï'g kr."r/ë&rthahidr"^rKuem:1 de traan aan tusschenhandelaars, die ze, naar zij wist, naar Duitschland wilden uitvoeren. De minister van justitie heeft dien verkoop echter verboden. Een broeder van Z. H. den Paus overleden. Men seint aan de „Tijd": Zondag overleed te Pegli de markies Guilio della C.hiesa, de jongste broeder van Z. H. den Paus, in den ouderdom van 54 jaren, aan longontsteking. Z. II. heeft alle audiënties afgezegd. I-Iet huwelijk van markies Giuseppe del- la Chiesa en markiezin Giulia Migliorata was gezegend met drie .zoons en eene dochter. De oudste °is de gepensionneerde vice-admiraal Giovanni, de tweede Giaco- mo, bekleedt thans den Stoel van den II. Petrus, de derde, Giulio, woonde te Pegli bij Genua en was langen tijd, evenals de vader, marine-officier. Toen de tegenwoordige Paus Kardinaal Rarnpolla naar de Staatssecretarle was gevolgd, bewoonde de thans overledene met Mgr. della Chiesa en hun moeder op de Piazza San Eustachio te Rome het pa leis Brazza. De Paus.is door het overlijden van zijn jongsten broeder, wien hij oen bijzondere genegenheid toedroeg, zeer getroffen, FEUILLETON. HEREENIGD. 13) 1 Welaan, iga dan naar dile vrouw te rug en zeg haar, dat, indien haar leven haar lief is, zij het nooit meer wagen moet mijn naam te noemen, j.a zelfs ook maar aan mij te denken! Sir, dat kan uw bedoeling niet zijn! Juffrouw Rocke is die edelste vrouw der wereld. Ik acht het mijn plicht, haar te beschermen! De edelste vrouw der wereftl! riep James Warfield op hoonenden toon. Ja, zie nu duidelijk in, dat ge niets van haar weet, Herbe.Dt. I'k moet u een mede deel,ing doen; maar onder vier oogen. Kom met mij mee naar de bibliotheek! En Majoor Warfield stond op en ging "ten jongen man voor door de hal naar <te biblio'fcheekkamer. Kapltola, die een stomme getuige was geweest van het geheel tooneel, bleef al teen achter. Wat had dat alles te betee- benen? in welke betrekking stond de vnouw, waarvan hier sprake was, tot majoor Warfield en misschien tot haar zelf? Een onverklaarbaar iets had, sinds zij dit huis betreden had, de vraag naar haar afkomst op hare lippen doen bester- wm. Een blik op den man, die haar bier heen had gebracluti één blik in zijn ver weerd gelaat ontnam haar telkens den htoetf om een vraag te stollen, die het ge heim betrof van haar leven; een geheim, waarover James Warfield zoo streng den sluier hield uitgespreid. Vandaar dat zij ziich zelf pijnigde met duizend vragen en .toch niet "de oplossing vermocht te vinden van het raadsel, dat donkerder was dan de afgrond onder het valluik van haar kamer, donker voor i aar als het geheim van den dood, waarom trent nog geen stem van gene zijde des grafs getuigenis heeft gegeven. In de bi- bliotheekikamer aangekomen, wierp ma- jaar Warfield zich in een ouden leenen ze tol neer naast de schrijftafel, aan zijn jeugdigen begeleider een wenk gevende omi tegenover hem plaats te nemen. In den schoorsteen gloeide een zwak vuur en Herbert wilde juist opstaan om licht te gaan halen, toen de majoor hem terug riep: Neen, neen, geen licht! Wat ik u te1 vertellen heb,, kan het daglicht niet zlien, maar moet verteld worden in de diepste duisternis. Ga zitten en Hulster! "Wat tot dusverre slechts bekend was aan de muren van Hurricane Hall, heel het vreeselijke drama ge zult het *'eme nnen. Wat ik u onthullen wil, te het ge heim mijns levens! Gedurende eenige minuten heérschte er ;in het donkere verstrek stilte, zoo dat men niets hoorde dan den slag van de klok in de hal en het gelijkmatige tikken van een houtworm, die in het houtwerk van den wand werkte. Ten .slotte, na te Voren nog eenmaal diep, en zwaar adem geschept te hebben, begon James Warfield: Ik was vijf-en-derbig jaar, toen ik de grootste dwaasheid mijns levens beging. Ik werd verliefd op een jong meisje en trouwde met baar, omdat zij een Eef ge zichtje, zachte bruine oogen en een stem had, zoo zoet als die van een engel; om dat hare wangen bloosden en haar oogen glansden,, wanneer zij mij antwoordde; omdat haar geheele gelaat zich verhei- derde, wanneer ik kwam, en bedroefd werd, wanneer ik heenging. Ik huwde met haar in het geheim, omdat ik mijn kameraden, de andere officieren, met wie :ik bij hetzelfde regiment was ingedeeld, vreesde, en bracht mijn jonge vrouw naar een diep in het bosch gelegen huis. Van de geheele wereld gescheiden, beleefden wij hier eenige schoone dagen. Iliet glim lachje van mijn jonge vrouw verjoeg alle wolken van mijn voorhoofd, wat mij ook mocht overkomen. Ik begreep niet, hoe ik tot dusverre had kunnen leven zonder den zonneschijn van zulk een geluk,, zoo- als mij thans ten deel was gevallen, en dat ik onophoudelijk bewaakte en be schermde als de gierigaard zijn schat en de tijger zijn welpen. ,,Ik hield waanzinnig veel van mijn vrouw en deze liefde maakte mij ijver zuchtig. Doch zij scheen mij trouw als goud. Totdat ik op zekeren avond thuis komende, daar iemand op bezoek vond, in wien jk de verstoorder meende te zien van mijn huwelijksgeluk. Buiten mijzel- yen van woede, viel ik op den ellendeling aan en liet hem voor dood liggen. Ik ver stiet die vrouw en nikte uit mijn hart al wat mij te iharen voordeele wilde spreken. „Die man was Gabriel Le Noir God moge hem voor eeuwig vervloekt hebben! En die vrouw was Marah Rocke God moge haar vergiffenis schenken, ik kan het niet! Ik verstiet haar en hoorde nooit iets meer van haar; zij moest dood zijn voor mij. Ik zou het niet hebben over leefd, indien mijn leed aan de wereld be kend ware geworden! En lange eenzame jaren leefde ik in dit oude huis, om toch maar niemand te zien, wiens aanblik mijn verdriet zou kunnen vergroeien. Ik ontvluchtte de wereld. De ontrouw van één mensoh maakte mij tot vijand van de geheele menschheid. En 'dat is de reden, waarom al wat deze vrouw doet, ïooit edel en goed zijn kan! Zij is dood voor mij ik wil nooit meer iets van haar hooren!" En James Warfield wischte zidh het zweet van het voorhoofd. Ontroerd ant woordde Herbert: Oiom, ik heb uw geschiedenis aange hoord en ben doordrongen van de op rechtheid uwer woorden. Maar ik ver klaar u, zonder de verdediging van uw vrouw te hebben, vernomen, dat ik geloof aan hare onschuld als aan die van een engel. Ik ben er van overtuigd, dat gij u zelf bedrogen en de arme vrouw onrecht hebt aangedaan, en ik ben er zeker van, dat er een dag zal komen, waarop de hand, die niets verborgen, laat blijven, den sluier zal oplichten en de waarheid aan het licht zal doen komen! Een. luide spotlach was bet eeniige ant woord van James Warfield,, terwijl hij opstond en met haastigen tred de kamer verliet. VI. Sinds Herbert Greyson uit het huisje van juffrouw Rocke vertrokken was, wa ren dagen verloopen en nog altijd was er van hem geen bericht ontvangen. Maar de postverbinding met Staunton liet dikwijls veel te wenschen over, zoodat de weduwe zich volstrekt niet ongerusb maakte. Van dag tot dag wachtte zij de gelukkige tijding, die haar, zooals zij vast geloofde, uit Hurricane Hall bereiken moest. Eindelijk, op zekeren morgen, keerda Guido naar huis terug, een brief in do hand houdende en ermee zwaaiende. Juf frouw Rocke kon nauwelijks haar onge duld bedwingen en bij het openen van den brief dreigde haar bevende vingers hun dienst te weigeren. Haar hart kloplo zóó hevig, dat het dreigde te springen en haar geheele wezen verkeerde in de groot ste opgewondenheid. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1