14
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAAKUanu
No. 1674
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-vei *efterfng
i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal
Afzonderlijke nummers 21/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
APRIL.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van t-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1--5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Brandstof.
Voor 'het parlementaire vuurtje, dat al
wo lang smeult under de rasoh, door de
mobilisatie er over gestrooid, begint aar
dig wat nieuwe brandstof bijeen, te ko-
jiisn.
We doelen hiermede niet op het bericht,
dat van sociaal-democratische zijde breed
voerige betoogen te waolxten zijn bij de
behandeling van het buitengewoon crediet
yoor oorlog, want och: de lengte houdt
daar o zoo weinig verband met 'de diepte,
be iroode heeren willen na hun Paasch
congres weer eens wat kleur latien zien,
dat 's alles. Veel behoeven we ons baar
niet van aan 'tè trekken.
Neen. 't is eer de regeering-zelf, die
brandstof aan/brengt.
Om te beginnen is daar de quaestie
van de koers der Indisohe leenkng, waar
omtrent nog steeds niet alle licht opging
en nu komt daar nog bij de böla/ng-djke
aangelegenheid der verschaffing van
Rijkswege van levensmiddelen ,aan on- en
im in vermogen den
Reeds op zichzelf ware dit novum een
ding van groote beteeke-nis, ook om sijn
verstrekkende gevolgen, maar nu komt
daar nog bij, dat naar luid dier beirich-
tusschen de ministers van Land
bouw en Financiën fte dezer zake geen
vooroverleg heeft plaats gehad.
We zijn tegenwoordig aan zooveel
schokkende tijdingen gewoon, dat men
geneigd wordt over zoo iets heen te le
zen, wijl die oorlog er immers niet mede
opschiet. Maar we hebben hier met dat al
een geval van ministerieele kortsluiting,
dat wel eens ernstige gevolgen zou kun
nen hebben gelukkig slechts voor onze
binn enl andsche polati ek
De bekende circulaire over die levens
mid delenverstrekking bracht reeds veel
beroering bij de burgemeesters van meer
dere steden en nu nog dat gemis aan sa
men wei-kiiw .in Den Ha no- rlnif. _7.iinVip
zal'wel mos loopein.
Men ziet: brandstof genoeg op 't li in
nen hof.
De tactiek.
Volgens het „Hbld." verwacht men in
politieke kringen, dat de behandeling vqn
het Buitengewoon Krediet voor Oorlog in
de Kamer vrij langen tijd zal vorderen.
Men' heeft o. a. reden aan te nemen, dat
van sociaal-democratische zijde breedvoe
rige discussies zullen worden gevoerd.
Als de verwachting juist is, *als de so
ciaal-democratische leden "werkelijk bij de
oorlogscredieten breedvoerig zullen dis
cussieeren, dan werpt deze manier van
doen weer eens een helder licht op hun
tactiek.
Op het Paaschcongres besloot men één
te zijn inzake de noodzakelijkheid onzer
landsverdediging.
In do Kamer zal men dan weer eens
zijn hart gaan ophalen aan critiek.
Dat is de tactiek der roode partij!
Critiek in de Kamer treft toch geen
doel, heeft toch geen practisch gevolg
voor onze landsverdediging, maar... de
ontevreden elementen in de partij lijmt
men er mee, men behaalt er mee wat ge
zouclt kunnen noemen: éen schellinkjes-
succes. De ontevredenen meesmuilen, als
zij de roode Kamerleden hooren schetteren
op leger en vloot, als zij zoo iets opvangen
van het ,,geen 'cent en geen man" en....
zij vergeten, dat op het Paaschcongres i's
besloten ten opzichte van de landsverde
diging precies hetzelfde na te streven als...
d£ burgerlijke partijen.
O, bedriegelijke roode tactiek!
Het 8.8. The President door een Duit-
sche duikboot aangevallen. De bemanning
te Plymouth binnengebracht. De Mag-
dalena Blumenthal bij Olland gestrand.
Het s.s. Guernesey bij Kaap La Hague
op de rotsen geloopen.
Van h at Westelijk oorlogs
terrein.
Hieit ,,Hhkl." igeeft bet volgend typee
rend oorlogspraatje, gehoord op een tram.
/Een paar heeretn stonden op het ach-
terbalcoin van een wagen over de oorlogs
berichten tie praten. Zij maakten verge
lijkingen oveir de verschillende opgaven,
die met geen mogelijkheid met e,lik aar in
overeenstemming te brengen zijn. Na veel
heen en weer gepraat, zeide plotseling
iemand: ,,Het is een gezegende oorlog,
heeren".
Verbaasd opkijken van verschillende
zijdiGn, naar den spreker, die geheimzin
nig glunderde. Waarom gezegend?"
vroeg een ander. „Ben vervloekte oorlog-
is het!"
.„Weirveen, mijnheer", antwoordde
de eerste: „gezegend. Want iedereen wint,
en niemand verliest".
Dien indruk moet men wel krijgen, bij
het dagelijks doorwerken der telegram
men uit _dft_.ïaomaDlviUumJ- w;i.i±ia-
•ren: iedereen wint, voortdurend, ert op.
alle slagvelden.
Het za.l niemand verwonderd hebben,
dat met de krijgsoperateis van de vorige
week het laatste woord van die actie in de
streek tusschen Moezel en Maas nog niet
gesproken zou zijn. Van beide zijden zet
men den strijd voort. De Franschen met
het nog niet bereikt doel voor oogen, St.
Mibiel zoo mogelijk van zijn basis af te
snijden. En de Duiiitschers naar te vermoe
den valt om zlieh de op verschillende pun
ten voorwaarts dringende Franschen van
het lijf te houden.
Officieel wordt uit biet Duitsohe hoofd
kwartier gemeld: De Franschen beweren
vijftig bommen op het zeeatataion en een
gieterij te Brugge geworpen te hebben.
Ei1 vielen echter slechts negen bommen
iin de omgeving vaei Ostende en twee bij
Brugge, zonder schade aan te richten.
Wij hebben daarna hedennacht op de
door de En gelachen bezette plaatsen Po-
peringhe, Hazebrouck en Galssel verschel
den bommen geworpen.
Bij Berry-au-Biac drongen de Franschen
des nachts in een onzer loopgraven. Zij
werden echter terstond weder terugge
dreven.
Een vijandelijke vliegeraanval in de
streek ten oosten van Rheims mislukte.
Ten noordoosten van Snippers werden te
gen ons wederom projectielen met bedwel
mende g.asontwikkeling gebezigd.
Tusschen Maas en Moezel zetten de
Franschen hun offensief voort, op som-
miigo plaatsen met hevigheid, doch zonder
resultaat. Drie aanvallen i(n de ochtend
uren bij Maizeroy ten oosten van Verdun
werden afgeslagen, onder zware verliezen
aan de. zijde van den vijand door ons
vuur. Des middags en 's avonds bij Mar-
oheville, ten zuidwesten van Maizeroy
gedane aanvallen, waarbij de vijand ster
ke kolonnen in den strijd bracht, hadden
den zelfden afloop. De aanval, welke heden
bij het aanbreken van den dag op bet
front Maizeroy-MaroheviHe gedaan werd,
is weder met zeer aanzienlijke verliezen
voor den vijand afgeslagen.
In het Bois-le-Prètne hadden overdag en
'e nachts verbitterde gevechten van man
tegen man plaats, waarbij wij langzaam
terrein wonnen.
Ten zuiden van H.artmannsweilerkopf
werd gisterenavond een Fransche -aanval
Het Fransche communiqué luidt: Van
de zee tot de A/isne valt niets te vermei'
den, behalve eenige ari.ilerie-acties. Ten
oosten van Berry-au-Bac veroverden de
Franschen een Duitsche loopgraaf. In
Argonne worden gevechten met mijnen
en bommen tusschen de loopgraven gele
verd. Tusschen Maas en Moezel kwamen
de Fransche troepen op verschillende
punten tot aan de prikkel draadversper
ringen der vijandelijke verdedigingslinie.
Gedurende den nacht van 11 op 12 dezer
hebben de Duitschers bij Eparges, na vrij
levendig geschut- en geweervuur, om ha.lf-
vijf een tegenaanval gedaan. Zij werden
echter teruggedreven. In het bosch van
Ailly en de streek van Fli-rey hadden ar
tillerie-gevechten .plaats, zonder actie van
de infanterie. In het Boisde-Prêtre werd
den llen dezer tegen vijf uur een aanvals-
poging gedaan, die gemakkelijk verijdeld
werd. In den loop van den 12,en dezer ver
joegen de Franschen de Duitschers uit
een deel van de loopgraaf, waarin zij zich
'cPen nacht van ïi op ^2 dezer Tegen
halft-wee wierp een Duitsch luchtschip ze
ven bommen op Nancy, "waarvan een bij
een burgerhospitaal, een andere bij een
school viel. Op twee plaatsen werd ten
begin van brand spoedig gebluscht.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
De correspondent van de ,,N. R. Crt."
seint uit Londen de volgende' beschou
wing.
,,In militaire kringen alhier acht men
het waarschijnlijk, dat de krijgsverrich
tingen in de Karpathen hun einde nade
ren. Op 't oogenblik brengen de Duitschers
en Oostenrijkers alle beschikbare troepen
van Nida, Bzura, Weichsel en Narew
daarheen. Ook de Beieren worden uit
Zuid-Duitschland en Tyrol, waar zij als
wachters aan de Italiaansche grens wa
ren gesteld, erheen gevoerd. Toch schij
nen deze" maatregelenniet in staat om den
opmarsch der Russen, die aan beide zij
den van. den spoorweg naar Homonna
gestadig vorderingen maakt, te stuiten."
De redenatie is duidelijk. De Oostenrij
kers en Duitschers hebben nu in de Kar
pathen vrijwel alle troepen ter versterking
aangebracht, die zij bij mogelijkheid bij
eikaar konden krijgen. Toch „schijnen''
deze maatregelen niet in staat den op
marsch der Russen te stuiten. Derhalve
is het waarschijnlijk, dat de krijgsverrich
tingen in de Karpathen hun einde nade
ren, d. w. z. dat de beslissing eerlang ten
voordeele der Russen zal vallen.
In bovengenoemde redeneering schuilt
o. i. wel eenige waarschijnlijkheid, zij 't
dan niet een zeer groote.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Schip gestrand. Het Hamburgs^he
stoomschip „Magdalena Rlumemtihal" met
2200 ton steenkolen van Steit.tAn naai'
Oxe-losund onderweg Is aan de zuidelijke
landtong van O.eland gestrand. De toe
stand is criitaek. Hie<t schip jis ernstig lek
gesprongen. Bergingssohepen zijn bij het
schip aangekomen.
Nog een scheepsramp. Wederom is
een stoomschip slachtoffer gewoTden \an
den oorlog, zij het dan ook niet door di
rect optreden van oorlogvoerenden.
De „Times" meldt, dat het stoomschip
„Guernsey", dat in garegelden dienst voer
van Cherbourg naar Southampton, op df
rotsen is geloopen, niet ver van den vuur
toren van Kaap La Hague. Van de be
manning van 19 koppen verdronken de
kapitein en zes matrozen.
De oorzaak van de ramp ligt vermoede
lijk in het feit, dat de vuurtoren, met het
oog op den oorlog niet brandtt.
Getorpedeerd? De „Times" van Maan
dag meldt, dat het stoomschip „The Pre
sident" diooir een duikboot zou zijn aan
gevallen. De bemanning van 10 koppen
werd door een torpedojager naar Ply
mouth gebracht. Er wordit niet medege
deeld of het schip al of niet was gezonken,
noch welke cle aard ervan was.
De Australische hulp aan het Britsche
Rijk. De jongste hulp van Australië aan
het «rijk bestaat i'n de zending van 100 ge-
neesheeren.
De Duitsche broodquaestie. De on-
Roasicke en Hoesch vragen in een adres
aan de regeering een dergelijke wijziging
•in de broodverdeeling, dat personen, dié
lichamelijken arbeid verrichten grooïere
hoeveelheden ontvangen dan thans; zij
stellen voor dat bijzondere veheenrgingen
de niet gebmikte gedeelten van brood
kaarten zuLlen in ontvangst nemen en uit
het aldus bespaarde quantum brood de
arbeiders met extra porties brood beden
ken. De negeering nam dit voorstel in
welwillende overweging.
Turksch kamp gebombardeerd. Een
communiqué van het Fransche ministerie
van Marine deelt mede, dat het Fransche
pantserschip ,,St. Louis" 'gisteren met me
dewerking van Fransche watervliegtuigen
een belangrijk Turksch kamp bij (iara
heeft gebombardeerd.
Bommen op een stoomschip. Naar
men verneemt, is er naar het Maandag
van Liverpool te Rotterdam aangekomen
stoomschip „Imber", der Cork Steamship
Company, ter'hoogte van den Noord-Hin
der, vijf bommen geworpen uit een een
dekker, die op een goede 300 M. hoogte
boven het stoomschip en in dezelfde
richting vloog. De bommen vielen alle
langs zijde zonder eenige schade te ver
oorzaken.
Zonnebloemen om de olie. De minis
ter van spoorwegen in Pruisen heeft de
verschillende spoorwegdirecties ernstig in
overweging gegeven maatregelen te ne
men om zoo spoedig mogelijk over te gaan
tot het aanplanten van groote hoeveelhe
den zonnebloemen op de velden om en
nabij de stations en langs de lijnen waar
de niet vette, droge gronden zich bijzonder
tot dezen aanplant leenen.
Het zaad van de zonnebloem moet een
goede soort olie opleveren, die bij het be
reiden van spijzen best te gebruiken is,
alsmede voor het fabriceeren van kunst
boter en ook voor andere doeleinden, waar
op vooral bij de schaarsclite aan vet dient
gelet te worden.
De overblijfselen der bloem moeten, ge
droogd, ook een goed voedingsmiddel zijn.
Maïs uit een Zweedsch stoomschip.
Volgens nadere berichten over de maïs uit
het Zweedsche stoomschip „England",
schat men de winst, die met den verkoop
aan Duitschers is gemaakt, op 500,000
kronen. De verkooper was een voor dat
doel opgerichte vennootschap te Gefle, ge
naamd Ageros, met een kapitaal van
slechts 25,000 kronen.
De Zweedsche regeering heeft alsnog
een verordening uitgevaardigd, waarbij
een-handeling als die van de Ageros met
een boete van ten hoogste 10,000 kronen
wordt gestraft. Een kleinigheid, naar men
ziet.
Ook zegt men, dat de regeering de opge
slagen levensmiddelen te Landskrona wil
onteigenen tegen prijzen, die alle specu
lanten zal afschrikken om zich verder in
dergelijke ondernemingen te wagen.
De heele Zweedsche pers uit baar ver
ontwaardiging over den smokkelhandel,
dié dezer dagen in verschillende gevallen
aan het licht is gekomen.
Een lading traan. Uit Kopenhagen
komt bericht, dat het stoomschip „Ster
ling", in Maart daar met lading traan
van de F&röer aangekomen, onderweg
door een Engelsch oorlogsschip werd aan
gehouden en eerst doorgelaten na de ver
klaring, dat de traan in Denemarken zou
worden gebruikt. De firma, waar de la-
vèïkTaViïï'g kr."r/ë&rthahidr"^rKuem:1
de traan aan tusschenhandelaars, die ze,
naar zij wist, naar Duitschland wilden
uitvoeren. De minister van justitie heeft
dien verkoop echter verboden.
Een broeder van Z. H. den Paus
overleden.
Men seint aan de „Tijd":
Zondag overleed te Pegli de markies
Guilio della C.hiesa, de jongste broeder
van Z. H. den Paus, in den ouderdom van
54 jaren, aan longontsteking.
Z. II. heeft alle audiënties afgezegd.
I-Iet huwelijk van markies Giuseppe del-
la Chiesa en markiezin Giulia Migliorata
was gezegend met drie .zoons en eene
dochter. De oudste °is de gepensionneerde
vice-admiraal Giovanni, de tweede Giaco-
mo, bekleedt thans den Stoel van den II.
Petrus, de derde, Giulio, woonde te Pegli
bij Genua en was langen tijd, evenals de
vader, marine-officier.
Toen de tegenwoordige Paus Kardinaal
Rarnpolla naar de Staatssecretarle was
gevolgd, bewoonde de thans overledene
met Mgr. della Chiesa en hun moeder op
de Piazza San Eustachio te Rome het pa
leis Brazza.
De Paus.is door het overlijden van zijn
jongsten broeder, wien hij oen bijzondere
genegenheid toedroeg, zeer getroffen,
FEUILLETON.
HEREENIGD.
13)
1 Welaan, iga dan naar dile vrouw te
rug en zeg haar, dat, indien haar leven
haar lief is, zij het nooit meer wagen moet
mijn naam te noemen, j.a zelfs ook maar
aan mij te denken!
Sir, dat kan uw bedoeling niet zijn!
Juffrouw Rocke is die edelste vrouw der
wereld. Ik acht het mijn plicht, haar te
beschermen!
De edelste vrouw der wereftl! riep
James Warfield op hoonenden toon. Ja,
zie nu duidelijk in, dat ge niets van
haar weet, Herbe.Dt. I'k moet u een mede
deel,ing doen; maar onder vier oogen. Kom
met mij mee naar de bibliotheek!
En Majoor Warfield stond op en ging
"ten jongen man voor door de hal naar
<te biblio'fcheekkamer.
Kapltola, die een stomme getuige was
geweest van het geheel tooneel, bleef al
teen achter. Wat had dat alles te betee-
benen? in welke betrekking stond de
vnouw, waarvan hier sprake was, tot
majoor Warfield en misschien tot haar
zelf? Een onverklaarbaar iets had, sinds
zij dit huis betreden had, de vraag naar
haar afkomst op hare lippen doen bester-
wm. Een blik op den man, die haar bier
heen had gebracluti één blik in zijn ver
weerd gelaat ontnam haar telkens den
htoetf om een vraag te stollen, die het ge
heim betrof van haar leven; een geheim,
waarover James Warfield zoo streng den
sluier hield uitgespreid.
Vandaar dat zij ziich zelf pijnigde met
duizend vragen en .toch niet "de oplossing
vermocht te vinden van het raadsel, dat
donkerder was dan de afgrond onder het
valluik van haar kamer, donker voor i aar
als het geheim van den dood, waarom
trent nog geen stem van gene zijde des
grafs getuigenis heeft gegeven. In de bi-
bliotheekikamer aangekomen, wierp ma-
jaar Warfield zich in een ouden leenen
ze tol neer naast de schrijftafel, aan zijn
jeugdigen begeleider een wenk gevende
omi tegenover hem plaats te nemen. In
den schoorsteen gloeide een zwak vuur en
Herbert wilde juist opstaan om licht te
gaan halen, toen de majoor hem terug
riep:
Neen, neen, geen licht! Wat ik u
te1 vertellen heb,, kan het daglicht niet
zlien, maar moet verteld worden in de
diepste duisternis. Ga zitten en Hulster!
"Wat tot dusverre slechts bekend was aan
de muren van Hurricane Hall, heel het
vreeselijke drama ge zult het *'eme
nnen. Wat ik u onthullen wil, te het ge
heim mijns levens!
Gedurende eenige minuten heérschte er
;in het donkere verstrek stilte, zoo dat men
niets hoorde dan den slag van de klok in
de hal en het gelijkmatige tikken van een
houtworm, die in het houtwerk van den
wand werkte.
Ten .slotte, na te Voren nog eenmaal diep,
en zwaar adem geschept te hebben, begon
James Warfield:
Ik was vijf-en-derbig jaar, toen ik de
grootste dwaasheid mijns levens beging.
Ik werd verliefd op een jong meisje en
trouwde met baar, omdat zij een Eef ge
zichtje, zachte bruine oogen en een stem
had, zoo zoet als die van een engel; om
dat hare wangen bloosden en haar oogen
glansden,, wanneer zij mij antwoordde;
omdat haar geheele gelaat zich verhei-
derde, wanneer ik kwam, en bedroefd
werd, wanneer ik heenging. Ik huwde
met haar in het geheim, omdat ik mijn
kameraden, de andere officieren, met wie
:ik bij hetzelfde regiment was ingedeeld,
vreesde, en bracht mijn jonge vrouw naar
een diep in het bosch gelegen huis. Van
de geheele wereld gescheiden, beleefden
wij hier eenige schoone dagen. Iliet glim
lachje van mijn jonge vrouw verjoeg alle
wolken van mijn voorhoofd, wat mij ook
mocht overkomen. Ik begreep niet, hoe
ik tot dusverre had kunnen leven zonder
den zonneschijn van zulk een geluk,, zoo-
als mij thans ten deel was gevallen, en
dat ik onophoudelijk bewaakte en be
schermde als de gierigaard zijn schat en
de tijger zijn welpen.
,,Ik hield waanzinnig veel van mijn
vrouw en deze liefde maakte mij ijver
zuchtig. Doch zij scheen mij trouw als
goud. Totdat ik op zekeren avond thuis
komende, daar iemand op bezoek vond,
in wien jk de verstoorder meende te zien
van mijn huwelijksgeluk. Buiten mijzel-
yen van woede, viel ik op den ellendeling
aan en liet hem voor dood liggen. Ik ver
stiet die vrouw en nikte uit mijn hart al
wat mij te iharen voordeele wilde spreken.
„Die man was Gabriel Le Noir God
moge hem voor eeuwig vervloekt hebben!
En die vrouw was Marah Rocke God
moge haar vergiffenis schenken, ik kan
het niet! Ik verstiet haar en hoorde nooit
iets meer van haar; zij moest dood zijn
voor mij. Ik zou het niet hebben over
leefd, indien mijn leed aan de wereld be
kend ware geworden! En lange eenzame
jaren leefde ik in dit oude huis, om toch
maar niemand te zien, wiens aanblik
mijn verdriet zou kunnen vergroeien. Ik
ontvluchtte de wereld. De ontrouw van
één mensoh maakte mij tot vijand van de
geheele menschheid. En 'dat is de reden,
waarom al wat deze vrouw doet, ïooit
edel en goed zijn kan! Zij is dood voor
mij ik wil nooit meer iets van haar
hooren!"
En James Warfield wischte zidh het
zweet van het voorhoofd. Ontroerd ant
woordde Herbert:
Oiom, ik heb uw geschiedenis aange
hoord en ben doordrongen van de op
rechtheid uwer woorden. Maar ik ver
klaar u, zonder de verdediging van uw
vrouw te hebben, vernomen, dat ik geloof
aan hare onschuld als aan die van een
engel. Ik ben er van overtuigd, dat gij
u zelf bedrogen en de arme vrouw onrecht
hebt aangedaan, en ik ben er zeker van,
dat er een dag zal komen, waarop de
hand, die niets verborgen, laat blijven, den
sluier zal oplichten en de waarheid aan
het licht zal doen komen!
Een. luide spotlach was bet eeniige ant
woord van James Warfield,, terwijl hij
opstond en met haastigen tred de kamer
verliet.
VI.
Sinds Herbert Greyson uit het huisje
van juffrouw Rocke vertrokken was, wa
ren dagen verloopen en nog altijd was er
van hem geen bericht ontvangen.
Maar de postverbinding met Staunton
liet dikwijls veel te wenschen over, zoodat
de weduwe zich volstrekt niet ongerusb
maakte.
Van dag tot dag wachtte zij de gelukkige
tijding, die haar, zooals zij vast geloofde,
uit Hurricane Hall bereiken moest.
Eindelijk, op zekeren morgen, keerda
Guido naar huis terug, een brief in do
hand houdende en ermee zwaaiende. Juf
frouw Rocke kon nauwelijks haar onge
duld bedwingen en bij het openen van
den brief dreigde haar bevende vingers
hun dienst te weigeren. Haar hart kloplo
zóó hevig, dat het dreigde te springen en
haar geheele wezen verkeerde in de groot
ste opgewondenheid.
(Wordt vervolgd.)