t 6 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. 6e JAARGANG No. 1607 BUREAU: STEENSCHUUR 15f LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers 2Va cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent APRIL. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cont ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel moer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regols 50 cont, iedere rogol meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere rogol meer 5 cent. Van beide oorlogsterreinen geen nieuws. De strijd in de Karpathen schijnt den Russen gunstig te zijn. Verschillende schepen getorpedeerd. Oorlog tusschen Japan en China? Van het Westelijk oorlogs terrein. Van zeer geringe beteekenis is het nieuws, dat de laatste dagen betreffende de krijgsverrichtingen op het Westelijk Oorlogsterrein is medegedeeld. De laatste communiqué's, die van gisteren, laten wij hier volgen. Het Fransche communiqué meldt: „De dag is kalm verloopen aan het geheele front, behalve in Woêvre, waar de Fran- schen verdere vorderingen hebben gemaakt en het dorp Regniéville, 12y2 K.M. ten westen van Feyerhaye, dat op 1 April bezet was, hebben genomen. De Fransche auto riteiten hebben thans nauwkeurige berich ten ontvangen omtrent de resultaten van de bombardementen, door Engelsche vlie gers op 26 Maart in België uitgevoerd. Zij zijn: De loodsen voor luchtschepen te Ber- chem en Steagatte zijn ernstig beschadigd benevens een luchtschip dat daar was op geborgen. Te Hoboken zijn de Antwerpsche scheeps werven voor de vloot in brand gestoken, twee Duitsche onderzeeërs vernield en een derde beschadigd. Veertig Duitsche arbeiders werden ge dood en twee-en-zestig gewond." Officieel wordt uit het Duitsche hoofd kwartier gemeld: „Naar het plaatsje Drie grachten, dat sedert den 3en April op en kele huizen aan den noordrand na in ons bezit is, poogden de Belgen versterkingen te doen komen; zij werden echter door ons artillerievuur teruggedreven. Eveneens belette ons artillerievuur Fran sche aanvalspogingen in de Argonnen. Sterke vijandelijke aanvallen tegen de Duitsche vooruitgeschoven posities ten W. van Bourreuilles (Zuidelijk van Varen nes, werden dicht voor onze versperringen tot staan gebracht. Fransche infanterie-aanvallen ten W. van Pont-a-Mousson waren zonder succes. Daarentegen wonnen wij eenig terrein door het doen springen van mijnen in het Bosch Le Prêtrc." Van het Oostelijk oorlogs terrein. De berichten uit de Karpathon zijn ge ring en verward. Vergissen wij ons ech ter niet, dan komt als slotsom van ver schillende op zich zelf weinig beduiden de berichten meer en meer de zekerheid naar voren, dat de Oostenrijkers ten Z. van den Duklapas de aanvallen der Bus sen niet meer hebben kunnen weerstaan, maar teruggeweken zijn, zoogenaamd cm bun verdedigingslinie te verbeterenen bun linkervleugel voor omsingeling te behoeden. Hisr volgen eenige communiqué's: De Russische Generale Staf bericht: „Aan het front ten westen van de Njemen ontwikkelen zich de gevechten zeer te onzen gunste. Onze cavalerie heeft op den weg tusschen Calwania en Soewalki, dn de buurt van het dorp Zelonaia Boeda, na een hardnekkig gevecht op 2 April tegen Duitsche cavalerie, gesteund door infanterie, in een onstuimige ruiter-char- ge, een groot aantal vijanden neergesar held. Zij maakite krijgsgevangenen, ver joeg de Duitschers uit de streek, die zij hadden bezet, en vervolgt ben. In d'e Karpa-then hebben wij op 2 dezer in den sector ten N. van den weg naar Bartfeld en de streek tusschen de rich tingen Mezolabonezet en Loetwiska een zeer groot succes behaald. Op 2 April na men wij aan het front van de Karpathen meer dan 2100 soldatengevangen cn maakten wij 3 kanonnen en 3 mitraiIleu ses buit. In de buurt van Saleszitnon trachtten de Oostenrijkere hot het offensief over be gaan, doch al hun aanvallen mislukten ibotaal. Wij maakten 2 officieren en onge veer 100 manschappen krijgsgevangen. In de richting Chotin hebben de Oos tenrijkers, na een ernstige nederlaag, die hun op 30 Maart was toegebracht door onze cavalerie, die te voet een heftigen aanval dieed op een detachement infan terie, ons gebied ontruimd en zich terug getrokken naar hun grens, waar zij zich versterken. Uit Weenen wordt gemeld: „In de Kar pathen wordit in het Laborcza-dal en dn de-sectoren aan weerszijden daarvan nog steeds hevig gestreden. Aan de andere froniben hebben hier en daar arti 11-erie-gevechtenplaats, overi gens is het er rustig. Bij Dsejehoesznie ten oosten van Zalic- zizyki trachtten vrij sterke vijandelijke afdeelingen voet te krijgen aan den zuide lijken oevèr van de Dnjester. Zij werden echter na een gevecht, dat urenlang duur de, teruggeslagen; 1400 man werden ge vangen genomen en zeven machine-gewe ren buitgemaakt." Uit Berlijn meldt men: „Een Russische aanval hij Mariampol is onder zwaar ver lies voor den vijand afgeslagen. Overi gens niets bijzonders op dit front." Japan en China. De Duitsche bladen melden dat de oorlog tusschen Japan en China is uitgebroken. „Op dit bericht" zegt de „Msbd." „dat ons zeer onwaarschijnlijk toeleek, hebben wij ons tot het Japansch consulaat te Rot terdam om _inlichtingen gewend. Uit deze bron vernamen wij dat Zondagavond noch bij de consulaire vertegenwoordiging te Rotterdam, noch bij het Japansch gezant schap te 's'-Gravenhage, eenig officieel be richt daaromtrent was ontvangen, zoodat bovenstaand telegram ook van deze zijde zeer in twijfel wordt getrokken." Naar het Nowoje Wremja uit Tokio ver neemt heeft de regeering van Japan in het nieuwe Parlement een meerderheid van 122 stemmen voor een oorlogspolitiek tegen China. De Corriere della Sera verneemt uit To kio, dat de regeering het Parlement aan stonds een krediet van 940 millioen jen .zal vragen voor oorlogstoerustingen. Dat be drag is reeds uitgegeven. Verschillende Oorlogs berichten. Een Turksche kruiser op een mijn ge stooten. De Turksdbe kruiser de „Me- djidie" is bij de achtervolging van vijan delijke (mijnenvegere bij Ot<?hakow op een drijvende mijn gestooten. De bemanning werd door een Tuirksch oorlogsschip ge red. Vóór den ondergang van het schip konden de matrozen nog de sluitstukken der kanonnen verwijderen. Een Amerikaansch schip vergaan. Violgens een particulier telegram aan de Weser Weitung is het Amerikaansche stoomschip Green Briar, komende van New-York, in de Noordzee gezonken. De bemanning is te Wyk op het eiland Föhr en op het eiland Amrum (Oost-Friesche eilanden aan de kust van SLeeswijk-Hol- dbein) aan land gebradbt. Een Engelsch stoomschip getorpedeerd. Het Engelsche stoomschip „Lockwood" (1100 ton bruto en behoorende ann de firma France Tenwick and Co.) is Zater dagnacht getorpilleerd in het Kanaal bii Stantpoint (in Devon). De bemanning is gered dóór een visschersboot uit Brix- ham. Nog meer slachtoffers ter zee. Het kleine Engelsche stoomschip „Olvine" is getorpedeerd tusschen Guernsey en Ca lais. De bemanning is gered. Het Russische zeilschip „Hermes" op weg naar Mexico is getorpedeerd ter hoog te van het eiland Wight. De equipage is gered. Duitsche vlieger aan 't werk. De „Ma- tin" bevat een telegram uit Chalons sur Marne, meldende, dat een Taube vloog over La Grange Clermont, in de Argonnen, en 24 bommen deed vallen, zonder schade aan te richten. Een heldhaftige Dom.iinaan. De „Croix" maakt gewag van den helden dood van den eerw. frater Gil Moulis, vain de orde der predikheenen, die op den 5en Maart aan het hoofd van een greepje soldaten ondanks- de waarschuwingen zijner wapenmakkers een allergevaar lijkste vijandelijke positie aan vilei en daarbij gedood' werd door een granaat. Een paar dagen te voren had hij aan een vriend gesohneven: „Het zal er heeit toegaan; ditmaal zullen .de kogels mij niet sparen; maar ik ga het vuur in oor God, voor Frankrijk en voor de Orde. Leve Frankrijk en dat de H. Maagd ons zegene!" De bijzonderheden over den helden dood van dezon jeugdigen kloosterling zijn openbaar gemaakt door den aalmoe zenier in zijn regiment, een pater .Tesuiet. De H. Stoel en de goede pers. De H. Stoel heeft Kardinaal Maffi tot eere-voorzitter en Mgr. Faberi tot voorzit ter benoemd van een Bond van Actie voor de katholieke pers. In een schrijven van den Kardinaal-Staatssecretaris aan Kar dinaal Maffi wordt het plan van actie ont wikkeld. De H. Stoel heeft een reglement vastgesteld in een daartoe strekkend de creet en dringt er op aan, dat alle pries ters, kloosterlingen en katholieke instellin gen deelnemen aan deze zegenrijke actie. Nederland en de Oorlog. De „Flora" gestrand. Volgons een Lloyd's bericht is heit Ne- denl. stoomschip „Flora" hij Haitland Point (Bristolkanaal) gestrand. Naar ge meld wondt is het stoomschip totaal ver loren. De bemanning werd gered. De „Flora", great 725 tons, gebouwd in 1894, behoort aan de Kon. N-ederl. Stoomboot-Maatschappij, te Amsterdam en was 31 Maart naar Swansea vertrok ken. Kapitein van d'e „Flora" op een na het kleinste schip van de maatschappij was de heer J. Tooy. De equipage be stond uit 19 man. Het schip was van Amsterdam leeg vertrokken en zou in Swansea kolen laden voor Portugal. De „Schi elan d". De Londensche berichtgever van het „Hbld." seint: De „Schieland" is Donderdagmorgen der tig mijlen van Spurn op een mijn gestoo ten. De kapitein, de eerste en tweede stuur man en vijf andere leden der bemanning kwamen te Huil aan, met het Nederland- scho visschersvaartuig „Cornelia Kla- sina". De „Morning Post" meldt, dat de kapi tein verklaarde, dat het schip op een mijn was gestooten. Midscheeps had een gewel dige ontploffing plaats, zoodat de machine kamers werden vernield. De kapitein gaf last een boot uit te zetten en eerst ging de heele bemanning hierin, maar toen de stoomboot niet dadelijk .zonk, gaf de kapi tein last terilg te roeien en een tweede boot uii Le zetten. Deze boot werd gesteld onder bevel van den eersten stuurman, die met zqs man onder wie de zwaar gewonde eer ste en tweede machinist, weldra ten ge volge van den sterken stroom uit het ge zicht verdween. De kapitein maakte zijn boot vast aan het schip, dat vol water was ,geloopen. Vijf uren later verscheen het visschersvaartuig, dat de gewonden naar Huil bracht. De andere boot had eenige uren rondgezwalkt en was toen naar Im- mingham gebracht. Een stoker is na de ontploffing niet wedergezien; hij is waar schijnlijk dadelijk gedood. De L o d e w ijk van Nassau". Omtrent de aanhouding van de „Lode- wijk van Nassau" van den „Kon. West-In dische Maildienst" verneemt het „Hbld." nog het volgende: Het stoomschip was geladen met lijn zaad, geconsigneerd aan de Nederlandsche Regeering. Toen de Engelschen aan boord kwamen, bemerkten zij echter ook eenige olievaten. Dat wekte eerst eenige achter docht. De kapitein bewees echter uit zijn verbruikshoek, dat deze olie gediend had voor de machines van het schip. De Engel schen keken de verbruiksstaten nauwkeu rig na en toonden zich geheel voldaan over de gegeven opheldering. Het schip werd daarop onmiddellijk vrijgelaten en is reeds de haven van IJmuiden behouden binnen gekomen. De A m s t e L Kapitein M. Gnodde, van het stoom schip Amstel van de firma P. A. van Es Co. te Rotterdam, is met de equipage van dat stoomschip te VLissingen met een der stoomschepen van de Maatschappij Zeeland aangekomen e>n vervolgens naar Rotterdam doorgereisd. Hij deelde, na aankomst te Rotterdam, het volgende mede: Het stoomschip, gecharterd door de fir ma Huclig Pieters en geladen met stuk goed, is 29 Maant 's nachts te 1.30 uur, ongeveer 45 mijl Oost van Spurn Ilcad, op een mijn gedoopen, venno edel ijk een verankerde. Het schip is met lading en scheepspapieren totaal verloren gegaan. Het geheele voorval heeft zich binnen den tijd van 20 minuten afgespeeld. Door de ontploffing werd het voorschip als het ware in tweeën gespleten, zoodat de be manning, 'welke de wacht beneden had, met moeite aan dek kon komen. Toen do geheele bemanning in de booten was, verdween het schip binnen 5 minuten in de diepte, met den kop omlaag. Een man van de equipage heeft door de ontploffing 'zijn linkerarm gebroken en ligt thans in het hospitaal te Grimsby. Nadat wij ruim vier uren in de booten hadden rondgedreven, werden wij allen door den stoomtrawler Pinewald, uit Grimsby, te 5.30 uur in den morgen op genomen en le Grimsby aangebraent, met de twee reddingsbooten op sleeptouw. De Zaanstroom. Bij een eventueele behandeling van de zaak van de „Zaanstroom" voor een Duitsch prijsgerecht bestaat, naar het „Hbl." verneemt, bij de directie der Hol- landsche Stoombootmaatschappij het voor nemen, om zich, wat het schip .zelf betreft, te laten vertegenwoordigen door een Duitsch rechtsgeleerde. Waar en wanneer liet prijsgerecht zitting houdt, is nog niet bekend. De Nederlandsche gezant te Ber lijn zal daarvan kennis geven aan den minister van Buitenlundsche Zaken. Ver moedelijk zal het prijsgerecht zitting hou den in Hamburg. Naast de procedure over het schip komt die over de lading, waai'bij niet minder dan 244 zendingen en dus evenveel be langen gemoeid zijn. Hierbij zullen zich allerlei ingewikkelde quaesties voordoen, want hij de diverse zendingen is de wij ze van betalen en daardoor de eigendom natuurlijk geheel verschillend. De 244 per sonen, die hij deze vrachten betrokken zijn moeten voor hun belangen opkomen. Mis schien zullen zij zich vereenigen en dan een vertegenwoordiger aanstellen, om voor hen te pleiten. Met een eventueel verbeurd verklaren van schip en lading is niet minder den ruim een millioen gemoeid. Met belang stelling kan dus de behandeling van de Zaanstroom-zaak voor hét Duitsche prijsgerecht afgewacht worden. Brandend zeilschip gezien Men meldt uit IJmuiden: De stoomtrawler „Johanna Henriette" passeerde op 56 graden 17 minuten minu ten Noorderbreedte en 5 graden 14 minu ten Oosterlengte een in brand staand 3- mast zeilschip, dat bijna gelijk met liet water dreef en waarvan de naam niet viel te onderscheiden. De masten lagen overboord, terwijl een hij het schip drij vende boot werd opgevischt en naar IJmui den medegenomen. Deze boot, welke wit FEUILLETON. HEREENSGD. Ik dank u, mijne beeren! antwoordde de majoor en zich wendende tot Kapitola, voor wie dit allies als een droom was, zegde hij: Kapitola Black, ik vraag u, wii'jt gij met mij mee gaan? Een vreemde man deed- op haar aan spraken gelden alsof zij zijn kind was; op haar, aan wie tot op dit oogenblik Niemand zich gelegen had laten, liggen! Deze gewaarwording werkte. overwel digend op de arme verlatene, die in ha.ar teven nog nooit had ondervonden, wat liefde is. O mijnheer, ik ga heel graag met u nee! klonk het jubelend van haar lip pen Kom d;a,n mee, mijn rijtuig wacht buiten! Eenige minuten later zaten James War ned en het als knaap gekleede meisje in hot gesloten rijtuig, nadat de majoor aan den koetsier order liad gegeven om naar grootste kleedingmagazijn van de siad te rijden, ten einde aldus Kapitola ,Jn een ander gewaad te kunnen steken. De bestuurster van deze zaak was met Vteinïg verbaasd, toen M. Warfield voor •-«n knaap, die hem vergezelde, meisjes- Meerem bestelde, doch toen de majoor apitola voorstelde als zijn pleegkind, de bevreemding der dame en haast- 2ij zich aan den wensch van den klant voldoen. W Warfiold liet nu den koetsier neen- rijden en deed, toen deze weg was, een ander rijtuig komen, om hem en 5 ijn jeugdige begeleidster naar Washington- hotel te brengen. Als een geheel ander wezen stond Ka pitola tegenover hem, toen zij, vergezeld van de bestuurster, in den winkel terug keerde, en de majoor vroeg zich zelf ver wonderd öf, vanwaar al die bekoorlijk heid kwam, welke dit jeugdige schep seltje, nu zij vreuwenkleeding droeg, plot seling ten toon spreidde. Aan haar was niets meer van het jongensachtige van daar straks; dat alles scheen afgelegd met de kleeding, welke een bittere' nood haar gedwongen had aan te trekken. Ach, James Warfield vermoedde niet welke gedachten het waren, die de ziel van het jonge meisje vervulden, terwijl zij. geheel in zich zelf verzonken, laost hem in het rijtuig plaats nam. Voort tu rend vuoeg zij zich zelf af, wat lezen ouden man aanleiding kon geven om haai-, het kind der 9traat, onder zijn be scherming' te nemen? Wie was zij clan? Wat wist deze man van haar? Was zij voor hem dan geen vreemde? Hoe was hij te weten gekomen, dat zij bestond? Zou liij hare ouders groote God! Zou deze man zelf misschien haar vader *.:jn? Maar als dat zoo was, waarom had hij haai- dan aangenomen als zijn pleegkhod? Waarom had hij dan niet hekend ge maakt. hetgeen hij inderdaad, was? In een groote stad als New-York ge beuren tal van vreemde dingen en kapi tola had heel wat gezien en gehoord, dat bij haar de meest tegenstrijdige vermoe dens deed ontstuiyi. Zij nam den ouden man naast baar op met onderzoekenden blik. Met de beide handen op zijn wanddl- stok steunende, het hoofd op de borst en de oogen val gepeins zat daar James Warfii'eld. Kon deze man inderdaad haar vader zijn? Zwijgend bereikten beiden het Was- tingtondiatiél. Majoor Warfield bestelde een kamer voor zich en voor zijn pleegkind, en toen hij wiist, dat Kapitola goed en wel onder dak was gebracht, keerde hij naar Astor- House terug, waar hij itot dusverre ge woond had, voldeed zijn rekening, liet een rijtuig komen, zijn reisgoed er in diragein en reed terug naar heit Washing ton-hotel, waar het middageten reeds op hem stond te wachten. M. Warfield had intusschen dn een der salons van de bo venverdieping laten dekken voor zich en Kapitola alleen. Voor het jonge meisje was alles als een droom, als een tooversprookje, bet- welk zij reeds meermalen had doorleefd in haren slaap, doch dat geëindigd was, zoodra zij wakker werd, waarbij "zij clan telkens tot de overtuiging was gekomen, dat alles slechts inbeelding was, zonder ooit werkelijkheid te kunnen worden. En nu zou de droom toch nog waar heid blijken! Zij zat aan de zijde van een ouden man, die als een vader voor haar zorgde, en zij was omringd door rijkdom en gemak ken en de grootste veiligheid. Zij was niet meer arm en veriaten en ellendig, niet meer dakloos. De weeze had eer 1 echermer gevonden, dien zij als vanzelf vertrouwde, hij mocht dan zijn wie hij wilde. En al was ook alles als een droom beeld, zij wilde haar lotswisseling aan vaarden zonder naar iets te vragen.Want zij vreesde, dat een enkel ivoord voldoen de kon zijn om de betooverlng tè breken en haar te doen terugvallen in haar jam merlijk besbaan. Kapitola, begon Warfield, toen de maaltijd geëindigd was, weet ge, dat ik persoonlijk naar New-York iben geko men. om naar u te zoeken? Zij zag hem verhaasd aatu Ja, ging de oude man voort, dezelf de Nancy Grewel, die u naar Rag Alley bradht en daar opvoedde, heeft mij, toen zij na een lange en moeilijks reis einde lijk te Virginia was gekomen, alles mede gedeeld1. Zij verbetdle mij dat zij u bij de Simmon's in de Rag Alley had achterge laten. maar daar wist, tóen ilc er navraag naar deed, niemand, wat er van u vos geworden! Ik was daarom van plan de hulp in te roepen der politie en word toen juist getuige van het tooneel, die mij met u in nadere betrekking bracht. En nu ben ik voornemens, de plichten, die ik op mij genomen heb, ten volle te vervullen, en zal u als mijn dochter adop teerden. Ja, vader! fluisterde Kapitol-a. Neen, neen! riep de oude heer uit. Noem mij niet vader, want. dat ben ik niet; noem mij oom! Zijt gij dat dsn inderdaad, Sir? James Warfield wendde zijn gelaat van haar af, terwijl hij, door de kamer loo- pende, haar antwoordde: Neen. maar noem mij maar zoo!\Vat hebt ge geleerd? Kunt ge lezen? Ja, en schrijven ook! Wie hecfit u dat geleerd? Herbert Grey som, oom! Herbert Grey son! Dien naam heb ik al meer gehoord. Wie is d.ie Herbert Grcyson? Dat is de tweede stuurman van de Koningin Anna, die eiken dag uit zee terug wordt verwacht. Met één enkelen sprang was zij plotse ling bij de deur, die zij openrukte, en mot een jubelkreet kwam zij het vertrek weer binnenstormen. IIii is needs aangekomen! Hij js er reeds! Op hetzellde oogonblik, dat aik o ver hem sprak hoorde ik zijn stem en ik lieb mij niet vergist! Daar is hij! Daar is hij! riep zij als buiten zich zelve. Wie js daar dan toch, wildzang? vroeg de oude mail, zijn wenkbrauwen optrekkende. Herbert Greyson! Herbert Greyson! Hij is teruggekomen en hier i'n huiis! riep zij uit, ronddansende, zoodat haar zwar te lokken haar om het gezicht vlogen. Doch alsof zij plotseling tot bezinning kwam snelde zij op den ouden man toe, en sprak op smeekenden toon: Oom, Herbert is drie jaar op zee ge weest. Hij weet niets af van mijn eUendo en van mijn verlatenheid. Oom, 'vertel hem niets, vooral niets van mijn jen- genskleeren! En in den ernöt van haar smeekbede vouwde Kapitola kinderlijk de handen cn zag den ouden man smeckend aan. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1