2 De Oorlog. 6 JAARGANG No. 1B85 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 8. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAB, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, mot GRATIS POLIS Ongevallen-verzekert™ nhet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2'/t cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL VRIJDAG APRIL. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meer 15 oenf ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iodere régel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 rogels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Zóó is het. Een verstandig woord troffen wij aan in'een vierzijdig strooibiljet, verspreid door een viertal niet-rechtsche bonden van ambtenaren en werklieden. We schrijven „niet-rechtsche", want om precies te zeg gen, wat die Bonden wel .zijn, is, gezien de linker verbrokkelingen, niet altijd even gemakkelijk en zoo is het voor ons doeJ duidelijk genoeg. Die circulaire is gericht ,,aan allfm, werkzaam bij openbare diensten en oe- drijven" en behandelt de vraag: „Duurte- toéslag of Prijsregeling?" Bovenbedoelde bonden nu verklaren zich voor prijsregeling, daarmede afkeurend het drijven van sommige categorieën van beambten en werklieden in openbar*.iu dienst om in dezen duren tijd een toeslag te bekomen. Dat drijven is dan ook hoogst onbillijk. Heel de samenleving gaat gebukt onder den druk der omstandigheden en zal de zelfde samenleving nu extra moeten gaan steunen diegenen, aan wie zij reeds een vast loon uitkeert? Immers neen. Is dat loon hier of daar voor dezen of genen tak van dienst te laag, dan bestaan er ook nu termen voor ver betering, maar om een toeslag moeten de lieden met een vaste positie niet ko men vragen. Hun die te verstrekken ware onrechtvaardig jegens de duizenden met wisselende inkomsten, die bij de samen leving niet om een tegemoetkoming kun nen aankloppen. De circulaire der vier Bonden zegt dan ook terecht: „Als er succes mogelijk is ter voorziening in den algemeenen noodtoe stand, dan kan het slechts zijn door algemeene maatrege len". Juist. Nu wekt. het strooibiljet op tot .klasse- actie" voor die maatregelen, maar dan willen we toch even de niet-rechtsche re geering verdedigen, tegenover deze niet.- i-eokteoW vM.vai.-c, - vrmH ciirro net~nergm~ van den noodtoestand is het Kabinet on verdroten bezig om maatregelen te treffen, in 't belang van deze, dat van gene klasse der samenleving, dan weder ten nutte der samenleving in 't algemeen. Voor een speciale „klasse-actie" is de noodzakelijkheid -waarlijk niet gebleken. Intusschen verheugen we ons over het srstandige woord, dat we uit de circulai re konden aanhalen. servatisme hier niet meer bestaat?" Wel neen, dit meenen we heelemaal niet. Maar evenals de conservatieven wijl zij noodwendig meewentelen met het rad van den tijd thans meerdere dingen an ders zouden willen conserveeren dan vóór de laatste Grondwetsherziening, om niet verder terug te gaan, evenzoo zullen de sociaal-democraten hun denkbeelden wij zigen al behouden zij denzelfden naam. Bij de socialisten gaat zoo'n wijziging met wat meer spektakel gepaard en wordt ze wat vlugger volbracht dan bij andere politieke partijen, maar aan verandering zijn deze allemaal onderhevig waarbij zich dan vaak het merkwaardige verschijn sel voordoet, dat inconsequenties zóó breed voerig bredeneerd worden, dat ze voor consequenties worden aangezien. De socia- listerij biedt ook hiervan de duidelijkste staaltjes. Er is slechts één onveranderlijk iets in dit ondermaansche: de geopenbaarde waar heid en wat daarmede verband houdt. Wie die waarheid aanvaarden, kunnen rustig de wentelingen van het wereldrad BUITENLAND. V Veranderlijk. Het H b 1 d. oordeelt, dat hoe ook de uitslag van het Paaschcongres der ,,S. D. A. P." moge wezen het socialisme toch zal blijven bestaan. Het orgaan licht zulks toe met dit voor beeld: „Al zou straks de heele S. D. A. P. in honderd stukken uiteenspatten, het soialis- me zou even levend blijven. Het zou een voudig, onmiddellijk, nieuwe organisatie vormen zoeken en vinden. Zelfs kan een geestesrichting jaren en decenniën lang zonder eenige organisatie zijn en toch, la tent, blijven voortleven. Er is, sinds de laatste Grondwetsherziening, geen conser vatieve partij meer in Nederland. Meent één verstandig man daarom dat het coh- Op het Westelijk en Oostelijk oorlogs terrein geen verandering. Britsche vliegers wierpen bommen op duikbooten te Antwerpen en Zeebrugge. Een Fransch en een Engelsch stoomschip getorpedeerd. Het comité tot onderzoek naar de stijging der kolenprijzen in En geland heeft aanbevolen beperking van den kolenuitvoer naar de onzijdige landen. terrein. De Eïigelsche admiraliteit deelt mede, dat een Britsche vlieger met succes een aanval deed op Duitsche duikbooten, die te Antwerpen werden gebouwd en vier bommen deed vallen. Een andere vlieger viel twee duikbooten te Zeebrugge aan. Het Fransche communiqué meldt: De worsteling wordt op talrijke punten van het front voortgezet, bij Dompierre ten Z.-O. van Péronne. De Franschen lieten met succes 4 mijn gangen springen bij de „ferme du cho lera" ten N. van Berry-au-Bac. De Franscheh lieten een zijtak van een mijn in de lucht vliegen, op het oogenblik dat de Duitschers bezig waren eraan te werken. Na de ontploffing lieten de Fran schen het kanon van 7.5 c.M. erop werken. Do Duitsche luisterpost verdween in den krater. In Champagne is de artillerie-actie le vendig in de omstreken van Beau-Séjour, Ville-sur-Tourle. In de Argonnen wordt vooral opgetreden tusschen Four-de-Paris en Bagatelle. De gevechten hebben vaak op. zoo korten af stand plaats, dat een mijnwerper, door een Franschen bom geraakt, in de Fran sche linie vloog. In den nacht van 30 op 31 Maart namen de Franschen 150 meters loopgraaf, waar bij gevangenen werden gemaakt en twee mijnenwerpers genomen. Gedurende den geheoien nacht van av op 31 Maart beschoten de Duitschers de loopgraven, die zij op 30 Maart verloren in het Bois-le-Prêtre; zij deden bij het aan breken van den dag een aanval met ver scheidene bataljons, en slaagden er in voet te winnen in het westelijk deel der stelling, maar te 8 uur werden zij opnieuw verdre ven. De winst door de Franschen op 30 Maart behaald werd dus geheel gehand haafd. Het aantal gevangenen door de Franschen gemaakt bedroeg 140 man, on der wie 3 officieren. Alle tegenaanvallen der Duitschers werden afgeslagen. In de streek van Parroy werden voorpostenge vechten geleverd, die ten voordeele der Franschen afliepen. De aanval werd on dernomen door een bataljon landweer. Hij mislukte met zware verliezen. De Fransche vliegers hebben, tijdens vliegtochten in den nacht van 30 Maart ondernomen, 24 bommen geworpen op Duitsche stations en bivaks in Woevre, Champagne, de buurt van Soissons en België. De Belgische vliegers bombardeeren in den nacht van 30 op 31 Maart het vlieg kamp bij Handsaeme en den spoorweg- knoop bij Kostemarck, en op 31 Maart overdag het marine-station te Brugge met succes. Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Br de verovering van het door Belgen bezette klooster Hoek, eenige hoeven en een klein steunpunt bij Dixmuiden hebben de Duit schers 1 officier en 44 Belgen krijgsgevan gen gemaakt. Ten W. van Pont-a Mousson, in en bij het Bois du Prêtre kwam de strijd gister avond (Woensdag 31 M *art) tot staan. Op enkele punten zijn de franschen tot in de drongen. -Heden wurui uc amju Bij voorpostengevechten ten N. O. en ten O. van Lunéville leden de Franschen zware verliezen. In de Vogezen werd slechts een geschut- gevecht geleverd. Van hel Oostelijk oorlogs terrein. Uit Weenen wordt officieel bericht: In de Oost-Beskiden trachtte de vijand in de omgeving van Laborczelle gedurende den nacht verscheidene aanvall«n te doen, die alle werden afgeslagen. Tusschen den Lup- kower-bergkam en den Uzsokerpas duren de gevechten om verschillende hoogtepun ten voort. Aan het front in Zuidoost-Galicië viel niets vermeldenswaardigs voor. Bij Prowlodz aan de Pilica in Russisch- Polen vielen sterke Russische strijdkrach ten in den ochtend onze stellingen aan. Onze troepen, vooruitgeschoven tot de ver sperringen, wierpen hen met groote ver liezen voor den vijand terug. Op het Zuidelijk tooneel geen verande ring. Een 's' avonds gehouden beschieting van de open stad Orscva werd beantwoord met. een bombardement van Belgrado. Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Bij Agustof en Suwalki is de toestand niet ver anderd. Een poging van de Russen om 's nachts ten Z.O. van Skjerniwitsj de Rawka over te trekken, mislukte. De aanvallen der Russen bij Opossjno werden afgeslagen. In de maand Maart hebben de Duitsche legers in het Oosten in het geheeï 55,80C Russen krijgsgevangen gemaakt en 9 ka nonnen en 61 machinegeweren buitge maakt. De Dardanellen-strijd. De Oostenrijksoh-Hiangaarsche gezant te Konstantinopel, markgraaf P-allavicini zeide tot een correspondent van de Pesti Hirlap, over de actie aan de Dardanellen o.a, het volgende: „Ik acht den toestand sedert 18 Maart uitstekend. Ik ben volkomen gerust, om dat de Engelsehen hebben ingezien, dat de forceering dei' Dardanellen bijna onmo gelijk ds. De Bngel-schen hebben dn den tot nu toe gevoerden at rijd ongeveer tien groote slagschepen verloren, waarvan enkele geheel verloren gingen, andere ongeschikt voor den strijd werden, zoodat de bond- genooten thans tot een andere wijze van aanvallen hun toevlucht zuilen, moeten nemen. Een troepenlanding zal een zeer moei lijke gewaagde onderneming zijn, omdat de bondgenooten zich bevinden tegenover het uitmuntend geoefende Turksöhe land leger. Wij wachten volkomen rustig een nieuwe actie af. Eén ding is zdker, on daarop zijn wij voorbereid, dat de strijd om de Dardanellen zeen* lang zal duren, wellicht tot het einde van den oorlog. De Seco'lo meldt, dat in Malta vi.er nieuwe oorlogsschepen ter versterking der Dardanollemvlocit binnenvielen, na melijk de Bretagne, de Provence en de Engelscbe schepen London en Lyon. De speciale correspondent van het Bcrl. Ta^ebl^^meldi, dato 31 Maart, ufleu Zal de oorlog worden bekort door epidemieën? Deze vnaag wordit in een uitvoerig arti kel in de „Times" behandeld. Het ant woord is dat er geen ireden is om te ver onderstellen dat de oorlog hetzij belang rijk zal worden bekort, hetzij onbeslist zal worden gelaten tengevolge van ziekte. Integendeel, de oorlog moge ziekten ver oorzaken, nimmer zijn deze zoo gelukkig bestreden als in de veldtochten van dezen oorlog. Men heeft zich eenigszans zenuw achtig gemaakt over de aanstaande lente, uit vrees dat het warme weder epide mieën zal bevorderen. De toestand van het Servische valk, dat zoo zwaar bezo'-ht wordt door typhus, heeft die zenuwach tigheid aangewakkerd. Het lcil van Servië is echter grootendeels te wijten aan de normale" ongezonde toestanden, die dooi den oorlog eenvoudig zijn verergerd. Ser vië verdienit alle huil'p, doch omdat de typhus nu epidemisch toeereaht in Servië behoeft men ruiat te vreezen dat deze zich zal uitbreiden over het Westelijke front of zelfs tot de Russische liniën. De voor waarden voor ontwikkeling van typhus zijn daar niet in die mate voorhanden, terwijl de bestrijdingsmiddelen niet moei lijk zijn. De vtreos voor cholera is oven- eens voorbarig. Europa was feitelijk vrij van cholera toen de oorlog uitbrak, en mocht de ziekte terugkeercn, dan is er niet de minste roden te verwachten dat de ziekte naar hot Westelijk oorlogster- rein zo-u worden overgebracht, terwijl zo op 't Oostelijk oorlogstoon-eet! een betrek kelijk goedaardig karakter blijkt te heb ben aangenomen. Alleen een nieuwe cho- iTera-epidemie in Bengalen, die men edi tor geen reden heeft te Verwachten, zou de ziek/te in Europa een kwaadaardigen vorm kunnen geven, maar dan toch eerst na ge ruimen tijd. Het grootste gevaar in 't Westen is waarschijnlijk de vliegen plaag, die men tegen 't einde van Mei kan verwachten. Het artikel geeft wenken om trent de bestrijding van deze plaag. Van de troepen zei ven hangt intussdhen voor een groot deel' af of zij door ziekten wor den bezocht Verschillende Oorlogs berichten. Niet meer Prïemysl doch Permys. Een telegram uit Stockholm aan het „Berl. Tageblatt" meldt, dat Przemysl onder de nieuwe heeren den ouden Slavischen naam verliest en voortaan Permys heeten zal. Men verwacht er weldra een bezoek van den Russischen opperbevelhebber. Naar het heet wordt het bezettingsleger der ves ting daar voorloopig in gevangenschap gehouden; de gevangen genomen officieren daarentegen werden naar Lemberg ge bracht. In de eerste stad werd een Rus- sich veldhospitaal opgericht. De „zorg van een goed huis... moeder." De staf van het zevende legerkorps te Münster heeft een order uitgevaardigd voor de Duitsche huisvrouwen, waarin deze op haar vaderlandsche plichten wor den gewezen, en haar wordt aanbevolen haan te_ vel de staande echtgenooten geen enz„ daaP wwm™ over zou hebben. Suikerzeep. Uit Genève meldt men aan Parijsche bladen, dat met het oog op het gebrek aan zeep in Duitschland de directeur van een groote landbouw-maat- schappij te Leipzig een brochure heeft uit gegeven, waarin hij uiteenzet hoe de in Duitschland overvloedige suiker weldra gebruikt zal worden om het vet in zeep te vervangen. Ziekten te Londen. Te Londen heerscht influenza in zeer hevige mat,". Aan ziekten van de ademhalingsorganen stierven de vorige week 478 personen te gen 258 in de overeenkomende week van het vorige jaar, Fransch stoomschip getorpedeerd. Volgens een bericht ui.t Londen is een onbekend Fransch stoomschip iin het En gelsch Kanaal getorpedeerd. Twee opva renden en twee do oden zijn te Dover Li-n- meinigebrachit. De meesten zijn vermoede lijk vrdronken. Engelsch stoomschip getorpedeerd. Het Engelsche stoomschip Emma, komen de van Havre, iis zonder eeniige vooraf gaande waarschuwing, gisteren ter hoog te van Boachy head getorpedeerd door FEUILLETON. HEREEN! GD. „'Plotseling deed eon vreese'lijkë slag het schip tot in zijn naden boven. Alles stormden naar de eene zijde van het dek, naar de recJclingsibootien! Ook ik riep om hulp, maar niemand luisterde naar mij. In twee, drie minuten hadden, allen het schip verlaten. Behalve ik en bet. kind waren nog slechts een scheepsjongen en <3e zwarte kok achtergebleven. Wij ston den als versteend van ontzetting,, toen een luide kreet door de lucht sneed. Bij het licht van de volgende bliksemstraal, za gen wij, dat de boot, waarin allen, een toevlucht hadden gezocht, omgeslagen was. En alsof hot noodweer daarmee zijn doel boreikt had, begon toen plotseling de siorrn te bedaren en kwamen de elemen ten tot kalmte. Toen het dag werd, bleek dat ons wrak op een zandbank was ge- toopen. En tegen den middag bespeurden we aan den horizont een zeil, dat steeds naderbij kwam. Toen het ni-et ver meer verwijderd was, kreeg de bemanning van het vreemde schip ons in het oog en zond «en boot uit om ons te hielpen. Wij waren gered! O welk een gewoel van dankbaar heid vervulde ons! Ik kion de vreemde zeelieden ui et verstaan, maar Herbert yson, de scheepsjongen der gestrande !'k> kon dit wel en vertelde mij dat wij naar New-York voeren. En inderdaad w" verloop van tien dagen bereikten wij haven van deze stad. Toen het schip anker uitwierp hield de kapitein voor mij nog een inzameling van kleeren en wat geld en zette mij vervolgens aan land. Wat moest ik beginnen in deze groote vreemde stad! „Ach, als Herbert Grey son, die scheeps jongen, die evenals ik door het vreemde schip gered was, mij niet had geholpen, wat had ik dan moeten beginnen? Hij zorgde er voor, dat ik een onderkomen kreeg in een huis, dat-er weliswaar ar moedig uitzag en dat in een n-auWe straat was gelegen, maar mij todh een- dak bo ven het hoof-cl. gaf en raad-de mij een en ander aan, ten einde be zorgen voor bet leven van mijn kind. En ik werkte en zwoegde en streed om een bestaan vijf tien jaren lang, steeds het kind bij mij houdende en slechts bezield door die ééne gedachte, om naar hier terug te. keeren en getuigenis af te leggen tegen de schur ken die, ten einde hun duistere daad te verbergen, mij en het mij toevertrouwde kind tot slaven en aldus onschadelijk hadden willen maken. Maar God, die niets ongestraft laat geschieden, schikte het andere. Ik bespaarde penny op penny. Hoever ik het tijdstip der vergelding ook verwijderd mocht ziien, ik verloor toch den moed niet. Zoo dikwijls Herbert Grey- son, dé scheepsjongen, aan land kwam, bezocht hij mij en ook de kleine Kapitola, •het kind, waarvan hii zoo innig hield. Ik gaf het kind dien naam, wijil in dear trouw ring, dien de arme jonge moeder mij in dien nacht gegeven had, de woorden ge graveerd wareh: „BuegneKapitola." Kapitola? vroeg James Warfield met heesche stem, terwijl zijn gelaat hevige ontroering verried. Ja, mijnheer^ Hebt ge den ring bij u? Neen, mijnheer, ik vond het be-ter, het kind den ring te laten houden! Hier is Herbert Greyson heeft het geschre ven het adres van het huis te New- Yiork, waar ik Kapitola achterliet, totdat ik eindelijk na veel moeite zooveel opge spaard had, om mijn nasporingen, ge wijd aan de wraak v-oor een oude schuld, te kunnen beginnen! Warfield nam het stukje papier, dat zij hém gaf aan en vroeg: Heeft het kind niet een of ander len teeken, waardoor men het gemakkelijker zou kunnen terugvinden? Ja, mijnheer, een heel buitengewoon kenteeken. Midden in de palm van haar linkerhand had zij de duidelijke afbeel ding van een karmozijn roode kleine hand, van ongeveer een duim lengte. En zij had ook nog een. ander kenteeken: Herbert Greyson heeft op haren arm haar naam en den datum van haar ge boorte geteekent: Kapitola, 30 November 18.... Weet gij, Nancy, welk huis het was, waarin Kapitola geboren werd? Ik moet onder eede spreken neen, mijnheer, ik weet het niet, maar... Gij vermoedt het? De vrouw knikte bevestigend. Het was... James Warfield boog zich dicht aan haar oor en fluisterde eenige woord-en, die zij alleen kon veret.aan. En hij sidderde en knikte weer beves tigend zonder een woord te spreken. Weet de oude Hat van de geschiede nis af? Neen, mijnheer, niemand weet er iets van behalve gij' Nu, zwijg er dan ook verder over! Wat gedaan kan worden, zal ik doen. Rust nu wat, armie vrouw. Ge kunt uw hoofd in vrede neerleggen. James War field1 zal de arme wees beschermen en den schuldige, die waard is dat de vloek van Boven h-ern treffe, dwingen reken schap af te leggen? De oude vrouw op het armoedige bed knikte tevreden" en de eigenaar van llar- ricane Haile ging naar de deur om den geestelijke te roepen. Op hetzelfde oogen blik, toen deze met de oude Hat het ver trekje weer binnentrad, maakte zich van den buitenmuur der hut een. donkere ge daante los, om in de dichte duisternis van den nacht spoorloos te verdwijnen. Aanstonds daarop ging de deur open, en met de walmende lamp in de rechterhand geleidde de oude Hat de nachtelijke be zoekers der heksenhut naar buiten over het rotsachtige pad, waarlangs zij het rij tuig weer bereikben. Li snellen draf bracht dit hen binnen betrekkelijk korten tijd naar Hurricane Hall terug, waar de beide mannen zioh aanstonds naar hun kamers begaven. Maar de heer des huizes dacht niet aan slapen. Als een leeuw in zijn kooi liep hij met groote stappen door het vertrek op en neer. Eindelijk! riep hij uit. Eindelijk heb ik het geheele spel in handen. Gabriele Le Noi-r, het ware beter voor u geweest, dat ge van de hoogste rots te pletter waart gevallen in duizend stukken, dam zoo in mijn handen te vallen. Geen macht ter wereld zal u daaruit kunnen bevrijden. II. Een dichte drom menschcn stond onder de poort van het commissariaat, van po litie te New-Y'ork toeh een rijtuig voor reed, waaruit een bejaard heer met grijze haren stapte iemand dien men op het eerste oogenblik kon li-erkennem als een landedelman. Wat is er aan de hand? vroeg rle pas aankomende, toen hij uitgestapt was, vol verbazing aan een politieagent. Ach, Sir, ze hebben eein rnedsje op gepakt, dat gekleed was als een jongen. Het spreekt van zelf dat dit een oploop van menschen veroorzaakt. -- Een meisje gekleed als jongen! riep de oude heor uit. Groote God, hoe is dat mogelijk? Hij wilde zioh juist, tot den dienaar der openbare orde wenden met een verdere vraag, toen midden in het gegons een luide kreet gehoord werd en de menigte vrije baan kreeg en onwillekeurig een blik kon werpen op het middelpunt der groep. Op het oogenblik dat hij dit deed, beefde hij van ontsteltenis. De groote oogen der jeugdige gevangene hadden hem aangezien mot zulk een uitdrukking van-droefheid en angst., dat het hart van den ouden man beefde. Maar niet deze blik alleen was het, die hem zoo machtig aangreep. Daar was in die gelaatstrek ken iets dat hij niet kon beschrijven,, maar dat he-m bijna de kracht benam om te denken. Doch de ruwe wijze, waarop de politieagent het als jongen gekierde meisje met zich meevoerde, schudde de energieke verontwaardiging van den-j vreemdeling wakker. nvordt vervolgd -y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1