2
De Oorlog.
6 JAARGANG
No. 1B85
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 8.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAB, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, mot GRATIS POLIS Ongevallen-verzekert™
nhet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze
genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2'/t cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL
VRIJDAG
APRIL.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meer 15 oenf
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iodere régel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 rogels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Zóó is het.
Een verstandig woord troffen wij aan
in'een vierzijdig strooibiljet, verspreid
door een viertal niet-rechtsche bonden van
ambtenaren en werklieden. We schrijven
„niet-rechtsche", want om precies te zeg
gen, wat die Bonden wel .zijn, is, gezien de
linker verbrokkelingen, niet altijd even
gemakkelijk en zoo is het voor ons doeJ
duidelijk genoeg.
Die circulaire is gericht ,,aan allfm,
werkzaam bij openbare diensten en oe-
drijven" en behandelt de vraag: „Duurte-
toéslag of Prijsregeling?"
Bovenbedoelde bonden nu verklaren zich
voor prijsregeling, daarmede afkeurend
het drijven van sommige categorieën van
beambten en werklieden in openbar*.iu
dienst om in dezen duren tijd een toeslag
te bekomen.
Dat drijven is dan ook hoogst onbillijk.
Heel de samenleving gaat gebukt onder
den druk der omstandigheden en zal de
zelfde samenleving nu extra moeten gaan
steunen diegenen, aan wie zij reeds een
vast loon uitkeert?
Immers neen. Is dat loon hier of daar
voor dezen of genen tak van dienst te laag,
dan bestaan er ook nu termen voor ver
betering, maar om een toeslag moeten
de lieden met een vaste positie niet ko
men vragen. Hun die te verstrekken ware
onrechtvaardig jegens de duizenden met
wisselende inkomsten, die bij de samen
leving niet om een tegemoetkoming kun
nen aankloppen.
De circulaire der vier Bonden zegt dan
ook terecht: „Als er succes mogelijk is ter
voorziening in den algemeenen noodtoe
stand, dan kan het slechts zijn
door algemeene maatrege
len".
Juist.
Nu wekt. het strooibiljet op tot .klasse-
actie" voor die maatregelen, maar dan
willen we toch even de niet-rechtsche re
geering verdedigen, tegenover deze niet.-
i-eokteoW vM.vai.-c, - vrmH ciirro net~nergm~
van den noodtoestand is het Kabinet on
verdroten bezig om maatregelen te treffen,
in 't belang van deze, dat van gene
klasse der samenleving, dan weder ten
nutte der samenleving in 't algemeen.
Voor een speciale „klasse-actie" is de
noodzakelijkheid -waarlijk niet gebleken.
Intusschen verheugen we ons over het
srstandige woord, dat we uit de circulai
re konden aanhalen.
servatisme hier niet meer bestaat?"
Wel neen, dit meenen we heelemaal niet.
Maar evenals de conservatieven wijl
zij noodwendig meewentelen met het rad
van den tijd thans meerdere dingen an
ders zouden willen conserveeren dan vóór
de laatste Grondwetsherziening, om niet
verder terug te gaan, evenzoo zullen de
sociaal-democraten hun denkbeelden wij
zigen al behouden zij denzelfden naam.
Bij de socialisten gaat zoo'n wijziging
met wat meer spektakel gepaard en wordt
ze wat vlugger volbracht dan bij andere
politieke partijen, maar aan verandering
zijn deze allemaal onderhevig waarbij
zich dan vaak het merkwaardige verschijn
sel voordoet, dat inconsequenties zóó breed
voerig bredeneerd worden, dat ze voor
consequenties worden aangezien. De socia-
listerij biedt ook hiervan de duidelijkste
staaltjes.
Er is slechts één onveranderlijk iets in
dit ondermaansche: de geopenbaarde waar
heid en wat daarmede verband houdt.
Wie die waarheid aanvaarden, kunnen
rustig de wentelingen van het wereldrad
BUITENLAND.
V Veranderlijk.
Het H b 1 d. oordeelt, dat hoe ook de
uitslag van het Paaschcongres der ,,S. D.
A. P." moge wezen het socialisme toch
zal blijven bestaan.
Het orgaan licht zulks toe met dit voor
beeld:
„Al zou straks de heele S. D. A. P. in
honderd stukken uiteenspatten, het soialis-
me zou even levend blijven. Het zou een
voudig, onmiddellijk, nieuwe organisatie
vormen zoeken en vinden. Zelfs kan een
geestesrichting jaren en decenniën lang
zonder eenige organisatie zijn en toch, la
tent, blijven voortleven. Er is, sinds de
laatste Grondwetsherziening, geen conser
vatieve partij meer in Nederland. Meent
één verstandig man daarom dat het coh-
Op het Westelijk en Oostelijk oorlogs
terrein geen verandering. Britsche
vliegers wierpen bommen op duikbooten
te Antwerpen en Zeebrugge. Een
Fransch en een Engelsch stoomschip
getorpedeerd. Het comité tot onderzoek
naar de stijging der kolenprijzen in En
geland heeft aanbevolen beperking van
den kolenuitvoer naar de onzijdige landen.
terrein.
De Eïigelsche admiraliteit deelt mede,
dat een Britsche vlieger met succes een
aanval deed op Duitsche duikbooten, die
te Antwerpen werden gebouwd en vier
bommen deed vallen.
Een andere vlieger viel twee duikbooten
te Zeebrugge aan.
Het Fransche communiqué meldt:
De worsteling wordt op talrijke punten
van het front voortgezet, bij Dompierre ten
Z.-O. van Péronne.
De Franschen lieten met succes 4 mijn
gangen springen bij de „ferme du cho
lera" ten N. van Berry-au-Bac.
De Franscheh lieten een zijtak van een
mijn in de lucht vliegen, op het oogenblik
dat de Duitschers bezig waren eraan te
werken. Na de ontploffing lieten de Fran
schen het kanon van 7.5 c.M. erop werken.
Do Duitsche luisterpost verdween in den
krater.
In Champagne is de artillerie-actie le
vendig in de omstreken van Beau-Séjour,
Ville-sur-Tourle.
In de Argonnen wordt vooral opgetreden
tusschen Four-de-Paris en Bagatelle. De
gevechten hebben vaak op. zoo korten af
stand plaats, dat een mijnwerper, door
een Franschen bom geraakt, in de Fran
sche linie vloog.
In den nacht van 30 op 31 Maart namen
de Franschen 150 meters loopgraaf, waar
bij gevangenen werden gemaakt en twee
mijnenwerpers genomen.
Gedurende den geheoien nacht van av
op 31 Maart beschoten de Duitschers de
loopgraven, die zij op 30 Maart verloren
in het Bois-le-Prêtre; zij deden bij het aan
breken van den dag een aanval met ver
scheidene bataljons, en slaagden er in voet
te winnen in het westelijk deel der stelling,
maar te 8 uur werden zij opnieuw verdre
ven. De winst door de Franschen op 30
Maart behaald werd dus geheel gehand
haafd. Het aantal gevangenen door de
Franschen gemaakt bedroeg 140 man, on
der wie 3 officieren. Alle tegenaanvallen
der Duitschers werden afgeslagen. In de
streek van Parroy werden voorpostenge
vechten geleverd, die ten voordeele der
Franschen afliepen. De aanval werd on
dernomen door een bataljon landweer. Hij
mislukte met zware verliezen.
De Fransche vliegers hebben, tijdens
vliegtochten in den nacht van 30 Maart
ondernomen, 24 bommen geworpen op
Duitsche stations en bivaks in Woevre,
Champagne, de buurt van Soissons en
België.
De Belgische vliegers bombardeeren in
den nacht van 30 op 31 Maart het vlieg
kamp bij Handsaeme en den spoorweg-
knoop bij Kostemarck, en op 31 Maart
overdag het marine-station te Brugge
met succes.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Br
de verovering van het door Belgen bezette
klooster Hoek, eenige hoeven en een klein
steunpunt bij Dixmuiden hebben de Duit
schers 1 officier en 44 Belgen krijgsgevan
gen gemaakt.
Ten W. van Pont-a Mousson, in en bij
het Bois du Prêtre kwam de strijd gister
avond (Woensdag 31 M *art) tot staan. Op
enkele punten zijn de franschen tot in de
drongen. -Heden wurui uc amju
Bij voorpostengevechten ten N. O. en ten
O. van Lunéville leden de Franschen
zware verliezen.
In de Vogezen werd slechts een geschut-
gevecht geleverd.
Van hel Oostelijk oorlogs
terrein.
Uit Weenen wordt officieel bericht: In
de Oost-Beskiden trachtte de vijand in de
omgeving van Laborczelle gedurende den
nacht verscheidene aanvall«n te doen, die
alle werden afgeslagen. Tusschen den Lup-
kower-bergkam en den Uzsokerpas duren
de gevechten om verschillende hoogtepun
ten voort.
Aan het front in Zuidoost-Galicië viel
niets vermeldenswaardigs voor.
Bij Prowlodz aan de Pilica in Russisch-
Polen vielen sterke Russische strijdkrach
ten in den ochtend onze stellingen aan.
Onze troepen, vooruitgeschoven tot de ver
sperringen, wierpen hen met groote ver
liezen voor den vijand terug.
Op het Zuidelijk tooneel geen verande
ring. Een 's' avonds gehouden beschieting
van de open stad Orscva werd beantwoord
met. een bombardement van Belgrado.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Bij
Agustof en Suwalki is de toestand niet ver
anderd.
Een poging van de Russen om 's nachts
ten Z.O. van Skjerniwitsj de Rawka over
te trekken, mislukte.
De aanvallen der Russen bij Opossjno
werden afgeslagen.
In de maand Maart hebben de Duitsche
legers in het Oosten in het geheeï 55,80C
Russen krijgsgevangen gemaakt en 9 ka
nonnen en 61 machinegeweren buitge
maakt.
De Dardanellen-strijd.
De Oostenrijksoh-Hiangaarsche gezant
te Konstantinopel, markgraaf P-allavicini
zeide tot een correspondent van de Pesti
Hirlap, over de actie aan de Dardanellen
o.a, het volgende:
„Ik acht den toestand sedert 18 Maart
uitstekend. Ik ben volkomen gerust, om
dat de Engelsehen hebben ingezien, dat
de forceering dei' Dardanellen bijna onmo
gelijk ds.
De Bngel-schen hebben dn den tot nu toe
gevoerden at rijd ongeveer tien groote
slagschepen verloren, waarvan enkele
geheel verloren gingen, andere ongeschikt
voor den strijd werden, zoodat de bond-
genooten thans tot een andere wijze van
aanvallen hun toevlucht zuilen, moeten
nemen.
Een troepenlanding zal een zeer moei
lijke gewaagde onderneming zijn, omdat
de bondgenooten zich bevinden tegenover
het uitmuntend geoefende Turksöhe land
leger. Wij wachten volkomen rustig een
nieuwe actie af. Eén ding is zdker, on
daarop zijn wij voorbereid, dat de strijd
om de Dardanellen zeen* lang zal duren,
wellicht tot het einde van den oorlog.
De Seco'lo meldt, dat in Malta vi.er
nieuwe oorlogsschepen ter versterking
der Dardanollemvlocit binnenvielen, na
melijk de Bretagne, de Provence en de
Engelscbe schepen London en Lyon.
De speciale correspondent van het Bcrl.
Ta^ebl^^meldi, dato 31 Maart, ufleu
Zal de oorlog worden bekort
door epidemieën?
Deze vnaag wordit in een uitvoerig arti
kel in de „Times" behandeld. Het ant
woord is dat er geen ireden is om te ver
onderstellen dat de oorlog hetzij belang
rijk zal worden bekort, hetzij onbeslist
zal worden gelaten tengevolge van ziekte.
Integendeel, de oorlog moge ziekten ver
oorzaken, nimmer zijn deze zoo gelukkig
bestreden als in de veldtochten van dezen
oorlog. Men heeft zich eenigszans zenuw
achtig gemaakt over de aanstaande lente,
uit vrees dat het warme weder epide
mieën zal bevorderen. De toestand van
het Servische valk, dat zoo zwaar bezo'-ht
wordt door typhus, heeft die zenuwach
tigheid aangewakkerd. Het lcil van Servië
is echter grootendeels te wijten aan de
normale" ongezonde toestanden, die dooi
den oorlog eenvoudig zijn verergerd. Ser
vië verdienit alle huil'p, doch omdat de
typhus nu epidemisch toeereaht in Servië
behoeft men ruiat te vreezen dat deze zich
zal uitbreiden over het Westelijke front
of zelfs tot de Russische liniën. De voor
waarden voor ontwikkeling van typhus
zijn daar niet in die mate voorhanden,
terwijl de bestrijdingsmiddelen niet moei
lijk zijn. De vtreos voor cholera is oven-
eens voorbarig. Europa was feitelijk vrij
van cholera toen de oorlog uitbrak, en
mocht de ziekte terugkeercn, dan is er
niet de minste roden te verwachten dat
de ziekte naar hot Westelijk oorlogster-
rein zo-u worden overgebracht, terwijl zo
op 't Oostelijk oorlogstoon-eet! een betrek
kelijk goedaardig karakter blijkt te heb
ben aangenomen. Alleen een nieuwe cho-
iTera-epidemie in Bengalen, die men edi
tor geen reden heeft te Verwachten, zou
de ziek/te in Europa een kwaadaardigen
vorm kunnen geven, maar dan toch eerst
na ge ruimen tijd. Het grootste gevaar in
't Westen is waarschijnlijk de vliegen
plaag, die men tegen 't einde van Mei kan
verwachten. Het artikel geeft wenken om
trent de bestrijding van deze plaag. Van
de troepen zei ven hangt intussdhen voor
een groot deel' af of zij door ziekten wor
den bezocht
Verschillende Oorlogs
berichten.
Niet meer Prïemysl doch Permys. Een
telegram uit Stockholm aan het „Berl.
Tageblatt" meldt, dat Przemysl onder de
nieuwe heeren den ouden Slavischen naam
verliest en voortaan Permys heeten zal.
Men verwacht er weldra een bezoek van
den Russischen opperbevelhebber. Naar
het heet wordt het bezettingsleger der ves
ting daar voorloopig in gevangenschap
gehouden; de gevangen genomen officieren
daarentegen werden naar Lemberg ge
bracht. In de eerste stad werd een Rus-
sich veldhospitaal opgericht.
De „zorg van een goed huis... moeder."
De staf van het zevende legerkorps te
Münster heeft een order uitgevaardigd
voor de Duitsche huisvrouwen, waarin
deze op haar vaderlandsche plichten wor
den gewezen, en haar wordt aanbevolen
haan te_ vel de staande echtgenooten geen
enz„ daaP wwm™ over
zou hebben.
Suikerzeep. Uit Genève meldt men
aan Parijsche bladen, dat met het oog op
het gebrek aan zeep in Duitschland de
directeur van een groote landbouw-maat-
schappij te Leipzig een brochure heeft uit
gegeven, waarin hij uiteenzet hoe de in
Duitschland overvloedige suiker weldra
gebruikt zal worden om het vet in zeep te
vervangen.
Ziekten te Londen. Te Londen
heerscht influenza in zeer hevige mat,".
Aan ziekten van de ademhalingsorganen
stierven de vorige week 478 personen te
gen 258 in de overeenkomende week van
het vorige jaar,
Fransch stoomschip getorpedeerd.
Volgens een bericht ui.t Londen is een
onbekend Fransch stoomschip iin het En
gelsch Kanaal getorpedeerd. Twee opva
renden en twee do oden zijn te Dover Li-n-
meinigebrachit. De meesten zijn vermoede
lijk vrdronken.
Engelsch stoomschip getorpedeerd.
Het Engelsche stoomschip Emma, komen
de van Havre, iis zonder eeniige vooraf
gaande waarschuwing, gisteren ter hoog
te van Boachy head getorpedeerd door
FEUILLETON.
HEREEN! GD.
„'Plotseling deed eon vreese'lijkë slag
het schip tot in zijn naden boven. Alles
stormden naar de eene zijde van het dek,
naar de recJclingsibootien! Ook ik riep om
hulp, maar niemand luisterde naar mij.
In twee, drie minuten hadden, allen het
schip verlaten. Behalve ik en bet. kind
waren nog slechts een scheepsjongen en
<3e zwarte kok achtergebleven. Wij ston
den als versteend van ontzetting,, toen een
luide kreet door de lucht sneed. Bij het
licht van de volgende bliksemstraal, za
gen wij, dat de boot, waarin allen, een
toevlucht hadden gezocht, omgeslagen
was. En alsof hot noodweer daarmee zijn
doel boreikt had, begon toen plotseling de
siorrn te bedaren en kwamen de elemen
ten tot kalmte. Toen het dag werd, bleek
dat ons wrak op een zandbank was ge-
toopen. En tegen den middag bespeurden
we aan den horizont een zeil, dat steeds
naderbij kwam. Toen het ni-et ver meer
verwijderd was, kreeg de bemanning van
het vreemde schip ons in het oog en zond
«en boot uit om ons te hielpen. Wij waren
gered! O welk een gewoel van dankbaar
heid vervulde ons! Ik kion de vreemde
zeelieden ui et verstaan, maar Herbert
yson, de scheepsjongen der gestrande
!'k> kon dit wel en vertelde mij dat wij
naar New-York voeren. En inderdaad
w" verloop van tien dagen bereikten wij
haven van deze stad. Toen het schip
anker uitwierp hield de kapitein voor
mij nog een inzameling van kleeren en
wat geld en zette mij vervolgens aan land.
Wat moest ik beginnen in deze groote
vreemde stad!
„Ach, als Herbert Grey son, die scheeps
jongen, die evenals ik door het vreemde
schip gered was, mij niet had geholpen,
wat had ik dan moeten beginnen? Hij
zorgde er voor, dat ik een onderkomen
kreeg in een huis, dat-er weliswaar ar
moedig uitzag en dat in een n-auWe straat
was gelegen, maar mij todh een- dak bo
ven het hoof-cl. gaf en raad-de mij een en
ander aan, ten einde be zorgen voor bet
leven van mijn kind. En ik werkte en
zwoegde en streed om een bestaan vijf
tien jaren lang, steeds het kind bij mij
houdende en slechts bezield door die ééne
gedachte, om naar hier terug te. keeren
en getuigenis af te leggen tegen de schur
ken die, ten einde hun duistere daad te
verbergen, mij en het mij toevertrouwde
kind tot slaven en aldus onschadelijk
hadden willen maken. Maar God, die
niets ongestraft laat geschieden, schikte
het andere. Ik bespaarde penny op penny.
Hoever ik het tijdstip der vergelding ook
verwijderd mocht ziien, ik verloor toch
den moed niet. Zoo dikwijls Herbert Grey-
son, dé scheepsjongen, aan land kwam,
bezocht hij mij en ook de kleine Kapitola,
•het kind, waarvan hii zoo innig hield. Ik
gaf het kind dien naam, wijil in dear trouw
ring, dien de arme jonge moeder mij in
dien nacht gegeven had, de woorden ge
graveerd wareh: „BuegneKapitola."
Kapitola? vroeg James Warfield met
heesche stem, terwijl zijn gelaat hevige
ontroering verried.
Ja, mijnheer^
Hebt ge den ring bij u?
Neen, mijnheer, ik vond het be-ter,
het kind den ring te laten houden! Hier
is Herbert Greyson heeft het geschre
ven het adres van het huis te New-
Yiork, waar ik Kapitola achterliet, totdat
ik eindelijk na veel moeite zooveel opge
spaard had, om mijn nasporingen, ge
wijd aan de wraak v-oor een oude schuld,
te kunnen beginnen!
Warfield nam het stukje papier, dat zij
hém gaf aan en vroeg:
Heeft het kind niet een of ander len
teeken, waardoor men het gemakkelijker
zou kunnen terugvinden?
Ja, mijnheer, een heel buitengewoon
kenteeken. Midden in de palm van haar
linkerhand had zij de duidelijke afbeel
ding van een karmozijn roode kleine
hand, van ongeveer een duim lengte. En
zij had ook nog een. ander kenteeken:
Herbert Greyson heeft op haren arm
haar naam en den datum van haar ge
boorte geteekent: Kapitola, 30 November
18....
Weet gij, Nancy, welk huis het was,
waarin Kapitola geboren werd?
Ik moet onder eede spreken neen,
mijnheer, ik weet het niet, maar...
Gij vermoedt het?
De vrouw knikte bevestigend.
Het was... James Warfield boog zich
dicht aan haar oor en fluisterde eenige
woord-en, die zij alleen kon veret.aan.
En hij sidderde en knikte weer beves
tigend zonder een woord te spreken.
Weet de oude Hat van de geschiede
nis af?
Neen, mijnheer, niemand weet er
iets van behalve gij'
Nu, zwijg er dan ook verder over!
Wat gedaan kan worden, zal ik doen.
Rust nu wat, armie vrouw. Ge kunt uw
hoofd in vrede neerleggen. James War
field1 zal de arme wees beschermen en
den schuldige, die waard is dat de vloek
van Boven h-ern treffe, dwingen reken
schap af te leggen?
De oude vrouw op het armoedige bed
knikte tevreden" en de eigenaar van llar-
ricane Haile ging naar de deur om den
geestelijke te roepen. Op hetzelfde oogen
blik, toen deze met de oude Hat het ver
trekje weer binnentrad, maakte zich van
den buitenmuur der hut een. donkere ge
daante los, om in de dichte duisternis
van den nacht spoorloos te verdwijnen.
Aanstonds daarop ging de deur open, en
met de walmende lamp in de rechterhand
geleidde de oude Hat de nachtelijke be
zoekers der heksenhut naar buiten over
het rotsachtige pad, waarlangs zij het rij
tuig weer bereikben. Li snellen draf
bracht dit hen binnen betrekkelijk korten
tijd naar Hurricane Hall terug, waar de
beide mannen zioh aanstonds naar hun
kamers begaven. Maar de heer des huizes
dacht niet aan slapen. Als een leeuw in
zijn kooi liep hij met groote stappen door
het vertrek op en neer.
Eindelijk! riep hij uit. Eindelijk heb
ik het geheele spel in handen. Gabriele
Le Noi-r, het ware beter voor u geweest,
dat ge van de hoogste rots te pletter waart
gevallen in duizend stukken, dam zoo in
mijn handen te vallen. Geen macht ter
wereld zal u daaruit kunnen bevrijden.
II.
Een dichte drom menschcn stond onder
de poort van het commissariaat, van po
litie te New-Y'ork toeh een rijtuig voor
reed, waaruit een bejaard heer met grijze
haren stapte iemand dien men op het
eerste oogenblik kon li-erkennem als een
landedelman.
Wat is er aan de hand? vroeg rle pas
aankomende, toen hij uitgestapt was, vol
verbazing aan een politieagent.
Ach, Sir, ze hebben eein rnedsje op
gepakt, dat gekleed was als een jongen.
Het spreekt van zelf dat dit een oploop
van menschen veroorzaakt.
-- Een meisje gekleed als jongen! riep
de oude heor uit. Groote God, hoe is dat
mogelijk?
Hij wilde zioh juist, tot den dienaar der
openbare orde wenden met een verdere
vraag, toen midden in het gegons een
luide kreet gehoord werd en de menigte
vrije baan kreeg en onwillekeurig een
blik kon werpen op het middelpunt der
groep. Op het oogenblik dat hij dit deed,
beefde hij van ontsteltenis. De groote
oogen der jeugdige gevangene hadden
hem aangezien mot zulk een uitdrukking
van-droefheid en angst., dat het hart van
den ouden man beefde. Maar niet deze
blik alleen was het, die hem zoo machtig
aangreep. Daar was in die gelaatstrek
ken iets dat hij niet kon beschrijven,,
maar dat he-m bijna de kracht benam om
te denken. Doch de ruwe wijze, waarop
de politieagent het als jongen gekierde
meisje met zich meevoerde, schudde de
energieke verontwaardiging van den-j
vreemdeling wakker.
nvordt vervolgd -y