In 2>e£rUS/terZWinkels
69 JAARGANG.
No. 1003
e fceidbohzQou/umk
R.-K. Boerenbond of Land
en Tuinbouvvbond?
Befoooren de Tuiimdiers en de Kweekers
bij den R.-K. Land- en Tuinbouwbond
0f bij den R.-K. Middenstandsbond ,.de
Hanze"?
Wat is piractisch het beste?
Zied aai* een drietal vragen, reeds di-
xect aan de orde, en die vragen blijken te
zijn. veel meer van praktisch beleid dan
wel vaai principleole beteekenis.
Principieel kan men de quaestie ge
noeglijk opgelost achten, indien de Boe
ren, de Tuinders en de Kweekers, ieder
voor ziek, zich gringen organise er en in
B.-K. Bonden of Véreendgingen.
Tenminste, indien men onder bet prin-
d-pieele in een organisatie niets anders
yeiptaat dan de beginselen, of de gods-
dionstiig-zedelijke richting, weilke aan de
organisatie ten grondslag Liggen.
In het Laatste geval zou men de kwes
tie eveneens opgelost kunnen achten in
dien de beide categoriën, de tuinders en
de kweekers, z-ich aansloten óf bij een
of anderen Boerenbond of bij een of an
dere afdeelang van de R.-K. Midden
standsorganisatie of de Hanze.
Zoo eenvoudig als het schijnt is de zaak
echter niet.
Bij eenige diepere beschouwing van
het vraagstuk kan men zich zélfs 'riet
losmaken van ds gedachte, dat het prak
tisch zeer zeker, en ook pr ine indeed, van
maatschappelijk standpunt beschouwd'
dan, een groote fout zou zijn van een
Boerenbond, wanneer de tuinders en de
kweekers als leden wierden geweigerd;
en een even groote fout in beiderlei
opzicht van een Middenstandsbond,
wanneer deze over 't algemeen de tuin
ders en de kweekers in hare organisatie
ging opnemen.
Voor er verder o-p deze kwestie wordt
ingegaan kan het zijn nut hebben eerst
de verklaring af te leggen, dat het geen
zins in de bedoeling van den schrijver
ligt, op eenigerlei' wijze criitiëk uit te
oefenen op de werkzaamheden van een
zoo prachtig werkende organisatie als de
Hanze. Ook is het de bedoeling niet te
'pogen, de." sfeer der werkzaamheden yam
dezen Bond te bekorten; het eenage \vat
'bedoeld wordt is dit: tuinders en kwee
kers welke zich geplaatst zien voor de
vraag: welke organisatie voor hen als de
beste te beschouwen is, de R.-K. Diocesane
Land- en Tuinbouwbond of wel de R.-K.
Middenstandsorganisatie, zoodanig voor te
lichten, dat zij eenigszins met oordeel des
'onderscheids hunne keuze kunnen bepalen.
Oms dunkt, dat die keuze ten slotte
zalls niet moeilijk kan zijn, o.m naden er
tal van natuurlijke wegen zijn welke de
plattelandsbevolking als van ^zelf leiden
naar de orgamsaxh?, weilke vooo* de be-
pajtigdtrig harer belangen de meest ge
schikte is.
Ook al geeft men toe, dat landbouwers,
tuinders en kweekers een midden
stand vormen in de maatschappij,
dan kan men toch de oogon nieit sluiten
voor het feit, dat deze middenstand heeft:
gansoh andere bedrijfsvormen; eetn an
dere maatschappelijke- positie; andere
wettelijke rechten en plichten; andere
nooden en behoeften dan de handel-
dr ij vend en en industriee
ls n middenstand, als waarvoor
toch ,,de Hanze" de organisatie bedoelt
te zijn.
Het gaat hiér om de organisatie van
oen maatschappelijken stand die i h
tiet productief maken van
den bodem de hoofdbron van zijn
bestaan vindt en voor wie handel en in
dustrie, voor -zoover die in zijn bedrijf
te pas komen, slechts bijzaken zijn.
Alile aandacht diient dus gevesti'gd op
de productiviteit van. den bodem, als op
de hoofdzaak. Want alle bijzaken, als
de handel in, of de verwerking van het
geproduceerde houden op, zoodra de
hoofdzaak: het produceeren op
houdt. Dan is er niets meer te verhande
len.
Anders is dit met den hamde-l dr i j ven den
en industrie e&en middenstand. Deze is
üet in de eerste plaats productief. Hier
drijft men handel in het door anderen ge
produceerde, steeds en uitsluitend en
toet het deel: winst te maken, bestaans
voorwaarden te scheppen voor den mid
denstand of door de distributie van goe
deren langs den weg van handel iin cene
toaatschappelijke behoefte te voorzien,
"ter is dus de handel hoofdzaak
zooais bij gene de productie hoofd
zaak is.
En het feit dat een boer wel eens een
verkoopt, of dat een tuinder en een
aweeker hun producten «ter markt bren-
Söfl, stempelt dezen niet tot kooplieden.
Evenmin als een kruidenier dié in zijn
toOestuin een te groote ho©w.el,iNoid -
voor eigen verbruik verbouwd heeft,
rinder wordt, als hij daar een partijtje
verkoopt.
hijzaak wordt hierdoor geen hoofd
je men nu de hoofdzaken in bet
trili houden en daaruit zijiv gevolg-
vrr 4k"en maatet, blijkt van zelf Lee
Vörsohil van dia, uit de hoofd-
jcfa-T, 7^0rtvloeiende belangen ia, tua-
"Wd© soorten van middenatand-ire.
Eenmaal zoover ils het volstrekt niet
moeilijk aneor om aan te toonen, dat deze
beide in zich zoo onderscheiden belangen
ook dooi* onderscheiden middelen welke
aan het doel beantwoorden gediend moe
ten worden.
Wié anders handelt, handelt in strijd
met de natuur der dingen, miskent daar
door de werkelijkheid, levert een kunst
product dat den drang van den natuur
lijken loop der ontwikkeling niet kan
weerstaan. Dat dus op misrekening en
teleurstelling uitloopt.
Voor men de vraag stelt: Wat beide
groepen van middenstanders, die van de
productie en die van de distributie ge
meen hebben; welke punten van aanra
king men hier of daar kan waarnemen?
lijkt het ons beter eerst de vraag te stel
len: Onder welke opzichten beide groe
pen absoluut gescheiden zijn?
En dan brengen wij weer het punt van
van uitgang naar voren:
Bij den een liggen de bestaansvoor
waarden direct in den bodem; hij
is producent, voortbrenger;
bij den ander is .dit verband slechts i n-
direct; hij koopt en verkoopt hét voort
gebrachte; hij handelt of distribueert.
Dat beide groepen gansch onderschei
den bestaansvoorwaarden hébben, en dus
ook door onderscheiden middelen moeten
geholpen worden zullen wij nog nader
trachten toe te lichten. Dé punten van
overeenkomst die hier en daar gevonden
worden doen aan de hoofdzaak niets af.
Bij den boer, den tuinder en den kwee-
ker ligt de hoofdzaak van het bestaan in
den bodem.
Het is dus logisch, dat, wanneer deze
groepen eene organisatie stichten, of zich
als leden eener organisatie Late-n opne
men, zij dan toch minstens verwachten
dat deze dienen zal om hun maatschap
pelijke positie te verbeteren, of bestaande
misstanden uit den weg zal ruimen.
Verbetering van de maatschappelijke
positie van den plattelandsbewoner is
moeilijk denkbaar dan tenzij de hoofd
bron van zijn bestaan meer winst af-
wiefpe.
Die meerdere winst is weer moeilijk
anders te bereiken dan door verhooging
der productieve kracht van den bodem;
dus verbetering van den grond; veredelde
of intensere cultuur; verbeterd of ver
meerderd afzetgebied.
Dit is weer niet te bereiken dan tenge
volge van de vemilling van twee voor
waarden: landbouwcrediet en land- en
tuin bon wonde, rwi j s
Kan dit nu ooit de taak zijn van den
H a n d e 1 d r ij venden en Indu-
st rieelen Midde nstand?
Moet die in deze zaken advies geven, of
meer nog: deze instellingen in 't leven
roepen?
Dan zijn er de middelen van de tweede
eoort die dienen kunnen de positie van
de plattelandsbevolking te verbeteren.
Wij noemen slechts:
a. den coöperatieven aan
koop van: kunstmeststoffen, veevoeder-
artikelen, zaaizaden in alle soorten, voor
boerenbedrijf ©n tuinderij; allerleimachi-
meriën, welke het moderne land- en tuin
bouwbedrijf als mede d'e kaslcweekerij
moo-dig heeft.
(In hoeven.*© hiermede het belang van
den handeldrij ven dein midden
stand gediend wordt laten wij in 't mid
den.)
b. d e n c o p e r a t i1 e v e n ver
koop van: melk, boter, kaas, eieren,
vee, granen, groenten in allerlei soorten,
boomvruchten, enz,
c. die bèdr ij fsco operatie
als: melkerijen, slachterijen, olie- en vee-
koekfabrieken, malerijen, het marktwe
zen voor de tuinderij, enz.
d. de fokverieenigingen
tot verbetering van den veestapel; het
aanleggen van een stamboek; de bestrij
ding van besmettelijke ziekten onder het
vee, de planten, de bloembollen, enz. enz.
Dat alles, of zelfs ook maar een gedeel
te er van, kan niet het werk zijn van den
handeldr ij venden en indu
strie elen middenstand.
Bovendien betreft dit alles nog slechts
datgene wat middellijk de bestaansvoor
waarden r.aakt van den land- en tuin
bouwer.
Wanneer wij nu de aandacht vestigen
op datgene wat onmiddellijk dat bestaan
ten sterkste beïnvloed als: de pachtover
eenkomst en het erfpacht; als wij verder
de aandacht vestigen op de sociale aan
gelegenheden ten platte lande, met na
me: de regeling de/ arbeidsovereenkom
sten, dan wordt het toch wel duidelijk
dial eene aparte organisatie voor het
platte land, onderscheiden van „de Han
ze", beslist noodzakelijk is.
Nu zal men allicht hierop antwoorden:
dat men dit laatste niet ontkend; ja, zelfs
daarmede geheel accoord gaat, waar het
betreft de organisatie van de Boeren.
Boerenbonden zijn even noodzakelijk als
Middenstands- en Arbeiders-organisatie.
Waar het hier echter om gaat, dat is
die klasse van personen, welke als het
ware een tueechenschakeleen overgang
vormen, tuaschen den Boeren- en den
Middenstand. Dat zijn de tuinders en de
k wie eikiers.
Deze groep personen, meent men, komt
den Middenstand, zooata die belichaamd
is in „De Hanze" zeer nabij; heeft in
ieder geval veel punten van 'aanraking
daarmede.
Het voornaamste aanrakingspunt is
volgens sommigen gelegen in het feit dat
een tuinder en een kweeteer tevens
handelaar Is.
INGEZONDEN MEDEDEELING I GULDEN PER REGEL.
woiden U de volgende voordeelen gebodeni
Prima kwaliteiten. Lage prijzen.
10 7. Extra korting.
Hygiënische winkelinrichting.
Vlugge en nette bediening.
Dagelijka versche artikelen.
Ter beoordeeling onzer kwaliteiten wordt U verzocht
névenstaanden coupon in te wisselen in een der
bekende winkels van
P. DE GRUYTER Zn.
Grutterswaren. Koffie. Thee, Cacao en Boter.
RECLAME COUPON. 21
Tegen inwisseling van dezen
coupon in een onzer winkels geven wij
gedurende deze en de volgende week
bij aankoop van I pond Seffmn/tri
Botermelange ot Plantenboter, gratis
ter keuring '/a pond prima Rijste-
griesmeel ter bereiding van
heerlijke Pudding.
SkSrui/Url Melange60,50,45 en <0 ct. p. p.
2uffruj//tri Plantenboter: 50 en 65 ct. p. p.
Wij zijn echter vam meening dat men
hier de zaken omdraait. Die tuinders en
kweekers zijn handelaars tengevolge, en
in zooverre, dit een uitvloeisel is van bun
bedrijf; zij zijn echter geen tuinders en
kweekers omdat zij handelaars zijn. Die
tuin en die kweekerij vormen (hier het
uitgangspunt. Het bedrijf is de oorzaak,
de handel liet gevolg.
Oorzakelijk staan de tuinders en de
kweekers dus dichter bij den landbouwer,
dan bij den handeldrijvenden en industri-
eelen middenstand.
Deze meening wordt nog versterkt door
het feilt dat de groep: landbouw, tuin
bouw, kweekerij, beheerscht wordt door
vrijwel dezelfde natuurlijke en economi
sche factoren. Factoren welke niet ge 1-
d e n voor Handel en Industrie.
De eerste groep wordt sterk en direct
beïnvloed o.a. door:
a. paclit-contract en erfpacht;
b. natuuirinvloeden: als het weer; geluk
ken of mislukken van den oogst; vee- en
plantenziekten; enz. eaiz.
c. de toepassing van de nieuwste van-
dingen op natuur- en scheikundig gebied,
voor zoover deze verband houden met be
mesting, werkmethode en .cultuur.
d. buitenlandsch afzetgebied.
Welke punten van aanraking zijn hier
te vinden met den handeldrijvenden en
industrie elen middenstand?
Indirect ja, bestaat er verband! De han
deldrijvende en industrieele middenstand
zal het zeker gevoelen als het haar broeder
op het land niet voor den wind gaat. Doch
alleen indirect, en in zooverre, als het be
treft de prijsnoteieiriing van het kwan
tum productie dat land- en tuinbouw als
handelswaar van haar overvloed kan
missen.
Het geheele productie-proces echter,
benevens alle factoren welke dit beïn
vloeden, gaat langs den handeldrijvenden
middenstand heem.
Nu is er één instelling welke zeer sterk
het welslag-en van land- en tuinbouw be
nevens de kweekerij kan bevorderen, en
die instelling is: liet credfiet, het Land
bouwcrediet.
In hoéverre nu de Middenstandscrediet-
bank in staat is practtsch de behoefte
aan ere diet op het platteland te dekken;
en in hoeverre dit .ten slotte vóór of na
deel ig voor den middenstand zelf zal
werken, indien belangrijke sommen voor
zeer geruimen tijd als landbouwcrediet
worden vastgelegd, waag ik niet te be
slissen.
Wel is het vrij zeker, dat tot nog toe in
gieen Land ter wereld, de middenstands-
ared.iet-instellingendi:e zich juist daar
door van de gewone banken onderschei
den, zich met het verstrekken van land
bouwcrediet hebben afgegeven.
Steeds en overal, heeft men tten be
hoeve van hét Landbouwcrediet de spe
ciale Raiffeisenbanken in 't leven ge
roepen.
En waarschijnlijk om zeer gegronde
redenen. (Zie hierover Dr. Hitze „Ahritz
der Agrarfrage". Blbl. Oentr. Bur. K.S.A.)
Waartoe de afwijking van dit systeem
in de praktijk leiden kan zullen wij met
een voorbeeld verduidelijken.
Men denke zich het geval dat een groep
tuinders in een of andere gemeente, be
sluiten tot oprichting eener coöperatie
van levensmiddelen of tuinbouwbehoef-
ten.
Om deze doeltreffend tot stand te bren
gen vraagt men een ere-diei aan bij de
Hanzebank.
Wat moet die Bank nu doen?
Door het crediet te geven, benadeelt
zij den handeldrijvenden mid
denstand ter plaatse gevoelig.
Door het te weigeren, belet zij aan een
groep leden indien men de tuinders
en kweekers iin de Hanze opneemt hun
ne belangen doeltreffend te behartlgenl
Wat zal daarvan het gevtoig zijn?
Wat anders dan ruzie en oneonigheid
in de Hanze zeilf, door den. belangenstrijd
tuaschen twee elementen die bier niet op
hun plaats zijn.
Dit eene voorbeeld ils met vele andere
te vermeerderen.
Daarom hrtialen wij: het zou een groo
te taktische fout zijn voor den handel
drijvenden middenstand, de tuinders en
de kweekers over het algemeen ais leden
aan te nemen.
Ook eenige .andere motieven, welke ge
noemd werden op een bespreking met het
Hoofdbestuur over de al of niét opname
van tuinders in de Haarlemsche Hanze,
blijken bij nadere beschouwing al even
wtelnig steekhoudend.
De wenschelijkheid bijv. van die opna
me werd beipledt, op grond van de voor
deelen, welke de tuinders kunnen genie
ten als leden van: bijv. het fonds „Uütr
keering bij overlijden" of de „Ondierlinge
GLasverzefcermg"..
Ook dit lijkt ons een omkeering der
orde.
Wel geldt de regel: wie recht heeft op
lidmaatschap heeft recht op de voordee
len.
Doch niet:
Wie de voorde eden wensoht te genieten
heeft recht op lidmaatschap.
Da.n zou logisch ook een boerenarbei
der, die de voordeelen wensoht te genie
ten van htet fonds U. B. O. lid kunnen
worden van De Hanze; hetwelk een even
groote ongerijmdheid zou zijn, als het
fleit dat zich heeft voorgedaan in een
plattelandsgemeente in N.-Holland, waar
men spieden en timmerlieen in
den Boerenbond opnam om ze in
dé voordeelen te doen genieten, van d©
Boerenleenbank.
Er is over en weer nogal eenige ver
warring.
Wij hopen dat de oprichting van een
Diocesanen Land- en Tuinbouwbond, deze
tegenstrijdigheden op dien duur finaal
zal opruimen.
A. H. J. ENGELS.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Ontheffing van personeele betasting
voor gemobiliseerden.
Blijkens het eindverslag betreffende het
wetsontwerp houdende bijzondere regeling
nopens ontheffing van personeele belasting
in verband met de in 1914 plaats gehad
hebbende mobilisatie van land- en zee
macht werd bij het afdeelingsonderzoek
opgemerkt, dat ook die gemobiliseerden,
die als zoodanig eene tegemoetkoming uit
's'Rijks kas ontvangen, en buiten staat zijn
hun aanslag in de personeele belasting te
betalen, vaak een waarschuwing en een
dwangbevel ontvangen, indien die betaling
achterwege blijft, zoodat zij reden hebben
voor executie te vreezen. Eenige leden
wenschten, dat ten aanzien van zulke per
sonen geenerlei vervolgingsmaatregelen
zouden worden genomen. Wié als gemo
biliseerden eene tegemoetkoming ontvan
gen, is ten gemeentehuiz® bekend en de
belastingambtenaren kunnen dus daarom
trent gemakkelijk inlichting bekomen.
Enkele leden betwijfelden, of er wel vol
doende aanleiding voor de voorgestelde
ontheffing ter zake van paarden en motor
rijtuigen bestaat, waar eigenaars voor het
afstaan daarvan eene behoorlijke schade
loosstelling ontvangen. Enkele anderen
zagen, ook ten aanzien van dienstboden,
geen voldoende reden om aan hen die na
gelaten hebben den in art. 63, 4, der wet
gestelden termijn in acht te nemen, alsnog
vrijstelling te verleenen.
Enkele leden vonden in de omstandig
heid, dat te 's-Gravenbage de voor het Rijk
benoodigde automobielen reeds op 4 Aug.
1914 in beslag genomen werden, aanleiding
tot de meening, dat de ontheffing ook voor
de maand Augustus behoort verleend te
worden. Anderen zagen geen reden om ten
deze af te wijken van den algemeenen in
art. 63 3 gestelden regel, dat ontheffing
alleen verleend wordt over de maanden,
die tijdens het indienen der aangifte nog
niet zijn ingetreden.
Verder wer.d opgemerkt, dat de ontne
ming van automobielen en paarden van tij-
delijken aard is, dat hierin voor de eige
naars eene aanleiding Is gelegen het spe
ciale personeel (chauffeurs, koetsier) aan
te houden, al kunnen zij voorshands niet
de diensten bewijzen, waarvoor zij gehuurd
werden. Op dien grond achtten enkele le
den het niet billijk om, zoolang de ontne
ming voortduurt, personeele belasting te
heffen terzake van de garages en de chauf
feurs en van de stallen en de koetsiers.
Voorts werd gevraagd, of vrijwillige re'
litalre automobilisten, die hunne motor
rijtuigen tegen geldelijke vergoeding ter
beschikking van het legerbestuur hebbeu
gesteld, bij inachtneming van den in art.
63 4, vermelden termijn aanspraak kon
den maken op ontheffing. Sommigen meen*
den, dat deze belastingschuldigen in e&n
soortgelijke positie verkeeren als zij, wier
motorrijtuigen door het Rijk werden opge
vorderd, en dat er dus aanleiding bestaat
ook hun ambtshalve ontheffing te verlee»
nen voor hunne tijdelijk niet voor eigen
gebruik beschikbare motorrijtuigen.
KERKNIEUWS.
Mgr. Wittert van Hoogland.
Men schrijft ons:
In de levensberichten van dezen waor-
digen overledene bleef nog één punt on
voldoende belicht, n.l. zijn groote verdien
ste voor de drankbestrijding.
't Zal wel ongeveer 20 jaren geleden we
zen, dat mgr. Wittert, toen nog rector van
het R. K. Weeshuis, het Haagsche Kruis-
verbond oprichtte.
't Was in den tijd toen de drankbestrij
ding onder ons nóg terrein moest winnen,
toen drankbestrijders nog als iets bijzon
ders werden aangezien en hun samenkom
sten als een bezienswaardigheid werden
beschouwd: men keek wel eens door de
glazen maar trad niet.binnen. Nog hooren
we pastoor Wittert toornen tegen dezo
gluurders, die hij betrapte bij zijn aan
komst. 't Waren n.l. heele lieeren, maar
ZijnEerw. voegde hen onvervaard toe: "j#
moest eigenlijk binnen zitten. Wat die
heeren echter toch niet deden: zij dropen
stilletjes af.
Waar de zienswijze aldus was, moest
het Kruisverbond, om leden to trekken,
om te beginnen natuurlijk op nieuwen
grondslag gevestigd worden: 't werd een
matigheidsvereeniging met een kern van
geheelonthouders.
En om de toetreding nog te vergemak
kelijken: de eerste jaren werd geen contri
butie geheven. Wie kwam was welkom,
werd onthaald op een kop koffie en werd
alleen in de gelegenheid ^gesteld een vrij
willige gave te offeren. Wje niets gaf ook
goed: hij kon evengoed terugkomen en
weer mee aanzitten en luisteren.
Er moest natuurlijk geld bij, maar dat
kwam terecht, zeide president Wittert,
die er ook uitstekend slag van had den
gemoedelijken geest in de vergadering op
te wekken en te bewaren.
Uit die lósse organisatie is ontstaan het
thans bloeiende Haagsche Kruisverbond
met Mariavereeniging, wier zegenrijke ar
beid mede de nagedachtenis van mgr.
Wittert tot eere strekt.
De zeereerw. pater P. v. d. Rergh
O. F. M. pastoor te Vorden, is van de
II.I-I. Sacramenten der stervenden voor
zien.
Gemengde berichten.
Het geval te Yenlo. Omtrent het geval
tc Venlo lezen wij nog in de bladen; Op 16
Maart 11. hadden te Yenlo de 12-jarige V. en
de even oude B. ruzie in de Jodenstraat.
Plotseling schoot bij dezen lcindertwist te hulp
de zuster en broer van B., resp. 18en24jaar
oud, die hun broertje hielpen en den tegen
stander V. trapten. Na dien tijd voelde de
kleine V. zich onwel en klaagde over pijn in
den buik. Zondag nam de toestand ernstig
toe en overleed den knaap denzelfden dag.
De 24-jarige D. B. werd op last van den Comm.
van politie uit Venlo te Roermond Zondag
aangehouden, doch de 18-jarige zuster A. B.
is voortvluchtig.
Gezonken. Gistermorgen is een sleepboot
„Pro en Contra" van de fa. Volker en Boa
te Rotterdam bjj bet Antwerpscho Hoofd "in
aanvaring gekomen met de Amsterdamscho
vrachtboot van de fa. Verschure. De sleepboot
is gezonken. De opvarenden werden gered.
Onder een voertuig. De landbouwer B.
uit de buurtschap Zieuwent onder Eibergen
bevond zich met wagen en paard op den rnke-
weg GroenloRuurlo, toen een motorfiets
passeerde. Het paard schrikte en sloeg op hoL
Do voerman geraakte daardoor onder het
voertuig en wera in deerniswekkenden toestand
opgenomen en naar het ziekenhuis te Groenio
vervoerd. Zijn toestand is zorgwekkend.
Door den trein gedood. Maan dag vond
is te Utrecht een vrouw, die niettegenstaande