Tweede Blad. 6e JAARGANG. No. 1600 Stó £ctcboke Zaterdag 27 Maart 1915. Een Lyceum voor R.K. Meisjes. Lang, te lang reeds vraagt Katholiek Katholiek Nederland om een instelling van middelbaar en voorbereidend hooger on derwijs, waar de vrouwelijke jeugd kan ontwikkeld worden zooals de tegenwoordi ge tijd dat eischt, en zonder dat haar nog veel noodzakelijker godsdienstige vorming daarbij schade lijdt. Ea het Katholiek Nederland vraagt met recht. Beschouwen wij, om dit toe te lichten, vooreerst het meisje dat geroepen wordt tot het huwelijk. „Het is niet goed dat de mensch alleen tij! laat Ons hem een hulpe maken, hem gelijk." Is met deze woorden van God zeiven de roeping der vrouw in het algemeen aan gegeven, het is duidelijk dat de vervulling daarvan voor de echtgenoote gemakkelijker en volkomener zal kunnen geschieden, wanneer haar kennis en de ontwikkeling van haar verstand van dezelfde orde zijn als die van haar man. Al willen wij aller minst beweren, dat het huwelijksgeluk on bestaanbaar is, wanneer tusschen de eru ditie van man en vrouw een afstand van beteekenis bestaat, toch zijn wij overtuigd, dat het een waarborg te meer is voor har monisch samenleven, wanneer de vrouw niet op een afstand belangstellend behoeft te blijven toezien naar het werken en stre- van van haar echtgenoot, maar met hem kan meeleven in zijn denken en handelen. Geldt dit voor de vrouw ten opzichte van baar man, het geldt mutatis mutandis niet minder voor de moeder ten opzichte van haar kinderen. Zeker, wij brengen gaarne en uit de vol heid van ons hart en onze overtuiging een «eresaluut aan die talrijke waardige mpe- ,ders, die het geheim bezitten, zonder prflj- frane kennis van beteekenis, godsdienstige en maatschappelijke deugden bij hare kinderen aan te kweeken en te ontwikke len, en God geve, dat wij ze door alle eeuwen heen blijven behouden. Maar toch het zedelijk overwicht, dat tegenover de op groeiende kinderen het moederlijk gezag, zoo haast onmerkbaar maar toch zoo wel dadig, doet handhaven, zal zich vooral in den tegenwoordigen tijd zooveel intensieve^ en zooveel effectvoller laten gevoelen, wanneer zoowel de jongens als de meisjes er van doordrongen zijn, dat moeder ook intellectueel boven hen staat. En waar de strugglefor-life den vader zoo dikwijls de gelegenheid beneemt, mede de opvoeding van de kinderen te leiden, moet de moeder in staat zijn ook zijn rol daarbij zooveel mogelijk te vervullen, te geven wat de jeugd anders missen zou en toch, vooral in de verdere stadia van haar ontwikkeling, ioo noode missen kén. Zijn er dus voor de vrouw, als echtge noote en moeder, argumenten om haar loopbaan als zoodanig niet, dan van de noodige intellectueel© uitrusting voorzien aan te vangen, niet alle meisjes vinden in deze verheven roeping de vervulling van haar natuurlijk levensideaal. Ook deze behoeven een werkkring om zich nuttig te maken, dikwijls ook om in haar levens onderhoud te voorzien. Dan vooral zijn zij ten zeerste gebaat met 'n ontwikkeling die haar de deuren opent voor de betere, zelfs voor de beste maatschappelijke posities, voor zoover deze met haar vrouwelijke na tuur vereenigbaar zijn; terwijl h'et van hun kant voor de ouders immers een heerlijk voorrecht is hun kinderen zulk een ontwik- keling te kunnen bezorgen. FEUILLETON. DE DUIKER. «i De menigte ging zwijgend en in zich zelve getrokken heen; evenals na het bij wonen van de opvoering van een drama, dat indruk gemaakt heeft, de toeschou wers heengaan, zonder elkaar hun in drukken weer te geven. De beschuldigde ging weder terug naar de conciergerie. Onder die sombere gewel ven kon hij nu zonder ongeduld den dag afwachten, welke hem de vrijheid zou fce- ïugbrengen; deze dag had hem de eer we ggeschonken. Het nieuwie onderzoek, dat geopend werd ingevolge de verklaringen van abbé Du rin, duurde tamelijk lang-. Hoe groot aanzien de aalmoezier ook genoot, hoe groot ook het gezag zijner woonden was, da justitie moest verschei dene zaken onderzoeken. Gelukkig waren er een groot aantal be wijzen voorhanden. Het was allereerst gemakkelijk ié be vestigen, dat de heer de Pancorva nie mand anders dan Diego Palmer, en dat «organ bestaan had, werd op de zekerste ^jze bevestigd. Het bewonderenswaardig geheugen van politae-beambte Jottrat kwam hijzon- Jjf 00 stade om heit verleden op te vis- en der twee schurken, die gedurende oyeie jaren vergeten waren. •1 was vroeger gemengd geweest in de dpisodee, waarin Morgan den drol speelde, en de dadan van de be- Welnu, het is een overbekend feit, dat voor zeer vele maatschappelijke posities het einddiploma van een gymnasium of dat van een hoogere burgerschool met vijf jarigen cursus geëischt wordt, om met succes te kunnen mededingen. Nu zou de conclusie kunnen worden ge trokken, de a.s. vrouw-moeder niet, en de andere meisjes wel een staatsdiploma te laten verwerven. Maar wie ter wereld zou zioh hier durven wagen aan het trekken van een horoscoop? En is de volstrekte on zekerheid in dit opzicht niet het krachtig ste motief om zich te wapenen voor elke mogelijkheid? Daarbij, al heeft het studeeren voor een bepaald diploma, gezien de eischen die daar tegenwoordig aan worden gesteld, vooral voor zwakke gezondheden iets te gen, als prikkel voor ijver en toeleg, voor serieus werken heeft het ontzaggelijk veel voor. En al zijn wij groot voorstander van uitspanning op zijn tijd, de vorming van* den wil, van het karakter, en vóór alles hebben wij karakters noodig, wordt verkregen door inspanning, ernstige, plichtgetrouwe inspanning. Somden wij in het bovenstaande eenige krachtige argumenten op om de noodza kelijkheid van een degelijke, liefst aan examens getoetste ontwikkeling van onze meisjes in de hand te werken, één is er nog dat niet mag vergeten worden. Naast het werk aan den huiselijken haard of in de verkregen positie, wacht der R. K. vrouw nog een andere taak. Ook in het groote huishouden, dat Maatschap pij heet, heeft zij een rol te spelen, hare medewerking te verleenen tot het lenigen van de sociale nooden, voornamelijk van die waarin haar zusteren verkeeren. Nog slechts korten tijd geleden ging aan haar een oproep uit van het Doorluchtig Epis copaat om daartoe zich in R. K. Vrouwen bonden te vereenigen, en als getrouwe en gehoorzame dochters van haar Moeder de H. Kerk. zal het haar een eer zijn onmid dellijk aan die roepstem gehoor te geven. Welnu, is het noodig te zeggen, dat voor het doen van goed maatschappelijk werk in de allereerste plaats deugdelijke ontwikkeling wordt vereischt? Hoe zal de katholieke vrouw, vooral zij die vóór be hoort te gaan, tegenover de valsche theo rieën van anderen haar standpunt kun nen verdedigen, wanneer zij niet aan haar van nature dikwijls zoo scherp doorzicht ook kennis van zaken paart? Op de bovenstaande utiliteitsgronden is dus een diepergaande studie voor het R. K. meisje gewenscht en noodzakelijk. Maar wij willen dit gedeelte niet sluiten zonder ook nog het ethisch argument te hebben aangestipt, dat het genot van een breede ontwikkeling, zonder noodzaak aan meisjes evenmin als aan jongens moet worden onthouden. Zoo zijn, geleid door de hier aangegeven of andere motieven, tal van R. K. meisjes in de laatste jaren naar het gymnasium of de hooger burgerschool gezonden en heb ben daar met meer of minder succes ge- studeex'd. Is het noodig dat dit bevorderd wordt? Ons antwoord is, mits het geschiedt in katholieke instellingen, met beslistheid, ja. Daarmede is niet gezegd, noch bedoeld, dat indien er voldoende R. K. gymnasia en hooger burgerscholen voor meisjes wa ren, onze geheele vrouwelijke jeugd die zou moeten bezoeken; en ook niet, dat, nu ze in den lande niet of nagenoeg niet be staan, niemand mag studeeren aan een der openbare inrichtingen van bedoelden aard. Maar de opleiding aan gymnasia of hooger burgerscholen bevelen wij met warmte aan, wanneer zij kan gegeven worden op Roomsch Katholieken grond slag, en kan dat niet, dan moeten wij ze wel in vele gevallen als noodzak e- kelijk aanvaarden. Gegeven ten slotte het feit, dat zoovele meisjes niet katholieke instellingen bezoeken, mag ge sproken worden van een noodtoestand, die rudhte bende Chrob en Horob leefden nog in zijn herinnering. De onderzoekingen gingen verder tot op alle plaatsen, waar het lange drama van Roberts leven gespeeld had. De moord in Provence; de onverklaar bare zelfmoord van Mary, te Saint Ouen; de veroordeeling van den -geiheimzinnigen zeezwerver in 1846, al deze feiten hadden haar sipoor achtergelaten in de knrner ge opende gedenkboeken der politie. Het verhaal van den aalmoezenier kwam juist overeen met de opgeschreven bizon- derheden in de archieven. Ingevolge een brief van abbé Guérin wa ren John en Paddy teruggekomen om zich ter beschikking te stellen van de Fransche justitie. De onschuldigen hadden geen moeite met hun verdediging, en hun getuigenis was die beste rechtvaardiging voor Robert. Men liet hen vrij, en zoodra het onder zoek was afgeloopen, stond men hun toe in die gevangenis den beschuldigde van den moord te Montmartre te bezoeken, die weldra weder Robert Bird zou zijn. Eindelijk brak na drie maanden gevan- geniaschap, de plechtige zittingsdag aan. Het veihoor was voor Robert een ware triomf. Zijn onschuld, die reeds sedert lang was erkend, kwam bij elke ondervraging der weinige getuigen hoe langer hoe meer u/ft. Robert werd na eenige beraadslaging vrijgelaten, en het is overbodig te zeg gen, dat de uitspraak der jury met alge- moene stemmen besloten was. Van de twee ellendige medeplichtigen van Diago liet de een zich van honger in dit opzicht bij ons heerscht, en waarin zoo spoedig mogelijk moet worden voor zien- Ja waarlijk, er is mèr periculum in mora. Niemand immers is zoo achterlijk meer om te beweren dat openbaar onder wijs plus godsdienstonderricht hetzelfde is als Katholiek onderwijs. Men heeft loe ren inzien dat dit een miskenning betee- kent van de waarde van het godsdienstig leven. De Roomsch Katholieke school on derscheidt zich niet alleen van de open bare hierin, dat vóór en na de lessen ge beden wordt, in de lokalen een kruisbeeld hangt en op het lesrooster Katechismus voorkomt, al zou men zich zonder dat er ook geen kunnen denken; neen, het cssen- tieele verschil zetelt in hoofd en hart van leeraren of leeraressen en leerlingen, in den Roomschen geest, die in gestadige wisselwerking het geheele samenzijn, het onderwijs zelf doordringt en daardoor weg houdt dien anderen, die wij niet willen, niet kunnen en niet mogen willen. Bijna even noodzakelijk als het Katho lieke karakter van de school en dit geldt zeker voor het middelbaar en voorberei dend hooger onderwijs is het gescheiden houden van jongens en meisjes. Bij de beoordeeling van beide noodzakelijkheden vergete men toch niet, dat In de juist voor indrukken zoo ontvankelijken leeftijd van 12 tot 18 jaren, en zeer bijzonder bij meis jes bij wie, krachtens haar natuur, het ge moedsleven zooveel sterker nog is ontwik keld dan bij jongens, alles moet worden gedaan om goede indrukken te geven en slechte te vermijden. Leert niet de ervar ring, vooreerst, dat in de jeugd aangeno men goede gewoonten en opgedane lessen, door de moeder zoo gemakkelijk op hare kinderen .worden overgebracht, en ook dat zij menigeen, die later is afgedwaald, nog tijdig tot inkeer brengen? Welnu, aan de Nederlandsche Katholie ken kan de blijde mare worden verkon digd, en wij gaan er trotsch op dit te mo gen doen, dat, vooropgesteld de noodzake lijke medewerking van de ouders, Septem ber a.s. te Scheveningen een instelling zal worden geopend, die in de boven geschet ste behoefte ten volle zal voorzien. Het is dan ook zeker een groote verdien ste van den energieken Pastoor van St. Antonius Abt, te Scheveningen, dat hij het initiatief heeft genomen om een lyceum op te richten uitsluitend bestemd voor R. K. meisjes, en het is een lofwaardige daad van het Kerkbestuur, zijn emincnten voor ganger op den aangewezen weg te zijn gevolgd. Vrage, waarom een Lyceum? Biedt de keuze, gymnasium of hoogere burgerschool, altijd bezwaren, ze zijn toch minder groot wanneer de beslissing eerst in het derde leerjaar behoeft te worden ge nomen. Daarom wordt in het eerste en in het tweede voor alle leerlingen dezelfde leerstof behandeld. Op dezen gemeen- schappelijken onderbouw volgt nu een vierjarige bovenbouw die naar het eind diploma gymnasium, en een andere, die naar het einddiploma hoogere burgerschool leidt. Dat de studie voor dit laatste een zes jarige, in plaats van een vijfjarige wordt, geschiedt, naar het uitmuntend geslaagde voorbeeld van de Meisjes-hoogerburger- school te 's-Gravenhage op practische gronden. Velen toch is de leerstof der hoogerburgerschool ie machtig om ze in vijf jaar te hebben doorgewerkt, en een verdeeling van te voren over de zes jaren, die er praktisch toch over gedaan worden, biedt het groote voordeel, dat minder van de physicke en psychische krachten der leerlingen wordt gevergd. Op deze wijze wordt het zwakke van het geslacht naar billijkheid gehonoreerd. Ten einde zooveel mogelijk rekening te houden met de bestaande wcnschen van ouders en met den aanleg en hot verwer kingsvermogen van de meisjes, wordt de leerstof voor de hoogerburgerschool zoo ingedeeld, dat de leerlingen wien het niet sterven in de gevangenis met den lijdzar men moed der Oosterlingen, de ander hoorde zich wegens gewelddadigen roof veroordc-elen tot twintig jaren dwangar beid, zonder dat hij een bekentenis deed of een zucht slaaikrte. Vrij en gerechtvaardigd verliet Robert zoo spoedig mogelijk Frankrijk; maar voordat hij zich voor goed van dit land scheidde, had hij de hand willen druk ken van den man, d'ie op zoo bijzondere wijze in zijn lotgevallen was gemengd. Deze voldoening mocht hij echter niet smaken. Na de gelukkige afloop van zijn vreese- lijk avontuur was Henri de Servon een lange reis gaan maken door Spanje en Algiers en was nog niet teruggekomen. Robent vertrok met zijn beide vrienden, want zoo kon hij nu ook den armen Pad dy Cassan noemen, die in dozen droevi- gen tijd een buitengewone toewijding bad betoond. De taak van den wreker van George en Ellen was vervuld, maar nog had Ro bert zioh van een plicht te kwijten. Hij wilde allen, diie hij bemind had, in hetzelfde graf vereonigen. Hij ging dus heen om zijn dooden, die hier en daar verspreid wanen, op te zoe ken en na een lijkitoóbt van twee maan den, rustten de overblijfselen van Thomas Disney en George in hetzelfde graf te Whitstable naast ELiem en Mary. Van het geld van de Avenger bleef hom nog een belangrijke, som over, en dit goud, dat zooveel misdaden had veroor zaakt, brandde hem in de handen. Hij deelde het in tweeën en gaf do eane helft aan do armen van Londen en de om een einddiploma, maar alleen om al gemeens ontwikkeling te doen is, in de eerste vijf jaren een afgerond geheel van onderricht krijgen, waarbij dan de be- zwaarlijkste vakken van het eindexamen door lichtere en specifiek vrouwelijke zijn vervangen. Zoo biedt de instelling elk wat wils, maar vóór en boven alles zal zij voldoen aan een lang en reohtmatig gekoesterden wensch van zeer vele Katholieken en laat not least, van Z. D. H. Mgr. den Bisschop van Haarlem. Als Curatoren van het Lyceum hebben zich welwillend beschikbaar gesteld: Mr. R. B. Ledeboer, te 's-Gravenhage; mevr. Mr. J. A. LoeffSweens, te 's-Gravenhage; Jhr. Mr. O. van Nispen tot Sevenaer, te Nijmegen; Mr. L. H. W Regout, te 's-Gra venhage; Prof. Dr. C. H. H. Spronck, te Utrecht; mevrouw Albertine Steenhoff Smulders, te Baarn; Prof. Dr. Alph. Ste ger, te 's-Gravenhage; Mr. A. Baron van Wijnbergen, te Arnhem. De in dit blad voorkomende advertentie vermeldt bovendien dat voor meisjes uit andere steden gelegenheid bestaat om bij Katholieke gezinnen in te wonen, waar door de inrichting niet alleen aan Den Haag en omstreken, maar aan geheel het land ten nutte zal komen. Moge de onmisbare zegen Gods rusten op de nieuwe onderneming en moge de voorspraak van Haar, die de Zetel der Wijsheid, de Allerzuiverste en de Bemin nelijke Moeder is, bewerken dat het een kweekschool worde van R. K. vrouwen, die breedere ontwikkeling hebben verkregen, zonder daarbij ook maar iets van de reine en vrouwelijke deugden, die toch altijd haar grootste charme uitmaken, te hebben ingeboet. Zoo zij het! Op den feestdag van St. Jozef, 1915. Alph. Steger. Gemengde berichten. Prinsesje tegen wil en dank. Donder dagmiddag omstreeks half zee, toen een aantal nieuwsgierigen zich in vaag ver moeden dat er allicht iets te zien zou zijn voor het paleis hadden geposteerd, ver spreidde zdch plotseling de mare, dat 't Prinsesje aan de hand van freule Van der Poll 't Rokln afwandelde. In minder dan geen tijd holde alles dien kant uit en waren de vluchtheuvels bij de itrams dicht bezet. Inderdaad na derde van het Rokin een dame, die een kindje van omstreeks vier jaar aan de hand hield. Ze had blond haar en blauw© oogen, maai- vertoonde overigens niet de minste gelijkenis met Prinses Juliana. Verschrikt keek de kleine meid naar de opdringende menigte en ook de moeder had niet het flauwste vermoeden, waarom zij en haar dochtertje eensklaps het mid denpunt der algemeen© belangstelling ge worden waren. Voetje voor voetje s&ecMs kon het tweetal zijn weg vervolgen. Van alle kanten werden ze geduwd en ges toe ten, drong liet publiek zich tegen hen aan, '«t Had er allen schijn van, dat de op den Dam geposteerde politie-agenten ook aan een wandelend Prinsesje geiloofden. Ze nuwachtig draafden ze Ineen en weer. De verkeersagent trachtte tevergeefs door het opsteken van zijn zwart-witte manchette den menschenstroom in de goede baan te leiden. Ten slotte gelukte het een paar be reden agenten de menigte zoo ver uiteen te drijven, dat de eerste der beide vlucht heuvels vrij kwam. Daarop posteerden zich moeder en kind, nog steeds door nieuwsgierige blikken aangegaapt. Pas toen een wagen van lijn dlf voorreed en de klein© met haar geleidster daarin plaats namen, begon men t© begrijpen, d'ait het toch waarschijnlijk de echte Prin ses luliana niet was geweest. Spraak terug gekregen. Te 's-Grave- moer heeft een vrouw, die sedert bijna 20 andere helft aan die van Parijs. Hij verkocht het huis te Montmartre en hield nog iets over om met öen trouwen Jolin Slough te leven in do eenvoudige woning van Whitstable. Paddy bleef bij hien om hun de oogen te sluiten. ,,Het ongeluk heeft mij oud1 gemaakt vóór mijn jaren." zoo schreef Robert aan de Servon, toen hij Parijs voor immer verliet, „en wanneer mim oude vriend John deze wereld zal verlaten, hoop ik hom spoedig te volgen. Ik hoop, dat gij, die nfif de hand hebt gereikt in de gevan genis vam Var, mij^ zult vergeven, dat ik u tegen mijn zin heb meegesleept op het hellend vlak, waarop ik rolde. Leef ge lukkig en denk somtijds aan den man, dien gij noemdet dien man zonder naam." Graaf de Servon ontving dezen brief bij zijn terugkomst van de reis, meer dan zeis maanden na heit vertrek van Robert Bird. Hij herinnerde hom aan het eigenaardig avontuur, waarin hij verder gegaan was dan hij zelf had gewenscht Bijna had hij die zaken reeds vergeten, en hij koesterde niet den minsten wrok tegen den armen Robert; maar een zaak hield hem nog bezig het middel om de vijf en zestigduizend francs, die hij sens van den zoogenaamd en Loiseau ontvan gen had, terug te geven. Hij had ze vroeger gehouden, omdat heit hem onmogelijk was andere te doen; maar nu kende hij den naam van zijn beschermer, hetgeen de zaak andere maakte. Hij schreef dus een brief naar Wh-It- eltable met de boodschap dat Robert van hot huis Robinson en Fleming, bankiers jaar het spraakvermogen miste, dit terug gekregen. U „12". Het „Rott. Nwbl." vertelt van een militiekeuring in Duitschland van personen, die al een dagje ouder zijn, ge wend voor 't inecrcndecl aan andere ge makken dan die der loopgraven, en voor het overige allen min of meer reeds onder den invloed van den tand des tijds, en aan het leven gehecht door vrouw en kinderen. Toen de generaal, gevolgd door Stab*- hrtze en Oberstabitrtzo was binnengeko men, begon de titling. „Alles uittrekkenI" luidde het comman do, en weldra stonden allen in Adaum costuum en werden betast, bevoeld, be klopt, beluisterd. In clubjes tegelijk. „Omkeerenl" klonk het tweede bevel, waarbij de heer van den pels een niet malsche schrobbeering opliep, omdat hij juist met zijn Hinterteil" naar den gene raal gekeerd stond. En weer volgde een nauwkeurig onder zoek. En dan de uitspraak. „Longziekte!" De gelukkige, die zich deze kwaal zag toebedeeld, had moeite om niet van vreugd over zijn makkers heen te sprin gen. „Hartkwaal, spataren, asthma", de lijders aan al deze kwalen waren den ko ning te rijk. Toen kwam er een kleermaker met dub belen breuk en leverziekte. En de uitspraak luidde: „U 121" „Unterseeboot 12!" steunde de tobber* die nooit van de kleermakerstafel geweest was. „Dat is mijn dood...." Maar die van den pels stak hem een hart onder den riem en legde hem uit, dat hij afgekeurd was. Want die 12, dat was maar een cijfer, dat beteekenis had voor de hoeren van de keuring en die „U" wil de slechts zeggen: „Untauglich!" Er kreeg er nog menigeen een „U" met een cijfer, maar de grootste helft was toch geschikt voor den dienst en kon weer to- rugkeeren, op conditiën zich te allen tijde gereed te houden. Een Belgisch vluchteling met een be roemden naam. Dezer dagen is te Ber gen op Zoom, waarheen ze tijdens het bombardement van Antwerpen gevlucht was met haar familie, overleden mejuf frouw Antoinette Conscience, een nichtje van den bekenden Vlaamschen schrijver Hendrik Conscience. Gedurende den tijd van haar verblijf te Bergen o'p Zoom maakte zij zich, zoolang haar zwakke ge zondheid dit toeliet, verdienstelijk door het geven van knip- en snijlessen aan vrou wen en meisjes in de naai- en brei-inrich- ting van het vluchtoord op Plein XIII. Daar haar vader spoorwegambtenaar was, werd bij haar begrafenis de lijkstoet door tal van beambten bij het Belgische spoor wezen gevolgd. Vluchtelingen uit Duitschland. In Groningen zij.n de eerste vluchtelingen uit Duiitsohland, groote ©n kleine gezinnen» aangekomen. De-ze- menschen, die jaren m Doemen en elders woonden, verdienden sedert het uitbreken van den oorlog niets, ontvingen van hetgeen ze te vorderen heb ben geen Mark en teerden alles, wat ze bezaten, ten gevolge van de ongehoord hooge prijzen, op, zoodat ze door den hon ger naar hier worden verdreven in d© hoop, even gastvrij omtvangon te worden als de Belgen. Alweer meegevallen. Men meldt uit Barneveld: In verbond met de aanhouding van Nederlandsche schepen door de Duit- sclicrs, had men algemeen verwacht, dat de prijs der eieren op onze bekende markt Donderdag een gevoelige daling zou on dergaan. Zelfs waren heel wat hakkers uit Noord-Holland enz., die veel eieren voor hun bedrijf gebruiken kunnen, ovcr- te Londen, een som gelds kon lossen. Aóht dagen later kreeg hij een briefj©, geteekend door John Lough, executeur testamenteur van den heer Bird, die se dert een maand gestorven was. Slough schreef, dat zijn. vriend hem eenig erfgenaam had gemaakt, en dat hij volgons den wil van den overledene den graaf moest verzoeken uit herinnering het geld te behouden. Hij maakte de belofte het geld op rente te zullen zetten om deze ©lk jaar onder de weduwen en wceaen der duikers van Whitstable te doen uitdeelen. Hij wilde ook de plaate gaan bezoeken, waar de arme Robert, had geleefd, en het kerkhof, waar hij rustte. In tusschen ging hij eens naar het huds te Montmartre zien. De tuin geleek nog immer op een maag delijk woud, maar hél huis had alle poSsln verforen. Een fotograaf had" er zich gevestigd. De Sonell.ee bewaren nog immer hot goud van de Avemger. Er zijn daar nog milliLoenen genoeg om liefhebbers van avonturen te verleiden, em de graaf heeft er wel eens aan godacht, waarneer hij in geldzaken ongelukkig was. Maar hij was bevreesd voor zeeziekte ©n kon niet duiken. Hij stelde zich tevreden met oen rei» naar Whitstable. Nergens hp.eft hij betere oesters gegeten dan daar. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1