26
BUITENLAND.
De Oorlog.
öe JAAHÜANÜ
No. 1659
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en hot GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/3 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
1
VRIJDAG
MAART.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regele f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Grooto letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere rogel meer 5 cent.
Rood gekronkel.
De welbekende terugkrabbelingsrede
van den bekeerden weermachtbelager Hu-
genholtz had zooveel ontstemming gewekt
in verschillende roode krantjes, dat de
dappere redenaar in II e t V o 1 k ging be-
toogen, dat de verslaggever hem eigenlijk
meer had laten zeggen dan hij bedoeld
had: ,,'t was een echt sensatieverslag,
aangedikt en dramatisch gemaakt."
ja, ja, dat kennen we. Een verslaggever
Krijgt altijd ongelijk, al stenografeert hij.
Hij heeft dan den spreker, die 'zich brand
de aan hst vuur zijner rede, niet begre
pen, enz. Met dat al kan onzen collega,
wiens relaas zooveel succes had, blijkbaar
geen onjuistheid verweten worden en
daar komt het toch eigenlijk op aan, bur
ger Ilugenholtz.
We wilden echter ditmaal op een an
dere roode kronkeling wijzen.
Onder het excuus-stukje van ds. Ilugen
holtz schreef H e t V o 1 k:
„Het heeft ons eenigszins verbaasd, dat
bij den algemeenen afkeer die in de partij
heerscht, om ook maar esnige aanraking
te hebben met de bourgeoisie, een verslag
in een bourgeoisblad door verschillende
onzer plaatselijke redacteuren ongecontro
leerd is gebezigd ter bestrijding van een
der vertrouwensmannen van dé partij."
Hier wordt dus het tafellaken tusschen
de socialisterij en de bourgeoisie weer
eens nadrukkelijk doorgesneden.
Maar tegelijkertijd schrijft burger Scha
per in een boekje, waarmede hij zijn zit
ting hebben in den Anti-Oorlogsraad ver
dedigt, dat de ,,bewusten" wel degelijk
met de bourgeoisie moeten samenwerken.
Hij schettert daarbij zelfs:
,,Het was tot nu toe onze kracht, dat wij
in zulke gemengde organisaties mèt de
bourgeoisie ai'bcid verrichtten en deze dan
voor de consequentiën plaatsten van het
geen zij zelf beweert te willen."
Laten we even lachen om dat roode ge
bluf over andermans coiisëquentiën. want
waar blijft toch de roods consequentie zelf.
Het Volk schuwt alle aanraking"
met de bourgeoisie, Schaper vindt
„kracht" bij samenwerking met dezelfde
bourgeoisie!
Word maar eens wijs uit dat roode ge-
kronkel.
De „II 29" gezonken? De slag in
de Karpathen. De toestand op het
Westelijk en Oostelijk oorlogsterren, on
veranderd.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
TTet Duitsche hoofdkwartier meldt: Op
het Westelijk oorlogster-rein hadden, af-
geizie.rii van onbeduidende gevechten op de
Manshoogten Zuid-Oostelijk van Verlun
en om d,en Hartmannswetlerkopf, die nog
voortduren slechts artilleriegevechten
plaats.
Officieele Fransche mededeeLimg: Ten
noorden vain Atrecht poegdem de Duit-
sciiers twee aanvallen op den grooten
voorsprong van Notre Dame de Lorette,
in den nacht van 23 op 24 Maart. Ilun
échec was volkomen.
In Champagne, in demzelfden nacht,
werd een aanval op onze versterkte stel
ling bij Beau-Séjour tegengegaan door de
levendige actie van onze artillerie.
Op 24 Maart sloegen wij drie aanval
len af in de sitreek van hoogte 196.
In de Argonnen vielen de Duit&cbers
zonder succes Fontaine-Madame aan.
Bij Eparges sloegen de Franschen drie
Duitsche tegenaanvallen af.
Overigens zijn geen bijzonderheden te
melden,.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
„De groote bloedige slag in de Karpa
then blijft nog steeds onbeslist en zal nog
dagenlang met gelijke heftigheid worden
gevoerd." Aldus een bericht uit een der
groote Duitsche Jbladen. Andere berichten
spreken van een der bloedigste en moei
lijkste veldslagen die de geschiedenis kent.
In die woorden is geen overdrijving. De
schets, die ons in de berichten wordt ge
geven van de moeilijke omstandigheden,
waaronder deze reeks gevechten over een
front, dat zich 400 K.M. ver uitstrekt, in
een met sneeuw bedekt hooggebergte, te
midden van den wintertijd, in een guur
klimaat, worden gevoerd, geeft ons inder
daad den indruk, dat hier een titanische
strijd aan den gang is, een strijd, tusschen
reuzenl.egers, onder reuzen-moeilijkheden.
De taaie volharding, die het Oosten-
rijksch-Hongaarsche leger in dezen strijd
aan den dag legt, is volkomen begrijpelijk
indien men beseft, dat de Karpathen den
door de natuur opgeworpen muur vormen,
die Hongarije naar het Noorden afsluit,
en dat het bezit van de openingen in dezen
bergmuur, dé passen n.l., voor een van"
het Noorden komenden vijand de sleutel is
tot de geheele Donaumonarchie
Toch men zal het zich herinneren
zouden de Oostenrijk-Hongaarsche troepen
de verdediging van het groote Rijk hebben
moeten opgeven, indien niet te juister tijd
door den Duitschen bondgenoot verster
kingen van het Westen door Züid-Duitscli
land.naar de Zuidzijde der Karpathen wa
ren gezonden om hen in die geweldige
worsteling bij te staan. Van dat oogen-
blik af trad onmiddellijk verandering in:
het eerst werden de Russen op hun lin
kervleugel, in de Bukowina, achteruit ge
worpen, en vervolgens langzaam maar
zeker uit Hongarije gedrongen, tegen het
glooiend voorterrein van het gebergte op,
tot zij ten slotte, de passen weer bereikt
hadden, waardoor zij in de Hongaarsche
vlakte waren gestroomd.
De val van Przemysl.
Het „Neues Wiener Tageblatt" vermeldt
dien inhoud van eem aantal briefkaa.'ten
en brieven- van soldaten uit de vesting
Przemis.l, van welke een paar overge
bracht zijn door een vlieger, <lie den laat-
eten nacht vóór de vesting werd vernield,
daaruit was opgestegen.
Uit al die brieven en briefkaarten blijkt,
onder welke groote fysieke ontberingen de
bezetting heldhaftig heeft volgehouden
tot de allerlaatste voorraden op waren.
Het doet tragisch aan, schrijft het nlad,
te lezen, dat anders do vesting het nog
jaren, lang had kunnen uithouden.
Bijna allen schrijven de soldaten aan
hun familie hun niet meer te schrijven,
daar er weldra verandering zal moeten
komen in de omstandigheden der bezat
ting.
De bladen bevatten voorts aanvullende
berichten van de oorlogscorrespondenten
over de laatste uren voor (hun vertrek uit
Przemysl. Daaruit blijkt, dat reeds de
helft van het garnizoen niet meer in staat
was dienst te doen.
Desalniettemin werden de bestormings-
aanvallen der Russen, welke op de uitval
len van Vrijdag (19 Maart) volgden met
een laatste, heldhaftige krachtsinspan
ning volkomen afgeslagen.
Gedurende de bestorming in den nacht
van Zondag op Maandag schoten liooge
vlammenzuilen omhoog uit enkele forten,
waardoor de aanvallen der Russen, die
di't met helsch lawaai begeleid gaande ver
schrikkelijke schouwspel niet konden ver
klaren, tot staan kwamen.
De bevolking, die heldhaftig het lol der
bezetting had gedeeld en ook langen tijd
ontberingen had geleden, volgde van, den
Tataren-heuvel af, de vernieling der nes
ting wenken. Ook al het oorlogstuig werd
vernield; de soldaten öloegen zelfs hun ge
weren stuk, die geheel onbruikbaar rijn
geworden.
Toespraak van Z.H. den Paus.
De toespraak, door Z. II. den Paus ge
houden tot den nieuwen Belgischen gezant
bij den H. Stoel, luidt naar de „Tijd"
verneemt in den letterlijken tekst:
Met sombere kleuren hebt gij den toe
stand van uw land geschilderd, mijnheer
de gezant. Ook Wij hebben, bij de ont
vangst der geloofsbrieven van Z. M. den
Koning der Belgen, die u accrediteeren
als-buitengewoon jezattt en "gêVóTmach-
tigd zaakgelastigde bij den H. Stoel, ge
dacht aan de rampen, die uw edel vader
land in de laatste tijden hebben getrof
fen Die droevige herinnering verplicht
Ons, de gevoelens te hernieuwen, welke
Wij hebben uitgedrukt, hetzij rechtstreeks
aan den Kardinaal-Aartsbisschop van
Mechelen, hetzij bij de plechtige gelegen
heid van het laatste Consistorie.
Op dit oogenblik is het Ons aangenaam,
mijnheer de gezant, U te Rome welkom te
heeten, maar Wij kunnen zulks niet doen
zonder uitdrukking te geven aan de diepe
droefheid, die Ons hart verscheurt van af
•het begin van Ons pontificaat. Wij geloo-
ven intusschen, dat de Belgen niet moeten
vergeten, dat na het onweder de zon de
bewoners dezer aarde verblijden komt.
Wij wenschen dan ook aan Onze geliefde
zonen van België, dat zij weldra de schoo-
ne zon des vredes boven den horizon van
hun. vaderland mogen begroeten.
Wij zouden zelfs wenschen, Ons niet te
moeten beperken tot het eenvoudig uit
drukken van gevoelens. Doch voor het
oogenblik vragen .Wij, dat de Belgen niet
twijfelen aan Onze welwillendheid jegens
hen. Krachtens deze welwillendheid geven
Wij aan den nieuwen gezant van België
gaarne de verzekering, dat. hij bij Ons
steeds gaarne zal ontvangen worden in
de vervulling van zijn zending, om de
goede betrekkingen, welke bestaan tus
schen zijn regeering en den H. Stoel, tc
bevestigen. Wij verzoeken hem, aan zijn
hoogen Souverein Onze vriendschappelij
ke gevoelens uit te drukken en
zelf de verzekering te aanvaarden
van de voldoening, welke Ons
is bereid dcor de keuze van een persoon
lijkheid, die als oud-minister van Justitie
en hoogleeraar in het recht aan de uni
versiteit van Leuven, zich steeds zal laten
leiden door de liefde voor het recht en de
waarheid!
Verschillende Oorlogs
berichten.
De „U 29" in den grond geboord? De
Engelsche Admiraliteit kondigt aan da!)
zij reden heeft aan te nemen dat de
Ouitsche onderzeeër U 29 met do geheele
bemanning in den grond is geboord.
Op rantsoen. De bevolking van Ant
werpen en omgeving is op rantsoen ge
steld.
Woensdag zijn de eerste broodkaarten
uitgedeeld.
De Kroonprins van Beieren. Uit
München wordt bericht, als zou de kroon
prins van Beieren gewond zijn, officieel
tegengesprokejn.
Oorlogsmateriaal uit de V. S. Volgens
de Hamburger Nachrichten voerden de
Vereenigde Staten gedurende zeven maan
den voor een waarde van ruim een mil
liard aan oorlogsmateriaal uit.
De lichting 1917 in Duitschland. Door
het Duitsche gouvernement worden alle
jonge mannen van de lichting 1917 opge
roepen, om zich bij den commandant te
melden. Eenmaal om de veertien dagen
zal die aanmelding moeten plaats hebben.
Zij, die ontbreken worden in arrest ge
nomen.
In Zuid'Afrika.
In de Volksraad werd bij de behande
ling van de Indemniteitswet een amen-
dement-Smuts, om inzake de rebellen de
In den Volksraad werd bij de behande-
stemmen aangenomen.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Een Duitsche duikboot zou een Neder-
landsch schip, de „Medea", in den grond
hebbeif~geboord. De mailboot „Mecklen
burg" van de Mij. Zeeland heeft Dinsdag
ochtend gevaar geloopen te worden ge
troffen door schoten van een gewapenden
trawler van onbekende nationaliteit,
waarschijnlijk gericht op een in de nabij
heid zijnd vliegtuig.
De concessies der
geallieerden.
De correspondent van de „Tel." te Parijs
meldt over de concessies, die door Enge
land en Frankrijk met het oog op onzen
handel met Nederl.-Indië zijn toegestaan,
dat de onderhandelingen, die hierover
worden gevoerd, zullen plaats hebben,
noch met de Nederlandsche regeering
noch met de Ned. Overzee-Trust-Maat
schappij.
In dit verband te spreken van een afdee-
ling van de Ned. Overzee-Trustmaat
schappij zou onjuist zijn. Er is een vorm
gevonden, die beide partijen volkomen be
vredigt en uitzicht opent op de beste resul
taten.
In beslag genomen lading.
De minister van Buitenlandsche Zaken
maakt bekend, dat de procurator-general
bij het Britsche prijsgerecht te Londen een
eisch heeft ingesteld tot inbeslagneming
van een deel der lading uit het s.s. „Dje-
bres", welke door de customs-beambten te
Greenock is aangehouden.
Op een Nederlandsche mail
boot geschoten?
Men meldde ons uit Vlissingen:
Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat
Dinsdagmorgen 9 mijl Noordwest van
Wetstkapelle driemaal is geschoten op
de naar Engeland vertrekkende mailboot
Mecklenburg, van de Mij. Zeeland. Dit ge
schiedde door eeh bewapenden stiooiuv
trawler, welke geen vlag of onderschei-
dingsteeken voerde en van Zeebrugge af
komstig was. De mailboot heeft door
haar grootere snelheid den trawler kun
nen ontloopen.
Wij informeerden naar dit bericht bij
de directie der Maatschappij Zeeland, die
ons mededeelde, dat het bericht in dezen
vorm niet juist is. Vanwaar de trawler
kwam is onbekend. Die trawler heeft ge
schoten, maar daar zich in de onmiddel
lijke nabijheid van de Mecklenburg eeit
hydroplaan bevond, eveneens van onbe
kende nationaliteit, is het veel waar-j
schijnlijker, dat de schoten gericht wa
ren tegen het vliegtuig en niet tegen de
mailboot, die in de nabijheid was. Met
zekerheid kan wegens den grooten af-j
stand waarop de schoten werden afge
vuurd niet worden gezegd, wat het doel
was. „N, Crt."
Men meldt uit Vlissingen aam het Vad.i
Als aanvulling op ons bericht, het schie
ten op de mailboot Mecklenburg" botref-
fende, hetgeen Dinsdagmorgen ongeveer
7 uur plaats had, kunnen wij nader nel-
den, dat dé stoomtrawler full speed kwam
aanvaren wat te zien. was door het boeg;
water. De schoten werden gelost op onge
veer 2 mijl afstand van de „Mecklen
burg", terwijl er absoluut geen seinen
waren gegeven en de trawler ook geen
vlag veerde. Het eerste schot kwam te
recht op ongeveer 50 M. afstand vii.n het
middenschip, het tweode schot suisde bo
ven de brug, terwijl het derde in het wa
ter terecht kwam. Toon de schoten gelost
werden is de „Mecklenburg" met volle
kracht doorgestoomd, waardoor deze door
zijn grootere snelheid spoedig den tra.vlcr
ontloopen was.
EenNederlanschsclii.pin
den grond geboord?
Uit Londen werd aan de „N. R. Crt."
geseind: Naar ik hoor is de Medea, van
de Kon. Ned. Stoombootmaatschappij te
Amsterdam, bij het eiland Wight door de
Duitsche duikboot U 28 aangehouden.
De Medea was van Spanje naar Amster
dam onderweg met een lading fruit.
Do naam was in groote letters oo het
schip geschilderd en de Medea voerde do
Nderlandscho vlag.
Niettegenstaande dat, heeft de Duitsche
FEUILLETON.
DE DUIKER.
„Robert bereikte zijn einddoel. Reeds
had hij den koetsier .gezegd den weg naar
Passy iri te slaan. Ilij wilde neg oerst
ettiige. zaken in orde brengen in de wo
ning van Slough, voordat hij zich naar
het paleis van justitie begaf.
„De tolbeambten onderzochten zeer on
nauwkeurig het rijtuig; maar 'twee poli
tieagenten, die op hun nachtdienst toe
vallig daar waren, vonden de zaak wel
®«nigszin3 verdacht.
i.Een hunner greep het paard bij den
teugel en de ander trad toe cm den reizi
ger te verzoeken uit te stappen.
„Het oogenblik was beslissend: een se
conde aarzelen kon de geheel e zaak be
derven.
„Met een bliksemsnelle beweging ram
Robert met de gewende hand de teugels
eri gaf met de andere het paard zulk een
'tachtigen en goed getroffen zweepslag,
dat het beest er plotseling van doorholde
den politieagent omverwierp, die het
fasthield.
„Het was een verbazende snelheid,
Jaarmode hei rijtuig over den weg vloog;
de beambten en de agenten achtervolg
en het, roepend:
..Houd vast! Houd vast!"
^„Muar er waren niet veel voorbijgan-
"Het rijtuig kwam den vervolgers hoe
^Agcr hoe meer vooruit.
..Bij den hoek eener straat gaf Robert
Paard nog een geduchten gla&,
„Nu ging het beest op hol. Robert gaf
de teugels aan den koetsier en nam een
sprong, op gevaar af zich d'en schedel te
zullen verbrijzelen.
„Het rijtuig reed verder tot aan den
boulevard Saint Denis, waar het paard
uitgeput neerzonk en de ongelukkige
koetsier van Boulogne, die ontsteld was
van dit avontuur, werd aangehouden en
als medeplichtige aan den moord te Mont-
martre voor den rechter gebracht.
„Robert echter was opgestaan van zijn
vrijwilligen val.
„De straat, waarin hij gevallen was,
was verlaten, en hij kon zich te voet ver
der begeven zonder dat iemand hem be
merkte, naar een standplaats van rijtui
gen.
„Het werd tijd: zijn krachten waren
uitgeput; zijn wond was weder geopend:
nog een uur misschien, en hij zou sterven
van vermoeienis en smart, voordat bij
zijn doel bereikt had.
„Ik zal sterven, indien het moet, aan de
voeten van den rechter," zoo sprak de on
gelukkige bij zich zeiven; „maar ik heb
mij tenminste vrijwillig overgegeven."
„Naar het paleis van. justitie."
„Het werk was gedaan.
„Hij had nog de kracht deze woorden
te roepen, tot de koetsier met verwonde
ring, gemengd met medelijden, den Llee-
ken en haastigen man aanzag.
„De achcbare rechter, die aan zijn voe
ten den man zag neerzijgen, wiens levens-'
geschiedenis ik verbeid heb, heeft, ik ben
er zeker van, wiet dien kreet des harten
vergoten:
„Ik. ik alleen heb den heer de Paneorvo
.gedood," welke de ongelukkige slaakte,
die meende te sterven.
„Was het dus de bekentenis van een
schuldige?
„Misleid door den schijn heeft de justi
tie gemeend dit te moeten gelooven; cn
bij de 'hardneskkigheid van dezen man in
het zwijgen, heeft zij haar werk moeten
verrichten.
„Maar God heoft toegestaan, dat de
waarheid aan het licht kwam. I/ij heeft
mij gekozen om een wanhopige te redden
en u in te lichten.
„Ik heb u het leven verhaald van den
ongelukkige, die op ongehoorde wijze op
deze bank "Is terechtgekomen. Ik had be
loofd hem niet te zullen verdedigen, en
ik heb hem niet verdedigd.
„Uw billijkheid zal oordeelen.
„Mijn taak is vervuld, en. de uwe be
gint."
e
Een langdurig gemompel vergezelde de
laatste woorden van den priester, die was
gaan zitten, uitgeput van vermoeienis en
ontroering, aan de zijde van hem, dien
hij gered had.
Het publiek was gunstig gestemd en op
het gelaat der juryleden Kon men het
oordeel lezen
De president zelf was door een diep
medelijden aangegrepen en had alle kracht
noodig om zichzelven meester te blijven
in zijn ernstig beroep, en niet met den
algemeenen stroom medegesleept te wor
den. Met bewogen stem richtte hij het
woord tot dien beschuldigde,
„Robert," zoo sprak hij en aan het
gebruiken van dien naam kon men be
merken, dat hij een welwillende bedoeling
had „Robert, ge hebt het verhaal van
den geachten priester gehoord, die de
moeilijke taak op zich heeft durven ne
men uw daden te verklaren. Mijn plicht
gebied mij u te vragen, of ge niets meer
te zeggen hebt bij die verklaringen, welke
het hof ongetwijfeld aanneemt, maar die
door u moeten bevestigd worden."
Sinds abbé Guérin had opgehouden rr et
spreken, omklemde Robert, liet gelaat ba
dend in tranen, de beide handen, van zijn
edelmoedig en redder, en schoen vergeten
te hebben, dat hij voor den rechter stond.
De stem van den magistraat bracht hem
tot zichzelven; hij stond op, poogde zijn
ontroering te verbergen en zich tot het
hof en de jury wendend sprak hij het
volgende:
„Ja, de edele beschermer, dïen God
heeft opgewekt om mij voor schande te
vrijwaren, heeft de waarheid gesproken;
maai'... niet ten volle.
„Gij kent nu mijn lieven en mijn smar
ten; ge weet, hoe ik er toe gebracht ben
bloed 'te storten, en welke ook uw uit
spraak moge zijn, ik zal mij er aan cn-
werwerpen.
„Mij resit nog u te zeggen hetgeen rnijn
redder heeft willen verzwijgen; ik moet u
nog zeggen, hoe de heilige priester, dien
gij zoo juist hebt hooren spreken, ge
mengd is geweest in de verschrikkelijke
gebeurtenissen van mijn gefolterd leven.
„In dien gelukkigen tijd, waarin ik
mijn studies be Parijs maakte, was Gabriel
voor mij een trouwe vriend en- mij de
dierbaarste der Franschen.
„Gabriel Guérin heeft gedurende zes
jaren mijn vreugden en kommer gedeeld;
hij heeft mij getroost in mijn droefheid;
hij heeft mij verdedigd tagen de aanvallen
van anderen.
„Hij was een weinig ouder dan ik; hij
was sterker; meer onderwezen, en vooral
was hij beter.
„Ik (beminde hem als een broeder, cn
ook hij droeg mij liefde toe.
„Toen onze studies geëindigd waren,
moesten wij scheiden, maar weldra ver
nam ik, dat hij onder het eenvoudig kleed
dee priesters het martelaarschap was
gaan zoeken in verre gewesten; de tijd
had mij den vriend mijner..jeugd niet de en
vergeten, toen de Voorzienigheid hem aan
mijn sterfbed bracht.
„Ik wilde sterven, en ik nam de schan
de aan als een uitboeting: Gabriel heeft
mij bevolen te leven, en hij heoft voor mij
tot u willen spreken. Gods wil geschiede-"
Robert ging weder zitten.
Er heersohte een diep stilzwijgen.
Een gevoel van angslige nieuwsgierig
heid maakte zich van de rechters en het
publiek meester, en een ieder vroeg zich
af, hoe de zaak zou afloopen.
Maar de wet is onmeedoogend, en de
onveranderlijke rechtvaardigheid stoort
zich niot aan indrukken van het hart.
Zij moet bewijzen hebben om vrij te
spreken oven goed als om te veroordeelen.
Het verhaal van den aalmoezenier had
aan de zaak een gohecl ander aanzien ge
geven.
Het openbaar ministerie vroeg de ver
daging der zaak tot eon volgende zitting
en het hof stond dit verzoek toe.
(Slot volgt.).