18 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. Be JAARGANG - - No. 16S2 e mm&êw 0oiLtant BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze ,genten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DONDERDAG MAART. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratif bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere rogel meer 10 cont. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, Iedere regel meer 5 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Een beoordeeling van Leidens annexatie-plannen Wij moeten nu do vraag beantwoorden: Zijn de annexatie-plannen in het finan cieel belang onzer gemeente? ,De Meiboom", anti-revolutionair week blad voor Leiden en omstreken (waarvan Mr. P. E. Briët de verantwoordelijke re>- dacteur is) bevat in haar nummer van 18 Juli 1914 een artikel onder het op; schrift „Annexatie eem levenskwestie?" In dat artikel lezen we o.m. het vol gende: .Zouden inderdaad de voordeelen door de meerdere belastingopbrengst opwegen tegen de groote kosten, die de uitbrei ding van gebied voor de gemeente Leiden meebrengt? Kosten van brandweer, poli- gezondheidsdienst en alle daaraan verbonden ambtenaren, uitbreiding van het personeel der gemeente-secretarie, wellicht vergrooting van de A'oor dat per soneel beschikbare ruimte, enz. enz. W ij etwijfelen het ten zeer ste?" (Wij spatieeren). Hier is een anti-revolutionair aan het woord, en in de anti-revolutionaire partij is de neiging om te annexeeren nu juist niet heel erg sterk. Vlak daartegenover staat echter de vrijzinnig-democratische partij, welke in haar program schrijft: „Krachtig aan dringen op tijdige grensverlegging." Nu wil een gelukkig toeval, dat Zater dag j.l. in het „Leidsch Dagblad" een artikel heeft gestaan over de annexatie plannen, klaarblijkelijk van een vrijzin nig-democratisch gemeenteraadslid. En deze schrijver is het volkomen eens met wat in de hierboven geciteerde woorden •an .,De Meiboom" wordt beweerd. Een onpartijdiger getuigenis is in deze niet ■•nkbaar. Wij lezen n.l, in bedoeld aiti- kel het volgende: „De uitbreiding der gemeente door in- ijving van stukken van Leiderdorp, Zce- erwoude en Oegstgeest, zal ons heel wat kosten. De staf van ambtenaren zal weer grooter moeten worden, het politiekorps uitgebreid, het aantal scho len vermeerderd, de straten aanleg ver beterd e n w a t al niet meer. Dat zal geld, veel geld kosten en het staat nog te bezien, of die telkenh toenemende kosten zullen worden goedgemaakt door een grootere belasting opbrengst." (Wij spatieeren). Als deze schrijver, die een vurige voor stander is van de bestaande annexatie plannen, zegt, dat het staat te bezien of na de annexatie de meerdere inkomsten de meerdere uitgaven zullen dekken, heb ben wij alle reden om het niet onwaar schijnlijk te achten, dat de vermeerdering van uitgaven die der inkomsten zal over treffen, m. a. w. de belastingen zullen worden verhoogd. De waarheid van de uitspraken in de geciteerde bladen laat zich nu eenmaal niet in cijfers bewijzen. Maar wie even nadenkt over de kolossale „steeds toene mende" uitgaven, die Leiden zich zal hebben te getroosten, als haar gebied plotseling ruim anderhalf maal grooter ordt, moet tot die erkenning komen en we herhalen het het bewijst veel, t zelfs een principieel voorstander en warm verdediger van de annexatie, zich 5c 0 0 d z a a k t ziet die conclusie te trekken! De ondervinding is ons trouwens m deze een leermeesteres, want, naar oor in deze bevoegde personen erkend 'ordt en in de begrootingen valt aan te v'jzen, heeft de gemeente Leiden bij de wige annexatie, die van 1898, haar uit gaten zien stijgen boven de vermeerde- ririg harer inkomsten, heeft dus de vori- !je am^xatie ons op zwaarder lasten ge- Begrijpen we toch goed, dat een jT gemeente betrekkelijk veel goed- .°°Per kan huishouden dan een grootere, nj vergeten wij ook niet, dat een stad j r P i c h t is de bij haar ingelijfde HaLP .evroners op dezelfde wijze te behan- eni (verlichting, wegen- en stratenaan- o. vuilnis ophaling, politietoezicht, enz.) a|s haar oude inwoners. vanV! meer' wat ons ter *ilJe yjiai» f flnancieel belang onzer gemeente muiexatie doet terugdeinzen. tot nu toe slechts de directe (V cam ^de belasting opbrengst) van «Je in£eDte op het °°g gehad, doch niet h,. 'cecte inkomsten (de inkomsten r bedrijven en bewoners), uit wiï niet als onze meening recte inv'^ dat de °Pb^gst der di- VArmirxj ten zeer waarschijnlijk zal (in bctrekkelijken zin na- tuuriiik-J Z "«nuuuuijKen zin i knmotl opbrengst der indirecte Wii Zal b e s 1 i s t dalen. eerstA er reecls terloops op in ons jende rtüieI' dat tengevolge van do ham annexatie-plannen bouwonderne mers aarzelen te Oegstgeest te gaan bou wen etn particulieren hun verhuizing naar Oegstgeest uitstellen. Dit verschijn sel heeft als diepsten grond, dat velen niet willen wonen onder een stedelijk regiem en onder een stedelijken belastingdruk. En daarom is het onze vaste overtuiging, dat, komt de annexatie tot stand, in langen tijd in het ingelijfde gebied van Leiden, waar de bebouwing thans is begonnen, niet meer zal worden gebouwd. Wij wil len geen medelijden wekken met hen, die daar bouwterrein kochten, al mag wor den gevraagd, of het billijk is dezen zonder eenig redelijk mo- t i ei in hunne verwachtingen teleur te stellen. Maar wel willen wij hier wijzen op het nadeelige van een dergelijke han delwijze voor onze gemeente zelf, omdat Leiden zich slechts ontwikkelen kan, indien de omgeving in bloei toe neemt. Wij stipten dat reeds in ons eerste artikel aan, Hoe welvarender de omgeving is, des te beter zal het den mid denstand gaan in al zijn geledingen. Hoe welvarender de omgeving is, des te meer geld zal er komen in onze gemeente-kas, zij 't dan langs indirecten weg, b. v. door het meerdere gasverbruik. En men kan er zeker van zijn, dat de bevolking van het geannexeerde Oegstgeest zal vermin deren, inplaats van zich uit te breiden, wat geschieden zal als Oegstgeest blijft, zooals het nu is. Wat belet den velen, die de lasten van Leiden niet kunnen of wil len dragen, zich te vestigen te Katwijk, Noordwijk, -Sassenheim, Voorschoten of 's-Gravenhage. Hoevelen, die eigenlijk Leidena'ar moesten zijn studenten b.v. wonen niets reeds te 's-Gravenhage. Dat men er ook elders zoo over denkt, bewijst dat men te Katwijk op gemeente grond een prachtig villa-park heeft ge projecteerd, hetwelk men wil gaan ex- ploiteeren zoo gauw... de annexatie van Oegstgeest een feit is geworden. En zou dat zich verder van Leiden verwijderen van de vroegere Oegstgeestenaars geen schade zijn voor Leiden? Beslist, ja. Naar onze bescheiden meening, zullen B. en W. van Leiden zich met deze laatste bemerkingen volkomen kunnen vereeni gen. Hebben zij zelf niet korten tijd gele den opgemerkt, dat een vermeerdering van don hplastincdrnV vnnr do moon rrofnrfn.' neerden velen dezer de stad zou doen ver laten en dus ten naaeele van den midden stand zou komen. Maar zou dan ook niet een vermeerdering van den belastingdruk velen der tegenwoordige Oegstgeestenaren Oegstgeest doen verlaten en dus ten nadee- le van den Leidschen middenstand strekken? Wij zeggen: den Leidschen middenstand, daar men te Oegstgeest bij na geen winkels heeft. Men kan in heel Oegstgeest geen paar schoenen, geen jas of mantel pasklaar koopen! Na het voorafgaande zal zich misschien bij eemigev lezers de vraag opdringdn: Maar op welke gronden is dan de schrij ver van het geciteerde artikel in het Leidsch Dagblad van Zaterdag j.l. zulk een warm verdediger van de annexatie plannen? Het schijnt ons toe, dat allereerst de reden moet worden gezocht in diens vrijzin nig democratische beginselen. Zooals wij reeds zeiden, schrijven de vrijzinnig-demo craten in hun program de inlijving van kleinere gemeenten bij grootere. Er zit velen hunner in het bloed een men vergeve ons een paar geleerde woorden radicaal bureaucratisme. Zij houden geen rekening met historische wording of verkregen rechten', maar bepalen op hun bureau hoe het zijn moet. Luister maar eens naar het slot van genoemd artikel: „Wat doet het er eigenlijk toe of een stuk grond, een wijk, een straat of een weg tot Leiden of tot Leiderdorp behoort? Het gaat toch per slot van rekening om het algemeen belang. Wij zijn en blijven im mers altemaal Nederlanders, Zuid-Hol landers, als men wil, hetzij wij in Leiden of in Oegstgeest wonen." Wij hooren hier duidelijk de stem van den radicaal bureaucraat. In dit citaat is ook sprake van „alge meen belang". Dat „algemeen belang" heeft de schrij ver trachten aan te toonen door de nood zakelijkheid voor Leiden om zich behoor lijk te kunnen uitbreiden en door te wij zen op de bij Leiden geographisch inge groeide gedeelten van andere gemeenten. Beide motieven hebben wij reeds in een vorig artikel weerlegd. Wat liet laatste mo tief betreft, zij hier nog opgemerkt, dat men b.v. van het -op den Rijnsburgerweg aan Leiden grenzende gedeelte van Oegst geest volstrekt niet zou kunnen zeggen, dat het bij Leiden stadsgewijs is inge bouwd, of dat de bewoners zich geen Oegstgeestenaren doch geheel en al Leid- sche ingezetenen gevoelen. Men veroorloove ons nog een enkel zin netje uit het artikel van onze collega te citeeren. Hij spreekt n.l. van de Leidsche ingezetenen, „die met leede oogen steeds i meer menschen naar buiten zien trekken om de lasten van zich af te schuiven hoe wel zij van den Rijnsburgerweg of het villapark uit blijven genieten van wat Leiden meer dan Oegstgeest heeft aan te bieden". Hier wordt zeer juist aangegeven het hoofdargument van vele voorstanders van de annexatie..,, de jalouzte. De bemerking van „De Meiboom" in het hier bovengenoemd artikel nemen we gaarne over: „Wij mogen ons, niet laten beheerschen door het gevoel van jalouzie, dat ieder Leidsch burger bezielt als hij hoort van zijn vriend te Oegstgeest, die zooveel minder belasting betaalt. Jaloersch heid is een slechte raadgeefster. En toch gelooven wij, dat deze voor een groot deel de drijfveer is bij het publiek dat de an nexatie verlangt. Jaloerschheid is een slechte raadgeef ster... Wij willen nog dit ééne zeggen: Dat de geschiedenis nooit van ons zal hebben te getuigen, dat wij, gedreven daar jalou zie, de omliggende gemeenten hebben be nadeeld en.... zelf daardoor achteruit zijn gegaan; dat wij, uit zucht om groot te worden in omvang, onze innerlijke kracht hebben verslapt.... Concludeerende kunnen wij dus het antwoord op de vraag: Zijn de hangende annexatie-plannen in heti belang onzer1 gemeente, aldus samenvatten: De meerdere opbrengst der directe baten onzer gemeente (de belastingen) zal niet overtreffen de meerdere uitgave, zeer waarschijnlijk zelfs daar beneden blijven; de meerdere opbrengst der indirecte baten onzer gemeente (der bedrijven en bewoners) zal beslist verminderen. In het financieel belang onzer gemeente meenen wij dus te moeten wenschen, dat de annexatieplannen wat LetrfcTt- Zoeter- _woude, Leidordorjr exi Oegstgeest n 1 e Ïa züllëh worden verwezenlijk4 (tenzij wat be treft eenige kleine gedeelten); dat speciaal Oegstgeest onaangetast blijve, opdat het vorme een in bloei toenemende gemeente, onmiddellijk grenzende aan Leiden en dus Leiden niet anders kunnende brengen dan financieele voordeelen, terwijl het, zoo de annexatie-plannen mochten verwezenlijkt worden, niets meer zou zijn dan een arm in zijn ontwikkeling gestuit dorp, Leiden eer tot last dan tot voordeel strekkend. Dat de gemeente Leiden onder het ener giek bestuur van haren eminenten Burge meester haar welvaren zoeke n i e t in uit breiding van grondgebied, n i e t in uiter- lijken groei, maar in het streven om te zijn een innerlijk krachtig centrum van rondom haar bloeiende dorpen. V Srafopschorting. Het wetsontwerp, dat de Tweede Kamer in behandeling heeft genomen en hetwelk ten doel heeft 't slechts voorwaardelijk op leggen van gevangenisstraf mogelijk te maken een op dien grondslag veroor deelde kan de straf kwijtgescholden krij gen als hij zich gedurende een proeftijd goed houdt dat wetsontwerp dan kan velen tot zegen zijn. 't Komt immer# wel voor, nietwaar^ dat de een of ander onder den drang van om standigheden of uit onnadenkendheid een misdrijf begaat, waarover hij al dadelijk na het plegen van het feit, als de bezin ning haar recht herneemt, spijt heeft. Zoo iemand gaat ook nu, wordt zijn schuld bewezen, onherroepelijk „de doos" in, wat vaak leidt tot het breken van iemands kracht en een smet op zijn naam werpt. Dit nu kan door de voorwaardelijke veroordeeling voorkomen worden, zoodat ook de samenleving voordeel kan hebben bij het nieuwe instituut. Zij vindt toch meer baat bij personen, die zich met alle macht de strafkwijtschelding trachten waardig te maken dan aan lieden, wier veerkracht verslapt is door het denkbeeld: ik heb nu toch al eens „gezeten". In dezen gedachtengang hopen we, dat het ontwerp het Staatsblad zal mogen be reiken. Maar dan hopen we erbij, dat de toepassing der wet de strafopschorting niet tot een gewoonte zal maken. Deze moet slechts toegepast worden op perso nen, die 't werkelijk waard zijn, anders zouden boeven, voor wien de gevangenis eigenlijk nog te goed is, wel eens een extra kansje kunnen gaan wagen, den kende: misschien loop ik wel voorwaar delijk vrij. Ging het dien kant uit. het wetsontwerp zou zijn eervolle kracht verliezen en veeleer tot nadeel zijn. We mogen echter wel vertrouwen, dat de rechterlijke macht, die haar Pappenheimers kent. het noodige onderscheid zal weten te maken. V Toch maar! In een recensie over een te Amsterdam opgevoerd tooneelstuk zegt 't H b 1 d„: „(De schrijver) heeft de reputatie dat zijn grappen niet altijd van de edelste soort zijn. Ook in dit opzicht blijft hij thans zich zelf gelijk. Wat bij die schunnigheden het meest hindert, is dat ze soms tien of twintigmaal worden herhaald, opdat het publiek ze toch vooral zal snappen." Dat zal dus wel weer een fijn stukje wezen! En toch wordt 't maar ongestoord op gevoerd. En toch worden er maar recenties van gegeven, welke den toeloop naar de uit voering bestendigen. Zulke smerigheden moest een fatsoen lijke krant doodzwijgen. Beter nog: de overheid moest de ver tooning verbieden. De bioscopen staan al onder toezicht. Men ga voort op dezen weg. Drie Engelsche en een Deensch schip vergaan. Wrijving lusschen China en Japan. Van het Westelijk en Oostelijk Oorlogsterrein geen nieuws. Schepen vergaan. Gistermiddag is het Engelsche stoom schip „Leeuwarden", behoorende aan de General Steam Navigation Cy., te Londen, varende in geregelden dienst van Londen op Harlingen, op 4 mijlen N.-W. van het lichtschip „Maas" door een Uuitscnen on derzeeër in den grond geboord. Aan de bemanning werd vijf minuten tijd gelaten om het schip te verlaten en daarna heeft de onderzeeër de sloepen opgesleept tot bij het stoomloodsvaartuig. De bemanning, bestaande uit 15 man UJ Engelschen en 2 Nederlanders) is aan den Hoek binnengebracht. Het schip was op weg haar Harlingen. Nader meldt men van den Hoek van Hol land: Door den timmerman van de „Leeuwar den" werd het volgende medegedeeld: De bemanning had den onderzeeër U 29 niet gezien, daar deze in de schaduw van het vuurschip „Maas was gaan liggen. Te 4 uur werd door deze een schot gelost, welke achter het schip heenging, vervol gens een schot, dat voorlangs ging, waar op de „Leeuwarden" stopte. Van de U 29 werd geroepen, dat de be manning 5 minuten tijd kreeg om het schip in de sloepen te verlaten, aan welk bevel direct gevolg werd gegeven. De meesten hebben hun goed in den steek moeten laten. Nadat het schip was verlaten, werd het in den grond geschoten (niet getorpedeerd. De U 29 nam de sloepen met volk op sleep touw en bracht hen bij de loodsboot, die hier hen landde. Zij zijn in het loodsge- bouw ondergebracht en vertrokken te 9.30 naar Rotterdam. De „Leeuwarden" van de General Steam ship Navigation Comp. was Dinsdagmid dag één uur van Londen naar Harlingen vertrokken. Het Engelsche stoomschip „Fingal" (1562 ton) is Maandag voor de kust van North umberland getorpedeerd en gezonken. Van de opvarenden zijn 6 verdronken, waaron der de hofmeesteres. Het Engelsche stoomschip „Atlanta" (519 ton) is Zondag voor de Westkust van Ier land getorpedeerd. Volgens bericht van een Stockholmschö reederij, is het door de Zweedsche Mexico- lijn gehuurde groote Deensch stoomschip „Canadian" op tot nu toe onbekende wijze aan do Engelsche Westkust vergaan. De kapitein deelde slechts mede, dat het schip een wrak was en de bemanning gered. Schip en lading hadden een totale waarde van 37, millioen Kronen. China en Japan. Terwijl op het Westelijk en Oostelijk oorlogsterrein geen eenigszins belangrijke gebeurtenissen plaats grijpen en van de Dardanellen de laatste dagen niets nieuws wordt gehoord, wordt nu weer de aandacht gevestigd op China en Japan. Zal het in het verre Oosten tot een breuk tusschen China en Japan komen? vraagt het „Vad.". De laatste berichten geven reden, het te verwachten. De toesatnd schijnt zeer ern stig. Ook te Londen schijnt men het aldus in te zien. Er moet dan de laatste dagen met de onderhandelingen een kink in den kabel zijn gekomen, want alles liep vrij vlot van stapel. De eischen van Japan waren van econo- mischen en militairen aard. De oeconomische eischen hielden in. dat de mijn- en spoorwegconcessies op het schiereiland Shantung (de provincie waar in het door Japan aan de Duitschers ont nomen schiereiland Kiautsjau ligt), die tot dusver in Duitsche handen waren, zullen overgaan in die van Japan, en dat aan Japan ook concessies voor de exploitutio van steenkolenmijnen zouden worden afge staan bij Hankoe aan de rivier de Yautse- kiang en concessies voor de exploitatie van metaalgroeven verder stroomopwaarts in het dal van die rivier. Shantung ligt betrekkelijk gesproken in de buurt van Japan en aan de kust. Har. koe evenwel ligt veel Zuidelijker en ver L het binnenland, hetgeen in nog meerder mate geldt voor de metaalhoudende gror den aan den verder afgelegen bovcnloor van de Yantsekiang. Door Japan daar to te laten, duldt China dus dat een strooi grond, die langs deze rivier tot diep ir het binnenland doordringt, in handen o althans onder den directen invloed vai> Japan komt. Toch had China volgens berichten var enkele dagen geleden, zich bereid ver klaard, dit alles toe te staan. De militaire eischen van Japan waren verlenging van den termijn van afstand van Port Arthur en van den erfpachts termijn van den Zuid-Mantsjoerijsrhen spoorweg met 99 jaren. China wil echter slechts 25 jaar toestaan. Mogelijk heeft echter Japan's eisch, dal China geen enkele concessie aan onder danen van andere Mogendheden zou doen en aan niemand van hen grond voor ha vens of handelsinrichtingen zou afstaan een eisch, welks inwilliging China geheet onder de voogdij van Japan zou brengen, de maat doen overloopen. Hoe hetzij, Japan scheept troepen in en een botsing schijnt niet te kunnen uitblij- Verschillende Oorlogs berichten. Door een Taube aangevallen. - Uit Londen wordt gemeld: liet Engelsche stoomschip „Blonde", dat aan de Tyne- rivier is aangekomen, rapporteert, door een Taube te zijn aangevallen, waarbij een man werd gedood. Koopvaarders. Fransche bladen doe len inede dat tot den lOen Maart 20 Fransche koopvaarders zijn getorpedeerd. In het Engelsche Lagerhuis heeft mi nister Churchill in antwoord op ren vraag gezegd dat het aantal Engelsche schepen, die tijdens den oorlog vernield of genomen zijn, 166 bedraagt. De koopvaardijvloot van Engeland en Frankrijk, die bij het begin -van den oor log 13214 schepen telde met een inhoud van 23,306,288 ton, is echter door aan bouw en in beslagneming van vijanrtel'jke koopvaarders tijdens den oorlog ondanks de verliezen op gelijke sterkte gebleven. Dure tijd voor dagbladen. De vier te München verschijnende dagbladen heb ben, in verband met de stijgende exploi tatiekosten tengevolge van den oorlog, met ingang van 1 April den abonnementsprijs verhoogd met 20 procent. Forten-versterking. De forten van Namen en Maubeuge zijn thans met nieu we kanonnen van Krupp uit Essen voor zien. Ook zijn verscheidene pantserkoe pels nieuw gemaakt. Nederland en de Oorlog. Uitvoerverbod van varkens vlees c h. Met ingang van heden is de uitvoer van varkensvleesch in eiken vorm verbuden. Tot dezen maatregel is de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel genood zaakt door de voortdurend stijgende prij zen van het varkensvleesch hier te lande, welke stijging, naar het zich laat aanzien, in de naaste toekomst nog niet tot staan zal komen, zoo geen maatregelen genomen worden. In dit verbod van uitvoer dreigt evenwel het gevaar, dat de fokkers en mesters, ver ontrust door vrees voor een belangrijke daling van de prijzen, hun bedrijf niet meer loonend achten en dit zullen staken. Dit dient te worden voorkomen en daarom worden maatregelen beraamd, om te zor gen, dat het fokkers- en mestersbedrijf loo nend blijft. Hiervoor is het echter noodig, den uit voer tijdelijk geheel te verbieden, ten einde een regeling te kunnen treffen, die den minvermogende in staat stelt, tot biWijkcn prijs varkensvleesch en spek te koopen en die tevens waarborgen geeft, dat «le fok kers, mesters en fabrikanten van vlnesrh. waren met goed gevolg hun bedrijf kunnen voorzetten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1