18
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Be JAARGANG
- - No. 16S2
e mm&êw 0oiLtant
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
,genten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DONDERDAG
MAART.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratif
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere rogel meer 10 cont.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, Iedere regel meer 5 cent.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Een beoordeeling van
Leidens annexatie-plannen
Wij moeten nu do vraag beantwoorden:
Zijn de annexatie-plannen in het finan
cieel belang onzer gemeente?
,De Meiboom", anti-revolutionair week
blad voor Leiden en omstreken (waarvan
Mr. P. E. Briët de verantwoordelijke re>-
dacteur is) bevat in haar nummer van
18 Juli 1914 een artikel onder het op;
schrift „Annexatie eem levenskwestie?"
In dat artikel lezen we o.m. het vol
gende:
.Zouden inderdaad de voordeelen door
de meerdere belastingopbrengst opwegen
tegen de groote kosten, die de uitbrei
ding van gebied voor de gemeente Leiden
meebrengt? Kosten van brandweer, poli-
gezondheidsdienst en alle daaraan
verbonden ambtenaren, uitbreiding van
het personeel der gemeente-secretarie,
wellicht vergrooting van de A'oor dat per
soneel beschikbare ruimte, enz. enz. W ij
etwijfelen het ten zeer
ste?" (Wij spatieeren).
Hier is een anti-revolutionair aan het
woord, en in de anti-revolutionaire partij
is de neiging om te annexeeren nu juist
niet heel erg sterk.
Vlak daartegenover staat echter de
vrijzinnig-democratische partij, welke in
haar program schrijft: „Krachtig aan
dringen op tijdige grensverlegging."
Nu wil een gelukkig toeval, dat Zater
dag j.l. in het „Leidsch Dagblad" een
artikel heeft gestaan over de annexatie
plannen, klaarblijkelijk van een vrijzin
nig-democratisch gemeenteraadslid. En
deze schrijver is het volkomen eens met
wat in de hierboven geciteerde woorden
•an .,De Meiboom" wordt beweerd. Een
onpartijdiger getuigenis is in deze niet
■•nkbaar. Wij lezen n.l, in bedoeld aiti-
kel het volgende:
„De uitbreiding der gemeente door in-
ijving van stukken van Leiderdorp, Zce-
erwoude en Oegstgeest, zal ons heel
wat kosten. De staf van ambtenaren
zal weer grooter moeten worden, het
politiekorps uitgebreid, het aantal scho
len vermeerderd, de straten aanleg ver
beterd e n w a t al niet meer. Dat
zal geld, veel geld kosten en het staat
nog te bezien, of die telkenh
toenemende kosten zullen worden
goedgemaakt door een grootere belasting
opbrengst." (Wij spatieeren).
Als deze schrijver, die een vurige voor
stander is van de bestaande annexatie
plannen, zegt, dat het staat te bezien of
na de annexatie de meerdere inkomsten
de meerdere uitgaven zullen dekken, heb
ben wij alle reden om het niet onwaar
schijnlijk te achten, dat de vermeerdering
van uitgaven die der inkomsten zal over
treffen, m. a. w. de belastingen zullen
worden verhoogd.
De waarheid van de uitspraken in de
geciteerde bladen laat zich nu eenmaal
niet in cijfers bewijzen. Maar wie even
nadenkt over de kolossale „steeds toene
mende" uitgaven, die Leiden zich zal
hebben te getroosten, als haar gebied
plotseling ruim anderhalf maal grooter
ordt, moet tot die erkenning komen en
we herhalen het het bewijst veel,
t zelfs een principieel voorstander en
warm verdediger van de annexatie, zich
5c 0 0 d z a a k t ziet die conclusie te
trekken! De ondervinding is ons trouwens
m deze een leermeesteres, want, naar
oor in deze bevoegde personen erkend
'ordt en in de begrootingen valt aan te
v'jzen, heeft de gemeente Leiden bij de
wige annexatie, die van 1898, haar uit
gaten zien stijgen boven de vermeerde-
ririg harer inkomsten, heeft dus de vori-
!je am^xatie ons op zwaarder lasten ge-
Begrijpen we toch goed, dat een
jT gemeente betrekkelijk veel goed-
.°°Per kan huishouden dan een grootere,
nj vergeten wij ook niet, dat een stad
j r P i c h t is de bij haar ingelijfde
HaLP .evroners op dezelfde wijze te behan-
eni (verlichting, wegen- en stratenaan-
o. vuilnis ophaling, politietoezicht, enz.)
a|s haar oude inwoners.
vanV! meer' wat ons ter *ilJe
yjiai» f flnancieel belang onzer gemeente
muiexatie doet terugdeinzen.
tot nu toe slechts de directe
(V cam ^de belasting opbrengst) van
«Je in£eDte op het °°g gehad, doch niet
h,. 'cecte inkomsten (de inkomsten
r bedrijven en bewoners),
uit wiï niet als onze meening
recte inv'^ dat de °Pb^gst der di-
VArmirxj ten zeer waarschijnlijk zal
(in bctrekkelijken zin na-
tuuriiik-J Z "«nuuuuijKen zin i
knmotl opbrengst der indirecte
Wii Zal b e s 1 i s t dalen.
eerstA er reecls terloops op in ons
jende rtüieI' dat tengevolge van do ham
annexatie-plannen bouwonderne
mers aarzelen te Oegstgeest te gaan bou
wen etn particulieren hun verhuizing
naar Oegstgeest uitstellen. Dit verschijn
sel heeft als diepsten grond, dat velen niet
willen wonen onder een stedelijk regiem
en onder een stedelijken belastingdruk. En
daarom is het onze vaste overtuiging, dat,
komt de annexatie tot stand, in langen
tijd in het ingelijfde gebied van Leiden,
waar de bebouwing thans is begonnen,
niet meer zal worden gebouwd. Wij wil
len geen medelijden wekken met hen, die
daar bouwterrein kochten, al mag wor
den gevraagd, of het billijk is dezen
zonder eenig redelijk mo-
t i ei in hunne verwachtingen teleur te
stellen. Maar wel willen wij hier wijzen
op het nadeelige van een dergelijke han
delwijze voor onze gemeente zelf,
omdat Leiden zich slechts
ontwikkelen kan, indien
de omgeving in bloei toe
neemt. Wij stipten dat reeds in ons
eerste artikel aan, Hoe welvarender de
omgeving is, des te beter zal het den mid
denstand gaan in al zijn geledingen. Hoe
welvarender de omgeving is, des te meer
geld zal er komen in onze gemeente-kas,
zij 't dan langs indirecten weg, b. v. door
het meerdere gasverbruik. En men kan
er zeker van zijn, dat de bevolking van
het geannexeerde Oegstgeest zal vermin
deren, inplaats van zich uit te breiden,
wat geschieden zal als Oegstgeest blijft,
zooals het nu is. Wat belet den velen, die
de lasten van Leiden niet kunnen of wil
len dragen, zich te vestigen te Katwijk,
Noordwijk, -Sassenheim, Voorschoten of
's-Gravenhage. Hoevelen, die eigenlijk
Leidena'ar moesten zijn studenten b.v.
wonen niets reeds te 's-Gravenhage.
Dat men er ook elders zoo over denkt,
bewijst dat men te Katwijk op gemeente
grond een prachtig villa-park heeft ge
projecteerd, hetwelk men wil gaan ex-
ploiteeren zoo gauw... de annexatie van
Oegstgeest een feit is geworden. En zou
dat zich verder van Leiden verwijderen
van de vroegere Oegstgeestenaars geen
schade zijn voor Leiden? Beslist, ja.
Naar onze bescheiden meening, zullen
B. en W. van Leiden zich met deze laatste
bemerkingen volkomen kunnen vereeni
gen. Hebben zij zelf niet korten tijd gele
den opgemerkt, dat een vermeerdering van
don hplastincdrnV vnnr do moon rrofnrfn.'
neerden velen dezer de stad zou doen ver
laten en dus ten naaeele van den midden
stand zou komen. Maar zou dan ook niet
een vermeerdering van den belastingdruk
velen der tegenwoordige Oegstgeestenaren
Oegstgeest doen verlaten en dus ten nadee-
le van den Leidschen middenstand
strekken? Wij zeggen: den Leidschen
middenstand, daar men te Oegstgeest bij
na geen winkels heeft. Men kan in heel
Oegstgeest geen paar schoenen, geen jas
of mantel pasklaar koopen!
Na het voorafgaande zal zich misschien
bij eemigev lezers de vraag opdringdn:
Maar op welke gronden is dan de schrij
ver van het geciteerde artikel in het
Leidsch Dagblad van Zaterdag j.l. zulk
een warm verdediger van de annexatie
plannen?
Het schijnt ons toe, dat allereerst de
reden moet worden gezocht in diens vrijzin
nig democratische beginselen. Zooals wij
reeds zeiden, schrijven de vrijzinnig-demo
craten in hun program de inlijving van
kleinere gemeenten bij grootere. Er zit velen
hunner in het bloed een men vergeve
ons een paar geleerde woorden radicaal
bureaucratisme. Zij houden geen rekening
met historische wording of verkregen
rechten', maar bepalen op hun bureau
hoe het zijn moet. Luister maar eens
naar het slot van genoemd artikel:
„Wat doet het er eigenlijk toe of een stuk
grond, een wijk, een straat of een weg
tot Leiden of tot Leiderdorp behoort? Het
gaat toch per slot van rekening om het
algemeen belang. Wij zijn en blijven im
mers altemaal Nederlanders, Zuid-Hol
landers, als men wil, hetzij wij in Leiden
of in Oegstgeest wonen."
Wij hooren hier duidelijk de stem van
den radicaal bureaucraat.
In dit citaat is ook sprake van „alge
meen belang".
Dat „algemeen belang" heeft de schrij
ver trachten aan te toonen door de nood
zakelijkheid voor Leiden om zich behoor
lijk te kunnen uitbreiden en door te wij
zen op de bij Leiden geographisch inge
groeide gedeelten van andere gemeenten.
Beide motieven hebben wij reeds in een
vorig artikel weerlegd. Wat liet laatste mo
tief betreft, zij hier nog opgemerkt, dat
men b.v. van het -op den Rijnsburgerweg
aan Leiden grenzende gedeelte van Oegst
geest volstrekt niet zou kunnen zeggen,
dat het bij Leiden stadsgewijs is inge
bouwd, of dat de bewoners zich geen
Oegstgeestenaren doch geheel en al Leid-
sche ingezetenen gevoelen.
Men veroorloove ons nog een enkel zin
netje uit het artikel van onze collega te
citeeren. Hij spreekt n.l. van de Leidsche
ingezetenen, „die met leede oogen steeds i
meer menschen naar buiten zien trekken
om de lasten van zich af te schuiven hoe
wel zij van den Rijnsburgerweg of het
villapark uit blijven genieten van wat
Leiden meer dan Oegstgeest heeft aan te
bieden".
Hier wordt zeer juist aangegeven het
hoofdargument van vele voorstanders van
de annexatie..,, de jalouzte.
De bemerking van „De Meiboom" in het
hier bovengenoemd artikel nemen we
gaarne over: „Wij mogen ons, niet laten
beheerschen door het gevoel van jalouzie,
dat ieder Leidsch burger bezielt als hij
hoort van zijn vriend te Oegstgeest, die
zooveel minder belasting betaalt. Jaloersch
heid is een slechte raadgeefster. En toch
gelooven wij, dat deze voor een groot deel
de drijfveer is bij het publiek dat de an
nexatie verlangt.
Jaloerschheid is een slechte raadgeef
ster... Wij willen nog dit ééne zeggen: Dat
de geschiedenis nooit van ons zal hebben
te getuigen, dat wij, gedreven daar jalou
zie, de omliggende gemeenten hebben be
nadeeld en.... zelf daardoor achteruit
zijn gegaan; dat wij, uit zucht om groot te
worden in omvang, onze innerlijke kracht
hebben verslapt....
Concludeerende kunnen wij dus het
antwoord op de vraag: Zijn de hangende
annexatie-plannen in heti belang onzer1
gemeente, aldus samenvatten:
De meerdere opbrengst der directe baten
onzer gemeente (de belastingen) zal niet
overtreffen de meerdere uitgave, zeer
waarschijnlijk zelfs daar beneden
blijven;
de meerdere opbrengst der indirecte
baten onzer gemeente (der bedrijven en
bewoners) zal beslist verminderen.
In het financieel belang onzer gemeente
meenen wij dus te moeten wenschen, dat
de annexatieplannen wat LetrfcTt- Zoeter-
_woude, Leidordorjr exi Oegstgeest n 1 e Ïa
züllëh worden verwezenlijk4 (tenzij wat be
treft eenige kleine gedeelten); dat speciaal
Oegstgeest onaangetast blijve, opdat het
vorme een in bloei toenemende gemeente,
onmiddellijk grenzende aan Leiden en dus
Leiden niet anders kunnende brengen dan
financieele voordeelen, terwijl het, zoo de
annexatie-plannen mochten verwezenlijkt
worden, niets meer zou zijn dan een arm
in zijn ontwikkeling gestuit dorp, Leiden
eer tot last dan tot voordeel strekkend.
Dat de gemeente Leiden onder het ener
giek bestuur van haren eminenten Burge
meester haar welvaren zoeke n i e t in uit
breiding van grondgebied, n i e t in uiter-
lijken groei, maar in het streven om te
zijn een innerlijk krachtig centrum van
rondom haar bloeiende dorpen.
V Srafopschorting.
Het wetsontwerp, dat de Tweede Kamer
in behandeling heeft genomen en hetwelk
ten doel heeft 't slechts voorwaardelijk op
leggen van gevangenisstraf mogelijk te
maken een op dien grondslag veroor
deelde kan de straf kwijtgescholden krij
gen als hij zich gedurende een proeftijd
goed houdt dat wetsontwerp dan kan
velen tot zegen zijn.
't Komt immer# wel voor, nietwaar^ dat
de een of ander onder den drang van om
standigheden of uit onnadenkendheid een
misdrijf begaat, waarover hij al dadelijk
na het plegen van het feit, als de bezin
ning haar recht herneemt, spijt heeft. Zoo
iemand gaat ook nu, wordt zijn schuld
bewezen, onherroepelijk „de doos" in,
wat vaak leidt tot het breken van iemands
kracht en een smet op zijn naam werpt.
Dit nu kan door de voorwaardelijke
veroordeeling voorkomen worden, zoodat
ook de samenleving voordeel kan hebben
bij het nieuwe instituut. Zij vindt toch
meer baat bij personen, die zich met alle
macht de strafkwijtschelding trachten
waardig te maken dan aan lieden, wier
veerkracht verslapt is door het denkbeeld:
ik heb nu toch al eens „gezeten".
In dezen gedachtengang hopen we, dat
het ontwerp het Staatsblad zal mogen be
reiken. Maar dan hopen we erbij, dat de
toepassing der wet de strafopschorting
niet tot een gewoonte zal maken. Deze
moet slechts toegepast worden op perso
nen, die 't werkelijk waard zijn, anders
zouden boeven, voor wien de gevangenis
eigenlijk nog te goed is, wel eens een
extra kansje kunnen gaan wagen, den
kende: misschien loop ik wel voorwaar
delijk vrij.
Ging het dien kant uit. het wetsontwerp
zou zijn eervolle kracht verliezen en
veeleer tot nadeel zijn. We mogen echter
wel vertrouwen, dat de rechterlijke macht,
die haar Pappenheimers kent. het noodige
onderscheid zal weten te maken.
V Toch maar!
In een recensie over een te Amsterdam
opgevoerd tooneelstuk zegt 't H b 1 d„:
„(De schrijver) heeft de reputatie dat
zijn grappen niet altijd van de edelste
soort zijn. Ook in dit opzicht blijft hij thans
zich zelf gelijk. Wat bij die schunnigheden
het meest hindert, is dat ze soms tien of
twintigmaal worden herhaald, opdat het
publiek ze toch vooral zal snappen."
Dat zal dus wel weer een fijn stukje
wezen!
En toch wordt 't maar ongestoord op
gevoerd.
En toch worden er maar recenties van
gegeven, welke den toeloop naar de uit
voering bestendigen.
Zulke smerigheden moest een fatsoen
lijke krant doodzwijgen.
Beter nog: de overheid moest de ver
tooning verbieden.
De bioscopen staan al onder toezicht.
Men ga voort op dezen weg.
Drie Engelsche en een Deensch schip
vergaan. Wrijving lusschen China en
Japan. Van het Westelijk en Oostelijk
Oorlogsterrein geen nieuws.
Schepen vergaan.
Gistermiddag is het Engelsche stoom
schip „Leeuwarden", behoorende aan de
General Steam Navigation Cy., te Londen,
varende in geregelden dienst van Londen
op Harlingen, op 4 mijlen N.-W. van het
lichtschip „Maas" door een Uuitscnen on
derzeeër in den grond geboord.
Aan de bemanning werd vijf minuten
tijd gelaten om het schip te verlaten en
daarna heeft de onderzeeër de sloepen
opgesleept tot bij het stoomloodsvaartuig.
De bemanning, bestaande uit 15 man UJ
Engelschen en 2 Nederlanders) is aan den
Hoek binnengebracht. Het schip was op
weg haar Harlingen.
Nader meldt men van den Hoek van Hol
land:
Door den timmerman van de „Leeuwar
den" werd het volgende medegedeeld:
De bemanning had den onderzeeër U 29
niet gezien, daar deze in de schaduw van
het vuurschip „Maas was gaan liggen. Te
4 uur werd door deze een schot gelost,
welke achter het schip heenging, vervol
gens een schot, dat voorlangs ging, waar
op de „Leeuwarden" stopte.
Van de U 29 werd geroepen, dat de be
manning 5 minuten tijd kreeg om het
schip in de sloepen te verlaten, aan welk
bevel direct gevolg werd gegeven.
De meesten hebben hun goed in den
steek moeten laten.
Nadat het schip was verlaten, werd het
in den grond geschoten (niet getorpedeerd.
De U 29 nam de sloepen met volk op sleep
touw en bracht hen bij de loodsboot, die
hier hen landde. Zij zijn in het loodsge-
bouw ondergebracht en vertrokken te 9.30
naar Rotterdam.
De „Leeuwarden" van de General Steam
ship Navigation Comp. was Dinsdagmid
dag één uur van Londen naar Harlingen
vertrokken.
Het Engelsche stoomschip „Fingal" (1562
ton) is Maandag voor de kust van North
umberland getorpedeerd en gezonken. Van
de opvarenden zijn 6 verdronken, waaron
der de hofmeesteres.
Het Engelsche stoomschip „Atlanta" (519
ton) is Zondag voor de Westkust van Ier
land getorpedeerd.
Volgens bericht van een Stockholmschö
reederij, is het door de Zweedsche Mexico-
lijn gehuurde groote Deensch stoomschip
„Canadian" op tot nu toe onbekende wijze
aan do Engelsche Westkust vergaan. De
kapitein deelde slechts mede, dat het schip
een wrak was en de bemanning gered.
Schip en lading hadden een totale waarde
van 37, millioen Kronen.
China en Japan.
Terwijl op het Westelijk en Oostelijk
oorlogsterrein geen eenigszins belangrijke
gebeurtenissen plaats grijpen en van de
Dardanellen de laatste dagen niets nieuws
wordt gehoord, wordt nu weer de aandacht
gevestigd op China en Japan.
Zal het in het verre Oosten tot een breuk
tusschen China en Japan komen? vraagt
het „Vad.".
De laatste berichten geven reden, het te
verwachten. De toesatnd schijnt zeer ern
stig. Ook te Londen schijnt men het aldus
in te zien.
Er moet dan de laatste dagen met de
onderhandelingen een kink in den kabel
zijn gekomen, want alles liep vrij vlot van
stapel.
De eischen van Japan waren van econo-
mischen en militairen aard.
De oeconomische eischen hielden in. dat
de mijn- en spoorwegconcessies op het
schiereiland Shantung (de provincie waar
in het door Japan aan de Duitschers ont
nomen schiereiland Kiautsjau ligt), die tot
dusver in Duitsche handen waren, zullen
overgaan in die van Japan, en dat aan
Japan ook concessies voor de exploitutio
van steenkolenmijnen zouden worden afge
staan bij Hankoe aan de rivier de Yautse-
kiang en concessies voor de exploitatie van
metaalgroeven verder stroomopwaarts in
het dal van die rivier.
Shantung ligt betrekkelijk gesproken in
de buurt van Japan en aan de kust. Har.
koe evenwel ligt veel Zuidelijker en ver L
het binnenland, hetgeen in nog meerder
mate geldt voor de metaalhoudende gror
den aan den verder afgelegen bovcnloor
van de Yantsekiang. Door Japan daar to
te laten, duldt China dus dat een strooi
grond, die langs deze rivier tot diep ir
het binnenland doordringt, in handen o
althans onder den directen invloed vai>
Japan komt.
Toch had China volgens berichten var
enkele dagen geleden, zich bereid ver
klaard, dit alles toe te staan.
De militaire eischen van Japan waren
verlenging van den termijn van afstand
van Port Arthur en van den erfpachts
termijn van den Zuid-Mantsjoerijsrhen
spoorweg met 99 jaren. China wil echter
slechts 25 jaar toestaan.
Mogelijk heeft echter Japan's eisch, dal
China geen enkele concessie aan onder
danen van andere Mogendheden zou doen
en aan niemand van hen grond voor ha
vens of handelsinrichtingen zou afstaan
een eisch, welks inwilliging China geheet
onder de voogdij van Japan zou brengen,
de maat doen overloopen.
Hoe hetzij, Japan scheept troepen in en
een botsing schijnt niet te kunnen uitblij-
Verschillende Oorlogs
berichten.
Door een Taube aangevallen. - Uit
Londen wordt gemeld: liet Engelsche
stoomschip „Blonde", dat aan de Tyne-
rivier is aangekomen, rapporteert, door
een Taube te zijn aangevallen, waarbij
een man werd gedood.
Koopvaarders. Fransche bladen doe
len inede dat tot den lOen Maart 20
Fransche koopvaarders zijn getorpedeerd.
In het Engelsche Lagerhuis heeft mi
nister Churchill in antwoord op ren
vraag gezegd dat het aantal Engelsche
schepen, die tijdens den oorlog vernield
of genomen zijn, 166 bedraagt.
De koopvaardijvloot van Engeland en
Frankrijk, die bij het begin -van den oor
log 13214 schepen telde met een inhoud
van 23,306,288 ton, is echter door aan
bouw en in beslagneming van vijanrtel'jke
koopvaarders tijdens den oorlog ondanks
de verliezen op gelijke sterkte gebleven.
Dure tijd voor dagbladen. De vier te
München verschijnende dagbladen heb
ben, in verband met de stijgende exploi
tatiekosten tengevolge van den oorlog, met
ingang van 1 April den abonnementsprijs
verhoogd met 20 procent.
Forten-versterking. De forten van
Namen en Maubeuge zijn thans met nieu
we kanonnen van Krupp uit Essen voor
zien. Ook zijn verscheidene pantserkoe
pels nieuw gemaakt.
Nederland en de Oorlog.
Uitvoerverbod van varkens
vlees c h.
Met ingang van heden is de uitvoer van
varkensvleesch in eiken vorm verbuden.
Tot dezen maatregel is de minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel genood
zaakt door de voortdurend stijgende prij
zen van het varkensvleesch hier te lande,
welke stijging, naar het zich laat aanzien,
in de naaste toekomst nog niet tot staan
zal komen, zoo geen maatregelen genomen
worden.
In dit verbod van uitvoer dreigt evenwel
het gevaar, dat de fokkers en mesters, ver
ontrust door vrees voor een belangrijke
daling van de prijzen, hun bedrijf niet
meer loonend achten en dit zullen staken.
Dit dient te worden voorkomen en daarom
worden maatregelen beraamd, om te zor
gen, dat het fokkers- en mestersbedrijf loo
nend blijft.
Hiervoor is het echter noodig, den uit
voer tijdelijk geheel te verbieden, ten einde
een regeling te kunnen treffen, die den
minvermogende in staat stelt, tot biWijkcn
prijs varkensvleesch en spek te koopen en
die tevens waarborgen geeft, dat «le fok
kers, mesters en fabrikanten van vlnesrh.
waren met goed gevolg hun bedrijf kunnen
voorzetten.