25
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG.
No. 1634
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
m het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DONDERDAG
FEBRUARI.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cont
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Een tastbaar geval.
Met gesloten deuren is voor de Recht
bank te Groningen behandeld de zaak te
gen een zestienjarige, die blijkbaar onder
den invloed van een, door hem bijgewoon
de bioscoop-voorstelling op 8 December
1914 inbraak heeft gepleegd, en brand ge
slicht, om die te bemantelen, en op 12 De
cember heeft willen inbreken, en toen hij
daarin verhinderd werd, een moordaan
slag heeft begaan.
Het O. M. eischte, ter zake van de eerste
twee tenlasteleggingen de beschikbaarstel
ling, zonder toepassing van straf, en ter
zake van het laatste feit beschikbaarstel
ling en 5 jaar gevangenisstraf.
Ziehier een tastbaar geval ter kenschet
sing van het bioscoopgevaar.
Ongetwijfeld zijn meerdere malen ver
keerde daden veroorzaakt, hartstoch
ten geprikkeld, euveldaden beraamd of be
gaan door den invloed van afkeurens
waardige filmvoorstellingen.
De drijfveer in deze valt niet altijd met
juistheid aan te wijden, zoodat boven
staand geval bijzondere aandacht verdient,
't Moge al een zeer verregaand geval we
zen. Maar moeten we wachten tot er meer
zoo komen alvorens in te grijpen?
Gelukkig, er wordt ingegrepen, thans
ook in deze stad. Juist dezer dagen ver
meldden we de samenstelling der gemeen
telijke commissie, die de films zal contro
leeren.
Nuttig werk vindt zij te doen.
We zeggen zulks niet, wijl we den hier
arbeidenden bioscoopdirecties een blijk van
wantrouwen willen geven, maar omdat
we weten, hoe roekeloos de films soms
worden samengesteld. De fabrikanten
ook hierbij de goeden niet te na gesproken
zoeken naar pakkende histories en wijl
deze slechts bij wijze van partomine wor
den gegeven moet duidelijkheidshalve
naar grofheid van voorstelling worden ge
streeld. En dit drijft tot uitersten.
Wijl de commissie behalve het afkeuren
van geheele films ook stukken kan doen
wegknippen elders gaat -t evenzoo
heeft zij 't in haar macht, de haar toever
trouwde belangen met beleid te dienen.
Met boven gegeven tastbaar voorbeeld
voor oogen, juichen wij haar optreden toe
en koesteren we er goede verwachtingen
V Hoog tijd.
Naar aanleiding van een klacht van ver
schillende winkeliers over de maximum
prijzen, die thans voor den kleinhandel nog
lager zijn dan die, waarvoor de groothan
del de waren wil of kan leveren, hebben B.
en W. van Deventer zich tot den minister
van Landbouw gewend, met verzoek, dien
aangaande maatregelen te nemen.
Moge aan het verzoek van het Deventer
Dagejijksch Bestuur door de Regeering
volle aandacht worden geschonken.
't Wordt hoog tijd, dat de wetgever nu
ook eens wat gaat doen ten voordeeie van
den middenstand, die ook nu weer de
zwaarst-getroffene is.
In het adres staat, dat de maximum-,
prijzen thans voor den kleinhandel nog
lager zijn dan die, waarvoor de groothan
del de waren wil of kan leveren. D a t i s
zeer juist gezegd. Een derge
lijke klacht hebben wij ook van Leidsche
winkeliers vernomen. Droevig doen ook in
deze zinsnede aan de woorden: „wil of kan
leveren". Helaas, zijn er in den groothan
del personen, die uitgaan van het systeem
„handel is handel" en den grootst moge
lijken prijs uit de reeds berooide beurs van
den middenstand trachten te knijpen. Dat
beginsel „handel is handel" zou men zelfs
den brutaalsten diefstal, den schandelijk
sten rooftocht kunnen goed praten.
Aan de Regeering de taak om dien han
delaars aan den lijve te laten voelen, dat
ook de handel is gebonden aan plichten
ten opzichte van de afzonderlijke indivi
duen en van de maatschappij.
Dat de Regeering zich niet langer maar
al te veel laten omknelle door haar klaar
blijkelijke voorkeur voor de „vrijheid"
door haar liberale vrijheidsidee betreffen
de den handel. De vrijheid voor de grooten
is de slavernij voor de kleinen!
Schepen vergaan. Van het oorlogs-
tooneel weinig nieuws.
Van hel Westelijk Oorlogs
terrein.
Officieel wordt uit het Duiitsche hoofd
kwartier gemeld:
In de streek van Perthfes (Champagne)
deden de Franschen gisternamiddag een
aanval met twee infanterie-djivilsies. Op
verschil lende plaatsen ontstonden verbit
terde gevechten man tegen man, die ten
onzen gunste beslist werden. De vijand
werd met zware verliezen in zijn stel li n«
gen teruggeworpen.
In de Vogezen gingen onze aanvallen
tegen Sulzern en Ampfersbach, ten wes
ten van Stossweier, vooruit. In de gevech
ten van de laatste dagen namen wij 500
Franschen gevangen.
Overigens is niets bijzonders gebeurd.
Het Fransche communiqué meldt:
Niets bijzonders behoudens eenige wel
geslaagde bewegingen van onze troepen
tegen Auberin aan de Suippes en her
nieuwd terrein winnen ten noorden van
Perthes.
Van het Oostelijk Oorlogs-
ierrein.
Officieel wordit uit hat Duitsche hoofd
kwartier gemeld:
Een nieuwe vijandelijke uitval uit Grod
no werd zonder moeite afgeslagen. Ten
Zuid-Oosten van Augustowo slaagden gis
teren de Russen er in op twee plaatsen
over de Bobr vooruit te komen, Bij Szta-
bin werd de vijand teruggeslagen.
In de omstreken van Krasnybor duurt
de strijd nog voort.
Bij Praznysz vielen 1200 gevangenen en
twee kanonnen in onze handen.
Ten Oosten van Skierniwietsj werd een
Russisohe nachtaanval afgeslagen.
Uit Weenen wordt officieel gemeld:
Aan het Poolsch-Galicische front is het,
afgezien van enkele levendige artillerie
gevechten en schermutselingen, grooten-
deels rustig.
De toestand dn de Karpathen is over het
algemeen dezelfde gebleven.
In de gevechten van gisteren aan den
bovenloop van de San hebben wij. een
hoogte stormenderhand genomen en vijf
officieren en 198 man krijgsgevangen ge
maakt.
Ten noorden van den pas van Volomec
deed de vijand, gebruik makend van de
zware sneeuwjacht, een hardnekkigen
aanval op door onze troepen bezette stel
lingen. De aanval werd met zware verlie
zen aan de zijde van den vijand afgesla
gen. Driehonderd Russen werden gevan
gen genomen.
De gevechten ten Zuiden van de Dn jes
ter nemen nog steeds in omvang en uitge
breidheid toe.
Schepen vergaan.
De Engalsche Admiraliteit kondigt aan,
dat de hulpkruiser „Clanmac Naughten",
die sedert 3 Februari vermist werd, naar
men vreest, in den storm is verloren ge
gaan. Een wrak is gevonden.
De visscberspink „Gratia" landde gis
teren te Ramsgate, veertien kop van de
bemanning van het stoomschip „Oakley,
dat eergisteren werd getorpedeerd ten
Z.O. van Rye.
De le machinist zeide, dat hij den peris
coop van een duikboot had gezien. Een
gedeelte van de bemanning landde te
Dover. De „Oakley zonk gistermorgen op
de hoogte van Folkestone, terwijl het 6chip
naar Dover werd gesleept.
Het „Aftonbladet" te Stockholm, ver
neemt volgens de ..Korr. Norden" uit Gö-
teborg, dat kapitein Gran van de „Hem-
land", die Zondag uit Sunderland aan
kwam, meldde, dat een Engelsch stoom
schip door een Duitsche duikboot in de
Noordzee werd getorpedeerd. Dit feit werd
waargenomen door de Götehorger „Pa-
trik", die van Sunderland naar Argentinië
vertrok en door loodsen der „Patrik" aan
den kapitein van de „Hemland" medege
deeld. Men had gezien, dat een geweldige
ontploffing had plaats gehad op een
stoomschip, dat zich op een afstand van
een paar zeemijlen bevond.
Daar zich verscheidene stoomschepen
tot hulpverleenilng in de nabijheid bevon
den, behoefde de „Patrik" geen hulp te
verstrekken. Men zag dat het door de
Duitsche duikboot getroffen stoomschip
een" Engelsch schip was.
Daar de naam van het schip en de datum
van de torpedeering ontbreken is het niet
duidelijk of men hier met een nieuw ge
val heeft te doen, of met een reeds bekend.
Aangezien 't bericht uit Göfceborg komt,
is echter de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat men hier te doen heeft met het schip,
waaromtrent het „Göteborg Aftonbladet"
meldde, dat het met een militair transport
is gezonken.
De Noorsche cosnul-generaal te Londen
seinde d.d. 23 Februari aan het ministerie
van Buitenlandsche Zaken in Noorwegen:
Het stoomschip „Regin" uit Christiania,
is hedenmorgen bij Duins in de lucht ge
vlogen. De bemanning is aan boord van
een Engelsch oorlogsschip gegaan, te Do
ver aan land gezet en vandaar naar Lon
den overgebracht.
Naar gemeld wordt is het Amerikaansche
stoomschip „Carib" op een mijn geloopen
in de Noordzee en gezonken bij de Duitsche
kust
De „Carib" had 4600 balen katoen aan
boord.
Roemenië en de oorlog.
De rector der universiteit te Boekarest,
Jasay, een bekend liberaal politicus,
schrijft in een verhandeling over Roemenijj
en den Europeeschen oorlog: „Nu Frank
rijk en Engeland zich ter verdediging hun
ner belangen in den strijd tegen Duilsch-
land met Rusland hebben verbonden, zal
hun rol in de wereldgeschiedenis zijn als
die van Boötie en Thessalië, toen deze zich
aansloten bij het rijk van Xerxes.
Van een Europeesch standpunt be
schouwd is het onverschillig of Engeland
alleen de opperheerschappij ter zee heeft
dan wel of het die met Duitschland moet
deelen en eveneens of Elzas-Lotharingen bij
Frankrijk of Duitschland behoort. Het is
echter niet hetzelfde voor Europa of het
voor tientallen van jaren onder heerschap
pij der kozakken geraakt.
In Roemenië zijn angstige gemoederen,
die bereid zouden zijn van Bessarabië af te
zien. In de eerste plaats echter moet Roe
menië zijn plicht jegens zichzelf vervullen.
Zwaarwichtige redenen van economischen
en financieelen aard en niet alleen politieke
maken, dat voor Roemenië alleen een
strijd aan de zijde der centrale mogendhe
den mogelijk is.
Wanneer ons nationaal belang solidair
is met de belangen der wereldgeschiedenis,
dan zou het gelijk staan met zelfmoord,
wanneer men deze redenen veronacht
zaamde.
De toestand in China.
In de „Deutsche Tages Ztg." schrijft de
bekende graaf Reventlow over den toe
stand in China:
„Ongeveer 5 jaar geleden schreef de
Amerikaan Homer Lea dat een van de
hoofdfouten der Engelsche politiek daarin
bestond, dat zij niet consequent naar de
versterking van het Chineesche rijk heeft
gestreefd. Met het oog op Indië en om vele
andere oorzaken achtte hij het een levens-
behoefte voor de positie van Engeland in
Oost-Azië om aldaar een betrouwbaren en
voldoend sterken vriend op het Continent
te hebben. Deze opmerking getuigde weer
voor den eigenaardigen scherpen blik van
Lea. Engeland begint thans de vruchten te
oogsten van de politiek, welke voor het
toenmalige doel: de verdringing van Rus
land uit China weliswaar de juiste was,
doch een groot gevaar in zich sloot omdat
ze Japan ongeveer in denzelfden toestand
tegenover het Oost-Aziatisch continent
bracht als Engeland indertijd na den slag
van Trafalgar en de vernietiging van Na
poleon's macht innam. Doch met dit ééne
groote onderscheid, dat de Europeesche
mogendheden op hun verhaal konden ko
men, terwijl China voor en na inwendig
verdeeld bleef en in zijn onmacht voor Ja
pan een prachtigen buit opleverde. Nu is
er in de laatste dagen uit China bericht
gekomen dat men er ijverig bezig is met het
vormen van legers, dat men er den alge-
meenen dienstplicht wil invoeren en vol
gloeiende verontwaardiging spreekt over
de Japansche eischen. Dat is alles goed en
wel, doch men moet voor oogen houden
dat dergelijke gevoelens en plannen de Ja
panners geen enkel oogenblik zullen terug
houden van een gewelddadige tenuitvoer
legging hunner plannen. Reeds tientallen
van jaren zijn er in China leger- en vloot-
plannen uitgewerkt. Doch daarmee kan
men thans evenmin als vroeger veldslagen
winnen, noch de souvereiniteit en integri
teit van China waarborgen. Men mag aan
nemen dat Japan tot nader order in vorm
en woord de Chineesche integriteit en sou
vereiniteit voor onaantastbaar zal verkla
ren. Doch precies zoo is het gegaan, toen
indertijd Japan de onafhankelijkheid van
Korea proclameerde op hetzelfde oogenblik
waarop het dit land zijn onafhankelijkheid
metterdaad afnam. Het gaat er mee als met
de zoogenaamde „open deur": de mogend
heid, die omtrent een of ander land de
„open deur" plechtig proclameert, wil daar
mee inderdaad zeggen dat van nu af die
deur voor haar alleen „open" zal zijn, doch
allen anderen voor de neus is dichtgesla
gen.
De Chineesche presidPTit, TnonnsiiVai is
verstandig genoeg, om te weten, dat
tegen Japan niet opgewa» i.-. dat
China tegenover Japan hulpeloozer is dan
ooit, omdat er thans geen enkele Europee
sche mogendheid op diplomatiek gebied te
gen Japan kan worden uitgespeeld. Hoe
Joeansjikai zich in bijzondere gevallen zal
gedragen, zal nog te bezien staan. Hij kent
Japan en de Japansche methoden heel pre
cies, hij weet, dat de Chineesche revolutio
naire beweging, waardoor China in tweeën
moest worden gescheurd, te wijten was aan
ophitsing en ondersteuning van Japan.
Indien het werkelijk mogelijk ware in af-
zienbaren tijd een strijdvaardig geregeld
leger te scheppen, indien de krachten daar
toe voorhanden waren, dan zou Joeansjikai
ongetwijfeld niet aarzelen er een begin met»
te maken. Of Japan echter dergelijke be
moeiingen zou toestaan, indien de Japan
sche staatslieden mochten bemerken, dat er
met ernst en met succes werd gewerkt, i
zeer twijfelachtig.
Nu heet het, dat in Rusland en Enge
land een stijgende ongerustheid heersoht
wegens de Japansche eischen. Voor deze
mogendheden zal het slechts mogelijk zijn
hunne positie in het verre Oosten te her
winnen, als zij in dezen Europeeschen oor
log zegevieren. Iedere nederlaag, die zij in
Europa lijden, doet deze kans dalen. Hn»
langer de oorlog duurt des te grooter zal
ook wel de ongerustheid der vijanden van
Duitschland worden ten opzichte van hun
Japanschen bondgenoot."
Verschillende Oorlogs
berichten.
De couranten en de oorlog. Volgens de
Duitsche postcourantenlijst hebben 864 cou
ranten sedert het begin van den oorlog op
gehouden te verschijnen.
Zeppelins boven Brugge. Maandag
nacht te kwart vóór één trokken twee Zep
pelins over Brugge in de richting naar de
kust. Te 3 uur kwamen ze weer.
Drie Duitsche vliegmachines neergeschO'
ten. Dezer dagen, aldus wordt aan de
„Tijd" gemeld, heeft de Duitscho luchtvloot
te Ghistelles een ernstigen tegenslag gele
den, waarvan ik, door de vertraging van
FEUILLETON.
DE DUIKER.
„Robert was op de knieën gevallen, en
Georg was toegesneld, toen hij de klach
ten zijns vaders hoorde. Hij wierp zich cp
zijn moeder en overdekte haar met kussen.
„Zij had nog de kracht beiden een hand
te reiken. Dan nog eenige stuipachtige
trekken, een diep zucht, en alles was ge
daan.
„Ellen was dood.
..Do wanhoop van Robert was onbe
schrijfelijk. De grootste smart is sitom.
„Hij wilde, dat Ellen zou rusten op het
kerkhof te Whitest able. En hij had dén
moed haar Lichaam naar Engeland over
te brengen, om het daar de laatste eer te
bewijzen.
..Te Parijs teruggekomen en. door smart
gebroken, vond hij zijn geheele kapitaal
ten gronde gegaan.
„John Slough, die gedurende Roberts
afwezigheid met de geldzaken was belast
geweest, had nauwelijks iets ervan kun
nen redden.
„Robert was er voornamelijk op gesteld
de woning te Whitest able, waar Ellen ge
boren was, en het huis in Frankrijk, waar
z'j overleden was, te behouden.
..Hij besteedde zijn laatste geld aan deze
twee eigendommen, en voorioopig bleef
"ij t« Mon/tinartre wonen.
;><Hij schepte er een zeker behagen in
*«1 lo omringen met smartelijke herinne-
- n hij a«u wel hebben willen ster-
iai cU» f
„Slechts zijn zoon bond hem nog aan
het leven.
„George zou weldra zestien jaar oud
zijn. Hij had zijn studiën geëindigd en
legde een bijzondere geschiktheid voor
hoogere wetenschappen aan den dag.
„Hij was een groote en 6ohoone jonge
ling, wiens trekken sprekend op die van
Ellen geleken.
„De dood zijner moeder had op zijn ka
rakter den stempel der droefgeestigheid
gedrukt, welke zich nooit verloochende;
maar hij had een ijzeren wil en standvas
tig karakter en was vol edelmoedigheid.
„De tijd was gekomen om aan zijn toe
komst te denken, en hij moest zdoh dus een
loopbaan uitkiezen.
„Robert zelf gevoelde de noodzakelijk
heid van werken, om zijn geldzaken we
der wat op te beuren.
„Na de nederlaag, die hij in Frankrijk
geleden had, kon alleen Engeland hem r.og
eenig geluk bieden.
„Hij had aan zijn vroegere studiën een
twintigjarige ondervinding gepaard, en
hij zou dus gemakkelijk een betrekking
kunnen vinden in een land, waar de in
dustrie in den hoogsten bloei verkeerde.
„Hij wrilde daarenboven be Londen de
opvoeding van Georg voltooien. Hij wilde
zijn zoon ook in zijn zaken nemen.
„Hij besloot dus Parijs te verlaten;
maar toen hij uit dat huis moest gaan,
waar zijn dierbaarste herinneringen ach
terbleven, wilde hij niet, dat het onthei
ligd zou worden door vreemdelingen.
„De kamer van Ellen bleef, gelijk zij
was op haar sterfdag.
„Robert liet er de meubelen, waarvan
zijn vreuw zich bediend had; hij sloot al
les af en verliet met Georg de woning, die
nu op een graf geleek, om naar Engeland
te vertrekken.
„De getrouwe Slough vergezelde hen;
Robert Liet dus in Frankrijk niemand ach
ter, die hem dierbaar was, en hij besloot
er niet terug te komen dan om bezoeken
te brengen aan de hem heilige relieken
van Montmartre.
„Hij had het koffertje, waarin Ellen het
bewijs van Diego's misdaad had gesloten,
niet willen openen.
„Hij zelf twijfelde nog aan de mogelijk
heid van zulk een slechtheid, en hij vond
het beter geen zeker bewijs te hebben.
„Hij hoopte daarenboven, dat hij nooit
meer Diego zou ontmoeten.
„De toekomst zou hem helaas nog meer
droefheid baren.
„De eerste jaren, die op zijn terugkomst
te Wh.itesrt.ahle volgden, gingen zonder
bijzondere voorvallen voorbij.
„Hij had weder bezit genomen van de
vroegere woning, en door spaarzaamheid
kon hij voldoen aan de eischen, welke het
verblijf van George in Londen stelde; deze
zette daar zijne studiën voor ingenieur
door. Met de vroegere werklieden van Dis
ney ondernam Robert eenige onderzeesche
werken.
„Het kostte hem geen moeite zijn vroe
ger beroep weder uit te oefenen, en hij
schepte zelfs eenig behagen in de moei
lijkheden van het vak zijner jeugd.
„George scheen er ook pleizier in te
krijgen, en meer dan eens nam zijn vader
hem, wanneer hij somtijds te Whitestable
kwam, mode op zijn onderzeesche tochten.
„De jonge man toonde zJoh moedig en
leerzaam, en alle oude duikers hielden
van hem; maar Robert wilde hert leven van
zijn zoon niet in gevaar brengen door hem
hert beroep vain duiker aan te "prijzen.
„Hij begeerde een andere toekomst voor
George, en hij hoopte, ook terzelfder tijd
niet van hem gescheiden te worden.
„Zijn studies en zijn ondervinding stel
den hem in staat het beroep van
tuigkundig ingenieur uit te oefenen. Dat
was in dien tijd nog zulk -ewr nwkau
baantje niert in Engeland. Om niet van de
spoorwegen te so reken. die. hun ijzeren
net over het geheele koninkrijk begonnen
uit te spreiden, had de stoomschcepvaart
ook een ontzaglijke vlucht genomen.
„De marine had zelfs een korps van
werktuigkundige ingenieurs opgericht, aan
wie zij een séhoone toekomst beloofde.
„George toonde veel lust in de zeevaart,
en Robert had immer van de zee ge
houden.
„Hij zocht voor zijn zoon en voor zich
zeiven plaatsing, en dank zij den ouden
vrienden van Thomas Disney kreeg hij een
betrekking van ingenieur op een fregat,
mot toestemming George als eersten werk
tuigkundige mede te nemen..
„De jonge man, diet juist de school had
verlaten, was buiten zich zeiven van
vreugde.
„Hert schip had den naam van „Aven
ger" en het wachtte te Portsmouth op be
vel om zich met h ert ask ader der Middel-
landsche Zee te vereenigen.
„De toebereidselen waren spoedig ge
maakt.
Robert had gedurende geruimen tijd
den ouden Slough iri de woning te White-
stable laten wonen; Hij bel: kun mot
het toezicht er over alsook met de zorg
over het huis te Parijs.
„Achrt dagen na hun benoeming waren
vader en zoon hun nieuw beroep ingegaan,
en het fregat verliet Spithead op een
schoonen lenteochtend, die aan hot eiland
Wight het aanzien gaf van een zuidelijk
land.
„Terwijl hij weider Engeland verliet,
moest Robert denken aan dien dag, waar
op hij, twintig jaar geleden, de witte kus
ten van Dover zich aan zijn blik zag ont
trekken.
„Alles, wat hij toen beminde, had God
weggenomen, en met het aangeboden kind,
dart hem overbleef, ging hij nu nogmaals
het geluk dezer wereld beproeven.
„Hot stond gelijk met he.t ongeluk tar
ten. Het ongeluk liet niét op zich wach
ten.
„De „Avenger" was een stoomschip, dat -
verscheidene jaren geleden volgens oud
systeem gebouwd en nu versleten was
door de menigvuldige reizen, welke het
reeds gemaakt had.
„Robert bemerkte aanstonds, dat het
sleoht liep, en hij moeat telkens de machi
ne herstellen.
„Hij kweet zich echter uitstékend van
zijn moeielijken plicht, en de kunde van
zijn zoon werd bijzonder op prijs gesteld
door don commandant, een ouden en ta
melijk knorrigen zeeman, die echter ge
paaid werd door den goeden wil en do op
geruimdheid van George.
„Robert was er trotseh op, wanneer hij
zag, dart zijn zoon bemind en gezocht werd
door de jonge officieren.
(Wordt
volgd.)