9 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. ie JAARGANG. No. 1620 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN, Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering het GEÏLLUSTREERD 10 JDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 perkwartaal; bjjonza igenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers 273 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG FEBRUARI. 1915. Da ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratiu bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cont. Aanbiedingen van DienMpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Roomsche ontwikkeling. Dezer dagen toevallig kwam ons 't rogram ervan onder de oogen werd op_ Rolduc", welbekend, door en voor de erlingen opgevoerd Shakespeare's „Koop7 an van Venetië". Ongetwijfeld een zware jak voor de jeugdige spelers, maar één lik in het programma toont, met welk pel dat stuk werd gekozen. 't Was er blijkbaar om te doen, de uit dring te laten aansluiten bij de lessen in stterkunde, om zoo den hoorders een ractischen kijk te geven op wat omtrent tooneelliteratuur en haar eischen was edoceerd. Een en ander valt toch op te aken uit de toelichtingen, welke het pro- bevat aangaande den geest van het uk, het karakter der voornaamste per- inen en de eigenaardigheden der opvoe- ng, zoodat het auditorium een heldez-en jk kreeg in wat het zag gebeuren. En hoe breed die toelichtingen waren op- jvat moge een staaltje duidelijk maken, re lezen in 't program o. m. „Ongetwijfeld wordt Shylock door de hri9tenen zijner omgeving op onchris- Iijke wijze behandeld. Dit blijkt vooral it het optreden van een zoo zachtzinnig n als Antonio. De<ze trapt en spuwt hem, en, terwijl hij Shylock om geld •aagt, belooft hij hem, ook in de toe- omst zulks te blijven doen. Antonio's Mating over Shylock's woekerhandel one hiervan een verklaring geven, een illedige verontschuldiging brengt zij niet. ,Met deze voorstelling der feiten is het akespeare's bedoeling niet, partij te ezen in de geschiedkundige strijdvraag ir Jodenvervolging. Het is hem vooral doen, onze belangstelling voor Shylock verhoogen, door zijn optreden ten min- e eenigszins gerechtvaardigd, en hem- If niet tot een monsterachtige, maar enschelijke verschijning te maken." Hoeveel gewone schouwburgbezoekers, zitten zij dan ook met een hoogwijs ge- iht te oordeelen, zullen dergelijkbe op- ittingen bij zich voelen opkomen? Zij aden het mooi, juichen b.v. Bouwmees- r, wiens „Shylock" beroemd is, ,dave- ad toe, maar een beredeneerden indruk in het stuk als zoodanig zal de door- lêe-bezoeker wel niet met zich nemen, aartoe wordt de comedie al te veel be bouwd als een tijdverdrijf, dat vooral iet te veel inspanning van de hersenen oet vergen. Rolduc's leerlingen wordt het anders eleerd en daardoor hun genot want ït zij genoten hebben, staat wel vast ■"diept. Zij hebben genoten een practi ce les in de letterkunde, waarvan zij alleen een herhaling gaarne te ge- oet zien, inaar waarvan zij ook in hun ter leven vruchten zullen plukken. Waarom wij hierop wijzen? Wel, om it deze Rolduc'sche uitvoering weer eens typisch staaltje is van de ernstige ijze, waarop de Roomschen naar breede ttwikkeling streven. Het tegendeel wordt ns wel eens verweten en daarom moeten maar steeds de ongegrondheid van it verwijt aantoonen. Het program bood ïs hiervoor een ongezochte aanleiding. Bij Zeebrugge moet een hevig gevecht worden geleverd.-- Een béricht uit Duit sche bron waarschuwt tegen het gevaar van drijvende mijnen nabij de kust van Noorwegen.— Tusschen de Weichsel en de Bzoera duurt de strijd voort.— De Turken moeten hun tocht door de woestijn hebben volbracht en zich ten oosten van het Suezkanaal bevinden. Van het Westelijk Oorlogs terrein. Uit Sluis wordt aan de „Tijd" gemeld, dat gisterochtend talrijke oorlogsschepen verschenen zijn voor JSeebrugge. Alle Duit- sche kustbatterijen waren, op het oogen- blik van het afzenden van het telegram, in volle actie. Er wordt een hevige strijd ge voerd. In het Fransche communiqué van giste ren wordt gezegd: „Van de zee tot de Aisne hebben artille riegevechten plaats gehad, die vrij hevig waren in de streek van Cuinchy. Ten Z. W. van Carenchy zijn wij er door een list in geslaagd een Duitschen loop graaf door een mijn op te blazen. De ver dedigers werden gedood of gevangen geno men. Ten Noorden van Massiges hebben onze batterijen een Duitsche aanvalspoging ver ijdeld. In de Argonnen werd een Duitsche aan val bij Fontaine-Madame afgeslagen. Bij Bagatelle zijn. de Duitschers van 's morgens af een hevig artillerie-gevecht begonnen. Volgens de laatste inlichtingen hebben de Franschen alle stellingen be houden." Van Duitsche zijde geen mededeelingen. De correspondent van „De Tijd" te Roo sendaal schrijft, dat wie in de meening meening mocht verkeeren dat gouverneur- generaal Von Bissing sedert de bekende gebeurtenissen heeft afgezien van de vrij heidsbeperking, aan kardinaal Mercier op gelegd, en van de censuur op het verkeer van dezen uitgeoefend, in dwaling is. Als een der jongste staaltjes van het militair toezicht op den Belgischen primaat diene' dat de Americ. Associated Press via Den Haag en via generaal Von Bissing, een te legram aan kardilnaal Mercier zond^ waarin ZEm. het verlangen uitdrukte, om de waarheid van het gebeurde te verne men, rechtstreeks van den kardinaal zelf Het telegram, aldus de correspondent- werd aan ZEm. ten paleize gebracht door een Duitsch officier, die er meteen bij voegde, dat ZEm. het in het buitenland verspreide nieuws over zijn vrijheidsbeper king natuurlijk zou tegenspreken. De offi cier zou even wachten, dan kon Z.Em. meteen het antwoord meegeven. De Belgische Primaat wees deze opge dragen regeling van hetgeen hij te doen en te laten had, af, terwijl hij zeide, dat hij over het antwoord even moest naden ken, maar dat de „Associated Press in elk geval het recht had op het vernemen van de waarheid. Iets later schreef de kardinaal een ant» woord, waarin na een "dankbetuiging voor de betoonde belangstelling, de zinsnede volgde dat „het ongelukkiglijk waar is, dat ik van mijn vrijheid ben beroofd ge weest, dat mijn drukker is gevangengeno men en veroordeeld tot 500 Mark boete; dat talrijke priesters zijn gevangengeno men en bedreigd, en dat ondanks alle moeilijkbeden, het herderlijk schrijven verplichtend bleef en er geen woord van terug werd genomen." Generaal Von Bissing zond het telegram naar het aartsbisschoppelijk paleis te Me- chelen terug met de opmerking dat hij het zoo niet kon laten overseinen en hij ver zocht. dat de kardinaal een ander zou schrijven. Ondanks allen invloed, door den gouver neur-generaal aangewend, bleef Z.Em. echter weigeren. Ten slotte heeft Z.Em. op aandringen van Z.Exc. den pauselijken Nuntius te Brussel het telegram gewijzigd, zoodanig, dat na een dankbetuiging voor de bewezen sympathie, de kardinaal het verlangen uitdrukte, voor het oogenblik het stilzwij gen te bewaren, vertrouwende, in betere tijden den toestand in volle vrijheid te mogen bespreken; dat Z.Em. wèl hoopte, zijn ambt verder in volle vrijheid te mo gen beoefenen, en dat het herderlijk schrij ven onveranderd was en bleef, evenals de desbetreffende verplichting aan de pries ters opgelegd. Indien de „Associated Press" dit tele gram onverminkt ontvangen heeft, zal zij uit het voorbehoud, door den kardinaal gemaakt betreffende zijn vrijheid, wel be grepen hebben, dat die vrijheid op het oogenblik niet bestaat. Ben ik wel inge licht, dan is dit tweede telegram door ge neraal Von Bissing goedgekeurd, maar als hij het nauwkeurig heeft gelezen, móet hij tot de ontdekking zijn gekoihen, dat tus schen de regels door meer te verstaan werd gegeven dan hem lief was. Door Z.Em. kardinaal werd om een be wijs van ontvangst betreffende het tele gram verzocht, maar of en hoe dit laatste is aangekomen, bleef mij tot dusver onbe kend. Van hei Oostelijk Oorlogs terrein. Het hoofdtooneel van den strijd in het Oosten is nog altijd het voorterrein van Warschau, waar Von Hindenburg ten koste van alles voorwaarts tracht te dringen, terwijl de Russen hem in het front hardnekkig weerstand bieden, hem op zijn rechtervleugel bestoken uit hun stellingen aan den spoorweg Skernewizy- Warschau, en hem aan zijn linkervleugel bij Kamion trachten om te trekken. Beide partijen beschuldigen elkaar over en weer, hier. te veel menschenievens op te offeren. Men kan daarnaar eenigs zins afmeten, welk een slachting d&ar plaats heeft. Inmiddels dringen de Russen in Oost- Pruisen vooruit in het dal van de Inster en van de Angerap. De actie op den rechter Weichsel-oever, tegen Thorn, is hervat. In de Karpathen wordt de strijd met groote hardnekkigheid voortgezet, zonder dat thans reeds is te bepalen, wie aan de winnende 1 and is. Het schijnt, dat de Russen winnen in de Beskiden, het Wes telijk deel van het gebergte, terwijl de Oostenrijkers, versterkt door Beieren en Saksers, de overhand hebben in de Buko- 'wina, waar zij het stadje Kempolung namen en de Russen achteruit wierpen. Een beslissing kan echter lang uitblij ven, want ook indien het aan Von Hin denburg gelukt, naar Warschau op te ruk ken, is het pleit nöch daar (Warschau is een sterke vesting) nöch elders in het Oosten beslist. Turkije. Het „Tagebl." verneemt uit Constanti- nopel, dat de Turksche troepen, dank zij de voortreffelijke voorbereiding zonder eenige moeilijkheid en zonder verlies aan menschenievens en dieren de waterlooze woestenij doortrokken en zich oostelijk van het Suezkanaal bevinden. Het gebruik der neutrale vlag. Het Engelsche ministerie van buitenland- sche zaken heeft de volgende verklaring uitgegeven: Het gebruik van de neutrale vlag is met zekere beperking in de practijk erkent als krijgslist. Het eenige resultaat bij handels schepen van het gebruik van een andere vlag dan de eigen nationale vlag is, dat de vijand gedwongen wordt de gewone regelen der oorlogsvoering ter zee te volgen en onderzoek te doen naar de nationaliteit van het schip en den aard van de lading, vóór het schip kan worden opgebracht en het voor een prijzenhof te brengen ter beslis sing. De Britsche regeering heeft altijd het ge bruik van de Britsche vlag door een vreemd schip gewettigd geacht, als dit geschiedde om aan prijsmaking te ontkomen. Zulk een handeling is niet alleen geen schending van het volkenrecht, maar is nadrukkelijk er kend door de Britsche wet. In de Britsche Merchant Shipping Act van 1894, paragraaf 69, wordt gezegd: „Indien iemand de Brit sche vlag gebruikt en Britsch nationaal ka rakter aanneemt aan boord van een schip, dat geheel of gedeeltelijk eigendom is van personen die niet gekwalificeerd zijn om een Britsch schip te bezitten, ten einde het schip het aanzien te geven van een Britsch schip, zal verbeurdverklaring volgen, tenzij de handeling geschiedde met het doel om te ontkomen aan buitmaking door een vij and of door een vreemd oorlgosschip in de uitoefening van eenig oorlogsrecht", en in de instructie aan de Britsche consuls wordt gezegd: „een schip is onderworpen aan inbeslagneming indien het Britsche karak ter onrechtmatig is aangenomen, behalve indien dit geschiedde met het doel om aan buitmaking te ontkomen." Daar wij in de practijk niet hebben ge protesteerd, dat vreemde koopvaardijsche pen de Britsche vlag gebruikten als een list om aan buitmaking ter zee door oorlog voerenden te ontkomen, zoo blijven wij er bij, dat in het tegenovergestelde geval eeq Britsch koopvaardijschip treen schending van het volkenrecht begaat door de neutrale vlag aan te nemen met een zelfde doel in dien het dat noodig acht. De regelen van het volkenrecht en de voorschriften der humaniteit eischen, dat een belligerent het karakter van een koop vaardijschip en zijn lading vaststelt, voor tot buitmaking wordt overgegaan. Duitschland heeft geen recht deze ver plichting te ontduiken. Een schip met zijn noncombattante bemanning en lading te vernielen, zooals Duitschland als zijn be doeling aankondigde, is niets anders dan een daad van zeeroof in volle zee. Verschillende Oorlogs berichten. Drijvende mijnen bij de kust van Noor wegen. Het kusteëkader waarschuwt voor de vele drijvende mijnen buiten het fjord van Christiania, welke de scheep vaart bij nacht vooral zeer in gevaar brengen, daar tusschen Skagen en de Noorsche kust drijvende mijnen van de gevaarlijkste soort werden gezien. Ook van andere plaatsen aan de kust werd herhaaldelijk gemeld, dat drijvende mij nen werden waargenomen. Engelsche verliezen. Eerste-minister Asquith heeft medegedeeld, dat het te tale aantal Engelsche verliezen in alle rangen op het westelijk oorlogstooneek tot 4 Februari 104,000 bedroeg. Den boeg in neutrale kleuren beschil deren. Naar het bureau-Norden be richt. heeft een officier der Zweedschs marine in de „Gothenburger Handelszei- tung" van 5 Februari aangegeven, hoe, volgens zijn meening, neutrale schepen het gevaar, _om door onderzeeërs aange vallen te worden, kunnen ontloopen. Eli. neutraal schip zou namelijk zijn boeg met zoo breed mogelijke streepen in de neutrale kleuren laten beschilderen. Hier door verkrijgt men twee voordeelen: lo. worden nl. de schepen niet aangezien voor vijandelijke schepen; 2o. ontkomt men aan het gevaar, dat de vijand vermoedt te doen te hebben met een schip, dat on der een valsche vlag vaart. Lord Londonderry. De oud-tminister eoi onderkoning van Ierland, de marquiss of Londonderry, is overleden. Botercontrölestation Zuid-Ho» land. Onder voorzitterschap van den heer S. C. Korteweg hield gistêrnamiddag in een harer localen Prinsegracht 59, te 's-Gra- venhage, de Vereeniging Botercontröle- station Zuid-Holland, zijn algemeens le denvergadering. De voorzitter heette in zijn openingswoord speciaal welkom den heer Bieleman Rijkszuivelinspecfeur. Uit het jaarverslag van het bestuur, uit gebracht door den secretaris, den heer Dr. H. van Gulik, blijkt het volgende: Het bestuur hield in 1914 vier vergade ringen. In 1914 kreeg het contrólestation bezoek van het gezelschap van 50 Zuid-Afrikaan- sche boeren. De contrólekosten per 100 K.G. boter be droegen over 1914: 24.4 cent per 100 K.G. boter. De rekening en verantwoording sluit bii een totaal van inkomsten en uitgaven" FEUILLETON. DE DUIKER. i ..Mijnheer de aalmoezenier, het hof is sreid u aan te hooren." Dan begon abbé Guérin aldus ..Mijne heeren, de beschuldigde heeft ge deerd te antwoorden; beklaagde wil niet ■riedigd worden. Ik kom hem niet verde lgen. Ik kom een verhaal doen van zijn ven. .Op den rechteroever van de Theems, icht bij de plaats, waar zij haar water i zee stuurt, ligt de kleine vlek Whit tle. .Daar wonen slechts zeelieden, en de nizen, die zich langs den oever uitstrek- en. zijn slechts eenvoudige woningen in dtsteen, tot hoogstens twee verdiepingen 'getrokken; maar aanstonds bemerkt men, at zij bewoond worden door een kalme "vreedzame bevolking. «Op dat lachend plekje werd, het is veer- g jaar geleden, een roerend tooneel afge beeld. kind lag geknield bij een bed, '&arop een zeer bleeke vrouw lag uitge lekt. Achter dat kind stond een man met ge- °"wen handen en het hoofd op de borst Bonken. -Groote tranen rolden uit zijn oogen "nga de wangen neer. 'E»nsklaps nam hij het kind in zijn armen en bracht het gezichtje bij het ge laat van de vrouw. „De arme kleine drukte een kus op het voorhoofd, dat zoo koud was als marmer, en hij huiverde van het hoofd tot de voeten. „Hij had eene doode gekust, en die doo- de was zijne moeder. „Het kind heette Robert Bird en had reeds zijn vader verloren. ..De man was een oude zeeman, die hem opgenomen had, en die Thomas Disney heette. „Disney was weduwnaar, had twee doch ters en woonde vlak aan de rivier in een aardig huisje, dat zijn eigendom was. „Na langen tijd gevaren te hebben, had hij de zee vaarwel gezegd om een gevaar lijker maar meer winstgevend beroep te kiezen. „Whitstable heeft immer de beste duikers opgeleverd. „Dit beroep was toen nog niet algemeen, en zij, die den bodem der zee doorzochten, verdienden groote sommen om nog niet te spreken van de vondsten, welk niet zeld zaam waren. „Door kracht en overleg had Disney een kapitaaltje verworven en hij was hoofd eener duikersvereeniging geworden. „De oudste der dochters van Disney heette Mary; zij was een jaar ouder dan Robert. „Ellen, de jongste was drie jaar jonger. ,,De laatste was de geliefkoosde vriendin van den wees. Vroolijk en opgewekt, Had zij, zooals de oude Tom zeide, geheel het karakter harer moeder. „Marjr vormde met haar een volmaakt contrast. „Me* haar lief gelaat, verhelderd door groote blauwe oogen met zachte en droevige uitdrukking, was zij even bedaard als haar zuster levendig. „Ofschoon zij de oudste was, was zij zichtbaar onder de heerschappij harer jon gere zuster, wier verstand meer ontwikkeld was. De drie kinderen werden te zamen opgevoed. „Robert was dertien jaar, toen hij zijn eerste verdriet leed. „Op een zekeren avond trok de oude zee man hem tot zich en sprak „Robert, mijn kind, ge hebt uw moeder zien sterven. Ook uw vader is dood, bij is gestorven ver, zeer ver van hier; aan den anderen kant van de zee. Ge hebt niets meer op de wereld dan den armen ouden Tom, en zoolang hij zal leven, zult ge als zijn zoon behandeld worden. Maar hij zal er niet immer zijn; het wordt tijd er aan te denken een man van je te maken. Mor gen zal ik zelf je naar Dover brengen en ik zal je toevertrouwen aan mijn ouden ka pitein van de Ariël, die je naar Parijs zal brengen, waar ge Fransch, wiskunde en nog vele andere zaken moet leeren, welke ik nooit gekend heb." „Het kind weende zeer, nam den volgen den dag afscheid van zijn twee vriendin nen en nam met grootmoedig hart plaats in het rijtuig. „Drie dagen later was hij geplaatst op een der beste scholen van Parijs en hij bleef er zes jaar. „De eerste maanden van zijn verblijf al daar waren allertreurigst „Robert had eenigszins de schuchter heid van een kind, dat altijd bij vader thuis is geweest en kende geen woord Fransch. „Dat was reden genoeg om hem tot mik punt der plagerijen zijner medescholieren te maken. „Maar langzamerhand veranderde dit. „Robert was groot en sterk voor zijn leeftijd, en het gelukte hem ontzag voor zich in te boezemen, maar hij liet ook te gelijkertijd zien, welk goed karakter hij had. „Hij werd toen een ijverig leerling, die weinig sprak. „Zijn kameraden plaagden hem niet meer, maar zij noodigden hem ook niet uit tot hun spel. „Hij gaf boven hun luidruchtige spelen de voorkeur aan de studie en zijn eenigst genoegen was, nieuws te vernemen van zijn vrienden te Whitstable. „Op het einde van het zesde jaar van zijn verblijf te Parijs, waar hij zulke lan ge en droevige uren gesleten had, vernam Robert met vreugde, dat zijn pleegvader hem tot zich riep. „Hij was bijna negentien jaar. Het kind was een man geworden, maar zijn hart was niet veranderd. „Toen hij te Whitestablc aankwam, om helsde Tom Disney hem langen tijd. „De twee gezusters waren daar ook, Ellen en Mary, zoo groot, dat Robert haar nauwelijks "herkend zou hebben. „De twee babys waren aardige maag dekens geworden en Robert stond langen tijd, niet wetend, wat hij moest doen en hen niet durvend naderen, maar Ellen sprong hem het eerst om den hals en Mary volgde haar voorbeeld. „Tom had intusschen goede zaken ge maakt, en dagelijks nam hij nieuwen aan. „Hij dacht er aan zijn aAn gen omen zoor. in de zaak te nemen en hij vei dat deze ingenieur zou worden, zoodat hij goed door hem geholpen zou kunnen wor den. „Er werd besloten, dat Robert zijn stu diën te Londen zou voleindigen en, wan neer hij zijn diploma zou verkregen heb ben, naar huis terugkeeren om den ouden Tom te helpen. „De oude duiker was vol geestdrift voor zijn beroep en het verlangen zich te ver rijken was minder groot dan de liefde voor het onbekende en de trek naar ge vaar. „Hij zocht bij voorkeur de gewaagdste zaken, welke anderen niet hadden aange durfd. „Niettegenstaande zijn leeftijd hield hij er nog van door te dringen tot de bodems der schepen en meer dan eens wist hij schatten te vergaren. „De ingenieur te Londen, bij wie Ro bert in de leer was gegaan, was een van die kundige mannen, zooals Engeland op levert en onder zijne leiding maakte de jongeling snelle vorderingen. „Voor Robert begon een nieuw leven. Alie maanden bracht hij eenige dagen te Whitestable door en hij bracht dikwijls een zijner medeleerlingen mede, voor wien hij een groote vriendschap had opgevat. „Diégo Palmer zoo was diens naam was op de Antillen geboren. Zijn vader was een Engelschman geweest en zijn moeder een Spaansche. „Hij was weea en werd ondersteund door een oom von moederszijde. (Wordt vorvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1