tievelfjken regeeringen voor te stellen een
gelijk aandeel te nemen in de voorschotten
gedaan of nog tc doen aan de landen die nu
met hen strijden of die landen welke bereid
zijn weldra aan den strijd voor de gemeen
schappelijke zaak deel te nemen..
Deze voorschotten zouden gedeeltelijk
worden gedekt uit de middelen der drie mo
gendheden, gedeeltelijk uit leening, te ge
schikter tijd ten laste der drie mogendheden
uit te geven. De ministers besloten in sa
menwerking alle aankoopen van neutralen
te doen en troffen verder de noodige finan-
cieele maatregelen ter vergemakkelijking
van den Russischen export en tot herstel
zóóveel mogelijk van de pariteit der Russi
sche wisselkoersen op de andere geallieer
den.
De ministers zullen te Londen weder bij
eenkomen.
Op het Elysee bood president Poincaré
een lunch aan, waaraan deelnamen minis
ter Lloyd George, de andere ministers en
ambassadeurs, de gouverneur der Bank van
Engeland e. a.
Het Incident te Hodeidah. Uit Masso-
wah wordt gemeld, dat de Engelsche consul
weder aan het Italiaansche consulaat te
Hodeidah werd overgegeven. Op het con
sulaat werd de Italiaansche vlag geheschen
waaraan de Turksche autoriteiten de hon
neurs bewezen. De Engelsche consul begaf
zich vervolgens aan boord van de Marco
Polo". Het incident is hiermee gesloten. De
vriendschappelijke betrekkingen tusschen
het Italiaansche consulaat en de plaatselijke
autoriteiten te Hodeidah zijn hervat.
[De Engelsche consul had indertijd, toen
hij door de Turken bij het uitbreken van den
oorlog bedreigd werd, toevlucht gezocht in
het Italiaansche consulaat. Maar de Turken
haalden hem daar vandaan. Tegen deze ar
restatie in haar consulaat protesteerde de
Italiaansche regeering op krachtige wijze en
met succes, naar nu blijkt. De Turken heb
ben hun gevangene uitgeleverd aan den Ita-
liaanschen consul en voldoening gegeven
voor de schending van het Italiaansche con
sulaat door eerbewijs aan de vlag
De broodvoorziening in België. Het
hulpcomité voor België heeft door bemid
deling der Brusselsche politie en van het
Brusselsche gemeentebestuur den hulpdienst
thans strenger geregeld. De bakkers mogen
nog slechts één soort brood en geen gebak
meer vervaardigen. Voor ieder gezin wordt
een bepaalde hoeveelheid meel vastgesteld;
zieken krijgen op attest van den geneesheer
wit brood.
De cholera te Petersburg? Volgens een
bericht, door de „Hamburger Nachrichten"
ontvangen via Stockholm uit Petersburg, is
aldaar een cholera-epidemie uitgebroken
die zich dagelijks uitbreidt. Er kwamen
reeds zeer veel sterfgevallen voor.
Een schrijven van Keizer Frans Joseph.
De keizer heeft het volgende schrijven
aan graaf Stürgkh gezonden
Waarde graaf Stürgkh. Als ik terugblik
op het laatst verloopen halve jaar geduren
de hetwelk wij. den ons door de vijandelijke-
bedoelingen onzer tegenstanders opgedron
gen oorlog voeren, denk ik met dankbaar
hart aan de opofferingsgezindheid, welke
mijn trouwe volkeren in dezen zwaren tijd
getoond hebben. Vol waardig en ernstig
vertrouwen op de toekomst, hebben zij be
wezen, dat zij op de geweldige eischen van
dezen tijd ten volle berekend zijn.
In de bereidwilligheid, waarmede zij hun
zonen naar het leger deden vertrekken, in
de eensgezinde aanpassing aan de behoeften
van den oorlogstijd, in de zichzelfvergetende
zorg voor do slachtoffers van den strijd heb
ben zij opnieuw bewezen, welke edele va
derlandsliefde en welke van oudsher uit-
schitterende burgerdeugden hen bezielen.
Deze blijde ervaring versterkt mijn ver
trouwen dat op de heldhaftige daden en den
in de laatste gevechten zich wederom zoo
roemvol toonenden moed van mijn legers
hecht gegrondvest is.
Onder leiding mijner regeering, die zich
in haar pogingen om alle krachten in
dienst van het gemeenschappelijk doel te
stellen, steeds één gevoelt met mijn Hon-
.gaarsche regeering; zal de bevolking ook
in de toekomst goed en bloed veil hebben
voor het geliefde vaderland.
Ik ben er vast van overtuigd, dat gij na
den oorlog, welks zware lasten gij ten ein
de toe heldhaftig wilt dragen, in den met
Gods hulp te verkrijgen vrede, het loon
ontvangen zult van alle lijden, smarten en
gevaren, in den trouw en volhardend uit
gevochten strijd ondervonden.
Hierbij draag ik u op om aan mijn volk
de uitdrukking van mijn innigen en erken-
telijken dank over te brengen.
FRANS JOSEPH, m. p.
Weenen, 4 Febr. 1915.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
De Staatsleening.
Naar wij vernemen, was tot en met
Vrijdag op de groote leeruing van 275 mil-
lioen in het geheele land gestort 131 mil
lioen gulden. Daaronder zijn niet begre
pen de beleeningen, welke in Amsterdam
rond 15 millioen bedroegen en rond 35
millioen in de provincie, zoodat de eerste
vijf dagen bij elkander rond 181 millioen
op de leening is gestort. Het laat zich
aanzien, dat den 8en, zijnde de laatste
dag, waarop men kan storten zonder bij
betaling van rente (daarna moet cèn
maand rente vergoed worden, doch men
behoeft dan niet vóór 7 Maart te storten)
4/5 van het geheele bedrag der leening
zal zijn gestort.
Een artikel van de Te mp s.
De Temps wijdt een hoofdartikel aan
het recente debat in onze Tweede Kamer.
Het blad erkent nu'eindelijk formeel, dat
de Nederlandsche opvatting betreffende
de neutraliteit gezond is. Om dit nader
'aan te toonen, citeert het blad den tekst
van de voornaamste op de neutraliteit
betrekking henneUde verklaring, door mi
nister Cort van der Linden afgelegd.
„N.R.Crt."
De R ij n v a a r t-a k t e.
Naai' aanleiding van de vraag, in het
Lagerhuis aan Sir Edward Grey gesteld
over een overeenkomst, die de Nederland
sche regeering met de Duitsche zou hebben
getroffen in zake de Rijnvaart, kan de
„Nieuwe Rott. Ct." nog mededeelen, dat
blijkens uit de beste bron verkregen in
lichtingen van een verdrag, als waarop de
steller van de vraag doelde, geen sprake is,
en dat in de Rijnvaart-akte sinds jaar en
dag geenerlei principieele veranderingen
zijn aangebracht, ook niet door afzonder
lijke speciale regelingen.
Zakenverlof.
Naar den Minister van Oorlog is gebleken,
brengen vele korpscommandanten de bijzon
dere verloven, welke voor behartiging van
zaken of om andere redenen worden verleend,
geheel in mindering van de normale verloven,
waardoor zij, die een bijzonder verlof hebben
genoten, daarna soms gedurende weken of
maanden verstoken blijven van de gelegenheid
om in familie- of werkkring korten tijd terug
te keeren. Naar aanleiding biervan is bepaald,
dat tenzij voor eenig bijzonder geval nadruk
kelijk anders mocht worden bevolen voor
de betrokken militairen die slechts die nor
male verloven komen te vervallen, welke
gedurende den tijd, dat zij met buitengewoon
verlof zijn, door hen zouden zijn genoten en
dat na bet verstrijken van laatstbedoeld ver
lof op hen du8 weder de algemeene regelen
omtrent het verleenen van verloven van toe
passing worden.
Door den opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht is, bepaald, dat ook aan de leden
van de erkende vereeniging van Effecten-
Handelaren 'te Rotterdam, die thans onder
de wapenen zijn een drieweeksch verlof kan
worden verleend.
Verboden van uitvoer.
De St.bl. nos. 70 en 71 bevatten Kon. be
sluiten van den 6den dezer, waarbij de uitvoer
van kopervitriool en koperoxyde, van kalver-
magen en van lebpraeparaten is verboden
van den dag van afkondiging van deze be
sluiten.
Bij Kon. besluit kunnen deze verboden
tijdelijk worden opgeheven of kan in bijzon
dere gevallen daarvan ontheffing worden
verleend.
De Nederl. Overzee Trust-maat
schappij.
Naar de „Nieuwe Crt." verneemt, wordt
met de Duitsche regeering overlegd, of, zoo
noodig, van de diensten der Nederl. Overzee
Trust-maatschappij gebruik gemaakt kan wor
den voor uitvoer uit Duitschlaud voor eigen
Nederlandsch gebruik, op gelijken voet als
waarop haar tusschenkomst gebezigd wordt
voor uitvoer uit Engeland voor eigen Neder
landsch gebruik.
Belgische vluchtelingen.
De minister van buitenlandsehe zaken heeft
de aandacht van zijn ambtgenoot van justitie
gevestigd op de omstandigheid, dat in enkele
gemeenten de ambtenaren van den burger
lijken stand weigeren de huwelijken van Bel
gische uitgewekenen te voltrekken op den
enkelen grond,dat de aanstaande echtgenooten
hier te lande geen woonplaats hebben.
--De minister van justitieJoot nu~ do ambte
naren van den burgerlijken stand door tuS-
gchenkomst van den officier van justitie uit-
noodigen, de uitgewekenen zooveel mogelijk
ter wille te zijn en in voorkomende gevallen
belanghebbenden er op te wijzen, dat zij inge
volge art. 76 van het burgerlijk wetboék hun
woohplaats hier te lande kunnen vestigen.
De oorlog en de landbou.w.
Het N. v. d. D. schrijft
Gebrek aan superfosfaat, het ergste wat
den akkerbouw kan treffen, moet helaas
worden geconstateerd. Verscheidene su-
perfosfaatfabrieken in ons land zijn stop
gezet, omdat het zwavelzuur, noodig voor
de bereiding van super, ontbreekt.
Vóór den oorlog was België grooten-
deels onze leverancier van zwavelzuur,
en hoewel de fabrieken in de Kempen al
daar nog geregeld zwavelzuur producee-
ren, wordt dit door de Duitsche regee
ring vastgehouden. De Belgische uitvoer
ligt dus stil, en als gevolg daarvan kun
nen de Nederlandsche supèrfosfaatfabrie-
ken niet werken.
Alleen langs diplomatieken weg is hier
in misschien verandering te brengen, en
het is daarom te hopen, dat onze regee
ring haar aandacht zeer ernstig aan deze
aangelegenheid zal wijden. De tijd nijpt.
Als er geen superfosfaat is, is de graan
bouw ook onmogelijk. Trouwens, de ge
heele bouw krijgt een knak.
Onze houtindustrie.
Men schrijft uit Eindhoven aan het „Huis
gezin"
Een groot gevaar voor gedeeltelijke, zoo
niet geheele werkloosheid, dreigt onze hout
industrie ten gevolge van het gebrek aan
hout, dat meestal uit het buitenland komen
moet. Een aanzienlijke lading Afrikaansch
hout toch, die vóór 't uitbreken van den
oorlog reeds zeilende was naar een Euro-
peesche haven, is voor eenigen tijd door dë
Engelschen aangehouden en naar Engeland
opgebracht. De vele en velerlei bemoeiin
gen onzer diplomatieke en consulaire
autoriteiten aldaar hebben evenwel tot
resultaat gehad, dat eindelijk de koopers
uit deze omgeving de beschikking hebben
gekregen over dien kolossalen voorraad
van 1200 M3.
Do moeilijkheid blijkt nu te bestaan in
het transport naar hier over de zoo ge
vaarlijke zee met de schepen, die zoo'n be
trekkelijk kleine ladingsruimte hebben.
Volgens inlichtingen zou de geheele lading
binnen drie maanden op de fabrieken kun
nen zijn tot verwerking. Is de geregelde
aanvoer niet verzekerd, dan moet werk
loosheid tal van arbeiders in dien tak van
nijverheid reeds binnenkort treffen.
Aan het U-gevaar ontsnapt?
Het Engelsche stoomschip „Whitbey
Abbey" dat tusschen Rotterdam en Huil
vaart en weer naar Engeland is vertrok
ken, is op zijn reis haar Rótterdam, zoo
als de bemanning vertelde," aan een groot
gevaar ontsnapt.
Het schip zou namelijk op weg naar
Rottendam een Duitschen onderzeeër ont
moet hebben en door dezen achtervolgd
zijn geweest Alleen door den voorsprong,
dien hel bad en door met vollen sloom te
varen zou het vaartuig aan een zekeren
ondergang zijn ontkomen.
Bij nadere informatie bleek de Maas
bode, dat het geval tamelijk dubieus was.
Althans de bemanning van de „Caledo
nia", welk schip ongeveer 20 mijlen ach
ter de „Whitbey Abbey" had gevaren, be
weerde, dat de onderzeeër, die ook door
haar was .waargenomen, een Engelsche
,was.
Aan boord van de „Whitbey Abbey"
had men all%en de periscoop van de duik
boot geaien en was men toen „full speed"
voortgestoomd om een mogelijk gevaar te
ontgaan.
Van de onderzeeër zelf had men niets
waargenomen en ook waren er geen sei
nen aan de „Whitbey Abbey" gegeven om
te stoppen of anderszins.
Hoe de bemanning van de „Caledonia"
nu aan de wetenschap was gekomen, dat
de bewuste duikboot een Engelsche was
konden we niet achterhalen. Zekerheid
omtrent de nationaliteit van den onder
zeeër wist niemand ons te geven en de
verklaringen dienaangaande berustten
alleen op vermoedens, zoodat het nog al
tijd mogelijk blijft, dat de „Whitbey Ab
bey" inderdaad aan het zoo gevreesde U-
gevaar is blootgesteld geweest.
De Noordzee door Daitschland tot oorlogs
gebied verklaard.
Op de Zaterdagochtend aan het departement
van marine gehouden conferentie tusschen
den minister van marine en de directeuren
van de voornaamste Nederlandsche scheep
vaartmaatschappijen zijn de mogelijke gevol
gen van de verklaring van de Duitsche marine
staf voor onze scheepvaart overwogen.
Daarbij is de vraag omtrent de wenschelijk-
heid van het convoyeeren van de handels
schepen ter sprake gekomen.
Nader verneemt de „Tel." nog, dat de
conferentie, welke gisterochtend tus
schen den Minister van Marine en de di
recties van de voornaamste stoomvaart
maatschappijen hier te lande plaats bad,
van langdurigen aard is geweest.
Voor de Stoomvaart-Mpij.- „Nederland"
was de heer J. B. A. Jonckheer ter con
ferentie aanwezig, de heeren INier-
strasz en H. Th. Cox, vertegenwoordigden
de Hollandsche Stoomboot-Mpij., de heer
A. C. Meurs den Koninkl. Hollandschen
Lloyd. de heer Paul den Tex de Konin
klijke Nederlandsche Stoomboot-Mpij., en
de heer J. V. Wierdsma de HolIancPAme-
rika-lijn.
Naar het blad verneemt, ligt het in de
bedoeling der Regeering bij het Duitsche
gouvernement nadere inlichtingen over
den aard der te nemen maatregelen in te
winnen. Zoodra deze informaties verkre
gen zijn, zal de Minister opnieuw met de
directies der genoemde maatschappijen
confereerèn, ten einde nader de te nemen
gedragslijn vast te stellen.
De „Nieuwe Courant" twijfelt er geen oogen-
blik aan, dat de Nederlandsche Regeering op
de eene of andere wijze tegen de Duitsche ver
klaring zal protesteeren.
„Wanneer de oorlogvoerende mogendheden
zich op-elkanders overtredingen of schendingen
van het volkenrecht beroeppn om maatregelen
te nemen, welke den'toets van dat recht niet
kunnen doorstaan, dan blijft voor de kleine
onzijdige staten, indien hun levensbelangen
daardoor niet zóó ernstig getroffen worden
dat ook zij genoopt zouden zijn het zwaard
te trekken, geen andere weg open dan die'
van het protest. Maatregelen als, naar men
zegt, Amerika overweegt n.l. om zijn groote
handelsschepen te convoyeeren d.i. hun een
welbewapend geleide over zee mede te geven,
vallen niet binnen ons bereik. Na het protest
ter wille van ons recht hebben wij, ons reken
schap gevende van de werkelijkheid, af te
wachten welken loop de zaak voor ons neemt
en daarbij te doen wat in ons vermogen ligt
om dien loop in de goede richting te leiden.
Tot nog toe bleek dan dikwijls de wolk niet
zoo zwanger van onweer te zijn als zij er bij
haar dreigende nadering uitzag. Zoo ging het
met' de Engelsche „sluiting der Noordzee"
van November, zoo zal het allicht ook met
het Duitsche mare clausum van Februari
gaan.
En bij de nadeelen die onze handel en
scheepvaart dan toch ondervinden, moge Ne
derland nuchter bedenken wat een ervaren
staatsman ons eenige maanden geleden zeide
Wij trekken, in normale omstandigheden, zoo
verbazend veel economisch profijt van onze
bijzonder gunstige aardrijkskundige ligging,
dat wij ons in dén algemeenen oorlog, die
rondom ons gunstig hoekje van Europa het
felst woedt, ons maar het een en ander moeten
getroosten, dat we tóch niet verhinderen
kunnen."
Een Nederlandsche Missie bij den Paus.
In zijn M. v. A. aan de Eerste Kamer
verklaart minister Loudon zich niet over
tuigd door de beweegredenen die zijn aan
gevoerd voor de wenschelijkheid van het
herstellen van de missie bij den Paus.
De R.-K. Middenstand en de R.-K.
Kamerclub.
Dr. J. van Beurden, algemeen adviseur
van de Hanze in het Bisdom Den Bosch,
betoogt in de R.-K. Middenstander, dat
de middenstand een zwakke maatschap
pelijke klasse is geworden en de regee-
ringsmaatregelen (bet opcentencomplex,
de rentevoet van 5 pet. voor de Oórlogs-
leening enz.) de moeilijkheden voor den
middenstand nog hebben vergroot.
Maar niet uit den jongsten crisistijd da
teert het verschijnsel zegt dr. Van
Beurden dat de middenstand door re
geering en volksvertegenwoordiging niet
naar recht en billijkheid wordt behandeld.
Om voor den vervolge van den midden
stand een waardige en vooral actieve ver
tegenwoordiging te schenken bij Regee
ring en Tweede Kamer, stelt dr. Van
Beurden voor. dat de vijf Hanzebonden
zich gezamenV'k en officieel in verbin
ding stellen met de Katholieke Kamer
fractie.
Deze zou dan in overleg met de betrok
ken organisaties een of twee leden uit
haar midden behooren aan te wijzen,
wier speciale taak het zijn zou, bij iedere
voorkomende gelegenheid als verdedigers
en pleitbezorgers der middenstandsbelan-
gen op te treden.
Belgische kinderen.
Naar wij vernemen, zal, in overleg met
den Beschermheer van het R.-K. Huis-
vestings-Comité, Z. D. H. Mgr. H. v. d.
Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, de
redding der kinderen uit de door hon
gersnood geteisterde streken van België
met kracht worden voortgezet. Alleen in
het arrondissement Dendermonde moest
de vertegenwoordiger van het Comité, die
er reeds 32 uit meevoerde, er nog hon
derden geheel hulpeloos achterlaten, om
dat handen en middelen te kort schieten,
om al dit werk te verrichten. In groepjes
van 30 tot 40 zullen die stumperds nu uit
dit oord der ellende gehaald worden, en
zoo ook uit Antwerpen en omgeving,
waar er nog een 500-tal waaronder ook
middenstandskinderen, staan opgeschre
ven.
Het mooie voorbeeld, door de gemeente
Horst in Limburg gegeven, om de kinde
ren in eens in groepjes van een 30-tai te
ontvangen, vindt reeds in verschillende
andere plattelandsgemeenten navolging1.:
Er biedt zich zelfs een kleine plattelands
gemeente, van nauwelijks 1500 zielen aan,
waar voor een 40-tal kinderen plaats
wordt ingeruimd. Waarlijk, de liefdadig
heid van Nederland is wel grenzenloos, en
naar een der vertegenwoordigers van bet
Comité, die Zaterdag Utrecht bezocht,
ons mededeelde, weet men ten paleize van
Z.Em. Kard. Mercier te Mechelen geen
woorden, om de liefdadige Nederlanders
te bedanken voor alles, wat zij voor nood
lijdend België doen.
We kunnen verder mededeelen, dat Z.
Em. .Kard. Mercier een hooggeacht Ka
nunnik van zijn Diocees belast heeft met
de Centrale leiding van het Comité in Bel-
gjë. Deze geestelijke, wiens naam eerst
daags officieel zal vermeld worden, zal in
voortdurende verbinding staan met de
geestelijken en propagandisten der geteis
terde streken, en de verzending naar Ne
derland regelen.
Mevrouw Kellenaers, Leiden, vertrekt
a.s. Maandag wederom naar Mechelen en
zal waarschijnlijk van de gelegenheid ge
bruik maken, om weer een aantal der
meest noodlijdende stumperds mede te
brengen, daar de kinderen, die de vorige
week aankwamen, bijn allen bij Roomsche
gezinnen geplaatst zijn.
Het Comité heeft thans vrij vervoer op
alle onder Duitsch en Belgisch bestuur
staande spoor- en tramwegen in België en
mag zijne propaganda tot zelfs in 't ope
ratiegebied voortzetten. Met dé Nederland
sche spoorwegen wordt onderhandeld in
zake vrij vervoer op onze trajecten.
De winkelsluiting in de hoofdstad.
Bij informatie bleek aan De Tel., dat in
de vergadering van B. en W. van Amster
dam, Vrijdagmiddag gehouden, tot de af
kondiging van de gewijzigde winkelslui
tingsverordening besloten werd.
Na dit besluit is ten stadhuize een tele
gram van de regeering ontvangen, waarin
geadviseerd de verordening nog niet af te
kondigen.
Daaraan had het gemeentebestuur zich
niet behoeven te storen, doch het gevolg
zou alsdan hoogstwaarschijnlijk zijn ge
weest, dat de Kroon de verordening ge
schorst had, waartoe ze onder alle om
standigheden het. recht heeft.
Om dit te voorkomen, zal de verordening
voorloopig niet worden afgekondigd, in af
wachting van de bezwaren, van de zijde
der Kroon op te werpen.
Mr. J. H. Bergsma.
Te 's-Gravenhage is op 76-jarigen leef
tijd overleden de oud-minister van Koloniën
mr. J. H. Bergsma.
Herziening Drankwet.
Een der voornaamste punten van het ont
werp tot herziening van de Drankwet,dat,
zooals werd bericht, spoedig naar den Raad
van State gaat, betreft, naar men ons meldt
•de wijze van heffing van het vergunnings
recht..
Audiënties.
De gewone audiënties van de ministers
van. landbouw, nijverheid en handel, van
oorlog en van financiën zullen deze week
niet plaats hebben.
Korte Kroniek.
Tot dusver zijn er 33 vrijwillige land-
stormafdeelingen opgericlft,* welker sterkte
van 20 tot 350 man bedraagt.
Aan 57 werklieden der papierfabriek
Brittania te Oude Pekela is ontslag aan
gezegd.
De gewone audiënties van de minis
ters van Landbouw, Nijverheid en Handel,
van Oorlog en van Financiën zullen resp.
op Woensdag 10, Donderdag 11 en Vrijdag
12 Februari niet plaats hebben.
KERKNIEUWS.
Z. D. H. de Bisschop van Breda heeft be
noemd: tot rector te Dongen (Gasthuis), den
weleerw. heer A. Oomen; tot rector te Roo
sendaal (Pensionaat), den weleerw. heer A.
van Dorst; tot rector te Roosendaal (v. Gil-
selaan), den weleerw. heer J. v. d. Broek;
tot kapelaan te Dongen (H. Jos.), den wel
eerw. heer P. Lips; tot kapelaan te Oosteind,
den weleerw. heer J. Hamerljjnck; tot kape
laan te Koewacht, den weleerw, heerJ. Mid-
delaer; tot kapelaan te Bavel, denweleer w.
heer G. de Bruijn; tot kapelaan te Den Hout.
den weleerw. heer Th. Moors.
De Katholieke Bededag.
Door de Katholieken in geheel Europa is
gisteren de uitgeschreven bededag gehou
den en talrijk zijn de berichten en telegram
men die binnenkomen over de algemeene
deelneming.
Zoowel in het hart der Christenheid, te
Rome, als in de overige groote steden van
het vasteland, waren zoowel bij de morgen
als bij de namiddag- en avondoefeningen
de kerken stampvol, en ook in de kleinste
dorpen nam de katholieke bevolking ijverig^
deel aan de voorgeschreven vredesgebeden*
Het is niet te doen voor ons blad al die
berichten mede te deelen, die eenig denk
beeld geven van den imposanten katho
lieken bededag, die met zijn machtig „Par
ee Domine" een der mëesl grootsche da.
gen zal blijven in de kerkelijke geschiedenis
van dezen gewichtigen tijd.
Wij zullen volstaan met enkele.
Te Rome hebben in de baseliek van SL
Pieter de plechtigheden plaats gehad.
De H. Mis werd opgedragen in tegen
woordigheid van Z. Em. Kardinaal Merry
del Val, aartspriester der baseliek. Na de
H. Mis begaf het Vaticaansch Kapittel zich.
vergezeld van Kardinaal Merry del Val, in
processie naar het pauselijk altaar, waar
Z. Em. het Allerheiligste ter aanbidding
uitstelde. Hierna zong men de „Miserere"
welke gevolgd werd door de voorgeschre
ven gebeden en begon de aanbidding van
het Allerheiligste.
Talrijke geloovigen woonden de plechtig,
heden bij en Z. H. de Paus begaf zich des
namiddags naar de baseliek.
Een der beneficianten van het Vati
caansch Kappittel bad het derde gedeelte
van den Rozenkrans voor en vervolgens hes
door den Paus vooropgestelde gebed-voor-
den-vrede. Vervolgens werd de Litanie van
alle Heiligen gezongen; zij werd gevolgd
door het Tantum Ergo der pauselijke zan
gers. Bij het beginstrophe „Genitori" be-
wierrookte Z. H. de Paus het Allerheilig
ste. De drievoudige zegen werd gogeven
door Mgr. Ceppetelli, patriarch van Kon-
stantinopel. Na afloop der plechtigheid ge
leidden het Vaticaansch Kapittel en de
Kardinalen den Paus wederom naar de
Sacramentskapel, vanwaar Z. H. zich naar
zijn vertrekken begaf.
Toen de hekken der Vaticaansche basi
liek te twee uur waren gesloten, bevonden,
zich meer dan dertig duizend personen, die
in het bezit waren van speciale toegangsbe
wijzen, in den St. Pieter. Om half vier be
gaf het Kapittel zich naar de Sacraments
kapel, om den Heiligen Vader te onivangen.
Z. H. trok zich, omgeven door het pause
lijk Hof, in zijn particuliere vertrekken te
rug. Dé kardinalen wachtten den Paus af,
die op het foldistorium (zetel) voor het al
taar plaats nam, terwijl de kardinalen,
aartsbisschoppen, bisschoppen en het Vati
caansch Kapittel zich ter rechterzijde
schaarden en het corps diplomatique, ge
accrediteerd bij den H. Stoel, de Romein-
sche patriciërs en edelen op de voor dezen
bestemde plaatsen zich ter linkerzijde
voegden.
Na een dag van algemeene aanbidding,
waarop alle kerken van Haarlem uur aan
uur gevuld waren met geloovigen, die ge
hoor gevend aan de roepstem des Pausen,
voor een spoedige vrede kwamen bidden,
werd de plechtigheid in de kathedrale kerk
van St. Bavo gistëravond met een pontifi
caal Lof, door Z. D. Mgr. Callier opgedra
gen, besloten.
Z. D. H. werd daarbij geassisteerd door
den vicaris-generaal, Mgr. M. P. J. Möl-
mann, de secretarissen van hét bisdom, de
HoogEerw. heeren H. A. Th. van Dam en J.
M. v. d. Tuyn, den plebaan der kathedrale
kerk, den HoogEerw. heer H. F. J. Rikmen-
spoel en de WelEerw. heeren L. J. M«
Meyer en L. J. Willenborg.
Door den Zeereerwaarden pater J. J.
Kok van de orde der Augustijnen werd een
toepasselijke predikatie gehouden.
Na de gewone en de door den Paus voor
geschreven gebeden en oefeningen voor den
vrede werd de grootsche en indrukwekken
de plechtigheid met een „Te Deum" beslo
ten.
Ook L e i d e n en omgeving hebben bewe
zen, dat zij de stem van den vredesvorst
hebben verstaan.
In alle kerken was het H. Sacrament op
het rijk met bloemen en planten versierde
hoogaltaar uitgesteld. Flikkerende gas
vlammetjes vertolkten in lichtletters de ne
derige smeekbede des volks „Adoro te de
vote". Honderden kaarsen zetten het altaar
in luister en een aureool van wit licht om-
gloriede den troon van den Koning der
schepping.
Lange rijen togen ter Communiebank,
den geheelen dag kwamen scharen geloo
vigen om te bidden voor den vrede, duizen
den hebben het gebed des Pausen den he
mel geslierd om God erbarming over het
menschdom af te smeeken.
Mgr. Dr. G. M. BROM t.
Gistermorgen is te Utrecht overleden
de Höogeerw. heer Mgr. dr. Gisbert Brom,
die eenige weken geleden vanuit Rome
daarheen kwam om zijn kranken, inmid
dels overleden broeder Jan Brom te bezoe
ken en toen zelf door een ernstige ziekte
werd aangetast.
Mgr. dr. G. M. Brom werd den 3en Fe
bruari 1864 te Utrecht geboren. Na eerst
de klassen van het Klein-Seminarie Hage-
veld met schitterend gevolg te hebben door-
loopen hij behaalde o.a. op 17-jarigec
leeftijd de gouden medaille voor de pliilo-
sophie voltooide hij zijne hoogere voor
bereidende studigs aan het Groot-Semina
rie Rijsenburg. Vervolgens trok hij naar
Rome om zich verder te bekwamen in d6
Theologie, werd daar in 1886 in de kerk van
St. Jan van Lateranen priester gewijd en
promoveerde spoedig daarna tot doctor in
de Theologie.
Teruggekeerd in het vaderland, werd hij
benoemd tot kapelaan te Groningen. Hier
kwam de jonge, geleerde priester in aan
raking met professor Blok, den bekenden
Nederlandschen historicus, en begon hij de
uitgave van het „Bullarium Trajectense",
hetwelk met een inleiding van professor
Fruin door het Historisch Genootschap
werd uitgegeven.
In 1894 werd hij benoemd tot Rector van
het Sint Joanes de Deo-gesticht te Utrecht,
waar hij volop gelegeheid vond om zijn his
torische studiën voort te zetten en door de
Regeering werd aangesteld als ambtenaar
aan het Rijksarchief aldaar teneinde met
den Utrechtschen Rijksarchivaris het Oor-
kondeboek van het Sticht te bewerken. Nok
op andere wijze wist de Regeerine zijn uit
gebreide historische kennis reeds toen op
prijs te stellen, door hem n.l. te benoemen
tot lid der Staatscommissie voor 's Rijks
geschiedkundige publicatiën.
Tijdens zijn verblijf te Utrecht begon hij
als ijverig medewerker van het dagblad
,,Het Centrum" zich ook op journalistiek
gebied te bewegen.