DINSDAG
2
FEBRUARI.
1915.
BUITENLAND.
De Oorlog.
do JAARGANG.
No. 1317
Seidóelre Qomawk
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/-» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels fü.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstporsoneel, Huur- en Vorhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Inconsequent.
Wij willen in het midden laten of het
een gelukkig of ongelukkig verschijnsel
is maar een vaststaand feit is het zeker,
dat de huidige S. D. A. P., hoe meer zij
aan invloed wint, des te meer ook tot de
ontdekking komt, dat de oorspronkelijke
socialistische theorie practisch onuitvoer
baar is. Een treffend staaltje hiervan zien
wij weer in een rede door den socialisti-
scheii Amsterdamschen wethouder, den
heer W. H. Vliegen, Zondagavond te Alk
maar gehouden over het onderwerp „Sol-
liciteeren voor hoofd". Men weet hoe de
S. D. A. P. en met haar de Ned. Ond. Bond
steeds de meening heeft voorgestaan: ,,Een
school zonder hoofd", en leden van den
Bond die naar het hoofdschap solliciteer
den werden geroyeerd. Maar de heer Vlie
gen is nu eenige maanden wethouder van
Amsterdam, heeft dus in de practijk kennis
gemaakt met het hoofden-instituut, en
komt nu tot de meening, dat een school
zonder hoofd niet bestaan kan. Zeer eigen
aardig was de opmerking in het begin van
zijn rede, dat hij de zaak wilde beschouwen
uit het oogpunt van gemeentebestuurder,
en dan komt bij tot de conclusie, dat een
school zonder hoofd noodzakelijk minder
waardig moet wezen en wil daarom niet
gelooven aan een school zonder hoofd. Na
dit uitvoerig te hebben uiteengezet, geeft de
heer Vliegen de raad aan den Ned. Bond
van Onderw.: Houd toch op met uw actie,
daar ze practisch niet uitvoerbaar is.
Zoo spreekt een der socialistische voor
mannen in den jare 1915. Ons dunkt het,
dat er toch wel eenige „bewusten" in die
rgadéring zijn geweest, die zoobewust
waren, dat ze de spreker met groote oogen
hebben aangekeken. Wij stellen ons voor.
dat hij, indien hij enkele jaren geleden zoo
iets gedebiteerd had, niet heelhuids van
hetpodium gekomen was.
Het ,,met de verandering der tijden ver
anderen pok wij" mag de S. D. A. P. zeker
•wei als devies in haar vaandel voeren.
V Het Volkenrecht.
Waar begint dat nu eigenlijk? We heb
ben in den huidigen oorlog reeds allerlei
daden zien plegen, welke we tot dusverre
voor onmogelijk hielden, omdat ze al te
zeer indruischten tegen wat ieder het vol
kenrecht achtte, ja tegen hetgeen als zoo
danig nog in tractaten en overeenkomsten
was vastgelegd.
Er werd tegen die daden geprotesteerd
uit naam van het volkenrecht, maar ze
hielden desniettemin alles behalve op.
Hoogstens hadden de neutrale Staten suc
ces op hun pogingen, vooral wanneer een
machtige onder hen de Vereenigde Sta
ten b.v. het volkenrecht kwam schra
gen.
Nu komt Engeland weer met een protest.
Duitschland schijnt het erop toe te leggen
den Britschen handel onmogelijk te maken
door eenvoudig zooveel mogelijk Engel-
sche schepen te vernielen. Het is daar al
stelselmatig mee aan den gang.
De Engelsche minister van marine heeft
nu naar aanleiding van het torpédeeren
van handelsschepen een nota uitgegeven,
waarin hij zegt dat de Duitsche marine be
sloten is het volkenrecht stelselmatig en
bewust te schenden. Zoo plaatst het zich
buiten de perken der menschelijkheid en
in de heele wereld zal afschuw worden ge
wekt voor daden, een beschaafde natie on
waardig.
Aldus de Britsche bewindsman.
Als neutralen onthouden we ons van
iedere oordeelvelling, maar wel mogen we
nog eens vragen waar begint nu eigenlijk
't volkenrecht? Waren vorige aanrandingen
slechts schijnbaar en is dit er nu werke
lijk een moeten we ook hier maar weer
aan wennen in afwachting van een nieuwe
(werkelijke of schijnbare) schending van
het volkenrecht welke deze weer zal over
treffen?
Er zal heel wat te schaven en te ploe
gen vallen in 't internationale reoht als 't
eindelijk vrede zal zijn, want het recht ligt
wanhopig in de war.
Intusschen bewijst het optreden ter zee
van Duitschland wel, met hoe groote ver
bittering de krijg wordt gevoerd en ook
o. i.hoezeer naar den vrede wordt ver
langd. Men wil dien blijkbaar nu forcee-
ren.
Helaas, dat daartoe zulke middelen noo-
dig zijn.
Diiitsche en Engelsche persstemmen
over den daad van de Duitsche onder
zeeërs. Een Fransch communiqué
verklaart o.a., dat de Duitsche aanvallen
bij Yperen werden afgeslagen.
De daad der Duitsche
onderzeeërs.
De geheele Duitsche pers houdt zich
bezig met het nieuwe succes van de duik-
booten en protesteert tegen de Fransche
opvatting als zou het optreden der Duit
sche onderzeeërs een schending van het
volkenrecht zijn. In het Berliner Tageblatt
schrijft kapitein Persius: De declaratie van
Londen veroorlooft het vernielen van vij
andelijke handelsschepen, zonder met een
enkel woord over de bemanning te reppen.
Dat heeft zijn goede redenen. Alleen voor
het opbrengen van neutrale schepen zijn
er bepalingen opgenomen.
Zoo moeten de zich aan boord bevinden
de personen voor het vernielen van het
schip in veiligheid worden gebracht, even
ais de scheepspapieren enz. In het hand
boek van het volkenrecht, vierde gedeelte,
zeeoorlogsrecht", zet de schrijver, dr. H.
Wehberg, uiteen, dait echter ook deze voor
waarden bij het gebruik van onderzeeërs
in den handelsoorlog moeilijk vervuld
kunnen worden, omdat een onderzeeër
niet in staat is de manschapgen van het
gekaapte schip op te nemen. 'Er bestaat
geen twijfel aan, dat onderzeeërs in den
handelsoorlog gebruikt mogen worden.
De ,,Lokal Anzeiger" verklaart dat
Duitschland den zeeoorlog precies zoo
voert ais de geallieerden. Engeland vér-
spert den toevoer naar Duitschland,
Duitschland doet dit nu ook, door de En
gelsche handelsschepen te vernietigen. Het
Duitsche opperbevel zal naar eigen eer
en geweten zijn maa/tragelen treffen. De
B. Z. am Mittag wijst er op, dat de E'»uit-
sche onderzeeërs speciaal de Engelsche
troepentransporten zullen gaan lastig val
len. De Vossische verklaart, dat Engeland
strijdt voert tegen de heele Duitsche bevol
king, door het beletten van toevoer van
levensmiddelen. Duitschland vergeldt nu
gelijk met gelijk.
De verrichtingen der Duitsche onderzee-
ers veroorzaakt een oogenblik zekere sen
satie. maar als de Duitschers verwacht
hebben, een paniek te verwekken, aldus
wordt uit Londen bericht, dan moeten zij
alweer een teleurstelling boeken. Niet al
leen stelde geen enkel schip zijn reis uit,
maar vele schepen, die de aanwezigheid
van Duitsche onderzeeërs in de Iersche
Zee vernamen, toen zij op het punt van
vertrek stonden, zetten hun reis door.
De nieuwsbladen vatten de opening van
Tirpitz' nieuwe campagne even kalm op
als de scheepvaartkringen. Zij meenen,
met het oog op de noodwendige beperkt
heid van zulke acties en de maatregelen
welke er tegen genomén kunnen worden,
dat zij geen noemenswaardigen invloed op
den Britschen overzeeschen handel kunnen
hebben, behoeven het veroorzaken van
klein, tijdelijk ongemak en zij zetten uit
een, dat zelfs met de vangst van gisteren
de Duitsche onderzeeërs maar het onbe-
teekenend totaal van 8 Britsche meest zeer
kleine Britsche koopvaarders deed zinken,
en dat in zes maanden tijds.
Krachtens hun groote snelheid zijn groo
te schepen bijna ontrefbaar en in dit ver
band wordt nog uiteengezet, dat de groote
Nieuw-Zeeland-mailboot, die gisteren zonk
op dat oogenblik bijna stil lag, daar het
schip op een loods wachtte.
De bladen wijden echter bijzondere aan
dacht, aan wat zij noemen het practisch
karakter van deze nieuwe oorlogvoering.
De Morning Post bv. zegt, dat het tor-
Dedeeren van het Fran*»cl e stoomschip
Admiral Gantgaume, geladen met honder
den Belgische vluchtelingen, niets anders
dan moord was en dat het doen zinken
van twee Britsche koopvaarders buiten
Havre, zonder kennisgeving aan de be
manning, hetzelfde karakter draagt. Het
blad wijst er ook op, dat de onderzeeërs
geen stappen deden, om er zich van ie
vergewissen of de ladingen der schepen
voor de neutralen bestemd waren of ka
toen of andere Britsche goederen van een
niet contrabande-achitig karakter bevatten.
Terwijl Engeland zorgvuldig contrabande
en niet-contrabande onderscheidt en de
laatste doorlaat naar Duitschland, volgt
de vijand een politiek van misdadige ver
nieling en koestert hij geen eerbied voor
de Declaratie van Parijs of de Declaratie
van Londen. Bij dezen staat van zaken is"
het beste antwoord op de Duitsche geweld
daden, alles contrabande te verklaren,wat
over zee naar Duitschland gaat. Elke uit
zondering op de afsluiting van Duitsch
land verlengt den oorlog en maakt de kos
ten voor de Bondgenooten dus ook groo-
ter. Bovendien is ongelukkig waar, dat
ook Rusland wordt geblokkeerd door
Duitschland aan de Baltische Zee en te
Constantinopel en wij hebben niet verno
men, dat Duitschland of Turkije eenige
uitzondering maakt in zake katoen of an
dere goederen, welke wij ten gunste van
Duitschland door de blokkade lieten gaan.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Naar aanleiding van het reeds bekende
gevecht tusschen Lombaertzijde en Nieuw-
poort verneemt de ,,Tijd" nog van zijn cor
respondent te Duinkerken
Gisteren is er hardnekkig gestreden tus
schen Lombaertzijde en Nieuwpoort. On
danks het hevige artillerievuur der Duit
schers gingen de Franschê marinesoldaten
tot een bestorming van een groot duin,
links van Nieuwpoort, over. Na een drie
maal herhaalde stormloop gelukte het den
onzen meester te blijven van het terrein.
Wij maakten 350 Duitschers krijgsgevan
gen.
Meer dan 400 dooden lieten de Duitschers
op het veld achter.
Onze veldartillerie werd nu spoedig meer
naar voren gebracht, wat nu ten gevolge
heeft, dat de vijand van hier af beschoten
kon worden tot voorbij Slijpe.
Wij verwachten dan ook de spoedige ont
ruiming der Duitschers van Ostende.
Onze troepen maakten ook vordering
langs Dixmuiden en Ramscapelle.
Het officieel Fransche communiqué
meldtEen levendig artilleriegevecht had
plaats in de Noordelijke streek.
Ten Z.O. van Yperen beproefden de
Duitschers op de loopgraven ten Noorden
van het kanaal aanvallen, welke onmid
dellijk tot staan werden gebracht door het
artillerievuur en de infanterie.
In Champagne, ten Noorden van Mesnil-
les-Hurles werd de inrichting der bondge
nooten voltooid rondom een bosch, waar
van zij zich eergisteren hadden meester ge
maakt
De dag was betrekkelijk rustig in de
Argonnen, waar de Duitschers zware ver
liezen schijnen te hebben geleden bij de
jongste gevechten.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Er
valt niets bijzonders te vermelden.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt Aan
de Oostpruisische grens valt niets nieuws
te vermelden.
Ten Noorden van den Weichsel, in de
streek ten Z.W. van Mlawa hebben de Duit
schers de Russen uit eenige dorpen, welke
deze daags te voren voor het Duitsche front
hadden bezet, teruggeworpen.
In Polen, ten Zuiden van den Weichsel,
wonnen de Duitschers verder terrein.
Ten Zuiden van de Pilica hebben de
Duitschers hun aanvallen hernieuwd.
Over het succes der Oostenrijksch-Hon-
gaarsche troepen wordt door de Korr.
Norden nog gemeld, dat Hongarije van den
vijand geheel bevrijd is en het meerendeel
der Karpathen-passen in bezit der Oosten
rijkers is, die echter, daar groote Russische
versterkingen onderweg zijn, weldra op
nieuw zware gevechten verwachten. De ste
den Kolonea Nadworne en Szanck zijn door
de Russen ontruimd; de Oostenrijlcsche
ambtenareh, die er vroeger aangesteld wa
ren, kregen bevel daarheen terug te keeren.
Het verwachtte tegenoffensief der Russen
is volgens de „Pesti Naplo" reeds nu tot
mislukking gedoemd, daar de Hongaren in
het Ungdal drie steunpunten van gewicht
terugwonnen.
Het Russische gezantschap te 's-Graven-
hage meldt
Op het front van Klein-Azië trok een Rus
sische troepenafdeeling op 27 Januari, in
de streek van Sarykamj'sj onder eén hevi-
gen sneeuwstorm over heuvels en maakte
zich stormenderhand meester van het dorp
Gornas. De bevelhebber van de 30ste Turk-
sche divisie, met zijn staf, 10 officieren, 7
genvesheeren, 350 soldaten, 3 bergkanon-
nen en wagens met schietvoorraad en
mondvoorraad vielen in handen van de
Russische troepen.
Den volgenden morgen werd een Turk-
sche tegenaanval afgeslagen met zware ver
liezen voor den vijand.
In Azerbeidjan hadden gevechten plaats
bij Tauris. De Russische troepen vermees
terden 4 bergkanonnen en Schietvoorraad
en maakten krijgsgevangenen. Do Turkem
wier terugtocht naar Tauris afgesneden
was, zijn volkomen op de vlucht geslagen.
Op 30 Januari is de stad Tauris opnieuw
door de Russische troepen bezet.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Twee Spaansche prinsen te Leuven ge
dood? Te Leuven liep verleden week het
hardnekkig gerucht, dat bij de opgravin
gen der lijken van degenen, die bij de ver
woesting om het leven kwamen, ook de
overblijfselen zouden gevonden zijn van
twee Spaansche prinsen. De verdere op
gravingen zouden door de Duitschers ver
boden zijn.
Krupp. Dr. Krupp von Bohlen-Hol-
bach heeft wegens do uitnemende dien
sten door de beambten en arbeiders van
zijn fabriek aan den staat bewezen," van
den keizer persoonlijk het IJzeren Kruis
eerste klasse gekregen. Dr. Krupp is eere
lid geworden van den Verein deuitscher
Eisenhüttenleute, die Zondag te Dussel-
dorf vergaderde.
Vlieger doodgevallen. Zaterdag js op
het vliegterrein de vlieger Oswald Kahnt,
met het onderricht belast, uit een twee
dekker van aanzienlijke hoogte gevallen.
Hij was onmiddellijk dood.
De katoeninvoer. De Amerikaansche
Ambassade deelt mede dat van 21 Decem
ber tot 22 Januari te Bremen meer dan
48,000 balen katoen aankwamen.
Vlieger der bondgenooten in den E!za9.
Uit Straatsburg wordt gemeld, dat Vrij
dag den 29en Januari tegen 's middags
halfvier, over het station Reishweiler bij
Muhlhausen in den Elzas een vlieger der
Bondgenooten verscheen en vijf bommen
wierp, die in de werken van de Kaligroeve
Max, die bij den spoorweg js gelegen, te
recht kwamen en geringe schade aan
richtten. Menschen werden niet getroffen.
De vlieger, die blijkbaar van Belfort was
gekomen, ontkwam voordat nog ec-n
Duitsch vliegtuig tot zijn vervolging bo
ven de plaats was verschenen.
Turkije ten oorlog. Twee Engelsche
vliegers werden nabij het Suezkanaal door
Turksclie tropen naar beneden gehaald.
De Engelschen moesten aan den Zuidkant
van liet Suezkanaal voor de Turkscho
overmacht terugwijken.
Terug uit Duitschland. Uit Duitsch
land zijn, naar de corr. van de ,,T5jd"
FEUILLETON.
DE DUIKER.
21)
„Met de meeste haast breng ik deze fei
ten ter kennis vanden heer prefect, en
morgen zal ik de eer hebben een nauw
keuriger verslag uit te brengen.
'|P-S. Een mijner agenten beweert, dat
hij bij het heldere schijnsel van de maan
de persoon, die aan land is gebleven, heeft
kunnen onderscheiden, dat wil zeggen,
bij kon zien, dat de man den arm in een
verband droeg.
„Deze omstandigheid zou verklaren,
waarom hij zich niet gelijk de anderen in
«et water geworpen heeft en maakt ile ver
onderstelling zeer waarschijnlijk' dat hij
°m het leven is gekomen."
„Drie mannen, waarvan een verwond",
zeid-e Jottrat na een oogenblik zwijgens.
..Zij zijn waarschijnlijk Loiseau, de Ier
sche knecht en nog een derde bandiet, dien
wij nog niet kennen. Die agenten van bet
platteland zijn te lichtzinnig. Misschien
18 de gewonde man nog niet vedronken,
cn wanneer wij hem hebben, zullen wij de
anderen ook vinden."
„Neen, Jottrat, neen", sprak de rechter
j mofdscliuddend met een gelaat, waarop
1 wij fel te lezen stand, ,,wij zullen de an-
oren niet vinden. Er ligt een sluier over
eze zaak. Zoolang wij dien Loiseau niet
nebben, komen wij niets verder."
Op dit oogenblik hoorde men in de gang
aastige schreden en den metalen klank
er sabels, welke tegen den muur ketsten,
eteeen immer de aanwezigheid van gen
darmen verraadt.
Stemmen, welke schenen te twisten,
trokken de aandacht van den rechter van
instructie.
,,Ga eens zien, Jottrat, wat dat kan
zijn, en laat dat rumoer ophouden."
„Wie weet", sprak de oude agent, „of
dat geen nieuwe opheldering kan zijn."
Maar de deur ging open en liet een woe-
ligen troep binnentreden.
Vier gendarmen bleven met groote moei
te een kerel met athletische vormen mees
ter. De man scheen het tappunt van toorn
bereikt te hebben.
Wat is er?" vroeg de rechter met koude
\vaardigheid.
Als bij betoovering was de man tot be
daren gebracht Het zedelijk overwicht
van den rechter had in één seconde de
overwinning behaald.
De aanvoerder van den troep maakte
van dit oogenblik gebruik om het woord
te nemen.
„Mijnheer do rechter van instructie",
sprak hij, „deze persoon is hedenmorgen
aangehouden, terwijl hij een rijtuig be
stuurde, dat door den commissaris van
Boulogne sur mer gesignaleerd was..."
De reohter en de oude agent wisselden
een blik.
„Hij heeft de agenten, die ik op post heb
gezet, hard laiben loopen tot den boulevard
Saint-Martin, en hij heeft twee ervan bijna
naar de andere wereld gezonden. Den
man, welken hij vervoerd heeft in zijn rij
tuig, is het ge-lukt te ontsnappen en die
man moet een der moordenaars van Mont-
martre zijn, want zijn signalement beant
woordt volkomen aan het ons toegezon
dene."
De nieuwsgierigheid van den rechter
was gaande gemaakt.
Er kon misschien eenig licht in de zaak
komen, en de rechter oordeelde het nuttig
den gevangene "niét bevreesd te maken.
„Wie zijt gij?" vroeg hij gemoedelijk.
Jean Wimereux, van Maruion, op on
geveer vier mijlen afstands van Boulogne
sur Mer, om u te dienen mijnheer."
„Ge werd aangetroffen in gezelschap
van iemand, die door de justitie gezocht
wordt."
„Op mijn woord, goede mijnheer de rech-
tertj ik weet niet waarom. Ik ben koetsier
van mijn beroep, koetsier van de place
Boulogne... rijtuig no. 52.... en indien de
koetsiers tegenwoordig geen reizigers meer
mogen vervoeren..."
„Kom, vrees niet en vertel mij de zaak
eens."
„Nu dat wil ik wel doen", sprak de man
geheel gerust gesteld. „Eergisteravond
dan, op slag van negenen kwam ik terug
van Portel Boulogne langs de kust."
Bij deze woorden werd do aandacht van
den rechter verdubbeld.
Ik had, met uw Welnemen, twee Hol
landers. die in haring deden, gereden, en
mijn rijtuig was bij den terugkeer onbezet.
De maan scheen helder, en men kon bijna
even goed zien als bij vollen dag. Daar
zag ik plotseling een man op mij toeloo-
pen. Waar hij zoo spoedig van daan kwam,
weet ik niet, want de kust is er zoo steil,
dat een geit er niet tegen op zou klauteren.
Maar dat kwam er niet op aan. Hij
schreeuwde mij toe halt te houden, en ik
dacht, dat er misschien nog wel wat te
verdienen was, en wachtte dus op hem. De
man kwam nader. Zijn gelaat Lev-iel mij
niet erg, dat moet ik bekennen, ofschaon
hij goed gekleed was. Hij was zoo bleek
als een Parijzenaar, die de zeeziekte heeft,
en daarenboven hing zijn arm in een doek.
„Koetsier", riep hij mij toe, (aan zijn
spraak te hooren, zou ik rlenken, dat het
een Engelschman was), „honderd francs
wanneer ge mij dezen nacht naar Abbe
ville brengt."
„Dat kan, burger", zeide ik hem, en hij
stapte in.
„Verder, vriend, verder", sprak de rech
ter, die nauwelijks zijn ongeduld kon be
dwingen. „Die man heeft u voorgesteld,
hem naar Parijs te brengen, en ge hebt toe
gestemd. Wat is er bij uw aankomst ge
schied? Waarheen moest ge dien r. an
brengen?"
„Naar Passy, naar den tol van Bons-
Hommes."
„Naar Passy! dat is vreemd. Hoeft hij u
niet iets anders gezegd?"
..Geen tien woorden over den geheelen
weg."
„Goed; ik geloof u. Wij zullen een on
derzoek naar u instellen. Wanneer ge de
waarheid gesproken hebt, aalt ge morgen
vrij zijn. Leid nu den man heen", zoo
sprak de rechter tot den hoofdman van den
troep, „en kom morgen met hem terug;
maar zorg, dat ge dan in het bezit zijt van
de rapporten der politieagenten."
Toen de rechter vin instructie met Jott
rat alleen was, kon hij zijn teleurstelling
niet meer geheim houden.
„Wat heb ik u ge7.egd?" sprak hij zuch
tend. „Komen wij nu wel iets verder?
Niettegenstaande alle maatregelen, die ge
nomen zijn, ontsnapt-de kerd nog."
„Dat is zoo, maar wij zijn er nu toch
zeker van, dat hij het Kanaal niet is over
gestoken, en wij hebben een aanwijzing
Passy."
„Dat is zeer vaag. Wat zou hij daar
doen? En waarom komt de schurk te Pa
rijs terug?"
„Wie weet? Misschien om gewichtige
papieren in veiligheid te brengen of om
voor hem nadeellge stukken te vernieti
gen."
„Ik kan moeilijk aan zooveel stoutmoe
digheid gelooven. Hoe het ook zij, verlies
geen minuut en stuur uw beste agenten
uit. Morgen zal ik dien koetsier opnieuw
ondervragen en de inlichtingen, die gij
hobt verkregen, onderzoeken. Tot morgen
dus. God geve, dat wij dan gelukkiger
zijn. Ik vrees anders zeer, dat wij deze
misdaad niet kunenn straffen evenals zoo
vele andere misdaden."
Na deze woorden stond de rechter op,
en hij maakte zich gereed om heen te
gaan, toen een bediende van het paleis
van justitie binnentrad en zeide, dat er
iemand was, die weigerde zijn naam te
noemen, en die dringend vroeg den rechter
te spreken. Het betrof de zaak van Mont-
martre.
..Maar ik weet niet, of ik wel den tijd
heb, nog iemand te ontvangen", sprak de
rechter. „Ik moet dezen ochtend naar den
procureur-generaal. Maar een dringen
de mededeeling. Wij kunnen bpst nog
eenige inlichtingen gebruiken. Ik mag dus
niet weigeren. Laat hem maar binnenko
men. Blijf hier, Jottrat, misschien heb ik
u noodig."
(Wordt vervolgd.)