DINSDAG 2 FEBRUARI. 1915. BUITENLAND. De Oorlog. do JAARGANG. No. 1317 Seidóelre Qomawk BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/-» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels fü.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstporsoneel, Huur- en Vorhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Inconsequent. Wij willen in het midden laten of het een gelukkig of ongelukkig verschijnsel is maar een vaststaand feit is het zeker, dat de huidige S. D. A. P., hoe meer zij aan invloed wint, des te meer ook tot de ontdekking komt, dat de oorspronkelijke socialistische theorie practisch onuitvoer baar is. Een treffend staaltje hiervan zien wij weer in een rede door den socialisti- scheii Amsterdamschen wethouder, den heer W. H. Vliegen, Zondagavond te Alk maar gehouden over het onderwerp „Sol- liciteeren voor hoofd". Men weet hoe de S. D. A. P. en met haar de Ned. Ond. Bond steeds de meening heeft voorgestaan: ,,Een school zonder hoofd", en leden van den Bond die naar het hoofdschap solliciteer den werden geroyeerd. Maar de heer Vlie gen is nu eenige maanden wethouder van Amsterdam, heeft dus in de practijk kennis gemaakt met het hoofden-instituut, en komt nu tot de meening, dat een school zonder hoofd niet bestaan kan. Zeer eigen aardig was de opmerking in het begin van zijn rede, dat hij de zaak wilde beschouwen uit het oogpunt van gemeentebestuurder, en dan komt bij tot de conclusie, dat een school zonder hoofd noodzakelijk minder waardig moet wezen en wil daarom niet gelooven aan een school zonder hoofd. Na dit uitvoerig te hebben uiteengezet, geeft de heer Vliegen de raad aan den Ned. Bond van Onderw.: Houd toch op met uw actie, daar ze practisch niet uitvoerbaar is. Zoo spreekt een der socialistische voor mannen in den jare 1915. Ons dunkt het, dat er toch wel eenige „bewusten" in die rgadéring zijn geweest, die zoobewust waren, dat ze de spreker met groote oogen hebben aangekeken. Wij stellen ons voor. dat hij, indien hij enkele jaren geleden zoo iets gedebiteerd had, niet heelhuids van hetpodium gekomen was. Het ,,met de verandering der tijden ver anderen pok wij" mag de S. D. A. P. zeker •wei als devies in haar vaandel voeren. V Het Volkenrecht. Waar begint dat nu eigenlijk? We heb ben in den huidigen oorlog reeds allerlei daden zien plegen, welke we tot dusverre voor onmogelijk hielden, omdat ze al te zeer indruischten tegen wat ieder het vol kenrecht achtte, ja tegen hetgeen als zoo danig nog in tractaten en overeenkomsten was vastgelegd. Er werd tegen die daden geprotesteerd uit naam van het volkenrecht, maar ze hielden desniettemin alles behalve op. Hoogstens hadden de neutrale Staten suc ces op hun pogingen, vooral wanneer een machtige onder hen de Vereenigde Sta ten b.v. het volkenrecht kwam schra gen. Nu komt Engeland weer met een protest. Duitschland schijnt het erop toe te leggen den Britschen handel onmogelijk te maken door eenvoudig zooveel mogelijk Engel- sche schepen te vernielen. Het is daar al stelselmatig mee aan den gang. De Engelsche minister van marine heeft nu naar aanleiding van het torpédeeren van handelsschepen een nota uitgegeven, waarin hij zegt dat de Duitsche marine be sloten is het volkenrecht stelselmatig en bewust te schenden. Zoo plaatst het zich buiten de perken der menschelijkheid en in de heele wereld zal afschuw worden ge wekt voor daden, een beschaafde natie on waardig. Aldus de Britsche bewindsman. Als neutralen onthouden we ons van iedere oordeelvelling, maar wel mogen we nog eens vragen waar begint nu eigenlijk 't volkenrecht? Waren vorige aanrandingen slechts schijnbaar en is dit er nu werke lijk een moeten we ook hier maar weer aan wennen in afwachting van een nieuwe (werkelijke of schijnbare) schending van het volkenrecht welke deze weer zal over treffen? Er zal heel wat te schaven en te ploe gen vallen in 't internationale reoht als 't eindelijk vrede zal zijn, want het recht ligt wanhopig in de war. Intusschen bewijst het optreden ter zee van Duitschland wel, met hoe groote ver bittering de krijg wordt gevoerd en ook o. i.hoezeer naar den vrede wordt ver langd. Men wil dien blijkbaar nu forcee- ren. Helaas, dat daartoe zulke middelen noo- dig zijn. Diiitsche en Engelsche persstemmen over den daad van de Duitsche onder zeeërs. Een Fransch communiqué verklaart o.a., dat de Duitsche aanvallen bij Yperen werden afgeslagen. De daad der Duitsche onderzeeërs. De geheele Duitsche pers houdt zich bezig met het nieuwe succes van de duik- booten en protesteert tegen de Fransche opvatting als zou het optreden der Duit sche onderzeeërs een schending van het volkenrecht zijn. In het Berliner Tageblatt schrijft kapitein Persius: De declaratie van Londen veroorlooft het vernielen van vij andelijke handelsschepen, zonder met een enkel woord over de bemanning te reppen. Dat heeft zijn goede redenen. Alleen voor het opbrengen van neutrale schepen zijn er bepalingen opgenomen. Zoo moeten de zich aan boord bevinden de personen voor het vernielen van het schip in veiligheid worden gebracht, even ais de scheepspapieren enz. In het hand boek van het volkenrecht, vierde gedeelte, zeeoorlogsrecht", zet de schrijver, dr. H. Wehberg, uiteen, dait echter ook deze voor waarden bij het gebruik van onderzeeërs in den handelsoorlog moeilijk vervuld kunnen worden, omdat een onderzeeër niet in staat is de manschapgen van het gekaapte schip op te nemen. 'Er bestaat geen twijfel aan, dat onderzeeërs in den handelsoorlog gebruikt mogen worden. De ,,Lokal Anzeiger" verklaart dat Duitschland den zeeoorlog precies zoo voert ais de geallieerden. Engeland vér- spert den toevoer naar Duitschland, Duitschland doet dit nu ook, door de En gelsche handelsschepen te vernietigen. Het Duitsche opperbevel zal naar eigen eer en geweten zijn maa/tragelen treffen. De B. Z. am Mittag wijst er op, dat de E'»uit- sche onderzeeërs speciaal de Engelsche troepentransporten zullen gaan lastig val len. De Vossische verklaart, dat Engeland strijdt voert tegen de heele Duitsche bevol king, door het beletten van toevoer van levensmiddelen. Duitschland vergeldt nu gelijk met gelijk. De verrichtingen der Duitsche onderzee- ers veroorzaakt een oogenblik zekere sen satie. maar als de Duitschers verwacht hebben, een paniek te verwekken, aldus wordt uit Londen bericht, dan moeten zij alweer een teleurstelling boeken. Niet al leen stelde geen enkel schip zijn reis uit, maar vele schepen, die de aanwezigheid van Duitsche onderzeeërs in de Iersche Zee vernamen, toen zij op het punt van vertrek stonden, zetten hun reis door. De nieuwsbladen vatten de opening van Tirpitz' nieuwe campagne even kalm op als de scheepvaartkringen. Zij meenen, met het oog op de noodwendige beperkt heid van zulke acties en de maatregelen welke er tegen genomén kunnen worden, dat zij geen noemenswaardigen invloed op den Britschen overzeeschen handel kunnen hebben, behoeven het veroorzaken van klein, tijdelijk ongemak en zij zetten uit een, dat zelfs met de vangst van gisteren de Duitsche onderzeeërs maar het onbe- teekenend totaal van 8 Britsche meest zeer kleine Britsche koopvaarders deed zinken, en dat in zes maanden tijds. Krachtens hun groote snelheid zijn groo te schepen bijna ontrefbaar en in dit ver band wordt nog uiteengezet, dat de groote Nieuw-Zeeland-mailboot, die gisteren zonk op dat oogenblik bijna stil lag, daar het schip op een loods wachtte. De bladen wijden echter bijzondere aan dacht, aan wat zij noemen het practisch karakter van deze nieuwe oorlogvoering. De Morning Post bv. zegt, dat het tor- Dedeeren van het Fran*»cl e stoomschip Admiral Gantgaume, geladen met honder den Belgische vluchtelingen, niets anders dan moord was en dat het doen zinken van twee Britsche koopvaarders buiten Havre, zonder kennisgeving aan de be manning, hetzelfde karakter draagt. Het blad wijst er ook op, dat de onderzeeërs geen stappen deden, om er zich van ie vergewissen of de ladingen der schepen voor de neutralen bestemd waren of ka toen of andere Britsche goederen van een niet contrabande-achitig karakter bevatten. Terwijl Engeland zorgvuldig contrabande en niet-contrabande onderscheidt en de laatste doorlaat naar Duitschland, volgt de vijand een politiek van misdadige ver nieling en koestert hij geen eerbied voor de Declaratie van Parijs of de Declaratie van Londen. Bij dezen staat van zaken is" het beste antwoord op de Duitsche geweld daden, alles contrabande te verklaren,wat over zee naar Duitschland gaat. Elke uit zondering op de afsluiting van Duitsch land verlengt den oorlog en maakt de kos ten voor de Bondgenooten dus ook groo- ter. Bovendien is ongelukkig waar, dat ook Rusland wordt geblokkeerd door Duitschland aan de Baltische Zee en te Constantinopel en wij hebben niet verno men, dat Duitschland of Turkije eenige uitzondering maakt in zake katoen of an dere goederen, welke wij ten gunste van Duitschland door de blokkade lieten gaan. Van het Westelijk oorlogs terrein. Naar aanleiding van het reeds bekende gevecht tusschen Lombaertzijde en Nieuw- poort verneemt de ,,Tijd" nog van zijn cor respondent te Duinkerken Gisteren is er hardnekkig gestreden tus schen Lombaertzijde en Nieuwpoort. On danks het hevige artillerievuur der Duit schers gingen de Franschê marinesoldaten tot een bestorming van een groot duin, links van Nieuwpoort, over. Na een drie maal herhaalde stormloop gelukte het den onzen meester te blijven van het terrein. Wij maakten 350 Duitschers krijgsgevan gen. Meer dan 400 dooden lieten de Duitschers op het veld achter. Onze veldartillerie werd nu spoedig meer naar voren gebracht, wat nu ten gevolge heeft, dat de vijand van hier af beschoten kon worden tot voorbij Slijpe. Wij verwachten dan ook de spoedige ont ruiming der Duitschers van Ostende. Onze troepen maakten ook vordering langs Dixmuiden en Ramscapelle. Het officieel Fransche communiqué meldtEen levendig artilleriegevecht had plaats in de Noordelijke streek. Ten Z.O. van Yperen beproefden de Duitschers op de loopgraven ten Noorden van het kanaal aanvallen, welke onmid dellijk tot staan werden gebracht door het artillerievuur en de infanterie. In Champagne, ten Noorden van Mesnil- les-Hurles werd de inrichting der bondge nooten voltooid rondom een bosch, waar van zij zich eergisteren hadden meester ge maakt De dag was betrekkelijk rustig in de Argonnen, waar de Duitschers zware ver liezen schijnen te hebben geleden bij de jongste gevechten. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Er valt niets bijzonders te vermelden. Het Duitsche hoofdkwartier meldt Aan de Oostpruisische grens valt niets nieuws te vermelden. Ten Noorden van den Weichsel, in de streek ten Z.W. van Mlawa hebben de Duit schers de Russen uit eenige dorpen, welke deze daags te voren voor het Duitsche front hadden bezet, teruggeworpen. In Polen, ten Zuiden van den Weichsel, wonnen de Duitschers verder terrein. Ten Zuiden van de Pilica hebben de Duitschers hun aanvallen hernieuwd. Over het succes der Oostenrijksch-Hon- gaarsche troepen wordt door de Korr. Norden nog gemeld, dat Hongarije van den vijand geheel bevrijd is en het meerendeel der Karpathen-passen in bezit der Oosten rijkers is, die echter, daar groote Russische versterkingen onderweg zijn, weldra op nieuw zware gevechten verwachten. De ste den Kolonea Nadworne en Szanck zijn door de Russen ontruimd; de Oostenrijlcsche ambtenareh, die er vroeger aangesteld wa ren, kregen bevel daarheen terug te keeren. Het verwachtte tegenoffensief der Russen is volgens de „Pesti Naplo" reeds nu tot mislukking gedoemd, daar de Hongaren in het Ungdal drie steunpunten van gewicht terugwonnen. Het Russische gezantschap te 's-Graven- hage meldt Op het front van Klein-Azië trok een Rus sische troepenafdeeling op 27 Januari, in de streek van Sarykamj'sj onder eén hevi- gen sneeuwstorm over heuvels en maakte zich stormenderhand meester van het dorp Gornas. De bevelhebber van de 30ste Turk- sche divisie, met zijn staf, 10 officieren, 7 genvesheeren, 350 soldaten, 3 bergkanon- nen en wagens met schietvoorraad en mondvoorraad vielen in handen van de Russische troepen. Den volgenden morgen werd een Turk- sche tegenaanval afgeslagen met zware ver liezen voor den vijand. In Azerbeidjan hadden gevechten plaats bij Tauris. De Russische troepen vermees terden 4 bergkanonnen en Schietvoorraad en maakten krijgsgevangenen. Do Turkem wier terugtocht naar Tauris afgesneden was, zijn volkomen op de vlucht geslagen. Op 30 Januari is de stad Tauris opnieuw door de Russische troepen bezet. Verschillende Oorlogs berichten. Twee Spaansche prinsen te Leuven ge dood? Te Leuven liep verleden week het hardnekkig gerucht, dat bij de opgravin gen der lijken van degenen, die bij de ver woesting om het leven kwamen, ook de overblijfselen zouden gevonden zijn van twee Spaansche prinsen. De verdere op gravingen zouden door de Duitschers ver boden zijn. Krupp. Dr. Krupp von Bohlen-Hol- bach heeft wegens do uitnemende dien sten door de beambten en arbeiders van zijn fabriek aan den staat bewezen," van den keizer persoonlijk het IJzeren Kruis eerste klasse gekregen. Dr. Krupp is eere lid geworden van den Verein deuitscher Eisenhüttenleute, die Zondag te Dussel- dorf vergaderde. Vlieger doodgevallen. Zaterdag js op het vliegterrein de vlieger Oswald Kahnt, met het onderricht belast, uit een twee dekker van aanzienlijke hoogte gevallen. Hij was onmiddellijk dood. De katoeninvoer. De Amerikaansche Ambassade deelt mede dat van 21 Decem ber tot 22 Januari te Bremen meer dan 48,000 balen katoen aankwamen. Vlieger der bondgenooten in den E!za9. Uit Straatsburg wordt gemeld, dat Vrij dag den 29en Januari tegen 's middags halfvier, over het station Reishweiler bij Muhlhausen in den Elzas een vlieger der Bondgenooten verscheen en vijf bommen wierp, die in de werken van de Kaligroeve Max, die bij den spoorweg js gelegen, te recht kwamen en geringe schade aan richtten. Menschen werden niet getroffen. De vlieger, die blijkbaar van Belfort was gekomen, ontkwam voordat nog ec-n Duitsch vliegtuig tot zijn vervolging bo ven de plaats was verschenen. Turkije ten oorlog. Twee Engelsche vliegers werden nabij het Suezkanaal door Turksclie tropen naar beneden gehaald. De Engelschen moesten aan den Zuidkant van liet Suezkanaal voor de Turkscho overmacht terugwijken. Terug uit Duitschland. Uit Duitsch land zijn, naar de corr. van de ,,T5jd" FEUILLETON. DE DUIKER. 21) „Met de meeste haast breng ik deze fei ten ter kennis vanden heer prefect, en morgen zal ik de eer hebben een nauw keuriger verslag uit te brengen. '|P-S. Een mijner agenten beweert, dat hij bij het heldere schijnsel van de maan de persoon, die aan land is gebleven, heeft kunnen onderscheiden, dat wil zeggen, bij kon zien, dat de man den arm in een verband droeg. „Deze omstandigheid zou verklaren, waarom hij zich niet gelijk de anderen in «et water geworpen heeft en maakt ile ver onderstelling zeer waarschijnlijk' dat hij °m het leven is gekomen." „Drie mannen, waarvan een verwond", zeid-e Jottrat na een oogenblik zwijgens. ..Zij zijn waarschijnlijk Loiseau, de Ier sche knecht en nog een derde bandiet, dien wij nog niet kennen. Die agenten van bet platteland zijn te lichtzinnig. Misschien 18 de gewonde man nog niet vedronken, cn wanneer wij hem hebben, zullen wij de anderen ook vinden." „Neen, Jottrat, neen", sprak de rechter j mofdscliuddend met een gelaat, waarop 1 wij fel te lezen stand, ,,wij zullen de an- oren niet vinden. Er ligt een sluier over eze zaak. Zoolang wij dien Loiseau niet nebben, komen wij niets verder." Op dit oogenblik hoorde men in de gang aastige schreden en den metalen klank er sabels, welke tegen den muur ketsten, eteeen immer de aanwezigheid van gen darmen verraadt. Stemmen, welke schenen te twisten, trokken de aandacht van den rechter van instructie. ,,Ga eens zien, Jottrat, wat dat kan zijn, en laat dat rumoer ophouden." „Wie weet", sprak de oude agent, „of dat geen nieuwe opheldering kan zijn." Maar de deur ging open en liet een woe- ligen troep binnentreden. Vier gendarmen bleven met groote moei te een kerel met athletische vormen mees ter. De man scheen het tappunt van toorn bereikt te hebben. Wat is er?" vroeg de rechter met koude \vaardigheid. Als bij betoovering was de man tot be daren gebracht Het zedelijk overwicht van den rechter had in één seconde de overwinning behaald. De aanvoerder van den troep maakte van dit oogenblik gebruik om het woord te nemen. „Mijnheer do rechter van instructie", sprak hij, „deze persoon is hedenmorgen aangehouden, terwijl hij een rijtuig be stuurde, dat door den commissaris van Boulogne sur mer gesignaleerd was..." De reohter en de oude agent wisselden een blik. „Hij heeft de agenten, die ik op post heb gezet, hard laiben loopen tot den boulevard Saint-Martin, en hij heeft twee ervan bijna naar de andere wereld gezonden. Den man, welken hij vervoerd heeft in zijn rij tuig, is het ge-lukt te ontsnappen en die man moet een der moordenaars van Mont- martre zijn, want zijn signalement beant woordt volkomen aan het ons toegezon dene." De nieuwsgierigheid van den rechter was gaande gemaakt. Er kon misschien eenig licht in de zaak komen, en de rechter oordeelde het nuttig den gevangene "niét bevreesd te maken. „Wie zijt gij?" vroeg hij gemoedelijk. Jean Wimereux, van Maruion, op on geveer vier mijlen afstands van Boulogne sur Mer, om u te dienen mijnheer." „Ge werd aangetroffen in gezelschap van iemand, die door de justitie gezocht wordt." „Op mijn woord, goede mijnheer de rech- tertj ik weet niet waarom. Ik ben koetsier van mijn beroep, koetsier van de place Boulogne... rijtuig no. 52.... en indien de koetsiers tegenwoordig geen reizigers meer mogen vervoeren..." „Kom, vrees niet en vertel mij de zaak eens." „Nu dat wil ik wel doen", sprak de man geheel gerust gesteld. „Eergisteravond dan, op slag van negenen kwam ik terug van Portel Boulogne langs de kust." Bij deze woorden werd do aandacht van den rechter verdubbeld. Ik had, met uw Welnemen, twee Hol landers. die in haring deden, gereden, en mijn rijtuig was bij den terugkeer onbezet. De maan scheen helder, en men kon bijna even goed zien als bij vollen dag. Daar zag ik plotseling een man op mij toeloo- pen. Waar hij zoo spoedig van daan kwam, weet ik niet, want de kust is er zoo steil, dat een geit er niet tegen op zou klauteren. Maar dat kwam er niet op aan. Hij schreeuwde mij toe halt te houden, en ik dacht, dat er misschien nog wel wat te verdienen was, en wachtte dus op hem. De man kwam nader. Zijn gelaat Lev-iel mij niet erg, dat moet ik bekennen, ofschaon hij goed gekleed was. Hij was zoo bleek als een Parijzenaar, die de zeeziekte heeft, en daarenboven hing zijn arm in een doek. „Koetsier", riep hij mij toe, (aan zijn spraak te hooren, zou ik rlenken, dat het een Engelschman was), „honderd francs wanneer ge mij dezen nacht naar Abbe ville brengt." „Dat kan, burger", zeide ik hem, en hij stapte in. „Verder, vriend, verder", sprak de rech ter, die nauwelijks zijn ongeduld kon be dwingen. „Die man heeft u voorgesteld, hem naar Parijs te brengen, en ge hebt toe gestemd. Wat is er bij uw aankomst ge schied? Waarheen moest ge dien r. an brengen?" „Naar Passy, naar den tol van Bons- Hommes." „Naar Passy! dat is vreemd. Hoeft hij u niet iets anders gezegd?" ..Geen tien woorden over den geheelen weg." „Goed; ik geloof u. Wij zullen een on derzoek naar u instellen. Wanneer ge de waarheid gesproken hebt, aalt ge morgen vrij zijn. Leid nu den man heen", zoo sprak de rechter tot den hoofdman van den troep, „en kom morgen met hem terug; maar zorg, dat ge dan in het bezit zijt van de rapporten der politieagenten." Toen de rechter vin instructie met Jott rat alleen was, kon hij zijn teleurstelling niet meer geheim houden. „Wat heb ik u ge7.egd?" sprak hij zuch tend. „Komen wij nu wel iets verder? Niettegenstaande alle maatregelen, die ge nomen zijn, ontsnapt-de kerd nog." „Dat is zoo, maar wij zijn er nu toch zeker van, dat hij het Kanaal niet is over gestoken, en wij hebben een aanwijzing Passy." „Dat is zeer vaag. Wat zou hij daar doen? En waarom komt de schurk te Pa rijs terug?" „Wie weet? Misschien om gewichtige papieren in veiligheid te brengen of om voor hem nadeellge stukken te vernieti gen." „Ik kan moeilijk aan zooveel stoutmoe digheid gelooven. Hoe het ook zij, verlies geen minuut en stuur uw beste agenten uit. Morgen zal ik dien koetsier opnieuw ondervragen en de inlichtingen, die gij hobt verkregen, onderzoeken. Tot morgen dus. God geve, dat wij dan gelukkiger zijn. Ik vrees anders zeer, dat wij deze misdaad niet kunenn straffen evenals zoo vele andere misdaden." Na deze woorden stond de rechter op, en hij maakte zich gereed om heen te gaan, toen een bediende van het paleis van justitie binnentrad en zeide, dat er iemand was, die weigerde zijn naam te noemen, en die dringend vroeg den rechter te spreken. Het betrof de zaak van Mont- martre. ..Maar ik weet niet, of ik wel den tijd heb, nog iemand te ontvangen", sprak de rechter. „Ik moet dezen ochtend naar den procureur-generaal. Maar een dringen de mededeeling. Wij kunnen bpst nog eenige inlichtingen gebruiken. Ik mag dus niet weigeren. Laat hem maar binnenko men. Blijf hier, Jottrat, misschien heb ik u noodig." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1