27
BUITENLAND.
De Oorlog.
3)e SeicboHe ©ou/fca/nt
6s JAARGANG.
No. 1609
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, mot GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
n het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 perkwartaal; bij onze
genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
JANUARI.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Gemoedsverharding.
Ook dit is een der euvelen van den
rampzaligen oorlog.
Denkt maar eens even na, hoe diepen in-
diuk op de wereld gemaakt hebben de
ramp van de „Berlin" op onze kust en het
irgaan van de „Titanic".
Wat stonden de kranten vol erover, wat
werden de slachtoffers beklaagd en de
koene redders toegejuichti
Niets van dit al echter toen Maandag de
mare kwam, dat op de Noordzee een zee
slag weer houderden slachtoffers had ge
maakt.
Mogelijk heeft deze of ge.*e even ge
dacht: „die arme kerels", maar overigens
was de algemeene indruk veeleer deze:
Schieten we daar nu eigenlijk wel weer
mee op", welke indruk werd opgewekt door
de overweging, dat er immers slechts zoo
weinig schepen zonken en de oorlogvoeren
den mekaar dus geen geduchten klap had
den toegebracht.
Zeker, we redeneeren aldus niet uit
wreedheid of uit onverschilligheid met het
Int der slachtoffers, maar houden daarbij
slechts dit in 't oog: hoe komt er 't spoe
digste vrede? En ontegenzeggelijk wordt
deze door verzwakking der partijen be
vorderd, .zoodat
Laten we dezen zin niet voltooien, maar
denken we eens ernstig aan het nameloos
wee, dat met die verzwakking gepaard
gaat. 't Zijn immers menschen van gelijke
bewegingen als die vergingen met „Berlin"
en „Titanic" en waarom dan thans zoo
veel minder mededoogen?.
O, die gemoedsverharding, welke de
oorlog mede na zich sleept! Zelfs een ramp
als Italië nu weer trof maakt niet dien
diepen indruk, welke er eigenlijk het ge
volg van behoorde te wezen. Zoozeer wor-
we gewoon aan het sterven van velen,
van talloozen.
En daar staan we nu maar machteloos
tegenover....
Moge God de gebeden verhooren van wie
om vrede smeken en de harten der leiders
stemmen tot ootmoedige toegevendheid je
gens elkander, opdat de stortvloed van
weedom, welke over Europa is losgebar
sten, spoedig in zijn loop worden gestuit.
Nota bene!
voor Rotterdam III,
professor Eerrlmans, is gisteravond als
spreker opgetreden in een ledenvergade
ring der Kiesvereeniging, die hem voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer can-
didaat heeft gesteld.
Op den voorgrond stelde hij, dat op dit
moment de politieke geschillen rusten,
zoodat zijn bedoeling dan ook uitsluitend
was, voeling met zijn kiezers te houden
om bij hen de politieke belangstelling niet
te doen vervliegen.
Met dit voorwoord voor oogen, konden
wij, bij het lezen van het verslag van des
befaainden hoogleera^rs rede, den hier
boven neergeschreven uitroep meerdere
malen onmogelijk onderdrukken.
De heer Eerdmans wil de politieke ge
schillen laten rusten.... En hij warmt zijn
gehoor op om toch te zorgen, dat er nooit
meer een rechtsche regeecring komt, want
dan bestaat er gevaar, dat er een verhoo-
ging van het tarief komt, wat zou beteeke-
nen de ondergang van Rotterdam (l) plus
't is zoo min niet! een aanzienlijke
vermeerdering der oorlogskansen voor ons
land! Nota bene!
De heer Eerdmans wil de politieke ge
schillen laten rusten.... En hij spoort zijn
gehoor aan toch te strijden tegen een
eventueele financieele gelijkstelling van
het openbaar en bijzonder onderwijs, toch
het openbaar onderwijs steeds te bevoor
rechten, omdat 't is of wij midden in
den verkiezingstijd leven! het bijzonder
onderwijs de eenheid van ons volk ver
brokkelt! Nota bene!
Nu nog wat anders. De heer Eerdmans
stak de loftrompet over deze regeering,
waarin men aldus spreker in deze
zoo moeielijke omstandigheden ten volle
kan vertrouwen. En wat is nu het geval?
Juist gisterenmiddag stelde de minister
van Oorlog het vertrouwen, dat de recht
sche afgevaardigde dr. Nolens aan de re
geering schonk tegenover de critiek van...
den heer Eerdmans! Nota bene! Maar dat
is de „politiek" van den heer Eerdmans,
die alle politieke geschillen wilde laten
rusten. Hij moest den kiezers inprenten,
dat deze linksche regeering om haar bui
tengewone voortreffelijkheid heit algemeen
vertrouwen genoot, daarbij vermoffelend,
dat het vertrouwen in werkelijkheid niet
zoo algemeen is, meer wordit geschonken
door rechts dan door links, en d&t riet
zoo zeer om de volmaaktheid van alle
door de regeering genomen maatregelen
als wel om het huidige landsbelang.
De rede van den heer Eerdmans vormt
vooral in deze omstandigheden een zeer te
betreuren politieke actie.
Het Fransche communiqué meldt zwa
re Duitsche verliezen nabij Yperen en
La Bassée. Maandag deed een Engel-
sche duikboot een aanval op den Duit-
schen kleinen kruiser Gazelle, die werd
beschadigd. Een Zeppelin werd boven
Libau neergeschoten.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
De bijzondere correspondent van de
„Tijd" te Sluis meldt:
Op het oogenblik gaat het goed met den
toevoer van levensmiddelen naar het
zwaar geteisterde Yperen, zoodat er geen
gebrek geleden wordt. Opmerkelijk is, dat
ondanks de bombardementen, die er nog
steeds plaats vinden, hot grootste deel der
bewoners is teruggekeerd en wel 11,000
van de 19,000. De verwoestingen zijn
zwaar. Van de Hallen is de groote toren
geheel weg, terwijl van het verdere ge
bouw nog slechts de buitenmuren en twee
kleine torentjes staan. Het inwendige is
geheel verwoest. Van de St. Maartenskerk
staan alleen nog de buitenmuren. Ook het
verbeteringsgesticht voor jongens is geheel
vernield; het stadhuis werd slechts licht
beschadigd. Van de verpleegden is nie
mand gedood en alle jongens hebben ijve
rig meegeholpen om tijdens het bombar
dement in de stad verschillende branden
te blusschen. Zij vertoeven thans in Frank
rijk. Ook van het Stads-museum bestaat
niets meer.
Eenige honderden huizen zijn deerlijk
getroffen, waardoor de navolgende straten
grootendeels vernield werden: Dixmuiden-
straat, Boterstraat, Groote Markt, Rijssel-
straat en de Oude Houtstraat. Talrijke
burgers, waaronder geheele gezinnen,
werden gedood.
Van de omliggende dorpen is Beesse-
lacre het meest getroffen, deze plaats is
n.l. geheel verwoest, Zonneheke gedeelte
lijk.
Paaschendaele is kort na Moorslede weer
in hamden_der Duitschers gekomen, doch
in Bixschoote weten de geallieerden zich
goed fce handhaven en maken er dagelijks
kleine vorderingen.
Dat Paaschendaele is prijsgegeven, ge
schiedde ui't moeilijkheden met het ter
rein, het welk in die streek zóó slecht is,
dat het onmogelijk was de artillerie 'oor-
uit te brengen en zoo de vijandelijke artil
lerie te dwingen naar achteren te gaan.
Nu was Paaschendaele echter dag en
nacht onder vijandelijk vuur. Het terrein,
dat een modderzee is, verhindert elke
voorwaartsche beweging van beide zijden,
daar de artillerie onmogelijk verplaatst
kan worden. Zoo gauw echter het weer
verandert, kan men weer belangrijke ge
vechten daar verwachten: bedde partijen
bereiden zich op dien tijd voor.
Van het Westelijk front zijn slechts
kleine ondernemingen te melden.
Westende en het halfweg tusschen
Nieuwpoort en Ostende gelegen Middel-
kerke werden door de artillerie der Bond-
genooten van uit Nieuwpoort en omgeving
beschoten.
Een hevige aanval dei* D.Jtschcrs op de
stellingen der Bondgenooten ten O. van
Yperen bij Zillebeke, die gedurende de
vorige dagen door artillerievuur was voor
bereid, werd afgeslagen. Het officieele
Fransche bericht bevat een levendige be
schrijving van het gevecht; het Duits vie
zwijgt er van, merkt het „Vad." op.
Bij La Bassée is hevig gevochten .a i
weerszijden van het kanaal, dat van d{e
plaats naar het ten W. daarvan gelegen
Béthune leidt De Duitsche aanval n;s-
lukte ten N. van het kanaal, bij Givenchy.
Maar recht daartegenover, aan de Zuid
zijde van het kanaal, bij Cuinchy, ver
overden de Beiersche troepen 1100 meter
loopgraven en namen 110 manschappen
en 3 officieren gevangen.
Dit meldt het Duitsche bericht. Heit
Fransche daarentegen geeft te verstaan,
dat de Duitschers bij Givenchy en bij Cuin
chy werden teruggeworpen, nadat zij -erst
een weinig gevorderd waren. Zij lieten
60 gevangenen in handen der Engelschen
en hadden veel dooden.
Verder is het belangrijkste in de berica-
ten van weerszijden, dat ook bij Craonne
(ten N.W. van Reims) hevige aanvallen
op de linies der Franschen plaats hadden.
Het Fransche bericht zegt, dat de eerste
aanval werd afgeslagen, maar dat de
tweede dooi drong tot in de Fransche loop
graven, waarop echter door een hevlgen
tegenaanval der Franschen „bijna al het
verlorene" v/erd veroverd. Bijna, dus niet
De Russen.
Uit Polen komen eenigszins vage berich
ten over nederlagen van de bussen op
meer dan één punt.
Ofschoon deze berichten nadere bevesti
ging behoeven, kan het van nut :!jn reeds
nu een denkbeeld te geven van hetgeen zij
melden.
Vooreerst dan zouden de Duitschers over
de Bsura en de Rawka zijn weten te ko
men.
Dit werd reeds eenige dagen geleden ge
meld door een Russisch blad, en daaruit
ging het bericht over in de Engelsc.ie [ers.
Daar terzelfder tijd berichten uit Polen
kwamen, meldend, dat de Russen aan rte
lijn Bsura—-Rawka stand hielden niet al
leen, maar zelfs nog enkele punten op
den linkeroever van die rivier bezet hiel
den. bestond er niet veel reden om <°r toen
waarde aan te hechten.
Een ander Russisch blad brengt nu
evenwel een tweeledig bericht Vooreerst,
dat de Russen zich bovenmenschelijk in
spannen om hun over Sochatschew lon-
pende linie te behouden. En in de tweede
plaats, dat „wanneer zij desondanks te
rugtrokken", dit te wijten was aan de
groote verliezen die zij leden.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Kardinaal Mercier. Thans verklaart
het officieus© orgaan van het Vaticaan, de
„Osservatore Romano", zich verdedigend
tegen een beschuldiging uit Parijs van
partijdigheid, omdat het geen bericht of
gedeelte van een bericht had opgenomen
met betrekking to*t de vermelde gevangen
neming van Z. E. kardinaal Mercier,
aartsbisschop van Mechelen, dat dit ge
schiedde „omdat wij positief wisten, dat
het bericht van die gevangenneming niet
waar was".
De 6chade van den ooriog. Volgens
de berekening van de Liverpoolsche Ver
zekeringsmaatschappij waren de zeever-
liezen gedurende het laatste jaar, wan
neer men slechts de schade van meer dan
10,000 pond sterling in aanmerking neemt
tweemaal zoo groot als in 1913. Het ge
heele verlies bedraagt 13,688,954 pond ster
ling. In 1914 gingen 272 grootere schepen
verloren tegen 176 in 1913. Aan schepen
van minstens 500 ton bedroeg het verlies
in 1914: 323, van welke er 195 door oor
logsschepen of mijnen te gronde gingen.
VerongeTr'rt. Het persbureau meldt,
dat de „Viknor" (vroeger de „Viking")
een bewapend koopvaardijschip, ten noor
den van Ierland te gronde is gegaan. Of
het schip is vergaan in storm of op een
mijn is geitoofcen, is niiet bekend. Alle op
varenden zijn veirdronken. Er is wrak
hout van het schip gevonden.
Gebrek aan metaal. In Duitschland
kan, als de oorlog lang duurt, wel eens
gebrek komen aan het metaal, waaruit
men bommen, granaten, 42 c.M.-projectie
len en dergelijk oorlogstuig pleegt te
slaan. Thans heeft het Duitsche legerbe
stuur laten nagaan, hoeveel lood enz. aan
wezig is, niet onbewerkt, maar bewerkt,
klaargemaakt voor het een of ander meer
vredelievend doel. Men zegt, dat men een
respectabel cijfer krijgt, waarmee de bom
menmakers tevreden kunnen zijn.
Als er werkelijk een metaal-nood zal
gaan heerschen. zullen m de eorsto plaats
aangesproken worden de cliché's, die de
groote uitgevers en drukkerijen bezitten,
o.a. de in lood of zink geëtste muziekstuk
ken. De kunst moet het legerbestuur op
deze wijze millioenen kilo's leveren. Maar
is de kunst opgeteerd, zijn ook de laatste
kunstvoorwerpen door „fleissige Bertha"
verorberd, zoodat er in de warenhuizen
te Berlijn niet meer één beeldje te vinden
is, dan wordt de nijverheid aangesproken,
en zal men accumulatoren en stoomma
chines gaan demonteeren... voor oorlogs
doeleinden.
720,01*0 Engelschen geland. De bijzon
dere berichtgever van de „Tijd" te Sluis
meldt„Reeds een week geleden maakte
ik er melding van, dat de nieuwe Engel-
sche troepen in Frankrijk geland werden..
Blijkbaar hechtte men toen nog niet veel
geloof er aan. Thans komen verschillende
bladen het bericht bevestigen. Ik kan nu
ook nog mededeelen, dat het overbrengen
reeds geschied is en voorloopig niet op
groote schaal vervolgd zal zal worden. In
het geheel zijn 720,000 man geland, welke
het nieuwe leger vonnen, dat eerst in het
voorjaar door een tweede gevolgd wordt.
Een Zeppelin neergeschoten. Het offi
cieele persbureau deelt eeu kennisgeving
van den Russischen marinestaf mede, be
helzende dat een Zeppelin, na negen bom
men op een onverdedigde wijk van Libau
te hebben geworpen, door do forten is be
schoten en getroffen, waarop het luchtschip
in zee viel. De bemanning van het vernielde
luchtschip is gevangen genomen.
Duitsche kruiser beschadigd. Naar wij
van bevoegde zijde vernomen, werd do
kleine kruiser „Gazello" den 25en Januari
nabij het eiland Rügen aangevallen door
een vijandelijke onderzeeboot cn door een
torpedo beschadigd.
De schade is gering. De kruiser viol een4
Duitsche Oostzeehaven binnen.
Menschenlevens gingen niet verloren.
Duur varkensvleesch in Duitschland.
Hoewel er een overvloed van varkens in
Duitschland is, stijgen de prijzen van het
varkensvleesch.
De vee-Invoer in Duitschland. De
bondsraad heeft nieuwe verordeningen uit
gevaardigd .waarbij tijdelijk het onderzoek
van slachtvee en den invoer van versch vet
gemakkelijker worden gemaakt en een ta
rief vastgesteld voor de kosten van het
onderzoek.
Het gevecht in de Noordzee. Allo Brit-
sche oorlogsschepen die hebben deelgeno
men aan het gevecht van Zondag zijn
teruggekeerd.
De kruiser Lion en de torpedojager Me
teor kregen lichte herstelbare beschadi
gingen.
De Britscha verliezen bedragen 14 dooden
en 29 gewonden.
De Duitsche veldpost. Men heeft de
veldpostbrieven, die op een dag vervoerd
werden geteld en kwam tot 16,125,000.
Uit Portugal.
Telegrammen uit Lissabon aan de bladen
FEUILLETON.
16)
DE DUIKER.
Het was toch al te erg. Hij had eerst de
zaak nog al luchtig opgenomen en dacht
bij zich zeiven, dat hij zijn verdiende loon
ontvangen had voor zijn nieuwsgierigheid.
Maar nu werd het toch te erg. Nu werd
hij vain een vreeselijke misdaad verdacht
door zijn gelijken
Hij stond op van zijn zetel, en met ge
strekte houding en vasten blik wachtte hij
het einde van de zitting af7
„Mijnbier", zeide de rechter, een weinig
op het woord drukkend, als om zijn bedoe
ling kenbaar te maken, dat hij den graaf
niet zekere beleefdheid wilde behandelen,
tde noodzakelijkheid van een onderzoeik
verplicht mij, dat zult u wel begrijpen, uw
arrestatie aan te houden. Ik zal alles doen,
wat in mijn macht is, om den loop van
deze treurige zaak te verhaasten. Dit is de
eenige gunst, welke ik u op dit oogenblik
han bewijzen."
Het ie ook de eenige, waarop ik aan
spraak maak", zeide de Servon met ge
dwongen kalmte.
Hij boog voor den rechter, die op zijn
Groet met een koelen hoofdknik antwoord
de-en mot opgeheven hoofd vertrok hij.
Spoedig was de Servon's zelfbewustzijzn
verdwenen. Nauwelijks was de deur achter
hem gesloten, of hij zag zijn toestand vol
komen in.
He ongelukkige, die daareven voor den
techter nog het hoofd fier droeg, gelijk
zwaardvechter, die oervpl wil sneven.
bukte nu onder het gewicht van het on
geluk, en volgde met gebogen hoofd de
twee gendatmen, die hem moesten bewa
ken en geleiden door het gangendoolhof
van het paleis van justitie.
Terwijl de graaf ondervraagd werd,
waren er langzamerhand allerlei nien-
sch.n in de zaal gekomen.
Mannen en vrouwen van eiken leeftijd
hadden op banken plaats genomen, en
Servon beschouwde de blikken dier men
schen als een der zwaarste straffen.
Hij meende zelfs eenige personen te on
derscheiden, onder anderen de portierster
van de rue Michodière, die hem nog on
langs inlichtingen verschaft had omtrent
Loiseau.
Met versnelden pas kwam hij in een
nauwe gang, waar voortdurend menschen
heen en weer liepen.
Bij een duisteren hoek der gang ont
moette de Servon een soort concierge, met
een blauwen bril op. De man droeg eenige
papieren onder den arm, en de plaats was
zoo nauw, dat hij den man moest aan
raken.
Deze liep zeer haastig, en hij was reeds
verdwenen, toen de Servon bemerkte, dat
men hem iets in de hand had gestopt.
Het was een rond en hard voorwerp, en
de graaf dacht een oogenblik aan een grap,
maar het instinct waarschuwde hem, dat
hij het voorwerp moest verbergen.
Dit ging des te gemakkelijker, daar de
gendarmes niets bemerkt hadden. -
Servon begreep er niets van, maar hij
verwachtte, dat het een hulp zou zijn,
waarop niet gerekend werd, en hij ver
langde zeer alleen te zijn om zekerheid te
verkrijgen.
Nauwelijks was hij zijn cel binnengetre
den, of hij begon een onderzoek in te stel
len, maar hij meende dat men hem kon
gadeslaan door een of andere onzichtbare
opening en hij nam dus voorzorgsmaat
regelen.
Eerst liep hij weit onverschillig gelaat
heen en weer, dan strekte hij zich op zijn
bed uit, alsof hij wonschte te slapen.
In deze houding meende hij, zonder ge
zien te worden, zijn plan ten uitvoer te
kunnen brengen. Het voorwerp, dat men
hem in de hand had gestopt, was een
doosje. Hij opende het, en nu ontwaarde
zijn oog een briefje, waarvan hij aanstonds
het schrift herkende. Het waren die zelfde
letters, waarin karakter zat, van Loiseau.
De graaf las het volgende
„Voor het einde van de week zult u vrij
zijn. Antwoord niet, wanneer men u onder
vraagt. Verscheur dit briefje."
Dit al te laconisch briefje maakte de
Servon niet wijzer, hot leerde hem slechts,
dat de zonderlinge mensch, die zoo onver
wachts in zijn leven gemengd was, hem
onder bizondere bescherming nam.
Het briefje stelde hem eenigeimate ge
rust.
De graaf begreep, dat er hier geen sprake
kon zijn van een gewone misdaad, want
een moordenaar zou den tijd besteed heb
ben aan ontvluchten, zonder er behagen
in te scheppen de rol van voorzienigheid te
spelen.
Maar hoe zou het dien onzichtbaren be
schermer gelukken een onschuld te doen
uitkomen, welke door de grootste oprecht
heid niet aan het licht kon gebracht wor
den? Daar kon de Servon niets van be
grijpen.
Telkens en telkens dacht hij weder aan
de geschiedenis, waarin hij sedert twee
maanden was gewikkeld, en het eenige,
wat hij hiermede uitwerkte, was, dat hij
zijn denkvermogen, dat toch al een knak
had gekregen, hoe langer hoe meer ver
zwakte.
Hij had ook een raadgeving ontvangen,
om n.l. geen antwoord meer te geven.
Hij had misschien reeds te veel gespro
ken, maar nu, zoo besloot hij, zou men
geen woord meer uit hem krijgen. Dim,
dacht hij, zou de vrijheid te laat aanbre
ken, wanneer zij ooit aanbrak, want zijn
arrestatie moest bekend zijn, en hij werd
aangegrepen door een hevigen aanval van
wanhoop. Voor de eerste maal in zijn le
ven verkeerde de Servon in zulk eeri toe
stand, waarin de mensch machteloos is,
waarover in romans zoo verkeerd gespro
ken wordt, en om dien toestand te boven
te komen, gevoelde hij noch de kracht noch
de slimheid in zich.
Dien dag bemerkte hij, dat hij nooit voor
samenzweerder zou deugen.
Hoe lang zou hij in dit graf verblijven?
„Voor het einde der week. zi<lt u vrij
zijn." Deze woorden kwamen hem onop
houdelijk voor den geest, en hij begon de
dagen te tellen.
Het was Maandag. Het kon niet lang du
ren, of hij zou een oordeel over de juist
heid der voorspelling kunnen vellen.
Er verliepen drie dagen.
Geen enkel gerucht van buiten was tot
den gevangene doorgedrongen. Hij had aan
niemand geschreven en niemand had ge
vraagd b*m win bezoek te mogen brengen.
De reehor schoen hem zelfs vergeten te
hebben, want hij had nog geen nieuw ver
hoor ondergaan.
Des Donderdagavonds kwam een be
waarder binnen en overhandigde den
graaf een tamelijk groot pakket., dat lin
nengoed en toiletartikelen inhield.
Blijkbaar had Charles de Précey die at
tentie bewezen, en Servon sgrak bij zich
zelren, dat, wanneer zijn vriend van zijn
ongel ukkigen toestand onderricht was,
zijn inhechtenisneming hot nieuws van
alle clubs was.
Ook de Vrijdag ging voorbij zonder
eenige noemenswaardige gebeurtenis. Ser
von dreigde gek te worden. Des Zaterdag-
middags.... nog niets!
De graaf zeide nu bij zich zeiven, dat de
ellendige Loiseau hem voor den gek hield.
Hij meende, dat de schurk, door zich van
's graven stilzwijgen te verzekeren, tijd had
willen winnen om te ontvluchten. Werke
lijk dat was nog zoo onaannemelijk niet.
Toen dacht de arme Servon aan sterven.
Sterven! Dan was hij tenminste uit zijn
lijden....
Waarlijk hij dacht er reeds aan, toen de
directeur binnenkwam. De graaf was ver
rast.
„Goeden dag, mijnheer", zeide de ern
stige man met merkbare beleefdheid, „ik
heb u een gelukkig nieuws te melden. Ik
heb zoooven den last gekregen u te e«U
slaan. Dus u is vrijl"
(Wordt vervolgd.)