27 BUITENLAND. De Oorlog. 3)e SeicboHe ©ou/fca/nt 6s JAARGANG. No. 1609 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, mot GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering n het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 perkwartaal; bij onze genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent WOENSDAG JANUARI. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Gemoedsverharding. Ook dit is een der euvelen van den rampzaligen oorlog. Denkt maar eens even na, hoe diepen in- diuk op de wereld gemaakt hebben de ramp van de „Berlin" op onze kust en het irgaan van de „Titanic". Wat stonden de kranten vol erover, wat werden de slachtoffers beklaagd en de koene redders toegejuichti Niets van dit al echter toen Maandag de mare kwam, dat op de Noordzee een zee slag weer houderden slachtoffers had ge maakt. Mogelijk heeft deze of ge.*e even ge dacht: „die arme kerels", maar overigens was de algemeene indruk veeleer deze: Schieten we daar nu eigenlijk wel weer mee op", welke indruk werd opgewekt door de overweging, dat er immers slechts zoo weinig schepen zonken en de oorlogvoeren den mekaar dus geen geduchten klap had den toegebracht. Zeker, we redeneeren aldus niet uit wreedheid of uit onverschilligheid met het Int der slachtoffers, maar houden daarbij slechts dit in 't oog: hoe komt er 't spoe digste vrede? En ontegenzeggelijk wordt deze door verzwakking der partijen be vorderd, .zoodat Laten we dezen zin niet voltooien, maar denken we eens ernstig aan het nameloos wee, dat met die verzwakking gepaard gaat. 't Zijn immers menschen van gelijke bewegingen als die vergingen met „Berlin" en „Titanic" en waarom dan thans zoo veel minder mededoogen?. O, die gemoedsverharding, welke de oorlog mede na zich sleept! Zelfs een ramp als Italië nu weer trof maakt niet dien diepen indruk, welke er eigenlijk het ge volg van behoorde te wezen. Zoozeer wor- we gewoon aan het sterven van velen, van talloozen. En daar staan we nu maar machteloos tegenover.... Moge God de gebeden verhooren van wie om vrede smeken en de harten der leiders stemmen tot ootmoedige toegevendheid je gens elkander, opdat de stortvloed van weedom, welke over Europa is losgebar sten, spoedig in zijn loop worden gestuit. Nota bene! voor Rotterdam III, professor Eerrlmans, is gisteravond als spreker opgetreden in een ledenvergade ring der Kiesvereeniging, die hem voor het lidmaatschap der Tweede Kamer can- didaat heeft gesteld. Op den voorgrond stelde hij, dat op dit moment de politieke geschillen rusten, zoodat zijn bedoeling dan ook uitsluitend was, voeling met zijn kiezers te houden om bij hen de politieke belangstelling niet te doen vervliegen. Met dit voorwoord voor oogen, konden wij, bij het lezen van het verslag van des befaainden hoogleera^rs rede, den hier boven neergeschreven uitroep meerdere malen onmogelijk onderdrukken. De heer Eerdmans wil de politieke ge schillen laten rusten.... En hij warmt zijn gehoor op om toch te zorgen, dat er nooit meer een rechtsche regeecring komt, want dan bestaat er gevaar, dat er een verhoo- ging van het tarief komt, wat zou beteeke- nen de ondergang van Rotterdam (l) plus 't is zoo min niet! een aanzienlijke vermeerdering der oorlogskansen voor ons land! Nota bene! De heer Eerdmans wil de politieke ge schillen laten rusten.... En hij spoort zijn gehoor aan toch te strijden tegen een eventueele financieele gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs, toch het openbaar onderwijs steeds te bevoor rechten, omdat 't is of wij midden in den verkiezingstijd leven! het bijzonder onderwijs de eenheid van ons volk ver brokkelt! Nota bene! Nu nog wat anders. De heer Eerdmans stak de loftrompet over deze regeering, waarin men aldus spreker in deze zoo moeielijke omstandigheden ten volle kan vertrouwen. En wat is nu het geval? Juist gisterenmiddag stelde de minister van Oorlog het vertrouwen, dat de recht sche afgevaardigde dr. Nolens aan de re geering schonk tegenover de critiek van... den heer Eerdmans! Nota bene! Maar dat is de „politiek" van den heer Eerdmans, die alle politieke geschillen wilde laten rusten. Hij moest den kiezers inprenten, dat deze linksche regeering om haar bui tengewone voortreffelijkheid heit algemeen vertrouwen genoot, daarbij vermoffelend, dat het vertrouwen in werkelijkheid niet zoo algemeen is, meer wordit geschonken door rechts dan door links, en d&t riet zoo zeer om de volmaaktheid van alle door de regeering genomen maatregelen als wel om het huidige landsbelang. De rede van den heer Eerdmans vormt vooral in deze omstandigheden een zeer te betreuren politieke actie. Het Fransche communiqué meldt zwa re Duitsche verliezen nabij Yperen en La Bassée. Maandag deed een Engel- sche duikboot een aanval op den Duit- schen kleinen kruiser Gazelle, die werd beschadigd. Een Zeppelin werd boven Libau neergeschoten. De Duitschers in Frankrijk en België. De bijzondere correspondent van de „Tijd" te Sluis meldt: Op het oogenblik gaat het goed met den toevoer van levensmiddelen naar het zwaar geteisterde Yperen, zoodat er geen gebrek geleden wordt. Opmerkelijk is, dat ondanks de bombardementen, die er nog steeds plaats vinden, hot grootste deel der bewoners is teruggekeerd en wel 11,000 van de 19,000. De verwoestingen zijn zwaar. Van de Hallen is de groote toren geheel weg, terwijl van het verdere ge bouw nog slechts de buitenmuren en twee kleine torentjes staan. Het inwendige is geheel verwoest. Van de St. Maartenskerk staan alleen nog de buitenmuren. Ook het verbeteringsgesticht voor jongens is geheel vernield; het stadhuis werd slechts licht beschadigd. Van de verpleegden is nie mand gedood en alle jongens hebben ijve rig meegeholpen om tijdens het bombar dement in de stad verschillende branden te blusschen. Zij vertoeven thans in Frank rijk. Ook van het Stads-museum bestaat niets meer. Eenige honderden huizen zijn deerlijk getroffen, waardoor de navolgende straten grootendeels vernield werden: Dixmuiden- straat, Boterstraat, Groote Markt, Rijssel- straat en de Oude Houtstraat. Talrijke burgers, waaronder geheele gezinnen, werden gedood. Van de omliggende dorpen is Beesse- lacre het meest getroffen, deze plaats is n.l. geheel verwoest, Zonneheke gedeelte lijk. Paaschendaele is kort na Moorslede weer in hamden_der Duitschers gekomen, doch in Bixschoote weten de geallieerden zich goed fce handhaven en maken er dagelijks kleine vorderingen. Dat Paaschendaele is prijsgegeven, ge schiedde ui't moeilijkheden met het ter rein, het welk in die streek zóó slecht is, dat het onmogelijk was de artillerie 'oor- uit te brengen en zoo de vijandelijke artil lerie te dwingen naar achteren te gaan. Nu was Paaschendaele echter dag en nacht onder vijandelijk vuur. Het terrein, dat een modderzee is, verhindert elke voorwaartsche beweging van beide zijden, daar de artillerie onmogelijk verplaatst kan worden. Zoo gauw echter het weer verandert, kan men weer belangrijke ge vechten daar verwachten: bedde partijen bereiden zich op dien tijd voor. Van het Westelijk front zijn slechts kleine ondernemingen te melden. Westende en het halfweg tusschen Nieuwpoort en Ostende gelegen Middel- kerke werden door de artillerie der Bond- genooten van uit Nieuwpoort en omgeving beschoten. Een hevige aanval dei* D.Jtschcrs op de stellingen der Bondgenooten ten O. van Yperen bij Zillebeke, die gedurende de vorige dagen door artillerievuur was voor bereid, werd afgeslagen. Het officieele Fransche bericht bevat een levendige be schrijving van het gevecht; het Duits vie zwijgt er van, merkt het „Vad." op. Bij La Bassée is hevig gevochten .a i weerszijden van het kanaal, dat van d{e plaats naar het ten W. daarvan gelegen Béthune leidt De Duitsche aanval n;s- lukte ten N. van het kanaal, bij Givenchy. Maar recht daartegenover, aan de Zuid zijde van het kanaal, bij Cuinchy, ver overden de Beiersche troepen 1100 meter loopgraven en namen 110 manschappen en 3 officieren gevangen. Dit meldt het Duitsche bericht. Heit Fransche daarentegen geeft te verstaan, dat de Duitschers bij Givenchy en bij Cuin chy werden teruggeworpen, nadat zij -erst een weinig gevorderd waren. Zij lieten 60 gevangenen in handen der Engelschen en hadden veel dooden. Verder is het belangrijkste in de berica- ten van weerszijden, dat ook bij Craonne (ten N.W. van Reims) hevige aanvallen op de linies der Franschen plaats hadden. Het Fransche bericht zegt, dat de eerste aanval werd afgeslagen, maar dat de tweede dooi drong tot in de Fransche loop graven, waarop echter door een hevlgen tegenaanval der Franschen „bijna al het verlorene" v/erd veroverd. Bijna, dus niet De Russen. Uit Polen komen eenigszins vage berich ten over nederlagen van de bussen op meer dan één punt. Ofschoon deze berichten nadere bevesti ging behoeven, kan het van nut :!jn reeds nu een denkbeeld te geven van hetgeen zij melden. Vooreerst dan zouden de Duitschers over de Bsura en de Rawka zijn weten te ko men. Dit werd reeds eenige dagen geleden ge meld door een Russisch blad, en daaruit ging het bericht over in de Engelsc.ie [ers. Daar terzelfder tijd berichten uit Polen kwamen, meldend, dat de Russen aan rte lijn Bsura—-Rawka stand hielden niet al leen, maar zelfs nog enkele punten op den linkeroever van die rivier bezet hiel den. bestond er niet veel reden om <°r toen waarde aan te hechten. Een ander Russisch blad brengt nu evenwel een tweeledig bericht Vooreerst, dat de Russen zich bovenmenschelijk in spannen om hun over Sochatschew lon- pende linie te behouden. En in de tweede plaats, dat „wanneer zij desondanks te rugtrokken", dit te wijten was aan de groote verliezen die zij leden. Verschillende Oorlogs berichten. Kardinaal Mercier. Thans verklaart het officieus© orgaan van het Vaticaan, de „Osservatore Romano", zich verdedigend tegen een beschuldiging uit Parijs van partijdigheid, omdat het geen bericht of gedeelte van een bericht had opgenomen met betrekking to*t de vermelde gevangen neming van Z. E. kardinaal Mercier, aartsbisschop van Mechelen, dat dit ge schiedde „omdat wij positief wisten, dat het bericht van die gevangenneming niet waar was". De 6chade van den ooriog. Volgens de berekening van de Liverpoolsche Ver zekeringsmaatschappij waren de zeever- liezen gedurende het laatste jaar, wan neer men slechts de schade van meer dan 10,000 pond sterling in aanmerking neemt tweemaal zoo groot als in 1913. Het ge heele verlies bedraagt 13,688,954 pond ster ling. In 1914 gingen 272 grootere schepen verloren tegen 176 in 1913. Aan schepen van minstens 500 ton bedroeg het verlies in 1914: 323, van welke er 195 door oor logsschepen of mijnen te gronde gingen. VerongeTr'rt. Het persbureau meldt, dat de „Viknor" (vroeger de „Viking") een bewapend koopvaardijschip, ten noor den van Ierland te gronde is gegaan. Of het schip is vergaan in storm of op een mijn is geitoofcen, is niiet bekend. Alle op varenden zijn veirdronken. Er is wrak hout van het schip gevonden. Gebrek aan metaal. In Duitschland kan, als de oorlog lang duurt, wel eens gebrek komen aan het metaal, waaruit men bommen, granaten, 42 c.M.-projectie len en dergelijk oorlogstuig pleegt te slaan. Thans heeft het Duitsche legerbe stuur laten nagaan, hoeveel lood enz. aan wezig is, niet onbewerkt, maar bewerkt, klaargemaakt voor het een of ander meer vredelievend doel. Men zegt, dat men een respectabel cijfer krijgt, waarmee de bom menmakers tevreden kunnen zijn. Als er werkelijk een metaal-nood zal gaan heerschen. zullen m de eorsto plaats aangesproken worden de cliché's, die de groote uitgevers en drukkerijen bezitten, o.a. de in lood of zink geëtste muziekstuk ken. De kunst moet het legerbestuur op deze wijze millioenen kilo's leveren. Maar is de kunst opgeteerd, zijn ook de laatste kunstvoorwerpen door „fleissige Bertha" verorberd, zoodat er in de warenhuizen te Berlijn niet meer één beeldje te vinden is, dan wordt de nijverheid aangesproken, en zal men accumulatoren en stoomma chines gaan demonteeren... voor oorlogs doeleinden. 720,01*0 Engelschen geland. De bijzon dere berichtgever van de „Tijd" te Sluis meldt„Reeds een week geleden maakte ik er melding van, dat de nieuwe Engel- sche troepen in Frankrijk geland werden.. Blijkbaar hechtte men toen nog niet veel geloof er aan. Thans komen verschillende bladen het bericht bevestigen. Ik kan nu ook nog mededeelen, dat het overbrengen reeds geschied is en voorloopig niet op groote schaal vervolgd zal zal worden. In het geheel zijn 720,000 man geland, welke het nieuwe leger vonnen, dat eerst in het voorjaar door een tweede gevolgd wordt. Een Zeppelin neergeschoten. Het offi cieele persbureau deelt eeu kennisgeving van den Russischen marinestaf mede, be helzende dat een Zeppelin, na negen bom men op een onverdedigde wijk van Libau te hebben geworpen, door do forten is be schoten en getroffen, waarop het luchtschip in zee viel. De bemanning van het vernielde luchtschip is gevangen genomen. Duitsche kruiser beschadigd. Naar wij van bevoegde zijde vernomen, werd do kleine kruiser „Gazello" den 25en Januari nabij het eiland Rügen aangevallen door een vijandelijke onderzeeboot cn door een torpedo beschadigd. De schade is gering. De kruiser viol een4 Duitsche Oostzeehaven binnen. Menschenlevens gingen niet verloren. Duur varkensvleesch in Duitschland. Hoewel er een overvloed van varkens in Duitschland is, stijgen de prijzen van het varkensvleesch. De vee-Invoer in Duitschland. De bondsraad heeft nieuwe verordeningen uit gevaardigd .waarbij tijdelijk het onderzoek van slachtvee en den invoer van versch vet gemakkelijker worden gemaakt en een ta rief vastgesteld voor de kosten van het onderzoek. Het gevecht in de Noordzee. Allo Brit- sche oorlogsschepen die hebben deelgeno men aan het gevecht van Zondag zijn teruggekeerd. De kruiser Lion en de torpedojager Me teor kregen lichte herstelbare beschadi gingen. De Britscha verliezen bedragen 14 dooden en 29 gewonden. De Duitsche veldpost. Men heeft de veldpostbrieven, die op een dag vervoerd werden geteld en kwam tot 16,125,000. Uit Portugal. Telegrammen uit Lissabon aan de bladen FEUILLETON. 16) DE DUIKER. Het was toch al te erg. Hij had eerst de zaak nog al luchtig opgenomen en dacht bij zich zeiven, dat hij zijn verdiende loon ontvangen had voor zijn nieuwsgierigheid. Maar nu werd het toch te erg. Nu werd hij vain een vreeselijke misdaad verdacht door zijn gelijken Hij stond op van zijn zetel, en met ge strekte houding en vasten blik wachtte hij het einde van de zitting af7 „Mijnbier", zeide de rechter, een weinig op het woord drukkend, als om zijn bedoe ling kenbaar te maken, dat hij den graaf niet zekere beleefdheid wilde behandelen, tde noodzakelijkheid van een onderzoeik verplicht mij, dat zult u wel begrijpen, uw arrestatie aan te houden. Ik zal alles doen, wat in mijn macht is, om den loop van deze treurige zaak te verhaasten. Dit is de eenige gunst, welke ik u op dit oogenblik han bewijzen." Het ie ook de eenige, waarop ik aan spraak maak", zeide de Servon met ge dwongen kalmte. Hij boog voor den rechter, die op zijn Groet met een koelen hoofdknik antwoord de-en mot opgeheven hoofd vertrok hij. Spoedig was de Servon's zelfbewustzijzn verdwenen. Nauwelijks was de deur achter hem gesloten, of hij zag zijn toestand vol komen in. He ongelukkige, die daareven voor den techter nog het hoofd fier droeg, gelijk zwaardvechter, die oervpl wil sneven. bukte nu onder het gewicht van het on geluk, en volgde met gebogen hoofd de twee gendatmen, die hem moesten bewa ken en geleiden door het gangendoolhof van het paleis van justitie. Terwijl de graaf ondervraagd werd, waren er langzamerhand allerlei nien- sch.n in de zaal gekomen. Mannen en vrouwen van eiken leeftijd hadden op banken plaats genomen, en Servon beschouwde de blikken dier men schen als een der zwaarste straffen. Hij meende zelfs eenige personen te on derscheiden, onder anderen de portierster van de rue Michodière, die hem nog on langs inlichtingen verschaft had omtrent Loiseau. Met versnelden pas kwam hij in een nauwe gang, waar voortdurend menschen heen en weer liepen. Bij een duisteren hoek der gang ont moette de Servon een soort concierge, met een blauwen bril op. De man droeg eenige papieren onder den arm, en de plaats was zoo nauw, dat hij den man moest aan raken. Deze liep zeer haastig, en hij was reeds verdwenen, toen de Servon bemerkte, dat men hem iets in de hand had gestopt. Het was een rond en hard voorwerp, en de graaf dacht een oogenblik aan een grap, maar het instinct waarschuwde hem, dat hij het voorwerp moest verbergen. Dit ging des te gemakkelijker, daar de gendarmes niets bemerkt hadden. - Servon begreep er niets van, maar hij verwachtte, dat het een hulp zou zijn, waarop niet gerekend werd, en hij ver langde zeer alleen te zijn om zekerheid te verkrijgen. Nauwelijks was hij zijn cel binnengetre den, of hij begon een onderzoek in te stel len, maar hij meende dat men hem kon gadeslaan door een of andere onzichtbare opening en hij nam dus voorzorgsmaat regelen. Eerst liep hij weit onverschillig gelaat heen en weer, dan strekte hij zich op zijn bed uit, alsof hij wonschte te slapen. In deze houding meende hij, zonder ge zien te worden, zijn plan ten uitvoer te kunnen brengen. Het voorwerp, dat men hem in de hand had gestopt, was een doosje. Hij opende het, en nu ontwaarde zijn oog een briefje, waarvan hij aanstonds het schrift herkende. Het waren die zelfde letters, waarin karakter zat, van Loiseau. De graaf las het volgende „Voor het einde van de week zult u vrij zijn. Antwoord niet, wanneer men u onder vraagt. Verscheur dit briefje." Dit al te laconisch briefje maakte de Servon niet wijzer, hot leerde hem slechts, dat de zonderlinge mensch, die zoo onver wachts in zijn leven gemengd was, hem onder bizondere bescherming nam. Het briefje stelde hem eenigeimate ge rust. De graaf begreep, dat er hier geen sprake kon zijn van een gewone misdaad, want een moordenaar zou den tijd besteed heb ben aan ontvluchten, zonder er behagen in te scheppen de rol van voorzienigheid te spelen. Maar hoe zou het dien onzichtbaren be schermer gelukken een onschuld te doen uitkomen, welke door de grootste oprecht heid niet aan het licht kon gebracht wor den? Daar kon de Servon niets van be grijpen. Telkens en telkens dacht hij weder aan de geschiedenis, waarin hij sedert twee maanden was gewikkeld, en het eenige, wat hij hiermede uitwerkte, was, dat hij zijn denkvermogen, dat toch al een knak had gekregen, hoe langer hoe meer ver zwakte. Hij had ook een raadgeving ontvangen, om n.l. geen antwoord meer te geven. Hij had misschien reeds te veel gespro ken, maar nu, zoo besloot hij, zou men geen woord meer uit hem krijgen. Dim, dacht hij, zou de vrijheid te laat aanbre ken, wanneer zij ooit aanbrak, want zijn arrestatie moest bekend zijn, en hij werd aangegrepen door een hevigen aanval van wanhoop. Voor de eerste maal in zijn le ven verkeerde de Servon in zulk eeri toe stand, waarin de mensch machteloos is, waarover in romans zoo verkeerd gespro ken wordt, en om dien toestand te boven te komen, gevoelde hij noch de kracht noch de slimheid in zich. Dien dag bemerkte hij, dat hij nooit voor samenzweerder zou deugen. Hoe lang zou hij in dit graf verblijven? „Voor het einde der week. zi<lt u vrij zijn." Deze woorden kwamen hem onop houdelijk voor den geest, en hij begon de dagen te tellen. Het was Maandag. Het kon niet lang du ren, of hij zou een oordeel over de juist heid der voorspelling kunnen vellen. Er verliepen drie dagen. Geen enkel gerucht van buiten was tot den gevangene doorgedrongen. Hij had aan niemand geschreven en niemand had ge vraagd b*m win bezoek te mogen brengen. De reehor schoen hem zelfs vergeten te hebben, want hij had nog geen nieuw ver hoor ondergaan. Des Donderdagavonds kwam een be waarder binnen en overhandigde den graaf een tamelijk groot pakket., dat lin nengoed en toiletartikelen inhield. Blijkbaar had Charles de Précey die at tentie bewezen, en Servon sgrak bij zich zelren, dat, wanneer zijn vriend van zijn ongel ukkigen toestand onderricht was, zijn inhechtenisneming hot nieuws van alle clubs was. Ook de Vrijdag ging voorbij zonder eenige noemenswaardige gebeurtenis. Ser von dreigde gek te worden. Des Zaterdag- middags.... nog niets! De graaf zeide nu bij zich zeiven, dat de ellendige Loiseau hem voor den gek hield. Hij meende, dat de schurk, door zich van 's graven stilzwijgen te verzekeren, tijd had willen winnen om te ontvluchten. Werke lijk dat was nog zoo onaannemelijk niet. Toen dacht de arme Servon aan sterven. Sterven! Dan was hij tenminste uit zijn lijden.... Waarlijk hij dacht er reeds aan, toen de directeur binnenkwam. De graaf was ver rast. „Goeden dag, mijnheer", zeide de ern stige man met merkbare beleefdheid, „ik heb u een gelukkig nieuws te melden. Ik heb zoooven den last gekregen u te e«U slaan. Dus u is vrijl" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1