hij steeds liet lek boven water zal blijven houden. Wegens periodieke aftreding van de hee ren N. Ammerlaan, G. Belt en Th. Berg is een verkiezing aan de orde. Candidaten zijn en worden niet gesteld, waarom de voorz. voorstelt de aftreden de heeren bij acclamatie te herbenomen. Wordt onder luid applaus aangenomen. Door vertrek van den heer J. Th. Wat- senburg is een vacature ontstaan, waarin moet worden voorzien, 't Bestuur ètelt de heer C. P. J. Paardekooper Tot candidaat. Andere candidaten, die een eventueele benoeming zouden aannemen worden niet gesteld, waarna op voorstel van den voor zitter de enkele candidaat wordt benoemd, die dankt voor het vertrouwen hem ge schonken en belooft zooveel mogelijk te zullen doen voor alles wat de Jonge Garde in haar program schrijft. Aan de orde is: bestuursvoorstel tot o'p- richting van een Debatingclub. De WelEerw. adviseur leidt het voor stel in. In het breede toonde ZijnEerw. aan, dat een debatingclub er veel toe kan bijdra gen om de leden van de Jonge Garde te maken tot waardige leden van de strijden de Kerk, menschen, die weten wat zij'zeg gen en zeggen wat zij weten. Ook zal een debatingclub als gevolg hebben, dat er mannen worden gevormd, die de leiding van een vergadering op zich kunnen ne men. daardoor zal het vereenigingsleven aantrekkelijker worden gemaakt. Over de inrichting van een debatingclub sprekend^ zegt spr., dat naar zijn meening iederen avond een andere voorzitter en secretaris moeten fungeeren. Verder weerlegde spr. de bezwaren te gen de toetreding. Een warm applaus volgde op sprekers woorden. Na ampele besprekingen werd tot op richting besloten en gaven zich 19 leden op. De kosten, zaalhuur, zullen det "leden on derling dragen. Na de rondvraag nam de heer Jac. van Leeuwen, die als voorzitter van de Kiesver- eeniging de vergadering bijwoonde, het woerd. Namens het Bestuur der Kiesvereeniging deelt spr. mede, dat het uiterst voldaan is* over den arbeid van de Gardisten, zoowel wel bij de kiezerskweek als bij verkiezings werkzaamheden. Namens genoemd college brengt spr. daarvoor hartelijk dank. Vervolgens spreekt de heer v. L. zijn vreugde uit over het feit dat de sociale cursus op zoo'n breeden voet loopt en dat er nu nog een debatingclub is opgericht Woorden van hartelijken dank brengt spr. aan den WelEerw. adviseur, door wien dit alles tot stand kwam. (Applaus en toejuichingen). De Eerw. adviseur dankt den heer Van Leeuwen voor zijn woorden en spoort het bestuur aan met denzelfden ijver voort te gaan. De aanwezige militairen- moedigt de eerw. spr. aan propagandisten te zijn niet alleen in woord maar inderdaad. De Voorzitter brengt ten slotte dank voor de ondervonden steun vooral ook aan „De Leidsche Courant" en sluit dankend voor het aangenaam discussieeren de ver gadering. Waterleiding. De waterleidingwerken vorderen, de tijdsomstandigheden en de aanhoudende nattigheid in aanmerking genomen, goed. De leiding komt vandaag reeds aan het Raadhuis. ALPHEN. Gemeenteraad. Vergadering van heden. Voorzitter J. W. C. Th. Visser, burge meester Aanwezig 10 leden. Afwezig de lieer Dros. De notulen der vorige vergadering wor- den vastgesteld. De Voorzitter moet tot zijn spijt mede- I deelen, dat de oud-veldwachter Hollebeit overleden is. In eenige welgekozen woor den brengt de voorzitter hulde aan den overleden oud-ambtenaar. De Voorzitter deelt mede, dat inge komen zijn de volgende stukken: Missives van Ged. Staten, welke voor kennisgeving aangenomen worden. Verzoek van de Ver. „Gemeentebelang", ora een lantaarn te plaatsen bij de brug over de Spoorhaven. Wordt gesteld in han den van b. en W. om praeadvies. In behandeling komt het adre3 van de Ver. „Gemeentebelang" over instelling van eene Kamer van Koophandel en Fa brieken. B. en W. adviseeren niet-in te gaan op het verzoek, omdat uit he-t adres de nood zakelijkheid eener dergelijke instelling niet blijkt en om andere redenen van ad ministratieven en financieelen aard. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Aangenomen wordt het voorstel van B. en W. de onderhandsche aanbesteding van het onderhoud der gemeentegebouwen enz., gedurende 1915, te gunnen aan de laagste inschrijvers. Tot lid van de commissie van toezicht °P de Ambachts-teekenschool wordt met algemeens stemmen herkozen de heer J. J. Altona. Tot leden van de financieele commissie worden herkozen de heeren He'rngreen, v. d. Meer en Smit. De commissie bestond nit de heex*en Sprey, v. Leeuwen en Hern- green. Aangenomen wordt een voorstel van B. en w. om de bog rooiing dienst 191-1 in ont vangsten en uitgaven te verhoogen met 115,000 en 1915 met f70,000. Bij vaststelling suppletoire kohieren D. O. en hondenbelasting dienst 1914 gaat de raad in geheime zitting. De zitting wordt heropend en worden de kohieren vastgesteld. In behandeling komt ale nu het voorstel van B. en W. tot aankoop van een stukje grond, grenzende aan de Gaal aan. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Voorgelezen wordt een adres van ingeze tenen, verzoekende te bevorderen, dat de Serooentcn Alphen en Aarlahderveen wor sen vvreenigd, mi een memorie van toe lichting, waarin betoogd wordt om de ge meente Aarlanderveen te splitsen. Mocht dit laatste om verschillende redenen niet mogelijk zijn, dan te bevorderen, dat de göheele gemeente Aarlanderveen opgehe ven wordt. De meerderheid van het D. B. gaat in beginsel mede met de gegevens in het adres en de memorie van toelichting en vraagt den raad zich in beginsel uit te spre ken voor of tegen de vereeniging. De heer Herngreen huivert zijn meening te zeggen, nu zoovele honderden het adres hebben jjeiteekend, vooral nu hij een andere meening is toegedaan. Er wordt in het adres geen een belang, niet een voordeel opgenoemd. Het eenige wat bereikt wordt is belastingverhooging voor Alphen. Spr. zal tegen stemmen. De Voorzitter vindt het adres niet vaag. Er zijn zoovele zaken, brandweer, onderwijs, politie, enz., die pleiten voor een hereeniging. B. en W. vragen den raad alleen zich uit te spreken over het beginsel. Spr. zet verder uiteen hetgeen een dergelijke vereeniging voorafgaat. Over de voorwaarden hebben wij ons dus niet uit te laten. Spreekt de raad zich uit tegen de hereeniging dan is de zaak van de baan. In het tegenover gestelde geval heeft ieder raadslid te beslissen over de voorwaarden. De heer v.d. Lindejiis van meening, dat er bouwgrond genoeg is om uit te breiden. Wij behoeven de bewoners van de Lagezijde niet tegemoet te komen. De heer B e s is voor gedeeltelijke ver eeniging, maar kan niet met de geheele vereeniging medegaan. De heer Sprey is van meening dat het hoofdzakelijk om de Lage Zijde gaat. Willen B. en W. in hun praeadvies opne men van Aarbrug tot Gouwsluis, dan is een zeer gewenschte oplossing te berei ken. Het is voor Alphen ook een levensbe lang, wanneer men aan de fabrieken denkt, waarvoor in Alphen geen geschikte terreinen bestaan. De heer Boot bepleit een hereeniging van de Aarbrug tot Zwammerdam. Ter kennis van Ged. Staten zullen de verschillende zienswijzen gebracht worden. In stemming wordt gebracht het voor stel, dat de vergadering in beginsel be sluit een hereeniging in nadere overwe ging te nemen, onder voorwaarden, dat de grensregeling wordt aangenomen, zoo als de heeren Bes en Sprey hebben aange geven. De heer Los zegt, dat het voorstel Boot verder gaat. Het voorstel Boot komt eerst in stem ming. Het wordt verworpen met 27 stem men, die van de heeren Boot en v. Leeu- wen.~Het voorstel Bes en Sprey wordt aan genomen met 64 stemmen, die van de heeren Los, v. d. Meer, v. d. Linden en Herngreen. Het rapport van den directeur der "Wa terleiding in zake het brengen van wijzi ging in de bedrijfskracht van het pomp station wordt gesteld in handen eener commissie bestaande uit de heeren Sprey, Herngreen en v. Leeuwen. Academienieuws. LEIDEN. Geslaagd voor het doctoraal examen in de rechten de heer R. van Eek (Den Haag.) De Geneeskundige Staatscommissie be vorderde heden tot semi-arts de heer H. H. Cohen, (Den Haag). Faillissementen. Uitgesproken: H. Koops, timmerman en aannemer, te Assen, cur. mr. H. Diephuis te Assen. G. van Lochem, schilder en koopman, te Winterswijk; cur. Bosch van Rosenthal, te Zutphen. B. H. Dingber, koffiehuishouder, te Hilver sum; cur. mr. F. W. C. H. Oldcwelt. De Naamlooze Yennootschap Kunstgraniet Steen- en Terrassofabriek Holland, te Water graafsmeer; cur. mr. I. L. Polak. Geëindigd: J. G. Prins, te 's-Gravenhage; A. van der Molen, te Maastricht. J. Sekeris, metselaar te Waddingsveen. 00RL0GS-VARIA. Elba in de Zuiderzee. Vier geïnterneerde Belgische officieren, die aan de Regeering hun eerewoord had den teruggevraagd, daardoor duidelijk hun inzicht te kennen gevend, om ,,'m te sme ren", zooals de geijkte uitdrukking luidt, zijn op oudejaarsavond naar het eiland Urk gedeporteerd. Enkele dagen geleden is hun nog een vijfde metgezel toegevoegd. Nu heerscht op Urk een toestand, zegt de „Tel.", die zich zeker wel het best met dien op Elba, tijdens de gevangenschap van Napoleon, zal laten vergelijken. Met nog een beetje verbeeldingskracht méér, kan men er zelfs bij denken aan St. He lena. De rol van Longwood speelt een vrij ge rieflijk ingerichte villa, het voornaamste gebouw van het eiland, na de kerk. Al de ramen zijn gebarricadeerd, over de zolder vensters is een net van prikkeldraad ge spannen. Een hooge houten schutting maakt alle ontsnapping langs de_ achter zijde onmogelijk, terwijl vóór het huis een felle acetyleenlamp brandt van zonsonder gang tot het aanbreken van den dag. De gevangenen moeten in hun slaap vertrek den ganschen nacht licht branden. Zélf moeren zii nooit hun ramen openen. Zij mogen bezoek ontvangen van familie leden of vrienden, doch dat gaat niet zon der ernstige bezwaren. Vooreerst worden de vreemde bezoekers allen aan een zeer strenge ondervraging onderworpen, en dan is het den gevangenen formeel verbo den, met hen buiten de villa te gaan. Alleen of in eikaars gezelschap kunnen ze af en toe wel eens een wandelingetje over het eiland doen, maar dat is dan slechts, wanneer de boot niet binnen is. de „Minister Havelaar", rfto dagen het eiland aandoet, en er een half uur blijft liggen. En dan worden steeds door twee schildwachten gevolgd en scherp in het oog gehouden. De burgemeester van het eiland heeft de bevolking streng de les gelezen. Het is den Urkenaars volstrekt verboden, de ge vangenen aan te spreken, hun brieven te geven of brieven van hen in ontvangst te nemen; maar het staat hun vrij, hen te volgen als ze uiteaan en van deze vrijheid maken ze dan ook ruimschoots gebruik. Nog steeds loopt, bij elke wandeling, de helft der Urksche bevolking met de offi cieren mee! „Gouverneur" is een oud-commandaDt der marine, die bevel voert over de mili taire bezetting van het eiland, bestaande uit dertig man. De officier tracht het zij nen gevangenen naar omstandigheden zoo aangenaam mogelijk te maken, maar heeft blijkbaar de strengste bevelen ontvangen. Het grootste gedeelte van den dag bren gen de officieren binnenshuis door, waar ze tijd en verveling verdrijven door weten- schappeliiken arbeid. Tot ontspanning heb- hen ze zelfs een „Mémorial de 1'Ile d'Urk" aangelegd, dat een waardige.tegenhanger voor het „Mémorial de Sainte Hélène" be looft te worden. In geval de gevangenen er toch in moch ten slagen de waakzaamheid der bezetting te verschalken, zal de noodklok geluid worden, wat dan voor al de visschers een teeken moet zijn, dat ze de haven niet ver laten mogen, of oogenblikkelijk naar het eiland moeten terugkeeren, als ze reeds op zee mochten zijn. Kleine legers. Naar de „Deutsche Tageszeitung" her innert, heeft toen bij 't uitbreken van den oorlog, de Duitsche troepen door Luxem burg trokken, deze staat zich daartegen niet verzet. Luxemburg zou daartoe ook bezwaarlijk in staat zijn geweest, omdat zijn troepenmacht bij de Duitsche verge leken, te klein is. Zij bestaat uit een door zes officieren gecommandeerde compagnie vrijwilligers van 140 tot 170 man, die des noods op 250 man gebracht kunnen wolf den, benevens een compagnie gendarmes, waarvan de 32 brigades 135 man met twee officieren sterk zijn, de 36 muzikanten niet te vergeten. Een ander klein leger is ons minder welgezind, zegt de „D. Tagesztg.". De vorst van Monaco beschikt over 82 man, 5 officieren met eenige kanonnen. Geheel modern zijn deze niet, want het is reeds twee honderd jaar geleden, sedert het huis Savoye het huis Grimaldi deze kanonnen schonk. Zij zijn echter weinig gebruikt, want er is nog nooit een scherp schot mee gelost en men kon dat ook moeilijk doen, zonder gevaar te loopen een naburig iand te beschieten. Een klein leger is ook dat van San Marino, dat 38 officieren en 950 man telt. De republiek Andorra heeft 4 man onder het bevel van een korporaal in zijn dienst. In de nieuwe wereld bestaan er ook legers, die niet zeer groot zijn. Bij voorbeeld in de Zuid-Amerikaansche sta ten. Een van de merkwaardigste is dat van Ilaïti, dat op het onrnstiga neger eiland vaak van zich doet spreken. Het telt ongeveer 9000 man. Volgens de be schrijving van een Amerikaan, zijn de sol daten van Haïti zeer goed gewapend, maar dragen zij geen uniform. De officie ren hebben op hunne gewone jassen epau letten met gouden rand, gaan echter, evenals de manschappen, barvoéts, ook als zij sporen moeten dragen. De discipline in het leger van Haïti wordt gekenteekend door een geval, dat deze Amerikaan, Sandham genaamd, zelf beleefd beweert te hebben. Met een Hollandschen vriend woonde hij eens de parade hij van het Haïtische leger. De Nederlander wilde wedden, dat hij de heele parade met een enkele handbeweging in de war zou stu ren. En dit gelukte hem ook, doordat hij een handvol klein geld onder de soldaten wierp. De commandeerende generaal ver oordeelde hem oogenblikkelijk tot drie we ken gevangenis. Maar een kwartier later had de Hollander de straf al uitgezeten. Met een handvol geld had hij ze afgekocht. Vroeger, toen in heel Europa, nog kleine staten waren, had men een groot aantal van deze legertjes. De vorsten probeerden natuurlijk, als het ging, den schijn te wek ken alsof ze over groote troepen beschik ten. Zoo bezocht in 1778 grootvorst Paul van Rusland hertog Karei van Wurtem- berg. Deze het hem een parade van zijn grenadiers zien, toentertijd nog werkelijk granatenwerpers', en vertelde zijn gast, dat hij zulk een compagnie nog had in Stutt gart en een derde in Ludwigsburg. De grootvorst moest een hoog denkbeeld krij gen van het Wurtembergsche leger, want er hoorde toen bij ieder linieregiment een compagnie grenadiers. Grootvorst Paul kreeg in den loop van de volgende dagen ook werkelijk de compagnieën in Stuttgart en Ludwigsburg te zien. Zij droegen an dere uniformen, maar het waren dezelf de manschappen. Een zekere I. Steiniger, die bij de compagnie diende, heeft dit in zijn memoires verteld. Uit de Pers. Onze veestapel. Het wordt ons zoo nu en dan voorgehou den, dat wij over de maatregelen onzer re geering niet anders mogen doen dan jui chen, zegt de „N. Tilb. Crt.*1 Het is een liberaal stel ministers, dat op het oogenblik ons land regeert en be- heerscht de invloed van het parlement is zoowat gedaald tot nul en dus is het al les volmaakt. De liberale pers zwijgt na tuurlijk als een mof: zij beseft hoe onder den z. g. godsvrede de vrijzinnigheid aan het lange end trekt, en hier en daar schrij ven katholieke menschen brave-Hendrik- artikelen om het liberaal beleid nog luider te bejubelen dan de liberalen zelf het zou den doen. Intusschen is alles zoo frapi niet als het men wil doen voorkomen en gevoelt ons volk aan den lijve dat tijdens den oorlogs toestand zooals altijd liberaal regceren meer voordeel geeft aan de sterken dan aar» Ae zwakken. Een staaltje daarvan dringt zich in den laatsten tijd sterk op. Het is het duurder, het zeer duur wor den van de vleeschprijzen. Zoowel het rund als het varkensvleescli loopt op voor de burgergezinnen begint het al een onbe reikbare luxe te worden dagelijks vlecsch te gebruiken. Nu moge het waar zijn, dat vlecschge- bruik, strikt genomen, meer weelde dan noodzakelijkheid is en dat de vegetariërs in zoover geüjk hebben, dat men veel goedkooper en even goed, zij het minder prikkelend, ander voedsel kan bekomen vleesch is nu eenmaal een aangenaam en niet te veel gebruikt goed voedigsmid- del dat in een veerijk land als het onzo voor middelmatige beurzen bereikbaar moest zijn. De voorzitter van den Nederlandschen Slagershond, de heer H. C. Bille, heeft een waarschuwing geschreven, dat zelfs onze veestapel met ondergang wordt bedreigd, wanneer de regeering niet een ander vleeschpolitiek gaat volgen. Hij spot er eigenlijk mee, dat de regee ring den uitvoer van vee verbiedt maar den uitvoer van geslacht vee toelaat. De Duitschers hebben evenlief twee hal ve koeien als een heele men bespaart hun de moeite van het slachten nog en het is al zoover met den uitvoer gekomen, dat men reeds niet afgemest vee doodt en uit voert. De „Nieuwe Haarlemsche Courant" die aan deze belangrijke kwestie een zeer le zenswaardig opstel wijdt, wijst er op, dat alleen in Beverwijk gemiddeld 80 koeien geslacht worden voor den uitvoer naar Duitschland; dat, wat de varkens betreft, zelf reeds fokmateriaal wordt geëxporteerd. De verleiding is immers te groot, hooge prijzen, terwijl van den anderen kant het veevoeder grootere sommen vraagt. Het wordt dan ook dringend noodig ge acht, dat er een uitvoerverbod komt, zoo wel van levend als van geslacht vee. Laatste berichten. Van het Westelijke gevechtsterrein. PARIJS, 21 Jan. Officieel bericht van 11 uur 'savonds: De vijand heeft onze stellingen ten noorden van Notre Dame de Lorette gebombardeerd en daai'op om 5 uur 'a-morgens een nieuwen aanval ondernomen, welke onmiddellijk ge stuit werd. In Champagne hebben wij twee kleine bos- sclicn ten noorden van de boerdeiij van Beau Séjour bezet. De vijand deed vergeefs een tegenaanval. In Argonnc deden de Duitschers een ernsti- gen aanval op een uitstekend punt van onze linie bij St. Hubert. Een hevig bombardement vernielde onze loopgraven, waarop de vijand storm liep. De aanval werd afgeslagen. Bij Hartmannsweiler Kopf (boven-Elzas) duurt de strijd van infanterie- en artillerie vuur voort. 0p een mijn geloopen. Het Zweedschc stoomschip Drott uit Geffle is in de Bothnische Golf voor dc Finschc haven Raumo op een mijn geloopen en gezonken. Vun de bemanning zijn er 5 omgekomen o.w. dc kapitein. De anderen werden gered2 daar van zijn gewond. Marktberichten. LEIDEN. 22 Jan. Yeemarkt: Aangevoerd Opaarden f 0.afO.,0 Veulens f0a f0 11 stieren f140 a f 330, 153 kalf- en melk koeien f145 a f320, per kilo fa 244 varekoeien f 185 a f 360, 207 vette ossen en koeien f130 a f275, per kilo f 0.75 a f0.86, 37 graskalveren f 00 a f 00, 37 kalveren (vette) f45 a f125, per kilo f 0.90 a f 1.15,56 kalveren (magere) f6.a f16.1056 schapen (vette) f23 a f52, per kilof0.75af0.84, schapen (weide) f a f 0 Lammeren (magere) ta fdito vette jarige fa f 481 varkens (magere), f13 a f40, per kilo 48 a 52 ct, 000 varkens (vette) f 0.a f 0.188 biggen f 4.a f8.6 bokken of geiten f3 a f9. Ter markt aangevoerd: Runderen; 615 Kalveren 93; Schapen 1056. Kaas. Aangevoerd 50 partijen. Besteed werd voor: Goudsche kaas van f41 tot f44.2e soort van f37 tot f40. Derby kaas van f tot fLeidsche kaas van f36 tot f38.2e soort van f32 tot f35. Alles per 50 K.G. Aan de stadswaag gewogen 46 partijen, 1608 stuks kaas, wegende 10925 KG. Handel vrij vlug. LEEUWARDEN. 22 Jan. Kaas. Aanvoer 16170 K.G. 3976V2- Handel vlug. Boter. Boerenboter geen Fabrieksboter 62ty2 mdt consent 62 zonder consent aanvoer 19/10 16/16. Noteering van de Commissie lste kw. fabrieksboter fl.57 met consent. Ver. Boter en Kaash. Friesland 62, met consent. HOOFDDORP. 21 Jan. Graanbeurs: Witte tarwe f 12.75 a f 13.25, Roode tarwe f 11.50 a f12.Haver f 14.75 a f 15.25, Groeixe erwten f 14.50 a f 15.50, Paardenboonen f 11.25 a f 11.50 Duiveboonen f 11.50 a f 11.75, Bruineboonen f 14.a f15.Karwei zaad f 17.af 17.25. Wintergerst f9.a f9.25. RECHTZAKEN. Krijgsraad. Voor den ki-ijgsraad te 's-Gravenhage werd heden voortgezet, de op 8 Januari j.l. uitgestelde zaak tegen den Grenadier A. L. G., die bij de mobilisatie als onder officier te 's-Gravenhage in dienst trad, door samenloop van omstandigheden,, waaronder armoede in zijn gezin, (de man is gehuwd) werd gedegradeerd en thans terecht stond wegens 2de desertie. Thans is bij den krijgsraad ingekomen een intusschen bij de politie opgevraagd rapport over den toestand van bekl.'s ge zin en zijn volledige straflijst. Naar aanleiding van het politie-rapport vroeg de auditeur-militair mr. Palthe We- senhagen, of, indien bekl. door den krijgs raad het recht werd ontzegd om te die nen, hij dan direct werk zou kunnen krij gen. Bekl. vei-moedde, dat zulks wellicht het geval zou zijn. Daarna requireerde de auditeur 6 weken militaire gevangenisstraf ingaande 24 De cember jl. met ontzegging van het recht om te dienen voor den tijd van vijf jaren, het laatste ora bekl. In de gelegenheid te stel len, zoo spoedig mogelijk in staat te zijn., voor het onderhoud van zijn gezin te kun nen zorgen. Ter zake zich te lxohben schuldig ge maakt aan het plegen van een daad van geweld tegen zijn meerdere en het slaan van dezen, had zich voor den krijgsraad te verantwoorden de milicien-kanonnier G„ E. der veld-artillerio. Bekl. heeft op 18 December, na een woor denwisseling over het innemen van repa ratie, in de kazerne te L c i d e n, den kor poraal R. met een klomp gegooid en gesla gen. Hij gaf op in drift gehandeld tc hebben, omdat hij herhaaldelijk reeds den korpo raal gevraagd had zijn defecte schoenen en beenstukken ter reparatie in te nemen, en de korporaal daaraan niet voldeed. Uit een rapport van den stukscomman dant, wachtmeester K., bleek, dat korpo raal R. weinig tact heeft om met zijn min deren om te gaan en het gezag te handha ver. terwijl bekl. een flink soldaat is, die zelfs herhaaldelijk beloond werd. Met het oog op een en ander vorderde dpj auditeur-militair schuldigverklaring en ver- oordecling tot slechts 3 maanden militaire gevaugvnisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. De milicien der infanterie J. T. stond voor den krijgsraad tereoht wegens het dreigen van zijn meerdere, het plegen van een daad van geweld tegen zijn meerdere^ zich verzetten te^c-n een patrouille en we gens openbare dronkenschap, alles ge* pleegd op den 10 Dec. jl. te Woerde n, toen bekl. door een patrouille werd aange houden omdat hij zich luidruchtig gedroeg.. Den commandant van de patrouille, den korporaal T., dreigde hij „kapot te zullen steken" en hij trapte dezen, toen hij werd aangegrepen en zich op den grond liet val len. Ook verzette hij zich tegen de man schappen van de patrouille en gebruikte daarbij zijn zakmes. Bekl. verontschuldigde zich door te zeg gen dat hij van niets wist aangezien hij dronken was. De korporaal en de manschappen van de patrouille verklaarden dat die dronken schap niet zoo heel ei-g was, wèl was bekl. er gluidruchtig en opgewonden. De auditeur-militair vorderde veroordee ling van bekl. tot 5 maanden militaii*e ge vangenisstraf wegens het plegen van ge weld tegen zijn meerdere en tot 3 maanden gevangenisstraf wegens verzet tegen de patrouille, vrijspraak van het ten laste ge legde dreigen van den korporaal, omdat bekl. ten laste is gelegd gezegd te hebben „ik zal je kapot stampen", terwijl gebleken is hij gezegd heeft, te zullen steken, bene vens vrijspraak van de ten laste gelegde dronkenschap, daar deze niet is bewezen. Het Scheidsgerecht voor den Bloexnbollenhuiidel. Dc aiT.-reclitbank (kamer voor burgerlijke zaken) te Haarlem heeft met betrekking tot do bevoegdheid van het Scheidsgerecht voor den Bloembollenkandel in zake geschillen over den koop en verkoop op publieke vei lingen en van te veld staande gewassen een vonnis gewezen. Het „Weekblad voor Bloembollencultuur" bevat een afschrift van het vonnis, waaraan het volgende is ontleend: Bij het scheidsgerecht voor den blocmbol- lcnhandel was een geschil aanhangig gemaakt, waarbij eischcr -vorderde ontbinding van een overeenkomst van koop en verkoop niet schade vergoeding van een partij te veld staande tulpenbollen, verkocht onder den soortnaam van Berghem, omdat na dc rooiing van het verkochto was gebleken, dat dc gekochte partij tulpen nagenoeg geen van Berghem bevatte, doch vermoedelijk bestond uit Couleur Ponceau, vermengd met Hclicans of Jan Luyken. De gedaagde voerde bij de behandeling van dat geschil ter vergadering van het Scheids gerecht in de eerste plaats als verweermiddel aan, dat de berechting van dat geschil niet behoort bij scheidsrechters in den vorm van het Scheidsgerecht voor den Bloembollen- handel, maar bij den gewonen rechter. Het Scheidsgerecht heeft toen partijen naai de Rechtbank verwezen, om een uitspraak over de bevoegdheidsvraag te verkrijgen. Gedaagde erkende, dat allo geschillen over overkomsten van koop en verkoop (deze laatste uitdrukking gebruikt in den zin als bedoeld in het Handels-Reglement voor den Bloembollcnhandel) tusschen leden dier Ver eeniging aan de beslissing van genoemd Scheidsgerecht moeten worden onderworpen maar wees er op, dat art. 1 van dit Handels- Regl., dat tevens behandelt do bevoegdheid van het Scheidsgerecht, uitdrukkelijk bepaalt, dat onder overeenkomsten van koop en ver koop niet wordt begrepen koop en verkoop op publieke veiling of van te veld staande gewassen, zoodat, daar in casu het geschil loopt over eene overeenkomst van koop en veraoop op publieke veiling van te veld staande gewassen, dit geschil valt buiten de bevoegd- eidsmaoht van gemeld Scheidsgerecht. De Rechtbank ontkent echter de juistheid der bewering van gedaagde, dat met overeen komsten van koop en verkoop, in do statuten genoemd, worden bedoeld, die welke in het Handels-Regl. voor den Bloembollenkandel zijn omschreven. Dat reglement bepaalt naast den inhoud der statuten wellicht ten overvloede dat de geschillen tusschen kooper en verkooper betreffende overeenkomsten, gesloten volgens dit regiemten, aan de beslissing van het Scheidsgerecht moeten worden onderworpen en dat onder koop en verkoop niet begrepen wordt koop en verkoop bij publieke veiling. Verder blijkt uit de artikelen 5, 6, 7 en 11 van dit reglement, dat omtrent den koop en verkoop, die dit reglement op het oog heeft, speciale voorschriften, ook voor dc berechting worden gegeven, doch dat deze voor een be paalde wijze van koop en verkoop gegeven voorschriften niet terzijdestellen dc algemcene regeling, in de Statuten vastgelegd, omtrent de instelling en de werking van het Scheids gerecht (waarbij alle geschillen uit koopover eenkomsten aan het Scheidsgerecht worden onderworpen en de bepalingen der Statuten, die ook koop en verkoop op publieke veiling betreffen, voor zoover deze overeenkomsten aangaat, onaangeroerd laten). Daar het verweer van gedaagde dus niet opgaat en de eisch, als gegrond, behoort te worden toegewezen, besliste de Rechtbank, dat 't Scheidsgerecht voor den Bloembollen- handdl uevoegd is, het door eischcr bij het Scheidsgerecht aanhangig gemankt geschil te berechten en verwees daarom partijen naar het Scheidsgerecht, ten einde op dc hoofdzaak voort te nrocedeexen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 3