hij steeds liet lek boven water zal blijven
houden.
Wegens periodieke aftreding van de hee
ren N. Ammerlaan, G. Belt en Th. Berg is
een verkiezing aan de orde.
Candidaten zijn en worden niet gesteld,
waarom de voorz. voorstelt de aftreden
de heeren bij acclamatie te herbenomen.
Wordt onder luid applaus aangenomen.
Door vertrek van den heer J. Th. Wat-
senburg is een vacature ontstaan, waarin
moet worden voorzien, 't Bestuur ètelt de
heer C. P. J. Paardekooper Tot candidaat.
Andere candidaten, die een eventueele
benoeming zouden aannemen worden niet
gesteld, waarna op voorstel van den voor
zitter de enkele candidaat wordt benoemd,
die dankt voor het vertrouwen hem ge
schonken en belooft zooveel mogelijk te
zullen doen voor alles wat de Jonge Garde
in haar program schrijft.
Aan de orde is: bestuursvoorstel tot o'p-
richting van een Debatingclub.
De WelEerw. adviseur leidt het voor
stel in.
In het breede toonde ZijnEerw. aan, dat
een debatingclub er veel toe kan bijdra
gen om de leden van de Jonge Garde te
maken tot waardige leden van de strijden
de Kerk, menschen, die weten wat zij'zeg
gen en zeggen wat zij weten. Ook zal een
debatingclub als gevolg hebben, dat er
mannen worden gevormd, die de leiding
van een vergadering op zich kunnen ne
men. daardoor zal het vereenigingsleven
aantrekkelijker worden gemaakt. Over de
inrichting van een debatingclub sprekend^
zegt spr., dat naar zijn meening iederen
avond een andere voorzitter en secretaris
moeten fungeeren.
Verder weerlegde spr. de bezwaren te
gen de toetreding.
Een warm applaus volgde op sprekers
woorden.
Na ampele besprekingen werd tot op
richting besloten en gaven zich 19 leden op.
De kosten, zaalhuur, zullen det "leden on
derling dragen.
Na de rondvraag nam de heer Jac. van
Leeuwen, die als voorzitter van de Kiesver-
eeniging de vergadering bijwoonde, het
woerd.
Namens het Bestuur der Kiesvereeniging
deelt spr. mede, dat het uiterst voldaan is*
over den arbeid van de Gardisten, zoowel
wel bij de kiezerskweek als bij verkiezings
werkzaamheden. Namens genoemd college
brengt spr. daarvoor hartelijk dank.
Vervolgens spreekt de heer v. L. zijn
vreugde uit over het feit dat de sociale
cursus op zoo'n breeden voet loopt en dat
er nu nog een debatingclub is opgericht
Woorden van hartelijken dank brengt
spr. aan den WelEerw. adviseur, door
wien dit alles tot stand kwam. (Applaus
en toejuichingen).
De Eerw. adviseur dankt den heer Van
Leeuwen voor zijn woorden en spoort het
bestuur aan met denzelfden ijver voort te
gaan.
De aanwezige militairen- moedigt de
eerw. spr. aan propagandisten te zijn niet
alleen in woord maar inderdaad.
De Voorzitter brengt ten slotte dank
voor de ondervonden steun vooral ook aan
„De Leidsche Courant" en sluit dankend
voor het aangenaam discussieeren de ver
gadering.
Waterleiding. De waterleidingwerken
vorderen, de tijdsomstandigheden en de
aanhoudende nattigheid in aanmerking
genomen, goed. De leiding komt vandaag
reeds aan het Raadhuis.
ALPHEN.
Gemeenteraad.
Vergadering van heden.
Voorzitter J. W. C. Th. Visser, burge
meester Aanwezig 10 leden. Afwezig de
lieer Dros.
De notulen der vorige vergadering wor-
den vastgesteld.
De Voorzitter moet tot zijn spijt mede-
I deelen, dat de oud-veldwachter Hollebeit
overleden is. In eenige welgekozen woor
den brengt de voorzitter hulde aan den
overleden oud-ambtenaar.
De Voorzitter deelt mede, dat inge
komen zijn de volgende stukken:
Missives van Ged. Staten, welke voor
kennisgeving aangenomen worden.
Verzoek van de Ver. „Gemeentebelang",
ora een lantaarn te plaatsen bij de brug
over de Spoorhaven. Wordt gesteld in han
den van b. en W. om praeadvies.
In behandeling komt het adre3 van de
Ver. „Gemeentebelang" over instelling
van eene Kamer van Koophandel en Fa
brieken.
B. en W. adviseeren niet-in te gaan op
het verzoek, omdat uit he-t adres de nood
zakelijkheid eener dergelijke instelling
niet blijkt en om andere redenen van ad
ministratieven en financieelen aard. Het
voorstel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Aangenomen wordt het voorstel van B.
en W. de onderhandsche aanbesteding
van het onderhoud der gemeentegebouwen
enz., gedurende 1915, te gunnen aan de
laagste inschrijvers.
Tot lid van de commissie van toezicht
°P de Ambachts-teekenschool wordt met
algemeens stemmen herkozen de heer J. J.
Altona.
Tot leden van de financieele commissie
worden herkozen de heeren He'rngreen,
v. d. Meer en Smit. De commissie bestond
nit de heex*en Sprey, v. Leeuwen en Hern-
green.
Aangenomen wordt een voorstel van B.
en w. om de bog rooiing dienst 191-1 in ont
vangsten en uitgaven te verhoogen met
115,000 en 1915 met f70,000.
Bij vaststelling suppletoire kohieren
D. O. en hondenbelasting dienst 1914 gaat
de raad in geheime zitting.
De zitting wordt heropend en worden de
kohieren vastgesteld.
In behandeling komt ale nu het voorstel
van B. en W. tot aankoop van een stukje
grond, grenzende aan de Gaal aan. Het
voorstel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Voorgelezen wordt een adres van ingeze
tenen, verzoekende te bevorderen, dat de
Serooentcn Alphen en Aarlahderveen wor
sen vvreenigd, mi een memorie van toe
lichting, waarin betoogd wordt om de ge
meente Aarlanderveen te splitsen. Mocht
dit laatste om verschillende redenen niet
mogelijk zijn, dan te bevorderen, dat de
göheele gemeente Aarlanderveen opgehe
ven wordt.
De meerderheid van het D. B. gaat in
beginsel mede met de gegevens in het adres
en de memorie van toelichting en vraagt
den raad zich in beginsel uit te spre
ken voor of tegen de vereeniging.
De heer Herngreen huivert zijn
meening te zeggen, nu zoovele honderden
het adres hebben jjeiteekend, vooral nu
hij een andere meening is toegedaan. Er
wordt in het adres geen een belang, niet
een voordeel opgenoemd. Het eenige wat
bereikt wordt is belastingverhooging voor
Alphen. Spr. zal tegen stemmen.
De Voorzitter vindt het adres niet
vaag. Er zijn zoovele zaken, brandweer,
onderwijs, politie, enz., die pleiten voor
een hereeniging. B. en W. vragen den
raad alleen zich uit te spreken over het
beginsel. Spr. zet verder uiteen hetgeen een
dergelijke vereeniging voorafgaat. Over de
voorwaarden hebben wij ons dus niet uit
te laten. Spreekt de raad zich uit tegen de
hereeniging dan is de zaak van de baan.
In het tegenover gestelde geval heeft ieder
raadslid te beslissen over de voorwaarden.
De heer v.d. Lindejiis van meening,
dat er bouwgrond genoeg is om uit te
breiden. Wij behoeven de bewoners van
de Lagezijde niet tegemoet te komen.
De heer B e s is voor gedeeltelijke ver
eeniging, maar kan niet met de geheele
vereeniging medegaan.
De heer Sprey is van meening dat
het hoofdzakelijk om de Lage Zijde gaat.
Willen B. en W. in hun praeadvies opne
men van Aarbrug tot Gouwsluis, dan is
een zeer gewenschte oplossing te berei
ken. Het is voor Alphen ook een levensbe
lang, wanneer men aan de fabrieken
denkt, waarvoor in Alphen geen geschikte
terreinen bestaan.
De heer Boot bepleit een hereeniging
van de Aarbrug tot Zwammerdam.
Ter kennis van Ged. Staten zullen de
verschillende zienswijzen gebracht worden.
In stemming wordt gebracht het voor
stel, dat de vergadering in beginsel be
sluit een hereeniging in nadere overwe
ging te nemen, onder voorwaarden, dat
de grensregeling wordt aangenomen, zoo
als de heeren Bes en Sprey hebben aange
geven.
De heer Los zegt, dat het voorstel
Boot verder gaat.
Het voorstel Boot komt eerst in stem
ming. Het wordt verworpen met 27 stem
men, die van de heeren Boot en v. Leeu-
wen.~Het voorstel Bes en Sprey wordt aan
genomen met 64 stemmen, die van de
heeren Los, v. d. Meer, v. d. Linden en
Herngreen.
Het rapport van den directeur der "Wa
terleiding in zake het brengen van wijzi
ging in de bedrijfskracht van het pomp
station wordt gesteld in handen eener
commissie bestaande uit de heeren Sprey,
Herngreen en v. Leeuwen.
Academienieuws.
LEIDEN. Geslaagd voor het doctoraal
examen in de rechten de heer R. van Eek
(Den Haag.)
De Geneeskundige Staatscommissie be
vorderde heden tot semi-arts de heer H.
H. Cohen, (Den Haag).
Faillissementen.
Uitgesproken:
H. Koops, timmerman en aannemer, te
Assen, cur. mr. H. Diephuis te Assen.
G. van Lochem, schilder en koopman, te
Winterswijk; cur. Bosch van Rosenthal, te
Zutphen.
B. H. Dingber, koffiehuishouder, te Hilver
sum; cur. mr. F. W. C. H. Oldcwelt.
De Naamlooze Yennootschap Kunstgraniet
Steen- en Terrassofabriek Holland, te Water
graafsmeer; cur. mr. I. L. Polak.
Geëindigd:
J. G. Prins, te 's-Gravenhage; A. van der
Molen, te Maastricht.
J. Sekeris, metselaar te Waddingsveen.
00RL0GS-VARIA.
Elba in de Zuiderzee.
Vier geïnterneerde Belgische officieren,
die aan de Regeering hun eerewoord had
den teruggevraagd, daardoor duidelijk hun
inzicht te kennen gevend, om ,,'m te sme
ren", zooals de geijkte uitdrukking luidt,
zijn op oudejaarsavond naar het eiland
Urk gedeporteerd. Enkele dagen geleden
is hun nog een vijfde metgezel toegevoegd.
Nu heerscht op Urk een toestand, zegt
de „Tel.", die zich zeker wel het best met
dien op Elba, tijdens de gevangenschap
van Napoleon, zal laten vergelijken. Met
nog een beetje verbeeldingskracht méér,
kan men er zelfs bij denken aan St. He
lena.
De rol van Longwood speelt een vrij ge
rieflijk ingerichte villa, het voornaamste
gebouw van het eiland, na de kerk. Al de
ramen zijn gebarricadeerd, over de zolder
vensters is een net van prikkeldraad ge
spannen. Een hooge houten schutting
maakt alle ontsnapping langs de_ achter
zijde onmogelijk, terwijl vóór het huis een
felle acetyleenlamp brandt van zonsonder
gang tot het aanbreken van den dag.
De gevangenen moeten in hun slaap
vertrek den ganschen nacht licht branden.
Zélf moeren zii nooit hun ramen openen.
Zij mogen bezoek ontvangen van familie
leden of vrienden, doch dat gaat niet zon
der ernstige bezwaren. Vooreerst worden
de vreemde bezoekers allen aan een zeer
strenge ondervraging onderworpen, en
dan is het den gevangenen formeel verbo
den, met hen buiten de villa te gaan.
Alleen of in eikaars gezelschap kunnen
ze af en toe wel eens een wandelingetje
over het eiland doen, maar dat is dan
slechts, wanneer de boot niet binnen is.
de „Minister Havelaar", rfto dagen het
eiland aandoet, en er een half uur blijft
liggen. En dan worden steeds door
twee schildwachten gevolgd en scherp in
het oog gehouden.
De burgemeester van het eiland heeft de
bevolking streng de les gelezen. Het is
den Urkenaars volstrekt verboden, de ge
vangenen aan te spreken, hun brieven te
geven of brieven van hen in ontvangst te
nemen; maar het staat hun vrij, hen te
volgen als ze uiteaan en van deze vrijheid
maken ze dan ook ruimschoots gebruik.
Nog steeds loopt, bij elke wandeling, de
helft der Urksche bevolking met de offi
cieren mee!
„Gouverneur" is een oud-commandaDt
der marine, die bevel voert over de mili
taire bezetting van het eiland, bestaande
uit dertig man. De officier tracht het zij
nen gevangenen naar omstandigheden zoo
aangenaam mogelijk te maken, maar heeft
blijkbaar de strengste bevelen ontvangen.
Het grootste gedeelte van den dag bren
gen de officieren binnenshuis door, waar
ze tijd en verveling verdrijven door weten-
schappeliiken arbeid. Tot ontspanning heb-
hen ze zelfs een „Mémorial de 1'Ile d'Urk"
aangelegd, dat een waardige.tegenhanger
voor het „Mémorial de Sainte Hélène" be
looft te worden.
In geval de gevangenen er toch in moch
ten slagen de waakzaamheid der bezetting
te verschalken, zal de noodklok geluid
worden, wat dan voor al de visschers een
teeken moet zijn, dat ze de haven niet ver
laten mogen, of oogenblikkelijk naar het
eiland moeten terugkeeren, als ze reeds
op zee mochten zijn.
Kleine legers.
Naar de „Deutsche Tageszeitung" her
innert, heeft toen bij 't uitbreken van den
oorlog, de Duitsche troepen door Luxem
burg trokken, deze staat zich daartegen
niet verzet. Luxemburg zou daartoe ook
bezwaarlijk in staat zijn geweest, omdat
zijn troepenmacht bij de Duitsche verge
leken, te klein is. Zij bestaat uit een door
zes officieren gecommandeerde compagnie
vrijwilligers van 140 tot 170 man, die des
noods op 250 man gebracht kunnen wolf
den, benevens een compagnie gendarmes,
waarvan de 32 brigades 135 man met twee
officieren sterk zijn, de 36 muzikanten niet
te vergeten.
Een ander klein leger is ons minder
welgezind, zegt de „D. Tagesztg.". De
vorst van Monaco beschikt over 82 man,
5 officieren met eenige kanonnen. Geheel
modern zijn deze niet, want het is reeds
twee honderd jaar geleden, sedert het huis
Savoye het huis Grimaldi deze kanonnen
schonk. Zij zijn echter weinig gebruikt,
want er is nog nooit een scherp schot mee
gelost en men kon dat ook moeilijk doen,
zonder gevaar te loopen een naburig iand
te beschieten. Een klein leger is ook dat
van San Marino, dat 38 officieren en 950
man telt. De republiek Andorra heeft 4
man onder het bevel van een korporaal in
zijn dienst. In de nieuwe wereld bestaan
er ook legers, die niet zeer groot zijn. Bij
voorbeeld in de Zuid-Amerikaansche sta
ten. Een van de merkwaardigste is dat
van Ilaïti, dat op het onrnstiga neger
eiland vaak van zich doet spreken. Het
telt ongeveer 9000 man. Volgens de be
schrijving van een Amerikaan, zijn de sol
daten van Haïti zeer goed gewapend,
maar dragen zij geen uniform. De officie
ren hebben op hunne gewone jassen epau
letten met gouden rand, gaan echter,
evenals de manschappen, barvoéts, ook als
zij sporen moeten dragen. De discipline in
het leger van Haïti wordt gekenteekend
door een geval, dat deze Amerikaan,
Sandham genaamd, zelf beleefd beweert
te hebben. Met een Hollandschen vriend
woonde hij eens de parade hij van het
Haïtische leger. De Nederlander wilde
wedden, dat hij de heele parade met een
enkele handbeweging in de war zou stu
ren. En dit gelukte hem ook, doordat hij
een handvol klein geld onder de soldaten
wierp. De commandeerende generaal ver
oordeelde hem oogenblikkelijk tot drie we
ken gevangenis. Maar een kwartier later
had de Hollander de straf al uitgezeten.
Met een handvol geld had hij ze afgekocht.
Vroeger, toen in heel Europa, nog kleine
staten waren, had men een groot aantal
van deze legertjes. De vorsten probeerden
natuurlijk, als het ging, den schijn te wek
ken alsof ze over groote troepen beschik
ten. Zoo bezocht in 1778 grootvorst Paul
van Rusland hertog Karei van Wurtem-
berg. Deze het hem een parade van zijn
grenadiers zien, toentertijd nog werkelijk
granatenwerpers', en vertelde zijn gast, dat
hij zulk een compagnie nog had in Stutt
gart en een derde in Ludwigsburg. De
grootvorst moest een hoog denkbeeld krij
gen van het Wurtembergsche leger, want
er hoorde toen bij ieder linieregiment een
compagnie grenadiers. Grootvorst Paul
kreeg in den loop van de volgende dagen
ook werkelijk de compagnieën in Stuttgart
en Ludwigsburg te zien. Zij droegen an
dere uniformen, maar het waren dezelf
de manschappen. Een zekere I. Steiniger,
die bij de compagnie diende, heeft dit in
zijn memoires verteld.
Uit de Pers.
Onze veestapel.
Het wordt ons zoo nu en dan voorgehou
den, dat wij over de maatregelen onzer re
geering niet anders mogen doen dan jui
chen, zegt de „N. Tilb. Crt.*1
Het is een liberaal stel ministers, dat op
het oogenblik ons land regeert en be-
heerscht de invloed van het parlement is
zoowat gedaald tot nul en dus is het al
les volmaakt. De liberale pers zwijgt na
tuurlijk als een mof: zij beseft hoe onder
den z. g. godsvrede de vrijzinnigheid aan
het lange end trekt, en hier en daar schrij
ven katholieke menschen brave-Hendrik-
artikelen om het liberaal beleid nog luider
te bejubelen dan de liberalen zelf het zou
den doen.
Intusschen is alles zoo frapi niet als het
men wil doen voorkomen en gevoelt ons
volk aan den lijve dat tijdens den oorlogs
toestand zooals altijd liberaal regceren
meer voordeel geeft aan de sterken dan
aar» Ae zwakken.
Een staaltje daarvan dringt zich in den
laatsten tijd sterk op.
Het is het duurder, het zeer duur wor
den van de vleeschprijzen. Zoowel het rund
als het varkensvleescli loopt op voor
de burgergezinnen begint het al een onbe
reikbare luxe te worden dagelijks vlecsch
te gebruiken.
Nu moge het waar zijn, dat vlecschge-
bruik, strikt genomen, meer weelde dan
noodzakelijkheid is en dat de vegetariërs
in zoover geüjk hebben, dat men veel
goedkooper en even goed, zij het minder
prikkelend, ander voedsel kan bekomen
vleesch is nu eenmaal een aangenaam en
niet te veel gebruikt goed voedigsmid-
del dat in een veerijk land als het onzo
voor middelmatige beurzen bereikbaar
moest zijn.
De voorzitter van den Nederlandschen
Slagershond, de heer H. C. Bille, heeft een
waarschuwing geschreven, dat zelfs onze
veestapel met ondergang wordt bedreigd,
wanneer de regeering niet een ander
vleeschpolitiek gaat volgen.
Hij spot er eigenlijk mee, dat de regee
ring den uitvoer van vee verbiedt maar
den uitvoer van geslacht vee toelaat.
De Duitschers hebben evenlief twee hal
ve koeien als een heele men bespaart
hun de moeite van het slachten nog en het
is al zoover met den uitvoer gekomen, dat
men reeds niet afgemest vee doodt en uit
voert.
De „Nieuwe Haarlemsche Courant" die
aan deze belangrijke kwestie een zeer le
zenswaardig opstel wijdt, wijst er op, dat
alleen in Beverwijk gemiddeld 80 koeien
geslacht worden voor den uitvoer naar
Duitschland; dat, wat de varkens betreft,
zelf reeds fokmateriaal wordt geëxporteerd.
De verleiding is immers te groot, hooge
prijzen, terwijl van den anderen kant het
veevoeder grootere sommen vraagt.
Het wordt dan ook dringend noodig ge
acht, dat er een uitvoerverbod komt, zoo
wel van levend als van geslacht vee.
Laatste berichten.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
PARIJS, 21 Jan. Officieel bericht van 11
uur 'savonds:
De vijand heeft onze stellingen ten noorden
van Notre Dame de Lorette gebombardeerd
en daai'op om 5 uur 'a-morgens een nieuwen
aanval ondernomen, welke onmiddellijk ge
stuit werd.
In Champagne hebben wij twee kleine bos-
sclicn ten noorden van de boerdeiij van Beau
Séjour bezet. De vijand deed vergeefs een
tegenaanval.
In Argonnc deden de Duitschers een ernsti-
gen aanval op een uitstekend punt van onze
linie bij St. Hubert. Een hevig bombardement
vernielde onze loopgraven, waarop de vijand
storm liep. De aanval werd afgeslagen.
Bij Hartmannsweiler Kopf (boven-Elzas)
duurt de strijd van infanterie- en artillerie
vuur voort.
0p een mijn geloopen.
Het Zweedschc stoomschip Drott uit Geffle
is in de Bothnische Golf voor dc Finschc haven
Raumo op een mijn geloopen en gezonken.
Vun de bemanning zijn er 5 omgekomen o.w.
dc kapitein. De anderen werden gered2 daar
van zijn gewond.
Marktberichten.
LEIDEN. 22 Jan. Yeemarkt: Aangevoerd
Opaarden f 0.afO.,0 Veulens f0a f0
11 stieren f140 a f 330, 153 kalf- en melk
koeien f145 a f320, per kilo fa 244
varekoeien f 185 a f 360, 207 vette ossen en
koeien f130 a f275, per kilo f 0.75 a f0.86,
37 graskalveren f 00 a f 00, 37 kalveren (vette)
f45 a f125, per kilo f 0.90 a f 1.15,56 kalveren
(magere) f6.a f16.1056 schapen (vette)
f23 a f52, per kilof0.75af0.84, schapen
(weide) f a f 0 Lammeren (magere)
ta fdito vette jarige fa f
481 varkens (magere), f13 a f40, per kilo 48
a 52 ct, 000 varkens (vette) f 0.a f 0.188
biggen f 4.a f8.6 bokken of geiten f3
a f9. Ter markt aangevoerd: Runderen; 615
Kalveren 93; Schapen 1056.
Kaas. Aangevoerd 50 partijen. Besteed werd
voor: Goudsche kaas van f41 tot f44.2e
soort van f37 tot f40. Derby kaas van f
tot fLeidsche kaas van f36 tot f38.2e
soort van f32 tot f35. Alles per 50 K.G.
Aan de stadswaag gewogen 46 partijen, 1608
stuks kaas, wegende 10925 KG.
Handel vrij vlug.
LEEUWARDEN. 22 Jan. Kaas. Aanvoer 16170
K.G. 3976V2- Handel vlug.
Boter. Boerenboter geen Fabrieksboter 62ty2
mdt consent 62 zonder consent aanvoer 19/10
16/16. Noteering van de Commissie lste kw.
fabrieksboter fl.57 met consent. Ver. Boter
en Kaash. Friesland 62, met consent.
HOOFDDORP. 21 Jan. Graanbeurs: Witte
tarwe f 12.75 a f 13.25, Roode tarwe f 11.50 a
f12.Haver f 14.75 a f 15.25, Groeixe erwten
f 14.50 a f 15.50, Paardenboonen f 11.25 a f 11.50
Duiveboonen f 11.50 a f 11.75, Bruineboonen
f 14.a f15.Karwei zaad f 17.af 17.25.
Wintergerst f9.a f9.25.
RECHTZAKEN.
Krijgsraad.
Voor den ki-ijgsraad te 's-Gravenhage
werd heden voortgezet, de op 8 Januari
j.l. uitgestelde zaak tegen den Grenadier
A. L. G., die bij de mobilisatie als onder
officier te 's-Gravenhage in dienst trad,
door samenloop van omstandigheden,,
waaronder armoede in zijn gezin, (de man
is gehuwd) werd gedegradeerd en thans
terecht stond wegens 2de desertie.
Thans is bij den krijgsraad ingekomen
een intusschen bij de politie opgevraagd
rapport over den toestand van bekl.'s ge
zin en zijn volledige straflijst.
Naar aanleiding van het politie-rapport
vroeg de auditeur-militair mr. Palthe We-
senhagen, of, indien bekl. door den krijgs
raad het recht werd ontzegd om te die
nen, hij dan direct werk zou kunnen krij
gen.
Bekl. vei-moedde, dat zulks wellicht het
geval zou zijn.
Daarna requireerde de auditeur 6 weken
militaire gevangenisstraf ingaande 24 De
cember jl. met ontzegging van het recht om
te dienen voor den tijd van vijf jaren, het
laatste ora bekl. In de gelegenheid te stel
len, zoo spoedig mogelijk in staat te zijn.,
voor het onderhoud van zijn gezin te kun
nen zorgen.
Ter zake zich te lxohben schuldig ge
maakt aan het plegen van een daad van
geweld tegen zijn meerdere en het slaan
van dezen, had zich voor den krijgsraad te
verantwoorden de milicien-kanonnier G„
E. der veld-artillerio.
Bekl. heeft op 18 December, na een woor
denwisseling over het innemen van repa
ratie, in de kazerne te L c i d e n, den kor
poraal R. met een klomp gegooid en gesla
gen.
Hij gaf op in drift gehandeld tc hebben,
omdat hij herhaaldelijk reeds den korpo
raal gevraagd had zijn defecte schoenen en
beenstukken ter reparatie in te nemen, en
de korporaal daaraan niet voldeed.
Uit een rapport van den stukscomman
dant, wachtmeester K., bleek, dat korpo
raal R. weinig tact heeft om met zijn min
deren om te gaan en het gezag te handha
ver. terwijl bekl. een flink soldaat is, die
zelfs herhaaldelijk beloond werd.
Met het oog op een en ander vorderde dpj
auditeur-militair schuldigverklaring en ver-
oordecling tot slechts 3 maanden militaire
gevaugvnisstraf met aftrek der preventieve
hechtenis.
De milicien der infanterie J. T. stond
voor den krijgsraad tereoht wegens het
dreigen van zijn meerdere, het plegen van
een daad van geweld tegen zijn meerdere^
zich verzetten te^c-n een patrouille en we
gens openbare dronkenschap, alles ge*
pleegd op den 10 Dec. jl. te Woerde n,
toen bekl. door een patrouille werd aange
houden omdat hij zich luidruchtig gedroeg..
Den commandant van de patrouille, den
korporaal T., dreigde hij „kapot te zullen
steken" en hij trapte dezen, toen hij werd
aangegrepen en zich op den grond liet val
len. Ook verzette hij zich tegen de man
schappen van de patrouille en gebruikte
daarbij zijn zakmes.
Bekl. verontschuldigde zich door te zeg
gen dat hij van niets wist aangezien hij
dronken was.
De korporaal en de manschappen van de
patrouille verklaarden dat die dronken
schap niet zoo heel ei-g was, wèl was bekl.
er gluidruchtig en opgewonden.
De auditeur-militair vorderde veroordee
ling van bekl. tot 5 maanden militaii*e ge
vangenisstraf wegens het plegen van ge
weld tegen zijn meerdere en tot 3 maanden
gevangenisstraf wegens verzet tegen de
patrouille, vrijspraak van het ten laste ge
legde dreigen van den korporaal, omdat
bekl. ten laste is gelegd gezegd te hebben
„ik zal je kapot stampen", terwijl gebleken
is hij gezegd heeft, te zullen steken, bene
vens vrijspraak van de ten laste gelegde
dronkenschap, daar deze niet is bewezen.
Het Scheidsgerecht voor den
Bloexnbollenhuiidel.
Dc aiT.-reclitbank (kamer voor burgerlijke
zaken) te Haarlem heeft met betrekking tot
do bevoegdheid van het Scheidsgerecht voor
den Bloembollenkandel in zake geschillen
over den koop en verkoop op publieke vei
lingen en van te veld staande gewassen een
vonnis gewezen.
Het „Weekblad voor Bloembollencultuur"
bevat een afschrift van het vonnis, waaraan
het volgende is ontleend:
Bij het scheidsgerecht voor den blocmbol-
lcnhandel was een geschil aanhangig gemaakt,
waarbij eischcr -vorderde ontbinding van een
overeenkomst van koop en verkoop niet schade
vergoeding van een partij te veld staande
tulpenbollen, verkocht onder den soortnaam
van Berghem, omdat na dc rooiing van het
verkochto was gebleken, dat dc gekochte
partij tulpen nagenoeg geen van Berghem
bevatte, doch vermoedelijk bestond uit Couleur
Ponceau, vermengd met Hclicans of Jan
Luyken.
De gedaagde voerde bij de behandeling van
dat geschil ter vergadering van het Scheids
gerecht in de eerste plaats als verweermiddel
aan, dat de berechting van dat geschil niet
behoort bij scheidsrechters in den vorm van
het Scheidsgerecht voor den Bloembollen-
handel, maar bij den gewonen rechter.
Het Scheidsgerecht heeft toen partijen naai
de Rechtbank verwezen, om een uitspraak
over de bevoegdheidsvraag te verkrijgen.
Gedaagde erkende, dat allo geschillen over
overkomsten van koop en verkoop (deze
laatste uitdrukking gebruikt in den zin als
bedoeld in het Handels-Reglement voor den
Bloembollcnhandel) tusschen leden dier Ver
eeniging aan de beslissing van genoemd
Scheidsgerecht moeten worden onderworpen
maar wees er op, dat art. 1 van dit Handels-
Regl., dat tevens behandelt do bevoegdheid
van het Scheidsgerecht, uitdrukkelijk bepaalt,
dat onder overeenkomsten van koop en ver
koop niet wordt begrepen koop en verkoop
op publieke veiling of van te veld staande
gewassen, zoodat, daar in casu het geschil
loopt over eene overeenkomst van koop en
veraoop op publieke veiling van te veld staande
gewassen, dit geschil valt buiten de bevoegd-
eidsmaoht van gemeld Scheidsgerecht.
De Rechtbank ontkent echter de juistheid
der bewering van gedaagde, dat met overeen
komsten van koop en verkoop, in do statuten
genoemd, worden bedoeld, die welke in het
Handels-Regl. voor den Bloembollenkandel
zijn omschreven.
Dat reglement bepaalt naast den inhoud
der statuten wellicht ten overvloede dat
de geschillen tusschen kooper en verkooper
betreffende overeenkomsten, gesloten volgens
dit regiemten, aan de beslissing van het
Scheidsgerecht moeten worden onderworpen
en dat onder koop en verkoop niet begrepen
wordt koop en verkoop bij publieke veiling.
Verder blijkt uit de artikelen 5, 6, 7 en 11
van dit reglement, dat omtrent den koop en
verkoop, die dit reglement op het oog heeft,
speciale voorschriften, ook voor dc berechting
worden gegeven, doch dat deze voor een be
paalde wijze van koop en verkoop gegeven
voorschriften niet terzijdestellen dc algemcene
regeling, in de Statuten vastgelegd, omtrent
de instelling en de werking van het Scheids
gerecht (waarbij alle geschillen uit koopover
eenkomsten aan het Scheidsgerecht worden
onderworpen en de bepalingen der Statuten,
die ook koop en verkoop op publieke veiling
betreffen, voor zoover deze overeenkomsten
aangaat, onaangeroerd laten).
Daar het verweer van gedaagde dus niet
opgaat en de eisch, als gegrond, behoort te
worden toegewezen, besliste de Rechtbank,
dat 't Scheidsgerecht voor den Bloembollen-
handdl uevoegd is, het door eischcr bij het
Scheidsgerecht aanhangig gemankt geschil te
berechten en verwees daarom partijen naar
het Scheidsgerecht, ten einde op dc hoofdzaak
voort te nrocedeexen.