WOENSDAG 20 JANUARI. ITENIAND. De Oorlog. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. Be JAARGANG. No. 1603 e£ckldeli^Gou^omlJ BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering :n het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze igenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers' 21/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere rogol meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- on Verhuur, Koop- en Verkoop (gcon Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Z. E. Kardinaal Mercier protesteert ..gen zijn vrijheidsberooving. Het [lostenrijksch communiqué meldt dat een Russische aanval in de Boekowina werd slagen. De Russen melden nieuwe ïverwinningen in den Kaukasus. Vol- jens een bericht van de Korr. Norden daagde de kapitein der Halfdan bij de ïweedsche overheid, dat van de haven- forten te Liverpool een schot was ge est op het schip. Kardinaal Mercier. De „Tijd'1 bevat het volgende protest van Z.Ein. Kardinaal Mercier Mechelen, Zondag 10 Januari 1915. Zeereerw. Heeren en Geliefde Mede werkers. Waarschijnlijk hebt gij de mededeeling blezen, welke de Duitsche Regeering van Brussel in de dagbladen heeft gepubliceerd fen waarin wordt verklaard, „dat de Kardi naal-Aartsbisschop van Mechelen in de vrije Vervulling zijner herderlijke taak in geen enkel opzicht werd belemmerd." I Uit de feiten moge blijken, hoezeer dat in strijd is met de waarheid. Immers, op den avond van den lsten Ja en den ganschen daaropvolgenden zijn soldaten de pastorijen binnen hebben er onzen Herderlijken Brief aan de pastoors ontrukt of vergeefs dit te doen, en, minachtend ons gezag, hebben zij u verboden hem aan de geloovigen voor te lezen, ter- svijl zij u daarbij bedreigden met de zwaar ste straffen, die u of uwe parochie zouden Worden opgelegd. Ook onze waardigheid hebben zij niet [verschoond. Op den 2den Januari, in den [vroegen ochtend om 6 uur, ontving ik het pevel mij dienzelfden morgen voor den klgemeenen Gouverneur over mijn-Brief aan priesters en geloovigen te komen ver antwoorden. Den volgenden dag werd mij [verboden in de Kathedraal van Antwerpen het plechtig Lof te gaan bijwonen; dan eindelijk is het mij niet toegestaan mij vrij te bewegen, om de andere Bisschoppen van België te bezoeken. Uwe. rechten, geliefde medewerkers, en jde mijne werden aldus verkracht; als bur; ger van België, als .zieleherder en als lid van het Heilig College van Kardinalen pro testeer ik daartegen plechtig. Wat anderen ook mochten voorspellen, 'de ervaring heeft nu bewezen, dat uit dat Herderlijk Schrijven geen gevaar voor op roer is ontstaan; integendeel is gebleken, dat het niet weinig heeft bijgedragen tot kalmeering der gemoederen en tot de open- hare rust. Ik wensch u geluk met uwen even kracht dadig als zachtmoedig volbrachten plicht. Blijft aan dien plicht getrouw, vastberaden en vreedzaam, indachtig de woorden, waar in ik U mijne bedoeling volkomen heb uit gedrukt: „"Weest tegelijk èn de beste be waarders van de vaderlandsche trouw èn dehecktste steun der openbare orde." Overigens, „zijt vurig van geest, dient den Heere. Verheugt u in de hoop, weest geduldig in lijden, volhardend in het ge bed. Komt den geloovigen in hunnen nood te hulp." (Rom. XII 12.) Vergeet mij intusschen niet in uwe gebe den, zooals ook ik uwer blijf gedenken. Laten wij, vereenigd door een nauwen band van broederliefde, den bisschop, de pries ters en het volk den Heer aanbevelen, „op dat zij inzien, wat .zij moeten doen, en de kracht verkrijgen, om te volbrengen, wat zij hebben ingezien." (Uit het Misgebed. Zond. na Driekoningen.) U in X o. toegenegen D. J. Kard. MERCIER. De zeereerw. heeren Dekens worden ver zocht ons verslag uit te brengen over het geen in de parochiën van hunne dekenij is vooi'gevallen. De vicaris-generaal van Kardinaal Mer cier, thans te Londen, heeft een inschrij ving geopend, om hem in staat te stellen den bekenden brief van den Kardinaal aan 20,000 Belgische soldaten, thans in Enge land, rond te ze r den. De Bomeinsche correspondent van de „Echo de Paris" verneemt, dat Z. H. de Paus een bijzonderen .zaakgelastigde naar Brussel heeft gezonden, om naar het ge beurde met Z. E. Kardinaal Mercier een onderzoek in te stellen. De Duitschers in Frankrijk en België. Verscheidene correspondenten schrijven over den afschuwelijken toestand waarin zich terrein en wegen in België en Frank rijk bevinden. Het land in de buurt van Duinkerken en Atrecht is door den regen en de overstroomingen veranderd in een reusachtig moeras, waarin het onmogelijk is, dat de troepen op het oogenblik zouden kunnen voortrukken. Zoodra het weder be ter zal zijn geworden, schrijven zij, en de grond droog, .zal de opmarsch beginnen. Meer en meer blijkt, dat het ernstige verlies der Franschen bij Soissons werke lijk te wijten is aan de zeer ongelijke om standigheden, waarin de beide partijen verkeerden wat den aanvoer van versche reserves betreft. De Duitschers, door niets daarin gestoord en er ruimschoots gebruik van makend, de Franschen belemmerd door het wegslaan van twee bruggen over de Aisne," vlak achter hen, die men met alle macht trachtte te herstellen, maar vruchte loos, zoodat "de aanrukkende versterkingen den omweg door Soissons moesten maken, en daardoor te laat kwamen. Het Fransche communiqué van gisteren meldt In België is veel sneeuw gevallen. In de buurt van Atrecht bracht onze zware artillerie bij verscheidene gelegen heden de vijandelijke batterijen tot zwijgen. Onze posities bij Laboisselle, welke wij in den nacht van 17 Januari ontruimden ten gevolge van hevige branden, werden den volgenden morgen dooi^ ons hernomen. Ten N.W. van Pont Mousson namen wij nog een andere Duitsche versterking in Bois Ie Prêtre, waar wij 500 meters Duit sche loopgraaf bezetten. Het Duitsche communiqué van gisteren •meldt, dat er weinig nieuws is. De Russen. Officieel wordt uit Weenen gemeld In Polen en West-Galicië hadden artillerie gevechten plaats. In de Karpathen gebeur de niets. Bij Jakobeni in het Zuiden van de Boe kowina werd een Russische aanval met zware verliezen voor de Russen afgeslagen. Officieel wordt uit Petersburg gemeld De Russische troepen in den Kaukasus ver dreven de Turken in het Tsjorokdistrict en bezetten Gidrovetti. De generale staf van het Russische leger in den Kaukasus deelt mede B* De vervolging van het Turksche leger wordt voortgezet. De Russen deden de Tur ken het district Tsjarak ontru men. In den loop van den 18den Januari na men de Russen het dorp Suidrenati en de bergstelling Sultan Selim, waarbij den Turken aanzienlijke verliezen werden toe gebracht. Verschillende Oorlogs berichten. Een Italiaansch schip vergaan. De Italiaansche stoomboot „Varese", thuis- behoorend te Genua, is op de vaart van Sfax naar Venetië bij Pola op 18 Januari 's middags bij nevelig slecht weer recht streeks in het mijnenveld gevaren. Het schip stiet op een mijn en is gezonken. Van de bemanning werd slechts één man gered. Een lijk is gevonden. 1 De „Saphir". De Fransche onder zeeër „Saphir", die op 15 dezer vertrokken was naar zijn waarnemingspost bij de Dardanellen, is niet teruggekomen' bij de vloot, welke in deze streek opereert. De buitenlandsche pers bericht, dat hij gezonken zou zijn en dat Turksche sche pen een deel der bemanning zouden heb ben opgenomen. Een misverstand? Het Zweedsehe stoomschip „Halfdan", alsdus hen Korr. Norden, dat gisteren uit Engeland ko mende, te Norrküping a&nk«v Lmra.mafcM> dat toen hét stoomschip te Liverpool de havenforten passeerde en op het punt was de vlag te hijschen, van een fort een ka nonschot tegen het stoomschip werd ge lost. De kogel ging tusschen de commando brug en den fokkemast door en viel toen in het water. De kapitein gaf bij de Zweedsehe over heid kennis van het voorval en verlangde dat de Zweedsehe minister van Buiten- landsche Zaken bij de Engelsche regee ring vertoogen zou houden, daar de be schieting van vreedzame handelsschepen onder Zweedsehe vlag in strijd is met het volkenrecht. De Achelsche Kluis. Hoewel de Achel- sche Kluis nog steeds door Duitsche mili tairen is bezet, zullen eerstdaags eenige paters het klooster weder betrekken. Een nieuwe betrekking. Wij lezen in de Engelsche bladen dat zekere heer Max Altkin benoemd is tot Ooggetuige bij de Canadeesche expeditiestrijdmacht. Gevallen. Te Parijs bij de Pont de Grenelle is Maandag een tweedekker naar beneden komen vallen. De vlieger, Laporte genaamd, brak zijn beide béenen en kreeg inwendige kwetsuren, waaraan hij in bet hospitaal overleed. Zijn passagier, kapi tein Chennery, verbrandde levend in de benzine. De moord op Jaurès. Volgens een telegram uit Parijs hebben de psychiaters, belast met een onderzoek naar de geestvermogens van den moorde naar van Jaurès, een rapport ingediend, waarin zij tot de conclusie komen, dat de misdadiger niet geheel en al verantwoorde lijk is voor zijn daden. Een ramp door het ontploffen van oen mijn. Gistermiddag is op do Schelde ter hoogte van Nieuwesluis een motorsloep van de marine tegen een mijn gevaren. De mijn ontplofte en de sloep met de 5 opvarenden, n.l. 1 officier en 4 minderen, word door het projectiel ver weggeslingerd. Van de 5 slachtoffers dezer ramp werden later slechts enkele lickaams- deelen terug gevonden. Een ooggetuige deolt aan het „Hbld" het volgende mede omtrent het vrecsclijlc ongeluk, dat gistermiddag op de Scheldo plaats had. Ongeveer half één was de mijnenlegger „Triton;' van de Kon. Ned. Marine uitgevaren om een mijnversperriug te lichten. Door den laatsten storm waren ceuige mijnen losgeraaki T?r hoogte van het gehucht Nieuwe Sluis, on geveer één uur loopens westwaarts van Bres- kens, stootte de „Triton" op een der losgeraakte mijnen, waarop een ontzettende ontploffing volgde en de barkas onmiddellijk zonk. Aan boord bevonden zich 1 officier en 4 minderen, die allen door den slag wegge slingerd werden. Inmiddels was uit Vlissingen telefonisch om hulp verzocht en in minder dan geen tijd verscheen een' torpedoboot op de plaats van den ramp. De lijken werden met deze boot naar Vlissingen overgebracht. Op de torpedoboot werd de vlag halfstok ge- hescken. Iu Vlissingen stonden vele menschen, die van het ongeluk gehoord hadden, te wach ten op do komst van de boot. Er liecrschte groote consternatie. Door do VliasinpBcho censüur werd ver melding" van het ongeluk in de Vlissingsche. bladen verboden. De namen van de verongelukten zijnde lui tenant ter zee eerste klasse L. M. Luden uit Amsterdam, de korporaal-torpedist B. J. de Jager, stumboeknummer 3184, dezeemilicien- matroos L. Reemans, stb. no. 546, de zcemili- cien-machinedrijver J. M. Grijspaardt, stb. no. 975, en de zeemilicien A. L. van den Elshout, stb. no. 765. Staat van beleg. Bij kon. besluit zijn met ingang van 19 Januari in staat van beleg verklaard de volgende gemeenten: in de provincie Groningen: Groningen; in de provincie Friesland: Gaasterland, Hemelumer, Oldephacrt en Noordwolde, Lemsterland, Sloten en Stavoren; in de provincie Gelderland: Balgoy, Beu- ningen, Doornspijk, Elburg, Ermelo, Har derwijk, Oldebroek, Overasselt en Wij- chen; in de provincie Utrecht: Amersfoort, Leusden, Soest en Zeist; in de provincie Noord-Holland: Urk. in de provincie Zuid-Holland: Bode graven; in de provincie Noord-Brabant-: Beers, Beugen en Rijkevoort, Boxmeer, Cuyk en St. Agatha Escharen, Gassel, Grave, Haps, Linden, Maashees en Overloon, Oeffeit, Oploo, St. Anthonius en Ledeacker, Sam- beek, Velp en Vierlingsbeek. De afkondiging van den staat van beleg1 in tal van gemeenten in Groningen, Fries land, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant, welke de „Staatscourant" van hedenavond bekend maakt, is geschied omdat in die gemeen ten de interneeringsdepots gevestigd zijn en liet thans mogelijk zal zijn de gewcnsch- te maatregelen van orde beter te kunnen handhaven. De afkondiging van den staat van beleg in énkele Noord-Brabanlsche gemeenten^ zooals de gemeente Maashees en Overloon is geschied om den smokkelhandel te kun nen tegengaan. Inlijving lichting 1915. Op den 16 en 1 7Februari a.s. zullen wor den ingelijfd de dienstplichtigen der lich ting van 1915: lo. die toegewezen zijn aan het tweede bataljon van elk der regimenten grena diers, jagers en infanterie, met uitzonde ring van lien, die in het bezit zijn van het bewijs, bedoeld in art. 70, eerste lid der Militiewet, 2o. die toegewezen zijn uan.het wapen der infanterie en van wie op grond van het door hen genoten onderwijs kan wor den verwacht, dat zij de geschiktheid lw. zitten om in opleiding te worden genomen voor den rang van officier; 3o. die toegewezen zijn aan het eerste bataljon van elk der onder lo genoemde regimenten en in het bezit zijn- van het daarin bedoeld bewijs. De inlijving van de dienstplichtigen, die, toegewezen, aan het tweede bataljon van elk 'der regimenten grenadiers, jagers en infanterie, in het bezit zijn van het onder lo bedoeld bewijs, zal behoudens nadere bevelen, geschieden op 16 en 17 April a.s. Alleen om zeer gewichtige redenen waaronder in dit beval ook studiebejangen kunnen worden gerekend kan aan deze in te lijven dienstplichtigen uitstel van eerste oefening worden verleend, indien "zij daarToe alsnog tón spoedigste zelTTnm verlangen bij (ongezegokl) verzoekschrift aan den minister van Oorlog te kennen geven, met overlegging van een deugde lijk bewijsstuk omtrent liet werkelijk be staan van de reden der aanvrage. De dienstplichtigen zullen echter rekening moeten houden met de mogelijkheid, dat het uitstel wordt ingetrokken, zoodra de omstandigheden daartoe aanleiding moch ten geven. Carnaval en Oorlog. In de Maastrichtsche gemeenteraadszit ting van gisteravond werden bijna twee uren gewijd aan liet voorstel tot het vast stellen van beperkende bepalingen betref fende de vastenavondviering in 1915. Het voorstel van B. en W. luidde het gemas kerd op straat loopen te verbieden, het ma ken van dansmuziek alleen toe te staan op Carnavalszondag en om de publieke gele genheden de drie carnavalsdagen orn 11 uur te sluiten. De heer Schols hield in een lange rede een pleidooi tegen het houden van bals, terwijl in naburige landen do oorlog woedt. Past het te gaan dansen, wanneer er een wereldoorlog heerscht, wanneer er overal malaise is? Kunnen we gaan dansen, ter wijl we een paar maanden geleden biddend door de straten trokken? Kunnen we gaan dansen, wanneer onze Koningin een zoo FEUILLETON. DE DUIKER. 10) Nog ecnigen tijd hield de Servon den Taan aan de praat, in de hoop nog eenige inlichtingen te krijgen; maar de inwoner van Montmartre maakte hem niets wijzer, om reden de man zelf niet meer wist. Eenigszins ontmoedigd keerde de graaf huiswaarts; zijn meening omtrent Loiseau had geen verandering ondergaan. Zooveel had-hij wel begrepen, dat de man een ge heimzinnig leven leidde en dit geheimzin nige een reden moest hebben; maar die re den was juist het onbekende, dat bij moest' onderzoeken. Het vraagstuk hield Servon geheel en al hezig, hij dacht aan niets anders meer en sprak tot zich zeiven, dat hij het raadsel .wel zou oplossen. Hij verscheen hoe langer hoe getrouwer op de club met het eenige doel den heer de Pancorvo en Loiseau gade te slaan. Wanneer die twee menschen met elkan der in betrekking stonden, speelden zij hun rol goed, want het was onmogelijk hen op het minste teeken van verstandhou ding te betrappem He bediende deed altijd zijn dienst met «en voorbeeldigen ijver, en de heer Parï- corvo toonde zich immer een goed speler, die aardig geld verdiende, want hij won hij na immer. Sinds de aanranding, waarvan de graaf het slachtoffer was geweest, jyas den spe lers niets kwaads overkomen, tenminste op straat, want er was nog eens ingebro ken bij een speler, die den winter te Parijs was komen doorbrengen, en die goed ge wonnen had. Dc dieven hadden zich tot zijn woning toegang verschaft door middel van een valschen sleutel, terwijl hij op de club was, en de brandkast, die op dat oogenblik goed gevuld was, geledigd. De man klaagde luide; het gerucht ver spreidde zich naar alle kanten en gaf aan leiding tot allerlei gissingen.'Servon meen de zich niet onder de praters te moeten mengen, die over het geval spraken, maar hij verkreeg de zekerheid, dat gedurende -den nacht, waarin de diefstal gepleegd was, de heer de Pancorvo niet in den kring was. De graaf werd om zoo te zeggen vervolgd door een idee fixe, waardoor hij niemand anders verdacht dan den Amerikaan. Hij stelde al zijn pogingen jn het werk om niet zoo ongegrond te oordeelen, maar hij hing tusschen de nieuwsgierigheid en de goed moedigheid, die hem eigen waren. Hij nam zich dus plechtig voor er niet meer aan te denken, als hij na een laatste poging nog geen volkomen zekerheid had. Servon had bemerkt, dat Tiet niet moei lijk zou zijn in den tuin van Montmartre te dringen door de zijdeur, en hij dacht, dat, wanneer hij eenmaal in den tuin was, hij wel het middel zou vinden om den vijand van meer nabij te beschouwen. Hij besloot du3 deze beslissende onderne-. ming niet uit te stellen, en dat zij ook de laatste zo"ü zijn. Servon koos het kostuum van een zwer- yer, trok een vuile kiel aan, bedekte het hoofd met een leelijke pet en met een pruik in den vorm van polkahaar. Toen de graaf aldus gekleed was, be wonderde hij zich zeiven; maar hij werd ook philosophisch en dacht: hoe weinig is er toch noodig, om van een edelman een ellendig mensch te maken: eenige onaan zienlijke kleeden en polkahaar. Servon koos een nacht, waarop Loiseau niet in dienst behoefde te zijn, en hij be gaf zich eerst na middernacht op weg, daar hij ditmaal den bediende niet be hoefde te volgen. Het was zelfs beter, den man eerst den tijd te laten zich in zijn vreemde woning te vestigen, opdat hij hem des te beter zou kunnen gadeslaan. Hoe zou hij dat aanleggen. De graaf wist er nog niets van, terwijl hij zich naar Montmartre begaf. Het weder begunstigde de zaak. Er woedde een hevige storm over Parijs, en een zware regen geeselde de ruiten der huizen. De zeldzame voorbijgangers liepen in gebogen houding, om zich zooveel mogelijk tegen den orkaan en den regen te beveili gen. Hier en daar vielen pannen van de daken. Het was vreeselijk. Servon vroeg zich af, of die woede der natuur geen waarschuwing van den he mel was, en een oogenblik dacht hij er aan terug te keeren. Maar hij beeon zich nog eens. Voor dat gedwongen bad zou hij ruimschoots vergoeding krijgen, doordat zulk een nacht zeker het raadsel aan het licht zou brengen, en omdat het noodweer zijn werk begunstigde. Met nieuwen moed liep hij dus \Veder verder, de armen tegen het lijf gedrukt en met gebogen hoofd, tegen den wind in. In do geheele rue Pigalé ontmoette hij geen sterveling. Hij had veel moeite om den weg te vinden, hij geraakte zelfs nog verdwaald. Eindelijk tegen één uur vond hij de plaats, waar hij zijn moest; een tamelijk helder licht, dat door de boomen scheen, deed hem gelooven, dat hij te goe der tijd gekomen was. Zonder tijd te verliezen klom hij in den noteboom, die tegen de deur gegroeid was, en in een oogenblik was hij in den tuin zonder ander letsel dan een flinke winkel haak in zijn pantalon. Maar het moeilijk ste van het werk kwam nog aan. Hij moest zich door dichte kreupelhout werken en de woning naderen zöhder zijn tegenwoordig heid te verraden. Gelukkig overstemde het geraas van den storm het gekraak van het kreupelhout, hetwelk door de Servon ge broken werd. Hij ging vooruit gelijk een blinde, met vooruit gestoken armen, en zich de handen wondend; maar een Bretagner, die gewoon is te jagen moest zulke klei nigheden verachten. Na een groot kwartier scharrelens kwam hij eindelijk in een tamelijk breede laan en zag, het hoofd opheffend, dat hij juist aan den voet van het huis stond. De benedenverdieping en de eerste ver dieping waren zonder licht, maar dit \vas nie-t het geval met de tweede étage. Hij verwonderde er zich eerst over, dat Loiseau de vensters niet hermetisch ge- loten had, maar bij nader inzien vond hij het toch overbodig. Waarlijk, de geheimzinnige toren be- heerschte van zulk een hoogte alle. huizen van de straat, dat alleen een luchtreiziger een blik in de kamer zou hebben kunnen slaan. Daarenboven, hot licht kon als sign aai dienen. Daar stond hij nu, zonder iets te zien. Hij had veel kans voor niets gekomen te zijn. Hij brak zich het hoofd om een plaats te vinden, vanwaar hij goed kon zien, toen. een groote boom, waartegen hij zich stiet, hem een denkbeeld aan do hand deed. Servon die buiten was opgevoed, was ju zijn jeugd tamelijk handig geweest om vogelnestjes uit te halen. Hij zou het dus egn heel eind brengen. Er viel daarenbo ven niet te aarzelen. Dus, doen of niet doen. De graaf offerde er zijn bf»ek aan op en zelfs zijn vel, dat weinig gewend was aan de ruwe schors van een olm; hij greep den stam aan met een kracht van twintig jaar. Het klimmen duurde lang en was hem moeilijk, en de handen deden, hem aardig pijn, toen hij tamelijk gemak kelijk kon gaan zitten op den hoogstelt zwaren tak van den boom. I)e tak watt sterk genoeg om een rhinoceros te dragen. Mijnheer maakte het zich gemakkelijk. Hij leunde met den rug tegen den atam, alsof hij in een leunstoel zat. Hij was hoogstens vijftien pas van het huis verwijderd cn zat een weinig hooger dan het venster. Einde lijk zou hij dan toch eens zien. Het schouwspel, dat zijn oogen ontwaar den, had hij zich niet kunnen droomon. De kamer werd verlicht door een lamp, die aan het plafond was opgehangen, en het licht viel op de muren, die geheel met zwart beliangen waren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1