WOENSDAG
20
JANUARI.
ITENIAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Be JAARGANG.
No. 1603
e£ckldeli^Gou^omlJ
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
:n het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
igenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers' 21/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere rogol meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- on Verhuur, Koop- en Verkoop (gcon
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Z. E. Kardinaal Mercier protesteert
..gen zijn vrijheidsberooving. Het
[lostenrijksch communiqué meldt dat een
Russische aanval in de Boekowina werd
slagen. De Russen melden nieuwe
ïverwinningen in den Kaukasus. Vol-
jens een bericht van de Korr. Norden
daagde de kapitein der Halfdan bij de
ïweedsche overheid, dat van de haven-
forten te Liverpool een schot was ge
est op het schip.
Kardinaal Mercier.
De „Tijd'1 bevat het volgende protest van
Z.Ein. Kardinaal Mercier
Mechelen, Zondag 10 Januari 1915.
Zeereerw. Heeren en Geliefde Mede
werkers.
Waarschijnlijk hebt gij de mededeeling
blezen, welke de Duitsche Regeering van
Brussel in de dagbladen heeft gepubliceerd
fen waarin wordt verklaard, „dat de Kardi
naal-Aartsbisschop van Mechelen in de vrije
Vervulling zijner herderlijke taak in geen
enkel opzicht werd belemmerd."
I Uit de feiten moge blijken, hoezeer dat
in strijd is met de waarheid.
Immers, op den avond van den lsten Ja
en den ganschen daaropvolgenden
zijn soldaten de pastorijen binnen
hebben er onzen Herderlijken
Brief aan de pastoors ontrukt of vergeefs
dit te doen, en, minachtend ons
gezag, hebben zij u verboden
hem aan de geloovigen voor te lezen, ter-
svijl zij u daarbij bedreigden met de zwaar
ste straffen, die u of uwe parochie zouden
Worden opgelegd.
Ook onze waardigheid hebben zij niet
[verschoond. Op den 2den Januari, in den
[vroegen ochtend om 6 uur, ontving ik het
pevel mij dienzelfden morgen voor den
klgemeenen Gouverneur over mijn-Brief
aan priesters en geloovigen te komen ver
antwoorden. Den volgenden dag werd mij
[verboden in de Kathedraal van Antwerpen
het plechtig Lof te gaan bijwonen; dan
eindelijk is het mij niet toegestaan mij vrij
te bewegen, om de andere Bisschoppen van
België te bezoeken.
Uwe. rechten, geliefde medewerkers, en
jde mijne werden aldus verkracht; als bur;
ger van België, als .zieleherder en als lid
van het Heilig College van Kardinalen pro
testeer ik daartegen plechtig.
Wat anderen ook mochten voorspellen,
'de ervaring heeft nu bewezen, dat uit dat
Herderlijk Schrijven geen gevaar voor op
roer is ontstaan; integendeel is gebleken,
dat het niet weinig heeft bijgedragen tot
kalmeering der gemoederen en tot de open-
hare rust.
Ik wensch u geluk met uwen even kracht
dadig als zachtmoedig volbrachten plicht.
Blijft aan dien plicht getrouw, vastberaden
en vreedzaam, indachtig de woorden, waar
in ik U mijne bedoeling volkomen heb uit
gedrukt: „"Weest tegelijk èn de beste be
waarders van de vaderlandsche trouw èn
dehecktste steun der openbare orde."
Overigens, „zijt vurig van geest, dient
den Heere. Verheugt u in de hoop, weest
geduldig in lijden, volhardend in het ge
bed. Komt den geloovigen in hunnen nood
te hulp." (Rom. XII 12.)
Vergeet mij intusschen niet in uwe gebe
den, zooals ook ik uwer blijf gedenken.
Laten wij, vereenigd door een nauwen band
van broederliefde, den bisschop, de pries
ters en het volk den Heer aanbevelen, „op
dat zij inzien, wat .zij moeten doen, en de
kracht verkrijgen, om te volbrengen, wat
zij hebben ingezien." (Uit het Misgebed.
Zond. na Driekoningen.)
U in X o. toegenegen
D. J. Kard. MERCIER.
De zeereerw. heeren Dekens worden ver
zocht ons verslag uit te brengen over het
geen in de parochiën van hunne dekenij is
vooi'gevallen.
De vicaris-generaal van Kardinaal Mer
cier, thans te Londen, heeft een inschrij
ving geopend, om hem in staat te stellen
den bekenden brief van den Kardinaal aan
20,000 Belgische soldaten, thans in Enge
land, rond te ze r den.
De Bomeinsche correspondent van de
„Echo de Paris" verneemt, dat Z. H. de
Paus een bijzonderen .zaakgelastigde naar
Brussel heeft gezonden, om naar het ge
beurde met Z. E. Kardinaal Mercier een
onderzoek in te stellen.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Verscheidene correspondenten schrijven
over den afschuwelijken toestand waarin
zich terrein en wegen in België en Frank
rijk bevinden. Het land in de buurt van
Duinkerken en Atrecht is door den regen
en de overstroomingen veranderd in een
reusachtig moeras, waarin het onmogelijk
is, dat de troepen op het oogenblik zouden
kunnen voortrukken. Zoodra het weder be
ter zal zijn geworden, schrijven zij, en de
grond droog, .zal de opmarsch beginnen.
Meer en meer blijkt, dat het ernstige
verlies der Franschen bij Soissons werke
lijk te wijten is aan de zeer ongelijke om
standigheden, waarin de beide partijen
verkeerden wat den aanvoer van versche
reserves betreft. De Duitschers, door niets
daarin gestoord en er ruimschoots gebruik
van makend, de Franschen belemmerd door
het wegslaan van twee bruggen over de
Aisne," vlak achter hen, die men met alle
macht trachtte te herstellen, maar vruchte
loos, zoodat "de aanrukkende versterkingen
den omweg door Soissons moesten maken,
en daardoor te laat kwamen.
Het Fransche communiqué van gisteren
meldt
In België is veel sneeuw gevallen.
In de buurt van Atrecht bracht onze
zware artillerie bij verscheidene gelegen
heden de vijandelijke batterijen tot zwijgen.
Onze posities bij Laboisselle, welke wij in
den nacht van 17 Januari ontruimden ten
gevolge van hevige branden, werden den
volgenden morgen dooi^ ons hernomen.
Ten N.W. van Pont Mousson namen
wij nog een andere Duitsche versterking in
Bois Ie Prêtre, waar wij 500 meters Duit
sche loopgraaf bezetten.
Het Duitsche communiqué van gisteren
•meldt, dat er weinig nieuws is.
De Russen.
Officieel wordt uit Weenen gemeld In
Polen en West-Galicië hadden artillerie
gevechten plaats. In de Karpathen gebeur
de niets.
Bij Jakobeni in het Zuiden van de Boe
kowina werd een Russische aanval met
zware verliezen voor de Russen afgeslagen.
Officieel wordt uit Petersburg gemeld
De Russische troepen in den Kaukasus ver
dreven de Turken in het Tsjorokdistrict en
bezetten Gidrovetti.
De generale staf van het Russische leger
in den Kaukasus deelt mede B*
De vervolging van het Turksche leger
wordt voortgezet. De Russen deden de Tur
ken het district Tsjarak ontru men.
In den loop van den 18den Januari na
men de Russen het dorp Suidrenati en
de bergstelling Sultan Selim, waarbij den
Turken aanzienlijke verliezen werden toe
gebracht.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Een Italiaansch schip vergaan. De
Italiaansche stoomboot „Varese", thuis-
behoorend te Genua, is op de vaart van
Sfax naar Venetië bij Pola op 18 Januari
's middags bij nevelig slecht weer recht
streeks in het mijnenveld gevaren. Het
schip stiet op een mijn en is gezonken.
Van de bemanning werd slechts één man
gered. Een lijk is gevonden. 1
De „Saphir". De Fransche onder
zeeër „Saphir", die op 15 dezer vertrokken
was naar zijn waarnemingspost bij de
Dardanellen, is niet teruggekomen' bij de
vloot, welke in deze streek opereert.
De buitenlandsche pers bericht, dat hij
gezonken zou zijn en dat Turksche sche
pen een deel der bemanning zouden heb
ben opgenomen.
Een misverstand? Het Zweedsehe
stoomschip „Halfdan", alsdus hen Korr.
Norden, dat gisteren uit Engeland ko
mende, te Norrküping a&nk«v Lmra.mafcM>
dat toen hét stoomschip te Liverpool de
havenforten passeerde en op het punt was
de vlag te hijschen, van een fort een ka
nonschot tegen het stoomschip werd ge
lost. De kogel ging tusschen de commando
brug en den fokkemast door en viel toen
in het water.
De kapitein gaf bij de Zweedsehe over
heid kennis van het voorval en verlangde
dat de Zweedsehe minister van Buiten-
landsche Zaken bij de Engelsche regee
ring vertoogen zou houden, daar de be
schieting van vreedzame handelsschepen
onder Zweedsehe vlag in strijd is met het
volkenrecht.
De Achelsche Kluis. Hoewel de Achel-
sche Kluis nog steeds door Duitsche mili
tairen is bezet, zullen eerstdaags eenige
paters het klooster weder betrekken.
Een nieuwe betrekking. Wij lezen in
de Engelsche bladen dat zekere heer Max
Altkin benoemd is tot Ooggetuige bij de
Canadeesche expeditiestrijdmacht.
Gevallen. Te Parijs bij de Pont de
Grenelle is Maandag een tweedekker naar
beneden komen vallen. De vlieger, Laporte
genaamd, brak zijn beide béenen en kreeg
inwendige kwetsuren, waaraan hij in bet
hospitaal overleed. Zijn passagier, kapi
tein Chennery, verbrandde levend in de
benzine.
De moord op Jaurès.
Volgens een telegram uit Parijs hebben
de psychiaters, belast met een onderzoek
naar de geestvermogens van den moorde
naar van Jaurès, een rapport ingediend,
waarin zij tot de conclusie komen, dat de
misdadiger niet geheel en al verantwoorde
lijk is voor zijn daden.
Een ramp door het ontploffen
van oen mijn.
Gistermiddag is op do Schelde ter hoogte
van Nieuwesluis een motorsloep van de marine
tegen een mijn gevaren. De mijn ontplofte en
de sloep met de 5 opvarenden, n.l. 1 officier
en 4 minderen, word door het projectiel ver
weggeslingerd. Van de 5 slachtoffers dezer
ramp werden later slechts enkele lickaams-
deelen terug gevonden.
Een ooggetuige deolt aan het „Hbld" het
volgende mede omtrent het vrecsclijlc ongeluk,
dat gistermiddag op de Scheldo plaats had.
Ongeveer half één was de mijnenlegger
„Triton;' van de Kon. Ned. Marine uitgevaren
om een mijnversperriug te lichten. Door den
laatsten storm waren ceuige mijnen losgeraaki
T?r hoogte van het gehucht Nieuwe Sluis, on
geveer één uur loopens westwaarts van Bres-
kens, stootte de „Triton" op een der losgeraakte
mijnen, waarop een ontzettende ontploffing
volgde en de barkas onmiddellijk zonk.
Aan boord bevonden zich 1 officier en 4
minderen, die allen door den slag wegge
slingerd werden. Inmiddels was uit Vlissingen
telefonisch om hulp verzocht en in minder
dan geen tijd verscheen een' torpedoboot op
de plaats van den ramp. De lijken werden
met deze boot naar Vlissingen overgebracht.
Op de torpedoboot werd de vlag halfstok ge-
hescken. Iu Vlissingen stonden vele menschen,
die van het ongeluk gehoord hadden, te wach
ten op do komst van de boot. Er liecrschte
groote consternatie.
Door do VliasinpBcho censüur werd ver
melding" van het ongeluk in de Vlissingsche.
bladen verboden.
De namen van de verongelukten zijnde lui
tenant ter zee eerste klasse L. M. Luden uit
Amsterdam, de korporaal-torpedist B. J. de
Jager, stumboeknummer 3184, dezeemilicien-
matroos L. Reemans, stb. no. 546, de zcemili-
cien-machinedrijver J. M. Grijspaardt, stb. no.
975, en de zeemilicien A. L. van den Elshout,
stb. no. 765.
Staat van beleg.
Bij kon. besluit zijn met ingang van 19
Januari in staat van beleg verklaard de
volgende gemeenten:
in de provincie Groningen: Groningen;
in de provincie Friesland: Gaasterland,
Hemelumer, Oldephacrt en Noordwolde,
Lemsterland, Sloten en Stavoren;
in de provincie Gelderland: Balgoy, Beu-
ningen, Doornspijk, Elburg, Ermelo, Har
derwijk, Oldebroek, Overasselt en Wij-
chen;
in de provincie Utrecht: Amersfoort,
Leusden, Soest en Zeist;
in de provincie Noord-Holland: Urk.
in de provincie Zuid-Holland: Bode
graven;
in de provincie Noord-Brabant-: Beers,
Beugen en Rijkevoort, Boxmeer, Cuyk en
St. Agatha Escharen, Gassel, Grave, Haps,
Linden, Maashees en Overloon, Oeffeit,
Oploo, St. Anthonius en Ledeacker, Sam-
beek, Velp en Vierlingsbeek.
De afkondiging van den staat van beleg1
in tal van gemeenten in Groningen, Fries
land, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland,
Zuid-Holland en Noord-Brabant, welke de
„Staatscourant" van hedenavond bekend
maakt, is geschied omdat in die gemeen
ten de interneeringsdepots gevestigd zijn
en liet thans mogelijk zal zijn de gewcnsch-
te maatregelen van orde beter te kunnen
handhaven.
De afkondiging van den staat van beleg
in énkele Noord-Brabanlsche gemeenten^
zooals de gemeente Maashees en Overloon
is geschied om den smokkelhandel te kun
nen tegengaan.
Inlijving lichting 1915.
Op den 16 en 1 7Februari a.s. zullen wor
den ingelijfd de dienstplichtigen der lich
ting van 1915:
lo. die toegewezen zijn aan het tweede
bataljon van elk der regimenten grena
diers, jagers en infanterie, met uitzonde
ring van lien, die in het bezit zijn van
het bewijs, bedoeld in art. 70, eerste lid
der Militiewet,
2o. die toegewezen zijn uan.het wapen
der infanterie en van wie op grond van
het door hen genoten onderwijs kan wor
den verwacht, dat zij de geschiktheid lw.
zitten om in opleiding te worden genomen
voor den rang van officier;
3o. die toegewezen zijn aan het eerste
bataljon van elk der onder lo genoemde
regimenten en in het bezit zijn- van het
daarin bedoeld bewijs.
De inlijving van de dienstplichtigen, die,
toegewezen, aan het tweede bataljon van
elk 'der regimenten grenadiers, jagers en
infanterie, in het bezit zijn van het onder
lo bedoeld bewijs, zal behoudens nadere
bevelen, geschieden op 16 en 17 April a.s.
Alleen om zeer gewichtige redenen
waaronder in dit beval ook studiebejangen
kunnen worden gerekend kan aan deze
in te lijven dienstplichtigen uitstel van
eerste oefening worden verleend, indien
"zij daarToe alsnog tón spoedigste zelTTnm
verlangen bij (ongezegokl) verzoekschrift
aan den minister van Oorlog te kennen
geven, met overlegging van een deugde
lijk bewijsstuk omtrent liet werkelijk be
staan van de reden der aanvrage. De
dienstplichtigen zullen echter rekening
moeten houden met de mogelijkheid, dat
het uitstel wordt ingetrokken, zoodra de
omstandigheden daartoe aanleiding moch
ten geven.
Carnaval en Oorlog.
In de Maastrichtsche gemeenteraadszit
ting van gisteravond werden bijna twee
uren gewijd aan liet voorstel tot het vast
stellen van beperkende bepalingen betref
fende de vastenavondviering in 1915. Het
voorstel van B. en W. luidde het gemas
kerd op straat loopen te verbieden, het ma
ken van dansmuziek alleen toe te staan op
Carnavalszondag en om de publieke gele
genheden de drie carnavalsdagen orn 11
uur te sluiten.
De heer Schols hield in een lange rede
een pleidooi tegen het houden van bals,
terwijl in naburige landen do oorlog woedt.
Past het te gaan dansen, wanneer er een
wereldoorlog heerscht, wanneer er overal
malaise is? Kunnen we gaan dansen, ter
wijl we een paar maanden geleden biddend
door de straten trokken? Kunnen we gaan
dansen, wanneer onze Koningin een zoo
FEUILLETON.
DE DUIKER.
10)
Nog ecnigen tijd hield de Servon den
Taan aan de praat, in de hoop nog eenige
inlichtingen te krijgen; maar de inwoner
van Montmartre maakte hem niets wijzer,
om reden de man zelf niet meer wist.
Eenigszins ontmoedigd keerde de graaf
huiswaarts; zijn meening omtrent Loiseau
had geen verandering ondergaan. Zooveel
had-hij wel begrepen, dat de man een ge
heimzinnig leven leidde en dit geheimzin
nige een reden moest hebben; maar die re
den was juist het onbekende, dat bij moest'
onderzoeken.
Het vraagstuk hield Servon geheel en al
hezig, hij dacht aan niets anders meer en
sprak tot zich zeiven, dat hij het raadsel
.wel zou oplossen.
Hij verscheen hoe langer hoe getrouwer
op de club met het eenige doel den heer de
Pancorvo en Loiseau gade te slaan.
Wanneer die twee menschen met elkan
der in betrekking stonden, speelden zij
hun rol goed, want het was onmogelijk
hen op het minste teeken van verstandhou
ding te betrappem
He bediende deed altijd zijn dienst met
«en voorbeeldigen ijver, en de heer Parï-
corvo toonde zich immer een goed speler,
die aardig geld verdiende, want hij won
hij na immer.
Sinds de aanranding, waarvan de graaf
het slachtoffer was geweest, jyas den spe
lers niets kwaads overkomen, tenminste
op straat, want er was nog eens ingebro
ken bij een speler, die den winter te Parijs
was komen doorbrengen, en die goed ge
wonnen had.
Dc dieven hadden zich tot zijn woning
toegang verschaft door middel van een
valschen sleutel, terwijl hij op de club
was, en de brandkast, die op dat oogenblik
goed gevuld was, geledigd.
De man klaagde luide; het gerucht ver
spreidde zich naar alle kanten en gaf aan
leiding tot allerlei gissingen.'Servon meen
de zich niet onder de praters te moeten
mengen, die over het geval spraken, maar
hij verkreeg de zekerheid, dat gedurende
-den nacht, waarin de diefstal gepleegd
was, de heer de Pancorvo niet in den
kring was.
De graaf werd om zoo te zeggen vervolgd
door een idee fixe, waardoor hij niemand
anders verdacht dan den Amerikaan. Hij
stelde al zijn pogingen jn het werk om niet
zoo ongegrond te oordeelen, maar hij hing
tusschen de nieuwsgierigheid en de goed
moedigheid, die hem eigen waren.
Hij nam zich dus plechtig voor er niet
meer aan te denken, als hij na een laatste
poging nog geen volkomen zekerheid had.
Servon had bemerkt, dat Tiet niet moei
lijk zou zijn in den tuin van Montmartre
te dringen door de zijdeur, en hij dacht,
dat, wanneer hij eenmaal in den tuin was,
hij wel het middel zou vinden om den
vijand van meer nabij te beschouwen.
Hij besloot du3 deze beslissende onderne-.
ming niet uit te stellen, en dat zij ook de
laatste zo"ü zijn.
Servon koos het kostuum van een zwer-
yer, trok een vuile kiel aan, bedekte het
hoofd met een leelijke pet en met een pruik
in den vorm van polkahaar.
Toen de graaf aldus gekleed was, be
wonderde hij zich zeiven; maar hij werd
ook philosophisch en dacht: hoe weinig is
er toch noodig, om van een edelman een
ellendig mensch te maken: eenige onaan
zienlijke kleeden en polkahaar.
Servon koos een nacht, waarop Loiseau
niet in dienst behoefde te zijn, en hij be
gaf zich eerst na middernacht op weg,
daar hij ditmaal den bediende niet be
hoefde te volgen. Het was zelfs beter, den
man eerst den tijd te laten zich in zijn
vreemde woning te vestigen, opdat hij hem
des te beter zou kunnen gadeslaan.
Hoe zou hij dat aanleggen. De graaf
wist er nog niets van, terwijl hij zich naar
Montmartre begaf. Het weder begunstigde
de zaak. Er woedde een hevige storm over
Parijs, en een zware regen geeselde de
ruiten der huizen.
De zeldzame voorbijgangers liepen in
gebogen houding, om zich zooveel mogelijk
tegen den orkaan en den regen te beveili
gen. Hier en daar vielen pannen van de
daken. Het was vreeselijk.
Servon vroeg zich af, of die woede der
natuur geen waarschuwing van den he
mel was, en een oogenblik dacht hij er aan
terug te keeren. Maar hij beeon zich nog
eens. Voor dat gedwongen bad zou hij
ruimschoots vergoeding krijgen, doordat
zulk een nacht zeker het raadsel aan het
licht zou brengen, en omdat het noodweer
zijn werk begunstigde.
Met nieuwen moed liep hij dus \Veder
verder, de armen tegen het lijf gedrukt en
met gebogen hoofd, tegen den wind in.
In do geheele rue Pigalé ontmoette hij
geen sterveling. Hij had veel moeite om
den weg te vinden, hij geraakte zelfs nog
verdwaald. Eindelijk tegen één uur vond
hij de plaats, waar hij zijn moest; een
tamelijk helder licht, dat door de boomen
scheen, deed hem gelooven, dat hij te goe
der tijd gekomen was.
Zonder tijd te verliezen klom hij in den
noteboom, die tegen de deur gegroeid was,
en in een oogenblik was hij in den tuin
zonder ander letsel dan een flinke winkel
haak in zijn pantalon. Maar het moeilijk
ste van het werk kwam nog aan. Hij moest
zich door dichte kreupelhout werken en de
woning naderen zöhder zijn tegenwoordig
heid te verraden. Gelukkig overstemde het
geraas van den storm het gekraak van het
kreupelhout, hetwelk door de Servon ge
broken werd. Hij ging vooruit gelijk een
blinde, met vooruit gestoken armen, en zich
de handen wondend; maar een Bretagner,
die gewoon is te jagen moest zulke klei
nigheden verachten.
Na een groot kwartier scharrelens kwam
hij eindelijk in een tamelijk breede laan
en zag, het hoofd opheffend, dat hij juist
aan den voet van het huis stond.
De benedenverdieping en de eerste ver
dieping waren zonder licht, maar dit \vas
nie-t het geval met de tweede étage.
Hij verwonderde er zich eerst over, dat
Loiseau de vensters niet hermetisch ge-
loten had, maar bij nader inzien vond hij
het toch overbodig.
Waarlijk, de geheimzinnige toren be-
heerschte van zulk een hoogte alle. huizen
van de straat, dat alleen een luchtreiziger
een blik in de kamer zou hebben kunnen
slaan. Daarenboven, hot licht kon als
sign aai dienen.
Daar stond hij nu, zonder iets te zien.
Hij had veel kans voor niets gekomen te
zijn. Hij brak zich het hoofd om een plaats
te vinden, vanwaar hij goed kon zien, toen.
een groote boom, waartegen hij zich stiet,
hem een denkbeeld aan do hand deed.
Servon die buiten was opgevoed, was ju
zijn jeugd tamelijk handig geweest om
vogelnestjes uit te halen. Hij zou het dus
egn heel eind brengen. Er viel daarenbo
ven niet te aarzelen. Dus, doen of niet
doen. De graaf offerde er zijn bf»ek aan
op en zelfs zijn vel, dat weinig gewend
was aan de ruwe schors van een olm; hij
greep den stam aan met een kracht van
twintig jaar. Het klimmen duurde lang
en was hem moeilijk, en de handen deden,
hem aardig pijn, toen hij tamelijk gemak
kelijk kon gaan zitten op den hoogstelt
zwaren tak van den boom. I)e tak watt
sterk genoeg om een rhinoceros te dragen.
Mijnheer maakte het zich gemakkelijk. Hij
leunde met den rug tegen den atam, alsof
hij in een leunstoel zat. Hij was hoogstens
vijftien pas van het huis verwijderd cn zat
een weinig hooger dan het venster. Einde
lijk zou hij dan toch eens zien.
Het schouwspel, dat zijn oogen ontwaar
den, had hij zich niet kunnen droomon.
De kamer werd verlicht door een lamp,
die aan het plafond was opgehangen, en
het licht viel op de muren, die geheel
met zwart beliangen waren.
(Wordt vervolgd.)