MAANDAG
18
JANUARI.
19I5.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Be JAARGANG.
No. 1601
e£cid^lie(Bou/tcm^
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 con
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1—5 regels 50 coirt, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- on Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handeis-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Het Duitsche communiqué spreekt van
weinig actie op het Westelijk oorlogs
terrein, hef Fransche communiqué van
eenige vorderingen der bondyenooten.
Op hei Oostelijk oorlogsterrein was er
over liet algemeen stilstand in de ope
raties. Be Russen hebben in den
Kaukasus een overwinning behaald op
de Turken.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Van het Westelijk front is liet belang
rijkst de mededeeling omtrent Blangy (ten
O. van Atrecht). De Duitschers lieten daar
een metaalgieterij in de lucht springen;
volgens het Fransche bericht hadden zij
die na een levendig gevecht veroverd,
maar werden zij er door de Franschen
weer uit verdreven. Naar te vermoeden
valt, hebben zij het gebouw voor zij het
prijs gaven opgeblazen.
Bij Nieuwpoort is weinig verandering.
Uit de berichten blijkt, dat men er niet
stil zit. Ook bij St. Joris stonden de Duit
sche stellingen aan beschieting bloot. Waar
schijnlijk alleen door de artillerie.
In het Westelijk heuveland van Argonne
bij Perthes en Beau Séjour, gaat de strijd
orn de loopgraven desgelijks nog altijd
voort.
Ook op de Maashoogten wordt gevoch
ten, o.a. bij Flirey, dat ten O. van St. Mi-
hiel ligt, en in het Bois le Prêtre.
Officieel wordt uit Parijs gemeld: Te
Notre Dame de Lorotte bij Carency heeft
de vijand een gedeelte der loopgraven, die
bij op 14 Januari heeft verloren, weder
bezet.
Te Blaney bij Atrecht blijven wij voort
gaan vorderingen te maken.
De "vijand heeft een krachtigen aanval
gOiaan, voorafgegaan door een hevige
beschieting, op onze stellingen ten Westen
i La Boisellc. De aanval werd afgesla
gen.
Van het geheele front van af de Somme
tot de Maas wordt van geen infanterie-
actie bericht.
In de streek van Soissons behaalde onze
artillerie belangrijke res.ulta.ten, zij ver
dreef een regiment, terwijl dit bijeen werd
getrokken, bracht een ontploffing teweeg
in de batterijen van den vijand en verniel
de een van zijn versterkingen. (Wat be
treft de nederlaag, dcor de Franschen bij
Sbissons op '12, 13 en 14 dezer, geleden ten
gevolge van de overstrooming der Aisne,
die hen belette versterkingen san te voe
ren, wordt aan. de ,,N. R. Gt." uit Parijs
gemeld, dat, dank zij de openhartigheid,
waarmeê de gevoelige, maar plaatselijke
tegenslag erkend is, de kalmte en het ver
wen van het publiek, volstrekt niet
verminderd zijn.)
Van de Vogezen tot Argopne: Een vrij
hardnekkige aanval, gedaan op onze loop
graven to Flirey, mislukte totaal en de
Duitschers werden door ons artillerie-vuur
genoodzaakt de bergkam ten Noorden van
Clemery te ontruimen.
Officieel wordt uit Berlijn gemeld: ,,In
Vlaanderen aan beide zijden slechts artil
leriegevechten. Bij Blanzy (ten O. van Ar
ras) lieten wij een groot fabrieksgebouw
in de lucht vliegen en maakten daarbij
eenige gevangenen. Storm en regen maak
ten op bijna het geheele front de krijgs
bedrijven onmogelijk. In het Oosten is de
toestand over het algemeen onveranderd.
•Ongeveer vier weken geleden werd hier
het bevel tot den algemeenen aanval ge
publiceerd, hetwelk de Fransche opperbe
velhebber kort vóór de bijeenkomst der
Fransche Kamers in December had uitge
vaardigd. De daarop gevolgde offensieve
pogingen hebben de Duitsche legerautori-
teiten onder geen enkel opzicht verhin
derd de noodig geachte maatregelen door
te zetten. Zij hebben den vijand op geen
enkele plaats éenig noemenswaardig
voordeel gebracht, terwijl onze troepen ten
N. van La Bassée, aan de Aisne en in Ar
gonne zeer bevredigende resultaten had
den. De verliezen van den vijand sinds
dien tijd bedragen aan door ons getelde
dooden ongeveer 26,000 en aan ongewonde
gevangenen 17,860 man. In het geheel zul
len de verliezen van den vijand zieken,
vermisten, enz., niet medegerekend
sinds dat tijdstip minstens 150,000 man be
dragen, terwijl ons to taal-verlies in dat
zelfde tijdsverloop nog geen vierde van dit
getal bedraagt. Het Opperste Legerbestuur.
De Russen.
In Polen schijnt door de Russen een po
ging te worden beraamd om door de streek
ten Noorden van de benedenloop van de
Weichsel, een omtrekkende beweging tegen
de Duitsche stellingen aan de Bsura uit
te voeren. Wij hebben reeds meermalen
op teekenen in die richting gewezen. Van
een eenigszins doorgevoerde actie is echter
nog geen sprake, en wij zullen moeten af
wachten, hoe de toestand zich hier verder
ontwikkelt.
Officieel wordt uit Petrograd gemeld, dat
het 11e Turksche legerkorps bij Kara Oer-
gan totaal is vernietigd.
Het Russische communiqué uit den Kau
kasus maakt melding van een gevecht, dat
drie dagen duurde in verblindenden sneeuw
en eindigde met de volkomen overwinning
der Russen.
De weerstand der Turken was verbro
ken en hun achterhoeden werden vernie
tigd.
Het overblijvende Turksche leger vlucht
naar Erzeroem. De vervolging wordt voort
gezet.,
Kardinaal Mercier.
De correspondent te Roozendaal van de
,,Tijd" verzekert thans uit officieuse bron
te weten, dat Kardinaal Mercier op 2 en
3 Januari van zijn vrijheid beroofd is ge
weest in 'zoover, dat gouverneur Von Bis
sing hem nadrukkelijk verbood Mechelen
te verlaten, ofschoon Z.Em. zich naar
Antwerpen willde begeven. Officieel is dat
verbod nog niet ingetrokken. Mgr. Evrard
deken van Brussel, heeft aan de geeste
lijkheid een schrijven gericht, waarin hij
mededeelde dat niettegenstaande het
schriftelijk verbod van Von Bissing om
de verspreiding van het herderlijk schrij
ven te verbieden, de kardinaal met de
meeste beslistheid wil, dat met de voorle
zing van dit herderlijk schrijven wordt
voortgegaan.
De kardinaal heeft, volgens denzelfden
correspondent, aan mgr. Evrard ver
klaard: ,,Ik verzet mij tegeir het geweld
dat aan mijn herderlijk bestuur wordt
aangedaan. Men heeft alles gedaan om
mij het herderlijk schrijven te dóen ver
zachten. Ik heb dat niet gewild. Nu zoekt
men mijn geestelijkheid van mij af te
scheiden door te verhinderen, mijn brief
te lezen. Ik deed mijn plicht. Mijn geeste
lijkheid moet weten, of ook zij haar plicht
zal doen."
Uit Rome wordt aan de ,,Echo de Paris"
bericht: De gezant van Pruisen bij den
Heiligen Stoel heeft aan den Paus het dos
sier betreffende het gebeurde met kardi
naal Mercier ter hand gesteld.
Van Duitsche zijde wordt beweerd, dat
uit de docuinenten van dit dossier zou blij
ken, dat de kardinaal niet gearresteerd
was en dat de gouverneur van Brussel zich
ertoe bepaald had hem te waarschuwen
naar aanleiding van zijn herderlijken brief.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Tocfi dronken. Te Kopenhagen is be
richt gekomen naar wij in de^Kölnische
Zeitung lezen dat te St. Petersburg op
straat vele gevallen van dronkenschap wa
ren voorgekomen, in weelwil van het ver
bod van den verkoop van sterkedrank. Bij
onderzoek bleek, dat men zich aan meubel-
politoer had bedronken. Men wil nu het
bevel uitvaardigen, dat politoer alleen mag
verkocht worden met toevoeging van een
zelfstandigheid, die het voor inwendig ge
bruik ongeschikt maakt. Wij hadden tot
nog toe gedacht, dat het dat al was.
Duitsch spreken. - Te Riga is het, vol
gens eèn bericht uit Kopenhagen, op straffe
van 3000 roebel boete of drie maanden ge
vangenisstraf verboden, in openbaar
op demonstratieve wijze Duitsch te spre
ken of voor winkels en dergelijke Duitsche
opschriften te voeren.
Voor het leger. De Lokal-Anzeiger
meldt, dat het met het inzamelen van al
lerlei metalen voorwerpen ,,voor vader-
landsch doel" in vele Duitsche steden goed
gaat. Te Berlijn zijn er op verschillende
punten depots geopend. Te Keulen, Bonn,
Leipzig, Karlsruhe enz. wordt ook veel in
geleverd.
Bombardement van Soissons. Vluch
telingen uit Crouy, te Parijs aangekomen,
vertellen dat de Duitschers Soissons bom
bardeeren en dat de kathedraal zeer ern
stig is beschadigd. Er zijn niet minder dan
zeventig bommen op het gebouw gevallen.
Alle wijken der stad hebben zwaar gele
den van de beschieting.
Bombardement van Yperen. Nog steeds
duurt, naar een correspondent van de ,,N.
R. Crt." schrijft, nabij Yperen de strijd
voort.' Het zijn daar thans de Franschen
die de Duitschers bevechten. Nog steeds
ligt de stad binnen het bereik van bet
Duitsche geschut en nu en dan hervatten
de Duitschers het bombardement.
De stad heeft reeds enorm geleden. Een
groot deel van de bevolking heeft de wijk
genomen; zij die bleven, huizen voor een
groot deel in de kelders.
Het getal slachtoffers onder de burger
bevolking is niet met zekerheid op te ge
ven, maar bedraagt zeker ver over de hon
derd. Hieronder zijn er verscheidene die
in hun huizen gedood werden door de Duit
sche projectielen.
Aan voedsel is er geen gebrek.
Behalve de Hallen is ook de kerk zwaar
beschadigd; er is trouwens in heel de stad
bijna geen huis, dat niet min of meer te
lijden heeft gehad van het bombardement.
Een oorlogsnaam. Een Amerikaansch
echtpaar is op de noodlottige gedachte ge
komen, om hun~ jongstgeborene den voor
naam Przemyzl te geven.
De houding der Italiaansche Katholie
ken. De „Perseveranza" van Milaan
weet te verzekeren dat Z. E. de Kardinaal-
Staatssecretaris zich tegenover journalis
ten over de houding van Italië aldus zou
hebben uitgelaten, dat zij, die trachten
Italië in den oorlog te betrekken, slecht
handelen. Een oorlog te beginnen, zoolang
de territoriale onaantastbaarheid van Ita
lië niet is geschonden, zou niet alleen on
vaderlandlievend zijn, maar zelfs misda
dig.
De uiting van den kardinaal, zegt de
Perseveranza", wordt beschouwd als een
kenschetsing van de houding der Italiaan
sche Katholieken, die voor handhaving
der onzijdigheid zijn, zoolang de grenzen
van Italië niet worden geschonden..
Deze uitlating indien zij inderdaad
gedaan is komt geheel overeen met de
meening, herhaaldelijk uitgesproken in de
artikelen van de „Osservatore Romano" en
met de eischen van het politieke, patrioti-
sche en godsdienstige verantwoordelijk
heidsbesef.
Ernstige onlusten in een krijgsgevangen
kamp. Ernstige onlusten hadden, naar
ik van officieele zijde verneem, aldus een
correspondent van de ,,Tijd" plaats in het
krijgsgevangenkamp te Nieuwinden. Zoo
als men weet, is daar tijdelijk een kamp
ingericht. Eenige Tuvko's geraakten iix_.cej}
gevecht met Engelschen, zoodat de Duit
sche wachters tusschenbeide moesten ko
men. De Turko's en Engelschen richtten
zich nu tot den gemeenschappelijken vij
and en doodden een Duitsch soldaat. Naar
ik met zekerheid kan mededeelen, zijn ter
stond zeer scherpe maatregelen getroffen.
Zes Engelschen en 8 Turko's werden da
delijk doodgeschoten. Bovendien werd het
geheele kamp straffen opgelegd, die be
staan in het derven wan vrijheden of in
korting van rantsoen.
De toestand ïn Oostenrijk bedenkelijk?
Volgens telegrafische berichten van de
grens, aldus een Reuter-telegram uit Rome,
wordt de toestand in Oostenrijk met den'
dag bedenkelijker tengevolge van het ge
brek aan brood en meel. De voedingsmid
delen worden verkocht tegen hongersnood-
prijzen. De ontevredenheid is algemeen. In
alle groote centra worden betoogingen te
gen den oorlog gehouden, in enkele steden
zijn zij zelfs ontaard in opstanden, waarbij
barricaden werden opgeworpen, vechtpar
tijen ontstonden tusschen opstandelingen
en de politie, een groot aantal personen
gedood en gewond werden en vele inhechte
nisnemingen werden gedaan.
De Paus en de Japansche regeering.
De „Osservatore Romano" bevat een brief
van den Mikado aan den Paus, waarin hij
den wensch te kennen geeft de ellende van
den oorlog te verzachten. 1-Iij voegt erbij
dat geen enkel Japansch soldaat op het
oogenblik in een vijandig land krijgsge
vangen is. Alle zich in Japon bovlndoudo
krijgsgevangenen worden met welwillend
heid behandeld en zijn allen gezond.
De groote leening.
De minister van financiën, gelet op art*
4 van de Leeningwet 1914 (StbL no. Gl2)f
maakt bekend:
a. dat de totaal-som der inschrijvingen
op de vrijwillige staatslecning, bedoeld inr
de Leeningwet 1914, welke worden aan
vaard, bedraagt: f 407,339,000, waarvan:
f 142,461,000 recht op voorkeur deden gel
den;
b. dat de inschrijvingen van f 10,000 en'
minder, voor welke voorkeur is aange
vraagd, ten volle worden toegewezen;
c. dat de inschrijvingen boven f 10,000,
voor zoover daarop volgens de bepalingen
van het prospectus voorkeur is aange
vraagd, mede ten volle worden toegewezen
to*t een bedrag der gevraagde voorkeur;
d. dat de inschrijvingen voor welke geen'
voorkeur is aangevraagd en do inschrij
vingen boven f 10,000, voor zoover, daarop
geen voorkeur is aangevraagd, worden
toegewezen voor vijftig ten honderd van
het ingeschreven en niet reeds volgens het
vermelde sub c toegewezen bedrag, met
dien verstande, dat bij de toewijzing elk
bedrag naar boven wordt afgerond tot het
naaste veelvoud van f 100,
Vluchtelingenkamp te Gouda
Onze Redactie, aldus de „N. Zuidhollan
der", vernam van verschillende zijden
klachten over de minder goede verpleging
welke, dp Belgische vluchtelingen hier in
het vl uchtelingenkauipT "génietenDeze
klachten betreffen voornamelijk de lig
ging en slaapgelegenheid. Onze Redactie
besloot, naar aanleiding hiervan ter
plaatse een onderzoek in te stellen. Een
bezoek werd gebracht in het nieuwe kamp,
het zoogenaamde Noorderkamp. Het resul
taat van dat onderzoek is, dat, wat de lig
ging betreft, deze zeer onvoldoende moet
heeten.
Het „Dagblad van Gouda" en óók de
„Goudsche Courant" hebben in hun num
mer van 13 Januari j.L de loftrompet ge
stoken over die ligging en beweerden, dat
de vluchtelingen lagen in kribben. Dit is
beslist onwaar. Aan 't begin van elke rij
is één bakje geplaatst, verder liggen al de
stroozakken, zonder eenige tusschen-
ruimte, naast elkander. Van een strooma-
tras is geen sprake. Het is gewoonweg een
zakje, zeer smal, van grof paklinnen, met
zoo weinig stroo gevuld, dat het na eenige
malen gebruikt te zijn, zoo plat is als een
„schol". Men voelt bij eenigen druk op
het zakje de planken er onder. Een ander
naar zakje, met stroo of zeegras gevuld,
moet dienst doen als hoofdkussen. De be
wering van de „Goudsche Courant", dat
elk persoon een ferme wollen Jeken
heeft, is onjuist. De dekking bepaalt zich
voor 99 procent tot één grijzen moltonnen
deken, wat, ondanks do centrale verwar-
FEUILLETON.
DE DUIKER.
Toen het spel geëindigd was, ging hij
eens kijken, wie er zooal meer op de lijst
stonden, met het voornemen zijn naam
door te schrappen, wanneer hij er een
op vond, die hem minder aangenaam was.
Hij keek de lijst oplettend na, Toen eens
klaps zijn oogen getroffen werden door
het eigenaardig karakter van het schrift,
.waarmede zijn naam geschreven was.
Hij herkende het schrift aanstonds.
Het was dat van het briefje, dat bij de
bankbiljetten gevoegd was, dat hij juist
in den zak droeg en dus naar believen kon
vergelijken.
Alle onzekerheid was buitengesloten.
De redder van graaf de Servon was een
bediende, een bediende van den chef, hoe
zonderling toch.
Bij deze nieuwe ontdekking gevoelde
Henri de Servon zoo eenigszins, dat hij
het spoor bijster werd. Hij wilde dan ook
maar aanstonds den Gordiaanschen knoop
doorhakken.
Hij riep den geheimzïnnigen bediende
en bezag hem met brandende nieuwsgie
righeid.
Hij keek hem zoolang in het gelaat, dat
de man eindelijk een weinig verwarring
■toonde.
De man was van middelbare gestatte,
bruin van tint en had groote donkere
oogen.
Servon vroeg hem rechtstreeks y
„Gij hebt mij dus deezn brief geschre-
„Gij hebt mij dus dezen brief geschre
ven?"
En terzei fdertijd haalde hij de enveloppe
uit de zak en toonde haar den man.
De knecht keek een oogenblik op het
papier en antwoordde zonder blikken of
bloozen, dat het schrift werkelijk op het
zijne geleek, maar toch niet het zijne was.
Eerbiedig schijnend voegde hij erbij
„Waarom zou ik mij de vrijheid ver
oorloofd hebben aan mijnheer den graaf
te schrijven?"
Servon was een oogenblik geneigd zijn
onderzoek voort te zetten, maar hij gevoel
de geheel en al het belachelijke van zijn
toestand, en hij maakte er met een hand
beweging een einde aan.
De man ging zonder nog een woord te
zeggen heen.
De zaak verwikkelde zich hoe langer
hoe meer»
Nu nam de Servon zijn toevlucht tot den
restaurateur van de club, veinzende een
kamerdienaar noodig te hebben; hij had
dien bediende opgemerkt en vroeg nu in
lichtingen»
,,Die is", zoo "sprak de restaurateur, „een
van onze beste bedienden. Hij is handig,
eerlijk en ijverig. Zijn eenig gebrek is, dat
hij er zoo bedroefd uitziet, hetgeen den
heeren mishaagt De heer de Pancorvo
klaagde er gisteren nog over; hij zeide, dat
hij hem ongeluk aanbrengt in het spel."
„Sinds wanneer is hij in den kring."
,,Nog geen jaar; hij had zeer goede ge
tuigschriften. Hij heeft bijna altijd bij
vreemdelingen gediend en spreekt ver
scheidene talen."
„Hoe pud is hij?"-
„Ik weet dat niet juist, en ik beken",
zoo voegde hij er bij, „dat het mij zeer zou
spijten, indien u hem van hier wegnaarnt"
Servon vernam, dat de zonderlinge be
diende zich Loiseau liet noemen, niet ge
huwd was en alleen woonde in een na
burige straat. Met al die inlichtingen was
hij nog niet ver vooruit gekomen.
Maar hij gaf zich niet gewonnen, en hij
zag nu toch eenigie hoogten temidden van
die woestijn. Dat de^ brief geschreven was
door dien Loiseau, daaraan twijfelde hij
niet. Maar misschien had hij de functie
van secretaris waargenomen. Doch dan
moest hij ook den afzender en diens plan
nen kennen. Die zou ook wel in den kring
te vinden zijn. Wanneer hij aannam, dat
de Pancorvo de diéf was, dan moest hij
tot de conclusie komen, dat er tusschen
den Amerikaan en den bediende betrek
kingen bestonden, een soort vennootschap,
om hun bedrijf uit te oefenen.
Beiden waren ongeveer op denzelfden
tijd in den kring getreden; beiden hadden
langen tijd in den vreemde gewoond, bei
den spraken verscheidene talen.
Het kon best zijn, dat de bediende daar
gekomen was op geheim aandringen van
Pancorvo, met het gemakkelijk te raden
doel, om hem in te lichten omtrent de ge
woonten der spelers, hun geluk, het geld
dat zij gewoonlijk bij zich hebben, welke
bizonderheden. de bedienden beter weten
dan iemand anders.
Nu bleef er nog over te weten, hoe de
graaf recht kon hebben op de dankbaar
heid van een van die schurken, maar hij
had niet de stoutmoedigheid alles zoo
eensklaps te willen vernemen.
Pe inlichtingen van den kastelein waren
juist. Loiseau woonde aan de rue de la
Machadiére 42, op de vijfde verdieping.
Een Beiersehe portierster, die door mid
del van een louis aan het spreken was ge
bracht, vertelde Servon, dat haar huurder
een zeer geregeld leven leidde. Hij betaal
de geregeld zijn huur, ontving nimmer be
zoek en was niet thuis dan om des mor
gens te slapen, nadat hij des nachts in
den kring zijn beroep had uitgeoefend.
De mededeelzame concierge gaf zelfs een
geheele verhandeling over het treurig be
staan der club-bedienden, die verplicht
zijn iederen nacht wakend door te bren
gen, want zij verzekerde, dat de arme Loi
seau nimmer voor den dag thuis kwam.
Met die inlichtingen gewapend, deed
Servon in de club een onderzoek naar de
wijze, waarop de bediening georganiseerd
was, en hij vernam, dat de bedienden
slechts een van de drie nachten wakend
doorbrachten.
Indien Loiseau geen enkelen nacht sliep
schuilde er toch iets achter en voerde hij
bepaald des nachts iets anders uit.
Vastbesloten als hij was om zijn doel te
bereiken en daartoe alles in het werk te
stellen, nam de graaf zich voor den die
naar na te gaan, zooals een jachthond het
spoor van een hert volgt.
Dank zijn eerste ondervinding, opge
daan in den omtrek van de woning van
Pancorvo, wist hij, dat hij zich goed ge
noeg vermommen kon, om niet herkend te
worden. Daarenboven had hij hoe langer
hoe meer handigheid bekomen in het vak
der recherche. Twee dagen later zat Ser
von, van gedaante verwisseld, op een bank
tegenover het clubgebouw.
Hij was. zeer mot zijn kleeding in zijn
schik. Hij had een zeer gröoten slappen
hoed op, zeer geschikt om het gelaat te
verbergen, en in de hand een dikken knup
pel, die bijgeval tot verdediging kon die
nen.
Hij rookte uit een kort pijpje, een neiis-
warmertje, en hij had onder zijn vest
eenige doeken gestoken om hooge schou
ders te krijgen, zoodat hij er gebrekkig
uitzag.
Zijn beste vriend zelf zou hem niet her
kend hebben. Hij had reeds verscheidene
leden de sociëteit zien binnengaan, die hij
allen kende, en die geen aandacht aan
liem geschonken hadden, en hij was dua
volkomen gerust gesteld.
liet sloeg middernacht, toen Loiseau
verscheen. Hij iiad nu niet zijn livreikos
tuum aan maar een donkere broek.
Zijn doen en laten höd iets bescheidens!
en oprechts, zoozeer dat de graaf zelfs een
oogenblik dacht zich vergist te hebben,
maar hij was de Rubicon' overgetrokken
en wilde nu ten einde toe volharden.
Hij liet Loiseau dus een twintigtal pas
sen vooruit gaan, juist een goede afstand
om te zien zonder bemerkt te worden, en
liep op de voreischte manier, namelijk ge
lijk een ongelukkig man.
Servon was zelf tevreden over de be
kwaamheid, waarmede hij zijn rol speelde.
Maar op zijn vreugde volgde een zekere
teleurstelling, toen hij zag, dat de man in
plaats van, zooals hij verwacht had, zich
naar den faubourg Saint-Honoré te bege
ven, namelijk naar de woning van Pan-»
corvo, juist een geheel anderen weg nam,
Loiseau liep da Chaussée d'Antin op.
(Wordt vervolgd,!