Weekpraatje. leiding der vergadering had, hield daarbij een rede, waaraan wij het volgende ont- leenen: Oprichting Koninklijk Na tionaal Steuncomité Bij de op richting van het „Kon. Nat. Steuncomité 1914" ia door Hare Majesteit de Koningin een beroep gedaan op al haar landgenoo- ten, die tot helpen in staat waren, ten einde met Hare Majesteit eendrachtig de handen ineen te slaan om plannen te be ramen en uit te voeren, opdat aan den nood voor zoover dit in ons vermogen ligt het hoofd kon worden geboden. Ik geloof dat met dankbaarheid mag worden ge constateerd dat het door Hare Majesteit gedaan beroep door bijna iedereen is be grepen. Genomen maatregelen. Onder de maatregelen die genomen zijn om te trachten, de verschillende voedingsmidde len te houden binnen het bereik van dé eigen middelen van het overgroote deel van het Nederlandscho volk, moet in de eerste plaats genoemd worden: Maximum prijzen, het vaststellen van maximum prijzen voor vele dier voe dingsmiddelen. Deze vaststelling heeft on getwijfeld orde gebracht in het verkoopen dier voedingsmiddelen op het oogenblik dat groote wanorde dreigde. Er zal echter wel geen persoon zijn te vinden, die niet in ziet, dat thans nu het tijdstip der vaststel ling eenige maanden achter ons ligt, de groote waarschijnlijkheid bestaat, dat het noodzakelijk of althans wenschelijk is de toenmaals vastgestelde prijzen eens te be kijken. Bovendien deed zich bijna vanaf het begin een moeilijkheid gevoelen. De verkoopprijzen in den kleinhandel, de prijs dus waarvoor het publiek zich de waren kan verschaffen, waren vastgesteld, doch er was niet bepaald en ook moeilijk te be palen, welk verschil er moet bestaan tus- schen deze prijzen en de prijzen, waar voor de fabrikant of de importeur de waren moest beschikbaar stellen en in wel ke mate ieder der tusschen den fabrikant en klein-verkooper inliggende handelsper sonen van dat verschil een deel toekwam. Broodvoorziening. Op het ge bied der broodvoorziening voor de bevol king zijn een reeks van maatregelen geno men. Toen bleek, dat de aanvoer van rogge zoo gering werd, dat er groote kans be stond, dat de roggebroodetende bevolking het gewone roggebrood niet meer zöu kun nen krijgen en een belangrijk deel van onze bevolking is aan het eten van rogge brood gewend, misschen moetep we met het oog op de tegenwoordige omstandighe den wel zeggen verwend was de nood zakelijkheid geboren om zoodanige maat regelen te nemen, dat de in ons land aan wezige rogge niet gebruikt werd voor vee voeder, wat voor een groot deel dier rogge de natuurlijke bestemming was, doch voor menschenvoedsel. Op verzoek van den toen maligen Minister van Landbouw, Nijver7 beid en Handel is door de Commissarissen der Koningin in de meeste provincies een welke Commissie zich heeft belast met het in ontvangst nemen der van Regerings wege in beslag genomen rogge en mrt de distributie van alle rogge, zoowel over de eigen provincie als over dé andere provin cies. Het in beslag nemen der rogge, die zoo als reeds gezegd voor een groot deel oor spronkelijk voor veevoeder was gebouwd, de betaling en de distributie leveren niet alleen bezwaren op, doch toonen ook dui delijk het groote verschil in belangen, dat de verschillende deelen der bevolking ten opzichte van dat vraagstuk hebben. Naast die roggebroodsvoorziening was de voorziening in tarwebrood een zeker niet minder moeilijk vraagstuk. De ver schillende soorten nood- en oorlogsbrood liggen nog versch in ons geheugen en voor degenen, die zelfs niet bereid waren door het gebruiken van een dergelijk brood een offer aan de tijdsomstandigheden te bren gen, is de herinnering zeker nog duidelij ker gebleven. Langzaam aan heeft het noodbrood zich omgevormd in het gewone bruinbrood en de kleur hiervan is hoe langer hoe witter geworden. In sommige gemeenten is ech ter vrijwel den geheelen crisis door, wit brood in groote hoeveelheden verkrijgbaar geweest, terwijl andere gemeenten tijden gekend hebben, waarin uitsluitend of bij na uitsluitend slechts bruin brood ver krijgbaar was. En terwijl sommige ge meenten reeds vóór de regeerings-maatre- gelen uit zicheelf hare inwoners beper king in het verbruik van tarwebloem op legden, waren er andere die zelfs na net afkondigen van regeeringsmaatregelen de magen der bewoners klaarblijkelijk wilden sparen. Naast de soort van brood speelde de broodprijs een groote rol en o».k hierin bestond en bestaat niet altijd eenstemmig heid, zelfs niet bij aangrenzende gemeen ten. Uitvoer verboden. Door uitvoer verboden is getracht invloed uit te oefenen op het in voldoende hoeveelheid beschik baar zijn en daardoor ook indirect op den prijs van aardappelen en peulvruchten. Aankoopen. Rechtstreeks heeft het Koninklijk Nationaal Steuncomité door den aankoop van ingemaakte groenten en peulvruchten de beschikking gekregen over voedingsmiddelen, noodig voor die ge meenten, waar de nood zoo hoog zou stij gen, dat het wenschelijk zou worden ge acht door de plaatselijke steuncomité's voédingsmiddelen te doen uitdeelen. Inventaris voedingsmidde- 1 e n. Op verzoek van het Kon. Nat. Steun comité heeft de toenmalige Minister van I and bouw, Nijverheid en Handel aan de. Commissaiissen der Koningin verzocht a-ii de burgemeesters in hun provinces te willen vragen, een onderzoek naar Je ann- aanwezige voedingsmiddelen in te stellen, en de daardoor verkregen gegevens zijn thans vertrouwelijker ter beschikking van de hier aanwezigen gesteld. Veevoeder. Het vraagstuk van het veevoeder vraagt in hooge mate de aan dacht der Regeering, omdat de hoeveelheid •n prijs van het veevoeder rechtstreeks hun invloed doen gelden op het fokken en mesten van rundvee en varkens en op de markt- en zuivelproducten, zoodat hier geacht moest worden een terrein te zijn, waar de zorgen der Regeering zich konden uitstrekken tot producent en consument beide, terwijl deze zorgen hun goede ge volgen niet alleen zouden hebben voor den tegenwoordigen tijd maar waarschijnlijk in nog hoogere mate voor den komenden tijd. Als namelijk ten gevolge van schaars te of te hoogen prijs het fokken en mesten van rundvee en varkens zou worden ge staakt, dan zou dit niet alleen duurte voor het oogenblik, maar vooral voor het ko mende jaar beteekenen. Het behoeft wel geen nader betoog, dat de prijzen d$r dier lijke producten eng samenhangën met de prijzen der voedermiddelen. Wanneer we het voorgaande nog eens met énkele woorden samenvatten, dan kan worden vastgesteld, dat èn bij de maxi mum-prijzen, èn bij de voor de broodvoor ziening genomen maatregelen èn bij de uitvoerverboden èn bij het verschaffen van veevoeder ongeveer het geheele Neder- landsche volk belang heeft, hetzij als eter hetzij als voortbrenger. Bij al deze maatregelen is gebleken dat, hoe juist ook genomen en met hoeveel zorg ook overwogen, niet elk deel van Neder land steeds op even goede wijze kon wor den geholpen of op even ware wijze werd getroffen. Daar vast staat, dat het einde van den crisis nog niet is te zien en daar gerust mag worden aangenomen, dat op het gebied van de voeding nog vele malen een noodmaatregel zal moeten worden ge nomen heeft het ons wenschelijk toegesche nen de fourageeringscommissie van het Koninklijk Nationaal Steuncomité om te zetten in een Commissie voor de voeding van mensch en dier en deze commissie als volgt samen te stellen: Samenstelling: 2. Uit de voorzitters van dé bestaande rogge commissiën, waarbij kan worden op gemerkt, dat ook de provinciën Noord-Hol land, Zuid-Holland en Zeeland, waar tot nu toe geen rogge commissie bestond, een provinciale commissie voor voedingsvraag stukken is gevormd; 2. Uit de voorzitters der provinciale be- middelingsbureaux gevormd op initiatief van het Nederlandsch Landbouw-comité; 3. De Secretaris van den Nederlandschen Tuinbouwraad als vertegenwoordigende de belangen van den Nederlandschen tuin. bouw 4. De voorzitter van den Bond voor den handeldrijvenden en den industrieelen middenstand als vertegenwoordigende de verstrekkers van de voedingsmiddelen in den kleinhandel; 5. De voorzitter van den Nederlandschen Coöperatieven bond als vertegenwoordi gende het georganiseerde verbruik: 6. De voorzitteré van de Nederlandsche Vereeniging van werkgevers in het bak-! kersbedrijf, van den Bond van handelaren! in aardappelen en van dén Nederlandschen slagershond voor de distributie van graan en meel en van boter en kaas. Verder zijn in de commissie opgenomen degenen die reeds van den aanvang af hun welwillende medewerking aan de foura geeringscommissie van het Koninklijk Na tionaal Steuncomité hebben verleend, ter wijl ten slotte vanwege het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel de Directeur-generaal van den Landbouw en de chef van de afdeeling Handel zich gaarne ter beschikking der commissies stellen. Eveneens zal steeds het advies kunnen wor den ingewonnen van de volgende hoofd ambtenaren van de Directie van den Land bouw de Inspecteur van den Landbouw, de Inspecteur in Algemeenen Dienst belast met de behartiging der zuivelbelangen, de Referendaris, chef van de 6e afdeeling van de Directie van den Landbouw en de we tenschappelijke adviseur van de economi sche bibliotheek. Mocht het blijken dat in deze commissie nog eenige andere personen dienen te wor den benoemd dan zal daartoe alsnog wor den overgegaan. Vanwege het Koninklijk Nationaal Steun comité zijn aan de Commissie toegevoegd de voorzitter van de Commissie van uitvoe. ring, de Algemeene Secretaris en de secre tarissen der bestaande fourageeringscom missie. Werkw ïj'z e. Ten opzichte van de wijze van werken der commissie bestaat het vol gende plan. Provinciaal plegen de bestaande rogge- commissiën en de bemiddelingsbureaux voor den Nederlandschen Landbouw over leg met elkander inzake alle vraagstukken de voeding van mensch en dier betreffend. Van dit overleg wordt verwacht dat weder- zijdsch het beste inzicht wordt verkregen óf in elkanders belang óf in hetgeen voor het algemeen belang de meest juiste maat regel moet geacht worden te zijn. Stilzwij gend wordt aangenomen dat men provin ciaal een uitvoerend comité vormt, dat de beslissing neemt in die zaken, waarover dé voorzitters van de roggecommissie of het bemiddelingsbureau het niet noodig oordeelen de leden hunner commissie op te roepen. Het is bepaald wenschelijk, dat door zoo'n provinciaal uitvoerend comité getracht wordt de medewerking te verkrij gen van de plaatselijke organisatiën, waar van de voorzitters der landelijke organisa tiën in de Commissie voor de voeding van mensch en dier van het Kon. Nat. Steun comité zijn opgenomen. Noodzakelijk is, dat iedere provinciale commissie een adres heeft waaraan alles de provincie be treffende kan worden gezonden. Verwacht wordt dat het op deze wijze voor de Regeering mogelijk zal zijn van het Kon. Nat. Steuncomité, inlichtingen te verkrijgen, waarin de verschillende belan gen die de verschillende provinciën dik wijls hebben geheel tot uiting komen. De Regeering heeft het voornemen vele malen hetzij van het bureau, hetzij van het bureau verstrekt door voor een bepaal de vraag meer aangewezen leden advies te vragen en vertrouwt dat bij vragen van algemeenen aard of het landsbelang ra kende door het bureau dezer commissie het advies der provinciale comité's zal worden gevraagd. Er wordt hierbij verder nadrukkelijk verklaard, dat het de wensch is van het Koninklijk Nationaal Steun comité, dat de provinciale comité's vraag stukken voor hunne provincie van belang uit eigen initiatief zullen bespreken en bij de Commissie voor de voeding van mensch en dier aanhangig zullen maken. Ten slotte kan worden medegedeeld dat de beide algemeene voorzitters, de voorzit ter van de commissie van uitvoering en de algemeene secretaris van oordeel zijn geweest het voorzitterschap van de Com missie voor de voeding van mensch en dier te moeten opdragen aan den heer mr. J. T. Linthorst Homah te Assen, lid van de Commissie van uitvoering van het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité, welke deze opdracht heeft aanvaard. Hiermede wordt de Commissie geacht te zijn geïnstalleerd en haar voorzitter te zijn benoemd. Verkiezing Kamer v. Koophandel en Fabrieken te Leiden. Zwemin richting te Leiden. Op 5 Januari heeft de verkiezing voor de Kamer v. Koophandel en Fabrieken plaats gehad. Gekozen werden wederom de leden, die hun zetel beschikbaar had den gesteld. Zij hebben echter opnieuw be-: dankt op grond, dat in de omstandigheid, die tot hun ontslagneming of niet aan vaarding hunner benoeming heeft geleid, geen enkele wijziging is geKomen. In ge woon Hollandsch beteekent het, dat zij niet willen zitten naast een R. K. en A. R., die zeggen zij, bij overrompeling in de Kamer zijn gekomen. De heeren zijn op hun teenen getrapt, omdat door de eer ste verkiezing een einde werd gemaakt aan het onderonsje, omdat niet groote fa brikanten het gewaagd hadden mede te dingen naar een der zetels. Stel je voor zoo'n man van de Kath. Sociale actie te midden van die deftige conservatief libe rale heeren. Om te rillen! Dan maar lie ver inpakken of zij er uit. De heeren Smits en Pera hebben zich van al dat lawaai niet veel aangetrokken en wachten kalm- tjes af tot de zeven plaatsen wederom be zet zijn. De Anti Rev. en R. K. Middenstanders hebben bij de laatste verkiezing duidelijk laten blijken, dat het hun niet te doen is om de macht. Hoe gemakkelijk hadden zij anders die zeven zetels in kunnen palmen. Neen, zij hebben alleen laten merken, dat d*-liberalen niet alleen burgerrecht in Nederland hebben. Wat er nu moet gebeuren? Wel als wij den A. R. en R. K. middenstanders een raad mochten geven-dan zouden wij zeg gen, wacht-Uog.efin .verkiezing af. Wordt slaat ace., ac ïxaiiaëu ndn den ploeg en 'toont, dat ook gij mannen hebt, die een uitstekend figuur in de kamer zullen ma ken. In verschillende advertentiën is krach tig propaganda gemaakt voor de Candida- tuur P. J. v. Hoeken, zijnde de man voor den kleinen winkelier en meer speciaaj te gen sluitingsdwang. De heer v. Hoeken kreeg 2 stemmen. Uit dit stemmencijfer valt een gevolgtrekking te maken. Of de kleine winkeliers staan niet op de lijst van kiezers.voor de Kamier v. Koophandel en Fabrieken en dat wordt het tijd, dat zij er op komen, of men is over het alge meen met de sluiting ingenomen en heeft daarom zijn stem aan den heer v. Hoeken onthouden. Is het laatste het geval dan is het een verblijdend teeken. Wij kunnen er moeilijk over oordeelen. Maar de vraag mag toch gesteld worden, wat is de reden, dat de heer v. Hoeken, die speciaal als de candidaat van den klein winkelier, als iemand tegen sluitingsdwang voorop werd geschoven, slechts 2, zegge twee stemmen verkreeg? Het zou wel eens aardig zijn het antwoord van den klein-wïnkelier zelf te vernemen. Of Leiden eindelijk eens een in alle op zichten moderne zweminrichting zal krij gen zal afhangen van de omstandigheid, hoe de Vroede Vaderen denken over het voorstel van B. en W. om f 23100 ter be schikking te stellen voor den bovenbouw eener te stichten zweminrichting aan hét nieuwe Rijn- Schiekanaal en voor de daarmede samenhangende werkzaamhe den. In principe zal wel niemand bezwaren hebben tegen het bouwen van een mo derne zweminrichting in een stad als Leiden. Een stad" van 60.000 zielen heeft beslist zulk een inrichting noodig. Leiden is een fabrieksstad. Vooral in den zomer moeten arbeiders en arbeidsters in de ge legenheid gesteld worden zoo goedkoop mogelijk een yerfrisschend bad te kunnen nemen. Maar niet alleen de arbeiders. Iedereen snakt in den zomer eens onder water te spartelen en op te frisschen na een dag van arbeid en inspanning. 'Het is dus een algemeen belang en uit het oogpunt der hygiene een sociale maatregel. Maar ook uit zedelijk oogpunt zal een ieder een dergelijke inrichting wel toe juichen. Waar geen moderne zweminrich ting is, ziet men vaak de ergelijkste too- neelen langs openbare wegen. Wij zullen hierop niet dieper ingaan, een ieder zal wel begrijpen wat wij bedoelen. Volgens de opgemaakte plannen is er plaats op het aangewezen terrein voor 24 badka mertjes voor dames en 55 voor heeren. Zal wellicht niemand principieele bezwaren hebben, er zullen personen zijn, die zeggen dat in verband met den slechten financiee- len toestand en de tegenwoordige tijdsom standigheden een dergelijk bedrag niet mag worden uitgegeven. Het werk moet dan maar uitgesteld worden tot betere tij den. De vraag mag gesteld worden of ieder sociaal en het algemeen belang rakend werk, nu maar uitgesteld moet worden, omdat de financieele toestand slecht is en de tegenwoordige omstandigheden bui tengewoon zijn. Wij meen en van niet. Alles moet zoo veel mogelijk zijn gang gaan, de bedrij ven kunnen niet stil blijven liggen en het algemeen belang kan niet op den achter grond geschoven worden. Wij gaan natuurlijk van de veronder stelling uit, dat de te bouwen zweminrich ting een inrichting zal zijn voor iedereen, waar dus tegen een billijk tarief gezwom men en gebaad kan worden. Heeft men ech ter een Zwemclub op het oog, dan zouden wij zeggen laat die Zwemclub dan maar voor een zweminrichting zorgen. Wordt een dergelijk werk uitgevoerd, dan wordt ook een catagorie van werk lieden geholpen, voornamelijk timmerlie den, die juist door de omstandigheden het meest in het gedrang komen. En het is toch altijd beter werk te verschaffen, dan de menschen te verwijzen naar het Steun comité. Was het een luxe-werk, een werk dat gerust achterwege kon blijven, dan was het een andere zaak. Vroeg of Iaat moet de zweminrichting er toch komen. Daarbij komt nog, dat de bassins reeds door de - provincie op kosten van de ge meente zijn ontgraven. Wordt het v.mrstel van B. en W. niet aangenomen, dan heb ben wij wel den onderbouw van een zwem inrichting, maar niet den bovenbouw, waarom het gaat. Zij, die van den zomer snakken zich eens te kunnen verfrisschen, mogen dan staren op een half voltooid werk, op de bassins, maar inspringen mogen zij niet. Wij hopen, dat, met het oog op het al gemeen belang, met het oog op werkver schaffing, met het oog op een half vol tooid werk, het voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aangenomen wordt. PEDROSER. Gemengde berichten. De Koningin op bezoek. Een der lezers van de ,,N. CL" schreef de volgende aar dige zinsneden over uit een particulieren brief, dien hij van een bewoner van de provincie ontving: Verder wil ik u eens melden, wat een hooge eer ik gehad heb op 23 October, 's Morgens kwam er bericht bij onzen bur gemeester, dat H. M. de Koningin een be zoek kwam brengen aan de gemeente en Zij een scheepsbouwerij en vlasserij wilde bezichtigen. H. M. bracht eerst een bezoek aan de scheepsbouwerij en daarna is II. M. met gevolg bij mij de vlasserij wezen be zichtigen. Den Burgemeester had ik het natuurlijk te danken, dat ze bij mij is wezen kijken, die mocht een vlasserij kie zen, waar ik dan ook dankbaar voor ben aan den burgemeester. .Eerst, toen de auto's aankwamen bij mij op het erf, was ik wat zenuwachtig, maar H. M. is zoo eenvoudig en ze maak te het mij zoo gemakkelijk met vragen, dat het bezoek mij toch is meegevallen. Ze ken heb ik verteld, hoe de vlasserij in el kaar zit. Nu zeg ik wel eens achteraf ik had dit zoo en dat zoo moeten doen, maar dat is altijd en ik heb het zoo goed moge lijk gedaan. Toen H. M. de vlasscherij ge zien had, is Ze met gevolg bij mij binnen geweest en heeft H. M. en gevolg, met mijn vrouw, moeder en zuster, en ons een kopje koffie zitten drinken met een bitter koekje, wat Ze heerlijk vond. Ik stel het natuurlijk altijd nog op hoo gen prijs, want zoo iets Beleven we nooit meer. De postdief gearresteerd. Men schrijft uit Amsterdam Gelijk men zich herinnert werd eenlgen tijd geleden door een onbevoegde aan het hoofdpostkantoor de geldtrommel van het bijkantoor Amstel weggehaald. Des mor gens ongeveer half acht worden de trom mels, die 's avonds in het hoofdkantoor in een safe worden geborgen, weggehaald. Voor sommige, verafgelegen kantoren wor den de trommels 's morgens per rijtuig van de A. R. M. gehaald. Den bewusten morgen bevreemdde het een der koetsiers, zekere M., ten zeerste, dat een der postbo den reeds even vóór half acht den trom mel kwam halen, wat toch hun gewoon te niet is. Hij zag den man met den trom mel weggaan, doch sloeg verder geen acht op het geval. Zooals men weet was de trommel met inhoud verdwenen, alleen werd de zak met aangeteekende brieven, in een trapportaal aan de Elandsgracht teruggevonden. Het eenig spoor, dat door de politie gevolgd kon worden, was dat de koetsier den verdachte had gezien. Even wel ontstond in een der beruchte huizen aan het O. Kerkplein een ruzie tusschen twee der daar aanwezige vrouwen, waar de een de ander toevoegde: Mie Wester dorp en haar jongen weet wel meer van den postdiefstal, want zij is zoo gauw mo gelijk met hem weggegaan. Dit kwam de politie ter oore, waardoor ze een nieuw spoor in handen kreeg. Het bleek dat „haar jongen" was, zekere Abraham de Jong, in dienst bij het regiment, dat thans te Oosterwijk ligt. Eenige rechercheurs vertrokken met den koetsier M. naar het garnizoen, waar hij met den verdachte, in het uniform van postbeambte gestoken, werd geconfron teerd. Onmiddellijk herkende hij den man, dien hij den bewusten morgen met den trommel had zien verdwijnen, waarop ar restatie volgde. Ook de vrouw Westerdorp werd in hechtenis genomen, en terstond naar Amsterdam gevoerd, waar ze om kwart voor elf aankwamen, vergezeld van een rechercheur en een inspecteur der re cherche. Beiden zijn ter beschikking van de justitie gesteld. Achteraf is gebleken, dat een werkelijke postbeambte van het kantoor Amstel even zeer geregeld bezoeker van het Oude Kerk plein was. Hij zou zich omtrent het halen der trommels tegen een der vrouwen heb ben uitgelaten, die op haar beurt De Jong er op attent maakte met het bekende resul taat. Ook deze beambte is voorloopig in 1 verzekerde bewaring gesteld. Den morgen van den diefstal behoorde De Jong in zijn regiment te zijn, doch wad dit natuurlijk niet. Toen hij later op den dag aankwam, heeft hij den wachtscom- mandant getracht om te koopen om hem als present te melden; De J. moest een ali bi kunnen bewijzen. De wachtcomman dant is aan een streng verhoor onderwor pen. Een burgemeester gedagvaard. Door een caféhouder uit Harderwijk is voor de rechtbank te Zwolle een schade-acte aan hangig gemaakt tegen den burgemeester dier gemeente, op grond dat deze zijn caifé heeft doen sluiten, zonder daartoe ge rechtigd te zijn. Er was nl. een politie- voorschrift uitgevaardigd op den 21 en October jl., waarbij den caféhouder, dio sterke drank verschafte, bedreigd werd mét het sluiten zijner zaak. Uit kracht van dit voorschrift is toen het vergun ningslokaal van zekeren B. gedurende een week gesloten geweest. B., die zoowel de wettigheid van dit voorschrift als de over treding daarvan dóór hem, bestrijdt, heeft eerst getracht in der minne schadevergoe ding te erlangen en nu dat mislukt is, heeft hij den burgemeester gedagvaard. Voldoende bewijs? „Het Volk" meldt: Een gehuwd Hollandsch paar, dat dezer dagen naar Duitschland ging, had aan de grens in Cranenburg een komisch reis-in- cident. De pas van de vrouw was ter secre tarie harer woonplaats onnauwkeurig op gesteld, zoodat alleen haar meisjesnaam er op stond, niet dat zij gehuwd was. De stationswacht maakte bezwaar om een ongehuwde vrouw, die met een man reis de, door te laten en na de opmerking, dat het een gehuwd paar betrof, werd op nieuw bezwaar gemaakt, wijl dan de pas niet deugde. Het tweetal werd daarop voor den dienstdoenden officier geleid, die nu om bewijzen vroeg, dat ze gehuwd waren. Zoo vroeg hij om de trouwringen te mogen zien, met name het inschrift aan den binnenkant, maar er moest hem ge antwoord worden, dat zulk een inschrift in Nederland niet gebruikelijk was. Ja, dat was een moeilijk geval, er moest toch een bewijs geleverd worden. Daar kreeg de officier een inval: „Wat zoudt u er van zeggen, als u elkaar eens een zoen gaf?" Nu, daar hadden de beiden volstrekt geen bezwaar tegen en zij zoenden elkaar har telijk, misschien wat te hartelijk voor een echtpaar, vond de officier, maar hij was toch overtuigd, en onze landgenooten moch ten pas se eren. Opheffing van de kermis. In de Don derdag te Bussum gehouden gemeente raadszitting kwam een voorstel van B. en W. aan de orde tot afschaffing van de kermis, dit naar aanleiding van het adres van „Patrimonium". Na een langdurige discussie, waarbij de voorstanders van afschaffing, wezen op de gevaren voor de zedelijkheid, die de kermis brengt, en de tegenstanders op de rustige, aangename wijze, waaróp dft echte volksfeëst te Bussum gevierd, wordt, werd het voorstel van B. en W. met "10 te- Plichtsverzuim. Een officier der hu zaren meldt aan de „N. CL" als staaltje van plichtsverzuim van een spoorwegbe ambte: Hedenavond komende van Breda naar, Oosterhout moest ik den overweg bij Te- teringen te 11.40 n.m. passeeren. De hoo rnen waren open. Een auto van den heer De Roo reed vlak voor mij. Alleen het on middellijk stoppen van den trein redde ons het leven. Op anderhalven meter ofstand ontkwam ik aan de overrijding. Zes per sonen waren anders onherroepelijk gedood door het plichtsverzuim van den spoor wegwachter. Van een bedelaar. Als een staaltje hoeveel Duitsche pasmunt in het Noorden van Limburg in omloop is, meldt de „Tel.", dat in verband met het verbod tot uitgifte daarvan Donderdag door den 97- jarigen bedelaar S. uit Afferden op het kantoor van den ontvanger der directe be lastingen 5980 Groschen (10 Pfennigstuk- ken) ter verwisseling werden aangeboden. Hij had er thuis nog veel meer! verklaar de hij. Ongeluk. Woensdagnamiddag had op den Pettelaarschen weg, onder St. Mi- chiels Gestel, 'n treurig ongeval plaats. Een doofstomme, J. P., oud-leerling van het instituut, werd door een automobiel overreden. Hij werd naar het instituut vervoerd, waar hem aanstonds geneeskun dige en geestelijke hulp werd verleend. Na verloop van eenige uren is hij ech ter overleden. Brandstichting. Donderdagavond om streeks elf uur werd in een magazijntje op de tweede verdieping van het hotel „De Pool" op het Damrak te Amsterdam brand ontdekt. De brandweer werd geal armeerd en onder leiding van den hoofd brandmeester, den heer Brunet de Roche- brune, werd het vuur aangegrepen. In het magazijntje bleek een kist in brand te staan. Echter ontdekte de brandweer, dat ook op de derde verdieping brand was: daar brandden de vloer en de looper van het trapportaal. En toen men meende, dat het blusschingswerk reeds was afgeloopen, werd ook nog op de vierde verdieping brand waargenomen. Een kamertje, bij een kellner en een kok in gebruik, bleek in brand te staan. Het vuur had zich reeds meegedeeld aan een houten schot, dat dit kamertje scheidt van het belendende per ceel, eveneens bij het hotel „De Pool" be- hoorend, terwijl het dak ook al bescha digd was. De brandweer kon niet beletten dat dit kamertje grootendeels uitbrandde. Gezien de verdachte omstandigheden van dezen brand op drie plaatsen, van elkaar afgesloten, woedde tegelijkertijd brand waarschuwde de politie. Deze vond aanleiding den kellner, die het ka mertje op de vierde verdieping bewoon de, aan te houden als verdacht van brand stichting. Het schijnt dat deze kellner tevoren on- eenigheid had gehad met den directeur van „De Pool" over het gebruik van het kamertje, dat volgens den kellner te voch tig was. Hij bad eenige zijner kleeding-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2