Weekpraatje.
leiding der vergadering had, hield daarbij
een rede, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Oprichting Koninklijk Na
tionaal Steuncomité Bij de op
richting van het „Kon. Nat. Steuncomité
1914" ia door Hare Majesteit de Koningin
een beroep gedaan op al haar landgenoo-
ten, die tot helpen in staat waren, ten
einde met Hare Majesteit eendrachtig de
handen ineen te slaan om plannen te be
ramen en uit te voeren, opdat aan den
nood voor zoover dit in ons vermogen ligt
het hoofd kon worden geboden. Ik geloof
dat met dankbaarheid mag worden ge
constateerd dat het door Hare Majesteit
gedaan beroep door bijna iedereen is be
grepen.
Genomen maatregelen. Onder
de maatregelen die genomen zijn om te
trachten, de verschillende voedingsmidde
len te houden binnen het bereik van dé
eigen middelen van het overgroote deel
van het Nederlandscho volk, moet in de
eerste plaats genoemd worden:
Maximum prijzen, het vaststellen
van maximum prijzen voor vele dier voe
dingsmiddelen. Deze vaststelling heeft on
getwijfeld orde gebracht in het verkoopen
dier voedingsmiddelen op het oogenblik dat
groote wanorde dreigde. Er zal echter wel
geen persoon zijn te vinden, die niet in
ziet, dat thans nu het tijdstip der vaststel
ling eenige maanden achter ons ligt, de
groote waarschijnlijkheid bestaat, dat het
noodzakelijk of althans wenschelijk is de
toenmaals vastgestelde prijzen eens te be
kijken. Bovendien deed zich bijna vanaf
het begin een moeilijkheid gevoelen. De
verkoopprijzen in den kleinhandel, de prijs
dus waarvoor het publiek zich de waren
kan verschaffen, waren vastgesteld, doch
er was niet bepaald en ook moeilijk te be
palen, welk verschil er moet bestaan tus-
schen deze prijzen en de prijzen, waar
voor de fabrikant of de importeur de
waren moest beschikbaar stellen en in wel
ke mate ieder der tusschen den fabrikant
en klein-verkooper inliggende handelsper
sonen van dat verschil een deel toekwam.
Broodvoorziening. Op het ge
bied der broodvoorziening voor de bevol
king zijn een reeks van maatregelen geno
men.
Toen bleek, dat de aanvoer van rogge
zoo gering werd, dat er groote kans be
stond, dat de roggebroodetende bevolking
het gewone roggebrood niet meer zöu kun
nen krijgen en een belangrijk deel van
onze bevolking is aan het eten van rogge
brood gewend, misschen moetep we met
het oog op de tegenwoordige omstandighe
den wel zeggen verwend was de nood
zakelijkheid geboren om zoodanige maat
regelen te nemen, dat de in ons land aan
wezige rogge niet gebruikt werd voor vee
voeder, wat voor een groot deel dier rogge
de natuurlijke bestemming was, doch voor
menschenvoedsel. Op verzoek van den toen
maligen Minister van Landbouw, Nijver7
beid en Handel is door de Commissarissen
der Koningin in de meeste provincies een
welke Commissie zich heeft belast met het
in ontvangst nemen der van Regerings
wege in beslag genomen rogge en mrt de
distributie van alle rogge, zoowel over de
eigen provincie als over dé andere provin
cies.
Het in beslag nemen der rogge, die zoo
als reeds gezegd voor een groot deel oor
spronkelijk voor veevoeder was gebouwd,
de betaling en de distributie leveren niet
alleen bezwaren op, doch toonen ook dui
delijk het groote verschil in belangen, dat
de verschillende deelen der bevolking ten
opzichte van dat vraagstuk hebben.
Naast die roggebroodsvoorziening was
de voorziening in tarwebrood een zeker
niet minder moeilijk vraagstuk. De ver
schillende soorten nood- en oorlogsbrood
liggen nog versch in ons geheugen en voor
degenen, die zelfs niet bereid waren door
het gebruiken van een dergelijk brood een
offer aan de tijdsomstandigheden te bren
gen, is de herinnering zeker nog duidelij
ker gebleven.
Langzaam aan heeft het noodbrood zich
omgevormd in het gewone bruinbrood en
de kleur hiervan is hoe langer hoe witter
geworden. In sommige gemeenten is ech
ter vrijwel den geheelen crisis door, wit
brood in groote hoeveelheden verkrijgbaar
geweest, terwijl andere gemeenten tijden
gekend hebben, waarin uitsluitend of bij
na uitsluitend slechts bruin brood ver
krijgbaar was. En terwijl sommige ge
meenten reeds vóór de regeerings-maatre-
gelen uit zicheelf hare inwoners beper
king in het verbruik van tarwebloem op
legden, waren er andere die zelfs na net
afkondigen van regeeringsmaatregelen de
magen der bewoners klaarblijkelijk wilden
sparen. Naast de soort van brood speelde
de broodprijs een groote rol en o».k hierin
bestond en bestaat niet altijd eenstemmig
heid, zelfs niet bij aangrenzende gemeen
ten.
Uitvoer verboden. Door uitvoer
verboden is getracht invloed uit te oefenen
op het in voldoende hoeveelheid beschik
baar zijn en daardoor ook indirect op den
prijs van aardappelen en peulvruchten.
Aankoopen. Rechtstreeks heeft het
Koninklijk Nationaal Steuncomité door
den aankoop van ingemaakte groenten en
peulvruchten de beschikking gekregen
over voedingsmiddelen, noodig voor die ge
meenten, waar de nood zoo hoog zou stij
gen, dat het wenschelijk zou worden ge
acht door de plaatselijke steuncomité's
voédingsmiddelen te doen uitdeelen.
Inventaris voedingsmidde-
1 e n. Op verzoek van het Kon. Nat. Steun
comité heeft de toenmalige Minister van
I and bouw, Nijverheid en Handel aan de.
Commissaiissen der Koningin verzocht
a-ii de burgemeesters in hun provinces te
willen vragen, een onderzoek naar Je ann-
aanwezige voedingsmiddelen in te stellen,
en de daardoor verkregen gegevens zijn
thans vertrouwelijker ter beschikking van
de hier aanwezigen gesteld.
Veevoeder. Het vraagstuk van het
veevoeder vraagt in hooge mate de aan
dacht der Regeering, omdat de hoeveelheid
•n prijs van het veevoeder rechtstreeks
hun invloed doen gelden op het fokken en
mesten van rundvee en varkens en op de
markt- en zuivelproducten, zoodat hier
geacht moest worden een terrein te zijn,
waar de zorgen der Regeering zich konden
uitstrekken tot producent en consument
beide, terwijl deze zorgen hun goede ge
volgen niet alleen zouden hebben voor den
tegenwoordigen tijd maar waarschijnlijk
in nog hoogere mate voor den komenden
tijd. Als namelijk ten gevolge van schaars
te of te hoogen prijs het fokken en mesten
van rundvee en varkens zou worden ge
staakt, dan zou dit niet alleen duurte voor
het oogenblik, maar vooral voor het ko
mende jaar beteekenen. Het behoeft wel
geen nader betoog, dat de prijzen d$r dier
lijke producten eng samenhangën met de
prijzen der voedermiddelen.
Wanneer we het voorgaande nog eens
met énkele woorden samenvatten, dan kan
worden vastgesteld, dat èn bij de maxi
mum-prijzen, èn bij de voor de broodvoor
ziening genomen maatregelen èn bij de
uitvoerverboden èn bij het verschaffen van
veevoeder ongeveer het geheele Neder-
landsche volk belang heeft, hetzij als eter
hetzij als voortbrenger.
Bij al deze maatregelen is gebleken dat,
hoe juist ook genomen en met hoeveel zorg
ook overwogen, niet elk deel van Neder
land steeds op even goede wijze kon wor
den geholpen of op even ware wijze werd
getroffen. Daar vast staat, dat het einde
van den crisis nog niet is te zien en daar
gerust mag worden aangenomen, dat op
het gebied van de voeding nog vele malen
een noodmaatregel zal moeten worden ge
nomen heeft het ons wenschelijk toegesche
nen de fourageeringscommissie van het
Koninklijk Nationaal Steuncomité om te
zetten in een Commissie voor de voeding
van mensch en dier en deze commissie als
volgt samen te stellen:
Samenstelling:
2. Uit de voorzitters van dé bestaande
rogge commissiën, waarbij kan worden op
gemerkt, dat ook de provinciën Noord-Hol
land, Zuid-Holland en Zeeland, waar tot
nu toe geen rogge commissie bestond, een
provinciale commissie voor voedingsvraag
stukken is gevormd;
2. Uit de voorzitters der provinciale be-
middelingsbureaux gevormd op initiatief
van het Nederlandsch Landbouw-comité;
3. De Secretaris van den Nederlandschen
Tuinbouwraad als vertegenwoordigende
de belangen van den Nederlandschen tuin.
bouw
4. De voorzitter van den Bond voor den
handeldrijvenden en den industrieelen
middenstand als vertegenwoordigende de
verstrekkers van de voedingsmiddelen in
den kleinhandel;
5. De voorzitter van den Nederlandschen
Coöperatieven bond als vertegenwoordi
gende het georganiseerde verbruik:
6. De voorzitteré van de Nederlandsche
Vereeniging van werkgevers in het bak-!
kersbedrijf, van den Bond van handelaren!
in aardappelen en van dén Nederlandschen
slagershond
voor de distributie van graan en meel en
van boter en kaas.
Verder zijn in de commissie opgenomen
degenen die reeds van den aanvang af hun
welwillende medewerking aan de foura
geeringscommissie van het Koninklijk Na
tionaal Steuncomité hebben verleend, ter
wijl ten slotte vanwege het Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel de
Directeur-generaal van den Landbouw en
de chef van de afdeeling Handel zich gaarne
ter beschikking der commissies stellen.
Eveneens zal steeds het advies kunnen wor
den ingewonnen van de volgende hoofd
ambtenaren van de Directie van den Land
bouw de Inspecteur van den Landbouw,
de Inspecteur in Algemeenen Dienst belast
met de behartiging der zuivelbelangen, de
Referendaris, chef van de 6e afdeeling van
de Directie van den Landbouw en de we
tenschappelijke adviseur van de economi
sche bibliotheek.
Mocht het blijken dat in deze commissie
nog eenige andere personen dienen te wor
den benoemd dan zal daartoe alsnog wor
den overgegaan.
Vanwege het Koninklijk Nationaal Steun
comité zijn aan de Commissie toegevoegd
de voorzitter van de Commissie van uitvoe.
ring, de Algemeene Secretaris en de secre
tarissen der bestaande fourageeringscom
missie.
Werkw ïj'z e. Ten opzichte van de wijze
van werken der commissie bestaat het vol
gende plan.
Provinciaal plegen de bestaande rogge-
commissiën en de bemiddelingsbureaux
voor den Nederlandschen Landbouw over
leg met elkander inzake alle vraagstukken
de voeding van mensch en dier betreffend.
Van dit overleg wordt verwacht dat weder-
zijdsch het beste inzicht wordt verkregen
óf in elkanders belang óf in hetgeen voor
het algemeen belang de meest juiste maat
regel moet geacht worden te zijn. Stilzwij
gend wordt aangenomen dat men provin
ciaal een uitvoerend comité vormt, dat de
beslissing neemt in die zaken, waarover
dé voorzitters van de roggecommissie of
het bemiddelingsbureau het niet noodig
oordeelen de leden hunner commissie op te
roepen. Het is bepaald wenschelijk, dat
door zoo'n provinciaal uitvoerend comité
getracht wordt de medewerking te verkrij
gen van de plaatselijke organisatiën, waar
van de voorzitters der landelijke organisa
tiën in de Commissie voor de voeding van
mensch en dier van het Kon. Nat. Steun
comité zijn opgenomen. Noodzakelijk is,
dat iedere provinciale commissie een
adres heeft waaraan alles de provincie be
treffende kan worden gezonden.
Verwacht wordt dat het op deze wijze
voor de Regeering mogelijk zal zijn van
het Kon. Nat. Steuncomité, inlichtingen te
verkrijgen, waarin de verschillende belan
gen die de verschillende provinciën dik
wijls hebben geheel tot uiting komen.
De Regeering heeft het voornemen vele
malen hetzij van het bureau, hetzij van
het bureau verstrekt door voor een bepaal
de vraag meer aangewezen leden advies
te vragen en vertrouwt dat bij vragen van
algemeenen aard of het landsbelang ra
kende door het bureau dezer commissie
het advies der provinciale comité's zal
worden gevraagd. Er wordt hierbij verder
nadrukkelijk verklaard, dat het de wensch
is van het Koninklijk Nationaal Steun
comité, dat de provinciale comité's vraag
stukken voor hunne provincie van belang
uit eigen initiatief zullen bespreken en bij
de Commissie voor de voeding van mensch
en dier aanhangig zullen maken.
Ten slotte kan worden medegedeeld dat
de beide algemeene voorzitters, de voorzit
ter van de commissie van uitvoering en
de algemeene secretaris van oordeel zijn
geweest het voorzitterschap van de Com
missie voor de voeding van mensch en dier
te moeten opdragen aan den heer mr. J.
T. Linthorst Homah te Assen, lid van de
Commissie van uitvoering van het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité, welke
deze opdracht heeft aanvaard.
Hiermede wordt de Commissie geacht te
zijn geïnstalleerd en haar voorzitter te
zijn benoemd.
Verkiezing Kamer v. Koophandel en
Fabrieken te Leiden. Zwemin
richting te Leiden.
Op 5 Januari heeft de verkiezing voor
de Kamer v. Koophandel en Fabrieken
plaats gehad. Gekozen werden wederom
de leden, die hun zetel beschikbaar had
den gesteld. Zij hebben echter opnieuw be-:
dankt op grond, dat in de omstandigheid,
die tot hun ontslagneming of niet aan
vaarding hunner benoeming heeft geleid,
geen enkele wijziging is geKomen. In ge
woon Hollandsch beteekent het, dat zij
niet willen zitten naast een R. K. en A.
R., die zeggen zij, bij overrompeling in de
Kamer zijn gekomen. De heeren zijn op
hun teenen getrapt, omdat door de eer
ste verkiezing een einde werd gemaakt
aan het onderonsje, omdat niet groote fa
brikanten het gewaagd hadden mede te
dingen naar een der zetels. Stel je voor
zoo'n man van de Kath. Sociale actie te
midden van die deftige conservatief libe
rale heeren. Om te rillen! Dan maar lie
ver inpakken of zij er uit. De heeren Smits
en Pera hebben zich van al dat lawaai
niet veel aangetrokken en wachten kalm-
tjes af tot de zeven plaatsen wederom be
zet zijn.
De Anti Rev. en R. K. Middenstanders
hebben bij de laatste verkiezing duidelijk
laten blijken, dat het hun niet te doen is
om de macht. Hoe gemakkelijk hadden zij
anders die zeven zetels in kunnen palmen.
Neen, zij hebben alleen laten merken,
dat d*-liberalen niet alleen burgerrecht in
Nederland hebben.
Wat er nu moet gebeuren? Wel als wij
den A. R. en R. K. middenstanders een
raad mochten geven-dan zouden wij zeg
gen, wacht-Uog.efin .verkiezing af. Wordt
slaat ace., ac ïxaiiaëu ndn den ploeg en
'toont, dat ook gij mannen hebt, die een
uitstekend figuur in de kamer zullen ma
ken.
In verschillende advertentiën is krach
tig propaganda gemaakt voor de Candida-
tuur P. J. v. Hoeken, zijnde de man voor
den kleinen winkelier en meer speciaaj te
gen sluitingsdwang. De heer v. Hoeken
kreeg 2 stemmen. Uit dit stemmencijfer
valt een gevolgtrekking te maken. Of de
kleine winkeliers staan niet op de lijst van
kiezers.voor de Kamier v. Koophandel en
Fabrieken en dat wordt het tijd, dat zij
er op komen, of men is over het alge
meen met de sluiting ingenomen en heeft
daarom zijn stem aan den heer v. Hoeken
onthouden. Is het laatste het geval dan is
het een verblijdend teeken. Wij kunnen er
moeilijk over oordeelen. Maar de vraag
mag toch gesteld worden, wat is de reden,
dat de heer v. Hoeken, die speciaal als
de candidaat van den klein winkelier, als
iemand tegen sluitingsdwang voorop werd
geschoven, slechts 2, zegge twee stemmen
verkreeg? Het zou wel eens aardig zijn het
antwoord van den klein-wïnkelier zelf te
vernemen.
Of Leiden eindelijk eens een in alle op
zichten moderne zweminrichting zal krij
gen zal afhangen van de omstandigheid,
hoe de Vroede Vaderen denken over het
voorstel van B. en W. om f 23100 ter be
schikking te stellen voor den bovenbouw
eener te stichten zweminrichting aan hét
nieuwe Rijn- Schiekanaal en voor de
daarmede samenhangende werkzaamhe
den.
In principe zal wel niemand bezwaren
hebben tegen het bouwen van een mo
derne zweminrichting in een stad als
Leiden. Een stad" van 60.000 zielen heeft
beslist zulk een inrichting noodig. Leiden
is een fabrieksstad. Vooral in den zomer
moeten arbeiders en arbeidsters in de ge
legenheid gesteld worden zoo goedkoop
mogelijk een yerfrisschend bad te kunnen
nemen. Maar niet alleen de arbeiders.
Iedereen snakt in den zomer eens onder
water te spartelen en op te frisschen na
een dag van arbeid en inspanning. 'Het
is dus een algemeen belang en uit het
oogpunt der hygiene een sociale maatregel.
Maar ook uit zedelijk oogpunt zal een
ieder een dergelijke inrichting wel toe
juichen. Waar geen moderne zweminrich
ting is, ziet men vaak de ergelijkste too-
neelen langs openbare wegen. Wij zullen
hierop niet dieper ingaan, een ieder zal
wel begrijpen wat wij bedoelen. Volgens
de opgemaakte plannen is er plaats op
het aangewezen terrein voor 24 badka
mertjes voor dames en 55 voor heeren. Zal
wellicht niemand principieele bezwaren
hebben, er zullen personen zijn, die zeggen
dat in verband met den slechten financiee-
len toestand en de tegenwoordige tijdsom
standigheden een dergelijk bedrag niet
mag worden uitgegeven. Het werk moet
dan maar uitgesteld worden tot betere tij
den.
De vraag mag gesteld worden of ieder
sociaal en het algemeen belang rakend
werk, nu maar uitgesteld moet worden,
omdat de financieele toestand slecht is
en de tegenwoordige omstandigheden bui
tengewoon zijn.
Wij meen en van niet. Alles moet zoo
veel mogelijk zijn gang gaan, de bedrij
ven kunnen niet stil blijven liggen en het
algemeen belang kan niet op den achter
grond geschoven worden.
Wij gaan natuurlijk van de veronder
stelling uit, dat de te bouwen zweminrich
ting een inrichting zal zijn voor iedereen,
waar dus tegen een billijk tarief gezwom
men en gebaad kan worden. Heeft men ech
ter een Zwemclub op het oog, dan zouden
wij zeggen laat die Zwemclub dan maar
voor een zweminrichting zorgen.
Wordt een dergelijk werk uitgevoerd,
dan wordt ook een catagorie van werk
lieden geholpen, voornamelijk timmerlie
den, die juist door de omstandigheden het
meest in het gedrang komen. En het is
toch altijd beter werk te verschaffen, dan
de menschen te verwijzen naar het Steun
comité. Was het een luxe-werk, een werk
dat gerust achterwege kon blijven, dan
was het een andere zaak. Vroeg of Iaat
moet de zweminrichting er toch komen.
Daarbij komt nog, dat de bassins reeds
door de - provincie op kosten van de ge
meente zijn ontgraven. Wordt het v.mrstel
van B. en W. niet aangenomen, dan heb
ben wij wel den onderbouw van een zwem
inrichting, maar niet den bovenbouw,
waarom het gaat.
Zij, die van den zomer snakken zich
eens te kunnen verfrisschen, mogen dan
staren op een half voltooid werk, op de
bassins, maar inspringen mogen zij niet.
Wij hopen, dat, met het oog op het al
gemeen belang, met het oog op werkver
schaffing, met het oog op een half vol
tooid werk, het voorstel van B. en W. met
algemeene stemmen aangenomen wordt.
PEDROSER.
Gemengde berichten.
De Koningin op bezoek. Een der lezers
van de ,,N. CL" schreef de volgende aar
dige zinsneden over uit een particulieren
brief, dien hij van een bewoner van de
provincie ontving:
Verder wil ik u eens melden, wat een
hooge eer ik gehad heb op 23 October,
's Morgens kwam er bericht bij onzen bur
gemeester, dat H. M. de Koningin een be
zoek kwam brengen aan de gemeente en
Zij een scheepsbouwerij en vlasserij wilde
bezichtigen. H. M. bracht eerst een bezoek
aan de scheepsbouwerij en daarna is II. M.
met gevolg bij mij de vlasserij wezen be
zichtigen. Den Burgemeester had ik het
natuurlijk te danken, dat ze bij mij is
wezen kijken, die mocht een vlasserij kie
zen, waar ik dan ook dankbaar voor ben
aan den burgemeester.
.Eerst, toen de auto's aankwamen bij
mij op het erf, was ik wat zenuwachtig,
maar H. M. is zoo eenvoudig en ze maak
te het mij zoo gemakkelijk met vragen, dat
het bezoek mij toch is meegevallen. Ze
ken heb ik verteld, hoe de vlasserij in el
kaar zit. Nu zeg ik wel eens achteraf ik
had dit zoo en dat zoo moeten doen, maar
dat is altijd en ik heb het zoo goed moge
lijk gedaan. Toen H. M. de vlasscherij ge
zien had, is Ze met gevolg bij mij binnen
geweest en heeft H. M. en gevolg, met
mijn vrouw, moeder en zuster, en ons een
kopje koffie zitten drinken met een bitter
koekje, wat Ze heerlijk vond.
Ik stel het natuurlijk altijd nog op hoo
gen prijs, want zoo iets Beleven we nooit
meer.
De postdief gearresteerd. Men schrijft
uit Amsterdam
Gelijk men zich herinnert werd eenlgen
tijd geleden door een onbevoegde aan het
hoofdpostkantoor de geldtrommel van het
bijkantoor Amstel weggehaald. Des mor
gens ongeveer half acht worden de trom
mels, die 's avonds in het hoofdkantoor in
een safe worden geborgen, weggehaald.
Voor sommige, verafgelegen kantoren wor
den de trommels 's morgens per rijtuig
van de A. R. M. gehaald. Den bewusten
morgen bevreemdde het een der koetsiers,
zekere M., ten zeerste, dat een der postbo
den reeds even vóór half acht den trom
mel kwam halen, wat toch hun gewoon
te niet is. Hij zag den man met den trom
mel weggaan, doch sloeg verder geen acht
op het geval. Zooals men weet was de
trommel met inhoud verdwenen, alleen
werd de zak met aangeteekende brieven,
in een trapportaal aan de Elandsgracht
teruggevonden. Het eenig spoor, dat door
de politie gevolgd kon worden, was dat de
koetsier den verdachte had gezien. Even
wel ontstond in een der beruchte huizen
aan het O. Kerkplein een ruzie tusschen
twee der daar aanwezige vrouwen, waar
de een de ander toevoegde: Mie Wester
dorp en haar jongen weet wel meer van
den postdiefstal, want zij is zoo gauw mo
gelijk met hem weggegaan. Dit kwam de
politie ter oore, waardoor ze een nieuw
spoor in handen kreeg. Het bleek dat
„haar jongen" was, zekere Abraham de
Jong, in dienst bij het regiment, dat thans
te Oosterwijk ligt.
Eenige rechercheurs vertrokken met den
koetsier M. naar het garnizoen, waar hij
met den verdachte, in het uniform van
postbeambte gestoken, werd geconfron
teerd. Onmiddellijk herkende hij den man,
dien hij den bewusten morgen met den
trommel had zien verdwijnen, waarop ar
restatie volgde. Ook de vrouw Westerdorp
werd in hechtenis genomen, en terstond
naar Amsterdam gevoerd, waar ze om
kwart voor elf aankwamen, vergezeld van
een rechercheur en een inspecteur der re
cherche. Beiden zijn ter beschikking van
de justitie gesteld.
Achteraf is gebleken, dat een werkelijke
postbeambte van het kantoor Amstel even
zeer geregeld bezoeker van het Oude Kerk
plein was. Hij zou zich omtrent het halen
der trommels tegen een der vrouwen heb
ben uitgelaten, die op haar beurt De Jong
er op attent maakte met het bekende resul
taat. Ook deze beambte is voorloopig in
1 verzekerde bewaring gesteld.
Den morgen van den diefstal behoorde
De Jong in zijn regiment te zijn, doch wad
dit natuurlijk niet. Toen hij later op den
dag aankwam, heeft hij den wachtscom-
mandant getracht om te koopen om hem
als present te melden; De J. moest een ali
bi kunnen bewijzen. De wachtcomman
dant is aan een streng verhoor onderwor
pen.
Een burgemeester gedagvaard. Door
een caféhouder uit Harderwijk is voor de
rechtbank te Zwolle een schade-acte aan
hangig gemaakt tegen den burgemeester
dier gemeente, op grond dat deze zijn
caifé heeft doen sluiten, zonder daartoe ge
rechtigd te zijn. Er was nl. een politie-
voorschrift uitgevaardigd op den 21 en
October jl., waarbij den caféhouder, dio
sterke drank verschafte, bedreigd werd
mét het sluiten zijner zaak. Uit kracht
van dit voorschrift is toen het vergun
ningslokaal van zekeren B. gedurende een
week gesloten geweest. B., die zoowel de
wettigheid van dit voorschrift als de over
treding daarvan dóór hem, bestrijdt, heeft
eerst getracht in der minne schadevergoe
ding te erlangen en nu dat mislukt is,
heeft hij den burgemeester gedagvaard.
Voldoende bewijs? „Het Volk" meldt:
Een gehuwd Hollandsch paar, dat dezer
dagen naar Duitschland ging, had aan de
grens in Cranenburg een komisch reis-in-
cident. De pas van de vrouw was ter secre
tarie harer woonplaats onnauwkeurig op
gesteld, zoodat alleen haar meisjesnaam
er op stond, niet dat zij gehuwd was. De
stationswacht maakte bezwaar om een
ongehuwde vrouw, die met een man reis
de, door te laten en na de opmerking, dat
het een gehuwd paar betrof, werd op
nieuw bezwaar gemaakt, wijl dan de pas
niet deugde. Het tweetal werd daarop
voor den dienstdoenden officier geleid,
die nu om bewijzen vroeg, dat ze gehuwd
waren. Zoo vroeg hij om de trouwringen
te mogen zien, met name het inschrift aan
den binnenkant, maar er moest hem ge
antwoord worden, dat zulk een inschrift
in Nederland niet gebruikelijk was. Ja,
dat was een moeilijk geval, er moest toch
een bewijs geleverd worden. Daar kreeg
de officier een inval: „Wat zoudt u er van
zeggen, als u elkaar eens een zoen gaf?"
Nu, daar hadden de beiden volstrekt geen
bezwaar tegen en zij zoenden elkaar har
telijk, misschien wat te hartelijk voor een
echtpaar, vond de officier, maar hij was
toch overtuigd, en onze landgenooten moch
ten pas se eren.
Opheffing van de kermis. In de Don
derdag te Bussum gehouden gemeente
raadszitting kwam een voorstel van B. en
W. aan de orde tot afschaffing van de
kermis, dit naar aanleiding van het adres
van „Patrimonium".
Na een langdurige discussie, waarbij de
voorstanders van afschaffing, wezen op
de gevaren voor de zedelijkheid, die de
kermis brengt, en de tegenstanders op de
rustige, aangename wijze, waaróp dft
echte volksfeëst te Bussum gevierd, wordt,
werd het voorstel van B. en W. met "10 te-
Plichtsverzuim. Een officier der hu
zaren meldt aan de „N. CL" als staaltje
van plichtsverzuim van een spoorwegbe
ambte:
Hedenavond komende van Breda naar,
Oosterhout moest ik den overweg bij Te-
teringen te 11.40 n.m. passeeren. De hoo
rnen waren open. Een auto van den heer
De Roo reed vlak voor mij. Alleen het on
middellijk stoppen van den trein redde ons
het leven. Op anderhalven meter ofstand
ontkwam ik aan de overrijding. Zes per
sonen waren anders onherroepelijk gedood
door het plichtsverzuim van den spoor
wegwachter.
Van een bedelaar. Als een staaltje
hoeveel Duitsche pasmunt in het Noorden
van Limburg in omloop is, meldt de
„Tel.", dat in verband met het verbod tot
uitgifte daarvan Donderdag door den 97-
jarigen bedelaar S. uit Afferden op het
kantoor van den ontvanger der directe be
lastingen 5980 Groschen (10 Pfennigstuk-
ken) ter verwisseling werden aangeboden.
Hij had er thuis nog veel meer! verklaar
de hij.
Ongeluk. Woensdagnamiddag had op
den Pettelaarschen weg, onder St. Mi-
chiels Gestel, 'n treurig ongeval plaats.
Een doofstomme, J. P., oud-leerling van
het instituut, werd door een automobiel
overreden. Hij werd naar het instituut
vervoerd, waar hem aanstonds geneeskun
dige en geestelijke hulp werd verleend.
Na verloop van eenige uren is hij ech
ter overleden.
Brandstichting. Donderdagavond om
streeks elf uur werd in een magazijntje
op de tweede verdieping van het hotel
„De Pool" op het Damrak te Amsterdam
brand ontdekt. De brandweer werd geal
armeerd en onder leiding van den hoofd
brandmeester, den heer Brunet de Roche-
brune, werd het vuur aangegrepen. In het
magazijntje bleek een kist in brand te
staan. Echter ontdekte de brandweer, dat
ook op de derde verdieping brand was:
daar brandden de vloer en de looper van
het trapportaal. En toen men meende, dat
het blusschingswerk reeds was afgeloopen,
werd ook nog op de vierde verdieping
brand waargenomen. Een kamertje, bij
een kellner en een kok in gebruik, bleek in
brand te staan. Het vuur had zich reeds
meegedeeld aan een houten schot, dat dit
kamertje scheidt van het belendende per
ceel, eveneens bij het hotel „De Pool" be-
hoorend, terwijl het dak ook al bescha
digd was. De brandweer kon niet beletten
dat dit kamertje grootendeels uitbrandde.
Gezien de verdachte omstandigheden
van dezen brand op drie plaatsen, van
elkaar afgesloten, woedde tegelijkertijd
brand waarschuwde de politie. Deze
vond aanleiding den kellner, die het ka
mertje op de vierde verdieping bewoon
de, aan te houden als verdacht van brand
stichting.
Het schijnt dat deze kellner tevoren on-
eenigheid had gehad met den directeur
van „De Pool" over het gebruik van het
kamertje, dat volgens den kellner te voch
tig was. Hij bad eenige zijner kleeding-