Tweede Blad. 6e JAARGANG. No. 1588 Donderdag 31 December 1914 V Nög een collectie echt- rooden. Zooals we in Rusland een Bond of zoo iets hebben van ,,echt-Russische mannen", zoo krijgen we in Nederland steeds meer echt-roode mannen. De ,,S. D. P.", wier leiders uit jlen treure tegen Troelstra c. s. debatteeren, vereenigt al heel wat van die waschechten, maar nu staan dezen ook op in de oude „S. D. A. P." „Het Volk" moet er zelf een communiqué over opnemen, waarin staat, dat te Am sterdam een bijeenkomst plaats had van een 50-tal bekende partijgenooten, welke zich niet kunnen vereenigen met de hou- •Ji; uir de partijleiding in de oorlogskrisis heeft aangenomen. Bovendien waren een groot aantal sympathiebetuigingen ingeko men. De heer Troelstra, die gemeend had de echt-roode gevoelens te kunnen bezweren met de tooverformule, dat „de nationale gedachte thans de nationale geschillen moet overheerschen", is wel bedrogen uit gekomen, want die 50 partijgenooten met hun groot aantal sympathiebetuigingen moeten daar juist niets van hebben. Wel willen zij „in deze kritieke dagen" het ge schil- niet tot het uiterste drijven, zoodat zij het stemmen der Kamerfractie voor de mobilisatie-credieten vreedzaam blauw- blauw lieten, maar overigens willen zij „de partij nu reeds trachten te bewegen, de propaganda meer dan in de laatste maan den er op te richten, dat de massa er van wordt doordrongen, dat het kapitalistische stelsel Nu eindigen we ons citaat maar, want die echt-roode geluiden kennen we. Pr kwam orhter óp die conferentie nog iets bij. Zij wilden n.l. „niet zonder tegen- aklie toelaten, dat de partijleiding voort durend openlijk of bedekt met ons hoofd orgaan, met behulp van den brochurenhan- del en met alle andere middelen, waarover zij beschikt, de partij in de richting van haar standpunt bewerkt." M. a. w.: die 50 partijgenooten met hun groot aantal sympathiebetuigingen vertrouwen eigenlijk de partijleiding niet langer. .-.HetVolk" vindt dit blijkjbaar ook de hoofdzaak en waarschuwt m alvast tegen „verwarring en smadelijke nederlagen in de toekomst" als dat zoo door moet gaan. Inmiddels haast het orgaan zich, ook weer wat echt-rood geluid te doen hooren, merledeelend, dat het partijbestuur al vóór het houden der conferentie van onte vredenen besloten had, „orn met inachtne ming vanjiet beleid, dat noodig blijft zoo lang het oorlogsgevaar bestaat, de afdee- lingen in haar propaganda weer vrij te la ten." Een .zoethoudertje voor de ondeugende kinderen. We zullen afwachten of 't wat uit zal halen. A propos: was het niet de leider dezer onderling verdeelde ,,S. D. A. P.", die bij '*t houden van zijn Kerstrede het program voor den wereldvrede in zijn vestzakje bleek te hebben? Wij zouden waarlijk den wereldvrede niet gaarne aan de verschillende nuancee ringen der rooden toevertrouwen, 't Ziet er op het oogenblik leelijk met dien vrede uit, maar danl Doodenlijst over het jaar 1914. Geestelijken Buitenland. Mgr. Illigens, wijbisschop van Munster. Kardinaal Casimiro Gennari, Rome. Mgr. Rouard, bisschop van Nantes. Kardinaal Katschthaler, prins-bisschop van Salzburg. Mgr. H. Vos, bisschop van Osnabrück. Kardinaal Kopp, prins-bisschop van Breslau. Mgr. .Karl. Schrod, wijbisschop van Trier. Kardinaal Lugari, Rome. Mgr. Bonomelli, bisschop van Cremona. Z. H. Paus Pius X. Pater Wernz, generaal der Jesuïeten. Kardinaal Ferrata, Staatssecretaris van Z. H. Paus Benedictus XV. Kardinaal Cavallari, patriarch van Ve netië. Kardinaal Angelo di Pietro, Rome. Geestelijken Binnenland. Pater Ranshuijsen, O.F.M., Den Haag. J. J. Sletering, pastoor te Harlingen. Mgr. J. D. Joren, rustend pastoor Ze venbergen. P. J. Thunissen, kanunnik, oud-pastoor van de O. L. Vrouwe-parochie te Haarlem. Pater Jesualdus, Capucijn te Helmond. M. Moes, pastoor Achtevelde. A. de Kort, rector te Hulst. Pater M. van Baren S.J., Retraitehuis Loyola te Vught. A. F. Oomen, pastoor te Oosterhout. J. P. M. A. Binnewiertz, oud-pastoor der parochie van het II. Hart te Den Haag. J. Rombouts, pastoor van Baarle-Nassau. B. J. Corstens, oud-rector van Voor schoten. L. A. Fick, deken en pastoor te Ulven- hout. A. van den Zanden, deken en pastoor te Helmond. II. J. Kloosterhuis, kapelaan te Duister- voorde. C. Lohmeijer, pastoor van Bovenkerk. .T. A. Heins, pastoor te Delfzijl. Pater H. Koch, S.J. te Valkenburg. J. P. A. M. Cremers, pastoor te Grathem. A. Rutten, oud-pastoor te Beemster. Von Ilummelauer S.J., te 's-Heerenberg. F. Strater S.J. te Nijmegen. J. Baselmans, pastoor van St. Hubert. M. Tack, kapelaan te Munstergeleen. F. A. Kerstens, pastoor van Terneuzen. Pater J.^l. van Gent, Kruisheer te £am beek. A. van Rijn, pastoor te Kwadendamme. W. Madlener S.J., te Utrecht. F. Post, deken en pastoor van Almelo. Z. D. H. Mgr. P. Leijten, bisschop van Breda. A. van der Bom, kapelaan te Ouden bosch. Pater P. Rozenstraaten, S.J. te Grave. P. A. van Oorschot, kapelaan te Berli- cum (N.-Br.). Pater A. Havekes O.P. te Grave. P. Zwart, oud-rector te 's-Gravenhage. Chr. W. Oomen, pastoor van Huijbergen. Pater Wijtenburg, Carm"., missionaris van Brazilië. J. L. Meertens, pastoor te Tegelen. C. Luijkx, pastoor te Roosendaal. H. W. Strijthout, oud-pastoor van Mon ster. F. van Liempt, rector te Vught. A. A. van Eindhoven, pastoor van Veen. A. P. Crerner, pastoor te Harmeien. Pater Paulus O.C., te Helmond. W. van Laarhoven, oud-pastoor van Groesbeek. A. van der Heijden, rector te St. Oeden- rode. G. J. Warnink, pastoor van Denekamp. Father J. Reijffert, missionaris van Borneo. A. Swilders, oud-pastoor van Wervers- hoof. G. van Haaren, pastoor te Baardwijk* A. Vonk, rector te Montfoort. Rector Franken, Hulst. Mgr. F. Bronsgeest, oud-deken van Nij megen. Pater A. van Kerkhoff, O. Carm., Box meer. Pater C. de Wildt, O.F.M. Woerden., H. Vorkotter, pastoor te KwintsheuL. Vorstelijke Personen. Prinses Wilhelm van Baden, geboren van Leuchtenberg, Karlsruhe. Prinses Adolph van Schwarzburg, Ru- dolstadt. Hertog Frans van Bourbon. Keizerin-weduwe Haroeko van Japan. Hertog van Argyll, oom van den koning van Engeland. Groothertog Adolf Friedrich van Mecke- lenburg-Strelitz. Hertog Georg II van Saksen Meiningen. Aartshertog Frans Ferdinand en prinses van Ilohenlohe (te Serajewo doodgeschoten.) Prins Friedrich Wilhelm van Lippe, gesneuveld bij Luik. Prins Frederik van Saksen-Meiningen, gesneuveld bij Namen. Prins Luitpold van Beieren. Vorst Karei von Schwarzenberg (gesneu veld). Prins Ernest van Saksen-Meiningen (ge sneuveld). Koning Carol van Roemenië. Prins Maurits van Battenberg. Prinses Aldegonde, hertogin van Modena. Beroemde en bekende personen in het Buitenland. Generaal Picquart, oud-minister van Oorlog in Frankrijk. Belgische minister van Staat Neujcan. Paul Deroulède, Fransch dichter en po liticus. Fransche admiraal Germinet. Vice-admiraal Krantz, oud-minister van Oorlog van Frankrijk. Lord Minton, oud-onderkoning van En- gelsch-Indië. Said Pasja, oud-grootvizier van Turkije. George Wcstinghouse, beroemd uitvinder, New-York. Gaston Calmette, hoofdredacteur-direc teur van de „Figaro" te Parijs. Verschaeve, Belgisch vlieger. Geza Fejervary, oud-Hongaarsch minis ter-president. Mgr. Fr. Nekes, componist. Joe Chamberlain, oud-minister van En geland. George Legagneux, vlieger. Jaurès, leider der socialisten van Frank rijk. L. Frank, leider der Duitsche socialisten, gesneuveld. Generaal De la Reij. Graaf De Mun, lid der Fransche Aca demie. Mgr. Robert Hugh Benson, romanschrij ver. Porfirio Diaz, oud-presidcnt van Mexico. Sir Charles Douglas, chef van den gen. staf van Engeland. Prins Coigi, maarschalk van het con claaf (Rome). Lord Roberts, veldmaarschalk van het Engelsche leger. Beroemde en bekende personen in het Binnenland. Dr. D. P. Driessen, oud-inspecteur v. d. vecartsenijkundigen dienst in Indië. B. H. Hcldt, oud-lid der Tweede Kamer. Mr. Ch. Bergers, president der rechtbank te Maastricht. A. Neuhuis, beroemd kunstschilder. Prof. Bart van Hove, beroemd beeld houwer te Amsterdam. Mr. W. baron van Heeckeren van Keil, oud-minister van Buitenlandsche Zaken. Jhr. G. J. J. J. M. Dommer van Poders- veldt, lid van Ged. Staten van Gelderland. Dr. P. P. C. Hoek, directeur van het rijks instituut v. visscherij-onderzoek, Haarlem. Staatsraad mr. Th. Borret, Den Haag. W. Robert, musicus te Haarlem. Zuster Metelerkamp, directrice van de kliniek van het Roode Kruis, te Den Haag. Generaal-majoor A. Kappen, Den llaag. Generaal-majoor H. Braams, Arnhem. Luitenant-generaal A. Kool, oud-ininister van Oorlog, Den Haag. A. M. Pino, oud-president van den Raad van Justitie te Pedang. Generaal-majoor H. F. Ilardenberg, oud gouverneur der Kon. Mil. Academie. Frater J. A. Buil, algemeen overste der .Fraters van O. L. Vrou-v van h*t 11. Hart, Utrecht. Jhr. mr. G. H. von Fisenne, oud lid der Eerste Kamer te Den Haag. J. E. N. baron Schimnielpenninck van der Oije van Hoevelaken, voorzitter der Eerste Kamer. Mr. F. M. Westerwoudt, Staatsraad in buitengewonen dienst, Amsterdam. Kolonel Thomson (gesneuveld Durazzo). Baron Van Wassenaer van Rosande, lid der Eerste Kamer. Luitenant-aviateur G. D. Spandaw. H. J. van Ogtrop, lid der Prov. Staten van Noord-Holland. Jhr. C. II. A. van der Wijck, oud-gouver neur-generaal van Ned.-Indië. E. N. Jannink, lid der l'rov. Staten van Overijssel. Jhr. mr. J. Röell, vice-president van den Raad van State. E. Heimans, schrijver van nat.-hist, on derwerpen. Jhr. H. P. C. Bosch van Drakesteijn, lid der Eerste Kamer. Mr. L. W. van Gigli, advocaat te Am sterdam. R. Bloembergen, lid der Eerste Karner. W. Nouhuijs, letterkundige. Vice-admiraal J. Snethlage. E. van der Kun, lid der Eerste Kamer voor Zuid-Holland. Mr. Van Tienhoven, oud-commissaris der Koningin in Noord-IIolland. Melchior tie Jong, oud-lid der Eerste Ka mer. Jhr. mr. S. Laman Trip, voorzitter van den Hoogen Raad der Nederlanden. Luitenant-generaal J. L. de Bock, 's-Gra venhage. J. B. Blommers, kunstschilder, Den Haag. Mr. J. A. Kramer, oud-seerctaris-goneraal bij liet departement van Oorlog. Gemengde berichten. Die verloofden! Wij hebben in de bla den kunnen lezen, dat prentbriefkaarten enz., geadresseerd aan militairen en ver zonden door militairen, voortaan niet meer vrij van port verzonden worden. Deze maatregel was ongetwijfeld geno men, om den stroom van dat soort verzen dingen wat in te perken. Vooral prent briefkaarten werden in reuzenmassa's ver zonden. Het dienstmeisje van een mijner, kennissen, dat het geluk heeft een militair tot cavalier te bezitten, ontving b.v. op één dag van haar galant niet minder dan 17 prentbriefkaarten, en een postman vertelde me, dat hij uit een brievenbus in een der kleine plaatsjes, waar militairen in kwar tier waren, bij elke lichting der bus deze tot boven toe opgepropt vond meestal met allerlei fraaie mobilisatiekaarten, waarop prijkte het woordje militair. Wie nu echter denkt, dat door den thans uitgevonden maatregel om prentbriefkaar ten niet postvrij meer te laten verzenden, de stroom gestuit is, vergist zich terdege, en rekende buiten de hersenen onzer lands verdedigers. Immers in plaats van de prentbriefkaarten enkel maar te voorzien van hun naam, schrijven ze er nu een of andere mcdedeeling of aardigheid op en de prentbriefkaart is veranderd in een briefkaart, en wordt dus nu wederom vrij van port. En de militairen weten ook goedkoop aan prentbriefkaarten te komen, zooals ik dezer dagen hoorde vertellen uit zeker garnizoen.. Daar betrok namelijk een der kameraden in het gros dergelijke knarten en kreeg ze voor een prijs, waaraan de marktjood, die er twintig voor een stuiver geeft, nog ruim een daggeld verdient plus de reiskosten uit Amsterdam naar de markt in de provincie en zijn verteer. Ziedaar alweer iets nieuws uit gemobili seerde tijden. Onvoorzichtigheid. Onder dit opschrift kwam in ons blad een bericht voor over een ongeval te Loosduinen, het moet zijn op de vlakte van Waalsdorp, waar losse pa tronen in een vuurtje geraakt waren. Gelukkig is dit bericht sterk overdreven gebleken. De gewoonte is dat de papier rommel na de koffie vérbrand wordt en nu is blijkbaar tusschen het papier een kartonnen doos geraakt, die niet (zooals men dacht) leeg was, maar met losse pa tronen gevuld. Dit gaf een ontploffing, waarbij niet 8, maar 4 militairen gewond werden. Geen van vieren werd ernstig ge wond. Bij 3 van de 4 konden de wondjes (schrammen) inet een pleistertje ter plaat se verbonden worden; de ie, een sergeant, kreeg een splintertje in de dij, waardoor een adertje geraakt werd, en men 't voor zichtig oordeelde hem naar het hospitaal te vervoeren. Van straffen is geen sprake geweest, wel zijn 3 soldaten gestraft, die te laat bij den dienst waren gekomen en verzuimt hadden patronen te vragen, maar dit had niets met het ongeval te maken. Brandstichting. Maandagavond, tij dens den storm, is er brand ontstaan op den zolder van de zadelmakerij van den heer M. in de Woldstraat te Meppol. De brand werd spoedig gebluscht. M. is door de marechaussee op vermoeden van brand stichting gevangen genomen. Branden. Te Zaandam is gisternacht het café De Sluisbar aan den Zuiddijk, van den heer W. van Knechten, door (p.ibckcnde oorzaak tot den grond afgebrand. Te Wedderveer (Gr.) is Dinsdag de stooinkorenmolen van den heer Hazelhoff bij den sterken wind geheel Te Sneek en in de omgeving zijn Dins dag in don hevigen storm niet minder dan 8 molens door brand vernield. Scheepsramp. Het Zweedscho stoom schip „Irma", van Hudiksvall met gezaagd hout naar Amsterdam, is in den nacht van Maandag op Dinsdag op de Noordzeo door zwaar stormweer overvallen, waarin alle vuren werden gedoofd en bet stoom schip zoodanig begon over te hellen dat men vreesde dat het zou omslaan. Gister morgen omstreeks 10 uur verliet de be manning, bestaande uit 10 personen, in eigen boot het stoomschip, om daarin koers te zetten naar I.lmuiden; doch nauwelijks hadden zij het schip verlaten of de redding boot sloeg om en allen klampten zich vast aan do kiel van de boot. De een voor de| ander na moest echter de boot van uitput ting loslaten, tot ten slotte nog slechts twee drenkelingen overbleven. Dezen zijn giste ren op een reddingboei en een stuk wrak hout aan het strand aangekomen en naar het Witte Kruisgebouw ondergebracht. Dit zijn de eenige overlevenden van het stoom schip. De namen zijn Joh. Carlsson, licht matroos 23 jaar, en Joh. Andersson, spheeps. jongen, beiden uit Zweden. Gistermorgen spoelde bij het pantserfort een achttal lij ken aan. De „Irma" bevindt zich thans op sleep touw van den I Jrnuider stoomtrawler „Oce aan III". FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het auteursrecht van deze Ycrtaliug is voorbehouden). 69 j Ver van haar, was hij er op beaacht zich voor haar te matigen. Hij waakte over zijn karakter en diegenen van zijn ondergeschikten, die hem gedurende zijn eerste verblijf gekend hadden, waren zeer verwonderd, zijn inborst zoo verzacht, zijn woorden minder barsch te zien; even energiek en moedig als altijd was hij meer grootmoedig, verdraagzaam en geduldig... Zij wisten niet, dat hun patroon bij iedere overwinning op zich zelf in den geest een dankbetuiging en een zegening zond aan zijn afwezige dochter. 't Is al erg genoeg, dat ik de moeder heb doen sterven; laat het kind ten min ste gelukkig zijn. Zoo was voortaan het devies van den robusten werkman, die opnieuw den strijd om het bestaan had aanvaard en zich verwonderde, met meer moed en lust be zield te zijn, dan toen hij jonger en krach tiger was... Hij werkte dan ook nu niet meer voor zich zeiven, l?Tj" werkte nu voor zijn dochter, die hem honderdmaal dier baarder was dan zijn eigen bestaan. De maanden gingen voorbij, de jaren vervlogen; Marcelle was nu zeventien jaar en de dokter had te dier gelegenheid een langen brief aan Montfort geschre ven, hem wijzend op de noodzakelijkheid eerlang zijn dochter van de kostschool te nemen, toen een onverwacht voorval het gansche* huisgezin in de rue de la P o m p e weder in de war stuurde. Op een winteravond, toen zij linnen in een kast legde, maakte juffrouw Julie een onvoorzichtige beweging; zij viel en brak den rechter arm. Haar wond was uiteraard niet zoo ernstig, maar wat moest nu gebeuren met de kostbare, glimmende, klinkende sleutels, die nu voor een tijd aan de handen van juffrouw Julie ontvie len? Rose was er wel, dat is waar, maar zij bezat ook niet meer haar beenen van voor vijftig jaar.... Juffrouw Julie stond vrijwillig haar sleutels af aan Marcelle, die zij haar kleine hulp noemde; zij volgde met de oogen die vlugge figuur, welke de trappen besteeg en door de gangen ijlde als een vogeltje, meer fladderend dan den grond rakend. Weldra werden de vrije dagen van Marcelle beschouwd als merkwaardi ge rustpunten tusschen de eenvormige opeenvolging der weken en maanden. Wat zou het huis zijn, als wij haar niet hadden, zeide mijnheer Breault op zekeren dag, haar met welgevallen be schouwend. 't Was een. vroolijke Juni-morgen; gebo gen over de kleine rozenstruiken van het tuintje, hief Marcelle de bloemen op, die door een overmatige besproeiing het hoofd lieten hangen, knipte de gele bladeren en uitgebloeide rozen af en gaf aan dat kleine plekje grond het welvarend uiter lijk van welverzorgde kinderen. z Juffrouw Julie zuchtte diep. De beide neven waren den vorigen dag vertrokken voor een lange reis. Jules kon zichzelven reeds bedruipen; hij verdiende jaarlijks een aardige som, zoodat zijn vader er zonder kommer aan kon denken, van acze wereld te moeten scheiden. Maar naar mate de geest van den jongen man kalmer werd, stelde hij levendiger belang in het jonge meisje, dat af en toe in hun wo ning verscheen, 't Was slechts met leed wezen, dat hij haar weder naar het pen sionaat zag vertrekken; hij had haar bij zich willen houden, als een bloem, als een zonnestraal. Op een avond, een acht dagen na het vertrek der jongelieden, kwam Rose in opgewonden toestand aan de kostschool van Marcelle. Het uur was ongewoon en 't was ook geen feestdag, maar toch slaag de zij er, hoewel niet zonder moeite, in het jonge meisje mede te krijgen. In een rijtuig reden zij naar de rue de la P o m p e en onderweg vertelde Rose haar. wat er te doen was. Mijnheer Breault had een tweede aan val van beroerte gehad; juffrouw Julie was de kluts kwijt, wat niet te verwonde ren was. zeide Rose, want zij was niet gewoon geweest aan dergelijke gebeurte nissen het hoofd te bieden; de zieke moest verzorsrd worden en nu had de dokter be volen tyarcelle te halen. Er is geen betere ziekenoppasser dan zij, had hij gezegd. Het jonge meisje installeerde zielf ter stond bij mijnheer Breault. Toen deze weer bij kennis kwam, zag hij het glim lachend gezicht van het jonge meisje over zich gebogen. Mijn dochter, zeide hij. Marcelle kleurde en wendde de door tranen verduisterde oogen af. Zeker, zij beminde dien zachten, Kal- men grijsaard, die voor haar nooit an ders dan goede woorden had gehad, als een vader. Maar de andere, de echte va der was daarginds, aan de andere zijde van het breede water, waar hij voor haar werkte na voor haar geleden te hebben... Mocht zij dat vergeten? Haar hart antwoordde haar weldra, dat zij die beide teederheden kon vereeni gen, zonder iemand onrecht te doen. Voor het oogenblik was daarenboven het dringendst hem te verzorgen, die niet door zijn kinderen kon opgepast worden. Telegrammen werden afgezonden zonder Jules en Robert te bereiken; ze werden door medelijdende hotelhouders terugge zonden. Eindelijk op een avond in het begin van Juli, toen het dalend licht van de zon nog slechts flauw de hemel verlichtte, traden de beide broeders met beklemd hart en vol ongerustheid het huis bin nen.... In de eetzaal zat mijnheer Breault, de oogen half gesloten, rustig in zijn fau teuil bij het venster en luisterde naar wat Marcelle hem voorlas. Het jonge meisje boog zich meer en meer over het bock, de woorden die in het schemerlicht onduide lijk werden, ontcijferend. Eindelijk kon zij niet meer zien. 't Wordt nu te donker, zeide zij, het boek neerleggend; ik ga een lamp halen. Zij stond op en verschrok bij het zien der beide gedaanten, die bij de deur der eetzaal stonden. Lieve Marcelle, dierbare zuster, -..ride Jules zarhtkens en haar bij de hand ne mend. Gij fiebt ons onzen vader behou den. Robert zeide niets; hij had haar andere hand genomen. Tusschen hen beiden in stond het meisje verlegen en verbijsterd; daarna zich zonder moeite loswringend wendde zij zich tot den herstellende. Mijnheer Breault, zeide zij met haar melodieuse stem; uw kinderen zijn terug gekomen. Gelukkig! zeide de vader met zijn oogen in de duisternis starend. Marcelle verdween. Toen zij een oogen blik later met de lamp terug kwarn, zaten de beide zonen naast hun vader, hem eer biedig cn teeder toesprekend, met een soort van vrees, de geestvermogen c, ge schokt door den nieuwen aanvul, te veel te vermoeien. Zij zag hen een oogenblik non, glim lachte hen toe, vouwde de handen en liet ze zoo langs haar gewaad nedervallen; daarna, zonder op te houden met glim lachen, .ging zij naar haar kamer, een klein kamertje, heel in de hoogte, raast dat van Rose. Zij sloot de deur en bleef voor het ven ster staan, dat do laaste lichtstralen ont ving. Wel, wel, zeide zij, ben ik nu nog niet tevreden? Zij zijn teruggekomen, bun vader is gered, zij zijn gelukkig, en ik, ik ween! Welk een zonderling slechte ziel heb ik toch, dat het geluk van anderen mij altijd tot droefheid stemt. Zij staarde naar buiten; 't was haar on mogelijk haar droeve gedachten te var« bannen en haar tranen to bedwingen. (Zie vervolg Derde Blad.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1