17
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
6e JAARGANG.
No. 1578
ate (Sou/temt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DONDERDAG
DECEMBER.
I9I4.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1--5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel moer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (goen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere rogel moer 5 cont.
V Ridderorden.
In de Tweede Kamer is natuui'lijk weer
van sociaal-democratische zijde de telken-
jare bij de behandeling der Staatsbegroo-
ting stereotyp terugkeerende klacht verno
men over het uittrekken van een post voor
de ridderorden, voor de .lintjes". Dit jaar
sloot zich bij de socialistische sprekers aan
ile „wilde" heer Bichon van IJsselmonde
hij wilde de bezuiniging bij deze post in
acht genomen zien. Nu daar kan niemand
iels op tegen hebben. De sociaal-democra
ten zeiden echter de gelieele instelling van
de ridderorden in haar wezen te verfoeien,
omdat het.... een speculatie is op de men-
schelijke ijdelheid. Dat klinkt heel voor
haam! Maar wie wat dieper de zaak be
schouwt, ziet al spoedig, dat de heeran bc-
tre deden hun afschuw voor afschuwelij
ker zaken te bewaren.
Laat het zijn, dat er ridderorden wor
den geschonken aan personen, die zich al
leen of tenminste hoofdzakelijk „verdien
stelijk" hebben gemaakt om hun borst
met een „lintje" te kunnen sieren. Laat
het zijn, dat er velen worden „geridderd",
die geen andere „verdienste" kunnen boe
ken, dan het vervullen van de plichten
van hun staat, genomen in den meest be
perkten zin, om het geld, of om de eer.
Doch meestal, gelukkig, is het „lintje" een
belooning of, beter gezegd, een bekroning
van uit edele motieven voor anderer wel
zijn verrichte daden. Zoo beschouwd, be
vat dus de moderne ridder-slag door de
overheid een erkenning van het zedelijk-
goede en kan hij niet anders dan de ge
meenschap indirect ten voordeele strek
ken!
Aan deze kantteekening op het in de
Tweede Kamer besprokene kunnen wij
gevoegelijk een bemerking vastknoopen,
üie wij later nog wel eens zullen herhalen.
Een „lintjes-regen" heeft altijd een scha
duwzijde. Door het officieele daarvan krij
gen velen een onderscheiding, die het niet
verdienen, en worden er weer anderen, die
er aanspraak op mogen maken, over het
hoofd gezien. En daarom: dat wij, als de
vrede zal hersteld zijn, toch gespaard mo
gen blijven voor zoo'n lintjes-regen. Het
koud-officieele ^an zoo'n plechtigheid
zou oök. schril afsteken tegen de spontane
opwelling van onbaatzuchtige- naasten
liefde, die men nu allerwege waarneemt
.Wij zijn, helaas,' waarschijnlijk nog wel
een tijdje van het herstel van den vrede
verwijderd, maar deze opmerking moest
ons toch van het hart, nu wij er zoo'n
schoone gelegenheid voor vonden.
Te Hartlepool werden 20 menschen
gedood en 80 gewond. De historische
abdij van Witby werd gedeeltelijk ver
nield. Te Scarborough werden twee
kerken beschadigd. ie Scarborough
moeten twaalf personen zijn gedood en 24
gewond. Westeinde, N.-0. van Lombard-
zyde, wordt gebombardeerd door een
Britsch eskader Een Turksch comm: -
niqué maakt melding van Turksche over
winningen in den Kaukasue en in Perzië.
Een succes voor de Duiische
vloot.
Het feit van den dag is de beschieting
van Hartlepool en Scarborough op de
Engelsche kust door een Duitsch eskader.
Sedert onze De Ruyter de Theems op
voer, is dit waarschijnlijk de eerste maal
dat een bombardement onder Engelands
kustbewoners een paniek veroorzaakt. Zoo
erg als toen is het ditmaal, naar de berich
ten te oordeelen, niet geweest. Maar welk
Engelsch kustbewoner zal in het vervolg
nog rustig slapen?
Mag een bericht uit Middlesborough,
bij Hartlepool, als juist worden aangeno
men, dan zouden twee van de drie krui
sers. die deze tocht ondernamen, gezon
ken zijn.
Hartlepool schijnt een versterkte stad
te zijn (althans in een der berichten wordt
van een fort aldaar gesproken). Van Scar
borough is ons in dit opzicht niets bekend.
Zijn dit en het kleine stadje Whitby,
dat óók beschoten werd, open steden, dan
is deze aanval wellicht te beschouwen als
een antwoord van de Duitsche marine op
het bombardeeren van Freiburg in Breis-
gau door Engelsche vliegeniers. Want
Freiburg is eveneens een open stad, «n
onmiddellijk na dat bombardement is
daartegen van Duitsche zijde, op dien
grond, en omdat die stad niet aan het
gevechtsfront lag, geprotesteerd.
Hier volgen enkele telegrammen.
Een telegram uit Londen deelt betref
fende het bombardement van Scarborough
mede, dat het mistig weder was toen het
bombardement begon. Vele vrouwen en
kinderen snelden in nachtgewaad de straat
op. Naar gemeld wordt, zijn ongeveer 50
granaten afgeschoten en werden 2 kerken
beschadigd, terwijL van talrijke huizen het
dak werd weggeslagen.
Een telegram uit Darlington aan de Star
meldt, dat er in Hartlepool door de Duit
sche granaten 20 personen gedood en 80
gewond werden.
Een andere telegram uit Londen ver
meldt Tegen 8 uur in den morgen werd
een Duitsche kruiser in volle zee nabij
Scarborough gesignaleerd; de kruiser na
derde Villa Lanca; in een half uur tijds
werden omstreeks 40 granaten afgevuurd;
de Duitschers schenen de bedoeling te heb
ben het stadhuis te vernielen, dat echter
niet ernstig beschadigd werd. Daarentegen
is de materieele schade aan andere gebou
wen toegebracht aanzienlijk. Nabij het sta
tion ziet men allerweg huizen met verbrij
zelde vensters en met doorboorde muren;
een vrouw werd gedood toen zij zich in
haar winkel bevond, terwijl haar echtge
noot werd gewond. De kruiser vertrok in
Zuidelijke x'ichting en later kon men ka
nongebulder van verren' afstand hocx-en.
Bij het bombai-dement van Scarborough
zijn 18 personen gedood.
Uit Middleborough wordt geseind: twee
Duitsche schepen die aan de beschieting
\an de Oostkust deelnamen zijn ernstig be
schadigd en vermoedelijk gezonken.
Een officieel telegram uit Berlijn luidt
Gedeelten van onze hoogzeevloot deden een
uitval naar de Engelsche Oostkust. Zij be
schoten hedenmorgen de twee versterkte
kustplaatsen Scax-borough en Hartlepool.
Over het verder verloop van de onderne
ming kunnen op het oogenblik nog geen
mededeelingen gedaan worden.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Van het Westelijk front geeft het „Vad."
het volgende overzicht. Betreffende ver
schillende punten valt eenige actie te vex--
melden.
De Yser komt daarbij de eerepahn der
roerigheid toe. Zondag kwam het bex-icht,
dat een groot gedeelte van den Westelijken
oever, waar de Duitschers nog stellingen
hadden, door hen ontruimd en door de
Bondgenooten bezet was.
Hevige aanvallen vaix de Duitschers ten
N.W. en ten Z.O. van Yperen wei-den met
gx-oote verliezen afgeslagen.
Den 15en nemen de Bondgenooten zelf
het offensief en tx-achten op de lijn Wijt-
schaeteHollebeke (dus Z. en Z.O. van
Yperen) vorderingen te maken. Als een
memorabel feit wordt daarbij genoemd een
aanval der Engelschen op een bogch bij
Wijtschaete, en het gelukken van hun
stormaanval. In de berichten der Bondge
nooten worden deze wapenfeiten voorge
steld als goede vorderingen ten gevolge
hebbend. De Duitsche berichten echter zeg
gen: zij mislukten alle.
Deze beweging ten Z. en Z.O. van Yperen
schijnt door de Duitschers beantwoord te
zijn met een stormaanval uit het Noox-den
op Yperen, die hun op zware verliezen te
staan kwam. Dit wijst er op, dat de aan
vallen der Bondgenooten bij Wijtschaete
Hollebeke toch niet zoo heel onschuldig
werden geacht. Hoe dit zij, de bestorming
van Yperen, die drie dagen aanhield, mis
lukte volgens de Fransche berichten ge
heel, kostte den Duitschers 24,000 man, en
eindigde ten slotte nug met het verlies
hunner eigen, Noord uurts"van Ypex*en
gelegen, stellingen; „waardoor de weg naar
Rousselaere nu vrij'is", voegt een Engel
sche berichtgever er bij. Dat is echter al
meer gezegd, en wij zullen nu maar liever
afwachten tot de Bondgenooten te Rousse
laere van het hoofdkwartier van den Duit-
schen rechtervleugel bezit hebben genomen.
Inmiddels was ook van uit Nieuwpoort
een actie op touw gezet, en wel in samen-
werking met het Engelsch smaldeel, dat
voor de kust lag. Van Nieuwpoox-t uit vie
len de Belgisch-Fransche troepen het duin
dorp Lombaertzijde, vlak ten N. van
Nieuwpoort aan, terwijl een andere afdee-
ling St. Geoi'ges, het eerste dorp aan den
Yser (van Nieuwpoort af gerekend) met
succes bestookte. De beschieting door de
vloot strekte zich nog een uur ten N. van
Lombaertzijde uit, n.l. tot het dorp West-
eride.
Volgens het Fransche bericht zijn de te-
gen-aanvallen der Duitschers tegen de op
rukkende troepen der Bondgenooten afge
slagen. Volgens het Duitsche bericht haal
de de geheele ondex-neming niets uit, wer
den zelfs 450 Franschen gevangen geno
men, en had het vuur der Engelsche vloot
geen effect.
De Russen.
De ..Univei-sul" uit Boekarest vernoemt
uit Petrograd, dat het offensief der Rus
sen in Polen volkomen is mislukt. De
Russische troepen zouden in zeer kritie
ke omstandigheden verkeeren, dank zij
de geweldige stuwkracht van Hinden-
burg's opmarsch. De verpleging der Rus
sische tx-oepen ondervindt groote, bijna
onoverkomelijke moeilijkheden, daar die
troepen door de Duitschex-s uit het Oos
ten en het Westen worden bedreigd en de
Russen slechts door wanhopige, boven
verwachting stex-ke inspanning van al
hun krachten of door een volkomen en al-
gemeenen terugtocht zich uit dien toe
stand kunnen redden. In elk geval zal het
hun echter groote offers kosten.
De oorlogscorrespondent van de „N.
Freie Presse". Roda Roda, seint, dat de
Russen in West-Galicië aan twee zijden
worden aangevallen en dat de Oostem-ij-
lcers en Hongaren in de Karpathen, on
danks sneeuw en ijs, In snelle marschen
vooruit rukken.
Er worden veel Russen gevangen geno
men; 2000 zijn er reeds weggezonden. De
ruiterij der Oostenrijkers heeft een aan
tal passen in de Karpathen genomen en
zit de Russen na op de hielen.
Vandaag gaat het perskwartier naar
het front in West-Gallicië, het eerst naar
het slagveld van Limaixowa.
Naar de „Nordd. Allg. Ztg uit Boeka
rest verneemt, is aan de „Universul" uit
St. Petex-sburg gemeld dat de oorlogscor
respondent van de „Nowojo Wrernja" In
Russisch Polen zegt, dat het Russisch
offensief volkomen is mislukt. De Russi
sche troepen zouden zich in een uiterst
kritieke positie bevinden. De verpleging
en proviandeering van de Russische troe
pen stuiten op bijna oixoverkomenlijke
moeilijkheden, aangezien de Duitschers
hen zoowel van uit het Oosten als uit het
Westen in het nauw brengen. Slechts door
vertwijfelde, ongekend stci'ke pogingen
dan wel door een algemecnen terugtocht
kunnen de Russen zich uit dezen toe
stand redden. In ieder geval echter zou
den zeer groote offex-s gevorderd worden.
Deze mededeel.ing van het Russische blad,
welke voor het verschijnen, niet aan de
censuur was voorgelegd, heeft de in Pe
tersburg heei'schende vertwijfelde stem
ming nog vex-meerderd.
De „Nowoje Wxemja" werd op bevel
van den Gouverneur door de politie in
beslag genomen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Turken en Russen. De gevechten, die
verscheidene dagen op dc Oostgrens van
het Vilaiet Wan duurden, aldus wordt uit
Constantinopel geseind, zijn in ons voor
deel geëindigd. De stelling bij Sarai, die
door den vijand hardnekkig vei-dedigd
werd. viel na een omtrekkende beweging
van onze troepen, in onze handen. De vij
and' trok zich in de richting naar Kotoer
tex-ug en werd door onze cavalerie ach-
tei-volgd. Onze troepen zijn Sarai binnen
gerukt-
Een Engelsche kruiser beschoot, zonder
gevolg, onzen observatietoren tussclxen
Jaffa en Gaza. De Russische kruiser „As-
kold" boorde 2 kleine schepen voor Bei-
i-oet in den grond. Het verlies van het
oude wachtschip „Messidye" is volgens
een nauwkeux-ig onderzoek, hetzij aan
een afgedreven mijn of aan een op dit
schip afgeschoten torpedo toe te schrijven.,
Een nieuwe aanslag op Friedrichsha-
fen? De „Morning Post" verneemt uit
Bern, dat geschutvuur eix het werken met
zoeklichten bij Friedrichtshafen het er-
moeden hebben gewekt, dat opnieuw een
aanslag is gedaan op de Zeppelinloodsen.
De ondergang van de „Bulwark".
De Admiraliteit maakt bekend, dat uit
het onderzoek in zake het vergaan van
het slagschip „Bulwaik" door de „Court
of Inquiry" is gebleken, dat de ontplof
fing het gevolg was van toevallige ontste
king van de ammunitie en dat er geen
enkele aanwijzing is voor de vex-onder-
stelling, dat de ontploffing te wijten was
aan verraad aan booi'd van het schip of
door een daad van den vijand.
Inhechtenisnemingen op groote schaal.
Volgens een bericht uit Boechax-est aan
de „Pol. Korrespondenz" vertellen aldaar
uit Rusland aangekomen reizigers, dat
niet alleen de leiders der socialisten,
maar alle radicale leden van de Doema
in hechtenis zijn genomen.
Frankrijk. Naar de Matin" bere
kent houden de Duitschein in Frankrijk
slechts een zes-en-twintigste deel van het
land bezet.
Ellende in Polen. Miss Laurence
Alma Tudema richt zich in Engelsche
bladen tot de mildheid van het Engelsche
volk om de inwoners van Polen te hel
pen, waar, naar zij schrijft, veel ellende
geleden wordt.
De lucht-oorlog. Naar een Fransch
blad meldt, heeft een Italiaansch inge
nieur te Rome een vliegtuig vervaardigd,
dat met drie van elkaar onafhankelijke
motoren van 101) P.K. elk een etmaal lang
een vaart van nagenoeg 120 K.M. in het
uur kan volhouden. Het vliegtuig is
zwaar gepantserd en draagt een mitrail
leur.
Nog twee zulke vliegtuigen moeten
in de maak zijn, de een met motors van
000, de ander van 1000 P.K.
De St. Pieterspenning. De Paus
heeft, naar het „Centr." meldt, den St.
Pieterspenning voor het lenigen van den
nood der Belgen bestemd.
Nederland en de Oorlog.
Minister Itelleputte in
Nederland.
Z. E. dc heer J. Helleputte, Belgisch
minister van Openbare Werken en Land
bouw, bracht gistervoormiddag een be
zoek aan verschillende inrichtingen voor
Belgische vluchtelingen te Amsterdam.
Hij was vergezeld door den heer Fr. van
Cauwelaert. volksvertegenwoordiger, en
den heer Dierckx, arrondissemenls-com-
missaris van Antwerpen. Z. E. werd hij
zijn bezoek rondgeleid door den heer Th.
Stuart, voorzitter, en verschillende leden
van het Alg. Ned. Steuncomité voor Bel
gische en andere slachtoffers.
Van Amsterdam vertrok Zijne Excel
lentie naar Amersfoort en Zeist. Zijn be-
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van «leze vertaling is
voorbehouden).
49)
Men kan een oogenblik van inborst ver
anderen, dank zij een gelukkige omstan
digheid, maar niets kan op dezelfde wijze
een wijziging brengen in liet wezen, in
de beweging der handen, in de manier
zich te kleeden, den hoed op te zetten. De
oogen mogen stralen, de mond glimlacht,
maar als de eigenaar van die oogen en
dien mond langen tijd een eenzelvig, droe
vig persoon is geweest, protesteeren de
kleederen, weigert de hoed, de handen
hebben wrevelige bewegingen, die afstoo-
ten, ondanks de aanmoediging van blik
en glimlach.
Simon deed zijn best om beminnelijk te
zijn en slaagde er vrijwel in, maar zijn
gansche wezen verzette zich blijkbaar
daartegen; na de eerste begroeting richtte
de dokter zich dan ook tot Marcelle, die
altijd gaax-ne met hem gesproken had. Hij
.was ten hoogste verwonderd bij het ionge
meisje een verandering op te merken wel
ke hij niet voorzien had en die toch niet
anders was dan een noodwendig gevolg
der beproevingen, die zij verduurd had.
Zij sprak meer afgemeten, wik en woog
de beteekenis van haar woorden en legde
«en ongewone beslistheid aan den dag ge-
P.aai'd met eenige bitterheid.
Nu zijt gij gelukkig, sprak de dokter.
Nu, na zooveel verdriet hebt gij het waar
lijk wel verdiend. Gij zijt altijd een goed
klein meisje geweest, kindlief, en ik stel
er prijs op, dat aan uw vader te zeggen.
Gedurende de korte ongesteldheid van
juffrouw Hermine, heeft uw dochter, mijn
heer, een voorbeeld gegeven van etn te
genwoordigheid van geest en een moed,
die mén op haar jaren niet zou verwacht
hebben.
Montfort wiei-p op zijn dochter een blik
van vaderlijken trots. Het streelde hem
zijn kind te hooren prijzen, hoewel het
aandeel, dat hij aan hare opvoeding ge
had had, op niets neerkwam.
Zonder nu onbescheiden te willen zijn,
wat zijn uwe plannen? vroeg de dokter.
Wij zullen een klein huisje huren,
antwoordde het meisje, haar vader aan
ziende, en zullen daar zeker heel gezellig
wonen. Ik zal papa's huishoudster wezen.
Wij zullen er samen wat gelukkig j i jn.
Dat w ij was voor Marcelle blijkbaar
een vreugdevol woord~dat zij dan ook
telkens herhaalde. Na gedurende een zoo
lange reeks van jaren betrekkelijk op zich-
zelve te hebben gestaan, hooit van een
eigen tehuis te hebben kunnen, spreken,
was dat w ij, of ook b ij ons voor haar
een bekoring.' Niets zou haar te veel zijn
geweest om dat vaderlijke, dat vaste te
huis te verwerven.
De dokter glimlachte en schudde het
hoofd. Hij had van Montfort genoeg on
dervinding, dat zijn karakter niet ge
makkelijk, noch standvastig was en hij
geloofde dat Marcelle, ondanks haar goe
de plannen, nog niet aan het eind van
haar beproevingen was.
Zijt gij al bij de Breault's gwoest,
vroeg de geneesheer.
Nog niet, antwoordde Marcelle. Wij
gaan e? zoo aanstonds heen, niet waar
vader?
Dat woord vader klonk tusschen haar
witte tandjes door als muziek.
Zeker, antwoordde Montfort, eenigs-
zins gejaagd zijn hoed door de handen
draaiende.
Die visites verveelden hem eigenlijk zeer
en hij zou er wat gaarne van ontslagen
zijn. De dokter begreep dit en schonk hem
de vrijheid met eenige welwillende woor
den.
Op den drempel der kamer wendde
Montfort zich nogmaals om, drukte den
dokter.hartelijk de hand en zeide op zijn
somberen toon
Gij zijt een braaf man.
Marcelle zag haar ouden vriend, die
deze loftuiting ontving en bewaarde de
woorden in haar hart, zooals men een
kostbare schat bewaart.
Toen zij op straat waren, vx-oeg het
kind:
Gaan wij nu naar de Breault's?
Hij knikte toestemmend en volgde haar
gewillig. Deze man, gewoon aan een viij
leven, en die, altijd alleen, zich om nie
mand bekommerde, schepte er behagen
in, zich door zijn kind te laten leiden.
Zij bereikten het huis van mijnheer
Breault. Max-celle schelde aan, terwijl zij
zuchtte; de villa van juffrouw Hei-mine,
nog altijd gesloten, scheen haar, een voor
goed vei'loren Eden.
De keukenmeid kwam open doen on \sist
niet hoe zich te houden, toen zij Marcelle
zag; maar deze koesterde geenszins wrok,
zooals de dienstbode haar toedroeg; zij
groette haar zelfs met een glimlach: alles,
wat haar aan heur dagen van vreugde
hex-innerde, was haar welkom.
Robert verscheen op den drempel: hem
ziende voelde Marcelle al de tx-anen, die
zij gestort had, haar Kart besproeien als
een warme regen. Tot dusverre was haar
zoet verleden, het diex-bare beeld van juf
frouw Hex-mine, de herinnering aan de
uren van studie, haar als een droom ge
weest en haar verschenen als in een ne
vel; had dat alles wel ooit bestaan? Was
zij niet de speelbal van een leugen? Wat
had waarlijk bestaan: de kleine vertrek
ken van vrouw Galin, altijd gevuld met
op lijnen gehangen waschgoed, de tegen
woordigheid van Rose en de reis naar
Phalempin, of wel de groote eetzaal, de
studie met Robert en de angstige uren,
doorgebracht met haar weldoenster? Be
stond er niet in dat kleine, gekwelde le
ven iets, wat een leugen was?
Het gezicht van Robert herinnerde Mar
celle plotseling weder de werkelijkheid
Alles was waar, alles was gebeurd: Ro
bert was haar meester, haar vriend, de
vriend van juffrouw Hermine geweest....
Alles was dan nog niet verloren. In het
nieuwe leven, dat het jonge meisje met
haar vader zou gaan lijden, zou dat de
draad wezen, die haar met het verledenc
verbond? Bij deze gedachte vervulde een
vreugde, even groot als zij smartelijk was,
de ziel van het arme kind en haar oogen
vulde zich met tranen.
Robert' ontving vader en dochter met
een vreemd gevoel van verbitterde texug-
houdendheid. Alleen met Marcelle zou hij
gedurende uren openhartig gesproken heb
ben over hun ovex-leden vriendin, de be
proevingen van het kind, de smart, wel
ke hij zelf te lijden had.... de tegenwoor
digheid van Montfort deed hem dat alles
verzwijgeix. Zonder zijn gast vijandelijk
gezind te achten, geloofde hij hem toch
onverschillig te zijn en dat was genoeg om
hem alle verlangen, om over de zaken van
zijn bedroefd hart te spreken, te ontnemen.
Wat gaat gij met Rose beginnen?
vroeg hij eindelijk, nadat het gesprek, on
danks al zijn pogingen, om het gaande
te houden, voor de vierde maal was blij
ven steken.
Ik hoop, dat zij bij ons zal blijven,
zeide Marcelle. Nietwaar, vader? Zij kan
niet bij anderen gaan? Wat moest ik zon
der haar aanvangen?
Montfort mompelde ceiï toestemming.
Eigenlijk had hij 't niet erg op Rose,
't Weinigje, dat hij van haar krachtig,
vastberaden karakter had opgemerkt,
boezemde hem een levendige antipathie
in. Bovendien was hij vol ijverzucht over
de vriendschap, die Marcelle haar toe
droeg; maar dat alles kon hij niet hardop
zeggen.
Hoe jammer, zeide Robert met een
glimlach... jammer voor ons, niet voor
u.... Ik had gedacht, dat gij Rose niet
noodig zoudt liebben en dan zouden wij
haar gevraagd hebben hier te komen; zij
zou ons huishouden hebben bestierd cn
wij zouden heel gelukkig met haar ge
weest zijn.... Maar behoud haar, ik be
nijd ze u niet; ik zal wel iemand andors
vinden....
(Wordt vervolgd.)