16
BUITENLAND.
De Oorlog.
in 's levens maalstroom.
5e JAARGANG.
lit nummer bestaat uit twee bladen.
No. 1577
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
igenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2l/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
DECEMBER.
I9I4.
Do ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Geen wanklank, f
Eer schrijver in 't H b 1 d. zegt:
,,De nobele poging van den Paus, om
althans op den eersten Kerstdag de wa
pens te laten rusten, heeft niet eens het
gewenschte gevolg gehad.
Het „Vrede op aarde!" zal dus op dien
dag nog meer dan anders een wanklank
zijn."
Met den schrijver betreuren wij ten
zeeiste de mislukking van 's Pausen po
ging. Wèl fel moeten de hartstochten
laaien, dat de oorlogvoerenden hun sol
daten dien eenen dag rust niet vermogen
te schenken. Iedere mogendheid voor zich
zou het ongetwijfeld wel willen, maar de
vrees voor elkaar belet het samenvloeien
der wenschen. En zoo zullen zelfs op den
Kerstdag de achtergeblevenen der mili
tairen moeten vreezen, dat de hunnen
door den dood zullen worden wegge
maaid, want niet rusten mag het oorlogs-
luig.
't Is innig droef.
Maar mag zulks een reden wezen, de
vredesboodschap \an het Kerstfeest „nóg
er dan anders een wanklank" te noe
men?
Wat lezen dergelijke klagers toch slecht,"
ivat zijn zij oppervlakkig. De boodschap
der Engelen luidde immers: „Vrede op
aarde den me nschen van goe
den wil." Dit laatste pleegt men over
het hoofd te zien, van hoe groote betee-
het ook zij. In haar diepste betee-
kenis beschouwd, klinkf' die vredesbood
schap ook nu niet a.ls een wanklank, want
cok nu k a n en z a 1 het vrede zijn voor de
menschen van goeden wil. Maar juist aan
dien wil ontbreekt het dikwijls. En zulks
niet alleen waar het oorlogsgedru.isch
wordt vernomen....
Hierna diener in te eraan znu nnc
vooruitloopen op de kerstbeschouwingen.
Bij Yperen en Hellebeke vielen de
Franschen aan en maakten vorderingen
ondanks tegenaanvallen der Duitschers.
- In den Elzas werd het offensief der
Duitschers afgeslagen. Van het Oos
telijk oorlogsterrein is weinig belangrijks
te vermelden. In de buurt van Krakau
schijnt een nieuwe slag aanstaande.
De Oostenrijkers hebben Belgrado, de
hoofdstad van Servië, ontruimd. De
Koningen der Scandinavische rijken, ko
men te zamen.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
De correspondent van de .„Tijd", die zeer
joed op de hoogte blijkt te zijn, bericht
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
48)
Sinds zijn aankomst te Parijs was er
geen dag voorbijgegaan, waarop hij niet
het park, waar zijn vrouw gestorven was,
had bezocht; hij voelde er zich immer
door aangetrokken en ging er gelijk
Marcelle met dezelfde gevoelens heen,
waarmede hij het graf van Marie zou
hebben bezocht. Hij wist niet juist de
plaats waar zijn vrouw gestorven was,
maar trachtte die te raden en in zijn ge
dachten stelde hij zich dan het gansche
treurige drama voor, waarmede aan zijn
geluk een einde werd gemaakt.
Marcelle en Montfort zagen elkaar aan.
Het meisje had nog niet geleerd haar
oogen zonder reden neer te slaan. Zij las
'n den blik van den man allerlei verwar
de vragen, allerlei twijfelingen. Zij ge
voelde, dat hij belang in haar stelde en
stelde ook belang in hem. Was het niet
zonderling, dat zij dien man, welken zij
vroeger nooit had gezien, nu binnen
veertien dagen al tweemaal in zulke on-
Kewone omstandigheden ontmoette?
Intusschen, 't was haar onaangenaam
iemand op haar bank te zien op dit uur,
jvaarop hij gewoonlijk onbezet was; lu-ar
inwendig gebed zdu ontheiligd worden
door de tegenwoordigheid van flien vreem
dging; zij wendde zich dus om en wilde
„De Duitsche kanonnen, die tot voor
eenige dagen in den omtrek van Moorseele,
twee uur boven Kortrijk, in verborgen po
sities waren geplaatst, zijn van daar weg
gevoerd in de richting Heule, een dorp, dat
een half uur ten noorden van Kortrijk ge-
legen is, en naar Galleghem, op den rech
teroever van de Leie. Alle verkeer is te
Heule streng verboden en reeds meermalen
gebeurde het, dat de Huelsche werklieden,
die in groot aantal in de Kortrijksche fa
brieken werken, des avonds niet naar
huis konden en den nacht in de stad moes
ten doorbrengen. Die gestrengheid en het
daar opstellen der kanonnen, rechtvaar
digt in zekere mate de bewering van som
mige Korterijkenaars, dat de Duitschers
toch iets te vreezen hebben langs die zijde,,
te meer, daar in den omtrek Engelsche pa
trouilles gezien zijn. Evenals in de duinen
langs het Belgische zeestrand, zorgen de
Duitschers en voortdurend voor de plaats
hunner kannonen verborgen te houden.
Te Kortrijk hoort men dag uit, dag in
het zware gebulder der Duitsche kanonnen
en, wat zwakker, het verder gelegen ge
schut der verbondenen. Zoozeer zijn de
menschen aan dit donderen gewoon gewor
den, dat ze geheel verwonderd opzien als
ze soms voor een paar uren niets meer
vernemen en zich afvragen, wat er wel
voor bijzonders mag gebeurd zijn.
Yperen heeft, naar ik verneem, zeer
zwaar geleden. De straat, die van het Sta
tionsplein naar de Markt leidt, de straat,
waar men het meest handel dreef, is om
trent geheel verwoest. Het ergst van alles
is de aanblik van de Groote Markt. Dit
schoone plein is werkelijk onherkenbaar
geworden. Ontzettend groot is het getal
huizen, waarvan nog slechts enkele zwart-
berookte ruïnes rechtop staan. Door een
noodlottig toeval zijn bijna al de mooiste
huizen vernield.
De kazerne van het derde linieregiment
bleef tot nog toe ongedeerd. De St. Nico-
laaskerk, de kerk van het Carmenkloostcr
on VT:-» Cf nohhon
\eel geleden van de beschieting. De prach
tige middeleeuwsche hallen zijn niet meer
dezelfde, sommige gedeelten -doen denken
aan de Mexikaansche ruïnes van het rijk
der Azteken. Zooveel eeuwen hadden dit
erfdeel der Vlaamsche gemeenten gecerbie-
digd!
Dikwijls reeds is Yperen het toonccl ge
weest Van den oorlog. Menige beschieting
heeft de stad doorstaan en toch stonden de
hallen nog ongeschonden, bekroond door
haar machtigen toren, wiens rond reuzen-
gevaarte pijlrecht in de lucht omhoog stak.
Moeten die hallen geheel en al verdwijnen,
dan ware het alsof men ons een der dier
baarste herinneringen aan 't oude Vlaan
deren, een der laatste banden, die ons met
de middeleeuwen verbinden, ontrukte."
Het nieuws van het .Westelijk Qorlogs-
terrein hebben wij bierhoven reeds in en
kele regels samengevat.
De Russen.
Van het Oostelijk oorlogsterrein is wat
meer te vertellen.
In Polen is van het front bij Lodz geen
nieuws, Wel echter van de streek ten
Noorden van de Weichsel, en van .Krakau.
Ten Noorden van de Weichsel zijn vol
gens een bericht uit Berlijn, De Duitsche
troepen, die uit de Oost-Pruisische meron-
streek naar de Weichsel waren getrok
ken, gestuit op overmachtige Russische
troepen, waardoor zij terug moesten en
nu weer hun oude posities aan de I rui-
sische grens hebben ingenomen.
Bij Krakau constateert een bericht uit
Weenen twee - dingen, nl. een terugdrin
gen van de Russen van Krakau en het
oprukken van Oostenrijksche versterkin
gen over den Dukla-pas in de Karpathen,
naar West-Galicië.
Uit dit laatste blijkt, dat de Russen bij
Krakau ook op hun linkerflank worden
bedreigd, en wel door de uit Hongarije
over genoemden pas komende Oostenrij
kers. Tegelijkertijd echter wordt door de
om Krakau gelegerde Oostenrijksche le
gers beproefd, hen achterwaarts te drin
gen, hetgeen echter, te oordeelen naar de
plaatsen, waax-over het Russische front
loopt, en die op dezelfde lijn liggen, waar
op zij ook 14 dagen geléden stonden, niet
gelukt is, evenmin als de Russen er in
geslaagd zijn, voorwaarts te rukken.
Er is dus ook hier weinig belangrijks te
melden, maar in de buurt van Krakau
schijnt een nieuwe groote slag aanstaande.
Belgrado ontruimd.
Op het verslaan van den rechtervleugel
van het Oostenrijksche leger in Servië is
met vex-bijsterende vlugheid het hei-nemen
van Belgrado door de Serviërs gevolgd.
Een telegram uit Weenen meldt het
gebeui-de op de volgende laconieke wijze.
Van het Zuidelijk oorlogstooneel wordt
officieel gemeld: De operaties, die het ge-
gevolg zijn van de terugtrekking \ai|
den rechtervleugel, maakten het raadzaam
ook Belgrado te ontruimen. De stad werd
zonder strijd ovei'gegeven. De troepen
hebben door de dooi-gestane vermoeie
nissen veel geleden, doch zijn met den
besten geest bezield.
Een Koningsbijeenkomst.
Belangrijk is ritetbéjjcht, dat de ko-
iiingcii v cin Zweden, Noorwegen en Dene-
marken Vrijdag te MalmÖ Zullen bijeen
komen om te beraadslagen over de mid
delen die kunnen worden beraamd om
de economische moeilijkheden, voor de
drie landen, uit den oorlogstoestand voort
vloeiend. te beperken.
De koningen zullen door hunne minis
ters van buitenlandsche zaken vei-gezeld
zijn.
De voortdui-ende onaangename 1-ast,
dien de neuti-ale staten van de zijde der
oox-logvoerenden ondei-vinden, de belem
mering van hun handel, en zelfs de ixeper-
king van hunne bronnen van inkomsten,
de weigering om levensbehoeften en an
dere verbruiksartikelen, voor de neutrale
staten bestemd, te laten passeei-en, en de
bemoeilijking van het economische en
materieele leven in de landen, die met
den oorlog niets te maken willen hebben,
nemen met den dag toe. Alsof er geen
internationale rechtsbepalingen bestaan,
die de rechten der neutralen vaststellen,
handelen de oorlogvoerenden op de meest
willekeurige wijze, en in hun pogen, om
den vijand te treffen, vragen zij niet naar
de nadeelen, die zij aan de neutralen
toebrengen.
Dat de vorsten van drie belahgrijke
neutrale staten met hunne ministers wil
len samenkomen om te bespreken, wat
aan dezen anarchistischen internationa
len toestand te doen is, kan niet unders
dan worden toegejuicht.
De oorlogvoerenden moeten inzien; dat
er grenzen zijn, die zij niet mogen over
schrijden. dat de neutralen niet voorne
mens zijn zich en hunne rechten te laten
vertrappen door de zoogenaamde „mili
taire noodzakelijkheid."
Verschillende Oorlogs
berichten.
Doofstomme kinderen en de oorlog.
Reuter's bijzondere dienst meldt uit Pa
rijs omtrent een belangrijke rol, die bij de
verovering van Vermelles gespeeld is door
de doofstommentaal. In het .Journal des
Sourdmuets" wordt daarover het volgende
medegedeeld: De Duitschers hadden de
kinderen bijeen gebracht in de school en
daarop hunne mitrailleuses geplaatst.
De Fransche kolonel was daardoor in
een groote moeilijkheid gekomen; hij had
last gekregen het dorp op 5 Dec. te nemen
maar hii kon niet besluiten op de school
te schieten. Achter een afgebrokkelden
muur kon hij de kinderen zien spelen op
het schoolplein. Onder dezen zag hij een
manke, en uit diens gebaren maakte de
kolonel op, dat liij doofstom was.
Dadelijk riep de kolonel een man, die
de doofstommentaal kende, en gaf dezen
last de aandacht van den knaap te trek
ken; door zonnestralen in een klein spie
geltje opgevangen, kon hij den knaap toen
den raad geven alle kinderen bijeen te
brengen in een der hoeken van de speel
plaats.
Zoodra dat geschied was plaatste de
kolonel de tien beste schutters achter den
wal. en van daar kondon zij de Duitsche
bedieningsmanschappen van de mitrail
leuses, hoewel zij gedekt waren opgesteld
neerschieten. De kolonel vormde tevens
een colonne om de school te- nemen. Zoo
dra de doofstomme het afgesproken sein
-gegeven had, sclioten de scherpschutters
de Duitsche bediening der mitrailleuses
weg. de infantei-ie nam met de bajonet
de school en de speelplaats,' en tien minu
ten later was Vermelles in handen der
Franschen.
En de doofstomme kinderen uit hun
benarde positie.
Een trein in brand. Een Fransche
aviateur heeft een Düitschen trein bij
het station Pagny aan de Moezel in brand
gestoken.
Oostenrijksche torpedobooten gezon
ken? Berichten uit Triest melden, dat
bij Lissa (Adriatische Zee) twee Oosten
rijksche torpedobooten op mijnen gestoo-
ten en gezonken zijn.
Een priester in vrijheid gesteld. Mgr.
de bisschop van La Rochelle deelt mede,
dat abbé Frutel, pastoor te Thou, na twee
maanden in voorarrest te hebben doorge
bracht. onder beschuldiging van onvoor
zichtige preeken over den oorlog, in vrij
heid is gesteld, na ontslag van rechtsver
volging, waartoe met algemeene stemmen
door den krijgsraad van Tours was be
sloten. De „CroLx" vraagt:, of het niet
meer lof verdiende, de lasteraars der Kerk
te sti^affen, die hun vrijmetselaars-leu
gens onder het geloovige en eenvoudige
volk verspreiden, dan de vaderlandslie
vende preeken van geestelijken aan te
klagen.
Australisch uitvoerverbod. De uitvoer
van huiden en schapenvachten naar alle
landen is verboden, met uitzóndering van
andere deelen van het Britsche rijk en
van de vei'bonden mogendheden.
„Naar Berlijn!" De gouverneur-ge
neraal van Australië zeide bij de over
reiking van een vaandel aan een contin
gent van koloniale troepen: „Moge dat
vaandel u zegevierend naar Berlijn ge
leiden". Een heel eind!
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Uitvoer van boter.
Naar de „Ass. Crt." verneemt, is thans
bepaald, dat niet meer dan 50 pet. der
gecontroleerde botgr naar het buitenland
•mag worden verzonden.
Wol voor handschoenen,
polsmoffen en sokken.
Het bureau van advies van den NederL
bond voor Werkverschaffing zegt in een
circulaire:
Tengevolge van de stijging van de wol-
prijzen heeft het breien van handschoe
nen, polsmoffen en sokken voor militaire
doeleinden en bij wijze van werkverschaf
fing door tusschenkomst der plaatselijke
steuncomité's betrekkelijk weinig meer
plaats.
II. M. de Koningin, levendig belang
stellende in de werkverschaffing aan
werklooze of behoeftige vrouwen en meis
jes, heeft besloten in deze zeer onbekrom
pen Wijze steun te verlecnen en wel door
het aankoopen van de hoeveelheid wol,
benoüdigdvn.->i- liet vervaardigen van
10,000 paar handschoenen, ICE000 paar
polsmoffen en 10,000 paar sokken.
Daarbij js Hare Majesteit uitgegaan
van het denkbeeld, dat allereerst diende
te worden nagegaan, waaraan bij de ge
mobiliseerde weermacht het meest behoef
te bestond. Hare Majesteit neeit «aurora
aan den minister van oorlog een opgave
verzocht van hetgeen in deze in de eerste
plaats noodig zoude zijn, met het gevolg,
dat de aantallen alsnog te vervaardigen
handschoenen, polsmoffen en sokken dis
bovengenoemd zijn vastgesteld.
De wol is ter vcrdeeling gegeven aan
den Nederlandschen Bond voor Werkver
schaffing met de opdracht daarvan een
gedeelte af te staan aan die steuncomité's
ilie. zich bereid verklaren:
1. daaruit door werklooze en behoefti
ge vrouwen en meisjes tegen een behoor
lijke vergoeding handschoenen, poismof-
fen en sokken te laten vervaardigen;
2. de vervaardigde handschoenen, pols-
moffen en sokken kosteloos te doen toe
komen aan de centrale magazijnen van
militaire kleeding en uitrusting te Am
sterdam.
Door deze x*egeling worden de plaatse
lijke steuncomité's, die bij gebrek aan
werk genoodzaakt zijn uitkeeringen zon-
vder meer te geven, in de gelegenheid ge
steld arbeidsloon te laten verdienen.
De steuncomité-s, die er prijs op stel
len een gedeelte van de wol in kwestie
haar weg vervolgen. Maar alvorens om
den hoek te verdwijnen, .wierp zij een
laatsten blik achter haar....
Simon stond plotseling verbijsterd op.
Marie! zeide hij luide;- dat was de blik
van Marie.
Marcelle __bleef verwonderd staan en
zag hem met twijfelenden blik aan. Was
hij krankzinnig, die arme, droeve man?
Moest zij hem antwoorden én zijn dwaas
heid aanmoedigen of heengaan, zooals de
voorzichtigheid en het gezond verstand
haar bevolen. Zij aarzelde; hij naderde
haar.
Woont gij in deze wijk? vroeg hij,
haar van het hoofd tot de voeten opne
mend.
Zij antwoordde met een bevestigend
hoofdknikken.
Hebt ge dan nooit eens hooren spre
ken van een verlaten meisje, wier moeder
in dit park gestorven "was?
Op die bank, zeide het meisje, op de
dierbare plaats wijzend.
Daar! zeide Montfort, zich omwen
dend
Hii zag eerst naar de bank, daarna raar
het jonge meisje en vervolgde met zekere
vrees:
Marcelle week onwillekeurig' achteruit,
en keek om den hoek, want zij was be
vreesd, zonder te weten waarom; de be
waker was daar, onder het bereik van
haar stem; de rue ^Lafayette v*ais
vol voetgangers en rijtuigen, zooals altijd.
Zij gevoelde zich gerustgesteld en zeide
met haar zachte stem
Marcelle Montfort! Dat ben ik!
Montfort zag haar aan, opende de ar
men, wilde spreken, maar viel, heete tra
nen stortend op denjxank terug, onsamen
hangende woorden stamelend, die Mar
celle kon verstaan noch begrijpen. Door
schrik aangegrepen, vluchtte zij het park
uit... ITij snelde haar achterna.
In haar Dlotselinge vrees vergat zij de
melk, er slechts op bedacht, zoo spoedig
mogelijk thuis te komen....
Toen zij de deur instormde stuitte zij in
het portaal op een groot jongmensch,
dat haar bij den arm greep, want zij viel
haast.
Mijn kleine Marcelle! riep Robert
Breault, vind ik je eindelijk terug. Welk
een geluk.
Kom, kom gauw, zeide Marcelle hij
gend, een man, dien ik niet ken, loopt
mij na.
Zij trok Robert de trap op en in één
adem liepen zij naar de vierde verdieping,
waar vrouw Galin woonde. Haastig tra
den zij binnen en Marcelle sloot de deur.
Voor zij echter een woord ter verklaring
kon spreken, werd er met kracht op de
deur geklopt.
Open niet- riep Marcelle.
Ik kan hem wel te woord staan, zei
de Robert kalm en opendejle deur.
Simon stond op den drempel met sla-
rende oogen, bevende handen, vergeefs
groote moeite doende om zich kalm te
houden.
Marcelle "Montfort?" vroeg hij Robert
met dreigend uiterlijk.
Zij is hier, antwoordde de jonge rnan.
Wat wilt gij?
't Is mijn dochter! zeide de arme va
der, wiens krachten en geduld waren uit
geput.
De verklaringen duurden lang, want
niets geschiedt spoedig op deze wereld,
behalve een plotselinge dood
Toen alles was opgehelderd, stond Mar
celle naast haar vader, het hoofd geleund
op zijn schouder en zich afvragend, hoe
het toch mogelijk was, dat zij op de P 1 a-
ce del-a Concorde geen woord ge
wisseld hadden, dat dadelijk de waarheid
aan het licht zou hebben gebracht.
Ge moest eens weten, hoeveel ver
driet ik om u gehad heb, zeide zij tot
haar vader. Ik had u haast gevraagd, wat
u scheelde.
Robert vertrok na deze woorden, zooals
hij zeide, om den oudeiT'clokter gerust te
stellen. In werkelijkheid gevoelde hij zich
echter bedroefd, zonder te weten waarom
en zonder het in het bijzijn dier gelukki
gen, te kunnen toonen.
Was het niet verachtelijk van hem, spijt
en verlatenheid te gevoelen, nu zijn kleine
vriendin haar familie terugvond? Wat
was hijzelf hier anders komen doen, dan
Marcelle zoeken om haar aan haar vader
terug te geven? Wat wilde hij dan nog
meer? Welke vreemde en veranderlijke in
borst had hij dan toch, dat hij niet tevre
den was, nu zijn "wenschen vervuld wa
ren?
Of hij zich ai deze verwijten maakte,
zijn hart wilde er niet naar hooren. Hij
kwam terug bij den dokter, die echter niet
thuis was, schreef een paar woorden op
een papiertje, om hem het heuglijk nieuws
rrede te deelen en trad treuriger en luste-
loozer dan ooit zijn woning binnen.
Daar ben jk waarlijk blij om! riep
Jules uit, zoodra hij had vernomen dat
Marcelle haar vader had teruggevonden.
Het arme kind was waarlijk te beklagen.
Zou zij niet hier een thuis hebben
gevonden? heimam Robert met een
zweempje van gevoeligheid. Was zij te be
klagen, zoolang wij er waren? Papa zou
er zich zeker niet tegen verzet hebben, dat
zii hier kwam. Rose zou hier haar dagen
geëindigd hebben en vader zou niet heter
verpleegd kunnen worden dan door die
twee.
Jules zag zijn vader eens schelmsch aan.
In de dagen van zijn jeugdige guiten
streken, toen het nog vreugde was in de
nu zoo wreed beproefde woning, noemde
hij zijn broeder: huishoudster, omdat hij
zich altijd zoo met huiselijke zaken be
moeide. Hij zou die aardigheid nu wel
weer gezegd hebben, maar achtte het be
ter nu te zwijgen en bewaarde zijn op
merkingen voor later.
Den volgenden dag maakten Marcelle
en haar vader hun opwachting bij den
doktex*.
Simon was niet meer "dezelfde man van
voorheen; zijn twijfel en toorn, die geheel
zijn persoon drukten, hadden plaats ge
maakt voor een groote kalmte, die do
uitstraling was van zijn innerlijke gestel
tenis en een zonderling contrast vormde
met zijn uiterlijke verschijning.
(Wordt vervolgd.)