Uit Stad en Omgeving. 1 Februari dus zoowat 36 milliard guided zijn. Men kan dus eenigermate beseffen welke eischen er aan het crediet zullen worden gesteld. Bovendien heeft de ge- se} iVdenis van '70—71 geleerd dat na een tijd van grooten opbloei geweldige instor ting kwam en dus is het te meer noodig om vooral die ondernemers, die het nu nog maar even kunnen uithouden, tegen dien tijd niet te verzwakken opdat niet nog meer ellende zal ontstaan, dan toch al zal geschieden. En de leening geeft in elk geval in plaats van geld een papier dat zoo goed als geld is. De leening haalt bo vendien het geld van hen die het missen kunnen, terwijl een heffing ineens, zeker un beau geste, van allen iets vergt die vermogend worden geacht. Zij ware on verantwoordelijk „en van mij", zoo ver klaarde de Minister, „is zij niet tc wach ten, nu niet en over tlrie jaar ook niet." oorlog voelt. Holland heeft nwedig gedaan wat mogelijk is, maar het werk is meer dan het alleen kan volbrengen. Wij in Engeland moeten dc redding- lijnen uitwerpen, wij moeten uilnoodigen en opzoeken en vervoeren «iet enkel r>aar ontvangen de ballingen. Wij moeten op groote schaal de verscheping van vluchte lingen naar ons land organiseeren. Het is onze duidelijke plicht dit fe doen." Dan volgt een omstandige beschrijving Aan de tafereelen, die Sir Gilbert Parker aan onze grenzen aanschouwde: Roosen daal, Maastricht, Eysden en Vlissingen werden door hem bezocht. Sinds die bezoe ken plaats hadden is in den beschreven toe stand reeds eenige verandering gekomen. Dit zal men in het oog dienen te houden al vorens de minder gunstige stemmingen van den Engelschen rapporteur te deelen. Gelogenstraft. 7n verband met het door den Nederland- schen correspondentvan het Göteborgsche dagblad voor handel en scheepvaart aan zijn blad gezonden bericht, volgens hetwelk de Britst he regeering stappen zou hebben ge nomen hij de Nederiandsche Regeering, om een militair verdedigingsverdrag te sluiten, vernemen wij, «lat bedoeld, ook in de Neder iandsche pers overgenomen bericht op Inst onzer Regeering door 1 Ir. Ms. gezant te Stock holm is gelogenstraft geworden. Een schildwacht aange vallen. Men meldt ons uit Harderwijk: Een der zijden van het interneerings- kamp te Harderwijk wordt begrensd dcor een dichtbegroeid dennenbosch. Woens dagavond was het voor den schildwacht bij den hangenden mist moeilijk om in de richting van het boscll iets te onderschei den, toen hij plotseling door twee Belgen werd aangevallen. Na met een stuk hout te zijn afgeranseld, werd hij met een mes in de zijde gestoken, doch gelukkig zon der dat hierbij het lichaam werd ge raakt. Tot in de borstrok was het mes doorgestoken en trof men een lange snede aan. Kapitein Duymaer van Twist. Naar aanleiding van het bericht, dat de heer Duymaer van Twist, lid van de Tweede Kamer en kapitein der infanterie op non-activiteit, eerlang den dienst zou verlaten, heeft hij een en ander medege deeld, waaraan het volgende is ontleend: „In Februari ontving ik een brief van den minister van Oorlog waarin mij werd medegedeeld, dat ik zoodanig nummer in de ranglijst van de kapiteins innam, dat het zich liet aanzien, dat binnen niet te langen tijd eene beslissing moest genomen worden omtrent mijn eventueele bevorde- ring. Do bepalingen voor bevordering eischen, dat een kapitein ten minste één jaar. als zoodanig in zijn rang heeft ge diend. Ik heb 2 maanden als kapitein dienst gedaan, toen ik in 1905 wegens be vordering van luitenant tot kapitein in activiteit was hersteld en zal dus nog 10 lid van «—«er, ot de kans op mijne be- vo.uering in het legér op te geven. Naar aanleiding van den brief van den minister van Oorlog, heb ik met mijn politieke vrienden cn eenige invloedrijke mannen der Rechterzijde in het district Steenwijk overleg gepleegd. Het district Steenwijk, reeds 14 jaar door mij verte genwoordigd, werd steeds na een felle campagne en twee malen met een geringe meerderheid door Rechts veroverd en be houden. In 1913 kwam ik met een meer derheid van 40 stemmen" uit de bus. In dien ik mijn mandaat neerlegde, zou er kans op het verloren gaan van dezen zetel zijn, zoodat ik voor den aandrang van mijn vrienden zwichtte en mijn carrière in het leger, in het belang van mijn partij Opofferde. Door het bestuur der vrijzinnige kies- vereeniging te Steenwijk werd mij be richt ..dat van vrijzinnigen kant geen eandidaat zal worden gesteld bij uwe even tueele indiensttreding". Ik had mij reeds tot den minister van Oorlog gewend met de mededeeling: indien het noodig is, dat mijn diensten als officier behoeft, dan kunt u over mij beschikken". Het is natuurlijk, aldus verder de mede deeling van den heer Duymaer van Twist dat ik nu niet zonder eeinge noodzakelijk heid mijn niandaat als Tweede Kamer lid nederleg, om als gepasseerd kapitein in het leger te dienen. Ik sta nu als num mer 5 op de ranglijst en kan dus niet meer voldoen aan de bepaling om één jaar als kapitein te dienen, zoodat ik, wanneer ik nu in het leger terugkeer, niet meer in de termen zou vallen om voor bevorde ring in aanmerking le komen. Een conflict. De bijzondere correspondent van het „Hbld." te Sluis schrijft: Sedert eenige dagen is hier een ernstig conflict uitgebroken tusschen den burge meester en het comité voor de Belgische vluchtelingen. De oorzaak is min of meer van formeelen aard. Alvorens verdere Rijkssubsidie aan het comité tor bescnik- l.ing te stellen, verzocht rh burgemeester, i.igevoige een aanschrijving van dm Mi nister, van de reeds verstrekte f3000 re kening en verantwoording te willen over leggen. Het comité meende eerst na afloop der crisis volledig rekening en verant woording te moeten doen; de burgemees ter regelde inmiddels eenige aangelegen heden ten opzichte van het verblijf der vluchtelingen, met het gevolg dat het comité dit beschouwde als een ingrijpen in zijn werkzaamheden, den 4den Decem ber berichtte, dat het met ingang van den volgenden dag de zorg van voeding, Klee- dig, huisvesting, enz. van de 1400 behoef tige vluchtelingen, die nog in het stadje vertoeven, aan den burgemeester overliet. De twist was echter zoo hoog geloopen, dat den volgenden dag de burgemeester bedreigd werd met twee marechaussees uit het lokaal, waar de voeding plaats heeft, te zullen worden verwijderd. Zoo ver is het gelukkig niet gekomqp en alles marcheert, aooals tot dusver, zij het on der leiding van andere personen, door den burgemeester uit zijn vriendenkring ge- recruteerd. De zaak zelf, gefundamenteerd door vroegere persoonlijke quaesties, wordt nog verwarder door andere geschillen. Zoo zou het comité het ziekenhuis hebben gemeubileerd, terwijl dit uitdruk- verschijnen, zonder dat de burgemeester behoorde; was de verpleegster van eeij loods, waarin zieke vrouwen vertoeven, uitgenoodigd op een St. Nicolaasfeest tp verschijnen, eonder dat de burgemeester, onder wiens beheer die loods staat, daar van in kennis was gesteld, enz. De Minister en de Commissaris der Ko ningin zijn van een en ander op de hoog te gesteld. Het is zeker jammer dat het zoover ge komen is, want het comité heeft heel wat zorg en moeite besteed aan het ver blijf der vluchtelingen, van wie alleen 900 op de in de haven liggende schepen zijn ondergebracht. Deze schepen er" liggen hier ongeveer 60 behooren bijna allen aan Belgen. En de schippers, zelf tot stilstand in hun bedrijf gedwongen, zijn al even armlastig geworden als de menschen, wien zij huisvesting verleenen. Op last van den Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid is thans last gegeven om de ijzeren schepen, waar het stroo te vochtig wordt, te ontruimen, in de hou ten schepen is echter nog voldoende plaats. Onmenschelijk. Ook wij hebben in ons blad overgeno men een ingezonden stuk uit de „Maas bode" omtrent het schandelijk gedrag van een officier ten opzichte van veldpre- diking. De redactie van de „Standaard" heeft de zaak ter kennisse gebracht van den Minister van Oorlog, gelijk zij ook met nóg erger deed. De zaak is dus reeds luj Oorlog in onder zoek, en we hopen zeer, dat de Minister van Oorlog ten opzichte van zulke schan delijkheden zal weten door te tasten. Dat zal hij dan ook wel doen. Alleen is het spijtig, dat zulk een onder zoek niet spoediger tot een conclusie leidt. Korte Kroniek. De bewaking van het kamp Gaaster- land voor Belgische geïnterneerden is zeer verscherpt, de schildwacht heeft strenge voorschriften gekregen. Waar de zer dagen weer Belgische geïnterneerden ontvluchtten, o.a. twee in een auto, moe ten alle auto's op het eerste bevel stop pen voor het instellen van een onderzoek. Naar „De Maasbode" verneemt, is de uitvoer van graan uit Engeland naar Ne derland voorloopig tot 1 Februari verbo den. Curasao en' Bonaire zonden ver scheidene duizenden guldens aan het Ko ninklijk NatiojJ^ftincïé. In het'„Hbld." wordt het denkbeeld bepleit om voor de Belgische geïnterneer den-kampen ook een Belgische regeerings- vertegenwoordiger te doen aanstellen, teneinde treurige feiten als~~Te Zeist heb ben plaats gehad, te voorkomen. Gemengde berichten. Jeugdige oplichter. -- De vijftienjarige J. II. te Sittard werd Dinsdag door de marechaussée aangehouden, beschuldigd van oplichting. Vóór drie weken was II. te weten ge komen, dat een zijner kennissen een hor loge ter reparatie had bezorgd bij den horlogemaker, den heer a. W. te Sittard. H. was naar den winkel gegaan, had het bedoelde horloge aangeduid, zich uitge vend voor een broeder van den eigenaar en wist het horloge los te krijgen. Toen later de eigenaar kwam, werd het bedrog ontdekt en door ijverige nasporingen van de politie mocht liet gelukken den dader te vinden. Deze had sinds eenigen tijd het horloge voor een prikje verkocht. Inbraak. Dinsdagnacht is een bru tale diefstal gepleegd bij den boomkwee- ker D., op „Kweeklust" aan den Deven- terweg te Apeldoorn. Uit een afgesloten schuur is een schaau ontvreemd, dat, ra ter plaatse geslacht te zijn, is medege voerd. De bloedsporen waren slechts op kleinön afstand van de woning na te gaan. De schildwacht van een nabijzijn- de wachtpost, had wel een schaap hooien blaten, doch niet het minst vermoeden gehad in het plegen van eenigen diefstal. Grens-contröle. De Aardenburgsche correspondent der „N. Ct." schrijft: Het was jn een niet te noemen Belgi sche stoomtram op een niet te noemen traject. Men zou de Duitsche contróle moe ten passeeren. Ieder, die verbodens bij zich had, werd onverbiddelijk er uit ge haald en opgebracht. Er is veel verboden in België. Men mag: geen kranten binnen brengen. Men mag: geen brieven in- of uitvoeren. Men mag: niet zonder Duit sche pas de grens over enz. En zoo popelt menig hart, als de gevreesde grijsjassen komen, maar het is niet van vreugde. En op duizend manieren tracht men het drei gend noodlot tc ontgaan. Er was er een, die brutaaltje reeds tienmaal brieven van zijn baas door de „vuurlinie" had gebracht. Hij sloop tel kens ergens de grens over, en kwam dan opnieuw parmantig als teruggekeerd vluchteling telkens met-de stoomtram van Nederland weder. Steeds was het gelukt, maar nu reeds eenige malen had hij den zelfden beambte getroffen; en nu scheen die hem toch te kennen. En hij moest apart staan. Wee, hij had weer een voor raad brieven, ook van krijgsgevangenen, ergens in zijn zak! Maar zeldzaam on- noozel hield hij zich. Een snuit om een cent te geven. De goochemerd! En werke lijk: ook de gewikste Duitsche beambte liet zich foppen. De sukkel kan mij met verstaan, zoo dacht hij. En toen zelfs dé hulp van een tolk niet baatte om hem aan het verstand te brengen, wat hij van hem wilde weten, liet men dit hopeloos geval van stupiditeit maar weer gaan. Dan beschrijft de correspondent .-.taal tjes van de scherpe contróle der Ouit- schers en besluit: „Het is wel interessant, in oorlogsland zich te begeven. Maar het meest aange name ervan is: er weer uit te gaan." Het mijn van het dijn. Onder de Bel gische vluchtelingen te Vlissingen komen er voor. die niet goed het mijn van het dijn kunnen onderscheiden, tenminste de politie heeft aangifte gekregen van dief stal door de Belgen van verschillende hoeveelheden brandstof. Een andere hoogst afkeurenswaardige handeling is het verkoopen door de Bel gen van het brood, dat hun als voedsel wordt verstrekt. Bij verschillende perso nen wordt dit voor beestenvoer verkocht en bij een melkhandelaar heeft de politie een handkar vol brooden aangetroffen, welk brood de handelaaé van Belgen had gekocht. Getracht zal worden aan een en ander paal en perk te stellen. Van een strooper. Door marechaus sees werd onder Clinge een strooper aan getroffen, die op hun komst op de vlucht sloeg en na sommatie weigerde te blijven staan, waarop de marechaussees op hem schoten evenwel zonder te raken. De man vluchtte naar den grens en weigerde ook te blijven staan op bevel van den grens wacht: deze schoot toen ook en de ^troo per viel gewond neder. De man bleek aan den hals getroffen te zijn en werd in het hospitaal te Hulst opgenomen. Zijn toe stand was niet levensgevaarlijk. Een dreigbrief. Dinsdagavond heeft de echtgenoote van den president van het ge rechtshof te Amsterdam een brief ontvangen, waarin liaar leven bedreigd werd, indien zij niet Woensdagavond tc lialf zeven een enve loppe, inhoudende, f2000, gedeponeerd had in de stoep van perceel Stadhouderskade 124, bij de Van Woustraat te Amsterdam, achter een hekje, dat een der hoeken van die stoep afsluit, en dient om verontreiniging te voor komen. De politie werd van het geval in kennis gesteld en in overleg met haar werd afgespro ken, dat dc geadresseerde op den vastgestelden tijd een enveloppe zou neerleggen in de stoep. Dc politie zou dan in de buurt de wacht houden. Woensdagavcnl werd op de afgesproken wijze de enveloppe gedeponeerd. Even later zagen de spiedende politiemannen, hoe een jongmensch van omstreeks 20-jarigcn leeftijd in de stoep van perceel Stadhouderskade 124 ging zitten en er een pak kranten ging na tellen. Het bleek later de zoon te zijn van een bezorger van ccn der Amsterdamselie bladen, die zijn vader gewoonlijk behulpzaam is bij zijn werk. Hij werd, met nog ccn kran- tenlooper gearressteerd. x In de woning van het jonge mensclt werd schrijfpapier gevonden overeenkomende met dat, waarop de dreigbrief- was geschreven, en ook lak werd er gevonden van dezelfde hoe danigheid als die, waarmede de dreigbrief verzegeld was. Laat op den avon'd bekende het jongmensch \Vas •Khrrtoortiemend<?'V;(^-^jt,hK'jf. Vftx'ii'YeMèi eenige maanden zonder werk. Uit wanhoop had hij den brief geschreven. Toen hij in de .stoep zat, had hij het,„antwoord" volgens zijn zeggen, niet durven oprapen. Hij zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. Een ernstig spoorwegongeluk. Uit Visé schrijft men aan de „Tel.": Zondag 6 December 1.1., 's avonds om 10 uur, heeft tusschen G'cmmenich cn Aken een ontzettend spoorwegongeluk plaats gehad. Een trein, bestaande uit 40 wagens en waarin zich een duizental soldaten (men spreekt zelfs van 1500) bevonden, ontspoorde in volle vaart. Yelc wagens 'werden geheel verbrijzeld, andere schoven in elkaar, geen enkele bleef onbe schadigd. Het aantal dooden en gewonden is niet met zekerheid vast te stellen, doch moet zeer groot zijn. Het was een afschuwelijk ge zicht. De gewonden vulden verscheidene wagens en ik alleen telde 52 dooden. Tramwagen in brand. Woensdagavond om circa 12 uur geraakte te 's-Gravcnhagc, bij het kruispunt Bankastraat der lijnen 1 en 2 ccn wagen van lijn 2 door kortsluiting in brand. Het balcon werd zwaar door de uit slaande vlammen beschadigd. De bestuurder kreeg brandwonden aan beide handen. De wa^en werd naar de remise gesleept. De zwaarste man van Nederland. Te Nijmegen is, naar de „Geld." meldt, op 2S- jarigen leeftijd overleden de heer Emile Sel- bach, de zwaarste man van Nederland, wiens gewicht over de 500 pond reikte. Brand. Te lloedekenskerke is Woens dagmorgen de groote landbouwschuur van den heer Johs. Boone geheel in de vlammen opgegaan. Het vee kon bijtijds gered worden. De bewoner was bij het uitbreken van den brand, waarvan de oorzaak onbekend is, afwezig. Alles was verzekerd. Toch lijden tal van kleine land bouwers, wier hooi reeds in de groote schuur een plaatsje gevonden had, cn die dit niet verzekerd hadden, ernstige cha- de. Door brand vernield. De geheclc in richting der Thomas Edison-maatschappij te West-Oranje in New-Jersey is door brand vernield. De schade wordt op 5 mil- lioen dollars geschat. Het eenige gebouw, dat gespaard bleef, was het laboratorium, 't welk waardevolle wetenschappelijke machinerieën bevat, welke onder het on middellijke toezicht van Edison staan. Men gelooft, dat de brand ontstond door een ontploffing in een inspectiege bouw. Edison, die tegenwoordig was bij den brand, verklaarde dat hij morgen beginnen zou met het bouwen van een nieuwe inrichting. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Heffing cf leening? De vergadering van gisteren stond in het teeken van liet vraagstuk: heffing of leening, hoewel het reeds duidelijk is, dat, voorloopig althans, tot leening zal worden besloten. De heer T r o e 1 s t r a (S. D.) meent, dat, als gevolg van de aanneming van het wetsontwerp der regeering, de staats- pensioneeïing als eerste offer zal vallen. Ook lijdt het, volgens spr. geen twijfel, of de invoerrechten zullen ter hand ge nomen moeten worden, wat geheel in strijd zou zijn met het resultaat van. den strijd in 1913. (Daarin heeft mr. Troelstra gelijk.) Spr. komt krachtig op voor een heffing in-eens en noemt het een fictie, dat de geheele rechterzijde tegen een dergelijk stelsel is. Dat de minister niet een hcf- fing-in-eens heeft voorgesteld, wijt spr. aan ministers vrees voor rechterzijde, waarvan hij, deels ten onrechte, veron derstelde, dat zij er tegen was. Spr. cn de zijnen zullen niet hun stem aan het wetsontwerp geven. Als echter het amendement-Vliegen wordt aangeno men, waarbij wordt vastgesteld, dat over drie jaar tot heffing-in-eens zal worden besloten, zullen spr. en de zijnen met liet wetsontwerp vrede nemen. Wat betreft de sympathie voor leening of heffing bij de rechterzijde heeft de heer Nolens (R. K. een duidelijke verkla ring afgelegd. Die meent dat de rechterzijde princi pieel staat voor een leening, vergist zich, zcide spr. Zij wil toonen, dat zij vertrou wen heeft in de Regeering en zelfs wan neer eigen overtuiging naar een andere oplossing neigt dan nog is zij bereid de zijde der Regeering te kiezen. Een ander voorstel was met dezelfde consideratie ontvangen. In een zeer -duidelijk betoog heeft de heer De Geer (Chr. H.) uiteengezet, dat oorlogsleening en oorlogsheffing niet zoo heel ver van elkander staan. Zij naderen elkaar zeer dicht, vooral wanneer men acht geeft op de bezonnen voorstanders van het heffingsidee. Deze zijn grif om toe te geven, dat de geweldi ge uitgave van meer dan een kwart mil liard niet in een oogenblik van het natio naal vermogen kan worden afgenomen. Dit geld is zoo goed als geheel belegd, heeft zijn maatschappelijke functie ge^ vonden of is er voor bestemd en moet daaraan worden onttrokken. Zij, die niettegenstaande de ingrijpende en voor al niet voor de bezitters alleen schadelijke gevolgen dezer onttrekking, toch de hef fing blijven voorstaan en tot de verzilve ring van kapitaal willen noodzaken, wenschen daarvoor toch in ieder geval een tijd te geven, soms van 5 jaar of nog wel langer. Een leening over 15 jaar staat van die oplossing niet zoo ver af. Zij verschilt slecht gradueel. Deze spr. zeide ook voor de opcenten niet veel bewondering te gevoelen. Liever had hij een hooger opcenten-ge- tal willen zien gelegd op de inkomsten belasting. Vooral heeft spr. bezwaar te gen de 20 opcenten op het personeel. Maar op het oogenblik is het niet ge- wenscht dit geheele stelsel los te maken. Daarom legt spr. zich er bij neer Her. on de successiereeli ten kan spr. niet goecfKt-trrrTiT. Hier moet ons toch de vraag van het hart: gaat iemand als de heer De Geer niet te vér in zijn verlangen om de regee ring te steunen? Tegenstander van een voorstel als dat der verhoogde opcenten, zoo diep in liet leven grijpend regeerings- zal hij zich er toch niet krachtig tegen verzetten! 't Is slechts een vraag, wier be antwoording alleen voor den oppervlak- kigen criticus onmiddellijk bevestigend kan luiden. Over de houding van den heer D.e Geer en andere leden der rech terzijde zullen in de rechtsche pers waar schijnlijk nog wel eenige beschouwingen ten beste worde gegeven wij zullen die dan onzen lezers niet onthouden. Nog voerde het woord de heeren Foch (U.L.) De Monte Verloren (A.R.), waarna de Minister, de heer Treub aan het woord kwam. Vooraf besprak hij een drietal andere punten; het beklag over den bekenden passus in de Memorie van Antwoord, de positie van de Nederiandsche Bank en het bedrag der leening. Ten aanzien van het eerste merkte hij op, dat de Regeering niet de minste be denking lieeft tegen critiek maar wel te gen een agitatie, gelijk die is gevoerd, liet geen met citaten o.a. uit redevoeringen van de lieeren De Jong en Kleerekoper werd gestaafd, en dat terwijl de toestand nog zoo is, dat men steeds op alles voor bereid moet blijven. Omtrent de positin van de Nederiandsche Bank men had o. a. gezegd, dat die positie zoo sterk is. dat de staatsschuld bij die Bank nog niet behoefde te zijn geconsolideerd merkte de Minister op dat die positie inderdaad sterk is, vooral in vergelijking met de buitenlandsche Banken, maar toch, ware niet in den aanvang van den oorlog de marge van ongedekte circulatie verhoogd, dan zou thans de mctaaldekking tlrie mil- lioen te laag zijn. Wat het bedrag van dc Iecriing betrof, dit was ze ker aan <len veiligen kant ge raamd. Maar daarin kan dan ook zeker veel worden begrepen. Overigens zou ze ker gevolg worden gegeven aan het denk- baeld van den heer Patljn om tweeërlei rekening op te maken en alleen óp de eigenlijke oorlogsuitgaven de extra del ging toe te passen. 's Ministeip bk/klag betreffende hel) hoofdpunt kwam in zijn kern hierop neer: Èr zal ha den oorlog zulk een groote cre- dietvraag blijven voortduren en er zal zulk een crisis ontstaan, dat men onver antwoordelijk zou handelen door het ka pitaal nog meer aan het crediet fe ont- tiekken dan toch reeds door stilstand van bedrijven cn meer amder gemis aan nor male kapitaalproductie zal geschieden. De oorlog van 70—71 heeft aan de twee daar bij betrokken mogendheden ongeveer 8 milliard mark gekost (zonder de oorlogs schatting natuurlijk), thans gaat er, naar Julius Wolff heeft uitgeiekend in „Die Kriegsrechnung", per kwartaal 13V2 mil liard mark rechtstreeks en 13 milliard in direct door den oorlog been. Dat zal op Benoeming van een hoogleeraar. In het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, nopens Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) der Staatsbegrooting 1915 komt onder de afdeeling Rijksuniversiteiten, het volgende voor: Eenige leden oefenden critiek uit op de benoeming van den hoogleeraar aan de theologische faculteit alhier, belast met de uitlegging van het Nieuwe Testament. Zij betwijfelen of deze genoeg waarde aan liet Nieuwe Testament hechtte om voor een benoeming in aanmerking te mogen komen. Was hun twijfel gerecht vaardigd, dan ging deze benoeming in tegen de wenschen der Ned. Hervormde Kerk, die de belijdenis niet heeft afge schaft, en wier meerderheid rechtzinnig is. Sommiggn dezer leden had deze benoe ming ook hierom bijzonder getroffen, wijl bij de verkiezingen van 1913 de vorige Re geering vanwege de partijen, waaruit liet tegenwoordige Ministerie is voortgeko men, bij herhaling was verweten, dat zij de belangen der Ned. Hervormde Kerk verwaarloosde. Dit zou o. m. zijn geble ken uit de benoeming aan de Utreclitsche universiteit van den hoogleeraar Noordt- zij, hoewel deze niet tot de Ned. Herv. Kerk behoorde. Moet deze regeering dan niet een slerk verwijt treffen, wanneer zij door de aanstelling van den hoogleeraar Windisch niet aljeeii de Ned. Herv. Kerk negeert, maar zelfs een vreemdeling be noemt? Dat liier met de belangen der Ned. Her vormde Kerk geen rekening werd gehou den, betreurde men ook om de hier vol gende reden. Steeds is verdedigd dat aan een universiteit, waarvan universitas scientiarum het kenmerk moet zijn, een theologische faculteit niet mocht ontbre ken. Dit bracht echter mede, dat cle Staat zich de medewerking verzekerde van een kerkcenootschan. dat bereid was zijn aanstaande leeraren aan de theologische faculteit der Rijkshoogeschool te doen op leiden. Die hulp vond zij in de Ned. Her vormde Kerk en in haar alleen. Hiermede moest echter bijxde benoemingen rekening worden gehouden. Ook indien de Regee ring een benoeming van een orthodoxen hoogleeraar ongeraden achtte, had zij niet buiten genoemd'kerkgenootschap be hoeven te gaan, wijl ook onder de moder nen een geschikt persoon ware te vinden geweest. Verscheidene leden, die de aangevoerde bezwaren tegen deze benoeming niet deel den, keurden, afgezien daarvan, de benoe ming van een buitenlander af en meen den dat in hét algemeen aan vreemdelin gen een al te ruime plaats wordt toebe deeld bij de bezetting der leerstoelen aan onze universiteiten. Andere leden achtten bovengenoemden eisch betreffende innerlijke overtuiging des hoogleeraars onredelijk. Waar de Re geering een vacature aan een Rijksuni versiteit had te bezetten, moest zij zich afvragen wie der in aanmerking komende candidaten wetenschappelijk de voorkeur verdiende, doch had zij met de eischen. van eenig kerkgenootschap geen rekening te houden. De Ned. Herv. Kerk, die toe lagen van het Rijk ontvangt voor de op leiding harer predikanten, is in de ge legenheid aan eigen seminaries docenten te benoemen, die naar haar geest onder wijs geven. Bovendien had de Regeering door deze benoeming zich gehouden bui ten hetgeen de Ned. Herv. Kerk verdeelt.. Een beroep op hetgeen bij de verkiezingen door sommigen het vorig Kabinet als grief was aangerekend, ging tegenover de ze extra-parlementaire Regeering niet op. Overigens herinnerde men aan de in uit zicht gestelde hervorming der theologi sche faculteit, wettelijk vastgelegd op voorstel van den Minister Kuyper; leden die de hi*r besproken benoeming afkeur den, hebben hun medewerking niet ont houden aan de wetswijziging, wdke deze hervorming op de lange baan schoof. Leidsch Studentencorps. Aan Je a!- manak van het L. S. C. ontleenen wij het volgende: I-Iet getal der promotion bedroeg voor dc rechtswetenschap 72, waarvan 7 t op proefschrift (1 cum laud*); voor dc v staatswetenschap 3, waarvan 1 op proef- schrift (cum laude); voor de geneeskunde 5 (3 cum laude); voer dc wis- en natuur- kunde 1; schèikunde 6; Nederlansche let- teren 7 (3 cum laude), en de godgeleerd- lie id 4. Het Corpsverslag ademt een geest van opgewektheid en brengt nog eens in dc I herinnering de zoozeer geslaagde viering van het 75-jarig bestaan van het L. S. C., De verslaggever wijst cr ten slotte op, |f dat het aantal van hen, die niet bij den 1 pedel lieten inschrijven, wel is waar he- j neden het normale is, doch dat dit getal betrekkelijk gunstig is tc noemen, als men aan de buitengewone omstandighe- i den haar volle gewicht toekent. Het aantal jaarverslager, der vereen!- gingen is weer met één uitgebreid, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 2