Uit Stad en Omgeving.
1 Februari dus zoowat 36 milliard guided
zijn. Men kan dus eenigermate beseffen
welke eischen er aan het crediet zullen
worden gesteld. Bovendien heeft de ge-
se} iVdenis van '70—71 geleerd dat na een
tijd van grooten opbloei geweldige instor
ting kwam en dus is het te meer noodig
om vooral die ondernemers, die het nu
nog maar even kunnen uithouden, tegen
dien tijd niet te verzwakken opdat niet nog
meer ellende zal ontstaan, dan toch al zal
geschieden. En de leening geeft in elk
geval in plaats van geld een papier dat
zoo goed als geld is. De leening haalt bo
vendien het geld van hen die het missen
kunnen, terwijl een heffing ineens, zeker
un beau geste, van allen iets vergt die
vermogend worden geacht. Zij ware on
verantwoordelijk „en van mij", zoo ver
klaarde de Minister, „is zij niet tc wach
ten, nu niet en over tlrie jaar ook niet."
oorlog voelt. Holland heeft nwedig gedaan
wat mogelijk is, maar het werk is meer
dan het alleen kan volbrengen.
Wij in Engeland moeten dc redding-
lijnen uitwerpen, wij moeten uilnoodigen
en opzoeken en vervoeren «iet enkel r>aar
ontvangen de ballingen. Wij moeten op
groote schaal de verscheping van vluchte
lingen naar ons land organiseeren. Het is
onze duidelijke plicht dit fe doen."
Dan volgt een omstandige beschrijving
Aan de tafereelen, die Sir Gilbert Parker
aan onze grenzen aanschouwde: Roosen
daal, Maastricht, Eysden en Vlissingen
werden door hem bezocht. Sinds die bezoe
ken plaats hadden is in den beschreven toe
stand reeds eenige verandering gekomen.
Dit zal men in het oog dienen te houden al
vorens de minder gunstige stemmingen van
den Engelschen rapporteur te deelen.
Gelogenstraft.
7n verband met het door den Nederland-
schen correspondentvan het Göteborgsche
dagblad voor handel en scheepvaart aan zijn
blad gezonden bericht, volgens hetwelk
de Britst he regeering stappen zou hebben ge
nomen hij de Nederiandsche Regeering, om
een militair verdedigingsverdrag te sluiten,
vernemen wij, «lat bedoeld, ook in de Neder
iandsche pers overgenomen bericht op Inst
onzer Regeering door 1 Ir. Ms. gezant te Stock
holm is gelogenstraft geworden.
Een schildwacht aange
vallen.
Men meldt ons uit Harderwijk:
Een der zijden van het interneerings-
kamp te Harderwijk wordt begrensd dcor
een dichtbegroeid dennenbosch. Woens
dagavond was het voor den schildwacht
bij den hangenden mist moeilijk om in de
richting van het boscll iets te onderschei
den, toen hij plotseling door twee Belgen
werd aangevallen. Na met een stuk hout
te zijn afgeranseld, werd hij met een mes
in de zijde gestoken, doch gelukkig zon
der dat hierbij het lichaam werd ge
raakt. Tot in de borstrok was het mes
doorgestoken en trof men een lange
snede aan.
Kapitein Duymaer van Twist.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
heer Duymaer van Twist, lid van de
Tweede Kamer en kapitein der infanterie
op non-activiteit, eerlang den dienst zou
verlaten, heeft hij een en ander medege
deeld, waaraan het volgende is ontleend:
„In Februari ontving ik een brief van
den minister van Oorlog waarin mij werd
medegedeeld, dat ik zoodanig nummer in
de ranglijst van de kapiteins innam, dat
het zich liet aanzien, dat binnen niet te
langen tijd eene beslissing moest genomen
worden omtrent mijn eventueele bevorde-
ring. Do bepalingen voor bevordering
eischen, dat een kapitein ten minste één
jaar. als zoodanig in zijn rang heeft ge
diend. Ik heb 2 maanden als kapitein
dienst gedaan, toen ik in 1905 wegens be
vordering van luitenant tot kapitein in
activiteit was hersteld en zal dus nog 10
lid van «—«er, ot de kans op mijne be-
vo.uering in het legér op te geven.
Naar aanleiding van den brief van den
minister van Oorlog, heb ik met mijn
politieke vrienden cn eenige invloedrijke
mannen der Rechterzijde in het district
Steenwijk overleg gepleegd. Het district
Steenwijk, reeds 14 jaar door mij verte
genwoordigd, werd steeds na een felle
campagne en twee malen met een geringe
meerderheid door Rechts veroverd en be
houden. In 1913 kwam ik met een meer
derheid van 40 stemmen" uit de bus. In
dien ik mijn mandaat neerlegde, zou er
kans op het verloren gaan van dezen zetel
zijn, zoodat ik voor den aandrang van
mijn vrienden zwichtte en mijn carrière in
het leger, in het belang van mijn partij
Opofferde.
Door het bestuur der vrijzinnige kies-
vereeniging te Steenwijk werd mij be
richt ..dat van vrijzinnigen kant geen
eandidaat zal worden gesteld bij uwe even
tueele indiensttreding". Ik had mij reeds
tot den minister van Oorlog gewend met
de mededeeling: indien het noodig is, dat
mijn diensten als officier behoeft, dan
kunt u over mij beschikken".
Het is natuurlijk, aldus verder de mede
deeling van den heer Duymaer van Twist
dat ik nu niet zonder eeinge noodzakelijk
heid mijn niandaat als Tweede Kamer
lid nederleg, om als gepasseerd kapitein
in het leger te dienen. Ik sta nu als num
mer 5 op de ranglijst en kan dus niet
meer voldoen aan de bepaling om één jaar
als kapitein te dienen, zoodat ik, wanneer
ik nu in het leger terugkeer, niet meer
in de termen zou vallen om voor bevorde
ring in aanmerking le komen.
Een conflict.
De bijzondere correspondent van het
„Hbld." te Sluis schrijft:
Sedert eenige dagen is hier een ernstig
conflict uitgebroken tusschen den burge
meester en het comité voor de Belgische
vluchtelingen. De oorzaak is min of meer
van formeelen aard. Alvorens verdere
Rijkssubsidie aan het comité tor bescnik-
l.ing te stellen, verzocht rh burgemeester,
i.igevoige een aanschrijving van dm Mi
nister, van de reeds verstrekte f3000 re
kening en verantwoording te willen over
leggen. Het comité meende eerst na afloop
der crisis volledig rekening en verant
woording te moeten doen; de burgemees
ter regelde inmiddels eenige aangelegen
heden ten opzichte van het verblijf der
vluchtelingen, met het gevolg dat het
comité dit beschouwde als een ingrijpen
in zijn werkzaamheden, den 4den Decem
ber berichtte, dat het met ingang van den
volgenden dag de zorg van voeding, Klee-
dig, huisvesting, enz. van de 1400 behoef
tige vluchtelingen, die nog in het stadje
vertoeven, aan den burgemeester overliet.
De twist was echter zoo hoog geloopen,
dat den volgenden dag de burgemeester
bedreigd werd met twee marechaussees
uit het lokaal, waar de voeding plaats
heeft, te zullen worden verwijderd. Zoo
ver is het gelukkig niet gekomqp en alles
marcheert, aooals tot dusver, zij het on
der leiding van andere personen, door den
burgemeester uit zijn vriendenkring ge-
recruteerd.
De zaak zelf, gefundamenteerd door
vroegere persoonlijke quaesties, wordt
nog verwarder door andere geschillen.
Zoo zou het comité het ziekenhuis
hebben gemeubileerd, terwijl dit uitdruk-
verschijnen, zonder dat de burgemeester
behoorde; was de verpleegster van eeij
loods, waarin zieke vrouwen vertoeven,
uitgenoodigd op een St. Nicolaasfeest tp
verschijnen, eonder dat de burgemeester,
onder wiens beheer die loods staat, daar
van in kennis was gesteld, enz.
De Minister en de Commissaris der Ko
ningin zijn van een en ander op de hoog
te gesteld.
Het is zeker jammer dat het zoover ge
komen is, want het comité heeft heel
wat zorg en moeite besteed aan het ver
blijf der vluchtelingen, van wie alleen
900 op de in de haven liggende schepen
zijn ondergebracht. Deze schepen er"
liggen hier ongeveer 60 behooren bijna
allen aan Belgen. En de schippers, zelf
tot stilstand in hun bedrijf gedwongen,
zijn al even armlastig geworden als de
menschen, wien zij huisvesting verleenen.
Op last van den Hoofdinspecteur van
de Volksgezondheid is thans last gegeven
om de ijzeren schepen, waar het stroo te
vochtig wordt, te ontruimen, in de hou
ten schepen is echter nog voldoende plaats.
Onmenschelijk.
Ook wij hebben in ons blad overgeno
men een ingezonden stuk uit de „Maas
bode" omtrent het schandelijk gedrag van
een officier ten opzichte van veldpre-
diking.
De redactie van de „Standaard" heeft
de zaak ter kennisse gebracht van den
Minister van Oorlog, gelijk zij ook met
nóg erger deed.
De zaak is dus reeds luj Oorlog in onder
zoek, en we hopen zeer, dat de Minister
van Oorlog ten opzichte van zulke schan
delijkheden zal weten door te tasten.
Dat zal hij dan ook wel doen.
Alleen is het spijtig, dat zulk een onder
zoek niet spoediger tot een conclusie
leidt.
Korte Kroniek.
De bewaking van het kamp Gaaster-
land voor Belgische geïnterneerden
is zeer verscherpt, de schildwacht heeft
strenge voorschriften gekregen. Waar de
zer dagen weer Belgische geïnterneerden
ontvluchtten, o.a. twee in een auto, moe
ten alle auto's op het eerste bevel stop
pen voor het instellen van een onderzoek.
Naar „De Maasbode" verneemt, is de
uitvoer van graan uit Engeland naar Ne
derland voorloopig tot 1 Februari verbo
den.
Curasao en' Bonaire zonden ver
scheidene duizenden guldens aan het Ko
ninklijk NatiojJ^ftincïé.
In het'„Hbld." wordt het denkbeeld
bepleit om voor de Belgische geïnterneer
den-kampen ook een Belgische regeerings-
vertegenwoordiger te doen aanstellen,
teneinde treurige feiten als~~Te Zeist heb
ben plaats gehad, te voorkomen.
Gemengde berichten.
Jeugdige oplichter. -- De vijftienjarige
J. II. te Sittard werd Dinsdag door de
marechaussée aangehouden, beschuldigd
van oplichting.
Vóór drie weken was II. te weten ge
komen, dat een zijner kennissen een hor
loge ter reparatie had bezorgd bij den
horlogemaker, den heer a. W. te Sittard.
H. was naar den winkel gegaan, had het
bedoelde horloge aangeduid, zich uitge
vend voor een broeder van den eigenaar
en wist het horloge los te krijgen. Toen
later de eigenaar kwam, werd het bedrog
ontdekt en door ijverige nasporingen van
de politie mocht liet gelukken den dader
te vinden. Deze had sinds eenigen tijd
het horloge voor een prikje verkocht.
Inbraak. Dinsdagnacht is een bru
tale diefstal gepleegd bij den boomkwee-
ker D., op „Kweeklust" aan den Deven-
terweg te Apeldoorn. Uit een afgesloten
schuur is een schaau ontvreemd, dat, ra
ter plaatse geslacht te zijn, is medege
voerd. De bloedsporen waren slechts op
kleinön afstand van de woning na te
gaan. De schildwacht van een nabijzijn-
de wachtpost, had wel een schaap hooien
blaten, doch niet het minst vermoeden
gehad in het plegen van eenigen diefstal.
Grens-contröle. De Aardenburgsche
correspondent der „N. Ct." schrijft:
Het was jn een niet te noemen Belgi
sche stoomtram op een niet te noemen
traject. Men zou de Duitsche contróle moe
ten passeeren. Ieder, die verbodens bij
zich had, werd onverbiddelijk er uit ge
haald en opgebracht. Er is veel verboden
in België. Men mag: geen kranten binnen
brengen. Men mag: geen brieven in- of
uitvoeren. Men mag: niet zonder Duit
sche pas de grens over enz. En zoo popelt
menig hart, als de gevreesde grijsjassen
komen, maar het is niet van vreugde. En
op duizend manieren tracht men het drei
gend noodlot tc ontgaan.
Er was er een, die brutaaltje reeds
tienmaal brieven van zijn baas door de
„vuurlinie" had gebracht. Hij sloop tel
kens ergens de grens over, en kwam dan
opnieuw parmantig als teruggekeerd
vluchteling telkens met-de stoomtram van
Nederland weder. Steeds was het gelukt,
maar nu reeds eenige malen had hij den
zelfden beambte getroffen; en nu scheen
die hem toch te kennen. En hij moest
apart staan. Wee, hij had weer een voor
raad brieven, ook van krijgsgevangenen,
ergens in zijn zak! Maar zeldzaam on-
noozel hield hij zich. Een snuit om een
cent te geven. De goochemerd! En werke
lijk: ook de gewikste Duitsche beambte
liet zich foppen. De sukkel kan mij met
verstaan, zoo dacht hij. En toen zelfs dé
hulp van een tolk niet baatte om hem aan
het verstand te brengen, wat hij van hem
wilde weten, liet men dit hopeloos geval
van stupiditeit maar weer gaan.
Dan beschrijft de correspondent .-.taal
tjes van de scherpe contróle der Ouit-
schers en besluit:
„Het is wel interessant, in oorlogsland
zich te begeven. Maar het meest aange
name ervan is: er weer uit te gaan."
Het mijn van het dijn. Onder de Bel
gische vluchtelingen te Vlissingen komen
er voor. die niet goed het mijn van het
dijn kunnen onderscheiden, tenminste de
politie heeft aangifte gekregen van dief
stal door de Belgen van verschillende
hoeveelheden brandstof.
Een andere hoogst afkeurenswaardige
handeling is het verkoopen door de Bel
gen van het brood, dat hun als voedsel
wordt verstrekt. Bij verschillende perso
nen wordt dit voor beestenvoer verkocht
en bij een melkhandelaar heeft de politie
een handkar vol brooden aangetroffen,
welk brood de handelaaé van Belgen had
gekocht. Getracht zal worden aan een en
ander paal en perk te stellen.
Van een strooper. Door marechaus
sees werd onder Clinge een strooper aan
getroffen, die op hun komst op de vlucht
sloeg en na sommatie weigerde te blijven
staan, waarop de marechaussees op hem
schoten evenwel zonder te raken. De man
vluchtte naar den grens en weigerde ook
te blijven staan op bevel van den grens
wacht: deze schoot toen ook en de ^troo
per viel gewond neder. De man bleek aan
den hals getroffen te zijn en werd in het
hospitaal te Hulst opgenomen. Zijn toe
stand was niet levensgevaarlijk.
Een dreigbrief. Dinsdagavond heeft de
echtgenoote van den president van het ge
rechtshof te Amsterdam een brief ontvangen,
waarin liaar leven bedreigd werd, indien zij
niet Woensdagavond tc lialf zeven een enve
loppe, inhoudende, f2000, gedeponeerd had
in de stoep van perceel Stadhouderskade 124,
bij de Van Woustraat te Amsterdam, achter
een hekje, dat een der hoeken van die stoep
afsluit, en dient om verontreiniging te voor
komen. De politie werd van het geval in kennis
gesteld en in overleg met haar werd afgespro
ken, dat dc geadresseerde op den vastgestelden
tijd een enveloppe zou neerleggen in de stoep.
Dc politie zou dan in de buurt de wacht
houden.
Woensdagavcnl werd op de afgesproken
wijze de enveloppe gedeponeerd. Even later
zagen de spiedende politiemannen, hoe een
jongmensch van omstreeks 20-jarigcn leeftijd
in de stoep van perceel Stadhouderskade 124
ging zitten en er een pak kranten ging na
tellen. Het bleek later de zoon te zijn van
een bezorger van ccn der Amsterdamselie
bladen, die zijn vader gewoonlijk behulpzaam
is bij zijn werk. Hij werd, met nog ccn kran-
tenlooper gearressteerd. x
In de woning van het jonge mensclt werd
schrijfpapier gevonden overeenkomende met
dat, waarop de dreigbrief- was geschreven, en
ook lak werd er gevonden van dezelfde hoe
danigheid als die, waarmede de dreigbrief
verzegeld was.
Laat op den avon'd bekende het jongmensch
\Vas •Khrrtoortiemend<?'V;(^-^jt,hK'jf. Vftx'ii'YeMèi
eenige maanden zonder werk. Uit wanhoop
had hij den brief geschreven. Toen hij in de
.stoep zat, had hij het,„antwoord" volgens zijn
zeggen, niet durven oprapen.
Hij zal ter beschikking van de justitie
worden gesteld.
Een ernstig spoorwegongeluk. Uit Visé
schrijft men aan de „Tel.":
Zondag 6 December 1.1., 's avonds om 10
uur, heeft tusschen G'cmmenich cn Aken
een ontzettend spoorwegongeluk plaats gehad.
Een trein, bestaande uit 40 wagens en waarin
zich een duizental soldaten (men spreekt zelfs
van 1500) bevonden, ontspoorde in volle vaart.
Yelc wagens 'werden geheel verbrijzeld, andere
schoven in elkaar, geen enkele bleef onbe
schadigd. Het aantal dooden en gewonden is
niet met zekerheid vast te stellen, doch moet
zeer groot zijn. Het was een afschuwelijk ge
zicht. De gewonden vulden verscheidene wagens
en ik alleen telde 52 dooden.
Tramwagen in brand. Woensdagavond
om circa 12 uur geraakte te 's-Gravcnhagc,
bij het kruispunt Bankastraat der lijnen 1 en
2 ccn wagen van lijn 2 door kortsluiting in
brand. Het balcon werd zwaar door de uit
slaande vlammen beschadigd. De bestuurder
kreeg brandwonden aan beide handen.
De wa^en werd naar de remise gesleept.
De zwaarste man van Nederland. Te
Nijmegen is, naar de „Geld." meldt, op 2S-
jarigen leeftijd overleden de heer Emile Sel-
bach, de zwaarste man van Nederland, wiens
gewicht over de 500 pond reikte.
Brand. Te lloedekenskerke is Woens
dagmorgen de groote landbouwschuur
van den heer Johs. Boone geheel in de
vlammen opgegaan. Het vee kon bijtijds
gered worden. De bewoner was bij het
uitbreken van den brand, waarvan de
oorzaak onbekend is, afwezig. Alles was
verzekerd. Toch lijden tal van kleine land
bouwers, wier hooi reeds in de groote
schuur een plaatsje gevonden had, cn die
dit niet verzekerd hadden, ernstige cha-
de.
Door brand vernield. De geheclc in
richting der Thomas Edison-maatschappij
te West-Oranje in New-Jersey is door
brand vernield. De schade wordt op 5 mil-
lioen dollars geschat. Het eenige gebouw,
dat gespaard bleef, was het laboratorium,
't welk waardevolle wetenschappelijke
machinerieën bevat, welke onder het on
middellijke toezicht van Edison staan.
Men gelooft, dat de brand ontstond
door een ontploffing in een inspectiege
bouw. Edison, die tegenwoordig was bij
den brand, verklaarde dat hij morgen
beginnen zou met het bouwen van een
nieuwe inrichting.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Heffing cf leening?
De vergadering van gisteren stond in
het teeken van liet vraagstuk: heffing of
leening, hoewel het reeds duidelijk is, dat,
voorloopig althans, tot leening zal worden
besloten.
De heer T r o e 1 s t r a (S. D.) meent,
dat, als gevolg van de aanneming van het
wetsontwerp der regeering, de staats-
pensioneeïing als eerste offer zal vallen.
Ook lijdt het, volgens spr. geen twijfel,
of de invoerrechten zullen ter hand ge
nomen moeten worden, wat geheel in
strijd zou zijn met het resultaat van. den
strijd in 1913. (Daarin heeft mr. Troelstra
gelijk.)
Spr. komt krachtig op voor een heffing
in-eens en noemt het een fictie, dat de
geheele rechterzijde tegen een dergelijk
stelsel is. Dat de minister niet een hcf-
fing-in-eens heeft voorgesteld, wijt spr.
aan ministers vrees voor rechterzijde,
waarvan hij, deels ten onrechte, veron
derstelde, dat zij er tegen was.
Spr. cn de zijnen zullen niet hun stem
aan het wetsontwerp geven. Als echter
het amendement-Vliegen wordt aangeno
men, waarbij wordt vastgesteld, dat over
drie jaar tot heffing-in-eens zal worden
besloten, zullen spr. en de zijnen met liet
wetsontwerp vrede nemen.
Wat betreft de sympathie voor leening
of heffing bij de rechterzijde heeft de heer
Nolens (R. K. een duidelijke verkla
ring afgelegd.
Die meent dat de rechterzijde princi
pieel staat voor een leening, vergist zich,
zcide spr. Zij wil toonen, dat zij vertrou
wen heeft in de Regeering en zelfs wan
neer eigen overtuiging naar een andere
oplossing neigt dan nog is zij bereid de
zijde der Regeering te kiezen. Een ander
voorstel was met dezelfde consideratie
ontvangen.
In een zeer -duidelijk betoog heeft de
heer De Geer (Chr. H.) uiteengezet,
dat oorlogsleening en oorlogsheffing
niet zoo heel ver van elkander staan.
Zij naderen elkaar zeer dicht, vooral
wanneer men acht geeft op de bezonnen
voorstanders van het heffingsidee. Deze
zijn grif om toe te geven, dat de geweldi
ge uitgave van meer dan een kwart mil
liard niet in een oogenblik van het natio
naal vermogen kan worden afgenomen.
Dit geld is zoo goed als geheel belegd,
heeft zijn maatschappelijke functie ge^
vonden of is er voor bestemd en moet
daaraan worden onttrokken. Zij, die
niettegenstaande de ingrijpende en voor
al niet voor de bezitters alleen schadelijke
gevolgen dezer onttrekking, toch de hef
fing blijven voorstaan en tot de verzilve
ring van kapitaal willen noodzaken,
wenschen daarvoor toch in ieder geval
een tijd te geven, soms van 5 jaar of nog
wel langer. Een leening over 15 jaar staat
van die oplossing niet zoo ver af. Zij
verschilt slecht gradueel.
Deze spr. zeide ook voor de opcenten
niet veel bewondering te gevoelen.
Liever had hij een hooger opcenten-ge-
tal willen zien gelegd op de inkomsten
belasting. Vooral heeft spr. bezwaar te
gen de 20 opcenten op het personeel.
Maar op het oogenblik is het niet ge-
wenscht dit geheele stelsel los te maken.
Daarom legt spr. zich er bij neer Her.
on de successiereeli
ten kan spr. niet goecfKt-trrrTiT.
Hier moet ons toch de vraag van het
hart: gaat iemand als de heer De Geer
niet te vér in zijn verlangen om de regee
ring te steunen? Tegenstander van een
voorstel als dat der verhoogde opcenten,
zoo diep in liet leven grijpend regeerings-
zal hij zich er toch niet krachtig tegen
verzetten! 't Is slechts een vraag, wier be
antwoording alleen voor den oppervlak-
kigen criticus onmiddellijk bevestigend
kan luiden. Over de houding van den
heer D.e Geer en andere leden der rech
terzijde zullen in de rechtsche pers waar
schijnlijk nog wel eenige beschouwingen
ten beste worde gegeven wij zullen die
dan onzen lezers niet onthouden.
Nog voerde het woord de heeren Foch
(U.L.) De Monte Verloren (A.R.),
waarna de Minister, de heer Treub
aan het woord kwam.
Vooraf besprak hij een drietal andere
punten; het beklag over den bekenden
passus in de Memorie van Antwoord, de
positie van de Nederiandsche Bank en
het bedrag der leening.
Ten aanzien van het eerste merkte hij
op, dat de Regeering niet de minste be
denking lieeft tegen critiek maar wel te
gen een agitatie, gelijk die is gevoerd, liet
geen met citaten o.a. uit redevoeringen
van de lieeren De Jong en Kleerekoper
werd gestaafd, en dat terwijl de toestand
nog zoo is, dat men steeds op alles voor
bereid moet blijven. Omtrent de positin
van de Nederiandsche Bank men had
o. a. gezegd, dat die positie zoo sterk is.
dat de staatsschuld bij die Bank nog niet
behoefde te zijn geconsolideerd merkte
de Minister op dat die positie inderdaad
sterk is, vooral in vergelijking met de
buitenlandsche Banken, maar toch, ware
niet in den aanvang van den oorlog de
marge van ongedekte circulatie verhoogd,
dan zou thans de mctaaldekking tlrie mil-
lioen te laag zijn. Wat het bedrag van
dc Iecriing betrof, dit was ze
ker aan <len veiligen kant ge
raamd. Maar daarin kan dan ook zeker
veel worden begrepen. Overigens zou ze
ker gevolg worden gegeven aan het denk-
baeld van den heer Patljn om tweeërlei
rekening op te maken en alleen óp de
eigenlijke oorlogsuitgaven de extra del
ging toe te passen.
's Ministeip bk/klag betreffende hel)
hoofdpunt kwam in zijn kern hierop neer:
Èr zal ha den oorlog zulk een groote cre-
dietvraag blijven voortduren en er zal
zulk een crisis ontstaan, dat men onver
antwoordelijk zou handelen door het ka
pitaal nog meer aan het crediet fe ont-
tiekken dan toch reeds door stilstand van
bedrijven cn meer amder gemis aan nor
male kapitaalproductie zal geschieden. De
oorlog van 70—71 heeft aan de twee daar
bij betrokken mogendheden ongeveer 8
milliard mark gekost (zonder de oorlogs
schatting natuurlijk), thans gaat er, naar
Julius Wolff heeft uitgeiekend in „Die
Kriegsrechnung", per kwartaal 13V2 mil
liard mark rechtstreeks en 13 milliard in
direct door den oorlog been. Dat zal op
Benoeming van een hoogleeraar.
In het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer, nopens Hoofdstuk V (Binnenl.
Zaken) der Staatsbegrooting 1915 komt
onder de afdeeling Rijksuniversiteiten, het
volgende voor:
Eenige leden oefenden critiek uit op de
benoeming van den hoogleeraar aan de
theologische faculteit alhier, belast met
de uitlegging van het Nieuwe Testament.
Zij betwijfelen of deze genoeg waarde
aan liet Nieuwe Testament hechtte om
voor een benoeming in aanmerking te
mogen komen. Was hun twijfel gerecht
vaardigd, dan ging deze benoeming in
tegen de wenschen der Ned. Hervormde
Kerk, die de belijdenis niet heeft afge
schaft, en wier meerderheid rechtzinnig
is.
Sommiggn dezer leden had deze benoe
ming ook hierom bijzonder getroffen, wijl
bij de verkiezingen van 1913 de vorige Re
geering vanwege de partijen, waaruit liet
tegenwoordige Ministerie is voortgeko
men, bij herhaling was verweten, dat zij
de belangen der Ned. Hervormde Kerk
verwaarloosde. Dit zou o. m. zijn geble
ken uit de benoeming aan de Utreclitsche
universiteit van den hoogleeraar Noordt-
zij, hoewel deze niet tot de Ned. Herv.
Kerk behoorde. Moet deze regeering dan
niet een slerk verwijt treffen, wanneer zij
door de aanstelling van den hoogleeraar
Windisch niet aljeeii de Ned. Herv. Kerk
negeert, maar zelfs een vreemdeling be
noemt?
Dat liier met de belangen der Ned. Her
vormde Kerk geen rekening werd gehou
den, betreurde men ook om de hier vol
gende reden. Steeds is verdedigd dat aan
een universiteit, waarvan universitas
scientiarum het kenmerk moet zijn, een
theologische faculteit niet mocht ontbre
ken. Dit bracht echter mede, dat cle Staat
zich de medewerking verzekerde van een
kerkcenootschan. dat bereid was zijn
aanstaande leeraren aan de theologische
faculteit der Rijkshoogeschool te doen op
leiden. Die hulp vond zij in de Ned. Her
vormde Kerk en in haar alleen. Hiermede
moest echter bijxde benoemingen rekening
worden gehouden. Ook indien de Regee
ring een benoeming van een orthodoxen
hoogleeraar ongeraden achtte, had zij
niet buiten genoemd'kerkgenootschap be
hoeven te gaan, wijl ook onder de moder
nen een geschikt persoon ware te vinden
geweest.
Verscheidene leden, die de aangevoerde
bezwaren tegen deze benoeming niet deel
den, keurden, afgezien daarvan, de benoe
ming van een buitenlander af en meen
den dat in hét algemeen aan vreemdelin
gen een al te ruime plaats wordt toebe
deeld bij de bezetting der leerstoelen aan
onze universiteiten.
Andere leden achtten bovengenoemden
eisch betreffende innerlijke overtuiging
des hoogleeraars onredelijk. Waar de Re
geering een vacature aan een Rijksuni
versiteit had te bezetten, moest zij zich
afvragen wie der in aanmerking komende
candidaten wetenschappelijk de voorkeur
verdiende, doch had zij met de eischen.
van eenig kerkgenootschap geen rekening
te houden. De Ned. Herv. Kerk, die toe
lagen van het Rijk ontvangt voor de op
leiding harer predikanten, is in de ge
legenheid aan eigen seminaries docenten
te benoemen, die naar haar geest onder
wijs geven. Bovendien had de Regeering
door deze benoeming zich gehouden bui
ten hetgeen de Ned. Herv. Kerk verdeelt..
Een beroep op hetgeen bij de verkiezingen
door sommigen het vorig Kabinet als
grief was aangerekend, ging tegenover de
ze extra-parlementaire Regeering niet op.
Overigens herinnerde men aan de in uit
zicht gestelde hervorming der theologi
sche faculteit, wettelijk vastgelegd op
voorstel van den Minister Kuyper; leden
die de hi*r besproken benoeming afkeur
den, hebben hun medewerking niet ont
houden aan de wetswijziging, wdke deze
hervorming op de lange baan schoof.
Leidsch Studentencorps. Aan Je a!-
manak van het L. S. C. ontleenen wij het
volgende: I-Iet getal der promotion bedroeg
voor dc rechtswetenschap 72, waarvan 7 t
op proefschrift (1 cum laud*); voor dc v
staatswetenschap 3, waarvan 1 op proef-
schrift (cum laude); voor de geneeskunde
5 (3 cum laude); voer dc wis- en natuur-
kunde 1; schèikunde 6; Nederlansche let-
teren 7 (3 cum laude), en de godgeleerd-
lie id 4.
Het Corpsverslag ademt een geest van
opgewektheid en brengt nog eens in dc I
herinnering de zoozeer geslaagde viering
van het 75-jarig bestaan van het L. S. C.,
De verslaggever wijst cr ten slotte op, |f
dat het aantal van hen, die niet bij den 1
pedel lieten inschrijven, wel is waar he- j
neden het normale is, doch dat dit getal
betrekkelijk gunstig is tc noemen, als
men aan de buitengewone omstandighe- i
den haar volle gewicht toekent.
Het aantal jaarverslager, der vereen!-
gingen is weer met één uitgebreid, dat