van uitvoerrechten gevolg zou. wordryi gegeven, het niet zou worden toegepast op zuivelproducten. Waar het thans als hoogst waarschijn lijk kan worden aangenomen dat het ont werp niet tot wet zou worden verheven, werd besloten dit adres voor kennisge ving aan te nemen. Evenzeer werd voor kennisgeving aan genomen een verzoek van den anti-oor logsraad om door een bijdrage zijn stro- ven te steunen. Een der leden bracht weder eens de slechte verbindingen en het te late aanko men van treinen ter sprake, doch alge meen was men van oordeel, dat onder de tegenwoordige omstandigheden daaraan niets zou zijn te veranderen. De Voorzitter sloot deze laatste verga dering na aan de scheidende Kamer zijn dank te hebben uitgebracht voor de moeite die zij zich in het belang van handel en industrie ten allen tijde getroost had. Etnographisch Museum. Omtrent het Etnographisch museum, bevat het verslag der Tweede Kamer no pens Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) het volgende: In de Memorie van Antwoord betref fende de loopende begrooting deelde de Minister mede, dat het zijns inziens aan beveling verdient de collecties van dit museum onder te brengen in het thans als ziekenhuis dienstdoend gebouw, wan neer het nieuwe ziekenhuis in gebruik zal zijn genomen. Eenige leden verzètten zich tegen dit voornemen, omdat het hier niet geldt deze verzamelingen ergens onder te brengen", maar aan de groote weten schappelijke en artistieke schatten, in dit museum vereenigd, eindelijk de passende huisvesting te verschaffen, waarop zij aanspraak kunnen maken en waarop liet publiek recht heeft. Daarbij zal in de eerste plaats moeten worden gezorgd, dat de collecties nut stichten in zoo wijd mo gelijken kring. Het uiterst geringe, niet noemenswaardige bezoek, dat daaraan thans te beurt valt, sluit vestiging er van te Leiden uit. Dit museum behoort, naar de meening dezer leden, te 's-Gravenhage te worden gevestigd, vooreerst op utili- teitsgronden, maar ook om historische redenen. De kern van het museum, het belangrijkste gedeelte namelijk het geen van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden afkomstig is werd bij na driekwart van eene eeuw fe 's-Gra venhage ten toon gesteld, terwijl de col lectie van Siebold ook werd aangekocht voor deze stad, waar Koning Willem I een groot museum wilde oprichten. Alleen plaatsgebrek deed alles naar Leiden ver plaatsen; naar men meende, had deze overbrenging steeds een tijdelijk karakter gehad, en men hoopte dat deze'toestand thans niet wordt bestendigd. Voorts wenschte men te worden inge licht omtrent den in het museum onlangs gepleegden diefstal. Men vroeg wat werd ontvreemd en tot welke waarde. Was hier tegen niet betere beveiliging mogelijk geweest, en is thans ten deze afdoende voorziening getroffen? gebruikt werd. Ofschoon de kwartiergever bijna niets kon geven om recht te kunnen doen gelden op een vergoeding van f 0.20 per dug en per man, weid hem in onge veer 6 weken tijd uitbetaald een som van f 300, terwijl de geheeïe waarde van het huisje slechts f 1200 bedroeg. Gelukkig kwam na dezen voordeeligen tijd een minder milde kwartiermaker, die het huisje als legeringsruimte vorderde en toen betaalde naar een \ergoeding van f 300 per jaar. Het is maar al te duidelijk dat de In- kwartieringswet, die de keus geeft van vordering en inkwartiering per haardste den, door verschillende autoriteiten zeer verschillend wordt toegepast. Ook wordt niet overal voldoende toezicht gehouden of bij uitbetaling van een vergoeding van f 0.20 per dag en per man, de kwartierge ver wel alles geeft waartoe de wet hem verplicht. Zoo worden er duizenden gul den vermorst, feitejijk ongeoorloofd uit gegeven. De eenige wijze van inkwartiering, die nu zou mogen gelden, ware het vorderen van legeringsruimte met toekenning van een billijke vergoeding. Ziehier een paar voorbeelden; niet de eenige waarvan wij hoorden. Het is ons bekend dat van hoogerhand reeds meer malen verandering werd gelast in speciale gevallen; maar vele gevallen van geldver- kwisting blijven daar onbekend. „N. Crt." Voorziening in levensbe hoeften Belgische grens gemeenten. Bij Kon. besluit van 5 Dec. is ingesteld eene commissie tot regeling van de voor ziening in noodzakelijke levensbehoeften in Belgische grensgemeenten en zijn in die commissie benoemd de heeren: tot lid en voorz. A. N. Fleskens, lid van do Tweede Kamer, Geldrop, tot wien be langhebbenden ter zake zich hebben te wenden. tot leden: mr. W. F. W. Kolkman, bur- gém. der gem .Weert, J. H. C. Moers, id. der gem. Thorn; W. C. J. Passtoors, id. der gem. Ginneken; E. E. H. Begout, lid der Prov. Staten van Limburg, Maas tricht; Chr. van Ginneken, boomkweeker, Zuridert; L. G. James, notaris, Slui3; F. J. L. M. van Waesberghe, burgem. der gem. Hulst; tot secretaris, C. W. A. van Uden, bur gem. der gem. Budel; en is tevens benoemd tot Regeerings- commissaris ter behartiging van de be langen der commissie in België, de beer mr. dr. J. van Best, lid van de Tweede Kamer, Eindhoven, voorzitter van de commissie ter behartiging van de belan gen van Nederlanders in België. Belgische geïnterneerden. Door het Kamerlid E. J. Beumer zijn de volgende vragen tot den Minister van Oorlog gericht: 1. Is juist, hetgeen de dagbladen meld den, dat mr. P. J. Troelstra naar aanlei ding der betreurenswaardige gebeurte nis, 3 December j.l. in het intemeerings- kamp te Zeist voorgevallen, den Minister van Oorlog heeft aangeboden, met den Belgischen volksvertegenwoordiger Ca- mille Huysmans, genoemd kamp te be zoeken, opdat laatstgenoemde alsdan zijn landgenooten zou toespreken en trachten hen tot rede te brengen? 2. Indien ja, is de Minister bereid mede te deelen, welk antwoord door hem op dat aanbod is gedaan? Ook de heer dr. Frans van Cauwelaert, afgevaardigde voor Antwerpen, heeft zich naar wij vernemen, tot ons Ministerie van Oorlog gewend met het aanbod, de Belgische geïnterneerden te Zeist, naar aanleiding van het droevige voorval te gaan toespreken en hun den raad te ge ven, dien zij in de huidige omstandighe den van noode hebben. Het Ministerie echter heeft aanvaarding van het aan bod voorshands niet noodzakelijk geacht. De heer Van Cauwelaert heeft Zondag j.l. de bij het voorval genoemde soldaten te Amersfoort bezocht. Hij heeft zich voorts ter beschikking van het Ministerie gesteld voor het hou den van voordrachten en het organisee- ren van ontwikkelingsavonden voor de Belgische geïnterneerden, niet alleen te Zeist, maar ook in andere plaatsen. Het Departement heeft dit aanbod in over weging genomen. Een voordrachtavond, dien hij met Hul- lebroeck voor de geïnterneerden te Amers foort tegen j.l. Zaterdag had georgani seerd, is wegens het gebeurde te Zeist tot nader vast te stellen datum verschoven. Dr. Van Cauwelaert gaat de volgende week om persoonlijke redenen voor drie weken naar Italië. Hullebroeck over de^Belgen in ons land. Voor hij gisterenavond in Diligentia zijn natuurlijk wt er zéér druk bezochte en telkens met stormachtig applaus begroete voordrachten aanving, zeide Emiel Hullebroeck ongeveer het volgende: Voor de vierde maal tijdens den oorlog treed ik nu al voor het Haagsche publiek op. Telkens moest ik meteen dankwoord beginnen; maar thans met een zéér bijzonder. Immers ik ben nu uw gelieele land doorgereisd en ik heb onze vluchtelingen en onze soldaten bezoeht. Waar ik ook kwam, overal vond ik menigvuldige sporen van de groote toewijding en ontroerende menschlievendheid, waarmee mijn landgenooten door Nederland zijn ont vangen, ja in ettelijke gevallen verwend. Maar ook mocht ik overal lof en nog eens lof en tallooze woorden van innigen dank vernemen. Die dankbaarheid zal eeuwig zijn en ik ver wacht, dat zij de beide volken nauwer tot elkaar zal brengen. België vergeet nooit, neen nooit wat Neder land in deze vreeselijke tijden deed. De collecte aan het eind der voorstelling ■bracht ruim f100 op. Het vluchtelingenkamp te NuDspeet., Naar de ,,N. R. Ct." verneemt, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken Maandag aan den regeeringscommissa- ris van het kamp te Nunspeet, dr. H. Muller, medegedeeld, dat de aldaar ge vestigde vluchtelingen, die tot dusver het kamp niet mochten verlaten, zich thans vrijelijk mogen bewegen. Boter. Het Rijks Centraal Bureau voor den uitvoer van boter heeft aan de boterfabrie- ken bericht gezonden, dat 40 pet. van de geproduceerde hoeveelheid boter voor binnenlandsch verbruik bestemd moet blijven. De hoeveelheid boter welke min der dan deze 40 pet. in het binnenland wordt verkocht komt ter beschikking van de regeering. Uitvoer van graan uit Engeland. Naar wij vernemen, is de uitvoer van graan uit Engeland naar Nederland voorloopig tot 1 Februari a.s. verboden. Provinciale Staten. De Provinciale Staten van Zuid-Hol land kwamen gisteren in hunne herfst- vergadering bijeen onder voorzitterschap van Baron Sweerts de Landas, Commis saris der Koningin. Na samenstelling der af deelingen wer den de stukken ingebracht en verschil lende onderwerpen naar de sectiën ver zonden of nader aan de orde gesteld. In handen van eene commissie werden gesteld, bestaande uit de leden: lo. dr. Plate, mr. Van Dobben de Bruijn, Edersheim, Van Gijn, Van der Lip en mr. Van de Velde (van Gedeputeerde Staten), de nadere overeenkomst met het krank zinnigengesticht te Utrecht; 2o. Gerretson, Briët, Dolk, De Kruijff, Van Liefland, Pera, V. d. Schalk, Wesse- ling, Wichers en Vegtel (lid van G. S.), het voorstel betreffende het provinciaal verslag omtrent de gesubsidieerde vak scholen; de verschillende aanvragen van ambachtsscholen en andere inrichtingen voor vakonderwijs om toekenning of ver hooging van provinciaal subsidie; 3o.Kerstens, Van Dam, Henny, Stoop en Von Fisenne (lid G. S.), de verlaging van subsidie aan de tuberculose-vereeni- ging te Leiden; 4o. G. J. de Jongh, Van Vessem, C. Warnaar, Van Wiehen en Limburg (lid G. S.), .het subsidie-verzoek voor verbete ring van den Geerweg; en van uitbreiding der haven van Stellendam; 5o. v. d. Gijp Barendregt, Van der Hoe ven, Van Wichen, Zaaijer en De Geer (lid G. S.), de voorstellen tot wijzigingen van polder- of waterschapsreglementen; 6o. Deking Dura, Moll, Pijl, J. V. Visser en Von Fisenne (lid G. S.), het voorstel om subsidie te verleenen voor den Veer- weg onder Papend recht. Medegedeeld werd, dat de Minister van Waterstaat zich heeft vereenigd met het subsidie-voorstel tot vergrooting der ha ven van Stellendam. Het verzoek om provinciaal subsidie voor buurtspoorwegverbinding Gouda MontfoortUtrecht werd om praeadvies naar Ged. Staten verzonden. De eerstvolgende openbare vergadering zal worden gehouden op Dinsdag 23 De cember v.m. *11 uur. De afdeelingen zijn gistermiddag 2 uur bijeengekomen. De drijvende scheepsbrandkast. In tegenwoordigheid van den directeur- generaal der posterijen en telegraphie, jhr. G. A. A. Alting von Geusau, en den admi nistrateur van het hoofdbestuur der poste rijen en telegraphie, den heer M. G. de Bloeme, is opnieuw een proef genomen met Van Blaaderen's drijvende scheeps brandkast. Men herinnert zich, dat in Juli van dit jaar door de N. V. Maatschappij tot demonstratie van Van Blaaderen's drij vende scheepsbrandkast bij Urk een proef met de kast werd genomen, welke daartoe geplaatst was op een zolderschuit, die in brand werd gestoken. De kast bleef toen weliswaar drijven, doch de ijzeren stoel, waarop de kast rustte, bleeLtoen het geen niet de bedoeling was er aan Vast zitten. Bij opening bleek er ook water te zijn binnengedrongen. De tweede proef, had plaats in een der dokken van de Amsterdamsche Droogdok- maatschappij, waarheen een motorbootje de postautoriteiten met den uitvinder, den heer C. van Blaaderen, en enkele verte genwoordigers der maatschappij tot de monstratie der kast bracht. In het dok was de ijzeren stoel, waarin de kast rust te, stevig op den bodem vastgemaakt. De armen van dezen stoel houden onder elec- trische spanning de kast vast. Een uitge zochte dag voor een proefneming, zooals den eersten keer, was het ditmaal nu juist niet. Maar met groote aandacht volgden, ondanks regen en wind, de postautoritei ten de evoluties van het grijze gevaarte. Eerst werd het dok onder water gezet om te doen zien, dat bijvoorbeeld een golfslag niet in staat zou zijn de kast uit de om helzing der ijzeren armen te bevrijden. Langzaam zonk het dok, tot alleen, als de periscoop van een onderzeeër, een stange tje boven het water bleef uitsteken. Doch de kast raakte niet los. Deze eerste proef kon dus geslaagd worden genoemd. De tweede proef gold dan het eigenlijke doel: het automatisch losraken van de brandkast, wanneer een schip zinkt. Opnieuw werd het dok onder water ge zet, nu eenigszins in hellenden stand, tot de kast half onder water was. En zoowaar, het gevaarte begon zich los te wringen, eerst aan de eene korte zijde, toen aan de andere en dreef. Om afdrijven te voorkomen hielden werklieden van het dok de kast met tou wen vast. Doch nu moesten nog seinen gegeven worden. Het toestel heeft daarvoor vier derlei inrichting: een hoornsignaal, vuur pijlen, een rood licht als van een boei en een vlag, die alle automatisch moeten werken. Enkele minuten nadat de kast drijven de was geworden, begon werkelijk de hoorn te brullen; het was als de doods kreet van een zeemonster. En juist op den daarvoor vastgestelden tijd, namelijk ne gen minuten later, klonk opnieuw ongeveer een minuut achtereen liet getoeter. Dit sein werkte dus naar behooren. Plots klonk eenige minuten later een hevige knal, en uit den metalen romp schoot een vuurpijl omhoog. Ook dit sein, dat zich een kwartier na het drijven moest vertoonen, werkte dus goed. De vlag en het roode licht kwamen ech ter niet te voorschijn; het „hokte" blijkbaar ergens. De uitvinder toonde zich evenwel uitermate tevreden: zijn kast dreef, wat de hoofdzaak was, en twee van de vier sein- inrichtingen werkten. Bleef nog over een onderzoek naar het inwendige der brandkast, na de proef. Het dok werd weer uit het water opgeheven, de kast werd ontsloten. Er bleek geen water te zijn binnengedrongen. Zittend op een bank, die in het inwen dige der kast voor deze gelegenheid was aangebracht, liet de directeur-generaal zich- het electrisch mechanisme der viervoudige seininrichting uitleggen. Men slaagde er in, nu ook de vlag en het roode seinlicht naar buiten te doen komen. Alles bij elkaar genomen, kan de heer Van Blaaderen over deze tweede proefne ming tevreden zijn. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie verklaarde ons, dat hij van de uitvinding een gun- stigen indruk had gekregen, met name wat de techniek ervan betrof. „Hdbl." KERKNIEUWS. Benoemingen. Z. D. H. de Aartsbisschop van Urrecht heeft eervol ontslag verleend aan den weleerw. heer L. W. Brugman, als pastoor te Lent, en heeft benoemd tot pastoor te Lent den weleerw, heer G. A. van Laak en tot pastoor te Langeveen den weleerw. heer G. J. Massa. SPORT. Een voetbalbataljon. Het is moeilijk zich buiten Engeland een juist beeld te vormen, hoe het met de wer ving in Engeland eigenlijk staat. Dat er op alle mogelijke manieren hard gewerkt moet worden om de natie tot het besef te brengen, dat het land de mannen noodig heeft en het plicht is dienst te nemen, komt overvloedig uit, maar heeft de natie ten slotte gehoor gegeven? Er zijn bladen, die beweren van niet, andere weer beslist van wel. Deze zeggen er doorgaans bij, dat het legerbestuur er niet aanstonds zoo veel meer zou kunnen bergen en uitrusten. Het gebrek aan kader en officieren laat zich daarbij pijnlijk gevoelen. Intusschen gaat men steeds voort, man nen tót dienstneming op te wekken. Tn de Times van gisteren trof ons weer een aan sporing van het bestuur van Aston Villa, de bekende voetbalvereeniging te Birming ham, aan haar beroepsspelers. „Laat ieder zich afvragen," staat er, „of zijn land hem noodig heeft, of hij niet verplicht is onder het vaandel te' dienen, en op zijn geweten antwoorden". Het bestuur her haalt zijn belofte, dat het de spelers die dienst nemen de helft van hun loon zal blijven uitbetalen. De groote Football Association zal heden te Londen een vergadering houden om te spreken over de vorming van een voetbal bataljon. Luchtvaart. Jan Olieslagers heeft de Leopoldsorde ge kregen. Brindojonc gevangen genomen. Te Kopenhagen is uit Parijs bericht ont vangen, dat de bekende Fransche vlieger Brindejonc de Moulinais als krijgsgevangene naar Duitschland is overgebracht. Schaatsenrft den. In een te Leeuwarden gehouden vergadering van de Vereeniging „De Friesche Elfsteden", is besloten dezen winter, ijs en sneeuw die nende, weder een wedstrijd met tocht te houden. De vereeniging telt 430 leden en 25 donateurs. Academienieuws. Leiden. Na verdediging van „Stellingen" werd heden bevorderd tot doctor in de rechtswetenschappen de heer Hayo Harmens, geboren te Rotterdam wonende te Santpoort bij Haarlem. Geslaagd voor het doctoraal examen in de rechten de heeren A. J. P. van Strijen (clen Haag) en F. M. J. Holdert, Aerdenhout bij Haarlem. Faillissementen. Uitgesproken: C. G. Flentrop, papierhandelaar, te Hille- gom; cur. mr. H. R. Ribbius, te Haarlem. P. van Laarhoven, landbouwer, te Kaats heuvel, Loon op Zand, Bandijk; cur. mr. W. M. Kintz, te 's-Hertogenbosch. Th. de Brouwer, handelaar in brandstoffen, te Venlo; cur. mr. Willem Wolters, te Yenlo. Geëindigd: E. Sinke, te Souburg. Opgeheven: J. J. Deekens, te Woensel; P. HoltenBoek- holts, te Eindhoven. Uit Stad en Omgeving. Apologetische Cursus. Daar de bovenzaal te klein was geble ken werd gisteravond de apologethische cursus in de voor-benedenzaal van het gebouw van den Ned. R.-K. Volksbond géhouden. De zaal was goed bezet, nog beter dan de vorige maal. Maar toch de zaal moest zoo vol zijn, dat naar de groote achterzaal zou moeten vernuisd worden. Zij die gemeend hebben, dat er boven toch geen plaats zou zijn, zijn nu gerustgesteld. Een volgende maal blijven ze dus niet weg, maar brengen vrienden en kennissen mede. Het werk, dat pater Zuidgeest met dezen cursus verricht is eon auttig en noodzakelijk werk, een werk dat door de Volksbonders hoog op prijs moet worden gesteld. Een volgende maal blijve dus niemand weg, die geen wettige reden heeft. Na eenige vragen, betrekking hebbend op het vorig onderwerp, beantwoord te hebben, kwam pater Zuidgeest tot het eigenlijk onderwerp van dezen tweeden cursusavond n.l. „De natuurwet". Alvo rens op dit essentieele punt in te gaan, gaf de Eerw. spreker "een uitlegging van het woord wet. De wet in het algemeen beteekent elke practische leiddraad van de vrije handelingen. Van zelf volgt, dat dergelijke wetten erkend worden, zoolang als de mensch zelf wil. In den meest strengen zin sluit wet in een richtsnoer, welke den mensch een verplichting op legt. De wet js een verordening, dat is een practische grondregel, die ons zegt, dat moet gij doen, die van dengene waar toe hij gericht is een bepaald handelen vereischt. Het moet een verordening zijn, die voortkomt uit het verstand van den mensch. De wet mag niet onredelijk zijn, moet bedoeld zijn op langen duur en moet opgelegd worden aan een openbare ge meenschap, veronderstelt dus geen twee of drie personen. Het doel van de wet moet zijn de .openbare welvaart. De staat is er voor den mensch, niet de mensch voor den staat. De verplichting kan alleen uitgaan van een oppergezag in den staat, ten slotte moet die verplichting worden bekendgemaakt. Men kan de wetten ver- deelen in verschillende soorten. Er zijn gebiedende, verbiedende, rechtgevende en strafwetten. Een verbiedende wet ver plicht altijd, een gebiedende, zoolang de handeling voltrokken is, hetgeefi de Eerw. spreker met duidelijk spïekende voorbeel den aantoont. De Eerw. spreker komt nu tot de groote scheiding n.l. van natuurlijke en positie ve wetten. In deze cursusles is alleen sprake van natuurlijke wetten. Een na tuurlijke wet is deze, die door het natuur lijk licht van de rede alleen bekend ge maakt wordt. Deze wet kan men kennen met het verstand, met de rede. Positieve wetten worden geschreven of ongeschre ven voorgedragen. Eenmaal aangenomen, dat er een God bestaat, en dat die God de wereld ge schapen heeft, dan volgt vanzelf, dat die wereld geschapen is volgens bepaalde wetten. De sterren gaan op, de planten groeien volgens het plan van God. De eeuwige wet, die in God is, is de godde lijke wijsheid zelf, is het plan van God in deze wereld. De drang van het dier, de inwendige kracht van de planten, is de deelname aan de eeuwige wet van God, maar deze deelname is noodzakelijk. Ook de mensch moet de wetten, zooals die van alle eeuwigheid in Gods plan bestaan hebben, opvolgen, maar met vrije wil door zijn verstand. De eeuwige wet Gods zegt tot den mensch, wat hij doen moet, dat hij de natuurlijke orde moet onderhouden, het wereldplan in het oog van God. Elke zaak moet handelen volgens zijn natuur. Goè -heeft volgens zijn plan alles ge maakt, ook den mensch; de mensch moet leven volgens zijn natuur, dat wil zeggen volgens zijn redelijken natuur. Door zijn rede met zijn vrijen wil werkt de mensch mede aan het plan, dat in alle eeuwig heid in God zelf bestaan heeft. Het rede lijk verstand zegt den mensch, wat hij doen en laten moet om mede te werken aan het plan van God. Er is dus een na tuurlijke zedenwet. Het bewijs levert de mensch zelf, die erkennende, dat er een God Bestaat, weet dat hij godsdienstig moet zijn, niet moet stelen, het geweten zegt hem dat. Moet de mensch door zijn verstand met zijn vrijen wil dus medewer ken aan het plan van God, dan volgt noodzakelijk de plicht om iets te doen of te laten. Aangenomen, dat er een God bestaat die de wereld geschapen heeft, dan volgt van zelf, .dat Hij deze geschapen heeft met een bepaald doel en hij ook de middelen genomen heeft voor dat doel. Volgen de geschapen dingen de wil van God nood zakelijk, werken zij noodzakelijk mede volgens het wereldplan, dan volgt ook dat de mensch die wil volgt, medewerkt volgens dat plan met den vrijen wil. Het wordt ons niet opgedrongen. Ons ver stand zegt gij moet zoo handelen, ons verstand kent die natuurlijke wet, die God in alle eeuwigheid in zijn plan heeft gehad en volgens welke Hij ons ge schapen heeft en onze wil neemt vrijwil lig aan, omdat ons verstand niet, dat de mensch moet medewerken aan het plan van God. Na in het kort het verhandelde te heb ben samengevat, eindigde de Eerw. spre ker deze tweede les, aangehoord met graagte en oplettendheid, onder applaus der talrijke aanwezigen. Het was een leerzame les. De vrij moeilijke stof werd door den Eerw. spreker door talrijke voorbeelden verduidelijkt. Nadat door den Eerw. spreker eenige vragen beantwoord waren sloot de vice- voorzitter, de heer v. d. Staak de bijeen komst met den christelijken groet. Vergadering Kamer van Koophandel en Fabrieken. In de vergadering der Kamer van Koop handel en Fabrieken werd voorlezing ge daan van de ingekomen brieven van de h.h. Verhey, van Wijk, Couvée, De Kos ter, Van Rossum du Chattel en Reimerin- ge'r, houdende de mededeeling dat zij met ingang van 1 Januari a.s. hun ontslag als lid der Kamer nemen en van het ge meentebestuur, dat de heeren Haitink en Van Waveren voor hun herbenoeming bedankt hebben. De geloofsbrieven der gekozen, leden, de heeren W. Pera en Arnold Smits, wer den onderzocht en deze goedgekeurd, zoo dat tot toelating van genoemde heeren werd besloten. Ingekomen was een schrijven van de Ver. van Zuivelfabrikantên in Nederland, verzoekende adhaesie te betuigen aan haar aan de Tweede Kamer gericht adres houdende het verzoek, om wanneer aan het ontwerp van wet tot tijdelijke heffing Voorschot aan de Woningbouwvereeni- gingen „De Goede Woning" en „Ons Belang". In de gemeenteraadsvergadering van 26 Maart werd besloten tot den aankoop van verschillende terreinen met daarop staande woning (i schuren enz., gele gen aan den Heerensingel en aan en tus- schen de Heerenlaari en de Gasthuislaan voor de totaalsom van f 78.043, of, met inbegrip van de kosten van overdracht f 81.043. Deze aankoop hield verband met de door de vereenigingen „Ons Belang" en „De Goede Woning", beide uitsluitend werkzaam in het belang van verbetering der volkshuisvesting ingediende aan vragen om een voorschot in de uitvoe ring van een tweetal bouwplannen. Vol gens de ingezonden adressen wenschte de vereeniging „Ons Belang" een zestig tal arbeiderswoningen en de vereeniging „De Goede Woning" drie en zeventig ar beiderswoningen te stichten cp de bo vengenoemde terreinen. Ofschoon B. en W. in de genoemde gemeenteraadszitting van 26 Maart nog geen advies konden uitbrengen over het al of niet verleenen van een voorschot aan de beide vereenigingen ter verweze- lijking van de door hen ingediende plan nen, adviseerden zij toch bereids de be- noodïgde grond en perceelen te koopen, in het vertrouwen, dat omtrent de ver zoeken overeenstemming zou worden verkregen, met de beide vereenigingen. Overeenkomstig dit advies werd Leslo- ten. Nu stellen B. en W. voor aan de Ver eeniging „Ons Belang" het door haar ge vraagde voorschot ten bedrage van 95 der op f 121.437.50 geraamde kosten te verleenen, en aan de Vereeniging „De Goede Woning" ook 95% der op f 157.199.50 geraamde kosten. De gemeente zal het terrein, als het voor het bouwen geschikt is gemaakt, aar. de vereenigingen verkoopen voor 5.25 per M2. De kosten voor de gemeente (verbete ring van den slechten toestand der ter reinen, afbreken der perceelen, enz.) be dragen f 65,000. Dit bedrag zal echter dcor het Rijk als voorschot worden gegeven, terwijl het Rijk tevens een bijdrage wil geven in de bëtaling van de terzake van dat voorschot te betalen annuïteit. Van de annuïteit van het voorschot van 65 000 gld. zal gedurende 50 jaren jaarlijks 1184.56 ten laste komen van het Rijk en 1776.84 ten laste van de gemeente. Bibliotheek. -^- In de afd. van de Tweedo. Kamer heeft men inlichtingen gevraagd omtrent de handschriften en incunabelen van de Leidsche bibliotheek, welke naar gezegd wordt verloren zijn gegaan bij den brand van de biblotheek te Leuven. Welke was daarvan de wetenschappelijke, welke de geldelijke waarde? Ook vroeg men of deze geschriften tegen brandschade I waren verzekerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 2