van uitvoerrechten gevolg zou. wordryi
gegeven, het niet zou worden toegepast
op zuivelproducten.
Waar het thans als hoogst waarschijn
lijk kan worden aangenomen dat het ont
werp niet tot wet zou worden verheven,
werd besloten dit adres voor kennisge
ving aan te nemen.
Evenzeer werd voor kennisgeving aan
genomen een verzoek van den anti-oor
logsraad om door een bijdrage zijn stro-
ven te steunen.
Een der leden bracht weder eens de
slechte verbindingen en het te late aanko
men van treinen ter sprake, doch alge
meen was men van oordeel, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden daaraan
niets zou zijn te veranderen.
De Voorzitter sloot deze laatste verga
dering na aan de scheidende Kamer zijn
dank te hebben uitgebracht voor de moeite
die zij zich in het belang van handel en
industrie ten allen tijde getroost had.
Etnographisch Museum.
Omtrent het Etnographisch museum,
bevat het verslag der Tweede Kamer no
pens Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) het
volgende:
In de Memorie van Antwoord betref
fende de loopende begrooting deelde de
Minister mede, dat het zijns inziens aan
beveling verdient de collecties van dit
museum onder te brengen in het thans
als ziekenhuis dienstdoend gebouw, wan
neer het nieuwe ziekenhuis in gebruik
zal zijn genomen.
Eenige leden verzètten zich tegen dit
voornemen, omdat het hier niet geldt
deze verzamelingen ergens onder te
brengen", maar aan de groote weten
schappelijke en artistieke schatten, in dit
museum vereenigd, eindelijk de passende
huisvesting te verschaffen, waarop zij
aanspraak kunnen maken en waarop liet
publiek recht heeft. Daarbij zal in de
eerste plaats moeten worden gezorgd, dat
de collecties nut stichten in zoo wijd mo
gelijken kring. Het uiterst geringe, niet
noemenswaardige bezoek, dat daaraan
thans te beurt valt, sluit vestiging er van
te Leiden uit. Dit museum behoort, naar
de meening dezer leden, te 's-Gravenhage
te worden gevestigd, vooreerst op utili-
teitsgronden, maar ook om historische
redenen. De kern van het museum, het
belangrijkste gedeelte namelijk het
geen van het Koninklijk Kabinet van
Zeldzaamheden afkomstig is werd bij
na driekwart van eene eeuw fe 's-Gra
venhage ten toon gesteld, terwijl de col
lectie van Siebold ook werd aangekocht
voor deze stad, waar Koning Willem I een
groot museum wilde oprichten. Alleen
plaatsgebrek deed alles naar Leiden ver
plaatsen; naar men meende, had deze
overbrenging steeds een tijdelijk karakter
gehad, en men hoopte dat deze'toestand
thans niet wordt bestendigd.
Voorts wenschte men te worden inge
licht omtrent den in het museum onlangs
gepleegden diefstal. Men vroeg wat werd
ontvreemd en tot welke waarde. Was hier
tegen niet betere beveiliging mogelijk
geweest, en is thans ten deze afdoende
voorziening getroffen?
gebruikt werd. Ofschoon de kwartiergever
bijna niets kon geven om recht te kunnen
doen gelden op een vergoeding van f 0.20
per dug en per man, weid hem in onge
veer 6 weken tijd uitbetaald een som van
f 300, terwijl de geheeïe waarde van het
huisje slechts f 1200 bedroeg.
Gelukkig kwam na dezen voordeeligen
tijd een minder milde kwartiermaker, die
het huisje als legeringsruimte vorderde en
toen betaalde naar een \ergoeding van
f 300 per jaar.
Het is maar al te duidelijk dat de In-
kwartieringswet, die de keus geeft van
vordering en inkwartiering per haardste
den, door verschillende autoriteiten zeer
verschillend wordt toegepast. Ook wordt
niet overal voldoende toezicht gehouden
of bij uitbetaling van een vergoeding van
f 0.20 per dag en per man, de kwartierge
ver wel alles geeft waartoe de wet hem
verplicht. Zoo worden er duizenden gul
den vermorst, feitejijk ongeoorloofd uit
gegeven.
De eenige wijze van inkwartiering, die
nu zou mogen gelden, ware het vorderen
van legeringsruimte met toekenning van
een billijke vergoeding.
Ziehier een paar voorbeelden; niet de
eenige waarvan wij hoorden. Het is ons
bekend dat van hoogerhand reeds meer
malen verandering werd gelast in speciale
gevallen; maar vele gevallen van geldver-
kwisting blijven daar onbekend.
„N. Crt."
Voorziening in levensbe
hoeften Belgische grens
gemeenten.
Bij Kon. besluit van 5 Dec. is ingesteld
eene commissie tot regeling van de voor
ziening in noodzakelijke levensbehoeften
in Belgische grensgemeenten en zijn in
die commissie benoemd de heeren:
tot lid en voorz. A. N. Fleskens, lid van
do Tweede Kamer, Geldrop, tot wien be
langhebbenden ter zake zich hebben te
wenden.
tot leden: mr. W. F. W. Kolkman, bur-
gém. der gem .Weert, J. H. C. Moers, id.
der gem. Thorn; W. C. J. Passtoors, id.
der gem. Ginneken; E. E. H. Begout, lid
der Prov. Staten van Limburg, Maas
tricht; Chr. van Ginneken, boomkweeker,
Zuridert; L. G. James, notaris, Slui3; F.
J. L. M. van Waesberghe, burgem. der
gem. Hulst;
tot secretaris, C. W. A. van Uden, bur
gem. der gem. Budel;
en is tevens benoemd tot Regeerings-
commissaris ter behartiging van de be
langen der commissie in België, de beer
mr. dr. J. van Best, lid van de Tweede
Kamer, Eindhoven, voorzitter van de
commissie ter behartiging van de belan
gen van Nederlanders in België.
Belgische geïnterneerden.
Door het Kamerlid E. J. Beumer zijn
de volgende vragen tot den Minister van
Oorlog gericht:
1. Is juist, hetgeen de dagbladen meld
den, dat mr. P. J. Troelstra naar aanlei
ding der betreurenswaardige gebeurte
nis, 3 December j.l. in het intemeerings-
kamp te Zeist voorgevallen, den Minister
van Oorlog heeft aangeboden, met den
Belgischen volksvertegenwoordiger Ca-
mille Huysmans, genoemd kamp te be
zoeken, opdat laatstgenoemde alsdan zijn
landgenooten zou toespreken en trachten
hen tot rede te brengen?
2. Indien ja, is de Minister bereid mede
te deelen, welk antwoord door hem op
dat aanbod is gedaan?
Ook de heer dr. Frans van Cauwelaert,
afgevaardigde voor Antwerpen, heeft zich
naar wij vernemen, tot ons Ministerie
van Oorlog gewend met het aanbod, de
Belgische geïnterneerden te Zeist, naar
aanleiding van het droevige voorval te
gaan toespreken en hun den raad te ge
ven, dien zij in de huidige omstandighe
den van noode hebben. Het Ministerie
echter heeft aanvaarding van het aan
bod voorshands niet noodzakelijk geacht.
De heer Van Cauwelaert heeft Zondag
j.l. de bij het voorval genoemde soldaten
te Amersfoort bezocht.
Hij heeft zich voorts ter beschikking
van het Ministerie gesteld voor het hou
den van voordrachten en het organisee-
ren van ontwikkelingsavonden voor de
Belgische geïnterneerden, niet alleen te
Zeist, maar ook in andere plaatsen. Het
Departement heeft dit aanbod in over
weging genomen.
Een voordrachtavond, dien hij met Hul-
lebroeck voor de geïnterneerden te Amers
foort tegen j.l. Zaterdag had georgani
seerd, is wegens het gebeurde te Zeist tot
nader vast te stellen datum verschoven.
Dr. Van Cauwelaert gaat de volgende
week om persoonlijke redenen voor drie
weken naar Italië.
Hullebroeck over de^Belgen in
ons land.
Voor hij gisterenavond in Diligentia zijn
natuurlijk wt er zéér druk bezochte en telkens
met stormachtig applaus begroete voordrachten
aanving, zeide Emiel Hullebroeck ongeveer
het volgende:
Voor de vierde maal tijdens den oorlog
treed ik nu al voor het Haagsche publiek op.
Telkens moest ik meteen dankwoord beginnen;
maar thans met een zéér bijzonder. Immers
ik ben nu uw gelieele land doorgereisd en
ik heb onze vluchtelingen en onze soldaten
bezoeht. Waar ik ook kwam, overal vond ik
menigvuldige sporen van de groote toewijding
en ontroerende menschlievendheid, waarmee
mijn landgenooten door Nederland zijn ont
vangen, ja in ettelijke gevallen verwend. Maar
ook mocht ik overal lof en nog eens lof en
tallooze woorden van innigen dank vernemen.
Die dankbaarheid zal eeuwig zijn en ik ver
wacht, dat zij de beide volken nauwer tot
elkaar zal brengen.
België vergeet nooit, neen nooit wat Neder
land in deze vreeselijke tijden deed.
De collecte aan het eind der voorstelling
■bracht ruim f100 op.
Het vluchtelingenkamp te
NuDspeet.,
Naar de ,,N. R. Ct." verneemt, heeft de
minister van Binnenlandsche Zaken
Maandag aan den regeeringscommissa-
ris van het kamp te Nunspeet, dr. H.
Muller, medegedeeld, dat de aldaar ge
vestigde vluchtelingen, die tot dusver
het kamp niet mochten verlaten, zich
thans vrijelijk mogen bewegen.
Boter.
Het Rijks Centraal Bureau voor den
uitvoer van boter heeft aan de boterfabrie-
ken bericht gezonden, dat 40 pet. van de
geproduceerde hoeveelheid boter voor
binnenlandsch verbruik bestemd moet
blijven. De hoeveelheid boter welke min
der dan deze 40 pet. in het binnenland
wordt verkocht komt ter beschikking van
de regeering.
Uitvoer van graan uit
Engeland.
Naar wij vernemen, is de uitvoer van
graan uit Engeland naar Nederland
voorloopig tot 1 Februari a.s. verboden.
Provinciale Staten.
De Provinciale Staten van Zuid-Hol
land kwamen gisteren in hunne herfst-
vergadering bijeen onder voorzitterschap
van Baron Sweerts de Landas, Commis
saris der Koningin.
Na samenstelling der af deelingen wer
den de stukken ingebracht en verschil
lende onderwerpen naar de sectiën ver
zonden of nader aan de orde gesteld.
In handen van eene commissie werden
gesteld, bestaande uit de leden:
lo. dr. Plate, mr. Van Dobben de Bruijn,
Edersheim, Van Gijn, Van der Lip en mr.
Van de Velde (van Gedeputeerde Staten),
de nadere overeenkomst met het krank
zinnigengesticht te Utrecht;
2o. Gerretson, Briët, Dolk, De Kruijff,
Van Liefland, Pera, V. d. Schalk, Wesse-
ling, Wichers en Vegtel (lid van G. S.),
het voorstel betreffende het provinciaal
verslag omtrent de gesubsidieerde vak
scholen; de verschillende aanvragen van
ambachtsscholen en andere inrichtingen
voor vakonderwijs om toekenning of ver
hooging van provinciaal subsidie;
3o.Kerstens, Van Dam, Henny, Stoop
en Von Fisenne (lid G. S.), de verlaging
van subsidie aan de tuberculose-vereeni-
ging te Leiden;
4o. G. J. de Jongh, Van Vessem, C.
Warnaar, Van Wiehen en Limburg (lid
G. S.), .het subsidie-verzoek voor verbete
ring van den Geerweg; en van uitbreiding
der haven van Stellendam;
5o. v. d. Gijp Barendregt, Van der Hoe
ven, Van Wichen, Zaaijer en De Geer (lid
G. S.), de voorstellen tot wijzigingen van
polder- of waterschapsreglementen;
6o. Deking Dura, Moll, Pijl, J. V. Visser
en Von Fisenne (lid G. S.), het voorstel
om subsidie te verleenen voor den Veer-
weg onder Papend recht.
Medegedeeld werd, dat de Minister van
Waterstaat zich heeft vereenigd met het
subsidie-voorstel tot vergrooting der ha
ven van Stellendam.
Het verzoek om provinciaal subsidie
voor buurtspoorwegverbinding Gouda
MontfoortUtrecht werd om praeadvies
naar Ged. Staten verzonden.
De eerstvolgende openbare vergadering
zal worden gehouden op Dinsdag 23 De
cember v.m. *11 uur.
De afdeelingen zijn gistermiddag 2 uur
bijeengekomen.
De drijvende scheepsbrandkast.
In tegenwoordigheid van den directeur-
generaal der posterijen en telegraphie, jhr.
G. A. A. Alting von Geusau, en den admi
nistrateur van het hoofdbestuur der poste
rijen en telegraphie, den heer M. G. de
Bloeme, is opnieuw een proef genomen
met Van Blaaderen's drijvende scheeps
brandkast. Men herinnert zich, dat in Juli
van dit jaar door de N. V. Maatschappij
tot demonstratie van Van Blaaderen's drij
vende scheepsbrandkast bij Urk een proef
met de kast werd genomen, welke daartoe
geplaatst was op een zolderschuit, die in
brand werd gestoken. De kast bleef toen
weliswaar drijven, doch de ijzeren stoel,
waarop de kast rustte, bleeLtoen het
geen niet de bedoeling was er aan Vast
zitten. Bij opening bleek er ook water te
zijn binnengedrongen.
De tweede proef, had plaats in een der
dokken van de Amsterdamsche Droogdok-
maatschappij, waarheen een motorbootje
de postautoriteiten met den uitvinder, den
heer C. van Blaaderen, en enkele verte
genwoordigers der maatschappij tot de
monstratie der kast bracht. In het dok
was de ijzeren stoel, waarin de kast rust
te, stevig op den bodem vastgemaakt. De
armen van dezen stoel houden onder elec-
trische spanning de kast vast. Een uitge
zochte dag voor een proefneming, zooals
den eersten keer, was het ditmaal nu juist
niet. Maar met groote aandacht volgden,
ondanks regen en wind, de postautoritei
ten de evoluties van het grijze gevaarte.
Eerst werd het dok onder water gezet om
te doen zien, dat bijvoorbeeld een golfslag
niet in staat zou zijn de kast uit de om
helzing der ijzeren armen te bevrijden.
Langzaam zonk het dok, tot alleen, als de
periscoop van een onderzeeër, een stange
tje boven het water bleef uitsteken.
Doch de kast raakte niet los. Deze eerste
proef kon dus geslaagd worden genoemd.
De tweede proef gold dan het eigenlijke
doel: het automatisch losraken van de
brandkast, wanneer een schip zinkt.
Opnieuw werd het dok onder water ge
zet, nu eenigszins in hellenden stand, tot
de kast half onder water was. En zoowaar,
het gevaarte begon zich los te wringen,
eerst aan de eene korte zijde, toen aan de
andere en dreef.
Om afdrijven te voorkomen hielden
werklieden van het dok de kast met tou
wen vast.
Doch nu moesten nog seinen gegeven
worden. Het toestel heeft daarvoor vier
derlei inrichting: een hoornsignaal, vuur
pijlen, een rood licht als van een boei en
een vlag, die alle automatisch moeten
werken.
Enkele minuten nadat de kast drijven
de was geworden, begon werkelijk de
hoorn te brullen; het was als de doods
kreet van een zeemonster. En juist op den
daarvoor vastgestelden tijd, namelijk ne
gen minuten later, klonk opnieuw ongeveer
een minuut achtereen liet getoeter. Dit sein
werkte dus naar behooren.
Plots klonk eenige minuten later een
hevige knal, en uit den metalen romp
schoot een vuurpijl omhoog. Ook dit sein,
dat zich een kwartier na het drijven moest
vertoonen, werkte dus goed.
De vlag en het roode licht kwamen ech
ter niet te voorschijn; het „hokte" blijkbaar
ergens. De uitvinder toonde zich evenwel
uitermate tevreden: zijn kast dreef, wat de
hoofdzaak was, en twee van de vier sein-
inrichtingen werkten.
Bleef nog over een onderzoek naar het
inwendige der brandkast, na de proef. Het
dok werd weer uit het water opgeheven, de
kast werd ontsloten. Er bleek geen water
te zijn binnengedrongen.
Zittend op een bank, die in het inwen
dige der kast voor deze gelegenheid was
aangebracht, liet de directeur-generaal zich-
het electrisch mechanisme der viervoudige
seininrichting uitleggen. Men slaagde er
in, nu ook de vlag en het roode seinlicht
naar buiten te doen komen.
Alles bij elkaar genomen, kan de heer
Van Blaaderen over deze tweede proefne
ming tevreden zijn. De directeur-generaal
der posterijen en telegraphie verklaarde
ons, dat hij van de uitvinding een gun-
stigen indruk had gekregen, met name
wat de techniek ervan betrof.
„Hdbl."
KERKNIEUWS.
Benoemingen.
Z. D. H. de Aartsbisschop van Urrecht heeft
eervol ontslag verleend aan den weleerw. heer
L. W. Brugman, als pastoor te Lent, en heeft
benoemd tot pastoor te Lent den weleerw, heer
G. A. van Laak en tot pastoor te Langeveen
den weleerw. heer G. J. Massa.
SPORT.
Een voetbalbataljon.
Het is moeilijk zich buiten Engeland een
juist beeld te vormen, hoe het met de wer
ving in Engeland eigenlijk staat. Dat er
op alle mogelijke manieren hard gewerkt
moet worden om de natie tot het besef te
brengen, dat het land de mannen noodig
heeft en het plicht is dienst te nemen,
komt overvloedig uit, maar heeft de natie
ten slotte gehoor gegeven? Er zijn bladen,
die beweren van niet, andere weer beslist
van wel. Deze zeggen er doorgaans bij,
dat het legerbestuur er niet aanstonds zoo
veel meer zou kunnen bergen en uitrusten.
Het gebrek aan kader en officieren laat
zich daarbij pijnlijk gevoelen.
Intusschen gaat men steeds voort, man
nen tót dienstneming op te wekken. Tn de
Times van gisteren trof ons weer een aan
sporing van het bestuur van Aston Villa,
de bekende voetbalvereeniging te Birming
ham, aan haar beroepsspelers. „Laat ieder
zich afvragen," staat er, „of zijn land
hem noodig heeft, of hij niet verplicht is
onder het vaandel te' dienen, en op zijn
geweten antwoorden". Het bestuur her
haalt zijn belofte, dat het de spelers die
dienst nemen de helft van hun loon zal
blijven uitbetalen.
De groote Football Association zal heden
te Londen een vergadering houden om te
spreken over de vorming van een voetbal
bataljon.
Luchtvaart.
Jan Olieslagers heeft de Leopoldsorde ge
kregen.
Brindojonc gevangen genomen.
Te Kopenhagen is uit Parijs bericht ont
vangen, dat de bekende Fransche vlieger
Brindejonc de Moulinais als krijgsgevangene
naar Duitschland is overgebracht.
Schaatsenrft den.
In een te Leeuwarden gehouden vergadering
van de Vereeniging „De Friesche Elfsteden",
is besloten dezen winter, ijs en sneeuw die
nende, weder een wedstrijd met tocht te houden.
De vereeniging telt 430 leden en 25 donateurs.
Academienieuws.
Leiden. Na verdediging van „Stellingen"
werd heden bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschappen de heer Hayo
Harmens, geboren te Rotterdam wonende te
Santpoort bij Haarlem.
Geslaagd voor het doctoraal examen
in de rechten de heeren A. J. P. van
Strijen (clen Haag) en F. M. J. Holdert,
Aerdenhout bij Haarlem.
Faillissementen.
Uitgesproken:
C. G. Flentrop, papierhandelaar, te Hille-
gom; cur. mr. H. R. Ribbius, te Haarlem.
P. van Laarhoven, landbouwer, te Kaats
heuvel, Loon op Zand, Bandijk; cur. mr. W.
M. Kintz, te 's-Hertogenbosch.
Th. de Brouwer, handelaar in brandstoffen,
te Venlo; cur. mr. Willem Wolters, te Yenlo.
Geëindigd:
E. Sinke, te Souburg.
Opgeheven:
J. J. Deekens, te Woensel; P. HoltenBoek-
holts, te Eindhoven.
Uit Stad en Omgeving.
Apologetische Cursus.
Daar de bovenzaal te klein was geble
ken werd gisteravond de apologethische
cursus in de voor-benedenzaal van het
gebouw van den Ned. R.-K. Volksbond
géhouden. De zaal was goed bezet, nog
beter dan de vorige maal. Maar toch de
zaal moest zoo vol zijn, dat naar de
groote achterzaal zou moeten vernuisd
worden. Zij die gemeend hebben, dat er
boven toch geen plaats zou zijn, zijn nu
gerustgesteld. Een volgende maal blijven
ze dus niet weg, maar brengen vrienden
en kennissen mede. Het werk, dat pater
Zuidgeest met dezen cursus verricht is
eon auttig en noodzakelijk werk, een
werk dat door de Volksbonders hoog op
prijs moet worden gesteld. Een volgende
maal blijve dus niemand weg, die geen
wettige reden heeft.
Na eenige vragen, betrekking hebbend
op het vorig onderwerp, beantwoord te
hebben, kwam pater Zuidgeest tot het
eigenlijk onderwerp van dezen tweeden
cursusavond n.l. „De natuurwet". Alvo
rens op dit essentieele punt in te gaan,
gaf de Eerw. spreker "een uitlegging van
het woord wet. De wet in het algemeen
beteekent elke practische leiddraad van
de vrije handelingen. Van zelf volgt, dat
dergelijke wetten erkend worden, zoolang
als de mensch zelf wil. In den meest
strengen zin sluit wet in een richtsnoer,
welke den mensch een verplichting op
legt. De wet js een verordening, dat is
een practische grondregel, die ons zegt,
dat moet gij doen, die van dengene waar
toe hij gericht is een bepaald handelen
vereischt. Het moet een verordening zijn,
die voortkomt uit het verstand van den
mensch. De wet mag niet onredelijk zijn,
moet bedoeld zijn op langen duur en moet
opgelegd worden aan een openbare ge
meenschap, veronderstelt dus geen twee
of drie personen. Het doel van de wet
moet zijn de .openbare welvaart. De staat
is er voor den mensch, niet de mensch
voor den staat. De verplichting kan alleen
uitgaan van een oppergezag in den staat,
ten slotte moet die verplichting worden
bekendgemaakt. Men kan de wetten ver-
deelen in verschillende soorten. Er zijn
gebiedende, verbiedende, rechtgevende en
strafwetten. Een verbiedende wet ver
plicht altijd, een gebiedende, zoolang de
handeling voltrokken is, hetgeefi de Eerw.
spreker met duidelijk spïekende voorbeel
den aantoont.
De Eerw. spreker komt nu tot de groote
scheiding n.l. van natuurlijke en positie
ve wetten. In deze cursusles is alleen
sprake van natuurlijke wetten. Een na
tuurlijke wet is deze, die door het natuur
lijk licht van de rede alleen bekend ge
maakt wordt. Deze wet kan men kennen
met het verstand, met de rede. Positieve
wetten worden geschreven of ongeschre
ven voorgedragen.
Eenmaal aangenomen, dat er een God
bestaat, en dat die God de wereld ge
schapen heeft, dan volgt vanzelf, dat die
wereld geschapen is volgens bepaalde
wetten. De sterren gaan op, de planten
groeien volgens het plan van God. De
eeuwige wet, die in God is, is de godde
lijke wijsheid zelf, is het plan van God in
deze wereld. De drang van het dier, de
inwendige kracht van de planten, is de
deelname aan de eeuwige wet van God,
maar deze deelname is noodzakelijk. Ook
de mensch moet de wetten, zooals die van
alle eeuwigheid in Gods plan bestaan
hebben, opvolgen, maar met vrije wil door
zijn verstand. De eeuwige wet Gods zegt
tot den mensch, wat hij doen moet, dat
hij de natuurlijke orde moet onderhouden,
het wereldplan in het oog van God. Elke
zaak moet handelen volgens zijn natuur.
Goè -heeft volgens zijn plan alles ge
maakt, ook den mensch; de mensch moet
leven volgens zijn natuur, dat wil zeggen
volgens zijn redelijken natuur. Door zijn
rede met zijn vrijen wil werkt de mensch
mede aan het plan, dat in alle eeuwig
heid in God zelf bestaan heeft. Het rede
lijk verstand zegt den mensch, wat hij
doen en laten moet om mede te werken
aan het plan van God. Er is dus een na
tuurlijke zedenwet. Het bewijs levert de
mensch zelf, die erkennende, dat er een
God Bestaat, weet dat hij godsdienstig
moet zijn, niet moet stelen, het geweten
zegt hem dat. Moet de mensch door zijn
verstand met zijn vrijen wil dus medewer
ken aan het plan van God, dan volgt
noodzakelijk de plicht om iets te doen of
te laten.
Aangenomen, dat er een God bestaat die
de wereld geschapen heeft, dan volgt van
zelf, .dat Hij deze geschapen heeft met
een bepaald doel en hij ook de middelen
genomen heeft voor dat doel. Volgen de
geschapen dingen de wil van God nood
zakelijk, werken zij noodzakelijk mede
volgens het wereldplan, dan volgt ook
dat de mensch die wil volgt, medewerkt
volgens dat plan met den vrijen wil. Het
wordt ons niet opgedrongen. Ons ver
stand zegt gij moet zoo handelen, ons
verstand kent die natuurlijke wet, die
God in alle eeuwigheid in zijn plan
heeft gehad en volgens welke Hij ons ge
schapen heeft en onze wil neemt vrijwil
lig aan, omdat ons verstand niet, dat
de mensch moet medewerken aan het
plan van God.
Na in het kort het verhandelde te heb
ben samengevat, eindigde de Eerw. spre
ker deze tweede les, aangehoord met
graagte en oplettendheid, onder applaus
der talrijke aanwezigen. Het was een
leerzame les. De vrij moeilijke stof werd
door den Eerw. spreker door talrijke
voorbeelden verduidelijkt.
Nadat door den Eerw. spreker eenige
vragen beantwoord waren sloot de vice-
voorzitter, de heer v. d. Staak de bijeen
komst met den christelijken groet.
Vergadering Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
In de vergadering der Kamer van Koop
handel en Fabrieken werd voorlezing ge
daan van de ingekomen brieven van de
h.h. Verhey, van Wijk, Couvée, De Kos
ter, Van Rossum du Chattel en Reimerin-
ge'r, houdende de mededeeling dat zij met
ingang van 1 Januari a.s. hun ontslag
als lid der Kamer nemen en van het ge
meentebestuur, dat de heeren Haitink en
Van Waveren voor hun herbenoeming
bedankt hebben.
De geloofsbrieven der gekozen, leden,
de heeren W. Pera en Arnold Smits, wer
den onderzocht en deze goedgekeurd, zoo
dat tot toelating van genoemde heeren
werd besloten.
Ingekomen was een schrijven van de
Ver. van Zuivelfabrikantên in Nederland,
verzoekende adhaesie te betuigen aan
haar aan de Tweede Kamer gericht adres
houdende het verzoek, om wanneer aan
het ontwerp van wet tot tijdelijke heffing
Voorschot aan de Woningbouwvereeni-
gingen „De Goede Woning" en
„Ons Belang".
In de gemeenteraadsvergadering van
26 Maart werd besloten tot den aankoop
van verschillende terreinen met daarop
staande woning (i schuren enz., gele
gen aan den Heerensingel en aan en tus-
schen de Heerenlaari en de Gasthuislaan
voor de totaalsom van f 78.043, of, met
inbegrip van de kosten van overdracht
f 81.043.
Deze aankoop hield verband met de
door de vereenigingen „Ons Belang" en
„De Goede Woning", beide uitsluitend
werkzaam in het belang van verbetering
der volkshuisvesting ingediende aan
vragen om een voorschot in de uitvoe
ring van een tweetal bouwplannen. Vol
gens de ingezonden adressen wenschte
de vereeniging „Ons Belang" een zestig
tal arbeiderswoningen en de vereeniging
„De Goede Woning" drie en zeventig ar
beiderswoningen te stichten cp de bo
vengenoemde terreinen.
Ofschoon B. en W. in de genoemde
gemeenteraadszitting van 26 Maart nog
geen advies konden uitbrengen over het
al of niet verleenen van een voorschot
aan de beide vereenigingen ter verweze-
lijking van de door hen ingediende plan
nen, adviseerden zij toch bereids de be-
noodïgde grond en perceelen te koopen,
in het vertrouwen, dat omtrent de ver
zoeken overeenstemming zou worden
verkregen, met de beide vereenigingen.
Overeenkomstig dit advies werd Leslo-
ten.
Nu stellen B. en W. voor aan de Ver
eeniging „Ons Belang" het door haar ge
vraagde voorschot ten bedrage van 95
der op f 121.437.50 geraamde kosten te
verleenen, en aan de Vereeniging „De
Goede Woning" ook 95% der op f 157.199.50
geraamde kosten.
De gemeente zal het terrein, als het
voor het bouwen geschikt is gemaakt, aar.
de vereenigingen verkoopen voor 5.25 per
M2.
De kosten voor de gemeente (verbete
ring van den slechten toestand der ter
reinen, afbreken der perceelen, enz.) be
dragen f 65,000. Dit bedrag zal echter dcor
het Rijk als voorschot worden gegeven,
terwijl het Rijk tevens een bijdrage wil
geven in de bëtaling van de terzake van
dat voorschot te betalen annuïteit. Van
de annuïteit van het voorschot van 65 000
gld. zal gedurende 50 jaren jaarlijks
1184.56 ten laste komen van het Rijk en
1776.84 ten laste van de gemeente.
Bibliotheek. -^- In de afd. van de Tweedo.
Kamer heeft men inlichtingen gevraagd
omtrent de handschriften en incunabelen
van de Leidsche bibliotheek, welke naar
gezegd wordt verloren zijn gegaan bij
den brand van de biblotheek te Leuven.
Welke was daarvan de wetenschappelijke,
welke de geldelijke waarde? Ook vroeg
men of deze geschriften tegen brandschade
I waren verzekerd.