VRIJDAG 4 DECEMBER. 1914. BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. !n 's levens maalstroom. 6a JAARGANG. No. 1567 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN Be ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bijvooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent pér week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, olko regel moer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meor 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handele-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Het Fransch communiqué spreekt van een levendige kanonnade tegen Nieuw- poort en ten zuiden van Yperen.Ook in het Argonnerwoud wordt gestreden. Van. de strijd in Polen weinig nieuws. Drie van de vier Keizers, die Europa telt, aan het front. In Polen de Tsaar aller Russen. In Silezië Keizer Wilhelm. Bij Calais do Koning van Engeland, Keizer van het Indische Rijk. Volgens een gerucht zou een vlieger bommen hebben geworpen op de Kruppfabriek te Essen. De Duitschers in Frankrijk en België. Van het oorlogsterrein in België is wei nig nieuws. Het schijnt, dat de Duitschers er in gesalagd zijn, Lampernisse, ten W. van Dixmuiden, in het geïnundeerde ge bied, te bezetten. De Bondgenootcn voe ren langs de kust (dus tusschen Nieuw- poort—Duinkerken—Calais) voortdurend versterkingen aan. De inundaties strek ken zich verder ten Z. van Dixmuiden uit. Waarschijnlijk heeft men het water hooger opgezet, ten einde te beletten, dat de pogingen der Duitschers om door mid del van in het water geworpen balken vasten voet in het overstroomde terrein te verkrijgen, gelukken. Iloe minder wa ter er staat, des te meer kans is er nl. dat deze balken den grond raken en vast liggen; bij hoogeren waterstand geraken zij drijvend en bieden een zeer onvasten bodem aan. Tusschen de Leie en de Somme, dat is 1n de-buurt waar men den Atrechtsrh Rijsselsche doorbraak verwacht, gaat de kanonnade voort. In het Argonnerwoud tracht men elkaar loopgraaf na loopgraaf te ontnemen, en volgens een bericht uit Berlijn is het suc ces daarbij aan de zijde der Duitschers. Een correspondent van de ,,N. Crt." schrijft uit Antwerpen, d.d. 1 December: Er zijn tal van teekenen? dat het niet goed gaat loopen met de Duitschers, al thans wanneer aan hun laatste kracht poging, welke nu op gang is bij de kust, hetzelfde lot mocht zijn beschoren als aan alle vorige. Gebrek aan fosfor in de voe ding veroorzaakt bij massa's soldaten van allen leeftijd een lichaamsverzwak king, welke opneming en verpleging noo- dig maakt. Ook de typhus begint hier en daar de gelederen te teisteren. Alleen te Deynze bevonden zich kortelings 'n zes honderdtal dergelijke zieken, waaronder een honderdtal typhuslijders. Verscheide ne veldhospitalen zijn onlangs meer naar het Oosten verlegd. Daar geen behoorlijke brugovergangen over de Schelde van hier tot Themse zijn te maken, zal een eventueele terugtocht der Duitsche legers waarschijnlijk wel niet als gevolg hebben, dat de gansche vesting Antwerpen weer in het gevecht betrokken wordt. Terugtocht en mogelijke vervolging zullen dan plaats hebben in de strook welke noordwaarts aanleunt te gen de zuidelijke Antwerpsche forten en zuidwaarts tegen die van Namen. Zoo kan de door vroegere oorlogen reeds ver maarde streek van Mechelen over Leu ven, Wavre naar Gembloux, met het heu velterrein achter de Dyle, ook nu weer een centrum van strijd worden. Dat de Duitschers op een terugtocht be dacht zijn kan ook blijken hieruit, dat door hen over de Leie verschillende brug gen zijn geslagen, o.a. te Olsene en te Harlebeke en eindelijk ook uit het feit dat uit de verschillende Vlaamsche steden al wat maar bruikbaar is, wordt wegge sleept en naar Duitschland vervoerd. De Russen. Over den uitslag der veldslagen in Po len hangt nog steeds een dichte nevel. Rennenkampf, die reeds in Oost-Prui sen verre van gelukkig was, is uit zijn commando ontslagen, omdat hij niet door tijdig zijn maatregelen te nemen, heeft belet, dat de ten Z.O. van Lodz door de Russen omsingelde drie legerkorpsen, ontsnapten. Het schijnt, dat het Russische leger nu in de buurt van Lodz het terrein vrij heeft en dat de strijd nu gevoerd wordt ten N. van die stad, in het bijzonder in de buurt Van Lowitsch, en ten Z. van Lodz, in de buurt van Tschentochow, in het bijzonder bij Nowo Radomsk. Over het verloop van deze- veldslagen zijn de berichten echter zóó tegenstrijdig, dat wij nog altijd niet in staat zijn met eenige zekerheid aan te geven, hoe thans de stand der partijen in Polen is. Verschillende Oorlogs berichten. December. December is de maand, waarin van oudsher het minste gevocli- Westminster Gazette heeft uitgerekend, dat van meer dan 1000 veldslagen, die in den loop der tijden van Marathon af ge leverd werden, minder dan 50 in Decem ber plaats vonden, en deze behoorden nog tot de minst belangrijke en beslis sende. Juli is daarentegen, met 132 veld slagen, de maand waarin het meest ge vochten is. Dan volgt Augustus met 122 veldslagen. Gebrek. De Engelsche militaire auto riteiten, die in Armentières bevel voeren, hebben door nlakkaten te Armentières en Hazebrouck laten bekend maken, dat elke inwoner die de stad verliet daarin voor- loopig niet mag terugkeeren. Deze maat- hegel is genomen met het oog op het ge brek aan levensmiddelen. Huiden. Door dé Russische militaire 'overheid wordt beslag gelegd op alle bij de bevolking aanwezige huiden en vellen van groot rundvee. Portugal. Een op een scheepswerf aan de Golf van Genua op rekening van Portugal in aanbouw zijnde torpedojager welke dezer dagen van stapel moest loo pen, is op bevel van de Italiaansche re geering in beslag genomen, omdat Portu gal tot de oorlogvoerende naties zou ge rekend worden. Tengevolge van den oorlog. Uit Ven- timiglia wordt gemeld, dat in de kazer nes aan de Riviera, van Nizza tot Men- tone toe, meer dan 3000 zieke Senegalee- zen liggen, die het ruwe klimaat in het noorden van Frankrijk niet konden ver dragen. Een aanslag op de Krupp-fabrieken. Verschillende bladen maken een telegram openbaar, meldende dat er te Berlijn groote opwinding heerscht, ten gevolge van het gerucht, dat een vliegenier bom men zou geworpen hebben boven de fa brieken van Krupp te Essen. De aange richte schade is niet bekend; de vliege nier bleef ongedeerd. Servië en Oostenrijk. Volgens een bericht, uit Weenen aan een der Duit sche bladen geseind, moet Servië geneigd zijn met Oos'tenrijk afzonderlijk vrede te sluiten. Brug in de lucht gesprongen. Ben den deden de spoorwegbrug over de War- dar, tusschen de Stroemitsa en Demirka- poe, in de lucht springen. De middelste peiler is voor twee derden, de noorde lijke volkomen vernield. Drie bogen zijn ingestort. Het verkeer tusschen Oeskoeb en Solo- niki is geschorst. Het herstel van de brug zal geruimen tijd in beslag nemen. Bij de vernieling moet een bloedig ge vecht hebben plaats gehad tusschen ben den en Servische militairen. Zes spoor wagons met gewonden passeerden Salo- niki op weg naar Monastir. Keizer Wilhelm in Polen. Het groot hoofdkwartier meldt uit Berlijn dat de keizer gisteren een gedeelte der in de om geving van Gzentochau strijdende Oosten- rijksch-Hongaarsche en Duitsche troepen bezocht heeft. Nikolaas II. Keizer Nicolaas is op het oorlogsterrein aangekomen. Heldendood van een Jesuïet. Aan, Frankrijk* waarvan de ,,Tijd" welwillend inzage werd verstrekt, ontleent 'het blad het volgende: Een kritiek oogenblik bracht een angstige spanning in de Fransche loopgraven in de buurt van Atrecht. Het vuur van den vij and is ontzettend en hardnekkig, doch vol doende ammunitie ontbreekt om te blijven antwoorden. De bevelhebbende, officier ziet het gevaar, maar hoe de legertrein te ver wittigen? De streek, die de loopgraven srheidt van de ammunitiewagens, wordt gegeeseld door de neervallende granaten. De officier richt zich tot de manschappen en vraagt, wie een beticht aurft overbren gen. De verschrikkelijke kans, die de bode moet loopen, doet een aarzeling ontstaan. In de stilte klinkt kalm de stem van pater Demoustier „moi, mon capitaine". Gevolgd door de bewonderende blikken van zijn ka meraden sluipt hij over het veld. Een goed eind is hij aldus tusschen de neervallende granaatscherven voortgekomen, als eea scherf hem doodelijk treft. Op een stuk pa pier schrijft hij met bovenmensclielijke in spanning de order neer. Hij reikt het kost baar stuk aan een artillerie-officier, üe van den anderen kant een blik op de Krijgs verrichtingen komt werpen Dan sleept hij zich met moeite naar een ambulance, waar hij -s avonds sterft, terwijl zijn compagnie zich verdedigt met de ammunitie, die een geblindeerde auto kwam brengen. Het ge drag van dezen heldhaftigen Jesuïet heeft een diepen indruk gemaakt in de geredde loopgraven. Leven voor God en sterven voer het vaderland! Duitschland en Portugal. In verband met het zonderlinge bericht over de ver ontschuldigingen welke Duitschland zou hebben aangeboden aan Portugal melden wij nog het volgende: Óp drie plaatsen zouden, volgens een Reuter-telegram uit Londen aan een aan tal bladen, botsingen tusschen Portugeezen en Duitschers hebben plaats gehad; ten eerste aan den Oostelijken oever van het Nyassameer, waar een Portugeesch onder officier is gedood; ten tweede te Cuangar aan de Cuango-rivier, waar de Duitschers van Zuid-West-Afrika uit in Angola zijn gevallen en met verlies van twee officieren zijn teruggedreven; ten derde do voor naamste botsing te Naulila, waar aan beide zijden ernstige verliezen zijn geleden en de Duitschers opnieuw genoodzaakt zijn geweest terug te trekken. Tegen het karneval. Het „Oesterr. Sonntagsblatt" waarschuwt tegen de plan nen, die hier en daar reeds luide worden, om ook in 1915 eenigszins karneval te vie ren. Natuurlijk zouden de gewone „feeste lijkheden" thans onder een mom van pa triotisme plaats hebben en bals zouden worden gehouden voor vaderlandlievende doeleinden. Ook de „Türmer" protesteert tegen zulkc^ plannen vooral tegen den „schwindel" der, liefdadigheidsfeesten en dergelijke „huiche larij". Met betrekking tot de quaestie van den beperkten boteruitvoer meldt men het volgende Het' rijks centraalbureau voor den uit voer van boter heeft dezer dagen een cir culaire verzonden aan alle zuivelfabrie ken, die het recht van gebruik van uit- voerbewijzen voor boter bezitten. In deze circulaire is nogmaals op het laatste deel van art. 1 der beschikking van den minister van Landbouw, Nijver heid en Handel van 14 November gewezen en in herinnering gebracht, dat alleen aan die bereiders van gecontroleerde bo ter uitvoerbewijzen verstrekt worden, die dertig procent van hun productie voor het binnenland beschikbaar stellen of af leverden. Wanneer blijkt, dat een fabriek die voorwaarden niet nakomt, dan zullen de verstrekte uitvoerbewijzen onvoorwaarde lijk worden ingenomen. Aanleiding tot deze circulaire was de omstandigheid, dat volgens de meening van het rijks centraal bureau eenige be reiders de hun opgelegde verplichting niet nakwamen, waardoor de handel voor bin- nenlandsche consumptie aanzienlijk werd belemmerd en benadeeld. De mogelijkheid is intusschen niet uit gesloten, dat door .de tegenwoordige ge ringe melkopbrengst jn verschillende FEUILLETON. (Hot auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 88) Men moge uit de provincie komen om te erven, het woord „overleden" .grijpt u toch altijd aan. Na een seconode van aarzeling, trad zij de kamer der overledene binnen, trad naar het bed, waar haar bloedverwante uitge strekt lag, sloeg een kruis en vouwde de handen. Haar lippen bewogen zich, spra ken een gebed uit, maar haar oogen gin gen het vertrek rond tot in de kleinste hoeken. £oodra zij welstaanshalve meende te kunnen uitscheiden sloeg zij weder een kruis, nog haastiger dan te voren en richt te zich tot de liefdezuster met het air van iemand, die zich niets te verwijten heeft. Ik ben mevrouw Grenardon, zeide zij heel gewichtig. De zuster, die nog jong was en weinig op de hoogte met de gebruiken van erfgena men, boog, half als begrooting, half als stilzwijgende vraag. De dame vervolgde: De dokter heeft mij gisteren geschre ven. Ik ben erfgename der bezittingen. De zuster boog weder, maar ditmaal niet als begroeting. Het scherpe uiterlijk, de droeg, harde stem, de vrijpostige gebaren der overgekomene schenen haar weinig voegzaam bij het ter nauwernood koude overblijfsel van een yrouw, die zich had weten bemind te maken, ten minste bij de wees, die haar in het droevig doodsuur had bijgestaan. Spreek wat zachter! zeide de reli gieuze, den vinger op den mond leggend Mevrouw Grenardon scheen zeer ver rast over deze waarschuwing; maar zij had niets meer te zeggen, zoodat niet bleek, of zij er ook rekening mede wilde houden. Zij zette haar hoed af, waardoor zij een vrij leelijk, grijs kapsel ontblootte, ontdeed zich van haar omslagdoek, die zij op vouwde en op haar taschje legde en prijk te toen in al den rijkdom van een japon van zwart merinos, wel zindelijk, maar toch van dat verdacht uiterlijk, dat per sonen met een o'ndankbaar karakter ver- leenen aan hun zelfs nieuwe kleederen, zoodra zij die aandoen. Zijn er nog andere erfgenamen? vroeg mevrouw Grenardon, nadat zij heur haren voor een spiegel had glad gestreken. De religieuze had grooten lust, niet te antwoorden; desniettemin hief zij het hoofd op en zeide, Ik weet het niet. Er is toch zeker wel een testament? vervolgde de nicht. Ik weet het niet, antwoordde de zus ter weder met haar kalmë stem. Mevrouw Grenardon zag haar even van ter zijde aan. 't Is waar, zeide zij, gij kunt het niet wetenIs er wat te eten in huis? Ik weet het niet, klonk het ten derde- male. Plotseling ging mevrouw Grenardon de trap af. zonder zelfs om te zien. De zuster sloot de deur, waardoor zij was verdwe nen, dacht zuchtend aan Marceile, y-aar jeugd en verlatenheid haar ter harte gin gen, en ging weder bidden bij het doods bed. Er scheen werkelijk iets tè eten te zijn, want de bezoekster kwam niet naar boven. In een keukenkast had zij brood gevonden; in een buffet confituren; op een plank een spirituslichtje en gemalen koffie in een bus. Zonder tijd te verliezen met nutteloos om de doode te treuren bereidde en nuttig de zij een eenvoudig maar smakelijk dejeuner. Toen zij met zeker welbehagen de laat ste druppels koffie uitdronk en de kof fie was waarlijk heerlijk weerklonk we der het schelletje van het tuinhek. Mevrouw Grenardon naderde het ven ster en zag een nog jonge heer en een oude dame, evenals zij zelf had gedaan, den tuin binnenkomen; zij waren hier blijk baar vreemd, want zij zagen naar alle zijden rond. Wat zijn dat voor lieden? vroeg de goede ziel zich af. Zij schijnen van Pon- taise te komen.... Zij was waarschijnlijk zeer voorkomend van aard, of 't moest zijn dat nieuwsgierig heid haar dreef, want zij had de goedheid het huis te verlaten en de nieuwgekome- nen in den tuin tegemoet te gaan. Wat verlangt mevrouw? vroeg zij met een beleefdheid, die de kleine winkelier ster van de provincie verried. Mejuffrouw de Beaurenom? zeide de leer. Dat is hier, antwoordde mevrouw Grenardon, die terstond wantrouwend werd en haar .welwillend uiterlijk liet varen. Hoe maakt zij het, de goede Hermin e? vroeg de oude dame. Mevrouw Grenardon keek eerst haar en daarna de jonge man aan. Deze wachtte het antwoord af met den hoed in de hand en den arm gezond, als een dansmeester. Zij is overleden! verklaarde de eerst- gekomene. Behoort u ook tot de familie? Ik ben haar tante van vaderszijde, mevrouw Permeny... En u, mevrouw, mag ik u vragen.... Ik ben haar nicht van moederszijde, luidde op droogen toon het antwoord. De. beide vrouwen wisselden een tylik niet ongelijk aan den schok van twee vuursteenen. De heer zette den hoed weder op, (jien- de de huisdeur en ging in postuur staan om zijn moeder door te laten; maar voor deze over den drempel kon stappen was dc andere vrouw, jonger en vlugger dan zij, reeds den gang ingedrongen. Zoo, mompelde de oude dame. Beleefd is zij niet:'... Zij trad niettemin binnen en zag in de eetzaal de overblijfselen van het maal staan. Is u al lang hier? vroeg mevrouw Permeny. Een uur, antwoordde de nicht op een toon, niet ongelijk aan den hamerslag, die op de vingers terecht komt. Moeder en zoon wisselden een mistroos- tigen blik. Als wij den trein niet gemist hadden, zouden wij reeds om 9 uur hier geweest zijn, sprak mijnheer Permeny. Dat kan al eens gebeuren ,decd me vrouw Grenardon, die geen van beiden uit het oog verloor, opmerken. streken van ons land de hoeveelheid ge produceerde boter zoodanig is vermin derd, dat de verhouding 30 pCt. voor liet binnenland en 70 pCt. voor liet buitenland onjuist is geworden. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, heeft de minister van Landbouw, Nijver heid en Handel art. 1 der ministoiïeele beschikking van 14 November zoodanig gewijzigd, dat voor dertig procent ten minste dertig procent in de plaats is ge steld. In overeenstemming hiermede is ook art. 2 der ministerieele voorschriften d.d. 29 October aangevuld en wel zoodanig, dat aan het rijks cehtraal bureau machti ging wordt verleend, den in het binnen land te houden voorraad te bepalen op meer dan 30 procent der productie. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft in art. 1 der ministerieele beschikking van 29 October, zooals dat gewijzigd is bij de ministerieele beschik king van 14 November, voor den invoer van boter, vóór „dertig procent" inge- lascht de woorden „ten minste". De minister van Landbouw heeft voorts art. 2 der voorschriften, vastgesteld hij de ministerieele beschikking van 29 October ingetrokken en vervangen als volgt: De directeur van het Botercontrólesta- tion verstrekt eiken Maandag een certifi caat A voor uitvoer van 70 pCt. van de hiervoor bedoelde hoeveelheid of van zoo veel minder als het Rijks- Centraal Bu reau voor den uitvoer van boter zal be palen. Boter. De firma P. Pauw, boterhandel te Zwol le, heeft een adres gericht tot den minis ter van Landbouw, Nijverheid en Handel, waarin wordt aangevoerd, dat fabrikan ten, die niet door contracten gebonden zijn, zich niet aan den maximum-prijs houden, evenmin als de landbouwers, die Gevraagd wordt, het daarheen tc lei den, dat ten eerste de hoeveelheden boter voor binnenlands.cb gebruik bestemd grooter worden dan tot lieden, door meer beperkten uitvoer en ten andere, dat fa brikanten genoodzaakt worden de boter werkelijk tegen den door den minister bepaalden prijs te verkoopen. Ook zou reeds veel gewonnen zijn, indien kou worden verkregen, dat de Engelsche re geering het verbod van uitvoer van Sibe rische of Australische boter uit Engeland naar ons land ophief. Militairen op reis. De oppcrbevelhebbcn van land- en zee macht heeft als zijn verlangen te kennen gegeven, dat alle militairen bij hun reis, bij vertrek met verlof, aan liet spoorweg personeel hun volle medewerking verlee- nen, om te bereiken, dat het openbare rei zigersverkeer zoo min mogelijk belemme ring ondervindt, tengevolge van den groo ten toevloed van verlofgangers. Zij zullen zich in voorkomende egvallen moeten te vreden stellen met minder plaatsruimte dan waarop zij volgens d.' inrichting van de spoorwegcompartementen recht kunnen doen gelden, en ook zullen zij zich noodig._ dienen te getroosten een gedeelte van de reis staande, hétzij in de zijgangen van de rijtuigen, hetzij in de gage gewagens, door- te brengen. De nieuwgekomenen bewaarden het stil zwijgen. Wie heeft haar verzorgd? vroeg ten slotte de oude dame. Er is een liefdezuster boven, ant woordde de nicht. Niemand anders? Ik heb niemand gezien. En de dokter, die ons geschreven heeft? Ik denk, dat die wel komen zal. Hij is nog niet geweest. Wij zullen op hem wachten, zeide mijn heer Permeny zoo beslist mogelijk. Ga zitten, mama. De oude dame zette zich neder en haar zoon trok zijn jas uit. Mevrouw Grenardon nam ook ccn stool en zette zich tegenover de anderen. Daar zaten zij nu elkaar wantrouwend aan te kijken Plotseling ontspande zich hun gelaat een weinig, toen mijnheer Permeny zeide: Ik veronderstel, dat wij de eenige bloedverwanten zijn van do dicrb/.ro over ledene. Ik weet er niets van, antwoordde de verwante van den anderen tak, maar ik heb nooit hooren zeggen, dat juffrouw de Beaurenom veel bloedverwanten had.... Is er een testament? De zuster kon het mij niet zeggen. Mevrojw Permeny sloeg de oogen op en zeide: Ik had gehoord van een bescherme ling van onzen nicht, die bij haar woonde. Mevrouw Grenardon vestigde op haar een doorborenden blik, maar zeide niet». (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1