27
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
6e JAARGANG.
No. 1 56
3)e QakltehzQou/im
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Intero. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaalbij onze
agenten II cent per week, ff.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2]/2 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
VRIJDAG
NOVEMBER.
1914.
D» ADVERTENTIEPRIJS hodraagt van 1-5 regel» f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingon van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 rowels 50 cent, Mere regal meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verluur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertontiën) van 1-5 regels 25 cent, iod.re rogol meer 5 cent.
Godsdienst en Oorlog.
Men herinnert zich, hoe bij den aan
vang van den huidigen oorlog gesmaald
werd en nu nog gesmaald wordt, dat
zoo'n wereldoorlog kan uitbreken „na £0
eeuwen Christendom."
Onzerzijds werd zeer terecht daartegen
over aangevoerd, dat men min of meer on
beschaamd handelt door het Christendom
van den eenen kant zoo hardnekkig tegen
le werken en het van den anderen kant ge
brek aan invloed te verwijten.
We dachten hier weer aan, toen we de
circulaire lazen van den Franschen Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, waarin
deze ,,voor het geval, dat bijzondere gods
dienstoefeningen mochten gehouden wor
den in de departementen, de autoriteiten
uitnoodigt om, overeenkomstig de bestaan,
de wetten, aan de ambtenaren, die onder
hun bestuur zijn geplaatst, de officieele
deelname aan die plechtigheden te verbie
den."
Als paticulier mogen ze er heen gaan,
och, welk een goedheid maar als amb
tenaren moeten zij toch vooral neutraal
blijven.
Heeft die minister in deze troebele tij
den niets beters te doen dan 'n dergelijke
voor alle geloovige krenkende circulaire te
verzinnen! En zulks ondanks het feit, dat
de katholieke geestelijkheid en religieusen
op het oorlogsterrein kwaad met goed
vergelden en hun vaderlandsche plichten
uitstekend vervullen.
Men ziet intusschen hoe weerzinwek
kend het Christendom wordt belemmerd en
vervolgd.
En dan durft men het nog verwijten,
dat liet den oorlog niet heeft weten te ver
hoeden.
't Is om de vuisten te ballen van woede
over dergelijke bodemlooze aantijgingen.
Engelsch slagschip veron
gelukt.
De Britsche Admiraliteit lijdt opnieuw
een verlies, thans is 't pantserschip Bul
wark in de lucht gesprongen. De offici
eele berichten spreken van een plaatselij
ke ontploffing, maar een oorzaak weteu
zij niet te geven. Ook wordt gezegd ,dat
het materieel verlies niet zoo groot is. In
derdaad heeft men te doen met een oud
schip van 1899, maar daarentegen moest
worden erkend, dat het verlies aan men-
schenlevens ontzettend groot was. Van de
700 a 800 man werden er slechts 12 gered
en het nieuwe onheil, dat de Britsche
vloot treft door een onbekende oorzaak,
kan niet anders dan een pijnlijken indruk
maken op de openbare meening.
Uit de bijzonderheden blijkt, dat men te
doen heeft gehad met een zeer hevige ont
ploffing. Men zie daarvoor onderstaande
telegrammen.
Dat men te Londen nogal eenige betee-
kenis hecht aan de zaak, mag men mis
schien ook afleiden uit het feit, dat de be
treffende telegrammen 1 dag werden opge
houden. Reuter seint althans, dat de te
legrammen reeds Woensdag le Londen
werden aangeboden.
Londen, 26 November. In het Lagerhuis
kondigde Churchill aan dat het pantser
schip Bulwark in de lucht sprong. 12 man
werden gered van de 7 800.
Het ongeluk wordt toegeschreven aan
een plaatselijke ontploffing in het kruitma
gazijn."
Londen, 26 November. „Nader deelde
Churchill mede, dat de Bulwark heden
morgen te Sheerness in de lucht sprong.
Het rapport van den admiraal spreekt
de overtuiging uit, dat de oorzaak was
een ontploffing in de kruitkamer. Het wa
ter steeg snel en het schip was verdwenen
toen de rook weg was.
Het verlies van het schip is niet van
groote beteekenis uit een militair oog
punt, maar het verlies aan menschenle-
vens is zeer belangrijk. Er zijn slechts 12
man gered."
Londen, 26 November. „De ontploffing
op de Bulwark was zóó sterk, dat al de
schepen te Sheerness den invloed onder
vonden. Dichte rookwolken stegen op van
het pantserschip, dat in 3 minuten tijds
zonk.
De ontploffing werd gehoord op eenige
mijlen afstands aan gene zijde van de
•Theems."
De Bulwark is 10. October 1899 van sta
pel geloopen. De waterverplaatsing be«
draagt 15,250 ton ,de snelheid is 18 knoo-
pen. Zij was bewapend met vier 30.5 c.M.,
twaalf 15 c.M., zestien 7.6 c.M. en twee
4.7. c.M. kanonnen.
De Duitschers in Frankrijk
ën België.
Hoe lang moeten wij dagelijks vermel
den: Van het Westelijk front is weinig
nieuws?
Volgens een beschouwing in de ,Lokal-
Anzeiger" mag men uit de (trouwens niet
zeer groote) voordeelen, die de Bondge-
nooten bij Langemark, ten N., en bij Zon-
nebeke, ten O. van Yperen, behaalden,
geen gevolgtrekkingen maken ten opzichte
van het groote doorbraakplan der Duit
schers. Als geheel beschouwd is dat echter
ongetwijfeld het geval. De geheele strijd
rondom Yperen, en tusschen die stad en
de zee, maakt deel uit van dat plan. Het
schijnt echter, dat het punt waarop de
doorbraak gericht is, en dat beurtelings
ten W. en ten O. van Yperen lag, thans
gezocht moet worden tusschen Nieuwpoort
en Dixmuiden, te oordeelen althans ..aar
het gewicht, dat men hecht aan het van
Duitsche zijde gemelde feit, dat het aan
de Bondgenooten niet gelukt is, den voort
gang van het werk, waarmede de genie
daar bezig is. te verhinderen.
De Russen.
Wat het Oosten aangaat, is er geen een
heid in de berichten te ontdekken. Volgens
een telegram uit Berlijn schijnen echter de
Duitschers en Oostenrijkers een geweldige
overwinning op de Russische troepen te
hebben behaald.
Het communiqué van den Duitschm ge-
neralen staf van gisterenmorgen luidt nl:
In Oost-Pruisen is de toestand onveran
derd.
In de gevechten tegen de troepen van ge
neraal von Mackensen bij Lcdz ,en Lowicz
leden het eerste, tweede en ten deele ook
het vijfde Russische legerkorps zware ver
liezen.
Behalve vele dooden en gewonden, ver
loren de Russen hier niet minder dan on
geveer 40.000 ongekwetste gevangenen,
70 kanonnen, 160 munitiewagens, en 156
machinegeweren. Dertig kanonnen wer
den onbruikbaar gemaakt.
Ook bij deze gevechten was de houding
der jonge troepen, ondanks de groote of
fers, allerschitterendst
Wanneer na zulk een succes, het ons
nog niet gelukt is een beslissende slag
te slaan, dan is zuks te wijten aan het
feit, dat nog andere sterke troepenmach
ten der Russen van het Oosten en het
Zuilen ingrijpen. Hun aanvallen werden
gisteren evenwel afgeslagen.
Dc eindbeslissing staat echter nog to
wachten.
Het Wolff-bureau voegt aan dit com
muniqué toe, dat de succesvolle generaal
von Mackensen dezelfde is, die zich, vol
gens de berichten in de Fransche oers in
Augustus zou gezelfmoord hebben.
Lees hierna nu eens het yolgende: Het
communiqué van den Russischen genera-
len staf meldt: In den slag bij Lodz, welke
zich verder ontwikkelt, blijft het voordeel
aan onzen kant.
De Duitschers pogen thans om den te
rugtocht van hun troepen, die in de rich
ting van Bresiny waren doorgedrongen,
te vergemakkerljijke|n. Zij trekken thans
terug in het gebied van Strykoff onder
zeer ongunstige omstandigheden voor hen.
Op het Oostenrijksche front heeft onze
actie succes gehad. Bij de gevechten van
den 25sten maakten wij 8.000 gevangepen,
waaronder bijna twee heele regimenten
met commandanten en officieren.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Moorden te Tabriz. De „Terdjuman
i Hakikat" bevestigt het bericht dat te Ta
briz tweeduizend Russen door inlandsche
Perzische stammen werden vermoord.
De graanoogst in Canada. Besloten
is, het volgend jaar de met koren bebouwde
oppervlakte in Canada met 45 pet. te ver
meerderen, teneinde het rijk, wat de
graanopbrengst betreft, zoo onafhankelijk
mogelijk te maken.
„Een Pastoor op een kanon gebonden?"
De weleerw. Kruisheer fr. F. Richter
shrijft aan de „Tijd":
Eenigen tijd geleden ging er onder bo-
venstaanden titel door de kranten een be
richt over een zieken pastoor op een ka
non gebonden. Ziehier de ware toedracht
der zaken:
De weleerw. Kruisheer G. Beukers, van
Schiedam, was 's morgens op assistentie
in een dorp bij Diest. Eén boer zat in de
kerk, de andere boeren durfden niet ko
men, daar de Pruisen rondom de kerk la
gen. De eerw. Kruisheer wilde zelf de kaar
sen aansteken, daar er geen koster te zien
was. Ilij had juist dat wapen in zijn hand,
toen de Duitschers binnenkwamen. De
Kruisheer werd govangen genomen. Ook
de pastoor werd in de pastorie ingerekend.
Doze kon echter niet loopen, daar Z Eerw.
aan heupzickte bedlegerig was. De pastoor
kreeg nu een plaats op een kanonwagen.
(Dus niet boven op 'n kanon). Nadat men
twee uur aldus met hem gehost had, werd
hij door een dokter onderzocht Uit het
onderzoek bleek, dat de pastoor werkelijk
ziek was. Hij kreeg zijn vrijheid weer,
maar moest maar zien thuis to komen.
De Kruisheer werd meegevoerd naar
Diest. In Diest was de groote kerk tot ge
vangenis ingericht.
De zeereerw. Ivruisheeren van Diest
maakten er werk van hun medebroeder te
bevrijden, maar er hielp niet aan, hij
bleef krijgsgevangene. Eerst na drie da
gen kreeg hij zijn vrijheid weer.
De rede van dit alles was deze: „Er wa
ren seinen gegeven" vanuit den toren. Het
feit was echter simpel, dat een van ie vier
raampjes door den wind was opgewaaid.
Dat waren „seinen'". Het raampje werd
uit den toren geschoten.
Tweeduizend Russen vermoord. De
„Terdjumani Hakikat" bevestigt, dat in
Tabris tweeduizend Russen door Perzen
zijn vermoord.
Bomaanslag te Calcutta. Een bom ont
plofte in bet bureau der recherche en ver
wondde ernstig 2 inspecteurs. De moor
denaar werd vervolgd en wierp nog een
bom, waarbij een inlandsch politie-agent
werd gedood en twee anderen werden go-
wond.
Oostenrijkers en Serviërs. Officieel
«Ti; dl van het Zuidoostelijke oorlogsterrem
h:l volgende uit Weenen gemeld: Omlrent
dert gisteren een bepaalde vooruitgang op
de gevechten aan de Koloebara valt re-
te teekenen. In het centrum van het vij
andelijke front is de sterke stelling bij La-
zaatsj door dc, door hun durf roemvol be
kend staande regimenten 11, 73 en 102
stormenderhand genomen. Hierbij zijn 8
officieren en 1200 manschappen gevangen
genomen, alsmede 3 mitrailleurs buitge
maakt. Ook ten Zuiden van het stadje
Ljig gelukte het, de Oostelijk van de ge
lijknamige rivier gelegen hoogten te ne
men en 300 man krijgsgevangen te ma
ken. De van Valjevo Zuidwaarts opge
rukte colonnes staan voor Kozjeriet
Nederland en de Oorlog.
Bezuinigingbij inkwartiering.
Door den opperbevelhebber van Land
en Zeemacht is dezer dagen een maatregel
genomen, welke noodzakelijkerwijze in de
kringen der belanghebbenden veel ontstem
ming moet wekken, zegt de „Tijd
Deze autoriteit heeft n.l. bepaald, dat de
gezinnen, die militairen in hunne huizen
in kwartier hebben en zelf onmachtig zijn
om dien militairen de npodige dekens voor
ligging te verschaffen; voor de verstrek
king daarvan van Rijkswege per dag zul
len worden gekort. Het bedrag dezer kor
ting is door den Commandant der Stelling
Amsterdam bepaald op 2 of 5 cent, al naar
gelang do kwartiergever al of niet meer,
inenschen dan waartoe de wet hem ver
plicht, in kwartier heeft.
Hierover wordt geklaagd en wel om de
navolgende redenen
le. is de vergoeding ad f 0.80 per dag,
welke men voor voeding en huisvesting
van een militair ontvangt, jaren geleden
vastgesteld, in den tegenwoordigen tijd
reeds veel te laag;
2e. komt die verlaging nu, in dezen cri
sistijd, terwijl vleesch, spek en andere le
vensbehoeften zeer duur zijn, geheel te
onpas;
3e. wordt door dezen maatregel hoofd
zakelijk getroffen do kleinere man, die niet
in het bezit der noodige dekens is, ja, soms
hij, die van het Steuncomité ondersteund
wordt, terwijl de meergegoede niet gekort
wordt;
4e. zal het korten op de kwartiergelden
hier en daar onwillekeurig ook een bezuini
ging op het eten ten gevolge hebben, zoo
dat dus de soldaat weer indirect de dupe
wordt;
5e. de korting van 5 cent per «log is be
slist te hoog, want zoodocide wordt ir. en
kele weken de deken aan bet F'jk terug
betaald, zonder dat de kw irui; 'ge.>r 'fo
eigendom daarvan verkrijgt, wairop bij
toch recht zou hebben.
Een en ander klemt te meer, waar het
huisvesten van militairen gedurende zóó
langen tijd toch reeds een bijna ondmag-
lijken last op de schouders der burgerij
legt, terwijl ook wordt toegepast >le mant'
regel van inhouding van kwartiergebb-n,
wanneer een militair een of meer «'agon
met verlof gaat.
Ook deze maatregel is uit een billijkheids
oogpunt slechts half te verdedigen, terwijl
er een wettige grondslag o. i. geheel voor
ontbreekt.
Vele getroffenen, die daarover hun be
klag doen, hopen dat op deze maatregelen,
in de eerste plaats dien betreffende korting
wegens dekens, spoedig zal worden terug-
gekomen.
Bezuinigen is natuurlijk, en vooral in
dezen tijd, noodzakelijk, maar als er op
dergelijke z.aken moet worden bezuinigd,
wordt er door de getroffenen natuurlek
eens rondgekeken of er geen andere uitga
ven zijn, welke dan eerst onder handen
moeten worden genomen. En dan vinden
zij ze well
Passen en toegangsbewijzen voor
België.
De Duitsche legatie tc 's-Graveuhagc deelt
het volgende mede:
Om de Ncderlandsch-Belgische grens to
passecren is een pas en een toegangsbewijs
vereiflcht.
De passen worden in het algemeen voor
Belgen cn buitenlanders geviseerd en do toe
gangsbewijzen afgegeven door het Duitsche
consulaat-generaal te Amsterdam en door
den Duitschen consul tc Rotterdam.
Slechts ingeval van een bijzondere aanbe
veling worden door de Duitsche legatie pas
sen naar België geviseerd en toegangsbewy-
zen daarheen afgegeven.
Aan Belgen, die dienstplichtig of tot het
dienen in dc burgerwacht verplicht zijn, wor
den voorloopig geen toegangsbewijzen af
gegeven.
Het verdient aanbeveling, dat dc passen
aan de voorschriften voldoen die voor liet
Duitsch-Nedcrlandschc verkeer zijn uitge
vaardigd.
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
82)
Wat? zonder keukenmeid to zijn,
vroeg juffrouw Hermine.
Neen, antwoordde het kind, gnaar u
te bedienen, te weten dat ik u nuttig ben
en dat u, zonder mij, van uw dierbaarste
gewoonten zoudt moeten afzien.- O, wat
zou ik u goed oppassen, als gij ziek waart.
Ja, zeide juffrouw Hermine, schert
send, maar die voldoening hoop ik je toch
nooit te schenken.
HOOFDSTUK XXIV.
Ziek.
Wat is dat vermakelijk, juffrouw, zei-
de MarceUe, haar koude handen diep in
baar mof verbergend.
Zij liep met haastige stapjes naast juf
frouw Hermine, die tersluik een mand
droeg, waarin groenten waren. De cotelet-
ten waren toevertrouwd aan Marcelle, die
ze droeg in een zak, die aan haar arm
hing.
Wat is vermakelijk? vroeg de oude
juffrouw, wat haastiger loopend, want zij
was koud.
De sneeuw, die zoo om mijn ooren
waait, 't Is alleraardigst, dat verzeker ik
U- Vind u het ook niet?
Ik vind dat het koud is en wilde, dat
wij al thuis waren, antwoordde juffrouw
Hermine. En tot overmaat van ramp, ben
er haast zeker van, dat ik de ramen
open heb gelaten, toen 'wij uitgingen. Ik
begrijp niet, hoe ik dat heb kunnen ver
geten.... Het huis zal bevroren zijn.
Geef mij dö sleutel, dan loop ik voor
uit om ze te sluiten, zeide Marcelle, de
hand reeds ophoudend.
Zij stonden stil op den hoek van een
straat, terwijl juffrouw Ilermine in haar
zak tastte. Zij zocht met zooveel haast, dat
zij haar sleutelbos niet vinden kon. Na
verschillende pogingen stak zij de hand
nog eens diep in den zak, maar haalde
die er met een ongeduldig gebaar weder
ledig uit.
De half gesmolten sneeuw, voortgejaagd
door een ijzigen noordwesten wind, joeg in
dikke vlokken om haar heen. Juffrouw
Hermine, teri einde van haar geduld,
ademde eens diep.
't Is toch wat! zeide zij. Nu vind ik
hem niet.
Op hetzelfde oogenblik ontmoette haar
hand, die als vanzelf weder naar den zak
was teruggekeerd, den sleutel.
Hier is hij, riep de oude dame. Loop
nu vooruit en maak een weinig vuur aan,
want ik ben verstijfd van koude.
Marcelle vertrok als een pijl uit den
boog; juffrouw Hermine volgde haar lang
zaam. Haar voeten waren als van lood;
zij dacht nogal vlug te loopen mafcr schoot
niets op. De wind joeg haar de sneeuw in
het gelaat; herhaaldelijk moest zij stil
staan om adem te scheppen; zij deed dit
dan diep, de lucht flink in haar longen
voerende; daarna hernam zij haar loop
met een voorbijgaand gevoel van verlich
ting, dat al spoedig in een smartelijke lus
teloosheid overging.
Niet zonder moeite bereikte zij het hek
van den tuin, dat Marcelle voor haar open
had gelaten. Zij drukte er tegen om het te
sluiten en stond verbaasd over de zwaarte.
Hoe heeft het kind het open kunnen
krijgen, vroeg zij zich met verwondering
af. Er lijkt ecu grenadier voor noodig als
Rose om het in beweging te brengen.
Haar gedachten vlogen naar Rose, dia
pas drie dagen weg was, drie dagen, welke,
ondanks den ijver van Marcelle, haar drie
eeuwen hadden toegeschenen.
Kvyam zij maar gauw terug! dacht
juffrouw Ilermine. Ik ben het al lang
moede.
Zij trad het huis binnen en kreeg het
aanstonds in de keel van de rook. De stem
van Marcelle klonk als van den bodem
ecner put.
Kom niet in de eetzaal, riep zij; de
wind sloat dc rook neder. Ik heb de kachel
nog niet aan kunnen krijgen.
Ondanks deze waarschuwing stak juf
frouw Herminc toch het hoofd door de
deur en zag Marcelle op de teenen voor
de kachel hurken, het hoofd zoo dicht nabij
het smeulende vuur als maar mogelijk
was. Met haar handen was zij bezig een
stapeltje houtjes op te bouwen en ging
daarmede voort, hoe de wind haar ook den
rook in het aangezicht blies.
Eindelijk hief zij het hoqfd op, wischte
haar betraande oogen af met de hand, die
het minst zwart was en zeide met een
lieftalligen glimlach tot juffrouw lier-
mine:
Ga u nu maar naar uw kamer, juf
frouw. de kachel zal wel gauw aan wezen.
Zonder te antwoorden ging juffrouw
Hermine de trap op, zich er over verwon
derend, dat zij zich aan de leuning moest
vasthouden. Haar kamer binnentredend,
waarvan het venster eerst vóór eenige
oogenblikken gesloten was, en waar dus
een ijzige vochtigheid hecrschte, rilde zij
van het hoofd tot de voeten en liet zich
op haar chaiselongue neervallen, zonder
den moed te hebben, zich van haar voch
tige kleederen te ontdoen.
De houtjes hadden geen vlam willen
vatten en van tijd tot tijd kwam een dikke
sneeuwvlok er zich tergend van uit de
hoogte op neer zetten....
Juffrouw Ilenuine gevoelde een vreem
de gewaarwording haar gansche wezen
doortrekken en haar tanden klapperden
zonder dat zij 't zelf wist .Zij vergenoegde
zich er mede, haar doorweekte voeten on
der haar japon op te halen en zoo ineen
gedoken wachtte zij met zekere onverschil
lige berusting dc hulp af, die wel etns
komen zou.
Die hulp liet zich intusschen lang vach
ten en verscheen eindelijk in de cers.ion
van Marcelle, die een komfoortje in de
hand droeg.
Lieve Hemel! riep zij uit, wat rehoelt
u, goede vriendin? Gij zijt zoo rood, o zoo
rood en gij kijkt zoo vreemd, tegelijk le
vendig en neerslachtig.... Gij hebt het ze
ker erg koud; maar ik heb hier een goe-J
komfoortje
Marcelle knielde neer voor dc chaise
longue, deed omzichtig de doorweekte laar
zen en de vochtige kousen van haar vrien
din uit, en wikkelde haar voeten in een
servet, dat zij boven het liomfoort ge
warmd had. Daarna zag zij juffrouw Her
mine aan met dien lieven glimlach, die
op zich zelf eèn verkwikking was.
Gij moet u uilkleeden, juffrouw, en
naar bed gaan; dan zal ik een lekker kop
thee voor u zetten... goede Lede thee.. Wilt
u het niet beproeven u uit te kleedcn?
Lieve Ilemel, dat die kachel ook niet aan
wil gaan. Er is wel vuur in geweest, muar
't was niet dc moeite waard.
De inhoud van het komfoortje werd leeg
gegoten in de kachel, waarna na eenige
moeite de kolen werkelijk begonnen tc
glimmen cn ccri aanhoudend geknetter,
aantoonde, ciat de weerbarstige schoor
steen eindelijk naar rode luisterde.
Kom, mijn beste juffrouw, zeide Mar
celle met haar overredende stem, ga nu
naar bed.
Ilclp mij dqn, vroeg juf'romv Her-
mine met een vreemde, goderr-i ie stem.
liet meisje haastte zich; onder haar han
dige vingers gingen de haken en band
jes spoedig los, do kleed'.'t-n vieJm achter
elkaar op den grond en juffrouw Ilertnino
lag tc bed voor zij het wist. Bij dc aanra
king met dc lakens huiverde zij weder cn
Marcelle hooide dat vreerelijke klapper
tanden, zoo verschrikkend, omdat het bij
na altijd het begin is van ccn ernsiigo
ziekte.
Zij verspilde echter geen wjorUoi^
maar liep naar de kachel, waaicj z'j lrodj
uit voorzorg 'n ketel wtacr lntj gv/et Dit
water riekte wel een weinig naar de rock,
maar 't was nu niet de tijd, o:«\ op zulk*
kleinigheden te lc-tt-n.
(Wordt vervolgd.)