Uit Stad en Omgeving.
ding om voor bedoelde manschappen van
fle Militie en Landweer den diensttijd an
dermaal te verlengen.
Sint-Nicolaasverlof,
Dc opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft nader te kennen gegeven, dat
ook de militairen, die werkzaam zijn in een
bakkerij zooals er vele ten plattelande zijn,
waai in gewone tijden geen banket wordt
gebakken, doch met Sint Nicolaaa wel, het
oxtra Sint Nicolaasvcrlof kunnen bekomen,
als zij in hun bedrijf door de meerdere drukte
die het Sint Nicolaasfecst medebrengt, niet
kunnen worden gemist.
Bivakmutsen voor soldaten.
Het Hoofdcomité van Nederlandscho
Vrouwen voor het breien van bivakmutsen
bericht, dat zijn „Oproep" alom in den
lande krachtig weerklank heeft gevonden,
en dat overal zeer veel vrouwen en meisjes
ijverig bezig zijn met het breien dier zoo
practische mutsen. Nu de winter zoo vroeg
invalt, zal het uitreiken der bivakmutsen
een ware weldaad zijn, vooral voor de mi
litairen der kust- en grenswachten. Het
Hoofdcomité verwacht dan ook een zeer
ruimen bivakmutsen-oogst.
Erg jammer is het nu evenwel, dat
naar van vele zijden wordt vernomen
een groot aantal vrouwen en meisjes voor
nemens zijn, de door haar gebreide mut
sen, buiten het Comité om, uit te reiken
aan bepaalde troepen of militairen. Die
handelwijze is tegenover het Hoofdcomité
niet correct, want dit heeft de gegevens
verspreid en is aansprakelijk voor de niet
onbelangrijke kosten van drukwérk, por
to's, advertentiën enz. Bovendien zal het
Hoofdcomité nu over veel minder bivak
mutsen kunnen beschikken, en een be
trouwbaren grondslag voor de verdeeling
en toewijzing missen, aangezien het niet
weet, aan welke troepen en militairen er
reeds uitgereikt zijn.
Het Hoofdcomité doet daarom een ernstig
beroep op de breisters van bivakmutsen,
om van het bedoelde voornemen af te zien
en te handelen, zooals in de circulaire is
omschreven.
Geïnterneerden.
De beide gevluchte Duitsche vliegofficieren
hebben aan een kameraad te Bergen geseind,
dat ze te Osnabrück waren aangekomen.
Naar de commandant van hetintcmeerings-
depöt, kolonel Lussanct dc la Sablonière, van
gezaghebbende Duitsche zijde vernam, zullen
deze beide officieren, die zich aan woordbreuk
hebben schuldig gemaakt, voor een raad van
eer komen en is er geen sprake van, dat ze
weer in het leger treden.
In verband met het bericht dat bij beschik
king van den minister van Oorlog 46 Duitsche
militairen, onder wie 4 officieren, die te Bergen
waren geïnterneerd, zijn vrijgelaten, kan worden
medegedeeld dat op denzelfden grond 20 Bel
gische militairen, die te Gaastcrland waren
geïnterneerd, vrijgelaten zijn.
Niet naar Antwerpen.
Reizigers, die gisterochtend naar Ant
werpen wilden vertrekken, werd aan het
station medegedeeld dat zij gisteren en
wellicht eerstvolgende dagen België r.iet
kunnen hereiken, althans niet hij vertrek
in dc ochtendtreinen. Zij waren dus ver
plicht weer huiswaarts te keeren.
Leuvensche Boekenfonds.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft naar het „Centr." meldt, een brief
gericht aan de Rijksarchivarissen, met de
vraag, welke boeken door hun tusschen-
komst voor het Leuvensche boekenfonds
zouden kunnen worden afgestaan.
Belgische spaarbank
boekjes.
Door het Kamerlid Juten zijn den mi
nister van Waterstaat in zake de terug
betaling van gelden aan Nederlandsche
postkantoren op Belgische spaarbankboek
jes de volgende schriftelijke vragen ge
steld:
Is het den minister van Waterstaat be
kend, dat nu de Belgische kantoren
voor den dienst der Belgische postspaar
bank gesloten zijn wekelijks verschil
lende in Relgic verblijf houdende Belgen
met hun Belgische postspaarbankboekjes
naar Nederland komen en dat hun door
de Nederlandsche postspaarbank daarop
uitkeeringen worden gedaan?
Is het den minister bekend, dat hun
voor een afschrijving van 99 franken ze
ven-en-veertig gulden vijftig cents wordt
uitbetaald, en dat die berekend naai
den koers, dien de Nederlandsche Bank
geeft voor Belgisch geld door hen kun
nen worden worden omgezet in negen-en
negentig franken en 75 centimes?
Hierop heeft de minister van Waterstaat
geantwoord:
lo. De voorschriften, uitgevaardigd ter
zake van de uitbetaling aan Nederland
sche postkantoren van gelden op Belgische
spaarbankboekjes, verbieden zoodanige
uitbetaling anders dan aan vluchtelingen,
die hier te lande verblijf houden en in be
hoeftige omstandigheden verkeeren. Uitbe
taling geschiedt niet rechtstreeks, doch op
order van de direetie der Rijkspostspaar
bank. alwaar op een ten postkantore in
gediende aanvraag, aan de Jiand van het
door den directeur van dat kantoor te ge
ven advies, wordt beslist. Aanvankefijk
was het maximum der uitbetaling gesteld
op 500 francs in 14 dagen. Nadat reeds op
29 October het maximum verlaagd was tot
100 francs, werd onlangs door den direc
teur van de Belgische spaarbank beslist,
dat op Belgische spaarboekjes in 14 dagen
niet meer dan 50 francs mag worden uit
betaald aan een en hetzelfde gezin (man,
vrouw en minderjarige kinderen). Door
deze verlaging is het voordeel, door den
heer Juten aangegeven, zóó gering gewor
den, dat veilig mag worden aangenomen,
dat de hoogere koers niet tot winst van
eenig belang aanleiding zal geven. Trou
wens in het veertiendaagsche tijdperk na
29 October is door de Rijkspostspaarbank
order tot betaling afgegeven tot een totaal
bedrag van slechts f 63,112.
2o. De koers, waartegen de francs, welke
op een Belgisch boekje worden afgeschre
ven tegen Hollandsch geld worden omge
rekend (100 francs f 47.97) is de vaste
koers, welke steeds over en weer door de
Belgische spaarbank en de Rijkspost
spaarbank wordt gevolgd bij de verreke
ning van voor elkaar uitbetaalde bedra
gen. Het misbruik, dat hiervan zou kun
nen worden gemaakt zal, zooals uit het
bovenstaande blijkt, zoo gering zijn, dat
er geen aanleiding bestaat voor de onder-
werpelijke uitbetalingen een anderen
koers vast te stellen.
Wol.
Men meldt uit Den Haag dd. 24 Nov.:
In de jongste dagen is hier in de win
kels en magazijnen bewerkte wol, met na
me breiwol voor sokken, moeilijk te krij
gen. Ook de prijzen van het artikel zijn
hooger dan in gewone tijden.
Katoengebrek.
Naar het „Volk" verneemt, zijn in de
laatste weken hier te lande van Duitsche
zijde groote hoeveelheden katoenen stoffen
aangekocht, zoodat nagenoeg de geheele
voorraad uitgeput is en bijv. een winkelier,
die gisteren 40 Meter van zekere stof wil
de inslaan, zich met 7 Meter moest tevreden
stellen. Al het opgekochte gaat dezer da
gen de grens over.
De Kamerzetel van Amsterdam IX.
Naar het „Volk" mededeelt, heeft het
partijbestuur van de S. D. A. P. op advies
van de afdeeling der S. D. A. P. Amster
dam IX besloten, dat de heer Vliegen zijn
kamerlidmaatschap vooreerst niet zal neer
leggen. Dit besluit werd genomen omdat
uitgezonderd de Christelijk-Historische
Kiesvereeniging geen der andere kiesver-
eenigingen zich bereid verklaarde met het
oog op de tijdsomstandigheden dezen zetel
onbestreden te laten.
De beschaving op haar hoogste peil, of te
wel een blik in de toekomst.
Gisteravond hield de afdeeling 's-Gra-
venhage der S. D. A. P. een meeting tegen
de belastingplannen van minister Treub.
Het woord werd gevoerd door de heeren
Spiekman en Troelstra. Doch ook de
S. D. P.'ers waren present en hoe het tus-
schen deze en hun S. D. A. P.'sche tegen
standers is toegegaan, moge blijken uit
het volgende verslag.
Bij het debat komt de heer De Vis
ser (S.D.P.) aan het woord.
Zijn klacht, dat er te weinig gelegen
heid wordt gegeven voor debat deed reeds
een helsch gefluit en applaus ontstaan.
Vele hoorders debatteeren met elkaar.
De heer De Visser noodigt de heeren
Troelstra en Spiekman uit onder gelijke
omstandigheden te debatteeren met hem
of een der voormannen van zijn partij
(hoongelach, applaus, verschillende uit
roepen, gefluit).
Hij wil dan zien, wie of zich in dezen
oorlogstoestand het laakbaarst heeft ge
dragen (rumoer). Het meeste schuld aan
den tegenwoordigen toestand heeft de
S. D. A. P. (rumoer).
Een paar dames schreeuwen bedreigin
gen tegen den heer De Visser. Heel het
publiek staat op en schreeuwt, alleen en
kele militairen blijven kalm zitten en ont
houden zich van bctoogingen.
De heer ETe Visser schreeuwt, dat
men niet tegen critiek kan.
Het rumoer verdubbelt.
De heer DeVisser verklaart nog een
maal te willen probeeren, of men verstan
diger wil zijn dan de beesten, die alleen
kunnen loeien. Hij begint weer: „de een
heid van het proletariaat
Geroep: Die hebben jullie verbroken!
De heer De Visser: Houdt nu toch
eens jullie ellendige muilen!
Een dame uit het publiek: „Houd jc
bek!" (Gefluit, applaus).
De heer De Visser verwijt de soc.-
dem. dat zij hebben geweigerd met de ge
organiseerde arbeiders (sprekers partij)
saam te werken „en nu janken zij om sa
menwerking". (Herrie).
Onder onbeschrijfelijk rumoer verlaat de
heer De Visser het podium.
De heer Troelstra antwoordt. Hij
zal niet ingaan op de schimpscheuten van
den heer De Visser. (Helsch spektakel.)
De heer DeVisser nadert het podium
en waarschuwt, dat, als de heer Troelstra
schelden gaat, hij hem ook niet zal laten
spreken. Een onderofficier der jagers stelt
zich beschermend op het trapje naar het
podium tusschen den heer De Visser en de
bestuurstafel. (Onbeschrijfelijke herrie is
daarvan het gevolg. Van alle kanten wordt
dc onderofficier geïnvecteerd. Hij moet het
land maar gaan verdedigen, de socialisten
roepen het leger te hulp enz. De onderof
ficier schreeuwt vuurrood daartegen in
en maakt gebaren).
Door de herrie moet de heer Troelstra
van het woord afzien.
Te midden van het vreeselijk geschreeuw
hoort men den heer Drees met een hamer-
klap de vergadering sluiten.
Schreeuwend gaat men langzaam uit
een, enkelen zingen socialistische liederen,
maar het gezang komt niet tot zijn recht.
Korte Kroniek.
Het regent adressen in den Haagschen
Gemeenteraad, dienende om dezen te be
wegen geen belasting op de publieke ver
makelijkheden in te voeren.
Bij een onderzoek naar de van den
Staat in erfpacht bekomen oesterbanken,
in den Texelstroom, is gebleken, dat de ge
vreesde zeeëgcls er in den verloopen zo
mer groote verwoestingen hebben aange
richt.
Door het wegblijven van de Engelsche
haringvisschers, welke geregeld in het
najaar te IJmuiden komen markten, be
droeg de opbrengst van de aldaar verkoch
te haring van 1 Januari tot 1 November
561.018 gulden minder dan in hetzelfde
tijdvak van het vorig jaar.
Te Utrecht is overleden wethouder A.
J. wan Dieren Bijvoet, een bekend man in
het Katholiek openbaar leven.
Het aantal Belgische kinderen, dat te
Haarlem onderwijs wenscht te ontvangen,
is zóó groot, dat thans een tweede school
daarvoor is ingericht.
Met ingang van heden mag er na
4 uur 38 min. fa namiddags over Oldenzaal
geen trein naar Duitschland vertrekken.
De gewone audiëntie van den minis-
tei van Binnenlandsche Zaken zal op Za
terdag 28 dezer niet plaats hebben.
De Sobrietas-almanak zal volgend
jaar niet verschijnen, daar er geen vol
doend aantal exemplaren vóór 1 November
zijn besteld.
Onder zeer veel blijken van belangstel
ling heeft de ZeerEerw. pater Benedictus
Schoonbeek O. T. M., pastoor der paro
chiekerk van de H.H. Antonius en Lode-
wijk te 's-Gravenhage zij» zeventigste ver
jaardag herdacht.
Land en Tuinbouw.
Mond- en klauwzeer*
De Min. v. Landb. heeft met ing. v. 25 Nov.
verboden het vervoeren van herkauwende die
ren en varkens uit, naar of binnen een kring
in de gem. Borne. Afwijking van dit verbod
kan worden toegestaan door den burgemees
ter van Borne, onder de door den districts
veearts te Zwolle aan te geven voorwaarden.
Onze veestapel opnieuw bedreigd door
het mond- en klauwzeer.
Van April tot 11 October zijn wij vrij ge
bleven, maar met den laatsten datum be
gon het weer en nu zijn er al 40 groote en
kleine stallen met vee afgemaakt.
Dit koopje hebben we, zegt het N. v. d.
D., te danken aan den oorlog. En dan
vervolgt het blad: „In Duitschland
heerscht zoo wat altijd de tongblaar, nu
hier, dan daar, maar vrij is het nooit. Wel
treedt men ook daar krachtig tegen deze
ziekte op, maar sedert de oorlog is uitge
broken is er de hand mede gelicht, zooals
met zooveel. Van de 40 geconstateerde ge
vallen is van 38 met zekerheid aangetoond,
dat de besmetting uit Duitschland is aan
gebracht. Duitsche kooplui, vrienden en
bekenden uit Duitschland, die de boerde
rijen bezochten, brachten tegelijk de smet
stof over. Vandaar dat, enkele gevallen
uitgezonderd, het mond- en klauwzeer dan
ook uitsluitend heerscht in het oosten, aan
de Duitsche grens. Van de paar gevallen,
die verder het land in werden waargeno
men, wordt ook veimoed dat zij van ge
lijken oorsprong zijn.
Dat de tongblaar hier en daar spontaan
zou zijn ontstaan onder invloed van z.g.
smetstofdragers, daarvan is nog niets ge
bleken.
Wel is geconstateerd, evenals in 1911,
hoe gevaarlijk zuivelfabrieken voor de
verspreiding van de tongblaar zijn. De
boeren brengen hun melk naar de fabriek,
die daar ontroomd wordt, en ontvangen de.
ondermelk of de afgeroomde melk weer te
rug, die voo.r veevoeder wordt gebruikt.
Brengt nu één boer besmette m^lk naar de
fabriek, dan wordt dien dag alle aange
voerde melk, besmet en dus ook de on
dermelk, die de boeren weer mee naar
de boerderij brengen. Van uit de fabriek
heeft dan de besmetting over de geheele
buurt plaats. Dat is nu weer in Groesbeek
bij Nijmegen gebéurd. Bij 20 veehouders,
die hun melk aan de fabriek leveren, is nu
reeds het mond- en klauwzeer uitgebro
ken en heeft men al het vee moeten afma
ken. Dat de fabrieks-ondermelk inderdaad
de schuldige is blijkt ook hieruit, dat op
alle boerderijen de varkens en kalveren het
r.erst worden aangetast; en deze dieren
worden juist gevoerd met de fabriekson-
dermelk.
Wordt de ondermelk aan de fabriek
maar voldoende gepasteuriseerd, dan
wordt de smetstof wel gedood, maar- dit
pasteuriseeren schijnt niet altijd met de
noodigc attentie te geschieden, zooals in
Groesbeek is gebleken, 't Is nu maai* te
hopen, dat men aldaar wat beter oplet,
want er zijn 300 veehouders bij die fabriek
aangesloten, zoodat het voor die streek een
ramp zou zijn als men de tongblaar daar
niet meester bleef.
Ook de ander zuivelfabrieken kunnen
uit het voorgevallene te Groesbeek zien,
dat oppassen de boodschap is.
Het aangetaste en verdachte vee wordt
afgemaakt; de zieke dieren worden op de
boerderij gedood door den veearts en in
diens tegenwoordigheid begraven. Het ver
voer van zieke dieren naar openbare
slachtplaatsen heeft dus niet meer plaats;
daardoor bestaat er ook geen gevaar voor
besmetting meer langs den weg.
De verdachte dieren, die nog geen teeken
van ziekte vertoonen, worden ook geslacht
doch het vleesch wordt voor de consump
tie gebruikt, waarvoor het dan ook zeer
geschikt is.
Vóór men tot slachten overgaat worden
de dieren getaxeerd en de waarde wordt
door het Rijk vergoed. Over deze taxaties
zijn de veehouders zeer tevreden. Het is
dan ook goed gezien van de regeering om
niet te schraal 'te zijn bij de vergoeding.
Daardoor wordt oppositie voorkomen. Bo
vendien, als vee wordt afgemaakt, ge
schiedt dit niet in het belang van den be-
treffenden eigenaar, maar in het belang
van de anderen, wier vee nog gezond is.
Veehouders, die stallen met prachtig
fok- en melkvee hebben, zullen verstandig
doen geen vreemde kooplui op het erf toe
te laten. Men zij op zijn hoede. Het vreese-
lijke jaar 1911 ligt nog versch in 't geheu-,
gen."
Apologetische Cursus.
Gisteravond is in een van de zalen van
het Bondsgebouw de eerste apologetische
cursus aangevangen voor de afdeeling
Leiden van den Ned. R.-K. Volksbond. Bij
afwezigheid van den voorzitter, opende de
vice-voorzitter, de heer v. d. S t a a k de
bijeenkomst met den christelijken groet en
zette het nut, het doel en de noodzakelijk
heid van dezen cursus uiteen. De cursus
zal om de veertien dagen gehouden wor
den, Dinsdagsavonds ten half negen ure.
Vragen over het behandelde kunnen schrif
telijk en mondeling gesteld worden en
worden 'dan ïn 'de eêrëfvolgenae mjecn-
komst behandeld.
De geestelijke adviseur van den bond,
de WelEerw. pater Zuidgeest, de lei
der van dezen cursus krijgt nu het woord
en zegt, dat hij op deze>n eersten cursus
zal spreken over: „Godsdienst in het alge
meen" en dat godsdienst zoowel verplich
tend is voor den mensch als voor den
staat. Tusschen het schepsel en God bestaat
deze betrekking, dat het schepsel met ge
heel zijn wezen van God afhankelijk is.
Geldt dit voor ieder wezen, voor het re
delijk wezen, de mensch, komt er nog een
andere betrekking bij, namelijk, dat hii
met zijn verstand deze afhankelijkheid*
erkent en met zijn vrijen wil, de verplich
tingen, die daaruit voortkomen, vervult.
De mensch moet derhalve met zijn ver
stand deze afhankelijkheid erkennen en
Gods wil volbrengen. Is de mensch tot
godsdienst verplicht? Dat hij daartoe ver
plicht is volgt uit de wezenlijke betrekking,
waarin de mensch staat tot God. Als bet
verstand tot den mensch zegt, God heeft
u geschapen, dan moet de mensch dien
schepper erkennen als zijn heer en mees
ter en moet de wil bereid zijn de wetten
te aanvaarden en te vervullen. Bij aüe
volkeren heeft een soort godsdienst be
staan en Max Müller zegt dan ook terecht,
dat er wel altijd ongodsdienstige menschen
hebben bestaan, maar nog geen volks
stammen zonder godsdienst zijn aangetrof
fen. Wordt God en Godsdienst weggeno
men, dan vervalt iedere zedelijke verplich
ting, welke een zedelijke wet onderstelt en
is er geen macht die over het geweten
heerschen kan. Het klinkt wel aardig wat
de modernen zeggen, dat de mensch zijn
gezond verstand volgen moet en als de
mensch redelijk handelt, dat hij altijd goed
handelt. Zeker een mensch moet zijn rede
volgen, maar een rede, die luistert naar
God, naar de waarheid. De rede consta
teert, dat er een wet is, de rede veronder
stelt de wet van God, hetgeen de Eerw.
spreker met talrijke voorbeelden nader
aantoont. Ons verstand maakt geen wet
maar neemt die aan. Zonder godsdienst
hebben de aardsche wetten geen steun,
geen kracht. Als redelijk wezen zijn wij
verplicht God te erkennen als opperheer en
zijn wet te onderhouden.
Is dus de godsdienst voor den enkeling
verplichtend dan volgt, dat deze ook ver
plichtend is voor den staat welke een ver-
eeniging van menschen is, en waar de
staat den mensch in alles moet helpen,
dan moet hij hem ook hepen in den gods
dienst. Niet de mensch is er voor den Staat,
maar de Staat is er voor den mensch. Hij
moet den mensch in al zijn belangen hel
pen dus ook in zijn eerste plicht van den
godsdienst. De maatschappij moet God er
kennen als den meester, daar zij een ver-
eeniging van menschen is, en moet daar
om ook rekening houden met-Gods wil en
geboden. De Staat kan ook niet bestaan
zonder de zedelijke verplichtingen neen hij
moet deze bevorderen, want neemt hij den
godsdienst weg dan iS een reuzenleger van
politieagenten noodig om zijn wetten te
doen onderhouden. Principieel genomen
moet de staat dus godsdienstig zijn, en is
een godsdienst de ware dan dien gods
dienst erkennen en belijden. Om grooter
kwaad echter te voorkomen kan de Staat
uit staatkundige verdraagzaamheid alle
godsdiensten erkennen en zich zelf neu
traal houden.
Wat te zeggen over de gewetensvrijheid
waarover de liberalen zoo hoog opgeven.
Ook wij laten den mensch vrij in zijn ge
weten maar met eerbiediging van de wet
Gods, want elk geweten is door de wet
Gods aan banden gelegd.
Ten slótte bewijst de Eerw. spreker, dat
godsdienst niet alleen inwendig maar ook
uitwendig is en wel omdat de mensch
geen geest is, maar een wezen met ziel
en lichaam. Niet de ziel maar de geheele
'mensch is verplicht tot godsdienst. Het
inwendige moet zich uitwendig uiten en
iedere godsdienst heeft uitwendige uitin
gen.
Na in het kort de behandelde stof te heb
ben samengevat, eindigde de Eerw. spre
ker zijn leerzaam en degelijk betoog onder
applaus der aanwezigen.
Een tweetal vragen werden gedaan,
schriftelijke zullen nog volgen daarover
dus in den volgenden cursus.
De heer v. d. S t a a k dankte den Eerw.
spreker voor den heerlijken schotel door
hem bereid, waarvan allen gesmuld heb
ben, spoorde de aanwezigen aan de bij
eenkomsten trouw te volgen en sprak den
wensch uit, dat een ieder de volgende
maal een vriend zal medebrengen, opdat
de zaal spoedig te klein zijn. Wij sluiten
ons van harte bij deze woorden aan. De
zaal was aardig bezet, maar het kan nog
veel beter. Een dergelijke cursus is voor
iedereen nuttig, ja noodzakelijk. Daarom
vooral gij Volksbonders, toont dat gij het
werk van uw geestelijken adviseur op
prijs stelt en komt allen over veertien da
gen op de bijeenkomst.
Een bezoek aan Antwerpen.
Onze stadgenoot, de heer A. Kellenaers,
is gisteravond, na een verblijf van drie da
gen in de stad Antwerpen, teruggekeerd.
De heer Kellenaers moest de stad bezoe
ken voor een aangelegenheid het R.-K.
Huisvestingscomité betreffend, maar heeft
meteen een studie gemaakt van het
werkelijke leven in Antwerpen op het
oogenblik. De tocht heeft vier dagen ge
duurd.
De algemeene indruk van den heer Kel
lenaers is, dat de stemming gedrukt is en
hij raadt alle jongemannen van 16—32 ja
ren aan niet naar Antwerpen terug te
gaan, indien zij denken er werk te zullen
vinden; zij zullen er armoede lijden. Aan
werkeloozen wordt 60 centimes per dag
betaald. In de volksbuurten, vooral bij de
havens, is het betrekkelijk stil en van de
bewoners van deze buurten zijn er nog
maar weinig teruggekeerd. Over het alge
meen genomen vertoeven deze menschen
nog in ons land en zullen daar wel voor-
loopig blijven. De heer Kellenaers is ver
der vanmeening dat de Duitschers in Ant
werpen strengere maatregelen hebben ge
nomen, dan ïn Luik cn Brussel; de om
gang is niet zoo vrienschappelijk als in
die plaatsen. Het verkeer is ook nog niet
geregeld. Men moet b.v. 7 uur loopen om
in Braschaet te komen,een dorp in de nuurf!
van Antwerpen, daar de tram niet gaat.
De heer Kellenaers is verder nog van
oordeel, dat er een zaakje gemaakt wordt
met de passen. Om in Antwerpen te ko
men heeft men een pas noodig van f 13.65.
De eigenlijke pas kost f6.75 en de rest
komt er bij voor allerhande formaliteiten.
Het is gemakkelijk om Antwerpen binnen
te komen, moeilijk om het te verlaten. In
dat geval doet de pas van f 13.65 dienst.
Voor plezier behoeft men niet naar Ant
werpen te gaan, daar men er wel eens lan
ger blijven kan dan men wenscht. Met
visiteeren en in orde brengen der stukken
om Antwerpen te verlaten gaan soms ver
scheidene dagen gemoeid. De Duitschers
zijn erg wantrouwend en zien in iedereen
een spion.
Gistermorgen half tien (Duitsche tijd)
vei liet de heer Kellenaers Merxem met de
tram en was te Breda kwart na 2, en kwam
te Leiden aan om 6.03. Deze weg schijnt
op het oogenblik de kortste om van Ant
werpen in Leiden te komen.
Nog deelde de heer Kellenaers ons mede,
dat hij in Antwerpen een 10-tal kinderen
zonder verzorging had aangetroffen. Deze
kinderen zullen toevertrouwd worden aan
de zorgen van het R.-K. Huisvestingsco
mité en worden heden hier verwacht. Zij
zullen hier blijven tot na den oorlog. Dat
de huisvesting van deze kinderen op den
duur veel geld kost, zal een ieder begrij
pen. Het R.-K. Huisvestingscomité doet
dan ook een beroep op allen om steun om
te helpen R.-K. Belgische kinderen, die on
verzorgd en zonder ouders zijn, onder te
brengen in R.-K. gezinnen. Dat iedereen
bijdrage, vele kleinen maken een groote,
het is een noodzakelijk werk, dat zeker de
steun van alle R.-K. dubbel waard is.
Herstemming Kamer van Koophandel.
Bi; de gisteren gehouden herstemming%
voor de Kamer van Koophandel*
zijn uitgebracht 19 geldige stem
men. Hiervan hebben verkregen de
heeren B. J. H. Hartink 9, J. Hartevelt
Azn., 9, mr. E. L. Th. Hoogenstraaten 2
en M. H. van Waveren 10 stemmen. Geko
zen zijn dus de heeren Hanting (als zijnde
ouder dan de heer Hartevelt) en M. H. van
Waveren.
Zooals men ziet is het aantal uitge
brachte stemmen gering. Het geringe aan
tal stemmen, is echter hierdoor te ver
klaren, omdat de vier in herstemming
komende candidaten naar aanlei
ding van de verkiezing der heeren W.
Pera en Arn. L. Smits hadden verzocht
geen stem op hen uit te brengen, daar zij
voor een herbenoeming niet in aanmer
king wilden komen. De heeren B. J. H.
Hartink en M. H. van Waveren nemen
alls gevolg daarvan de benoetming dud
niet aan.
Er is nog meer.
Doordat de heeren W. Pera en Arn. L.
Smits bij eerste stemming als nieuwe le
den van de kamer van Koophandel geko
zen waren, hebben nu ook de eerst met 1
Januari 1917 aftredende leden der Kamer
reeds met 1 Januari a. s. hun mandaat
ter beschikking gesteld.
Het zijn de heeren W. F. Verhey van
Wijk voorzitter, A. Couvee, A. Dekoster
Jr., A. L. Reimeringer en J. H. van Ros-
sum du Chattel.
Jubileum. Den 22en December a. s.
zullen 50 jaren zijn verloopen sedert prof.
Mr. H. van der Hoeven thans wonende te
Zundert (N. Br.) oud-hoogleeraar in het
Strafrecht aan de Leidsche Universiteit,
werd bevorderd tot doctor in de rechtswe
tenschappen, na verdediging van een aca
demisch proefschrift, houdende „Opmer
kingen over de Nederlandsche Strafwet
geving voor het krijgsvolk hier te lande."
Prof. v. d. H. heeft gisteren juist den
leeftijd van 72 jaren bereikt.
Beëetiiging officieren. Hedenmiddag
om 12 uren had voor het front van een
gedeelte van het 4de Regement Infanterie,
de plechtige eedsaflegging plaats door
den bij dat regiment benoemden reserve
,2de Luitenant A. Meiners. De plechtigheid
had plaats in de groote manege van de
Doelenkazerne alhier, in tegenwoordig
heid van den Luit.-kolonel W. L. Over-
duyn, Commandant van het Regiment,
die den nieuw benoemden reserve-officier
hartelijk toesprak.
Alleen officieren en minderen gekleed
in de grijsgroene uniform, namen aan de
plechtigheid deel.
Begrooting Rijnland. In de heden ge
houden openbare vereenigde vergadering
van Dijkgraaf, Hoogheemraden en Hoofd
ingelanden van Rijnland, werd vastgesteld
de begrooting voor dat Hoogreemraad-
schap voor het dienstjaar 1915 in ontvangst
en uitgaaf tot een bedrag van 1300909.47.
Het bundergeld werd bepaald op f 1.80 per
H.A. tegen f 1.90 over den loopenden
dienst. De post onvoorzien werd uitgetrok
ken op f 50.000.
Past d'r op. De lezer zal bemerkt heb
ben, dat gisteren in den volgenden zin
het gespatieerd woordje was uitgeval
len. „Opzet dezer revue, zoowel als mu
ziek en costumes, zijn in de pers, ook in
de Katholieke pers, hoog geprezen, zoo
dat iemand die eens een gepaste en aan
gename ontspanning wil genieten, er
geen spijt van. zal hebben deze revue te
hebben bijgewoond."
De Familie-Bioscoop. Wij hebben gis
terenavond een bezoek gebracht aan de
Familie-Bioscoop en gezien de groote film
Koning Oedipus, een prachtfilm, een dra
ma, getiteld „Vrouwenliefde en leed" en
eenige zeer komische nummers.
We kunnen getuigen, dat de films, die
wij zagen, zeer scherp en mooi waren.
Aan helderheid lieten de beelden niets te
wenschen over. Wanneer de directie door
gaat met altijd films te vertoonen zooals
deze dagen, kunnen we een bezoek aan
de Familie-Bioscoop ten zeerste aanraden.