Uit Stad en Omgeving. ding om voor bedoelde manschappen van fle Militie en Landweer den diensttijd an dermaal te verlengen. Sint-Nicolaasverlof, Dc opperbevelhebber van land- en zee macht heeft nader te kennen gegeven, dat ook de militairen, die werkzaam zijn in een bakkerij zooals er vele ten plattelande zijn, waai in gewone tijden geen banket wordt gebakken, doch met Sint Nicolaaa wel, het oxtra Sint Nicolaasvcrlof kunnen bekomen, als zij in hun bedrijf door de meerdere drukte die het Sint Nicolaasfecst medebrengt, niet kunnen worden gemist. Bivakmutsen voor soldaten. Het Hoofdcomité van Nederlandscho Vrouwen voor het breien van bivakmutsen bericht, dat zijn „Oproep" alom in den lande krachtig weerklank heeft gevonden, en dat overal zeer veel vrouwen en meisjes ijverig bezig zijn met het breien dier zoo practische mutsen. Nu de winter zoo vroeg invalt, zal het uitreiken der bivakmutsen een ware weldaad zijn, vooral voor de mi litairen der kust- en grenswachten. Het Hoofdcomité verwacht dan ook een zeer ruimen bivakmutsen-oogst. Erg jammer is het nu evenwel, dat naar van vele zijden wordt vernomen een groot aantal vrouwen en meisjes voor nemens zijn, de door haar gebreide mut sen, buiten het Comité om, uit te reiken aan bepaalde troepen of militairen. Die handelwijze is tegenover het Hoofdcomité niet correct, want dit heeft de gegevens verspreid en is aansprakelijk voor de niet onbelangrijke kosten van drukwérk, por to's, advertentiën enz. Bovendien zal het Hoofdcomité nu over veel minder bivak mutsen kunnen beschikken, en een be trouwbaren grondslag voor de verdeeling en toewijzing missen, aangezien het niet weet, aan welke troepen en militairen er reeds uitgereikt zijn. Het Hoofdcomité doet daarom een ernstig beroep op de breisters van bivakmutsen, om van het bedoelde voornemen af te zien en te handelen, zooals in de circulaire is omschreven. Geïnterneerden. De beide gevluchte Duitsche vliegofficieren hebben aan een kameraad te Bergen geseind, dat ze te Osnabrück waren aangekomen. Naar de commandant van hetintcmeerings- depöt, kolonel Lussanct dc la Sablonière, van gezaghebbende Duitsche zijde vernam, zullen deze beide officieren, die zich aan woordbreuk hebben schuldig gemaakt, voor een raad van eer komen en is er geen sprake van, dat ze weer in het leger treden. In verband met het bericht dat bij beschik king van den minister van Oorlog 46 Duitsche militairen, onder wie 4 officieren, die te Bergen waren geïnterneerd, zijn vrijgelaten, kan worden medegedeeld dat op denzelfden grond 20 Bel gische militairen, die te Gaastcrland waren geïnterneerd, vrijgelaten zijn. Niet naar Antwerpen. Reizigers, die gisterochtend naar Ant werpen wilden vertrekken, werd aan het station medegedeeld dat zij gisteren en wellicht eerstvolgende dagen België r.iet kunnen hereiken, althans niet hij vertrek in dc ochtendtreinen. Zij waren dus ver plicht weer huiswaarts te keeren. Leuvensche Boekenfonds. De minister van binnenlandsche zaken heeft naar het „Centr." meldt, een brief gericht aan de Rijksarchivarissen, met de vraag, welke boeken door hun tusschen- komst voor het Leuvensche boekenfonds zouden kunnen worden afgestaan. Belgische spaarbank boekjes. Door het Kamerlid Juten zijn den mi nister van Waterstaat in zake de terug betaling van gelden aan Nederlandsche postkantoren op Belgische spaarbankboek jes de volgende schriftelijke vragen ge steld: Is het den minister van Waterstaat be kend, dat nu de Belgische kantoren voor den dienst der Belgische postspaar bank gesloten zijn wekelijks verschil lende in Relgic verblijf houdende Belgen met hun Belgische postspaarbankboekjes naar Nederland komen en dat hun door de Nederlandsche postspaarbank daarop uitkeeringen worden gedaan? Is het den minister bekend, dat hun voor een afschrijving van 99 franken ze ven-en-veertig gulden vijftig cents wordt uitbetaald, en dat die berekend naai den koers, dien de Nederlandsche Bank geeft voor Belgisch geld door hen kun nen worden worden omgezet in negen-en negentig franken en 75 centimes? Hierop heeft de minister van Waterstaat geantwoord: lo. De voorschriften, uitgevaardigd ter zake van de uitbetaling aan Nederland sche postkantoren van gelden op Belgische spaarbankboekjes, verbieden zoodanige uitbetaling anders dan aan vluchtelingen, die hier te lande verblijf houden en in be hoeftige omstandigheden verkeeren. Uitbe taling geschiedt niet rechtstreeks, doch op order van de direetie der Rijkspostspaar bank. alwaar op een ten postkantore in gediende aanvraag, aan de Jiand van het door den directeur van dat kantoor te ge ven advies, wordt beslist. Aanvankefijk was het maximum der uitbetaling gesteld op 500 francs in 14 dagen. Nadat reeds op 29 October het maximum verlaagd was tot 100 francs, werd onlangs door den direc teur van de Belgische spaarbank beslist, dat op Belgische spaarboekjes in 14 dagen niet meer dan 50 francs mag worden uit betaald aan een en hetzelfde gezin (man, vrouw en minderjarige kinderen). Door deze verlaging is het voordeel, door den heer Juten aangegeven, zóó gering gewor den, dat veilig mag worden aangenomen, dat de hoogere koers niet tot winst van eenig belang aanleiding zal geven. Trou wens in het veertiendaagsche tijdperk na 29 October is door de Rijkspostspaarbank order tot betaling afgegeven tot een totaal bedrag van slechts f 63,112. 2o. De koers, waartegen de francs, welke op een Belgisch boekje worden afgeschre ven tegen Hollandsch geld worden omge rekend (100 francs f 47.97) is de vaste koers, welke steeds over en weer door de Belgische spaarbank en de Rijkspost spaarbank wordt gevolgd bij de verreke ning van voor elkaar uitbetaalde bedra gen. Het misbruik, dat hiervan zou kun nen worden gemaakt zal, zooals uit het bovenstaande blijkt, zoo gering zijn, dat er geen aanleiding bestaat voor de onder- werpelijke uitbetalingen een anderen koers vast te stellen. Wol. Men meldt uit Den Haag dd. 24 Nov.: In de jongste dagen is hier in de win kels en magazijnen bewerkte wol, met na me breiwol voor sokken, moeilijk te krij gen. Ook de prijzen van het artikel zijn hooger dan in gewone tijden. Katoengebrek. Naar het „Volk" verneemt, zijn in de laatste weken hier te lande van Duitsche zijde groote hoeveelheden katoenen stoffen aangekocht, zoodat nagenoeg de geheele voorraad uitgeput is en bijv. een winkelier, die gisteren 40 Meter van zekere stof wil de inslaan, zich met 7 Meter moest tevreden stellen. Al het opgekochte gaat dezer da gen de grens over. De Kamerzetel van Amsterdam IX. Naar het „Volk" mededeelt, heeft het partijbestuur van de S. D. A. P. op advies van de afdeeling der S. D. A. P. Amster dam IX besloten, dat de heer Vliegen zijn kamerlidmaatschap vooreerst niet zal neer leggen. Dit besluit werd genomen omdat uitgezonderd de Christelijk-Historische Kiesvereeniging geen der andere kiesver- eenigingen zich bereid verklaarde met het oog op de tijdsomstandigheden dezen zetel onbestreden te laten. De beschaving op haar hoogste peil, of te wel een blik in de toekomst. Gisteravond hield de afdeeling 's-Gra- venhage der S. D. A. P. een meeting tegen de belastingplannen van minister Treub. Het woord werd gevoerd door de heeren Spiekman en Troelstra. Doch ook de S. D. P.'ers waren present en hoe het tus- schen deze en hun S. D. A. P.'sche tegen standers is toegegaan, moge blijken uit het volgende verslag. Bij het debat komt de heer De Vis ser (S.D.P.) aan het woord. Zijn klacht, dat er te weinig gelegen heid wordt gegeven voor debat deed reeds een helsch gefluit en applaus ontstaan. Vele hoorders debatteeren met elkaar. De heer De Visser noodigt de heeren Troelstra en Spiekman uit onder gelijke omstandigheden te debatteeren met hem of een der voormannen van zijn partij (hoongelach, applaus, verschillende uit roepen, gefluit). Hij wil dan zien, wie of zich in dezen oorlogstoestand het laakbaarst heeft ge dragen (rumoer). Het meeste schuld aan den tegenwoordigen toestand heeft de S. D. A. P. (rumoer). Een paar dames schreeuwen bedreigin gen tegen den heer De Visser. Heel het publiek staat op en schreeuwt, alleen en kele militairen blijven kalm zitten en ont houden zich van bctoogingen. De heer ETe Visser schreeuwt, dat men niet tegen critiek kan. Het rumoer verdubbelt. De heer DeVisser verklaart nog een maal te willen probeeren, of men verstan diger wil zijn dan de beesten, die alleen kunnen loeien. Hij begint weer: „de een heid van het proletariaat Geroep: Die hebben jullie verbroken! De heer De Visser: Houdt nu toch eens jullie ellendige muilen! Een dame uit het publiek: „Houd jc bek!" (Gefluit, applaus). De heer De Visser verwijt de soc.- dem. dat zij hebben geweigerd met de ge organiseerde arbeiders (sprekers partij) saam te werken „en nu janken zij om sa menwerking". (Herrie). Onder onbeschrijfelijk rumoer verlaat de heer De Visser het podium. De heer Troelstra antwoordt. Hij zal niet ingaan op de schimpscheuten van den heer De Visser. (Helsch spektakel.) De heer DeVisser nadert het podium en waarschuwt, dat, als de heer Troelstra schelden gaat, hij hem ook niet zal laten spreken. Een onderofficier der jagers stelt zich beschermend op het trapje naar het podium tusschen den heer De Visser en de bestuurstafel. (Onbeschrijfelijke herrie is daarvan het gevolg. Van alle kanten wordt dc onderofficier geïnvecteerd. Hij moet het land maar gaan verdedigen, de socialisten roepen het leger te hulp enz. De onderof ficier schreeuwt vuurrood daartegen in en maakt gebaren). Door de herrie moet de heer Troelstra van het woord afzien. Te midden van het vreeselijk geschreeuw hoort men den heer Drees met een hamer- klap de vergadering sluiten. Schreeuwend gaat men langzaam uit een, enkelen zingen socialistische liederen, maar het gezang komt niet tot zijn recht. Korte Kroniek. Het regent adressen in den Haagschen Gemeenteraad, dienende om dezen te be wegen geen belasting op de publieke ver makelijkheden in te voeren. Bij een onderzoek naar de van den Staat in erfpacht bekomen oesterbanken, in den Texelstroom, is gebleken, dat de ge vreesde zeeëgcls er in den verloopen zo mer groote verwoestingen hebben aange richt. Door het wegblijven van de Engelsche haringvisschers, welke geregeld in het najaar te IJmuiden komen markten, be droeg de opbrengst van de aldaar verkoch te haring van 1 Januari tot 1 November 561.018 gulden minder dan in hetzelfde tijdvak van het vorig jaar. Te Utrecht is overleden wethouder A. J. wan Dieren Bijvoet, een bekend man in het Katholiek openbaar leven. Het aantal Belgische kinderen, dat te Haarlem onderwijs wenscht te ontvangen, is zóó groot, dat thans een tweede school daarvoor is ingericht. Met ingang van heden mag er na 4 uur 38 min. fa namiddags over Oldenzaal geen trein naar Duitschland vertrekken. De gewone audiëntie van den minis- tei van Binnenlandsche Zaken zal op Za terdag 28 dezer niet plaats hebben. De Sobrietas-almanak zal volgend jaar niet verschijnen, daar er geen vol doend aantal exemplaren vóór 1 November zijn besteld. Onder zeer veel blijken van belangstel ling heeft de ZeerEerw. pater Benedictus Schoonbeek O. T. M., pastoor der paro chiekerk van de H.H. Antonius en Lode- wijk te 's-Gravenhage zij» zeventigste ver jaardag herdacht. Land en Tuinbouw. Mond- en klauwzeer* De Min. v. Landb. heeft met ing. v. 25 Nov. verboden het vervoeren van herkauwende die ren en varkens uit, naar of binnen een kring in de gem. Borne. Afwijking van dit verbod kan worden toegestaan door den burgemees ter van Borne, onder de door den districts veearts te Zwolle aan te geven voorwaarden. Onze veestapel opnieuw bedreigd door het mond- en klauwzeer. Van April tot 11 October zijn wij vrij ge bleven, maar met den laatsten datum be gon het weer en nu zijn er al 40 groote en kleine stallen met vee afgemaakt. Dit koopje hebben we, zegt het N. v. d. D., te danken aan den oorlog. En dan vervolgt het blad: „In Duitschland heerscht zoo wat altijd de tongblaar, nu hier, dan daar, maar vrij is het nooit. Wel treedt men ook daar krachtig tegen deze ziekte op, maar sedert de oorlog is uitge broken is er de hand mede gelicht, zooals met zooveel. Van de 40 geconstateerde ge vallen is van 38 met zekerheid aangetoond, dat de besmetting uit Duitschland is aan gebracht. Duitsche kooplui, vrienden en bekenden uit Duitschland, die de boerde rijen bezochten, brachten tegelijk de smet stof over. Vandaar dat, enkele gevallen uitgezonderd, het mond- en klauwzeer dan ook uitsluitend heerscht in het oosten, aan de Duitsche grens. Van de paar gevallen, die verder het land in werden waargeno men, wordt ook veimoed dat zij van ge lijken oorsprong zijn. Dat de tongblaar hier en daar spontaan zou zijn ontstaan onder invloed van z.g. smetstofdragers, daarvan is nog niets ge bleken. Wel is geconstateerd, evenals in 1911, hoe gevaarlijk zuivelfabrieken voor de verspreiding van de tongblaar zijn. De boeren brengen hun melk naar de fabriek, die daar ontroomd wordt, en ontvangen de. ondermelk of de afgeroomde melk weer te rug, die voo.r veevoeder wordt gebruikt. Brengt nu één boer besmette m^lk naar de fabriek, dan wordt dien dag alle aange voerde melk, besmet en dus ook de on dermelk, die de boeren weer mee naar de boerderij brengen. Van uit de fabriek heeft dan de besmetting over de geheele buurt plaats. Dat is nu weer in Groesbeek bij Nijmegen gebéurd. Bij 20 veehouders, die hun melk aan de fabriek leveren, is nu reeds het mond- en klauwzeer uitgebro ken en heeft men al het vee moeten afma ken. Dat de fabrieks-ondermelk inderdaad de schuldige is blijkt ook hieruit, dat op alle boerderijen de varkens en kalveren het r.erst worden aangetast; en deze dieren worden juist gevoerd met de fabriekson- dermelk. Wordt de ondermelk aan de fabriek maar voldoende gepasteuriseerd, dan wordt de smetstof wel gedood, maar- dit pasteuriseeren schijnt niet altijd met de noodigc attentie te geschieden, zooals in Groesbeek is gebleken, 't Is nu maai* te hopen, dat men aldaar wat beter oplet, want er zijn 300 veehouders bij die fabriek aangesloten, zoodat het voor die streek een ramp zou zijn als men de tongblaar daar niet meester bleef. Ook de ander zuivelfabrieken kunnen uit het voorgevallene te Groesbeek zien, dat oppassen de boodschap is. Het aangetaste en verdachte vee wordt afgemaakt; de zieke dieren worden op de boerderij gedood door den veearts en in diens tegenwoordigheid begraven. Het ver voer van zieke dieren naar openbare slachtplaatsen heeft dus niet meer plaats; daardoor bestaat er ook geen gevaar voor besmetting meer langs den weg. De verdachte dieren, die nog geen teeken van ziekte vertoonen, worden ook geslacht doch het vleesch wordt voor de consump tie gebruikt, waarvoor het dan ook zeer geschikt is. Vóór men tot slachten overgaat worden de dieren getaxeerd en de waarde wordt door het Rijk vergoed. Over deze taxaties zijn de veehouders zeer tevreden. Het is dan ook goed gezien van de regeering om niet te schraal 'te zijn bij de vergoeding. Daardoor wordt oppositie voorkomen. Bo vendien, als vee wordt afgemaakt, ge schiedt dit niet in het belang van den be- treffenden eigenaar, maar in het belang van de anderen, wier vee nog gezond is. Veehouders, die stallen met prachtig fok- en melkvee hebben, zullen verstandig doen geen vreemde kooplui op het erf toe te laten. Men zij op zijn hoede. Het vreese- lijke jaar 1911 ligt nog versch in 't geheu-, gen." Apologetische Cursus. Gisteravond is in een van de zalen van het Bondsgebouw de eerste apologetische cursus aangevangen voor de afdeeling Leiden van den Ned. R.-K. Volksbond. Bij afwezigheid van den voorzitter, opende de vice-voorzitter, de heer v. d. S t a a k de bijeenkomst met den christelijken groet en zette het nut, het doel en de noodzakelijk heid van dezen cursus uiteen. De cursus zal om de veertien dagen gehouden wor den, Dinsdagsavonds ten half negen ure. Vragen over het behandelde kunnen schrif telijk en mondeling gesteld worden en worden 'dan ïn 'de eêrëfvolgenae mjecn- komst behandeld. De geestelijke adviseur van den bond, de WelEerw. pater Zuidgeest, de lei der van dezen cursus krijgt nu het woord en zegt, dat hij op deze>n eersten cursus zal spreken over: „Godsdienst in het alge meen" en dat godsdienst zoowel verplich tend is voor den mensch als voor den staat. Tusschen het schepsel en God bestaat deze betrekking, dat het schepsel met ge heel zijn wezen van God afhankelijk is. Geldt dit voor ieder wezen, voor het re delijk wezen, de mensch, komt er nog een andere betrekking bij, namelijk, dat hii met zijn verstand deze afhankelijkheid* erkent en met zijn vrijen wil, de verplich tingen, die daaruit voortkomen, vervult. De mensch moet derhalve met zijn ver stand deze afhankelijkheid erkennen en Gods wil volbrengen. Is de mensch tot godsdienst verplicht? Dat hij daartoe ver plicht is volgt uit de wezenlijke betrekking, waarin de mensch staat tot God. Als bet verstand tot den mensch zegt, God heeft u geschapen, dan moet de mensch dien schepper erkennen als zijn heer en mees ter en moet de wil bereid zijn de wetten te aanvaarden en te vervullen. Bij aüe volkeren heeft een soort godsdienst be staan en Max Müller zegt dan ook terecht, dat er wel altijd ongodsdienstige menschen hebben bestaan, maar nog geen volks stammen zonder godsdienst zijn aangetrof fen. Wordt God en Godsdienst weggeno men, dan vervalt iedere zedelijke verplich ting, welke een zedelijke wet onderstelt en is er geen macht die over het geweten heerschen kan. Het klinkt wel aardig wat de modernen zeggen, dat de mensch zijn gezond verstand volgen moet en als de mensch redelijk handelt, dat hij altijd goed handelt. Zeker een mensch moet zijn rede volgen, maar een rede, die luistert naar God, naar de waarheid. De rede consta teert, dat er een wet is, de rede veronder stelt de wet van God, hetgeen de Eerw. spreker met talrijke voorbeelden nader aantoont. Ons verstand maakt geen wet maar neemt die aan. Zonder godsdienst hebben de aardsche wetten geen steun, geen kracht. Als redelijk wezen zijn wij verplicht God te erkennen als opperheer en zijn wet te onderhouden. Is dus de godsdienst voor den enkeling verplichtend dan volgt, dat deze ook ver plichtend is voor den staat welke een ver- eeniging van menschen is, en waar de staat den mensch in alles moet helpen, dan moet hij hem ook hepen in den gods dienst. Niet de mensch is er voor den Staat, maar de Staat is er voor den mensch. Hij moet den mensch in al zijn belangen hel pen dus ook in zijn eerste plicht van den godsdienst. De maatschappij moet God er kennen als den meester, daar zij een ver- eeniging van menschen is, en moet daar om ook rekening houden met-Gods wil en geboden. De Staat kan ook niet bestaan zonder de zedelijke verplichtingen neen hij moet deze bevorderen, want neemt hij den godsdienst weg dan iS een reuzenleger van politieagenten noodig om zijn wetten te doen onderhouden. Principieel genomen moet de staat dus godsdienstig zijn, en is een godsdienst de ware dan dien gods dienst erkennen en belijden. Om grooter kwaad echter te voorkomen kan de Staat uit staatkundige verdraagzaamheid alle godsdiensten erkennen en zich zelf neu traal houden. Wat te zeggen over de gewetensvrijheid waarover de liberalen zoo hoog opgeven. Ook wij laten den mensch vrij in zijn ge weten maar met eerbiediging van de wet Gods, want elk geweten is door de wet Gods aan banden gelegd. Ten slótte bewijst de Eerw. spreker, dat godsdienst niet alleen inwendig maar ook uitwendig is en wel omdat de mensch geen geest is, maar een wezen met ziel en lichaam. Niet de ziel maar de geheele 'mensch is verplicht tot godsdienst. Het inwendige moet zich uitwendig uiten en iedere godsdienst heeft uitwendige uitin gen. Na in het kort de behandelde stof te heb ben samengevat, eindigde de Eerw. spre ker zijn leerzaam en degelijk betoog onder applaus der aanwezigen. Een tweetal vragen werden gedaan, schriftelijke zullen nog volgen daarover dus in den volgenden cursus. De heer v. d. S t a a k dankte den Eerw. spreker voor den heerlijken schotel door hem bereid, waarvan allen gesmuld heb ben, spoorde de aanwezigen aan de bij eenkomsten trouw te volgen en sprak den wensch uit, dat een ieder de volgende maal een vriend zal medebrengen, opdat de zaal spoedig te klein zijn. Wij sluiten ons van harte bij deze woorden aan. De zaal was aardig bezet, maar het kan nog veel beter. Een dergelijke cursus is voor iedereen nuttig, ja noodzakelijk. Daarom vooral gij Volksbonders, toont dat gij het werk van uw geestelijken adviseur op prijs stelt en komt allen over veertien da gen op de bijeenkomst. Een bezoek aan Antwerpen. Onze stadgenoot, de heer A. Kellenaers, is gisteravond, na een verblijf van drie da gen in de stad Antwerpen, teruggekeerd. De heer Kellenaers moest de stad bezoe ken voor een aangelegenheid het R.-K. Huisvestingscomité betreffend, maar heeft meteen een studie gemaakt van het werkelijke leven in Antwerpen op het oogenblik. De tocht heeft vier dagen ge duurd. De algemeene indruk van den heer Kel lenaers is, dat de stemming gedrukt is en hij raadt alle jongemannen van 16—32 ja ren aan niet naar Antwerpen terug te gaan, indien zij denken er werk te zullen vinden; zij zullen er armoede lijden. Aan werkeloozen wordt 60 centimes per dag betaald. In de volksbuurten, vooral bij de havens, is het betrekkelijk stil en van de bewoners van deze buurten zijn er nog maar weinig teruggekeerd. Over het alge meen genomen vertoeven deze menschen nog in ons land en zullen daar wel voor- loopig blijven. De heer Kellenaers is ver der vanmeening dat de Duitschers in Ant werpen strengere maatregelen hebben ge nomen, dan ïn Luik cn Brussel; de om gang is niet zoo vrienschappelijk als in die plaatsen. Het verkeer is ook nog niet geregeld. Men moet b.v. 7 uur loopen om in Braschaet te komen,een dorp in de nuurf! van Antwerpen, daar de tram niet gaat. De heer Kellenaers is verder nog van oordeel, dat er een zaakje gemaakt wordt met de passen. Om in Antwerpen te ko men heeft men een pas noodig van f 13.65. De eigenlijke pas kost f6.75 en de rest komt er bij voor allerhande formaliteiten. Het is gemakkelijk om Antwerpen binnen te komen, moeilijk om het te verlaten. In dat geval doet de pas van f 13.65 dienst. Voor plezier behoeft men niet naar Ant werpen te gaan, daar men er wel eens lan ger blijven kan dan men wenscht. Met visiteeren en in orde brengen der stukken om Antwerpen te verlaten gaan soms ver scheidene dagen gemoeid. De Duitschers zijn erg wantrouwend en zien in iedereen een spion. Gistermorgen half tien (Duitsche tijd) vei liet de heer Kellenaers Merxem met de tram en was te Breda kwart na 2, en kwam te Leiden aan om 6.03. Deze weg schijnt op het oogenblik de kortste om van Ant werpen in Leiden te komen. Nog deelde de heer Kellenaers ons mede, dat hij in Antwerpen een 10-tal kinderen zonder verzorging had aangetroffen. Deze kinderen zullen toevertrouwd worden aan de zorgen van het R.-K. Huisvestingsco mité en worden heden hier verwacht. Zij zullen hier blijven tot na den oorlog. Dat de huisvesting van deze kinderen op den duur veel geld kost, zal een ieder begrij pen. Het R.-K. Huisvestingscomité doet dan ook een beroep op allen om steun om te helpen R.-K. Belgische kinderen, die on verzorgd en zonder ouders zijn, onder te brengen in R.-K. gezinnen. Dat iedereen bijdrage, vele kleinen maken een groote, het is een noodzakelijk werk, dat zeker de steun van alle R.-K. dubbel waard is. Herstemming Kamer van Koophandel. Bi; de gisteren gehouden herstemming% voor de Kamer van Koophandel* zijn uitgebracht 19 geldige stem men. Hiervan hebben verkregen de heeren B. J. H. Hartink 9, J. Hartevelt Azn., 9, mr. E. L. Th. Hoogenstraaten 2 en M. H. van Waveren 10 stemmen. Geko zen zijn dus de heeren Hanting (als zijnde ouder dan de heer Hartevelt) en M. H. van Waveren. Zooals men ziet is het aantal uitge brachte stemmen gering. Het geringe aan tal stemmen, is echter hierdoor te ver klaren, omdat de vier in herstemming komende candidaten naar aanlei ding van de verkiezing der heeren W. Pera en Arn. L. Smits hadden verzocht geen stem op hen uit te brengen, daar zij voor een herbenoeming niet in aanmer king wilden komen. De heeren B. J. H. Hartink en M. H. van Waveren nemen alls gevolg daarvan de benoetming dud niet aan. Er is nog meer. Doordat de heeren W. Pera en Arn. L. Smits bij eerste stemming als nieuwe le den van de kamer van Koophandel geko zen waren, hebben nu ook de eerst met 1 Januari 1917 aftredende leden der Kamer reeds met 1 Januari a. s. hun mandaat ter beschikking gesteld. Het zijn de heeren W. F. Verhey van Wijk voorzitter, A. Couvee, A. Dekoster Jr., A. L. Reimeringer en J. H. van Ros- sum du Chattel. Jubileum. Den 22en December a. s. zullen 50 jaren zijn verloopen sedert prof. Mr. H. van der Hoeven thans wonende te Zundert (N. Br.) oud-hoogleeraar in het Strafrecht aan de Leidsche Universiteit, werd bevorderd tot doctor in de rechtswe tenschappen, na verdediging van een aca demisch proefschrift, houdende „Opmer kingen over de Nederlandsche Strafwet geving voor het krijgsvolk hier te lande." Prof. v. d. H. heeft gisteren juist den leeftijd van 72 jaren bereikt. Beëetiiging officieren. Hedenmiddag om 12 uren had voor het front van een gedeelte van het 4de Regement Infanterie, de plechtige eedsaflegging plaats door den bij dat regiment benoemden reserve ,2de Luitenant A. Meiners. De plechtigheid had plaats in de groote manege van de Doelenkazerne alhier, in tegenwoordig heid van den Luit.-kolonel W. L. Over- duyn, Commandant van het Regiment, die den nieuw benoemden reserve-officier hartelijk toesprak. Alleen officieren en minderen gekleed in de grijsgroene uniform, namen aan de plechtigheid deel. Begrooting Rijnland. In de heden ge houden openbare vereenigde vergadering van Dijkgraaf, Hoogheemraden en Hoofd ingelanden van Rijnland, werd vastgesteld de begrooting voor dat Hoogreemraad- schap voor het dienstjaar 1915 in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van 1300909.47. Het bundergeld werd bepaald op f 1.80 per H.A. tegen f 1.90 over den loopenden dienst. De post onvoorzien werd uitgetrok ken op f 50.000. Past d'r op. De lezer zal bemerkt heb ben, dat gisteren in den volgenden zin het gespatieerd woordje was uitgeval len. „Opzet dezer revue, zoowel als mu ziek en costumes, zijn in de pers, ook in de Katholieke pers, hoog geprezen, zoo dat iemand die eens een gepaste en aan gename ontspanning wil genieten, er geen spijt van. zal hebben deze revue te hebben bijgewoond." De Familie-Bioscoop. Wij hebben gis terenavond een bezoek gebracht aan de Familie-Bioscoop en gezien de groote film Koning Oedipus, een prachtfilm, een dra ma, getiteld „Vrouwenliefde en leed" en eenige zeer komische nummers. We kunnen getuigen, dat de films, die wij zagen, zeer scherp en mooi waren. Aan helderheid lieten de beelden niets te wenschen over. Wanneer de directie door gaat met altijd films te vertoonen zooals deze dagen, kunnen we een bezoek aan de Familie-Bioscoop ten zeerste aanraden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 2