24
De Oorlog.
6e JAARGANG.
No. ?55Ö
e EéidóelveGou/frMit
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
BIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAS, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2'/i cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
NOVEMBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De wereldlijke macht des
Pausen.
Aan het slot van zijn Zendbrief komt
de Paus terug tot het onderwerp waarmee
hij begon en smeekt met allen aandrang
het einde af van dezen allerrampzaligsten
oorlog èn in het belang der maatschappij,
èn in dat der Kerk.
En dan herhaalt de H. Vader, wijzend
op de onvrijheid des Pausen, geboren uit de
overweldiging van Rome, het protest, vóór
hem, door zijn voorgangers-tegen den be-
staanden staat van zaken uitgebracht, en
uit den wensch, dat met het einde van den
oorlog ook een einde kome aan dien ,,on-
houdbaren toestand".
De „N. Rott. Crt." vraagt bij deze passus
uit de Encycliek, of de Paus dan werkelijk
gelooft aan de mogelijkheid, dat Hij na
den oorlog in het bezit van zijn tijdelijke
macht zal worden hersteld. Het blad ziet
in deze meening van den Paus, Dien het
slechts enkele weken geleden erkende als
een der eerste diplomaten, iets naïefs!
Ieder, die onbevooroordeeld is, zal echter
moeten erkennen, dat als er na den oorlog
wordt beraadslaagd over zoovele zaken,
de Romeinsche kwestie niet van de agenda
kan worden geweerd. In dezen tijd is toch
zonneklaar gebleken, de wenschelijkheid,
do noodzakelijkheid, dat de Paus als zelf
standig vorst invloed kan uitoefenen "op
den loop der gebeurtenissen, in het
belang der menschheid.
Het gaat niet over het herstel van don
-Kerkelijken Staat in zijn vroegere en vroeg
ste gedaante; het gaat over een zelfstal
dige positie, een bestuursmacht van het
Peusschap, die het zijn volle onafhankelijk
heid en vrijheid waarborgen.
V Allen het eens.
In een beschouwing over het leenings-
ontvverp schrijft het „Hbld." o.a. deze-mee
ning neer:
Inderdaad schijnt ons een wijziging in
dien geest, met algeheele vrijstelling der
kleinere vermogens en inkomsten, aanbe
veling te verdienen, indien het niet moge
lijk mocht blijken verder gaande conces
sies te verkrijgen."
Wij zouden willen vragen, wie het daar
mede niet, althans-niet in beginsel, e ens
kan zijn!
Het in theorie zoo mooie beginsel, dat
elkeen, ook de kleine middenstander en
de arbeider, de oorlogslasten, in den vorm
eener belasting, moet helpen meedragen,
zal toch geen aanhangers meer vinden,
zooals eenige weken geleden, toen men
blijkbaar over de verwerkelijking van dit
beginsel nog niet zoo diep had nagedacht.
Allen moeten het er over eens zijn, dat
de kleinere vermogens en inkomsten in
deze tijden niet een aan de grootere ver
mogens en inkomsten .geproportioneerden
druk kunnen dragen. Minstens moet
er in het ontwerp voor-de financieel ster
keren een progessie worden gebracht,
zoo tenminste de algeheele vrijstelling"
voor de zwakkeren of onoverkomenlijke be
zwaren zou stuiten.
V Goede Adressen.
Iedere katholiek voelt veel voor een eigen
principieele courant, voor de katholieke
pers, dat spreekt vanzelf.
Wat echter niet van zelf spreekt is, dat
iedere katholiek de m i d d e 1 e n weet te
bedenken om die katholieke pers finan
cieel te steunen, groot te maken en krach
tig, om daadwerkelijk aan haar voortbe
staan en groei mede te werken.
Een van die middelen, en wel een der
beste, willen wij den welwillenden lezer
nu eens aanwijzen natuurlijk hem of
haar tegelijk verzoekend dat middel in
practijk te brengen. Het is een middel dat...
geen enkel, zelfs niet het kleinste finan-
cieele offer vraagt, ja, dengene, die het
aanwendt, waarschijnlijk zelfs nog bevoor
deelt....
Dat middel is ga, alvorens in dezen
Sinterklaas- en Kerstmistijd uw inkoopen
te doen, eerst de advertenti e-k o-
lommen van onze courant na.
Zeg, als u zoo vriendelijk wilt zijn, u nog
meer moeite te getroosten, zeg den winke
lier, bij wien gij daarna uw inkoopen
doet, dat een advertentie in de L e i d-
s c h e Courant u tot hem heeft ge
bracht.
De lezer sympathiseert met de katholieke
pers dat meenen wij, zonder onbeschei
den te zijn, te mogen besluiten uit het feit,
dat hij is geabonneerd. Welnu, dat z ij of
hij (de lezeressen vooral kunnen in deze
zooveel doen!) dan die sympathie too-
n e n door met ons deze afspraak te ma
ken
Wij gaan geen inkoopen
doen voor de advertenties
van de Leidsche Courant te
hebben geraadpleegd.
Dat zijn de goede adressen.
BUITENLAND.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Een officieel communiqué uit Parijs, d.d.
23 November, luidt:
„Gisteren heeft de vijand een hevig ge
schutvuur gericht tegen Yperen, Soissons
en Rheims.
Te Yperen werden de belfort, de kathe
draal, de markthallen en verscheidene hui
zen in brand geschoten.
In Argonne werden hevige aanvallen
door ons afgeslagen."
Uit Oostburg wordt, d.d. gisteren, aan
de ,,N. Rott. Crt." geseind:
„Vanmiddag werden de bewoners van
Zeeuwsch-Vlaanderen opgeschrikt door he
vig kanongebulder, dat alles op zijn grond
vesten deed trillen. Te Cadzand kon men
door den nevel de vuurstralen der kanon
schoten zien van oorlogsschepen,
welke bezig waren Zeebrugge
en de kust te beschieten. Voor
zoover ik door het nevelachtige weer kon
zien, stond bezuiden de haven een groot
gebouw in brand. Het kustgeschut, dat
nog een poos het geschut der, schepen be
antwoordde, verstomde alras. Of het
scheepsgeschut veel schade heeft aange
richt, was wegens het invallen der duis
ternis niet te zien."
Zoo is dan wederom een prachtige stad,
Yperen, als slachtoffer van dezen oorlog
gevallen.
Hoezeer de beschieting der stad in de
lijn lag van de krijgsverrichtingen in die
streek, blijkt overigens wel het best daar
uit, dat reeds een paar weken geleden door
een Engelschendagbladcorrespondent, die
zich daar in de buurt bevond, werd gemeld
dat de stad in brand stond. Sinds eenige
weken woedde de strijd t, N. van 'de stad,
bij Bixschooten, ten N.O. bij Langemarck,
ten O. bij Gheluvelt, ten Z. bij Meesen (Mes-
sines). Eenmaal moest het oogenblik ko
men, dat de rondom door het vuur omge
ven stad zelf als een strategische factor in
den strijd werd beschouwd en dan was
haar lot bezegeld. Thans is dit blijkbaar
het geval geweest, en de gevolgen beeft de
telegraaf ons overgebracht.
Zij heeft ons tevens de tijding gebracht,
dat ondanks de inundaties en ondanks de
koude de strijd met nieuwen moed wordt
voortgezet. Ook de Engelsche vloot neemt
veer aan de krijgsverrichtingen deel. Aan
den anderen kant voeren oók de Duitschers
versterkingen aan, die zij waarschijnlijk
aan andere deelen van het front ontnemen.
Want alles wat in het Westen aan troepen
gemist kan worden, is naar de Silezische
grens gezonden, waar de .strijd tegen de
Russen met de grootste hevigheid woedt.
De Russen.
De beslissende slag in het Oosten ver
wachte men niet in Oost-Pruisen zelf,
maar aan weerszijden van de buurt waai
de Weichsel de Pruisische grens nadert,
er. inzonderheid ten Zuiden van deze ri
vier, in de streek tusschen de Weichsel en
Krakau.
Daar. bevindt zich de-hoofdmacht der
Duitschers, naar den kant van Krakau
samenwerkend met de Oostenrijkers, en
daarheen worden over Warschau de reser
ves der Russen aangevoerd, waarvan een
Wolff-bericht uit Berlijn spreekt.
Dat in dit bericht van het optreden van
die reserves gesproken wordt als een fac
tor waardoor de beslissing in den strijd
nog uitbleef, is niet in overeenstemming
met de bewering van een „hooge autori
teit", medegedeeld door de „Lokal Anzci-
ger", als zouden die reserves niet of zeer
slecht gewapend zijn (hij sprak van 100
geweren op een regiment). Met troepen,
die in dat geval verkeeren, speelt een leger
als het Duitsch-Oostenrijksche het gemak
kelijk klaar; en hun pogingen om de Rus
sen verder terug te dringen, duren nu al
een week. Het is ternauwernood te geloo-
ven, dat dit gebrek zich ook niet zou heb
ben afgespiegeld in het verloop van den
veldtocht, dien de Russen in Polen en Ga-
li cië reeds achter den rug hebben, een
veldtocht, waarbij zij de sterke Duitsch-
Oostenrijksche legers meer dan 200 K.M.
teruggedrongen hebben.
Geteisterd Polen.
In de „Times" is een brief opgenomen
van Stephen Graham op 24 October uit
Warschau verzonden en waarin het succes
van den eersten slag bij Warschau, waar
bij de Duitschers werden teruggedreven,
wordt toegeschreven aan den geestdrift
en moed van de Russische boerensoldaten,
maar waarin tevens ook een droevig beeld
wordt opgehangen van de gruwelijkheden
van den oorlog, waaronder Polen thans
zucht. Ongetwijfeld, zegt de schrijver,
heeft Rusland reeds zware verliezen gele
den, maar deze verliezen beteekenen voor
dit aan menschen zoo rijke land weinig.
„De boeren zelf zien volkomen kalm het
schouwspel van lijden en dood aan. De
dood jaagt hun geen vrees aan, integen
deel het denkbeeld van een roemrijken
dood is hun geestelijk voedsel. Dat maakt
den Rus haast onoverwinlijk."
Uitvoerig schrijft Graham over het lijden
van Polen, waar de vreeselijke slagen
thans worden geleverd. De toestand van
het voik in Polen is zeker even slechc ai3
die van de Belgen. Er is slechts één ver
schil en dat is, dat België een welvarend
en gelukkig land was en dat Polen groo-
tendeels in ellende en armoede verkeerde.
En toen nu- de Russische opmarsch in
Oost-Pruisen werd teruggeslagen en dd
Duitschers Polen binnentrokken, zeer on
verwacht en tot verrassing van de bevol
king, die niet ingelicht over de gebeurte
nissen, de vijandelijke troepen niet had
verwacht, ontstond er onder de arme in
ellendige Poolsche bevolking een paniek.
Duizenden en duizenden vluchtten uit hun
huizen en derpen, zonder te weten, waar
heen te gaan. Velen raakten in de aar-
linies en werden daar gedood, anderen
trekken in groote troepen hongerig en el
lendig door het geteisterde land worde a
opgevangen, neergeschoten, als spionnen
gevangen genomen en terechtgesteld. Den
deel kon de treinen bereiken en in de ste
den in het binnenland een toevlucht zoe
ken. Zoo telt alleen Warschau wel 50 OM
daklooze vluchtelingen.... Zooals in L'tlg'ë
worden ook door de Duitsche legers in Po
len requisities gehouden, maar wat Graham
hiervan vertelt zal wél wat 'gekleürd en
aangedikt zijn zoo bijv. dat bij honder
den en duizenden wagonladingen vel ge
stolen goederen door de Duitschers uit
Pelen werden weggevoerd maar dat
ook Polen vreeselijk door dezen oorlogj
worot geteisterd nu het evenals België het
tcont el is geworden van den striji tuss :iien
de millioenonlegers, blijkt uit de me.Ie Jee-;
l agen van Graham toch wel, zelfs als r icn
wat er overdreven in is ter zi/Je stelt.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De discipline in het leger. In een En-
gelsch rapport omtrent het gedrag der
Engelsche troepen op het Vasteland treft
de opmerking, dat de regimenten, die zich
op het slagveld het meest onderscheidden,
in vredestijd ook de kleinste straflijsten
voor vergrijpen tegen de discipline enz.
konden overleggen.
Gepantserde treinen. Volgens den
correspondent van de „Daily News" in
Vlaanderen hebben de Bondgenooten daar
kolossaal veel hulp gehad van de gepant
serde treinen, welke met niet genoeg te
prijzen moed, koelbloedigheid en be
kwaamheid door Britsche marine-officie
ren en soldaten bestuurd worden.
Vrees voor vergiftiging. De Roland
von Berlin vertelt van een officier, die in
België en Frankrijk groote vx-ees had ver
giftigd te woi-den, daar er, naar hij be
weerde eenmaal een aanslag op zijn le
ven gedaan was. Op een dag kwam hij
doodop door een dorp voorbij een herberg.
Hij riep den waard naar buiten en vroeg
hem of hij wijn had. „Slechts nog een en
kele flesch" was het antwoord. „Hier er
mee", zei de officier. Toen de waard de
flesch bracht, beval hij wantrouwig: „eerst
zelf drinken." Dat liet de waard zich geen
tweemaal zeggen. Hij zette de flesch aan
den mond en dronk, dronk, dronk. Ver
geefs donderde de luitenant: halt. Do
waard leegde de flesch tot den laatsten
droppel en gaf haar toen grinnikend over.
Vloekend reed de luitenant zijns weegs.
Eerst een poos later kon hij schateren over
de poets, die de kerel hem gebakken had.
Ooglijder9. Een Berlijnsche dame
heeft aan den magistraat een som van
100,000 Mark ter beschikking gesteld, welke
verdeeld moet worden onder de deelnemers
aan den krijg, die ten gevolge van een
door den oorlog ontstaan ooglijden niet in
staat zijn voldoende voor hun onderhoud
te zorgen.
De graanvoorraad in Duitschland. In
het geheele Duitsche Rijk zal 1 December
etn algemeene opgave door landbouwers
en handelaren moeten geschieden Tan de
hoeveelheid koren en meel die bij hen aan
wezig is,' ieneinde na te gaan voor hoe
langen tijd er nog koren enz. voor de bevol
king en het leger aanwezig is.
Oproer in een geïnterneerden-kamp.
Er is een onderzoek ingesteld omtrent het
feit, dat er te Douglas op het eiland Man
in het kamp der geïnterneerde vreemdelin
gen gedurende een oproer vijf geïnterneer'
den werden gedood.
Donderdag kwamen de 2000 gevangenen
te zamen in de groote eetzaal en vielen op
een gegeven teeken de wachtmeesters aan
met het doet om te ontvluchten.
De wachtei-s gaven eerst een salvo in
de lucht en vuui-den toen op de gevange
nen, van wie er vier dood of doodelijk ge
wond neei'vielen. Twaalf anderen werden
ernstig gewónd in het hospitaal opgeno
men. De overige gevangenen gaven zich
toen over.
Een man, die op het dak geklommen was,
om te ontvluchten, viel neer en brak den
schedel.
Een priester als chauffeur. Teekenend
voor den huidigen toestand in Frankrijk
is het volgende tooneeltje:
Voor het huis van Jules Guesde, socia
list en minister van het huidige, Franscne
kabinet staat de ministerieele automobiel.
Bij het stuurrad zit Guesde's chauffeur,
een man van ascetisch uiterlijk, heel aan
dachtig in een boek te lezen.
Enkele voorbijgangers blijven kijken en
zien, dat de chaufeur in een brevier te bid
den zit. Als de chauffeur zijn boek dicht
slaat, maken 'de nieuwsgierigen kennis.
De chauffeur stelt zich 'voor als abbó Du-
pont, die voor de mobilisatie werkzaam
was in de parochie van Saint-Bruno bij
Bordeaux.
De uitvoer van cacao. In het Engel
sche Lagerhuis verklaarde Runciman, dat
indien er eenige aanduiding bestond, dat
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(liet auteursrecht van deze veidaling is
voorbelioxideu).
29)
Marcelle scheen inderdaad een weinig
zwak. Altijd gx-oot voor haar jaren, gaf
men haar naar haar lengte wel veertien
of vijftien jaren, hoewel zij er ternauwer
nood twaalf telde; haar kinderlijk gelaat
weersprak echter wel deze meening. De
vier jaren, die onder juffrouw Ilermine's
gastvrij dak waren doox'gebracht, hadden
zonder schade voor haar kinderlijke beval
ligheid, de vroolijke uitgelatenheid gege
ven van een kind, dat zich bemind weet;
tegelijkertijd had de omgang met juffrouw
Hermine haar meer gedistingeerde ma
nieren doen aannemen.
Sinds haar eerste H. Communie, die zij
het vorige jaar gedaan had, was Marcello
ernstiger geworden. Er was ixu geen sprake
meer van raketten over den muur; de
groote zwaile hond, die zooveel gaten in
de grasperken van mevrouw Breault had
gemaakt, maar nu kalm w.as en nog slechts
met de grootste moeite tot een oogenblik
van speelschheid kon worden gebracht
die groote hond was niet ernstiger dan
Marcelle, wier beste vriend hij gewor
den was.
Jules Breault had ook gedeeld in de al
gemeene bedaardheid. In het volle bewust
zijn van het gewicht zijner zestien jaren,
droeg hij het hoofd hoog, had zich een
|>ince-nez gekocht en sprak over zijn eerste
examens als een kinderachtig iets, dat hij
binnen zes maanden wel onder de knie zou
hebben.
De eenige van liet vi'oolijke groepje, die,
in stede van ernstiger te worden, zich in
tegendeel gezelliger en vroolijker betoon
de, was Robert Breault, die „heei,") zooals
zijn broeder zeide. De te groote bedeesd
heid, die hem voorheen belet had zijn de
gelijke en tegelijk schitterende geestes
gaven te toonen, was verdwenen en 't was
vooral aan zijn hernieuwing der vriend
schap met juffrouw Hermine, dat hij deze
gelukkige verandering dankte. Voorheen,
toen hij meestal alleen of slechts in gezel
schap zijner studiegenooten was, had hij,
ver als hij altijd was van zijn moeder, de
gewoonten van het familieleven ontwend,
gewoonten, die toch voor jonge mannen
zoo noodig zijn, willen zij goede manieren
leerën; in het gezelschap der oude dame,
die hem als een broeder behandelde, en
van Marcelle, die hij zich wel voor zuster
gewenscht zou hebben, voelde hij de zach
tere gevoelens van zijn ziel ontluiken, als
een bloem onder den invloed der lentezon.
Van uit haar ballingschap te Nice had
mevrouw Breault meermalen aan juf
frouw Hermine geschreven om haar te
bedanken voor den gunstigen invloed, dien
zij op haar zonen uitoefende, een invloed,
waai'van zij meer éri meer de gelukkige
gevolgen waardeerde gedurende de zes we
ken vacantie, die de jongelui jaarlijks bij
haar te Nice doorbrachten.
Haar laatste brief had de goede oude
dame bedroefd, daar hij een meer bepaalde
vrees verried voor het lot, dat de jeugdige
Breaults wachtte indien zij eens weezen
mochten worden.
„Miin echtgenoot, zoo luidde de brief, is
zeer verzwakt en als hij mij kwam te ver
liezen, is er zeer voor de gevolgen van zijn
verdriet te vreezen. Ik heb ongelijk gehad
met hem toe te staan slechts voor mij te
leven. Ik was blind; ik zag niet verder dan
het tegenwoordige. Om u de waarheid te
zeggen, had ik tot dusverre altijd gedacht
te zullen genezen; ik zie thans in, dat het
een dwaze hoop geweest is. Deze illusie
alleen kan het egoïsme vergoelijken, dat
ik .getoond heb, door den vader toe te
staan ver van zijn zonen te leven. Het
verstandig beleid van mijn oudsten zoon
heeft de beide broeders weten te bewaren -
voor de kleine onaangenaamheden van
dien abnormalen toestand, maar ik vrees,
dat de liefde voor de kinderen niet sterk
genoeg zal zijn, om den vader over het
verlies van den moeder te troosten. Gij
zult over hen waken, niet waar, mijn goe
de buurvrouw en vriendin. Gij zult hen
beletten zich aan hun droefheid over te
geven, zich af te zonderen en als egoïsten
te leven, zooals wij, mijn man en ik, ge
daan hebben, zooals ik nu, wreed genoeg,
te doen heb."
Juffrouw Hermine had dezen brief voor
zich zelve behouden, maar zij kon niet
nalaten de jongelui nog meer toegenegen
heid te betoonen. Met vreugde had zij Ro
bert's belangstelling in Marcelle's vorde
ringen zien toenemen. Hoe zwak zulk een
band ook was, hoopte zij toch dat het hem
wat zou afleiden als hij zijn moeder eens
mocht verliezen.
Zij had gelijk: ijverige, regelmatige ar
beid, vooral wanneer wij dien jegens an
deren verplicht zijn is een uitmuntend
tegenwicht voor onze zwakheden en afdwa
lingen. Hoe men ook met zijn werk is in
genomen, als men er niemand verantwoor
ding van schuldig is, zal hij ons in tijden
van droefheid niet bezig houden; maar als
anderen onder onze nalatigheid lijden, bie
den wij beter wederstand aan de zwaar
ste beproevingen.
Ik ben voor professor in den wieg
gelegd! riep Robert op zekeren dag vol te
vredenheid uit, na een uitstekend geslaag
de les, die leerling en meester genoegen ha 1
gedaan. Toen ik vroeger leerde wat ik nu
onderwijs, had ik er lang niet zooveel plei-
zier in als nu. Ik heb wel zin om mij aan
't onderwijs te wijden; 't is nog zoo'n kwaad
beroep niét
't Is het moeilijkste beroep, dat tevens
het meest blootstaat aan ondankbaarheid,
antwoordde juffi'ouw Hermine. Als zich
iemand over ondankbaarheid moet weten
heen te zetten is het de leeraar. Men is
den dokter erkentelijk voor zijn zorgen,
den advocaat voor zijn pleitrede, den
koopman zelfs voor zijn goede waren; wie
is den leermeester erkentelijk voor de uren,
waarin hij onderricht geeft? Wordt hij er
niet voor betaald? De anderen worden ook
wel voor hun moeite beloond, duui'der zelfs
dan hij, maar dat wordt niet geteld. Ge
loof mij, mijn jongen, word wat gij wilt,
maar treed niet in het onderwijs, tenzij
gij tegen ontgoocheling en groot verdriet
gehard zijt.
Welnu, zuchtte de jonge man, dan
zal ik aan mijn vaders verlangen voldoen
en in den handel gaan; maar in ieder ge
val zal ik mij de illusie zien te verschaf
fen, dat ik voor iets meer nuttig ben, dan
Voor mij zeiven.
En wat zult gij dan doen, jonge
ijveraar?
Ik zal kostelooze conferenties geven,
overal waar men die maar verlangt, zij
het voor de ontwikkeling van weinigen. Ik
zal mijn kennis dienstbaar maken voor
hen. die niets weten....
Marcelle sloeg de oogen naar haar leer
meester op. Ilij sprak langzaam als
iemand, die zijn eigen gedachten zoekt te
ontwari-en. Plotseling richtte hij zich tot
haar:
Gij zijt mij zeer nuttig geweest, kleine
Marcelle, zeide hij glimlachend. Gij hebt
mij mijn onverwachte roeping aan mij
zeiven ontdekt... 't Was mij een genoegen
u te onderwijzen, ook dan wanneer gij mij
niet begreept, want daji moest ik zoeken
naar een betei'e, juistere uiting van mijn
gedachten. Ik dank u vele gelukkigo uren...
En ik, zeide Marcelle, die de oogen
vol tranen had, ik ben u nog duizendmaal
meer verplicht.
Hij wendde zich thans geheel naar haar
toe. Eertijds, toen zij nog klein was, om
helsde hij haar bij zijn komst; sinds zij,
na haar Eerste II. Communie gedaan te
hebben, van klein meisje tot jongejuffrouw
was geworden, deed hij dat niet meer. Nu
echter, geheel tegen zijn gewoonten in,
boog hij zich over het kuische voorhoofd
van het kind, en drukte er een broederlij
ken kus op, een kus van den meester je
gens zijn leerling.
Stilte heerschte nu in de kamer; ieder
was met zijn eigen gedachten bezig.
(Wordt vervolgd.)