24 De Oorlog. 6e JAARGANG. No. ?55Ö e EéidóelveGou/frMit BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. BIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAS, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2'/i cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG NOVEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. De wereldlijke macht des Pausen. Aan het slot van zijn Zendbrief komt de Paus terug tot het onderwerp waarmee hij begon en smeekt met allen aandrang het einde af van dezen allerrampzaligsten oorlog èn in het belang der maatschappij, èn in dat der Kerk. En dan herhaalt de H. Vader, wijzend op de onvrijheid des Pausen, geboren uit de overweldiging van Rome, het protest, vóór hem, door zijn voorgangers-tegen den be- staanden staat van zaken uitgebracht, en uit den wensch, dat met het einde van den oorlog ook een einde kome aan dien ,,on- houdbaren toestand". De „N. Rott. Crt." vraagt bij deze passus uit de Encycliek, of de Paus dan werkelijk gelooft aan de mogelijkheid, dat Hij na den oorlog in het bezit van zijn tijdelijke macht zal worden hersteld. Het blad ziet in deze meening van den Paus, Dien het slechts enkele weken geleden erkende als een der eerste diplomaten, iets naïefs! Ieder, die onbevooroordeeld is, zal echter moeten erkennen, dat als er na den oorlog wordt beraadslaagd over zoovele zaken, de Romeinsche kwestie niet van de agenda kan worden geweerd. In dezen tijd is toch zonneklaar gebleken, de wenschelijkheid, do noodzakelijkheid, dat de Paus als zelf standig vorst invloed kan uitoefenen "op den loop der gebeurtenissen, in het belang der menschheid. Het gaat niet over het herstel van don -Kerkelijken Staat in zijn vroegere en vroeg ste gedaante; het gaat over een zelfstal dige positie, een bestuursmacht van het Peusschap, die het zijn volle onafhankelijk heid en vrijheid waarborgen. V Allen het eens. In een beschouwing over het leenings- ontvverp schrijft het „Hbld." o.a. deze-mee ning neer: Inderdaad schijnt ons een wijziging in dien geest, met algeheele vrijstelling der kleinere vermogens en inkomsten, aanbe veling te verdienen, indien het niet moge lijk mocht blijken verder gaande conces sies te verkrijgen." Wij zouden willen vragen, wie het daar mede niet, althans-niet in beginsel, e ens kan zijn! Het in theorie zoo mooie beginsel, dat elkeen, ook de kleine middenstander en de arbeider, de oorlogslasten, in den vorm eener belasting, moet helpen meedragen, zal toch geen aanhangers meer vinden, zooals eenige weken geleden, toen men blijkbaar over de verwerkelijking van dit beginsel nog niet zoo diep had nagedacht. Allen moeten het er over eens zijn, dat de kleinere vermogens en inkomsten in deze tijden niet een aan de grootere ver mogens en inkomsten .geproportioneerden druk kunnen dragen. Minstens moet er in het ontwerp voor-de financieel ster keren een progessie worden gebracht, zoo tenminste de algeheele vrijstelling" voor de zwakkeren of onoverkomenlijke be zwaren zou stuiten. V Goede Adressen. Iedere katholiek voelt veel voor een eigen principieele courant, voor de katholieke pers, dat spreekt vanzelf. Wat echter niet van zelf spreekt is, dat iedere katholiek de m i d d e 1 e n weet te bedenken om die katholieke pers finan cieel te steunen, groot te maken en krach tig, om daadwerkelijk aan haar voortbe staan en groei mede te werken. Een van die middelen, en wel een der beste, willen wij den welwillenden lezer nu eens aanwijzen natuurlijk hem of haar tegelijk verzoekend dat middel in practijk te brengen. Het is een middel dat... geen enkel, zelfs niet het kleinste finan- cieele offer vraagt, ja, dengene, die het aanwendt, waarschijnlijk zelfs nog bevoor deelt.... Dat middel is ga, alvorens in dezen Sinterklaas- en Kerstmistijd uw inkoopen te doen, eerst de advertenti e-k o- lommen van onze courant na. Zeg, als u zoo vriendelijk wilt zijn, u nog meer moeite te getroosten, zeg den winke lier, bij wien gij daarna uw inkoopen doet, dat een advertentie in de L e i d- s c h e Courant u tot hem heeft ge bracht. De lezer sympathiseert met de katholieke pers dat meenen wij, zonder onbeschei den te zijn, te mogen besluiten uit het feit, dat hij is geabonneerd. Welnu, dat z ij of hij (de lezeressen vooral kunnen in deze zooveel doen!) dan die sympathie too- n e n door met ons deze afspraak te ma ken Wij gaan geen inkoopen doen voor de advertenties van de Leidsche Courant te hebben geraadpleegd. Dat zijn de goede adressen. BUITENLAND. De Duitschers in Frankrijk en België. Een officieel communiqué uit Parijs, d.d. 23 November, luidt: „Gisteren heeft de vijand een hevig ge schutvuur gericht tegen Yperen, Soissons en Rheims. Te Yperen werden de belfort, de kathe draal, de markthallen en verscheidene hui zen in brand geschoten. In Argonne werden hevige aanvallen door ons afgeslagen." Uit Oostburg wordt, d.d. gisteren, aan de ,,N. Rott. Crt." geseind: „Vanmiddag werden de bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen opgeschrikt door he vig kanongebulder, dat alles op zijn grond vesten deed trillen. Te Cadzand kon men door den nevel de vuurstralen der kanon schoten zien van oorlogsschepen, welke bezig waren Zeebrugge en de kust te beschieten. Voor zoover ik door het nevelachtige weer kon zien, stond bezuiden de haven een groot gebouw in brand. Het kustgeschut, dat nog een poos het geschut der, schepen be antwoordde, verstomde alras. Of het scheepsgeschut veel schade heeft aange richt, was wegens het invallen der duis ternis niet te zien." Zoo is dan wederom een prachtige stad, Yperen, als slachtoffer van dezen oorlog gevallen. Hoezeer de beschieting der stad in de lijn lag van de krijgsverrichtingen in die streek, blijkt overigens wel het best daar uit, dat reeds een paar weken geleden door een Engelschendagbladcorrespondent, die zich daar in de buurt bevond, werd gemeld dat de stad in brand stond. Sinds eenige weken woedde de strijd t, N. van 'de stad, bij Bixschooten, ten N.O. bij Langemarck, ten O. bij Gheluvelt, ten Z. bij Meesen (Mes- sines). Eenmaal moest het oogenblik ko men, dat de rondom door het vuur omge ven stad zelf als een strategische factor in den strijd werd beschouwd en dan was haar lot bezegeld. Thans is dit blijkbaar het geval geweest, en de gevolgen beeft de telegraaf ons overgebracht. Zij heeft ons tevens de tijding gebracht, dat ondanks de inundaties en ondanks de koude de strijd met nieuwen moed wordt voortgezet. Ook de Engelsche vloot neemt veer aan de krijgsverrichtingen deel. Aan den anderen kant voeren oók de Duitschers versterkingen aan, die zij waarschijnlijk aan andere deelen van het front ontnemen. Want alles wat in het Westen aan troepen gemist kan worden, is naar de Silezische grens gezonden, waar de .strijd tegen de Russen met de grootste hevigheid woedt. De Russen. De beslissende slag in het Oosten ver wachte men niet in Oost-Pruisen zelf, maar aan weerszijden van de buurt waai de Weichsel de Pruisische grens nadert, er. inzonderheid ten Zuiden van deze ri vier, in de streek tusschen de Weichsel en Krakau. Daar. bevindt zich de-hoofdmacht der Duitschers, naar den kant van Krakau samenwerkend met de Oostenrijkers, en daarheen worden over Warschau de reser ves der Russen aangevoerd, waarvan een Wolff-bericht uit Berlijn spreekt. Dat in dit bericht van het optreden van die reserves gesproken wordt als een fac tor waardoor de beslissing in den strijd nog uitbleef, is niet in overeenstemming met de bewering van een „hooge autori teit", medegedeeld door de „Lokal Anzci- ger", als zouden die reserves niet of zeer slecht gewapend zijn (hij sprak van 100 geweren op een regiment). Met troepen, die in dat geval verkeeren, speelt een leger als het Duitsch-Oostenrijksche het gemak kelijk klaar; en hun pogingen om de Rus sen verder terug te dringen, duren nu al een week. Het is ternauwernood te geloo- ven, dat dit gebrek zich ook niet zou heb ben afgespiegeld in het verloop van den veldtocht, dien de Russen in Polen en Ga- li cië reeds achter den rug hebben, een veldtocht, waarbij zij de sterke Duitsch- Oostenrijksche legers meer dan 200 K.M. teruggedrongen hebben. Geteisterd Polen. In de „Times" is een brief opgenomen van Stephen Graham op 24 October uit Warschau verzonden en waarin het succes van den eersten slag bij Warschau, waar bij de Duitschers werden teruggedreven, wordt toegeschreven aan den geestdrift en moed van de Russische boerensoldaten, maar waarin tevens ook een droevig beeld wordt opgehangen van de gruwelijkheden van den oorlog, waaronder Polen thans zucht. Ongetwijfeld, zegt de schrijver, heeft Rusland reeds zware verliezen gele den, maar deze verliezen beteekenen voor dit aan menschen zoo rijke land weinig. „De boeren zelf zien volkomen kalm het schouwspel van lijden en dood aan. De dood jaagt hun geen vrees aan, integen deel het denkbeeld van een roemrijken dood is hun geestelijk voedsel. Dat maakt den Rus haast onoverwinlijk." Uitvoerig schrijft Graham over het lijden van Polen, waar de vreeselijke slagen thans worden geleverd. De toestand van het voik in Polen is zeker even slechc ai3 die van de Belgen. Er is slechts één ver schil en dat is, dat België een welvarend en gelukkig land was en dat Polen groo- tendeels in ellende en armoede verkeerde. En toen nu- de Russische opmarsch in Oost-Pruisen werd teruggeslagen en dd Duitschers Polen binnentrokken, zeer on verwacht en tot verrassing van de bevol king, die niet ingelicht over de gebeurte nissen, de vijandelijke troepen niet had verwacht, ontstond er onder de arme in ellendige Poolsche bevolking een paniek. Duizenden en duizenden vluchtten uit hun huizen en derpen, zonder te weten, waar heen te gaan. Velen raakten in de aar- linies en werden daar gedood, anderen trekken in groote troepen hongerig en el lendig door het geteisterde land worde a opgevangen, neergeschoten, als spionnen gevangen genomen en terechtgesteld. Den deel kon de treinen bereiken en in de ste den in het binnenland een toevlucht zoe ken. Zoo telt alleen Warschau wel 50 OM daklooze vluchtelingen.... Zooals in L'tlg'ë worden ook door de Duitsche legers in Po len requisities gehouden, maar wat Graham hiervan vertelt zal wél wat 'gekleürd en aangedikt zijn zoo bijv. dat bij honder den en duizenden wagonladingen vel ge stolen goederen door de Duitschers uit Pelen werden weggevoerd maar dat ook Polen vreeselijk door dezen oorlogj worot geteisterd nu het evenals België het tcont el is geworden van den striji tuss :iien de millioenonlegers, blijkt uit de me.Ie Jee-; l agen van Graham toch wel, zelfs als r icn wat er overdreven in is ter zi/Je stelt. Verschillende Oorlogs berichten. De discipline in het leger. In een En- gelsch rapport omtrent het gedrag der Engelsche troepen op het Vasteland treft de opmerking, dat de regimenten, die zich op het slagveld het meest onderscheidden, in vredestijd ook de kleinste straflijsten voor vergrijpen tegen de discipline enz. konden overleggen. Gepantserde treinen. Volgens den correspondent van de „Daily News" in Vlaanderen hebben de Bondgenooten daar kolossaal veel hulp gehad van de gepant serde treinen, welke met niet genoeg te prijzen moed, koelbloedigheid en be kwaamheid door Britsche marine-officie ren en soldaten bestuurd worden. Vrees voor vergiftiging. De Roland von Berlin vertelt van een officier, die in België en Frankrijk groote vx-ees had ver giftigd te woi-den, daar er, naar hij be weerde eenmaal een aanslag op zijn le ven gedaan was. Op een dag kwam hij doodop door een dorp voorbij een herberg. Hij riep den waard naar buiten en vroeg hem of hij wijn had. „Slechts nog een en kele flesch" was het antwoord. „Hier er mee", zei de officier. Toen de waard de flesch bracht, beval hij wantrouwig: „eerst zelf drinken." Dat liet de waard zich geen tweemaal zeggen. Hij zette de flesch aan den mond en dronk, dronk, dronk. Ver geefs donderde de luitenant: halt. Do waard leegde de flesch tot den laatsten droppel en gaf haar toen grinnikend over. Vloekend reed de luitenant zijns weegs. Eerst een poos later kon hij schateren over de poets, die de kerel hem gebakken had. Ooglijder9. Een Berlijnsche dame heeft aan den magistraat een som van 100,000 Mark ter beschikking gesteld, welke verdeeld moet worden onder de deelnemers aan den krijg, die ten gevolge van een door den oorlog ontstaan ooglijden niet in staat zijn voldoende voor hun onderhoud te zorgen. De graanvoorraad in Duitschland. In het geheele Duitsche Rijk zal 1 December etn algemeene opgave door landbouwers en handelaren moeten geschieden Tan de hoeveelheid koren en meel die bij hen aan wezig is,' ieneinde na te gaan voor hoe langen tijd er nog koren enz. voor de bevol king en het leger aanwezig is. Oproer in een geïnterneerden-kamp. Er is een onderzoek ingesteld omtrent het feit, dat er te Douglas op het eiland Man in het kamp der geïnterneerde vreemdelin gen gedurende een oproer vijf geïnterneer' den werden gedood. Donderdag kwamen de 2000 gevangenen te zamen in de groote eetzaal en vielen op een gegeven teeken de wachtmeesters aan met het doet om te ontvluchten. De wachtei-s gaven eerst een salvo in de lucht en vuui-den toen op de gevange nen, van wie er vier dood of doodelijk ge wond neei'vielen. Twaalf anderen werden ernstig gewónd in het hospitaal opgeno men. De overige gevangenen gaven zich toen over. Een man, die op het dak geklommen was, om te ontvluchten, viel neer en brak den schedel. Een priester als chauffeur. Teekenend voor den huidigen toestand in Frankrijk is het volgende tooneeltje: Voor het huis van Jules Guesde, socia list en minister van het huidige, Franscne kabinet staat de ministerieele automobiel. Bij het stuurrad zit Guesde's chauffeur, een man van ascetisch uiterlijk, heel aan dachtig in een boek te lezen. Enkele voorbijgangers blijven kijken en zien, dat de chaufeur in een brevier te bid den zit. Als de chauffeur zijn boek dicht slaat, maken 'de nieuwsgierigen kennis. De chauffeur stelt zich 'voor als abbó Du- pont, die voor de mobilisatie werkzaam was in de parochie van Saint-Bruno bij Bordeaux. De uitvoer van cacao. In het Engel sche Lagerhuis verklaarde Runciman, dat indien er eenige aanduiding bestond, dat FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (liet auteursrecht van deze veidaling is voorbelioxideu). 29) Marcelle scheen inderdaad een weinig zwak. Altijd gx-oot voor haar jaren, gaf men haar naar haar lengte wel veertien of vijftien jaren, hoewel zij er ternauwer nood twaalf telde; haar kinderlijk gelaat weersprak echter wel deze meening. De vier jaren, die onder juffrouw Ilermine's gastvrij dak waren doox'gebracht, hadden zonder schade voor haar kinderlijke beval ligheid, de vroolijke uitgelatenheid gege ven van een kind, dat zich bemind weet; tegelijkertijd had de omgang met juffrouw Hermine haar meer gedistingeerde ma nieren doen aannemen. Sinds haar eerste H. Communie, die zij het vorige jaar gedaan had, was Marcello ernstiger geworden. Er was ixu geen sprake meer van raketten over den muur; de groote zwaile hond, die zooveel gaten in de grasperken van mevrouw Breault had gemaakt, maar nu kalm w.as en nog slechts met de grootste moeite tot een oogenblik van speelschheid kon worden gebracht die groote hond was niet ernstiger dan Marcelle, wier beste vriend hij gewor den was. Jules Breault had ook gedeeld in de al gemeene bedaardheid. In het volle bewust zijn van het gewicht zijner zestien jaren, droeg hij het hoofd hoog, had zich een |>ince-nez gekocht en sprak over zijn eerste examens als een kinderachtig iets, dat hij binnen zes maanden wel onder de knie zou hebben. De eenige van liet vi'oolijke groepje, die, in stede van ernstiger te worden, zich in tegendeel gezelliger en vroolijker betoon de, was Robert Breault, die „heei,") zooals zijn broeder zeide. De te groote bedeesd heid, die hem voorheen belet had zijn de gelijke en tegelijk schitterende geestes gaven te toonen, was verdwenen en 't was vooral aan zijn hernieuwing der vriend schap met juffrouw Hermine, dat hij deze gelukkige verandering dankte. Voorheen, toen hij meestal alleen of slechts in gezel schap zijner studiegenooten was, had hij, ver als hij altijd was van zijn moeder, de gewoonten van het familieleven ontwend, gewoonten, die toch voor jonge mannen zoo noodig zijn, willen zij goede manieren leerën; in het gezelschap der oude dame, die hem als een broeder behandelde, en van Marcelle, die hij zich wel voor zuster gewenscht zou hebben, voelde hij de zach tere gevoelens van zijn ziel ontluiken, als een bloem onder den invloed der lentezon. Van uit haar ballingschap te Nice had mevrouw Breault meermalen aan juf frouw Hermine geschreven om haar te bedanken voor den gunstigen invloed, dien zij op haar zonen uitoefende, een invloed, waai'van zij meer éri meer de gelukkige gevolgen waardeerde gedurende de zes we ken vacantie, die de jongelui jaarlijks bij haar te Nice doorbrachten. Haar laatste brief had de goede oude dame bedroefd, daar hij een meer bepaalde vrees verried voor het lot, dat de jeugdige Breaults wachtte indien zij eens weezen mochten worden. „Miin echtgenoot, zoo luidde de brief, is zeer verzwakt en als hij mij kwam te ver liezen, is er zeer voor de gevolgen van zijn verdriet te vreezen. Ik heb ongelijk gehad met hem toe te staan slechts voor mij te leven. Ik was blind; ik zag niet verder dan het tegenwoordige. Om u de waarheid te zeggen, had ik tot dusverre altijd gedacht te zullen genezen; ik zie thans in, dat het een dwaze hoop geweest is. Deze illusie alleen kan het egoïsme vergoelijken, dat ik .getoond heb, door den vader toe te staan ver van zijn zonen te leven. Het verstandig beleid van mijn oudsten zoon heeft de beide broeders weten te bewaren - voor de kleine onaangenaamheden van dien abnormalen toestand, maar ik vrees, dat de liefde voor de kinderen niet sterk genoeg zal zijn, om den vader over het verlies van den moeder te troosten. Gij zult over hen waken, niet waar, mijn goe de buurvrouw en vriendin. Gij zult hen beletten zich aan hun droefheid over te geven, zich af te zonderen en als egoïsten te leven, zooals wij, mijn man en ik, ge daan hebben, zooals ik nu, wreed genoeg, te doen heb." Juffrouw Hermine had dezen brief voor zich zelve behouden, maar zij kon niet nalaten de jongelui nog meer toegenegen heid te betoonen. Met vreugde had zij Ro bert's belangstelling in Marcelle's vorde ringen zien toenemen. Hoe zwak zulk een band ook was, hoopte zij toch dat het hem wat zou afleiden als hij zijn moeder eens mocht verliezen. Zij had gelijk: ijverige, regelmatige ar beid, vooral wanneer wij dien jegens an deren verplicht zijn is een uitmuntend tegenwicht voor onze zwakheden en afdwa lingen. Hoe men ook met zijn werk is in genomen, als men er niemand verantwoor ding van schuldig is, zal hij ons in tijden van droefheid niet bezig houden; maar als anderen onder onze nalatigheid lijden, bie den wij beter wederstand aan de zwaar ste beproevingen. Ik ben voor professor in den wieg gelegd! riep Robert op zekeren dag vol te vredenheid uit, na een uitstekend geslaag de les, die leerling en meester genoegen ha 1 gedaan. Toen ik vroeger leerde wat ik nu onderwijs, had ik er lang niet zooveel plei- zier in als nu. Ik heb wel zin om mij aan 't onderwijs te wijden; 't is nog zoo'n kwaad beroep niét 't Is het moeilijkste beroep, dat tevens het meest blootstaat aan ondankbaarheid, antwoordde juffi'ouw Hermine. Als zich iemand over ondankbaarheid moet weten heen te zetten is het de leeraar. Men is den dokter erkentelijk voor zijn zorgen, den advocaat voor zijn pleitrede, den koopman zelfs voor zijn goede waren; wie is den leermeester erkentelijk voor de uren, waarin hij onderricht geeft? Wordt hij er niet voor betaald? De anderen worden ook wel voor hun moeite beloond, duui'der zelfs dan hij, maar dat wordt niet geteld. Ge loof mij, mijn jongen, word wat gij wilt, maar treed niet in het onderwijs, tenzij gij tegen ontgoocheling en groot verdriet gehard zijt. Welnu, zuchtte de jonge man, dan zal ik aan mijn vaders verlangen voldoen en in den handel gaan; maar in ieder ge val zal ik mij de illusie zien te verschaf fen, dat ik voor iets meer nuttig ben, dan Voor mij zeiven. En wat zult gij dan doen, jonge ijveraar? Ik zal kostelooze conferenties geven, overal waar men die maar verlangt, zij het voor de ontwikkeling van weinigen. Ik zal mijn kennis dienstbaar maken voor hen. die niets weten.... Marcelle sloeg de oogen naar haar leer meester op. Ilij sprak langzaam als iemand, die zijn eigen gedachten zoekt te ontwari-en. Plotseling richtte hij zich tot haar: Gij zijt mij zeer nuttig geweest, kleine Marcelle, zeide hij glimlachend. Gij hebt mij mijn onverwachte roeping aan mij zeiven ontdekt... 't Was mij een genoegen u te onderwijzen, ook dan wanneer gij mij niet begreept, want daji moest ik zoeken naar een betei'e, juistere uiting van mijn gedachten. Ik dank u vele gelukkigo uren... En ik, zeide Marcelle, die de oogen vol tranen had, ik ben u nog duizendmaal meer verplicht. Hij wendde zich thans geheel naar haar toe. Eertijds, toen zij nog klein was, om helsde hij haar bij zijn komst; sinds zij, na haar Eerste II. Communie gedaan te hebben, van klein meisje tot jongejuffrouw was geworden, deed hij dat niet meer. Nu echter, geheel tegen zijn gewoonten in, boog hij zich over het kuische voorhoofd van het kind, en drukte er een broederlij ken kus op, een kus van den meester je gens zijn leerling. Stilte heerschte nu in de kamer; ieder was met zijn eigen gedachten bezig. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1