16
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
In 's levens maalstroom.
ge JAARGANG.
Ne. 1551
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Intero. Tolefoen 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
Da ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week fl.25 per kwartaal; bjj onze
agenten If cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2:'j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
MAANDAG
NOVEMBER.
I9I4.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De Duiischers in Frankrijk
en België.
Ongetwijfeld zal niemand onzer lezers
door het weerbericht van het Kon. Ned.
Meteorologisch instituut, een instelling
waarop wij trotsch moge wezen, telken
dage in onze courant gepubliceerd, in de
yeizoeking zijn gekomen een nacht in da
vrije natuur door te brengen. De regenbui
en in den nacht van Vrijdag op Zaterdag
b.v., waren piasbuien, die een goed ge-
lileeden man binnen enkele seconden door
nat maakten, en de hagelbuien vormden
een meteorologisch bombardement, dat
vele glasverzekeraars (en hun niet alleen)
een slechten nacht moet hebben bezorgd.
En toch vele duizenden en duizende
jonge mannen brengen deze nachten door
in het open veld...
Hoe velen, die gezond van huis gingen,
en die door het geweer, het kanon en het
waard gespaard zijn, zullen er niet vallen
Is slachtoffers van deze weersgesteldheid.
Wij hebben gehoord van troepen, die de-
!r dagen in de buurt van Dixmuiden ter
halver lijve door het water gaande, tegen
elkander met de bajonet chargeerden; van
wegen tusschen het geïnundeerde land
doorloopend, die doorploegd zijn met ga
ten, die de granaten er in geslagen heb
ben; van patrouilles, die, elk Voor zich,
onder bedekking van den mist voortslüi-
pend, en ieder voor zich meenend, dat zij
de eenige was, in de mist op elkander
stieten en onder uitglijden en op de been
krabbelen, onder neervallen en opsprin
gen, elkander te lijf gingen.
Het verwondert ons dan ook niet, in het
communiqué van den Duitschen generalen
staf de lezen: „K&ihpfe dürch urfgunstiges
Wetter beëinflusst"; en bij wijze van ge
volgtrekking: ,,Nur geringe Fortschritte"
Maar dan toch in elk geval „Fort-
Khritte"?
Neen, antwoordt het Fransche communi-
jé: De Duitschers hebben wel opnieuw
verschillende aanvallen ten N.O. en ten Z.
van Yperen beproefd, maar deze zijn alle
afgeslagen met groote verliezen voor hen.
En daar er behalve dit geen nieuws is,
blijven wij ook met de berichtgeving' in
den mist.
De Russen.
In het Oosten blijft het succes der Rus
sen voortgaan. In West-Galicië zijn zij tot
dicht bij Krakau genaderd, terwijl belege-
ïingstroepen bij de vesting Przemysl zijn
achtergelaten. In het Zuiden van Galicië
raderen zij met belangrijke troepenmassa's
de Karpathen.
Op de grens van Silezië houdt de ach
terhoede van het terugtrekkende Duitsche
leger hen zooveel mogelijk op, ten einde de
hoofdmacht gelegenheid te geven zich op
de versterkte Oder-Weichsel-linie te con-
centreeren.
Bij Thorn léveren zij de naar die ves-
ng teruggetrokken afdeelingen slag over
een front, dat van de Warta tot Plotsk aan
Weichsel loopt.
In Oost-Pruisen dringen zij van het Oos
ten en Zuiden met omzichtigheid voort in
het gevaarvolle meren- en moerasland.
Voortdurend gaan uit België en Frank
rijk Duitsche troepen en geschut naar het
Oosten om daar de bedreigde grenzen te
verdedigen en de Russen zoo rr.orgelijk
terug te werpen.
Turkije.
De Turken blijven overwinnings-berich
ten wereldkundig maken welke, door even-
zoovele Russische tegenspraken achter
volgd worden als er Russische legers door
de Turken waren achtervolgd in die eom-
muniqué's. ---
Uit Constantinopel wordt d.d. 12 Nov.
geseind: Uit het Turksche hoofdkwartier
wordt medegedeeld: Onze troepen bezetten
de stelling Kotor in de Perzische provin
cie Aserbeidsjan, die door de Russen was
bezet. Deze werden verslagen en gingen
op de vlucht. Heden hadden kleine gevech
ten plaats tusschen onze troepen, en 's vij-
ands achterhoede.
De gevechten bij Keuprikeni waren zeer
heftig. Een regiment deed driemaal een ba-
jonetsaanval op een hoogte van 180 meter,
Geen enkele man van de vijandelijke be
zetting ontkwam.
Tot den aanzienlijken buit behoort ook
een groote hoeveelheid versterkingsmate-
rieel. Op de bij Fauen aan de kust van de
provincie Basorah gelande Engelschen
werd een hevige aanval gedaan. Aan de
zijde der Engelschen sneuvelde 60 rnan.
Een Russische communiqué van den ge
neralen staf van het leger in den Kauka-
sus luidt: Op den 13den November geen
niéuws. Den 12den 'verschenen sterke de
tachementen Koerdische ruiterij ten zui
den van Karakilisse en Agasjkerske en ge
raakten in gevecht met onze cavalerie. De
Koerden werden teruggeslagen.
Uit Petersburg wordt d.d. 14 November
geseind: In antwoord op de betuiging van
-tT-&«rT7- en-tac-yTijcmxg vim Urm-gemeen ftP
raad van Moskou, naar aanleiding van
het uitbreken van den oorlog met Turkije,
seinde de Tsaar: ,,Ik betuig mijn dank aan
de bevolking van de oude hoófdstad." Zij
kan er zeker van zijn, dat het groote Rus
land geen vrede zal sluiten, zoolang de te
genstand 'van den vijand niet voor goed
gebroken is en de problemen, die onze
voorvaderen ons hebben nagelaten, nog
niet opgelost zijn."
Verschillende Oorlogs
berichten.
Nieuwe Indische troepen. Italiaan-
sche bladen melden, dat volgens den kapi
tein van een uit Marseille in Genua aange
komen Italiaansche boot, te Marseille vijf
en twintig groote transportschepen, bege
leid door Fransche en Engelsche oorlogs
schepen, zijn binnengekomen, die 45,000
man Indische troepen hebben gelaDd.
Japansche torpedoboot gezonken. Een
Japansche torpedoboot, die mijnen opruim
de in de baai van Kiautsjau, is op een
mijn gestooten en gezonken.
Bij Z. H. den Paus. Een bericht uit
Rome meldt, dat Z. H. de Paus een Bel
gischen katholieken afgevaardigde van
Namen, Mélot, in audiëntie heeft ontvan
gen. De afgevaardigde gaf den H. Vader
verslag van de vijandelijkheden in en
rondom Namen. De heer Mélot, wien een
zeer vriendelijke en vaderlijke ontvangst te
beurt viel, was vergezeld van zijn collega
in het Belgische parlement, Dolg-Destrée.
Beiden zullen een reis door Italië maken,
om ter bevordering der gunstige stemming
voor het ongelukkige België in verscheide
ne plaatsen redevoeringen te houden.
Fransche missionarissen naar het front.
Onze Parijsche correspondent schrijft
Abbé Rouselet. missionaris op Korea, is
na een vaart, die vijf-en-dertig dagen du
rende vanaf Séoul, te Marseille aengeko-
men in gezelschap van 400 gemofciliseer-
den, waaronder veertig missionarissen
van Korea, China, Japan, Tonkin en En-
gelsch-Indië. Zij zijn alle als soldaten naar
het front vertrokken. In het geheel staan
3 bisschoppen in de uurlinie.
De kathedraal van Reims. In het
schrijven, door Z.Em. Kardinaal Lucon
aan den H. Vader gericht omtrent het ga-
beurde met de kathedraal van Reims,
heeft de kardinaal een beslist dementi ge
steld tegenover de officieele Diiitsche ver
zekeringen, dat de kathedraal voor mili
taire doeleinden zou misbruikt zijn. De
kardinaal had zich persoonlijk overtuigd
dat er geen observatiepost was ingericht
en evenmin, dat kanonnen in de buurt van
het eerwaardige bouwwerk waren opge
Lteld.
De toestand te Antwerpen. Hoewel
werd medegedeeld, dat te Antwerpen eeu
proclamatie was aangeplakt, dat voorloo-
pig niemand die stad mag verlaten, kwa
men gistermiddag toch met de .Admi
nistrateur De Badts" 47 passagiers uit
Antwerpen te Middelburg aan.
Gisteren werd uit de richting der Belgi
sche kust te .Vlissingen w;eer zwaar kanon
gebulder gehoprd, waardoor de ruiten
meermalen rinkelden. Enke'e zeer hevige
"BXplü5lèS~WtjtTTen~-5x*Twra-. - -
GedecoreerdAan den wachter van
groote sluizen bij Nieuwpoort, die het plan
opwierp om de Duitsche stellingen aan de
Yser onder water te zetten en den genera
len staf daartoe adviseerde, is de Leopold-
orde verleend.
Drie Duitsche duikbooten in den grond
geboord? De dagbladen melden, zoo ver
neemt de „Tel." uit Londen, dat volgens
een te Dover uit maritieme bron ontvan
gen bericht twee Duitsche duikbooten, die
onlangs in het Kanaal gesignaleerd wer
den, tot zinken gebracht zijn. Een andere
duikboot, die bijzonder lastig is geweest
voor de oorlogsschepen, welke de Belgische
kust bombardeerden, werd overvallen, toen
aanstalten werden gemaakt om een aan
val te doen. De boot werd beschoten en in
den grond geboord.
De bemanning van de Emden. Vol
gens een telegram uit Londen aan de
„Tel." méldt het „Central News" uit Syd
ney dat kapitein Von Müller en de beman
ning van de Emden naar Australië zijn
gebracht.
Duitsche schepen op de kust van Chili.
Men spreekt ambtelijk tegen dat de
Japansche vloot op de kust van Chili is
opgemerkt. Het waren Duitsche schepen.
De Leipzig en de Dresden hebben hier
levensmiddelen ingenomen.
Lord Roberts, t
De Engelsche veldmaarschalk Lord Ro
berts is Zaterdag overleden.
Roberts had een kort bezoek gebracht
aan de Indische troepen in Frankrijk,
waarvan hij kolonel en chef was. Hij deed
daarbij Donderdag een verkoudheid op en
overleed na een korte ziekte aan longont
steking.
Lord Roberts, geboren in 1832, was na
tevoren zijn land jaren lang in verschil
lende rangen met onderscheiding to heb
ben gediend, van 1899 tot 1900, tijdens den
Boerenoorlog, opperbevelhebber in Zuid-
Afrika. Hij ontzette toen Kimberley in Fe
bruari 1900 en maakte commandant Cron-
jé en het westelijk leger krijgsgevangen.
Van 1900 tot 1904 was hij opperbevelheb
ber van het Engelsche leger.
De „Times" zegt: „De dood van Lord
Roberts is een onherstelbaar verlies voor
de geheele natie. Roberts genoot de hooge
bewondering van zijn landgenooten en
mocht zich tevens verheugen in hun toege
negenheid. En die verdiende hij volko
men."
Het echtpaar Caillaux.
De Fransche bladen deelen mede, dat de
heer en mevrouw Caillaux Zaterdag per
s.s. „Perou" van Bordaeux naar Zuid-
Amerika zijn vertrokken.
[Caillaux was minister-president voor
het uitbreken van den oorlog. Zijn Vrouw
vermoordde den redacteur van de „Figa
ro", Gaston Calmette, die tegen Caillaux
een pers-campagne voerde. Dit leidde tot
het aftreden van Caillaux en tot het be
kende, ergeniswekkende proces, waarili
de daderes verdedigd door mr. Laborl
werd vrijgesproken. Na het uitbreken
van den oorlog aanvaardde Caillaux een
hoog ambt bij de thesaurie van het Fran
sche leger.
De minister van koophandel deelt nopens
het vertrek vair. Caillaux mede, dat deze
'JL belast is met oen economische zoending
naar Brazilië. Hij zal daar een onderzöélc
moeten instellen naar de mogelijkheid om
Braziliaansche oogstph en grondstoffen
uit te "voefren naar Frankrijk, en Fransche
producten in Brazilië te importeeren, ten
einde den handel van Frankrijk met
Duitschland en Oostenrijk te vervangen
door uitgebreider handel op Brazilië.
Ook zal Caillaux onderhandelingen voe
ren over vraagstukken betreffende onder-
zeesche telegraaf.
Opstand in Marokko?
Het blad „Tasir-Efkiar" verneemt, dat de
tegen Frankrijk afgekondigde heilige oor
log zich in Marokko uitbreidt.
Volgens het blad Saadet, dat in Tanger
wordt uitgegeven, zijn 10,000 Marokkanen
onder aanvoering van Abd-ul-Melik in
Tozza binnengerukt. Zij namen daar de
Fransche beambten gevangen.
Een strijd die is uitgevochten tusschen
Marokkanen en Franschen in de buurt van
Tanger eindigde met een nederlaag van
de Franschen.
De op9tand In Zuid-Afrika.
Officieel wordt meegedeeld, dat com
mandant Visser 17 opstandelingen heeft
gevangen gemaakt tusschen Vrijburg en
Marigobo.
Commandant De Beer nam een klein
commando van 50 man met 70 paarden
gevangen in de omstreken van Schweizer-
Reneke. Aan beide kanten werden twee
man licht gekwetst.
Nederland en de Oorlog.
De oorlogsleening.
In de „Arnliemsche Courant" deelt do
Haagsche briefschrijver omtrent de oor
logsleening het volgende mede:
Het bedrag van de te sluiten oorlogslee
ning is niet gesteld op 250 maar op twee
honderd vijf-en-zeventig millioen gulden;
de deelneming zal vrijwillig wezen, maar
indien de leening eventueel niet voltee-
kend mocht worden, zal het verdere bij
wijze, naar gelang van het vermogen. De
vrijwillig genomen aandeelen zullen een
rente geven van'5 pCt., de gedwongen ge
plaatste van 4 pCt.
Verder ligt het in het voornemen der re
geering deze leening te beheeren als een
afzonderlijk fonds en in verband daarme
de de aflossing te doen plaats hebben bin
nen een van den gewonen wettelijken ter
mijn (40 tot 60 jaren) afwijkenden tijd, na
melijk in 15 jaren, zoodat in 1929 de amor
tisatie volledig zal hebben plaats gehad.
Hieraan is verder nog toe te voegen, dat
het bedrag der leening alleen dan voldoen
de zal zijn, indien de oorlog met inbegrip
van zijn directe gevolgen niet langer
duurt dan zes maanden, dus tot Mei of
Juni 1915. Zijn de normale toestanden
omstreeks dien tijd nog niet teruggekeerd
dan zal opnieuw in de behoefte der Schat
kist moeten worden voorzien.
Deze bijzonderheden zijn juist. Zij zijn
ontleend aan de Nota, door minister
Treub eenige dagen geleden bij de Tweede
Kamer ingediend en op verzoek van eeni-
ee Kamerleden ralsnpa^/gfliik.- bli.ikt, te_
eenenmale onvöldoendé) als geheim be
schouwd.
„N. Crt."
Verloven aan militairen.
De minister van Oorlog deelt in de
„Staatsct." het volgende mede:
„Sinds het leger op voet van oorlog is
gebracht, richten tal van dienstplichtigen
aan den minister van Oorlog aanvragen om
langer verlof dan hun volgens de door den
opperbevelhebber vastgestelde algemeene
regeling kan worden verleend.
Van het begin der tegenwoordige om
standigheden af is het overgroote deel van
deze aanvragen moeten worden afgewezen.
In weerwil hiervan groeit het aantal ver-
lofsaanvragn steeds aan. Wellicht moet dit
hieraan worden toegeschreven, dat aan
sommigen wel buitengewoon verlof is ver
leend en dit anderen in de meening doet
verkeeren, dat zij evenzeer daarvoor in
aanmerking zouden kunnen komen.
Daarom wordt ter kennis van belangheb
benden gebracht, dat als regel is aangeno
men, buitengewoon verlof zeer dringen
de gevallen uitgezonderd niet te verlee-
nen in het persoonlijk belang van een
dienstplichtige, maar alleen dan, wanneer
op overtuigende wijze en na grondig on
derzoek blijkt, dat het verlof ten goede zou
komen aan eengewichtig landsbelang of
FEUILLETON.
(Het auteursrecht ran dezo vertaling is
voorbehouden).
23)
Neen, juffrouw. Als u ziek wordt,
moet ik u verzorgen, en ik heb toch al
genoeg met de verzorging van deze kleine
te doen, zoodat ik er de juffrouw niet bij
behoef te hebben.
Hose sprak opgewonden" maar eerbie
dig. Hermine kon zich niet weerhouden te
lachen.
Kom, kom, zeide zij haar vertrouwe
lijk, zijt gij in de vijf en dertig jaar, dat
gij in ij dient, nog niet gewoon geraakt aan
mijn grillen? Welnu, verklaar je dan eens.
Wat wilt gij?
Ik zou graag zien, dat de kleine op
de logeerkamer werd gebracht, waar ik
baar op zou passen, en dat de juffrouw
ging slapen in haar eigen bed, waarvan
bet jammer is, het met ijs nat te maken...
Hat is me ook een uitvinding van dien
dokter.
Niet in de logeerkamer, zeide juf
frouw Hermine met gezag. Een ijzeren le-
dikantje, daar, waar mijn commode staat,
3,9 ge wilt....
De commode? En waar zal mejuffrouw
dan al haar benoodigdheden bergen? Sinds
VlJf en dertig jaar bergt zij haar kraagjes
en 2akdoeken in dezelfde laden
Rose, gij verveelt mij, hernam juffrouw
e Beaurenom met meer klem dan de
goede dienstbode nog van haar gewoon
was. Ik zal mijn kraagjes en zakdoeken
wel op een andere plaats bergen. Foei
Rose, dat ge zulke nesterijen als argu
menten bezigd tegen dit hulpeloos en arm
kind, had ik niet van u gedacht. Nog
nooit had de trouwe dienstbode haar
meesteres zoo verontwaardigd gezien als
op dit oogenblik, en toch was zij nog niet
overtuigd van de noodzakelijke, plicht
welke de Voorzienigheid plotseling me
vrouw Beaurenom op de schouders had
gelegd.
Men kan in zijn goedheid ook te ver
gaan, bracht zij er opnieuw tegen in. Me
juffrouw is het niet gewoon zulk een om
berend leven te leiden, die voortdurende
zorg voor dat kind zal u ziek maken, gij
die gewend zijt aan een rustig en kalm
leven, kunt dat onmogelijk volhouden.
Neen, Rose, God geeft kruis naar
krachten en ik zou juist geen rust meer
in mijn leven hebben, indien ik mij niet
ten volle bewust was dit arme verlaten
kind in niets te kort te hebben gedaan, ik
zou bang wezen, dat een groote ramp mij
treffen zou, b.v. dat ik mijn fortuin ver
loor, waarvan ik niet een beter gebruik
had gemaakt.
Mejuffrouw vindt, dat zij geen goed
genoeg doet, bromde Rosa, met een punt
van haar voorschoot omgeslagen, om aan
te duiden, dat zij in de keuken voor het
middagmaal ging zorgen. Mejuffrouw is
voor 100 francs ingeschreven bij het wel
dadigheids-bureau en voor 100 francs bij
het armbestuur der parochie. Kent me
juffrouw veel menschen, die zoo handelen?
En nu is mejuffrouw, niet eens van de
rijksten......
Wilt ge wel eens weggaanl zeide
„mejuffrouw" met een waardig gebaar,
dat geheel in tegenspraak was met haar
bedreigende woorden.
Rose trok zich in haar keuken terug,
waar zij bleef mopperen. Juffrouw Her
mine boog zich over Marcelle, die inge
slapen was, heen en zeid'e met zachte
stem:
Kleine bode der Voorzienigheid, wij
zullen u wel behouden, want ik zou er
anders te zeer onder lijden.
HOOFDSTUK XVII.
Marcelle ontvangt haar vroegere
pleegmoeder.
De ziekte was van langen duur.
Herhaaldelijk had juffrouw Hermine, als
haar blik zich vestigde op het bleeke ge
zicht en de magere gestalte van de kleine
patiënt, gedacht, dat zij vergeefs de dood
had bekampt. De oude dame weende er
echter niet om, zij had haar oogen gedu
rende vele jaren zoo dikwijls vochtig voe
len worden bij 't lezen van denkbeeldige
ongelukken, dat zij haar gemakkelijke
tranen te gering vond om bij waar ver
driet vergoten te worden.
Waarom had zij zich zoo aan dit onbe
kende kind gehecht? Wie kon het zeggen:
Misschien sproot het voort uit Marcelle's
kinderlijk (vertrouwen én uit haar goed
heid, misschien ook uit het gevoel, aan
vrouw Galin geopenbaard, dat een leven,
tot dusverre zonder doel, thans een waar
dig voorwerp van nuttige bezigheid had
gevonden. Hoe het ook zij, Hermine waak
te dag en nacht over haar patient, zonder
te bemerken, dat haar oogen vermoeid
werden, dat er rimpels kwamen in haar
magere wangen. Zij bleef zorgen totdat de
-dokter zeide:
De kleine is gered.
Gered. Zij was inderdaad behouden.
Maar hoeveel zorgen waren nog noodig,
om haar meer en meer te doen aanster
ken!
De lange, schier onoverkomelijke tijd
der beterschap baarde voor het meisje
en haar beschermster steeds nieuwe vreug
den: de aparte gerechten, de glazen wijn,
het eerste gekookte ei.
Gij allen hebt ze gekend, moeders, de
•vreugden van het eerste gekookte ei. Twee
dunnè zorgvuldig gesneden boterhamme
tjes gaan vooraf, daarna het ei in het
dopjes, helder wit, pas gelegd, eetlustver-
weklcend. De oogen van het kind schitte
ren, de magere handen strekken er zich
naar uit, trillend van ongeduld... Een wei
nig zout... cn het lepeltje draait in het ei
rond met een beweging gulzige weelde.
Wat smaakt het, dat eerste ei. Zou niet
een tweede mogen volgen?
Neen, de dokter heeft het verboden.Maar
ziehier, om u te troosten over die weige
ring een lepeltje gelei, trillend op het por-
celeinen bord, en een beélje wijn, goed
gesuikerd.
En dan laat de kleine zieke zich in de
kussens terugvallen met een gelukkigen
glimlach.
Wanneer krijg ik er weer een?
De maag, nauwelijks verzadigd, maakt
zich al bezorgd over het toekomstig
maal.
O, gij kleine gulzigaard.
Maar het glimlachend gelaat, de dank
bare oogen logenstraffen dien benaming
En het kind lacht, met blikken en gebaren
de kus vragend, die op het voorhoofd wordt
gedrukt.
Juffrouw Hermine kende al die vrcug
den en zij kende er nog meerdero. Het hart
vol van onuitsprekelijke gevoelens, vond
zij voor het eerst van haar leven, dat de
formules der gebedenboeken onmachtig
waren om de vervoering der ziel te vertol
ken; en zij zocht in haar eenvoudig hart,
maar kon niet anders vinden dan een stil
zwijgend, maar innige betuiging von
•vi'eugde en dankbaarheid.
Marcelle nam in beterschap toe. En op
zekeren mooien herfstdag werd het ven
ster, beschenen door de bleckc zonnestra
len geheel geopend, om de patiënt de fiis-
sche lucht te laten genieten; een aange
naam koeltje speelde om haar slapen,
waar azuren aderen een fijn rval weefden;
af en toe sloot Marcelle de oogen voor hot
schelle licht, maar haar lippen, wier fri3-
sche kleur terug kwam, plooiden zich los
tot een glimlach, die vertolkte hoe aange
naam haar de temperatuur vas.
Een weinig later liep Marcello door de
kamer, zich met twee handen aan de meu
belen vasthoudend; zij wilde niet onder
steund worden, en met kloppend hart en
hijgend van inspanning vervolgde zij haar
tocht, terwijl juffrouw Ilermlnc haar vol
onrust volgde, dc armen gereed houdend
om haar op te vangen. Wat was zij intus-
9chen trotsch, de goede dame, het kind,
waarvan zij dc moeder niet was, maar dat
haar toch het leven dankte, zoo te zien
ioopen.
(Wordt vervolgü.y