16 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. In 's levens maalstroom. ge JAARGANG. Ne. 1551 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Intero. Tolefoen 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN Da ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week fl.25 per kwartaal; bjj onze agenten If cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2:'j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent MAANDAG NOVEMBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. De Duiischers in Frankrijk en België. Ongetwijfeld zal niemand onzer lezers door het weerbericht van het Kon. Ned. Meteorologisch instituut, een instelling waarop wij trotsch moge wezen, telken dage in onze courant gepubliceerd, in de yeizoeking zijn gekomen een nacht in da vrije natuur door te brengen. De regenbui en in den nacht van Vrijdag op Zaterdag b.v., waren piasbuien, die een goed ge- lileeden man binnen enkele seconden door nat maakten, en de hagelbuien vormden een meteorologisch bombardement, dat vele glasverzekeraars (en hun niet alleen) een slechten nacht moet hebben bezorgd. En toch vele duizenden en duizende jonge mannen brengen deze nachten door in het open veld... Hoe velen, die gezond van huis gingen, en die door het geweer, het kanon en het waard gespaard zijn, zullen er niet vallen Is slachtoffers van deze weersgesteldheid. Wij hebben gehoord van troepen, die de- !r dagen in de buurt van Dixmuiden ter halver lijve door het water gaande, tegen elkander met de bajonet chargeerden; van wegen tusschen het geïnundeerde land doorloopend, die doorploegd zijn met ga ten, die de granaten er in geslagen heb ben; van patrouilles, die, elk Voor zich, onder bedekking van den mist voortslüi- pend, en ieder voor zich meenend, dat zij de eenige was, in de mist op elkander stieten en onder uitglijden en op de been krabbelen, onder neervallen en opsprin gen, elkander te lijf gingen. Het verwondert ons dan ook niet, in het communiqué van den Duitschen generalen staf de lezen: „K&ihpfe dürch urfgunstiges Wetter beëinflusst"; en bij wijze van ge volgtrekking: ,,Nur geringe Fortschritte" Maar dan toch in elk geval „Fort- Khritte"? Neen, antwoordt het Fransche communi- jé: De Duitschers hebben wel opnieuw verschillende aanvallen ten N.O. en ten Z. van Yperen beproefd, maar deze zijn alle afgeslagen met groote verliezen voor hen. En daar er behalve dit geen nieuws is, blijven wij ook met de berichtgeving' in den mist. De Russen. In het Oosten blijft het succes der Rus sen voortgaan. In West-Galicië zijn zij tot dicht bij Krakau genaderd, terwijl belege- ïingstroepen bij de vesting Przemysl zijn achtergelaten. In het Zuiden van Galicië raderen zij met belangrijke troepenmassa's de Karpathen. Op de grens van Silezië houdt de ach terhoede van het terugtrekkende Duitsche leger hen zooveel mogelijk op, ten einde de hoofdmacht gelegenheid te geven zich op de versterkte Oder-Weichsel-linie te con- centreeren. Bij Thorn léveren zij de naar die ves- ng teruggetrokken afdeelingen slag over een front, dat van de Warta tot Plotsk aan Weichsel loopt. In Oost-Pruisen dringen zij van het Oos ten en Zuiden met omzichtigheid voort in het gevaarvolle meren- en moerasland. Voortdurend gaan uit België en Frank rijk Duitsche troepen en geschut naar het Oosten om daar de bedreigde grenzen te verdedigen en de Russen zoo rr.orgelijk terug te werpen. Turkije. De Turken blijven overwinnings-berich ten wereldkundig maken welke, door even- zoovele Russische tegenspraken achter volgd worden als er Russische legers door de Turken waren achtervolgd in die eom- muniqué's. --- Uit Constantinopel wordt d.d. 12 Nov. geseind: Uit het Turksche hoofdkwartier wordt medegedeeld: Onze troepen bezetten de stelling Kotor in de Perzische provin cie Aserbeidsjan, die door de Russen was bezet. Deze werden verslagen en gingen op de vlucht. Heden hadden kleine gevech ten plaats tusschen onze troepen, en 's vij- ands achterhoede. De gevechten bij Keuprikeni waren zeer heftig. Een regiment deed driemaal een ba- jonetsaanval op een hoogte van 180 meter, Geen enkele man van de vijandelijke be zetting ontkwam. Tot den aanzienlijken buit behoort ook een groote hoeveelheid versterkingsmate- rieel. Op de bij Fauen aan de kust van de provincie Basorah gelande Engelschen werd een hevige aanval gedaan. Aan de zijde der Engelschen sneuvelde 60 rnan. Een Russische communiqué van den ge neralen staf van het leger in den Kauka- sus luidt: Op den 13den November geen niéuws. Den 12den 'verschenen sterke de tachementen Koerdische ruiterij ten zui den van Karakilisse en Agasjkerske en ge raakten in gevecht met onze cavalerie. De Koerden werden teruggeslagen. Uit Petersburg wordt d.d. 14 November geseind: In antwoord op de betuiging van -tT-&«rT7- en-tac-yTijcmxg vim Urm-gemeen ftP raad van Moskou, naar aanleiding van het uitbreken van den oorlog met Turkije, seinde de Tsaar: ,,Ik betuig mijn dank aan de bevolking van de oude hoófdstad." Zij kan er zeker van zijn, dat het groote Rus land geen vrede zal sluiten, zoolang de te genstand 'van den vijand niet voor goed gebroken is en de problemen, die onze voorvaderen ons hebben nagelaten, nog niet opgelost zijn." Verschillende Oorlogs berichten. Nieuwe Indische troepen. Italiaan- sche bladen melden, dat volgens den kapi tein van een uit Marseille in Genua aange komen Italiaansche boot, te Marseille vijf en twintig groote transportschepen, bege leid door Fransche en Engelsche oorlogs schepen, zijn binnengekomen, die 45,000 man Indische troepen hebben gelaDd. Japansche torpedoboot gezonken. Een Japansche torpedoboot, die mijnen opruim de in de baai van Kiautsjau, is op een mijn gestooten en gezonken. Bij Z. H. den Paus. Een bericht uit Rome meldt, dat Z. H. de Paus een Bel gischen katholieken afgevaardigde van Namen, Mélot, in audiëntie heeft ontvan gen. De afgevaardigde gaf den H. Vader verslag van de vijandelijkheden in en rondom Namen. De heer Mélot, wien een zeer vriendelijke en vaderlijke ontvangst te beurt viel, was vergezeld van zijn collega in het Belgische parlement, Dolg-Destrée. Beiden zullen een reis door Italië maken, om ter bevordering der gunstige stemming voor het ongelukkige België in verscheide ne plaatsen redevoeringen te houden. Fransche missionarissen naar het front. Onze Parijsche correspondent schrijft Abbé Rouselet. missionaris op Korea, is na een vaart, die vijf-en-dertig dagen du rende vanaf Séoul, te Marseille aengeko- men in gezelschap van 400 gemofciliseer- den, waaronder veertig missionarissen van Korea, China, Japan, Tonkin en En- gelsch-Indië. Zij zijn alle als soldaten naar het front vertrokken. In het geheel staan 3 bisschoppen in de uurlinie. De kathedraal van Reims. In het schrijven, door Z.Em. Kardinaal Lucon aan den H. Vader gericht omtrent het ga- beurde met de kathedraal van Reims, heeft de kardinaal een beslist dementi ge steld tegenover de officieele Diiitsche ver zekeringen, dat de kathedraal voor mili taire doeleinden zou misbruikt zijn. De kardinaal had zich persoonlijk overtuigd dat er geen observatiepost was ingericht en evenmin, dat kanonnen in de buurt van het eerwaardige bouwwerk waren opge Lteld. De toestand te Antwerpen. Hoewel werd medegedeeld, dat te Antwerpen eeu proclamatie was aangeplakt, dat voorloo- pig niemand die stad mag verlaten, kwa men gistermiddag toch met de .Admi nistrateur De Badts" 47 passagiers uit Antwerpen te Middelburg aan. Gisteren werd uit de richting der Belgi sche kust te .Vlissingen w;eer zwaar kanon gebulder gehoprd, waardoor de ruiten meermalen rinkelden. Enke'e zeer hevige "BXplü5lèS~WtjtTTen~-5x*Twra-. - - GedecoreerdAan den wachter van groote sluizen bij Nieuwpoort, die het plan opwierp om de Duitsche stellingen aan de Yser onder water te zetten en den genera len staf daartoe adviseerde, is de Leopold- orde verleend. Drie Duitsche duikbooten in den grond geboord? De dagbladen melden, zoo ver neemt de „Tel." uit Londen, dat volgens een te Dover uit maritieme bron ontvan gen bericht twee Duitsche duikbooten, die onlangs in het Kanaal gesignaleerd wer den, tot zinken gebracht zijn. Een andere duikboot, die bijzonder lastig is geweest voor de oorlogsschepen, welke de Belgische kust bombardeerden, werd overvallen, toen aanstalten werden gemaakt om een aan val te doen. De boot werd beschoten en in den grond geboord. De bemanning van de Emden. Vol gens een telegram uit Londen aan de „Tel." méldt het „Central News" uit Syd ney dat kapitein Von Müller en de beman ning van de Emden naar Australië zijn gebracht. Duitsche schepen op de kust van Chili. Men spreekt ambtelijk tegen dat de Japansche vloot op de kust van Chili is opgemerkt. Het waren Duitsche schepen. De Leipzig en de Dresden hebben hier levensmiddelen ingenomen. Lord Roberts, t De Engelsche veldmaarschalk Lord Ro berts is Zaterdag overleden. Roberts had een kort bezoek gebracht aan de Indische troepen in Frankrijk, waarvan hij kolonel en chef was. Hij deed daarbij Donderdag een verkoudheid op en overleed na een korte ziekte aan longont steking. Lord Roberts, geboren in 1832, was na tevoren zijn land jaren lang in verschil lende rangen met onderscheiding to heb ben gediend, van 1899 tot 1900, tijdens den Boerenoorlog, opperbevelhebber in Zuid- Afrika. Hij ontzette toen Kimberley in Fe bruari 1900 en maakte commandant Cron- jé en het westelijk leger krijgsgevangen. Van 1900 tot 1904 was hij opperbevelheb ber van het Engelsche leger. De „Times" zegt: „De dood van Lord Roberts is een onherstelbaar verlies voor de geheele natie. Roberts genoot de hooge bewondering van zijn landgenooten en mocht zich tevens verheugen in hun toege negenheid. En die verdiende hij volko men." Het echtpaar Caillaux. De Fransche bladen deelen mede, dat de heer en mevrouw Caillaux Zaterdag per s.s. „Perou" van Bordaeux naar Zuid- Amerika zijn vertrokken. [Caillaux was minister-president voor het uitbreken van den oorlog. Zijn Vrouw vermoordde den redacteur van de „Figa ro", Gaston Calmette, die tegen Caillaux een pers-campagne voerde. Dit leidde tot het aftreden van Caillaux en tot het be kende, ergeniswekkende proces, waarili de daderes verdedigd door mr. Laborl werd vrijgesproken. Na het uitbreken van den oorlog aanvaardde Caillaux een hoog ambt bij de thesaurie van het Fran sche leger. De minister van koophandel deelt nopens het vertrek vair. Caillaux mede, dat deze 'JL belast is met oen economische zoending naar Brazilië. Hij zal daar een onderzöélc moeten instellen naar de mogelijkheid om Braziliaansche oogstph en grondstoffen uit te "voefren naar Frankrijk, en Fransche producten in Brazilië te importeeren, ten einde den handel van Frankrijk met Duitschland en Oostenrijk te vervangen door uitgebreider handel op Brazilië. Ook zal Caillaux onderhandelingen voe ren over vraagstukken betreffende onder- zeesche telegraaf. Opstand in Marokko? Het blad „Tasir-Efkiar" verneemt, dat de tegen Frankrijk afgekondigde heilige oor log zich in Marokko uitbreidt. Volgens het blad Saadet, dat in Tanger wordt uitgegeven, zijn 10,000 Marokkanen onder aanvoering van Abd-ul-Melik in Tozza binnengerukt. Zij namen daar de Fransche beambten gevangen. Een strijd die is uitgevochten tusschen Marokkanen en Franschen in de buurt van Tanger eindigde met een nederlaag van de Franschen. De op9tand In Zuid-Afrika. Officieel wordt meegedeeld, dat com mandant Visser 17 opstandelingen heeft gevangen gemaakt tusschen Vrijburg en Marigobo. Commandant De Beer nam een klein commando van 50 man met 70 paarden gevangen in de omstreken van Schweizer- Reneke. Aan beide kanten werden twee man licht gekwetst. Nederland en de Oorlog. De oorlogsleening. In de „Arnliemsche Courant" deelt do Haagsche briefschrijver omtrent de oor logsleening het volgende mede: Het bedrag van de te sluiten oorlogslee ning is niet gesteld op 250 maar op twee honderd vijf-en-zeventig millioen gulden; de deelneming zal vrijwillig wezen, maar indien de leening eventueel niet voltee- kend mocht worden, zal het verdere bij wijze, naar gelang van het vermogen. De vrijwillig genomen aandeelen zullen een rente geven van'5 pCt., de gedwongen ge plaatste van 4 pCt. Verder ligt het in het voornemen der re geering deze leening te beheeren als een afzonderlijk fonds en in verband daarme de de aflossing te doen plaats hebben bin nen een van den gewonen wettelijken ter mijn (40 tot 60 jaren) afwijkenden tijd, na melijk in 15 jaren, zoodat in 1929 de amor tisatie volledig zal hebben plaats gehad. Hieraan is verder nog toe te voegen, dat het bedrag der leening alleen dan voldoen de zal zijn, indien de oorlog met inbegrip van zijn directe gevolgen niet langer duurt dan zes maanden, dus tot Mei of Juni 1915. Zijn de normale toestanden omstreeks dien tijd nog niet teruggekeerd dan zal opnieuw in de behoefte der Schat kist moeten worden voorzien. Deze bijzonderheden zijn juist. Zij zijn ontleend aan de Nota, door minister Treub eenige dagen geleden bij de Tweede Kamer ingediend en op verzoek van eeni- ee Kamerleden ralsnpa^/gfliik.- bli.ikt, te_ eenenmale onvöldoendé) als geheim be schouwd. „N. Crt." Verloven aan militairen. De minister van Oorlog deelt in de „Staatsct." het volgende mede: „Sinds het leger op voet van oorlog is gebracht, richten tal van dienstplichtigen aan den minister van Oorlog aanvragen om langer verlof dan hun volgens de door den opperbevelhebber vastgestelde algemeene regeling kan worden verleend. Van het begin der tegenwoordige om standigheden af is het overgroote deel van deze aanvragen moeten worden afgewezen. In weerwil hiervan groeit het aantal ver- lofsaanvragn steeds aan. Wellicht moet dit hieraan worden toegeschreven, dat aan sommigen wel buitengewoon verlof is ver leend en dit anderen in de meening doet verkeeren, dat zij evenzeer daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen. Daarom wordt ter kennis van belangheb benden gebracht, dat als regel is aangeno men, buitengewoon verlof zeer dringen de gevallen uitgezonderd niet te verlee- nen in het persoonlijk belang van een dienstplichtige, maar alleen dan, wanneer op overtuigende wijze en na grondig on derzoek blijkt, dat het verlof ten goede zou komen aan eengewichtig landsbelang of FEUILLETON. (Het auteursrecht ran dezo vertaling is voorbehouden). 23) Neen, juffrouw. Als u ziek wordt, moet ik u verzorgen, en ik heb toch al genoeg met de verzorging van deze kleine te doen, zoodat ik er de juffrouw niet bij behoef te hebben. Hose sprak opgewonden" maar eerbie dig. Hermine kon zich niet weerhouden te lachen. Kom, kom, zeide zij haar vertrouwe lijk, zijt gij in de vijf en dertig jaar, dat gij in ij dient, nog niet gewoon geraakt aan mijn grillen? Welnu, verklaar je dan eens. Wat wilt gij? Ik zou graag zien, dat de kleine op de logeerkamer werd gebracht, waar ik baar op zou passen, en dat de juffrouw ging slapen in haar eigen bed, waarvan bet jammer is, het met ijs nat te maken... Hat is me ook een uitvinding van dien dokter. Niet in de logeerkamer, zeide juf frouw Hermine met gezag. Een ijzeren le- dikantje, daar, waar mijn commode staat, 3,9 ge wilt.... De commode? En waar zal mejuffrouw dan al haar benoodigdheden bergen? Sinds VlJf en dertig jaar bergt zij haar kraagjes en 2akdoeken in dezelfde laden Rose, gij verveelt mij, hernam juffrouw e Beaurenom met meer klem dan de goede dienstbode nog van haar gewoon was. Ik zal mijn kraagjes en zakdoeken wel op een andere plaats bergen. Foei Rose, dat ge zulke nesterijen als argu menten bezigd tegen dit hulpeloos en arm kind, had ik niet van u gedacht. Nog nooit had de trouwe dienstbode haar meesteres zoo verontwaardigd gezien als op dit oogenblik, en toch was zij nog niet overtuigd van de noodzakelijke, plicht welke de Voorzienigheid plotseling me vrouw Beaurenom op de schouders had gelegd. Men kan in zijn goedheid ook te ver gaan, bracht zij er opnieuw tegen in. Me juffrouw is het niet gewoon zulk een om berend leven te leiden, die voortdurende zorg voor dat kind zal u ziek maken, gij die gewend zijt aan een rustig en kalm leven, kunt dat onmogelijk volhouden. Neen, Rose, God geeft kruis naar krachten en ik zou juist geen rust meer in mijn leven hebben, indien ik mij niet ten volle bewust was dit arme verlaten kind in niets te kort te hebben gedaan, ik zou bang wezen, dat een groote ramp mij treffen zou, b.v. dat ik mijn fortuin ver loor, waarvan ik niet een beter gebruik had gemaakt. Mejuffrouw vindt, dat zij geen goed genoeg doet, bromde Rosa, met een punt van haar voorschoot omgeslagen, om aan te duiden, dat zij in de keuken voor het middagmaal ging zorgen. Mejuffrouw is voor 100 francs ingeschreven bij het wel dadigheids-bureau en voor 100 francs bij het armbestuur der parochie. Kent me juffrouw veel menschen, die zoo handelen? En nu is mejuffrouw, niet eens van de rijksten...... Wilt ge wel eens weggaanl zeide „mejuffrouw" met een waardig gebaar, dat geheel in tegenspraak was met haar bedreigende woorden. Rose trok zich in haar keuken terug, waar zij bleef mopperen. Juffrouw Her mine boog zich over Marcelle, die inge slapen was, heen en zeid'e met zachte stem: Kleine bode der Voorzienigheid, wij zullen u wel behouden, want ik zou er anders te zeer onder lijden. HOOFDSTUK XVII. Marcelle ontvangt haar vroegere pleegmoeder. De ziekte was van langen duur. Herhaaldelijk had juffrouw Hermine, als haar blik zich vestigde op het bleeke ge zicht en de magere gestalte van de kleine patiënt, gedacht, dat zij vergeefs de dood had bekampt. De oude dame weende er echter niet om, zij had haar oogen gedu rende vele jaren zoo dikwijls vochtig voe len worden bij 't lezen van denkbeeldige ongelukken, dat zij haar gemakkelijke tranen te gering vond om bij waar ver driet vergoten te worden. Waarom had zij zich zoo aan dit onbe kende kind gehecht? Wie kon het zeggen: Misschien sproot het voort uit Marcelle's kinderlijk (vertrouwen én uit haar goed heid, misschien ook uit het gevoel, aan vrouw Galin geopenbaard, dat een leven, tot dusverre zonder doel, thans een waar dig voorwerp van nuttige bezigheid had gevonden. Hoe het ook zij, Hermine waak te dag en nacht over haar patient, zonder te bemerken, dat haar oogen vermoeid werden, dat er rimpels kwamen in haar magere wangen. Zij bleef zorgen totdat de -dokter zeide: De kleine is gered. Gered. Zij was inderdaad behouden. Maar hoeveel zorgen waren nog noodig, om haar meer en meer te doen aanster ken! De lange, schier onoverkomelijke tijd der beterschap baarde voor het meisje en haar beschermster steeds nieuwe vreug den: de aparte gerechten, de glazen wijn, het eerste gekookte ei. Gij allen hebt ze gekend, moeders, de •vreugden van het eerste gekookte ei. Twee dunnè zorgvuldig gesneden boterhamme tjes gaan vooraf, daarna het ei in het dopjes, helder wit, pas gelegd, eetlustver- weklcend. De oogen van het kind schitte ren, de magere handen strekken er zich naar uit, trillend van ongeduld... Een wei nig zout... cn het lepeltje draait in het ei rond met een beweging gulzige weelde. Wat smaakt het, dat eerste ei. Zou niet een tweede mogen volgen? Neen, de dokter heeft het verboden.Maar ziehier, om u te troosten over die weige ring een lepeltje gelei, trillend op het por- celeinen bord, en een beélje wijn, goed gesuikerd. En dan laat de kleine zieke zich in de kussens terugvallen met een gelukkigen glimlach. Wanneer krijg ik er weer een? De maag, nauwelijks verzadigd, maakt zich al bezorgd over het toekomstig maal. O, gij kleine gulzigaard. Maar het glimlachend gelaat, de dank bare oogen logenstraffen dien benaming En het kind lacht, met blikken en gebaren de kus vragend, die op het voorhoofd wordt gedrukt. Juffrouw Hermine kende al die vrcug den en zij kende er nog meerdero. Het hart vol van onuitsprekelijke gevoelens, vond zij voor het eerst van haar leven, dat de formules der gebedenboeken onmachtig waren om de vervoering der ziel te vertol ken; en zij zocht in haar eenvoudig hart, maar kon niet anders vinden dan een stil zwijgend, maar innige betuiging von •vi'eugde en dankbaarheid. Marcelle nam in beterschap toe. En op zekeren mooien herfstdag werd het ven ster, beschenen door de bleckc zonnestra len geheel geopend, om de patiënt de fiis- sche lucht te laten genieten; een aange naam koeltje speelde om haar slapen, waar azuren aderen een fijn rval weefden; af en toe sloot Marcelle de oogen voor hot schelle licht, maar haar lippen, wier fri3- sche kleur terug kwam, plooiden zich los tot een glimlach, die vertolkte hoe aange naam haar de temperatuur vas. Een weinig later liep Marcello door de kamer, zich met twee handen aan de meu belen vasthoudend; zij wilde niet onder steund worden, en met kloppend hart en hijgend van inspanning vervolgde zij haar tocht, terwijl juffrouw Ilermlnc haar vol onrust volgde, dc armen gereed houdend om haar op te vangen. Wat was zij intus- 9chen trotsch, de goede dame, het kind, waarvan zij dc moeder niet was, maar dat haar toch het leven dankte, zoo te zien ioopen. (Wordt vervolgü.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1