VRIJDAG
13
NOVEMËER.
I9I4.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
In 's levens maalstroom.
6e JAARGANG.
No. 1549
Stë
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
Do ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De Sini-Nicolaas-tijd.
De Sint-Nicolaas-tijd begint te naderen.
En met dien tijd de blijde bekommernis
van den een, die aan vriend of vriendin,
aan bekende of familie-lid een mooi-be-
dachte surprise wil sturen, en de blijde
spanning' van den ander, die reden heeft
een verrassing te verwachten.
Zoo is het telkenjare. Maar nu? Zal er
nu wel iets van het Sint-Nicolaas-feest ko
men? Ach, wie geld kan missen, laten het
nu, j u i s t nu, nog overvloediger rollen
'dan andere jaren in dezen tijd. Nu staat
naast alle oeconomische theorjën deze
zekere regel voor de practijk: De sa
menleving is er mede gebaat, beeft noo-
d i g, dat er geld onder de menschen wordt
gebracht, hoe dan ook, dat degene, die
daartoe in staat zijn, anderen geld geven,
of, dit is natuurlijk beter, het hen op de
een of andere eerlijke wijze laten verdie
nen.
Wie in den Sint-Nicolaas-tijd van dit
jaar niet karig is met zijn surprisen, stelt
een tweezijdige goede daad. Hij brengt
in deze sombere dagen vreugde in de har
ten aan hen, die hij met zijn gaven be
denkt, en werkt mee om het oeconomisch
leven in geregelden gang te leiden.
Maar en hierop zouden wij den na
druk willen leggen bij zijn surprisen
bedenke men allereerst, dat er in
vele huisgezinnen zooveel n o o d i g is.
Het warmkloppend hart en de gra'ag-hel-
pende hand richten zich allereerst naar die
huisgezinnen, waar armoe wordt geleden,
gebrek en honger. De surprisen, daarheen
gezonden, zijn de fijnst-bedachte! En zij
bereiden den schenker die hooge en innige
vreugde, welke bestaat in het gelukkig
makend besef anderen den nood
te hebben gelenigd!
Zoo werpe de Sint-Nicolaas-tijd licht
over deze donkere dagen.
De Duifschers in Frankrijk
en België.
Op den linkervleugel, aldus een Frnnsch
communiqué van gisteren, duurt het he
vig gevecht nog voort. Op het geeele front,
dat zich uitstrekt van Lombardzijde, Nieuw-
poort en Yperen tot Zonnebeke en ten Oos
ten van Armentières, is de toestand onver
anderd.
De Engelsche troepen handhaven hunne
stellingen en hebben een aanval van de
Pruisische garde afgeslagen.
Tn het Aisne-district hebben wij ons ter
rein gehandhaafd tegen een tegenaanval.
In het district Craonne heeft onze artil
lerie eenige vijandelijke kanonnen eerst
tot zwijgen gebracht en toen vernield.
Wij hebben ook eenig terrein gewonnen
rondom Berry-au-Bac.
In het Argonner Woud, Lotharingen en
de Vogeezen zijn de posities ongewijzigd
gebTeven.
Uit het groote Duitsche hoofdkwartier
werd gistermorgen gemeld: De over Nieuw-
poort tot in Lombaertzijde voortgedrongen
vijand werd door onze troepen over de
Yser teruggeworpen. De Oostelijke oever
van de Yser tot het meer is door den vij
and ontruimd. (Met de ,,See" zal waar
schijnlijk bedoeld zijn het water „De Blan-
ckaart" ten zuiden van Dixmuiden). De
aanval over het Yserkanaal zuidelijk van
Dixmuiden maakte vorderingen. In de
streek oostelijk van Yperen drongen onze
troepen verder vooruit. In het geheel zijn
meer dan 700 Franschen gevangen geno
men; vier kanonnen en vier mitrailleurs
zijn buitgemaakt.
De vijandelijke aanvallen westelijk van
het Argonner woud en in het woud zelf
zijn afgeslagen.
Boven Kortrijk verscheen naar aan de
„Tel." wordt gemeld, Dinsdag een En-
gelsch vliegtuig. Een bom, er op afgevuurd
miste 't doel maar doodde in 't vallen drie
burgers.
Berichten ontvangen over de hardnekki
ge gevechten in de omgeving van Yperen
melden, dat de strijd woedde vooral rond
Hollebeke en Langemarik, dus ten Zuiden
en Noorden der stad. Op de wegen naar
het strijdterrein, zooals te Gits, Hooglede,
Cortemarcq, groot gewoel van mannen
paarden, kanonnen en allerlei wagens. De
Duitschers oefenen geweldige drukking
uit om daar door te breken maar de hef
tige weerstand der verbondenen die dik
wijls zelf het initiatief nemen en de aard
van het terrein maken hun den doortocht
ontzettend moeilijk.
Generaal Leman, de dappere verdediger
van Luik, zoo lezen wij in „De Tijd", bad
verzocht, dat aan zijn dochter toegestaan
zou worden hem in zijn krijgsgevangen
schap te Maagdenburg gezelschap te hou
den. Hierop ontving hij namens het Duit
sche ministerie van oorlog een antwoord
van den volgenden inhoud:
„Het ligt in de traditie van het Duitsche
leger den dapperen vijand te eeren en hem
zijn lot van krijgsgevangenschap zooveel
mogelijk te verlichten. Het ministerie van
oorlog zou, voorzooverre het den aard van
het verzoek betreft, gaarne bereid zijn
voor den commandant van Luik een uit
zondering te maken op den regel, en zijn
verzoek toe te staan. Wanneer dit deson
danks niet geschieden kan, heeft generaal
Leman dit enkel en alleen te wijten aan
het gedrag zijner landslieden en dat van
hun bondgenooten. Niet alleen, dat de Bel
gische bevolking zich in tai -van gevallen
schuldig heeft gemaakt aan wreedheden
en misdrijven tegenover weerlooze Duit
sche gewonden, zooals die tot dusverre bij
de volken van Europa niet mogelijk sche
nen; doch uit de verklaringen van onver
dachte getuigen is ook ontegensprekelijk
gebleken, dat de behandeling van Duitsche
krijgsgevangenen, bepaaldelijk van gewon
den in België en Frankrijk, op tal van
plaatsen, niet slechts strijdig is met de in
ternationale overeenkomsten, maar ook
met elk menschelijk gevoel. Daar het
diensvolgens een ernstige beleediging zou
zijn van de rechtmtige gevoelens van het
Duitsche volk, indien van Duitschen kant
aan de krijgsgevangenen eenige verlich
ting werd toegestaan, kan het gedane ver
zoek niet worden ingewilligd."
De Russen.
Van het Oostelijk oorl^gsterrein is, vol
gens de Duitsche officieelo berichten, niets
belangrijks te melden.
De Russische regeer ng echter heeft
daaromtrent breedvoerige mededeelingen
gedaan, die den indruk wekken, dat de
Duitsche troepen overal langs de Oost
grens teruggeslagen zijn.
In de buurt van Lyck- Augustowo wer
den de Duitschers, die ^achtigen tegen
stand boden, teruggeworpen in de Mazuri-
^che meren, waar indertijd Hindenburg
zijn roem gevestigd heeft door het uiteen
slaan van een Russische strijdmacht. Bij
het station Monshacken heeft de Russische
cavalerie de Duitsche afdeeling, die met
de bewaking van den spoorweg belast was
uiteen gedreven, en daarna twee spoorweg
bruggen vernield.
Ook bij Kalisch, dus aan de westgrens
van Polen, heeft de Russische cavalerie
de Duitschers verdreven en op de grens
teruggeworpen.
Van al deze Russische wapenfeiten heeft
de Duitsche generale staf nog geen kennis
gekregen.
In Galicië zijn de Russen de Visloka-
rivier overgetrokken; de Oostenrijkers mel
den, dat dit geschiedde in het vrijwillig
door hen ontruimde gebied. Maar daar
door is Przemysl, dat eerst door de Oos
tenrijkers ontzet was, opnieuw ingesloten.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Duitsche onderzeeër bij Dover. De
Engelsche admiraliteit maakt bekend dat
de kleine Engelsche torpedoboot „Niger"
Woensdagochtend getorpilleerd werd door
een Duitsche onderzeeër op de hoogte van
Dover. Het schip ging te .gronde. Alle of
ficieren en 37 man van de equipage wer
den gered.
Roerend oogenunu. Omtrent een
spoorwegongeluk te Luik, waarbij een ka
pitein der 30.5 c.M. Oostenrijksch-ITon-'
gaarsche motorbatterijen het leven liet, is
het volgende aan een brief in de „Bosni
sche Post" ontleend:
„De eerste twee rijtuigen, waarin de of
ficieren zaten, werden hoog opgetild, waar
bij zij hun raderen verloren en omgekeerd
weer neergesmakt; en in deze afschuwelij
ke stelling werden wij nog een eindje
voortgesleept, totdat onze locomotief ein
delijk vastzat. Bijzonderheden van de ont
zettende tafereelen, die toen volgden, zal
ik maar niet schilderen.
„God heeft ons gered. Toen alle man
schappen uit de wagens waren, verzamel
de onze katholieke bevelhebber allen om
zich en, terwijl hij zijn pet afnam, beval
hij „Gebed". En met weemoed boden wij
een „Onze Vader" voor onzen armen bat
terij-commandant en een dankzegging voor
onze wonderbaarlijke redding. De vijan
delijke kogels en granaat-kartetsen heb ik
nooit erg gevonden, maar God behoede mij
voor zoo een ongeluk, als wij hier beleef
den."
De verliezen. Volgens de „Times" be
dragen de totalen der verliezen van de
Duitsche legers in Augustus en September
en van enkele lijsten in October, aan doo-
den, gewonden en vermisten, officieren
en manschappen, 509,000 man. Een enkele
lijst bevatte 29,281 namen.
De meeste namen der laatste lijsten
hebben betrekking op de gevechten in
September, enkele duizenden zelfs in
Augustus, doch slechts weinige van Oc
tober.
Ook geelt het blad de namen van 81 ge
sneuvelde of aan hun wonden gestorven
Britsche officieren. Daarvan komen op de
officieele lijst 57, en in de overlijdensad
vertenties 27 namen. Tegenwoordig zijn
er vrijwel eiken dag zulke lijsten in de
Engelsche bladen.
Onlangs zijn als verliezen van de Duit
schers en Oostenrijkers in den slag voor
Warschau getallen opgegeven, die blijk
baar sterk overdreven waren. Men sprak
van Russischen kant van 750,000 man. Het
Londensce Cityblad geeft nu echter de
nieuwe cn evel lagere schatting van 100,000
man.
De Oostenrijkers in Servië. Over het
krijgsbedrijf in Servië wordt uit Weenen
officieel meegedeeld: Onder voortdurende
gevechten met de vijandelijke achterhoede,
die in van te voren gereed gemaakte stel
lingen stand hield, is Woensdag de ver
volging der Servische troepen op de ge-
heele linie voortgezet. Onze troepen hebben
de linie, gevormd door de heuvels ten oos
ten van Osetsjina, Nakoetsjina en Novo
Selo aan de Save bereikt.
De Serviërs zijn in -vollen aftocht naar
Kotsjaljewo en Waljewo, waar volgens be
richten van onze vliegers vele duizenden
voertuigen van defi legertros alle ver
keerswegen versperren.
Behalve de Woensdag gemelde buit zijn
nog vier stukken geschut, veertien munitie
wagens, veel munitie, verplegingsmate-
riaal, treinen, tenten en ander oorlogs-
materieel vermeesterd. Ook hebben wijl
tal van gevangenen, wier aantal nog niet
bekend is, gemaakt.
De Belgische vluchtelingen.
Naar aanleiding van verschillende mee
ningen, die werden geuit omtrent de wijze
waarop de Belgische vluchtelingen naar
den wensch der Regeering behooren te
worden behandeld, heeft de Haagsche re
dacteur van het „Hbld." dienaangaande
eenige inlichtingen ingewonnen.
„Daarbij is ons gebleken schrijft hij
dat de noodzakelijkheid van eenige
schifting sterk wordt gevoeld, en dat daar
mede dan ook reeds een aanvang is ge
maakt. Er zijn vier categorieën te onder
scheiden. Ten eerste, die der min of meer
gegoeden, die met of zonder hulp van
particulieren in hun onderhoud voorzien,
en met wie de Regeering dus geenerlei
bemoeienis heeft. Dit laatste geldt trou
wens ook voor die behoeftigen, die door
particulieren worden onderhouden. Het
gansche probleem raakt alleen degenen,
die ten laste van de Regeering komen.
Dezen nu worden in drie andere cate
gorieën onderscheiden. Die der gevaarlijke
elementen; die der min-gewenschten en
die der fatsoenlijke behoeftigen. In nor
male omstandigheden zouden al deze per
sonen, als zonder middel vqn bestaan over
de grens worden gezet, doch daaraan
meent men thans bij een ruime opvatting
der gastvrijheid niet te mogen denken, en
zoo wordt dan de eerstbedoelde groep
saamgebracht te Veenhuizen en daar on
der streng toezicht geplaatst. De tweede
groep in een vluchtelingenkamp bij Put
ten op de Veluwe (het kamp van Olde-
broek moet voor geïnterneerden worden
ontruimd) en de derde elders.
Nóch op de min, nóch op de meer ge-
wenschte elementen mag eenige pressie in
welken vorm ook tot terugkeer worden
geoefend. Er mogen hun inlichtingen wor
den verstrekt omtrent de rust en orde, die
in Antwerpen en elders zijn weergekeerd,
maar wanneer de vluchtelingen deson
danks wenschen te blijven, mag hun dat
op geene wijze hoegenaamd, ook niet door
eenig verschil in behandeling, moeilijk
worden gemaakt. Wel verwacht men, dat
het verblijf in een kamp ook bij de beste
verzorging door de geringe verstrooiing,
die men daar heeft, in vergelijking niet
het leven in onze steden juist de min ge-
wenschte elementen allengs uit eigen be
weging zal doen afdruipen.
Dit zal echter de tijd moeten leeren, en
wanneer deze verwachting niet mocht uit
komen, zal men zich het onderhoud ook
van de moreel insolventen hebben te ge
troosten. De eenmaal opgenomen gastvrij
heid moet ten volle worden aanvaard."
Ongezond Credictstelsel.
Het is tijdens de tegenwoordige oorlogs
crisis reeds herhaaldelijk gebleken, hoe
veel onzuivere en ongezonde toestanden er
bestaan in den handel, merkt de „Tijd"
op. Een bericht in verschillende dagbladen
dat misschien velen lezers ontgaan is,
brengt er weer een aan het licht.
Graanhandelaars hadden zich beklaagd,
omdat de Regeering van de door haar
aangekochte maïs niets aan den handel
heeft willen afstaan, maar alles ter be
schikking stelde van liet Centraal Bureau
van het Ned. Landbouwcomité, dat de par
tij nu direct naar gelang -van behoefte
aan coöperaties en varkensmesters tegen
uniformprijs zal overdoen, zoodat er voor
den handel niets aan te verdienen valt.
De klacht is gemotiveerd door de mede-
deeling, dat de boeren aan de handelaars
nog groote sommen (er is sprake van
millioenen) schuldig zijn en dus niet be
talen, maar nu met hun geld ii contant bij
de coöperaties of bij het comité komen.
Hierdoor ontgaat den handel niet alleen
de winst, maar hij moet nog langer op
zijn geld wachten, 't Is inderdaad 'een
nare geschiedenis, waarvan nu de hande
laars de dupes worden.
Maar de Regeering is niet geneigd van
taktiek te veranderen en troost den han
del met een toekomst, waarin wel weer
voldoende voorraad voorhanden zal zijn.
Dan zal de zaak weer in orde kunnen ko
men, zegt zij. Maar tegelijk krijgen de
handelaars een heusche -vermaning en
wordt hun officieel angezegd, dat hun
klacht alleen de ondeugdelijkheid bewijst,
van hun handelssysteem, daar zij niet op
groot crediet hadden moeten leveren en
de boeren zich moeten gewennen, Jantje
Contantje .te spelen.
Het is waarlijk gewenscht, dat aan deze
en meer dergelijke verkeerdheden na de
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
21)
Juffrouw Hermine had Rose verlof ge
geven naar haar kamertje te gaan, na haar
eerst het menu voor den volgenden dag be
steld te hebben, en maakte zich nu met een
gevoel van behaaglijkheid gereed voor haar
eenzaam uurtje van lectuur, dat haar groot
ste dagelijksch genot was.
Toen de deuren gesloten, de blinden neer
gelaten en alles in huis in orde was, ver
toonde Rose zich, met haar blaker in de
hand, op den drempel van Hermines slaap
kamer en vroeg als altijd:
Heeft mejuffrouw ook nog iets noodig?
Dc aangesprokene antwoordde ontken
nend met een glimlach en een licht hoofd
schudden.
Rose verdween en haar meesteres begon,
neergedoken in een gemakkelijke fauteuil,
en met de voeten op een kussen, bij het
licht van een achter haar op den schoor
steen geplaatste soort kleine lantaarn, die
twee kaarsen bevatte, haar lectuur van een
°f andere roman, oud of nieuw, maar altijd
vol romantische avonturen.
Hoeveel vervolgde gelieven, onbarmhar
tige voogden, hardnekkige schoonmoeders,
afschuwelijke verraders, wanhopige moe
ders, verlaten kinderen, wonderlijk terug
gevonden, dank zij een teeken aan den lin
kerarm... toeval van die hersenschimmige,
fantastische en onwaarschijnlijke wezens
bevolkten de herinnering van juffrouw Her
mine? Niemand kon het zeggen zelfs
niet de bediende in de bibliotheek, die haar
uit zichzelven rabat had gegeven op den
huurprijs, met het oog op het aanzienlijk
aantal deelen, dat de goede dame verslond.
Het onverwachte resultaat van die over
vloed van lectuur was, dat juffrouw Her
mine nooit het eene boek met het andere
noch deze held met gene verwisselde. Zij
herinnerde zich wel niet altijd hun namen
maar vergiste zich toch nooit in hun hel
denfeiten. De schrijver, de datum, het for
maat en de kleur van ieder boek wist zij
zich ook altijd te herinneren; zij beweerde
zelfs de geur van een boek van twee jaar
geleden te herkennen altijd indien het in
dien tijd de bibliotheek niet verlaten had.
Dezen avond installeerde zij zich met een
bijzonder welbehagen voor haar kleine ta
feltje, dat een komfoortje met een trekpotje
thee van oranjebloesem bevatte, een uit
muntend middel tegen maagkrampen,
waaraan zij nogal eens leed; als
zij haar lectuur te ver in den
nacht voortzette. Zij had nu een roman in
vier deelen onderhanden, geheel nieuw, nog
onopengesneden, die de eigenares der bi
bliotheek haar het eerst had gegeven, voor
ze het werk liet inbinden voor de minder
gedistingeerde lezers.
Vier aardige deeltjes, in een rozenrood
omslag, bedrukt met heldere roode letters
en voorin prijkende met het portret der
heldin, 't was een buitenkansje. Juffrouw
Hermine opende het eerste deel, het be
treurend, dat de witte kanten zoo groot
waren,*want dan had zij zooveel te minder
te lezen. Zonder zich echter lang door der
gelijke overpeinzingen, die toch nergens toe
dienden, te weerhouden, nam zij een aaje-
cig klein vouwbeentjes en ving haar lec
tuur aan.
De blinden waren goed gesloten en de
gordijnen neergelaten, zoodat zij van het
weerlicht niets zag; wel echter hoorde zij
hoe de boomen in den tuin, die het huisje
aan alle zijden omgaf, door rukwinden wer
den heen en weer geslingerd.
Het schijnt slecht weer te zijn, dacht
zij onder 't lezen door. Arme lieden, die
met zulk weer onder de bruggen hun toe
vlucht moeten zoekenl
Een rilling van medelijden met die arme
lieden voer door haar leden.
Het gerommel van den donder vermeng
de zich in het stille vertrek met het lichte
gerucht van het opensnijden en omslaan
der bladen; maar juffrouw Hermine was
een moedige vrouw, die volstrekt niet
bang was voor het onweer.
Plotseling deed een hevige windstoot
het huis schudden; het licht der lougies op
den schoorsteen flikkerde er van. Daarna
hield het gerucht plotseling op, zooals
meer gebeurt, en er bleef niets van ove-
dan een verwijderd geloei, dat nog verder
dreef.
Een lichte trilling van de bel aan den
voordeur bereikte juffrouw Hermine's
ooren, nog verschrikt door den hevigen
aanval van den wind. Zij luisterde aan
dachtig, met uit^estrekten hals.
't Is de wind! zeide zij schouderopha
lend. Wie zou met zulk weer op dat uur
kunnen komen?
^ij keek naar haar rococo-pendule, die
elf uren aanwees. De wind was nu be
daard en de bel ging voor de tweede keer,
nu luider, over.. Juffrouw. Hermine hui
verde, maar ditmaal gold 't een huivering
van angst.
Een stap weerklonk op de trap; 't was
Rose, die naar beneden ging met haar on
afscheidelijke bougie.
Men belt, mejuffrouw dat kunnen
slechts dieven zijn, niet waar?
Juffrouw Hermine schudde het hoofd;
haar ondervinding van roman-dieven had
haar geleerd, dat die heeren over 't alge
meen niet de voorzorg nemen van aan te
schellen. Zij maakte dit Rosa, die haar
nog altijd verschrikt aanzag, duidelijk.
Een derde maal weerklonk de bel; zij
klonk bijna wanhopig en de klepel tikte
nog geruimen tijd na...„
Er moet opengedaan worden, Rose,
zeide juffrouw Hermine moedig, haar ge-
breiden doek omslaand, die op haar fau
teuil hing.
Maar, juffrouw? En als zij u ver
moorden?
Dan moet gij om hulp'roepen.
Juffrouw, neem ten minste een para-
pluie' mede. Gij zult verkouden worden;
en de tuin ligt vol groote plassen. Lieve
hemel, welk een dwaasheid! Ik zou wel
alleen gegaan zijn.
Mejuffrouw Ilermine had de huisdeur ge
opend en met haar lantaarntje in de eene,
haar parapluie in de andere hand, liep zij
behoedzaam langs de plassen.
Een bliksemstraal doorkliefde de lucht,
maar zonder het hart der goede vrouw te
verschrikken. Zij naderde reeds het hek.
Wie rs daar? vroeg zij met een stem,
die zij flink wilde doen klinken.
Ik, mejuffrouw. Marcelle Montfort...
U hadt gezegd, dat ik komen moest....
Het zwakke stemmetje eindigde in een
snik. Rose en haar meesteres zagen elkaar
ongeloovig aan.
Gij? De kleine Marcello van vrouw
Galin, vroeg juffrouw Hermine op twijfel-
achtigen toon.
Ja....
Dit antwoord was niet meer dan con
zucht en scheen uit den grond te komen.
De oude dame opende de grendels cn
met haar lantaarn vooruit staarde zij
naar buiten.
't Was inderdaad Marcelle. Doorweekt
tot den laatslen draad van haar klceron,
blootshoofd, de oogen knippend door het
licht der lantaarn, dat haar verblindde,
zat zij in een beklagcnswaardigen staut
ineengedoken op den drempel.
Waar komt gij zoo laat vandaan?
morde Rose, nog een beetje wantrouwend.
Van ginds... Men heeft mij een die
vegge genoemd... Dat was niet waar.
Sta maar op, zeide de goede dienrt-
maagdi meer gerustgesteld.
Ik kan niet, zeide Marcelle, een po
ging doende om zich op to heffen.
Zij steunde met de hand tegen den muutf
maar zij zakte met een zucht weder incc-n
met het hoofd voorover, zwaar en scheen
l&vcnloos.
Juffrouw Hcrminc liet parapluie cn lan
taarn in den steek, en boog zich voorover,
tijdig genoeg om te verhinderen, dat het
kind rnet het voorhoofd op den steencn
dorpel viel. Met een kracht, waarvan zij
sinds jaren geen gebruik meer had ge
maakt, nam zij de kleine op en droeg haar
naar huis, aan Rose overlatend, het hek'
te sluiten en parapluie en lantaarn op to
zoeken.
(Wordt vervo^-