VRIJDAG 13 NOVEMËER. I9I4. BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. In 's levens maalstroom. 6e JAARGANG. No. 1549 Stë BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN Do ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. De Sini-Nicolaas-tijd. De Sint-Nicolaas-tijd begint te naderen. En met dien tijd de blijde bekommernis van den een, die aan vriend of vriendin, aan bekende of familie-lid een mooi-be- dachte surprise wil sturen, en de blijde spanning' van den ander, die reden heeft een verrassing te verwachten. Zoo is het telkenjare. Maar nu? Zal er nu wel iets van het Sint-Nicolaas-feest ko men? Ach, wie geld kan missen, laten het nu, j u i s t nu, nog overvloediger rollen 'dan andere jaren in dezen tijd. Nu staat naast alle oeconomische theorjën deze zekere regel voor de practijk: De sa menleving is er mede gebaat, beeft noo- d i g, dat er geld onder de menschen wordt gebracht, hoe dan ook, dat degene, die daartoe in staat zijn, anderen geld geven, of, dit is natuurlijk beter, het hen op de een of andere eerlijke wijze laten verdie nen. Wie in den Sint-Nicolaas-tijd van dit jaar niet karig is met zijn surprisen, stelt een tweezijdige goede daad. Hij brengt in deze sombere dagen vreugde in de har ten aan hen, die hij met zijn gaven be denkt, en werkt mee om het oeconomisch leven in geregelden gang te leiden. Maar en hierop zouden wij den na druk willen leggen bij zijn surprisen bedenke men allereerst, dat er in vele huisgezinnen zooveel n o o d i g is. Het warmkloppend hart en de gra'ag-hel- pende hand richten zich allereerst naar die huisgezinnen, waar armoe wordt geleden, gebrek en honger. De surprisen, daarheen gezonden, zijn de fijnst-bedachte! En zij bereiden den schenker die hooge en innige vreugde, welke bestaat in het gelukkig makend besef anderen den nood te hebben gelenigd! Zoo werpe de Sint-Nicolaas-tijd licht over deze donkere dagen. De Duifschers in Frankrijk en België. Op den linkervleugel, aldus een Frnnsch communiqué van gisteren, duurt het he vig gevecht nog voort. Op het geeele front, dat zich uitstrekt van Lombardzijde, Nieuw- poort en Yperen tot Zonnebeke en ten Oos ten van Armentières, is de toestand onver anderd. De Engelsche troepen handhaven hunne stellingen en hebben een aanval van de Pruisische garde afgeslagen. Tn het Aisne-district hebben wij ons ter rein gehandhaafd tegen een tegenaanval. In het district Craonne heeft onze artil lerie eenige vijandelijke kanonnen eerst tot zwijgen gebracht en toen vernield. Wij hebben ook eenig terrein gewonnen rondom Berry-au-Bac. In het Argonner Woud, Lotharingen en de Vogeezen zijn de posities ongewijzigd gebTeven. Uit het groote Duitsche hoofdkwartier werd gistermorgen gemeld: De over Nieuw- poort tot in Lombaertzijde voortgedrongen vijand werd door onze troepen over de Yser teruggeworpen. De Oostelijke oever van de Yser tot het meer is door den vij and ontruimd. (Met de ,,See" zal waar schijnlijk bedoeld zijn het water „De Blan- ckaart" ten zuiden van Dixmuiden). De aanval over het Yserkanaal zuidelijk van Dixmuiden maakte vorderingen. In de streek oostelijk van Yperen drongen onze troepen verder vooruit. In het geheel zijn meer dan 700 Franschen gevangen geno men; vier kanonnen en vier mitrailleurs zijn buitgemaakt. De vijandelijke aanvallen westelijk van het Argonner woud en in het woud zelf zijn afgeslagen. Boven Kortrijk verscheen naar aan de „Tel." wordt gemeld, Dinsdag een En- gelsch vliegtuig. Een bom, er op afgevuurd miste 't doel maar doodde in 't vallen drie burgers. Berichten ontvangen over de hardnekki ge gevechten in de omgeving van Yperen melden, dat de strijd woedde vooral rond Hollebeke en Langemarik, dus ten Zuiden en Noorden der stad. Op de wegen naar het strijdterrein, zooals te Gits, Hooglede, Cortemarcq, groot gewoel van mannen paarden, kanonnen en allerlei wagens. De Duitschers oefenen geweldige drukking uit om daar door te breken maar de hef tige weerstand der verbondenen die dik wijls zelf het initiatief nemen en de aard van het terrein maken hun den doortocht ontzettend moeilijk. Generaal Leman, de dappere verdediger van Luik, zoo lezen wij in „De Tijd", bad verzocht, dat aan zijn dochter toegestaan zou worden hem in zijn krijgsgevangen schap te Maagdenburg gezelschap te hou den. Hierop ontving hij namens het Duit sche ministerie van oorlog een antwoord van den volgenden inhoud: „Het ligt in de traditie van het Duitsche leger den dapperen vijand te eeren en hem zijn lot van krijgsgevangenschap zooveel mogelijk te verlichten. Het ministerie van oorlog zou, voorzooverre het den aard van het verzoek betreft, gaarne bereid zijn voor den commandant van Luik een uit zondering te maken op den regel, en zijn verzoek toe te staan. Wanneer dit deson danks niet geschieden kan, heeft generaal Leman dit enkel en alleen te wijten aan het gedrag zijner landslieden en dat van hun bondgenooten. Niet alleen, dat de Bel gische bevolking zich in tai -van gevallen schuldig heeft gemaakt aan wreedheden en misdrijven tegenover weerlooze Duit sche gewonden, zooals die tot dusverre bij de volken van Europa niet mogelijk sche nen; doch uit de verklaringen van onver dachte getuigen is ook ontegensprekelijk gebleken, dat de behandeling van Duitsche krijgsgevangenen, bepaaldelijk van gewon den in België en Frankrijk, op tal van plaatsen, niet slechts strijdig is met de in ternationale overeenkomsten, maar ook met elk menschelijk gevoel. Daar het diensvolgens een ernstige beleediging zou zijn van de rechtmtige gevoelens van het Duitsche volk, indien van Duitschen kant aan de krijgsgevangenen eenige verlich ting werd toegestaan, kan het gedane ver zoek niet worden ingewilligd." De Russen. Van het Oostelijk oorl^gsterrein is, vol gens de Duitsche officieelo berichten, niets belangrijks te melden. De Russische regeer ng echter heeft daaromtrent breedvoerige mededeelingen gedaan, die den indruk wekken, dat de Duitsche troepen overal langs de Oost grens teruggeslagen zijn. In de buurt van Lyck- Augustowo wer den de Duitschers, die ^achtigen tegen stand boden, teruggeworpen in de Mazuri- ^che meren, waar indertijd Hindenburg zijn roem gevestigd heeft door het uiteen slaan van een Russische strijdmacht. Bij het station Monshacken heeft de Russische cavalerie de Duitsche afdeeling, die met de bewaking van den spoorweg belast was uiteen gedreven, en daarna twee spoorweg bruggen vernield. Ook bij Kalisch, dus aan de westgrens van Polen, heeft de Russische cavalerie de Duitschers verdreven en op de grens teruggeworpen. Van al deze Russische wapenfeiten heeft de Duitsche generale staf nog geen kennis gekregen. In Galicië zijn de Russen de Visloka- rivier overgetrokken; de Oostenrijkers mel den, dat dit geschiedde in het vrijwillig door hen ontruimde gebied. Maar daar door is Przemysl, dat eerst door de Oos tenrijkers ontzet was, opnieuw ingesloten. Verschillende Oorlogs berichten. Duitsche onderzeeër bij Dover. De Engelsche admiraliteit maakt bekend dat de kleine Engelsche torpedoboot „Niger" Woensdagochtend getorpilleerd werd door een Duitsche onderzeeër op de hoogte van Dover. Het schip ging te .gronde. Alle of ficieren en 37 man van de equipage wer den gered. Roerend oogenunu. Omtrent een spoorwegongeluk te Luik, waarbij een ka pitein der 30.5 c.M. Oostenrijksch-ITon-' gaarsche motorbatterijen het leven liet, is het volgende aan een brief in de „Bosni sche Post" ontleend: „De eerste twee rijtuigen, waarin de of ficieren zaten, werden hoog opgetild, waar bij zij hun raderen verloren en omgekeerd weer neergesmakt; en in deze afschuwelij ke stelling werden wij nog een eindje voortgesleept, totdat onze locomotief ein delijk vastzat. Bijzonderheden van de ont zettende tafereelen, die toen volgden, zal ik maar niet schilderen. „God heeft ons gered. Toen alle man schappen uit de wagens waren, verzamel de onze katholieke bevelhebber allen om zich en, terwijl hij zijn pet afnam, beval hij „Gebed". En met weemoed boden wij een „Onze Vader" voor onzen armen bat terij-commandant en een dankzegging voor onze wonderbaarlijke redding. De vijan delijke kogels en granaat-kartetsen heb ik nooit erg gevonden, maar God behoede mij voor zoo een ongeluk, als wij hier beleef den." De verliezen. Volgens de „Times" be dragen de totalen der verliezen van de Duitsche legers in Augustus en September en van enkele lijsten in October, aan doo- den, gewonden en vermisten, officieren en manschappen, 509,000 man. Een enkele lijst bevatte 29,281 namen. De meeste namen der laatste lijsten hebben betrekking op de gevechten in September, enkele duizenden zelfs in Augustus, doch slechts weinige van Oc tober. Ook geelt het blad de namen van 81 ge sneuvelde of aan hun wonden gestorven Britsche officieren. Daarvan komen op de officieele lijst 57, en in de overlijdensad vertenties 27 namen. Tegenwoordig zijn er vrijwel eiken dag zulke lijsten in de Engelsche bladen. Onlangs zijn als verliezen van de Duit schers en Oostenrijkers in den slag voor Warschau getallen opgegeven, die blijk baar sterk overdreven waren. Men sprak van Russischen kant van 750,000 man. Het Londensce Cityblad geeft nu echter de nieuwe cn evel lagere schatting van 100,000 man. De Oostenrijkers in Servië. Over het krijgsbedrijf in Servië wordt uit Weenen officieel meegedeeld: Onder voortdurende gevechten met de vijandelijke achterhoede, die in van te voren gereed gemaakte stel lingen stand hield, is Woensdag de ver volging der Servische troepen op de ge- heele linie voortgezet. Onze troepen hebben de linie, gevormd door de heuvels ten oos ten van Osetsjina, Nakoetsjina en Novo Selo aan de Save bereikt. De Serviërs zijn in -vollen aftocht naar Kotsjaljewo en Waljewo, waar volgens be richten van onze vliegers vele duizenden voertuigen van defi legertros alle ver keerswegen versperren. Behalve de Woensdag gemelde buit zijn nog vier stukken geschut, veertien munitie wagens, veel munitie, verplegingsmate- riaal, treinen, tenten en ander oorlogs- materieel vermeesterd. Ook hebben wijl tal van gevangenen, wier aantal nog niet bekend is, gemaakt. De Belgische vluchtelingen. Naar aanleiding van verschillende mee ningen, die werden geuit omtrent de wijze waarop de Belgische vluchtelingen naar den wensch der Regeering behooren te worden behandeld, heeft de Haagsche re dacteur van het „Hbld." dienaangaande eenige inlichtingen ingewonnen. „Daarbij is ons gebleken schrijft hij dat de noodzakelijkheid van eenige schifting sterk wordt gevoeld, en dat daar mede dan ook reeds een aanvang is ge maakt. Er zijn vier categorieën te onder scheiden. Ten eerste, die der min of meer gegoeden, die met of zonder hulp van particulieren in hun onderhoud voorzien, en met wie de Regeering dus geenerlei bemoeienis heeft. Dit laatste geldt trou wens ook voor die behoeftigen, die door particulieren worden onderhouden. Het gansche probleem raakt alleen degenen, die ten laste van de Regeering komen. Dezen nu worden in drie andere cate gorieën onderscheiden. Die der gevaarlijke elementen; die der min-gewenschten en die der fatsoenlijke behoeftigen. In nor male omstandigheden zouden al deze per sonen, als zonder middel vqn bestaan over de grens worden gezet, doch daaraan meent men thans bij een ruime opvatting der gastvrijheid niet te mogen denken, en zoo wordt dan de eerstbedoelde groep saamgebracht te Veenhuizen en daar on der streng toezicht geplaatst. De tweede groep in een vluchtelingenkamp bij Put ten op de Veluwe (het kamp van Olde- broek moet voor geïnterneerden worden ontruimd) en de derde elders. Nóch op de min, nóch op de meer ge- wenschte elementen mag eenige pressie in welken vorm ook tot terugkeer worden geoefend. Er mogen hun inlichtingen wor den verstrekt omtrent de rust en orde, die in Antwerpen en elders zijn weergekeerd, maar wanneer de vluchtelingen deson danks wenschen te blijven, mag hun dat op geene wijze hoegenaamd, ook niet door eenig verschil in behandeling, moeilijk worden gemaakt. Wel verwacht men, dat het verblijf in een kamp ook bij de beste verzorging door de geringe verstrooiing, die men daar heeft, in vergelijking niet het leven in onze steden juist de min ge- wenschte elementen allengs uit eigen be weging zal doen afdruipen. Dit zal echter de tijd moeten leeren, en wanneer deze verwachting niet mocht uit komen, zal men zich het onderhoud ook van de moreel insolventen hebben te ge troosten. De eenmaal opgenomen gastvrij heid moet ten volle worden aanvaard." Ongezond Credictstelsel. Het is tijdens de tegenwoordige oorlogs crisis reeds herhaaldelijk gebleken, hoe veel onzuivere en ongezonde toestanden er bestaan in den handel, merkt de „Tijd" op. Een bericht in verschillende dagbladen dat misschien velen lezers ontgaan is, brengt er weer een aan het licht. Graanhandelaars hadden zich beklaagd, omdat de Regeering van de door haar aangekochte maïs niets aan den handel heeft willen afstaan, maar alles ter be schikking stelde van liet Centraal Bureau van het Ned. Landbouwcomité, dat de par tij nu direct naar gelang -van behoefte aan coöperaties en varkensmesters tegen uniformprijs zal overdoen, zoodat er voor den handel niets aan te verdienen valt. De klacht is gemotiveerd door de mede- deeling, dat de boeren aan de handelaars nog groote sommen (er is sprake van millioenen) schuldig zijn en dus niet be talen, maar nu met hun geld ii contant bij de coöperaties of bij het comité komen. Hierdoor ontgaat den handel niet alleen de winst, maar hij moet nog langer op zijn geld wachten, 't Is inderdaad 'een nare geschiedenis, waarvan nu de hande laars de dupes worden. Maar de Regeering is niet geneigd van taktiek te veranderen en troost den han del met een toekomst, waarin wel weer voldoende voorraad voorhanden zal zijn. Dan zal de zaak weer in orde kunnen ko men, zegt zij. Maar tegelijk krijgen de handelaars een heusche -vermaning en wordt hun officieel angezegd, dat hun klacht alleen de ondeugdelijkheid bewijst, van hun handelssysteem, daar zij niet op groot crediet hadden moeten leveren en de boeren zich moeten gewennen, Jantje Contantje .te spelen. Het is waarlijk gewenscht, dat aan deze en meer dergelijke verkeerdheden na de FEUILLETON. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 21) Juffrouw Hermine had Rose verlof ge geven naar haar kamertje te gaan, na haar eerst het menu voor den volgenden dag be steld te hebben, en maakte zich nu met een gevoel van behaaglijkheid gereed voor haar eenzaam uurtje van lectuur, dat haar groot ste dagelijksch genot was. Toen de deuren gesloten, de blinden neer gelaten en alles in huis in orde was, ver toonde Rose zich, met haar blaker in de hand, op den drempel van Hermines slaap kamer en vroeg als altijd: Heeft mejuffrouw ook nog iets noodig? Dc aangesprokene antwoordde ontken nend met een glimlach en een licht hoofd schudden. Rose verdween en haar meesteres begon, neergedoken in een gemakkelijke fauteuil, en met de voeten op een kussen, bij het licht van een achter haar op den schoor steen geplaatste soort kleine lantaarn, die twee kaarsen bevatte, haar lectuur van een °f andere roman, oud of nieuw, maar altijd vol romantische avonturen. Hoeveel vervolgde gelieven, onbarmhar tige voogden, hardnekkige schoonmoeders, afschuwelijke verraders, wanhopige moe ders, verlaten kinderen, wonderlijk terug gevonden, dank zij een teeken aan den lin kerarm... toeval van die hersenschimmige, fantastische en onwaarschijnlijke wezens bevolkten de herinnering van juffrouw Her mine? Niemand kon het zeggen zelfs niet de bediende in de bibliotheek, die haar uit zichzelven rabat had gegeven op den huurprijs, met het oog op het aanzienlijk aantal deelen, dat de goede dame verslond. Het onverwachte resultaat van die over vloed van lectuur was, dat juffrouw Her mine nooit het eene boek met het andere noch deze held met gene verwisselde. Zij herinnerde zich wel niet altijd hun namen maar vergiste zich toch nooit in hun hel denfeiten. De schrijver, de datum, het for maat en de kleur van ieder boek wist zij zich ook altijd te herinneren; zij beweerde zelfs de geur van een boek van twee jaar geleden te herkennen altijd indien het in dien tijd de bibliotheek niet verlaten had. Dezen avond installeerde zij zich met een bijzonder welbehagen voor haar kleine ta feltje, dat een komfoortje met een trekpotje thee van oranjebloesem bevatte, een uit muntend middel tegen maagkrampen, waaraan zij nogal eens leed; als zij haar lectuur te ver in den nacht voortzette. Zij had nu een roman in vier deelen onderhanden, geheel nieuw, nog onopengesneden, die de eigenares der bi bliotheek haar het eerst had gegeven, voor ze het werk liet inbinden voor de minder gedistingeerde lezers. Vier aardige deeltjes, in een rozenrood omslag, bedrukt met heldere roode letters en voorin prijkende met het portret der heldin, 't was een buitenkansje. Juffrouw Hermine opende het eerste deel, het be treurend, dat de witte kanten zoo groot waren,*want dan had zij zooveel te minder te lezen. Zonder zich echter lang door der gelijke overpeinzingen, die toch nergens toe dienden, te weerhouden, nam zij een aaje- cig klein vouwbeentjes en ving haar lec tuur aan. De blinden waren goed gesloten en de gordijnen neergelaten, zoodat zij van het weerlicht niets zag; wel echter hoorde zij hoe de boomen in den tuin, die het huisje aan alle zijden omgaf, door rukwinden wer den heen en weer geslingerd. Het schijnt slecht weer te zijn, dacht zij onder 't lezen door. Arme lieden, die met zulk weer onder de bruggen hun toe vlucht moeten zoekenl Een rilling van medelijden met die arme lieden voer door haar leden. Het gerommel van den donder vermeng de zich in het stille vertrek met het lichte gerucht van het opensnijden en omslaan der bladen; maar juffrouw Hermine was een moedige vrouw, die volstrekt niet bang was voor het onweer. Plotseling deed een hevige windstoot het huis schudden; het licht der lougies op den schoorsteen flikkerde er van. Daarna hield het gerucht plotseling op, zooals meer gebeurt, en er bleef niets van ove- dan een verwijderd geloei, dat nog verder dreef. Een lichte trilling van de bel aan den voordeur bereikte juffrouw Hermine's ooren, nog verschrikt door den hevigen aanval van den wind. Zij luisterde aan dachtig, met uit^estrekten hals. 't Is de wind! zeide zij schouderopha lend. Wie zou met zulk weer op dat uur kunnen komen? ^ij keek naar haar rococo-pendule, die elf uren aanwees. De wind was nu be daard en de bel ging voor de tweede keer, nu luider, over.. Juffrouw. Hermine hui verde, maar ditmaal gold 't een huivering van angst. Een stap weerklonk op de trap; 't was Rose, die naar beneden ging met haar on afscheidelijke bougie. Men belt, mejuffrouw dat kunnen slechts dieven zijn, niet waar? Juffrouw Hermine schudde het hoofd; haar ondervinding van roman-dieven had haar geleerd, dat die heeren over 't alge meen niet de voorzorg nemen van aan te schellen. Zij maakte dit Rosa, die haar nog altijd verschrikt aanzag, duidelijk. Een derde maal weerklonk de bel; zij klonk bijna wanhopig en de klepel tikte nog geruimen tijd na...„ Er moet opengedaan worden, Rose, zeide juffrouw Hermine moedig, haar ge- breiden doek omslaand, die op haar fau teuil hing. Maar, juffrouw? En als zij u ver moorden? Dan moet gij om hulp'roepen. Juffrouw, neem ten minste een para- pluie' mede. Gij zult verkouden worden; en de tuin ligt vol groote plassen. Lieve hemel, welk een dwaasheid! Ik zou wel alleen gegaan zijn. Mejuffrouw Ilermine had de huisdeur ge opend en met haar lantaarntje in de eene, haar parapluie in de andere hand, liep zij behoedzaam langs de plassen. Een bliksemstraal doorkliefde de lucht, maar zonder het hart der goede vrouw te verschrikken. Zij naderde reeds het hek. Wie rs daar? vroeg zij met een stem, die zij flink wilde doen klinken. Ik, mejuffrouw. Marcelle Montfort... U hadt gezegd, dat ik komen moest.... Het zwakke stemmetje eindigde in een snik. Rose en haar meesteres zagen elkaar ongeloovig aan. Gij? De kleine Marcello van vrouw Galin, vroeg juffrouw Hermine op twijfel- achtigen toon. Ja.... Dit antwoord was niet meer dan con zucht en scheen uit den grond te komen. De oude dame opende de grendels cn met haar lantaarn vooruit staarde zij naar buiten. 't Was inderdaad Marcelle. Doorweekt tot den laatslen draad van haar klceron, blootshoofd, de oogen knippend door het licht der lantaarn, dat haar verblindde, zat zij in een beklagcnswaardigen staut ineengedoken op den drempel. Waar komt gij zoo laat vandaan? morde Rose, nog een beetje wantrouwend. Van ginds... Men heeft mij een die vegge genoemd... Dat was niet waar. Sta maar op, zeide de goede dienrt- maagdi meer gerustgesteld. Ik kan niet, zeide Marcelle, een po ging doende om zich op to heffen. Zij steunde met de hand tegen den muutf maar zij zakte met een zucht weder incc-n met het hoofd voorover, zwaar en scheen l&vcnloos. Juffrouw Hcrminc liet parapluie cn lan taarn in den steek, en boog zich voorover, tijdig genoeg om te verhinderen, dat het kind rnet het voorhoofd op den steencn dorpel viel. Met een kracht, waarvan zij sinds jaren geen gebruik meer had ge maakt, nam zij de kleine op en droeg haar naar huis, aan Rose overlatend, het hek' te sluiten en parapluie en lantaarn op to zoeken. (Wordt vervo^-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1