De Oorlog. BINNENLAND. In 's levens maalstroom. 6e JAARGANG. No. 1543 3)e Zoidóohe (Boti/tarit BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2y3 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG 6 NOVEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. BUITENLAND. De toestand. Als wij een blik werpen op het tooneel tan den wereld-krijg, zien wij een mengel moes van volkeren elkander bevechten. De Russen zijn uit den Kaukasus in Aziatisch Turkije gevallen. De forten der Dardanellen, door Duitsclie officieren ver strekt en misschien ook verdedigd, wor den beschoten door de Engelsche en Fransche vloot. De Arabieren trekken door het schiereiland van den Sinai naar Egyp te, om onder Duitsche aanvoering ,,het geschenk van den Mijl" te bevrijden van de zonen van Albion, en het voor een win terverblijf in te richten voor den opvolger van den Profeet. Derwischen in Perzië en hadji's in de Maleische deelen van Azië hidden voor het heil van Keizer Wilhelm, voor zoover ze niet als tijgers tegen hem strijden in de polders van Veurner Am bacht. De Japanners doen politiediensten in de Zuidzee voor Engeland, vriendelijk knipoogend tegen Rusland en hopend op een mispas van de Hollanders, die Neder land in dezen oorlog tegenover Engejand zou plaatsen, in welk geval het lot onzer koloniën bezegeld zou zijn. En om het in ternationale panorama compleet te maken, zijn Duitsche oorlogsschepen, den «Atlan- tischen Oceaan onveilig wetend, genood zaakt Valparaiso in Chili aan te doen voor hun nood-approviandeering. Over Japan's optreden, waarvan wij het gevaarlijke hierboven terloops aanstipten, schrijft het „Hsgz." meer ad rem. Japan is met Kiao-tsjau niet tevreden. Het heeft alle Duitsche koloniën in de Stille Zuidzee bezet. Om technische redenen, heette het. Welk land is^ ooit. als JiP-f- moest goedpraten, om een argument ver legen geweest? Op de Mariannen heeft Japan een vol ledig burgerlijk bestuur, en een in groo- ten stijl, gevestigd. Dit niet alleen: er zijn een groote dui zend Japansche emigranten naar die eilanden vertrokken. Zal men straks, na den vrede, al die Japanners met hun bestuur de Mariannen weer doen ontruimen? Ligt niet eerder voor de hand, dat Ta- pan ze behoudt en niet de Mariannen alléén als voorposten en steunpunten? Beschouwt Japan niet de heele Zuidzee, voor zoover het Azië betreft, aïs Japansch domein? Het optreden van Japan is een bedrei ging van ons koloniaal bezit in Azië. Het was dat al lang, maar is het nu in veel sterker en dreigender mate. Wat Engeland in verloop van tijd van zijn bondgenoot van het oogenblik te wachten staat, moet- Engeland weten, maar ons baart het betrekken van Japan in den Europeeschen oorlog groote zorg voor de toekomst. Er is één lichtpunt: dat de Philippijnen, een natuurlijke wachtpost voor Indië, niet meer Spaansch, maar Amerikaansch be zit zijn. Aan de Unie zal Japan bij de afwerking van zijn program de handen vol hebben. Wij moeten ons daarom, indien dit niet reeds geschied is, met de Unie te verstaan. Maar dit ontheft ons niet van den plicht, zelf Indië weerbaar te maken en te hou den. Vermoed mag zelfs worden, dat bij het plan om Indië te verdedigen de Vereenig- de Staten gekend zijn. Indien wij op de Unie kunnen rekenen, dan moet ook Jonathan weten wat hij aan ons heeft. De zeeslag op de Chileen- sche kusf. Omtrent den zeeslag op de Chileensche kust vinden wij nog eenige bijzonderhe den in telegrammen uit Valparaiso aan de Engelsche bladen. Het blijkt dat het Duit sche eskader onder bevel stond van adm. Von Spee (die in 't begin van dit jaar met de Scharnhorst een bezoek heeft gebracht aan verschillende Nederlandsch-Indische» havens.) Het gevecht is Zondag geleverd ongeveer een uur voor 't vallen van den avond, en geëindigd toen 't donker was. Op de Good Hope werd een ontploffing waargenomen tusschen de beide schoor- steenen. De Monmouth zonk nadat er ver scheidene schoten waren afgevuurd en trachtte zinkende nog een der Duitsche kruisers te rammen. De Duitsche admi raal drukt er in een telegram aan de Chi leensche autoriteiten zijn leedwezen over uit dat het wegens het stormachtige weer niet doenlijk was booten uit te zetten m opvarenden van de Monmouth le redden. Men vermoedt dat de Glasgow en de Otrante slechts licht zijn beschadigd. Bei de schepen hebben, evenals de Good Hope, van de duisternis gebruik gemaakt om te vluchten. Het gevecht heeft plaats gevonden bij liet eiland Santa Maria, ter hoogte van Coronel. De Gneisenau, Scharnhorst en allA-, BLIOWi- digd zouden gisteren weer van Valparaiso, waar ze waren binnengeloopen, zee kiezen. De Leipzig en Dresden zijn met vier be wapende transportschepen buiten de ha ven gebleven. Men gelooft, dat het Duitsche eskader met behulp van draadlooze telegrafie ge regeld nuttige inlichtingen heeft ontvan gen, wat met het Engelsche niet het ge val is geweest. In een telegram uit Valpareiso aan de New York Herald wordt het vermoeden uitgesproken, dat de Duitsche schepen, van de kust uit door spionnen gewaar schuwd, de Engelsche schepen al opwacht ten toen deze, na te Corenel kolen te heb ben geladen, de haven verlieten. De En gelsche schepen schijnen niet eens gelegen heid te hebben gehad de slagorder aan te nemen. Volgens dezen berichtgever is de Good Hope zwaar beschadigd op de kust gelou- pen. De Duitschers in Frankrijk en België. Nieuwpoort heeft tot dunver de Duit schers kunnen weerstaan. Maar de Duit schers hebben weten te beletten, dat van uit Nieuwpoort of door het duin hun rech terflank ernstig in gevaar wordt gebracht. Belgische troepen, die het beproefden, zijn teruggedreven. Aan weerszijden van het onder water gezette land in den driehoek tusschen de kanalen moest de strijd van zelf spoedig ophouden. Maar ziehier wat daarvan verder de ge volgen zijn geweest. De Duitsche legeraanvoering, ziende dat bij Nieuwpoort het doorbreken naar Duin kerken en Calais onmogelijk was, wijzig de zijn plan in zoover, dat hij hetzelfde ten Z. van Yperen in de nabijheid van de Leie (Lys) ging beproeven. Hij dirigeerde daartoe alle legerafdee- lingen, die hij beschikbaar had, al zijn aanvoeren en alles wat hij- elders langs het front kon missen naar de Leie en dringt van daar nu, met minstens een half mil- lioen troepen, voorwaarts, al zijn krach ten inspannend om zich dddr baan te breken in de richting van de beide kust- vestingen. Het concentreeren van zulk een ontzag lijke legermacht door de Duitschers bin nen dat kleine bestek, stelt de Bondge- nooten aan groote gevaren bloot. Maar volgens de berichten voeren ook zij voort durend versterkingen aan. Toen de Duitschers ten gevolge van de inundatie van die streek den linkeroever van den Yser moesten opgeven, hebben zij (blijkbaar in verband met hun nieuwe plan van doorbraak ten Z. van Yperen) aan hun stellingen tusschen Nieuwpoort en Dixmuiden naar het schijnt nog al wat krachten onttrokken om deze derwaarts over te brengen. Van die gelegenheid hebben de Belgen onmiddellijk geprofiteerd, door op den rechteroever verschillende punten te bezet ten, en onder deze ook Dixmuiden, een puinhoop nu nog slechts, maar die zijn strategisch belang behoudt. Het bezit van dit steunpunt en van andere punten langs den rechteroever heeft hen vervolgens in artëpJ^S8f>tKTéi'rukken,aftnans "zij" heb ben daar hun stellingen vooruitgeschoven tot Leke, een plaatsje, dat 8 K.M. van Dix muiden ligt in de richting van Ostende. Indien deze operatie door een sterke le germacht wordt uitgevoerd, kan zij e\en gevaarlijk voor de Duitschers worden als de doorbraakpoging bij Yperen voor de Bondgenooten. De Russen. De Russische generale staf deelt officieel mede: „Wij blijven op het Oost-Pruisische front vorderingen maken. De Duitschers trek ken op de geheele linie terug en handha ven zich nog alleen in hun versterkte stel ling in de streek van Wirballen (Werg- boliwo). Op den linkeroever van de Weichsel zet het Russische leger zijn zegevierend offen sief voort en vervolgt den aftrekkenden vijand. De overtocht over de San wordt door onze troepen met succes voortgezet. De Oostenrijkers zijn thans, ook in deze streek, in vollen £?ftocht." De Oostenrijksche generale staf deelt officieel mede: „Ook gisteren hebben de krijgsverrich tingen op het Noordelijke oorlogstooneel zich volgens de plannen afgewikkeld, zon der dat de vijand ze heeft kunnen verhin deren. Ten Zuiden van de uitmonding der Wis- loka hebben onze troepen den tegenstan der, die zich genesteld had op de weste lijke oevers van de San, uit al zijn stellin gen geworpen, meer dan duizend gevan genen gemaakt en machinegeweren ver- meesterd. Evenmin heeft de vijand stand kunnen houden tegenover onze aanvallen in het dal van de Stryj. Daar zijn 400 Russen gl vangen genomen, een af deeling machi negeweren en nog ander krijgsmateriaal buitgemaakt." De lezer van beide bovenstaande tele grammen trekken zelf een conclusie als hij kan. Turkije en de Oorlog. Een bijzondere uitgave van de London Gazette bevat- de formeele oorlogsver klaring aan Turkije. Inmiddels komen de eerste berichten van de beschieting der Dardanellen bin nen. Engelsch bericht. De uitwerking van ons bombardement is niet bekend, maar er werd een ontploffing waargeno men. Onze schepen bekwamen geen schade. Turksch bericht. De uitwerking van ons bombardement is niet hekend, maar er werd een ontploffing waargeno men. Onze schepen bekwamen geen schade. Wat hieruit'te besluiten? Verschillende Oorlogs berichten. De Belgische burgemeesters in vrijheid gesteld. Men herinnert zich tiet rechts geding tegen de burgemeesters en secre tarissen uit de grensgerqgenten om Tonee- ger beroep werden vrijgesproken. Na die vrijspraak door het „Kriegsgericht" wer den zij door den toenmaligen commandant van Tongeren gevangen genomen en. ze zouden (als krijgsgevangenen) naar Duitschland worden gebracht. Dank zij de ijverige bemoeiingen dei- verdedigers echter, werd van hoogerhand bevolen, de burgemeesters te Tongeren te doen verblijven. Men mompelt zelfs, dat hij aankomst van het telegram, inhoudend bovengenoemd bevel, de burgemeesters reeds in den trein zaten, die hen naar Duitschland zou brengen. De commandant Sterzei, die den vrijge- sprokenen niet bepaald genegen scheen te zijn, is intusschen naar het front ver trokken. Maandag 2 November zijn de burge meesters in vrijheid gesteld. Dat er groote vreugde in menig huisgezin geheerscht zal hebben, kan men zich voorstellen. Te Brussel De bijzondere correspon dent van de „N. Ct." te Antwerpen seint, dat te Brussel een proclamatie is aange plakt van 28 October, bekrachtigd op 1 November door Von der Goltz, waarin wordt medegedeeld, dat 2 politieagenten van de stad Brussel tot 5 en 3 jaar ge vangenisstraf zijn veroordeeld wegens het plegen van geweld tegen een Duitsch sol daat met medehulp van Brusselsche bur gers. Bovendien is aan de stad Brussel een boete van 5.000.OX) 'rancs opgeleg 1. Een en ander met machtiging van den krijgsraad. Het bombardement van Tsingtau. U.:t Tokio wordt officieel bericht, dat het bombardement van Tsingtau met kracht wordt voortgezet. In den nacht van Woensdag op Donder dag hebben de Duitschers een tegenaanval- gedaan. De electrische centrale is ver nield. Cyprus geannexeerd. In een procla matie der Engelsche Regeering, waarin de oorlogstoestand met Turkije wordt aan gekondigd, wordt terzelfder tijd de anne xatie van Cyprus medegedeeld. Tevens wordt in deze proclamatie gezegd, dat het vijandelijk gebied gerekend wordt zich bovendien uit te strekken tot de andere Turksche bezittingen, behalve Egypte, Cy prus en alle andere gebieden, die reeds door Engeland of Engeland's bondgenoo ten bezet zijn. Officieel wordt medegedeeld, dat Enge land Cyprus geannexeerd heeft. Premie's Bij kabinetsorder van den Duitsclien Keizer is als premie voor de verovering van ieder vijandelijk machine geweer een bedrag van 750 mark bepaald. Bulgarije. Bulgarije heeft verklaard zijn onzijdige houding te zullen handha ven, tenzij de Turken mochten trachten de Bulgaarsche grens over te trekken. Perzië. Perzië heeft aan de groote mogendheden verklaard, dat het een strikte neutraliteit onderhoudt en zal on derhouden. De onlusten in Zuid-Afrika. Een cr m- mando van loyale burgers heeft een tref fen gehad met opstandelingen in het ge bied van Rustenburg, wier verliezen uit 2 dooden, 5 gewonden en een aantal ge- uaiuronnn hpst.nnden. Generaal Botha, Leeft zich genomen, met behulp waarvan do opstandelingen heeft uiteengedreven. Tal van rebellen geven zich op verschillende punten over, bitter teleurgesteld over de misleiding van hun aanvoerders. Nederland en de Oorlog. Een verzoekschrift van den Neder 1. Bo erenbond. De Nederlandsche Boerenbond heeft aan den minister van Landbouw een verzoek schrift gezonden in verband met de minis- terieele circulaire ten aanzien van de rog ge en het uitvoerverbod van paarden. In dit verzoekschrift lezen we o. m.: dat, naar wij met groote voldoening ver nemen, de regeering haar best doet om den invoer van vreemde voederartikeien t» b«' orderen, maar dat deze tot nog toe r:iet voldoende beschikbaar zijn en dat aan het geregeld verkrijgen nog groote moei lijkheden zijn verbonden; dat deze alvorens den landbouwer en verbruiker te bereiken, in prijs nog aan- merkelijker liooger zijn dan die, welke als maximum voor inlandsche rogge is vast gesteld. FEUILLETON. (liet auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 15) Hoe eer, hoe liever, zeide de oude dame. Kunt ge niet morgen komen. Ik weet het niet..; misschien... ik zal mijn best doen, om u "te believen. Best, zeide juffrouw Hermino ver heugd. Je zult er mij een genoegen mede doen. Vrouw Galin vertrok en eenmaal buiten kon zij zich niet weerhouden te lachen over de wijze, waarop de rollen waren ver wisseld. Zij was komen verzoeken en keer de overwinnend terug en dat alleen, door dat ze de snaar der nieuwsgierigheid bij de oude dame op gepaste wijze had we ten te roeren. Goede vrouw, zeide zij bij zich zel ve, terwijl de omnibus haar weder terug voerde. Ik doe haar eigenlijk onrecht met te lachen, want zij heeft nooit anders dan Coed gedaan. Marcelle zal haar grooter vreugde verschaffen dan haar overleden hondje Médor, dat zij voor eenige maan den zoo betreurde. HOOFDSTUK XIII. De kennismaking. Kunt ge mij Marcelle niet eens leenen om een mand te dragen? vroeg vrouw Galin aan de drogiste, op den morgen na haar on oerhoud met juffrouw Hermine. Je mand? Dat 's een idee! Hebt gij tegenwoordig iemand noodig om je mand te dragen? Niet alle dagen, maar ik heb fijn lin nengoed te brengen bij een rijke oude juf frouw. Ik ben bang haar goed te kreuken en daar zij zeer precies is Is het ver? Te Passy, maar wij zullen de omni bus nemen. Bovendien, ik zie niet in waar om gij mijn verzoek zoudt weigeren. De kleine gaat nooit uit; zij wandelt niet en kent niets van Parijs; als gij haar een eenigszins verre boodschap liet doen, zou zij verdwalen. Neem haar mede, zeide vrouw Tar- rot met tegenzin. Dank-je wel, antwoordde de wasch- vrouw met eenige wrevel. Waar is zij? Zij wascht de vaten in de keuken. Gij kunt haar wel gaan zeggen, dat zij zich aan mag kleeden als zij klaar is. Beschermd door een groot voorschoot, dat haar onder de oksels was gebonden, stond het kleine meisje dapper een braad pan uit te wasschen. Om dit goed te kun nen doen, had zij op een bankje moeten klimmen wilde zij goed bij den gootsteen kunnen. Een walmende lamp verlichte de keuken die zelfs overdag donker was. Ik kom je halen, zeide vrouw Galin, begaan met het lot van het arme kind. Maak je werk klaar en ga je aankleeden. Ik ben al klaar, juffrouw Galin, ant woordde Marcelle, zich het gelaat afwas- schend, dat rood was van de inspanning, welke de bodem van de braadpan gevor derd had. Nog een wreefje aan mijn for nuis en 't werk is hier gedaan. Zij sprak reeds als een volmaakte dienst bode. De waschvrouw had grooTen Just om met haar vriendin twist te gaan zoe ken, onverschillig om welke reden, maar zij liet het, omdat het kind er slechts on der lijden zou. Zij bepaalde er zich nu toe, Marcelle te helpen een en ander te rang schikken, en nam haar de braadpan uit de handen om dien te hangen aan een spijker, welke zoo hoog was, dat het klei ne meisje altijd op een stoel moest klim men om cr bij te komen. Toen het fornuis gepoetst was, het vaat werk op zijn plaats gezet en de gootsteen uitgeboend, wilde vrouw Galin de keuken verlaten denkende dat Marcelle klaar was. Maar deze nam een dweil en een tijl water en begon de keukenvloer op te nemen. Dat kunt ge morgen wel doen, zeide de waschvrouw ongeduldig. O, neen, antwoordde Marcelle, juf frouw Tarrot wil hebben, dat ik iedere ochtend de keuken doe. Ik zou beknord worden. Vrouw Galin slaakte een zucht en zeide niets, maar zij nam 'de dweil uit de han den van het jonge meisje en verrichte in een ommezientje den vereischten arbeid. Ga je nu kleeden, zeide zij, de keuken verlatend en kom dan naar me toe. Ge zult ze mij immers zenden, vroeg zij, den win kel doorgaande, de drogiste. Deze antwoordde met een hoofdknik. Indien iemand mij ooit gezegd had, dacht vrouw Galin, toen zij naar huis ging. dat ik nog eens de keuken van die drogisterij uit vrijen wil zou opnemen, die zou ik kwalijk genomen hebben. En nu heb ik het toch inderdaad gedaan. Tien minuten later wandelden Marcejle en vrouw Galin, ieder met een mandje aan den arm, vroolijk naar de P 1 a c e d e 1 a B o u r s e. De lucht was frisch, maar helder, de zon vertoonde zich van tijd tot tijd en ieder had haast. 't ls aardig, zeide Marcelle, ik heb de straten nooit zoo vroolijk gezien sinds den eersten dag, dat >vij in Parijs geko men zijn. Herinnert gij je dat? Zoowat. O, juffrouw wat is dat? 't Was de beurs. Marcelle uitte nog op vrij luidruchtiger wijze haar bewondering, toen zij met de omnibus langs de boule vard reed en de monumenten zag, dat van 't gedeelte van Parijs, gelegen tusschen de Madeleine en Passy, een der merkwaar digste steden der wereld maken. Zoudt ge den weg vinden als ge hier alleen langs moest, vroeg vrouw Galin. Ik geloof het wel, antwoordde zij. 't Is niet moeilijk. Eerst de rechte boulevard, dan die mooie straat, en dan... Ik weet het niet meer.... Gij zult het wel leeren.... zeide de goede waschvrouw glimlachend. Gij moet cr ten minste uw best voor doen, want den weg te kennen, als men alleen uit moet, is in Parijs zeer nuttig. Marcelle was nog nooit zoo ver uit ge weest. De bezigheden in den drogistwin kel lieten niet veel vrijen tlfd over; juf frouw Tarrot had slechts een of twee keer en dat was al lang geleden de beide meisjes medegenomen naar den J a r d i n des PI antes.... 't Was nog in den tijd, toen Marcelle nog de kleeren droeg van de kleine doode. Sinds zij die versle ten had, had zij geen geschikte kleeren meer om Zondags met Louise en haar moe der uït te gaan, en dus pastte zij op den winkel, terwijl die dames haar wekclijk- sche wandeling maakten. Mejuffrouw de Beaurenom wachtte de waschvrouw met ongeduld. Toen Marcelle binnentrad, zeide de oude Roza: 't Is maar goed, dat gij gekomen zijt; Sinds gisteren maakte zij het me wat las tig. Ik heb wel tienmaal voor niets naar de deur moeten loopen; iederen keer dacht zij, dat gij het waart. Marcelle trad het kleine salon binnen, vooi'uitgeduwd door vrouw Galin, die een hand op haar schouder had gelegd. Met de oogen wijd geopend, zag zij nieuws gierig rond, daardoor de oude juffrouw niet opmerkend, die voor het venster stond. De stem van juffrouw Hermine deed haar opschrikken. Goeden dag, lief 'kind. O, wat is zij lief! Hoe oud zijt gij? Hoe heet gij? Zeven jaar, mevrouw, antwoordde het kind. Ik heet Marcelle Montfort. 't Is een verstandig ding, zeide juf frouw Hermine met een knipoogje tegen vrouw Galin. En wat doet gij, kleine? Ik zorg voor de keuken en het huis houden van juffrouw Tarrot, die mij op genomen heeft, toen ik alleen stond. Is zij goed, die juffrouw Tarrot? O ja, mevrouw, heel goed; antwoord de het kleine meisje, terwijl tranen haar oogen vulden. Juffrouw Tarrot moest immers wel goed zijn, daar zij haar toch had opgenomen. Zijt gij gelukkig bij haar? vroeg juf frouw Hermine wederT (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1