BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
ALBERT RIEL
Amerika echter is ook neutraal. Het neu
traliteitsbegrip bestaat niet moer, wanneer
elke aanslag van oorlogvoerende Mogend
heden zwijgend geduld wordt.
Antivari gebombardeerd. Naar uit
Skoetari wordt geseind, is Antivari giste
ren 10 minuten lang door drie Oosten-
rijksch-IIongaarsche vliegeniers gebombar
deerd. Door de bommen werd het gebouw
van de Antivari-inaatschappij vernield en
de pier beschadigd.
De strijd om Tsingtau. Een telegram
van Tsman .Shantoeng) meldt, dat de Ja
panners voor Tsingtau 800 krijgsgevange
nen gemaakt hebben en 26 kanonnen heb
ben vernield.
Minister Von Carlowiiz. De Saksische
minister van Oorlog, Von Carlowitz, heelt
op het Fransche oorlogsterrein een hart-
aandoening gekregen en moet ter genezing
met verlof naar Bad Nauheim.
Nederland en de Oorlog.
De oorlogsleening.
Naar men meldt, wordt in particuliere
kringen de oppositie tegen de plannen der
regeering om een leening uit te schrijven
over een vrij grooten termijn, tot dekking
van de oorlogskosten, groóter. Niet alleen
de socio al-democraten en de vrijzinnig
democraten, doch ook de groote meerder
heid van de Liberale Unie en van de Ka
tholieke staatspartij voelen zich meer aan
getrokken tot het door dr. Bos geopperde
plan, cm door een oorlogsbelasting te hef
fen, die over enkele jaren zou kunnen
worden betaald, uit de financieele moei
lijkheden tc geraken. Er zal, naar men
meldt, door enkele Kamerleden in die
richting worden gewerkt. Daar de plan
nen der regeering nog niet geheel vast
staan, acht men het niet onwaarschijn
lijk, dat deze pogihgen eenigen invloed
zullen hebben.
Wittebrood.
Uit Den Ilaag meldt men aan de „Dordt-
sche Ct." dat, behoudens onvoorziene om
standigheden, de regeering in het begin dei-
volgende week aan de, meelmolens zal toe
staan weer tarwebloem te fabriceeren. De
bakkers zullen dan spoedig opnieuw in de
gelegenheid zijn wittebrood te bakken.
De meelmolens zouden van de helft van
hun te vermalen tarwe bloem mogen ma
ken, terwijl de andere helft der te verwel
ken tarwe moet worden verkocht in den
vorm van het thans bekende tarwemeel
(kommies).
Uitvoer van boter.
De minister van landbouw, nijverheid
en handel ad interim brengt ter algemeene
kennis dat zij, die alsnog gebruik wenschen
te maken van de gelegenlreid om een certi
ficaat B te verkrijgen tot het uitvoeren
van boter, die in hun magazijnen, opslag
plaatsen of andere bewaarplaatsen opgesla-
gen was Lij het in werking treden van net
Koninklijk besluit \an 29 Oct. j.l., hun des-
betrefiend verzoek, uiterlijk 7 November
hebben in te dienen bij het Rijks Centraai
bureau voor den uitvoer van boter, Buiten
hof 42 A, 's-Gravenhage, of bij den Rijkszui-
velinspecteur te Utrecht.
Eieren.
Men deelt aan het ,,Hbld." mede, dat
sedert het uitbreken van den oorlog gis-
teren de eerste wagon eieren uit Galicië
per Hollandsche spoor te Amsterdam aan
gevoerd is, en dat deze zending binnen
kort door meer gevolgd zal worden.
Uitvoervan paarden.
De minister van landbouw, nijverheid
en handel ad interim heeft bepaald, dat ge
legenheid om voor uitvoer bestemde p?.«i.*-
den, in verband met hot bepaalde in art. 1
van de beschikking van 28 Oct. j.l. aan de
veelading van het spoorwegstation Olden-
zaal te doen onderzoeken, ook zal bestaan
op Dinsdag 10, 17 en 24 November, 1, 9, 15
en 22 December, telkens des namiddags te
één uur.
Doorvoerhandel.
De regeering heeft aan de ambtenaren
van de invoerrechten bekend gemaakt, dat
doorvoerdocumenten voor goederen, die
niet reeds dadelijk bij den invoer zijn aan
gegeven in doorvoer, slechts mogen wor
den afgegeven, voor zoover wordt aange
toond, dat de bestemming dier goederen
voor doorvoer reeds op het tijdstip van den
invoer vaststond. Deze regeling ziet ook op
goederen, opgeslagen in entrepóts.
Veevoeder.
De Bond van Nederlandsehe Graan- en
Zaad-Importeurs te Rotterdam heeft van
den minister van landbouw enz. de navol
gende mededeeling ontvangen:
De minister heeft goeue nota genomen
van den inhoud van de missiven van den
Bond, doch meent, dat het voorloopig niet
mogelijk is, op andere wijze het aange
voerde veevoeder in omloop te brengen, dan
nu geschiedt. Echter bestaat de gelegenheid
voor particuliere rekening veevoeder in te
voeren en verleent de regeering daartoe
haar medewerking door toe te staan, dat het
ingevoerd wordende veevoeder aan haar
wordt geadresseerd.
Natuurlijk moet voor elke partij toestem
ming tot adresseering van de regeering wor
den gevraagd en behoudt de minister zich
het recht voor, zoo noodig die toestemming
te weigeren.
M a i s.
Het Nederlandsch Landbouw-Comité
schrijft ons:
Door de groote schaarschte aan mais,
dio overal in ons land heerscht, nu de
rogge, het meest geschikte varkensvoeder,
door de Regeering voor menschelijk voed
sel moest worden opgevorderd, is het ge
vaar niet denkbeeldig dat aan de varkens
fokkerij en -mesterij een zwaren slag zou
worden toegebracht.
Met groote voldoening kan thans worden
medegedeeld, dat de Regeering besloten
heeft de op dit oogenblik beschikbare mais
af te geven aan het Centraal Bureau uit
het Nederlandsch Landbouw-Comité, waar
van het Bijkantoor gevestigd is te Rotter
dam (Regentessehuis).
Elke veehouder kan, door tusschenkomst
van de plaatselijke landbouworganisatie
en onverschillig of hij al of niet lid is van
die organisatie, zijne bestellingen van mais
doen. Hij zal echter moeten nemen, wat
op het oogenblik door de Regeering wordt
aangeboden, daar deze met een voorkeur
voor een bepaalde maissoort geen reke
ning kan houden.
Door dit voor den landbouw zoo gewich
tige en zeer te waardeeren besluit der Re
geering bestaat er dus zekerheid, dat thans
elke veehouder eene hoeveelheid mais bin
nen betrekkelijk korten tijd zal kunnen
verkrijgen, mits hij zich terstond met de
landbouworganisatie uit zijn woonplaats
in verbinding stelt.
In verband hiermede moet nogmaals
met kracht worden aangedrongen bij onze
varkensfokkers en -mesters om zich niet
door angst voor gebrek aan veevoeder te
laten verleiden de fokkerij en mesterij in
te krimpen.
Naar wij vernemen, heeft de regeering
de 3000 ton mais, jl. Maandag bij inschrij
ving te Rotterdam ten verkoop aangebo
den, maar toen niet gegund, ter distribu
tie aan verbruikers direct in handen ge
geven van het Centraal Landbouwbureau
te Enschedé.
Geestelijke verbijstering.
Om bang van te worden luidde de vorige
week een mededeeling, die van medische
zijde het licht zag, schrijft „De Stan
daard".
„Ze wees op grond van de statistische
gegevens aan, dat het aantal krankzinni
gen de laatste jaren op zoo onrustbarende
wijze toenam, dat de rassche en steeds
snellere toeneming elke passende verkla
ring weigerde.
De toeneming was zoo verontrustend,
dat de schrijver als uitkomst van zijn bere
kening tot het schier ongelooflijke resultaat
kwam, dat, ging het zoo door, over veert'g
jaar, dus nog binnen een halve eeuw, de
krankzinnigen in onze samenleving de
meerderheid zouden vormen.
Was dit nu door den oorlog gekomen
zoo zou het nog minder bang zijn. Men kon
dan aan de aangrijping van 't zenuw- en
hersenleven door den oorlog de schuld van
dit droef verschijnsel wijten. Na den vrede
mocht dan weer op daling van 't cijfer hope
worden gekoesterd.
Doch zóó was het niet.
De cijfers waren uit de eerste helft van
dit jaar ,toen er nog van geen oorlog sprake
was. Eer staat derhalve te duchten, dat ie
zoo hooge cijfers een volgend jaar nog on
gunstiger zullen komen te staan.
Zelfs zou men de vraag kunnen oppe
ren, of de oorlogsmanie, die zoo plotseling
en onverwacht over tal van volken trok,
niet mede haar oorzaak vond in die gees
telijke verwildering, die door de krankzin-
nigencijfers, reeds eer de oorlog uitbrak,
aan het licht kwam."
Een achtdaagsche fietstocht
door België.
De heeren P. van Ulden Jz. en L. Meys
hebben een reisje door België achter den
rug. Een interressant reisje, al ging liet
niet overal even gemakkelijk. Zij vertellen
er het volgende van:
Onze reis begonnen wij op Donderdag
morgen den 22sten October. Te ongeveer
7 uur 's morgens stapten wij in den trein te
Leiden en te ongeveer 9 uur arriveerden
wij te Roosendaal. Op het station aldaar
waren honderden menschen vérzameld,
meest Antwerpenaren, die naar hun huis
terugkeerden, te zamen gekomen uit alle
oerden van ons land. Ongeveer een half uur
later konden alle aanwezige reizigers in
stappen en vertrok de trein in de richting
Antwerpen. Na heel langzaam rijden ei»
dikwijls stoppen, kwamen wij te ongeveer
twaalf uur aan het station Marxem,
waar Duitsche matrozen de passagiers hiel
pen bij het uitladen hunner bagage en
zeer voorkomend waren. Langs een weg,
bedekt met een tien cD. dikke modderlaag,
bereikten wij na een half uur loopen Art-
werpen, waar wij voor het eerst dien
dag een nuttig gebruik konden maken va
anze fietsen. De toestand in Antwerpen :'s,
naar onze meening, niet bijzonder veel ver
anderd. Men mist alleen dc drukte der slee
perswagens en auto's, terwijl de stemming
onder het publiek gedrukt is. Bijna alle
winkels en café's zijn geopend, maar
des avonds na negen uur mag niemand zich
op straat begeven. Overigens gaat het le
ven daar zijn gewonen gang. Veel is er
niet vernield. Het meest geteisterde gedeel
te is de Schoenmarkt, -waar een heel blok
huizen het slachtoffer van den oorlog is
geworden. Wij bleven die dag en nacht te
Antwerpen en vertrokken den anderen dag
gewapend met onze buitenlandsche passen,
die niet eens bij het binnenkomen te Ant
werpen waren nagezien, over Walhaem en
Mechelen naar Brussel. Buiten Antwerpen
werden wij onmiddellijk aan den oorlogs
toestand herinnerd door de aanwezige loop
graven en de prikkeldraadversperringen,
welke door en over het land waren aange
bracht, en weldra kregen wij ook de eerste
vernielde boerenhoeven te zien. Het meest
beschoten gedeelte bevond zich tusschen
Walheam en Mechelen. Bijna geen huis of
het heeft van den strijd, die daar gevoerd
is, te lijden gehad. Treurig is echter de aan
blik van Mechelen. Gansche rijen huizen
liggen in puin geschoten. In de stad
heerscht een droefgeestige stemming. In
geen enkele plaats hebben wij dan ook zoo
veel belangstelling gezien van de zijde der
omwors als te Mechelen. Honderden en
nogmaals honderden verlieten Brussel om
Mechelen té gaan zien. Te een uur verlie
ten wij per fiets Mechelen in de richting
van Brussel, waar wij te drie uur aankwa
men. Het verschil tusschen de bevolking
van Antwerpen en Brussel trekt onmiddel
lijk de aandacht. In eerstgenoemde stad
heerscht kalme berusting, terwijl in Brus
sel de bevolking iets uitdagends heeft. Die
dag en nacht bleven wij te Brussel om ver
volgens onze tocht voort te zetten over Leu
venTienen naar Namen. Bij de voorposten
van Leuven aangekomen mochten wij voor
het eerst niet passeeren, omdat onze pas
sen, volgens de daar gestationeerde posten,
niet in orde waren. Op ons verlangen wer
den wij bij den officier gebracht, die ons
door liet gaan, doch op voorwaarde, dat wij
onze passen zouden laten afstempelen door
den commandant van Leuven, waartegen
wij ons natuurlijk niet verzetten. Nu werd
ons tot Namen niet de minste opmerking
meer gemaakt. In Leuven hadden wij twee
ontmoetingen, die de vermelding wel waard
zijn. Van een onzer was de fiets defect ge
raakt en daarom probeerden wij iemand te
vinden, die deze voor ons wilde repareeren.
Op onze vraag bij een fietsmaker, ver
klaarde diens vrouw, denkende, dat wij
Duitschers waren, dat de gewenschte repa
ratie onmogelijk kon geschieden, omdat de
Duitschers alles hadden weggenomen. Er op
wijzende, dat wij Hollanders waren, dui
geen vijanden, gelukte het ons ten slotte
den heer des huizes te zien verschijnen, die
ons verzocht hem naar zijn werkplaats te
volgen, waar aan de fiets de noodige repa
raties werden aangebracht. De fietsmaker
gevoelde zich erg gelukkig nog in het bezit
le zijn van alles wat hij had. Al zijn mede
fietshandelaren waren van alles beroofd,
werd ons verteld. Hij zelf zou er het leven
bij ingeschoten zijn, zoo hij niet over de
schutting achter zijn huis had kunnen
vluchten. Na nog lang en breed over den
toestand te hebben gesproken, verlieten w.j
dankbaar onzen helper in den nood om
den commandant op te zoeken. Onderweg
maakten wij kennis met de moeder van een
geïnterneerden soldaat in Holland, die ons
een boodschap voor haar zoon meegaf. Na
eenig vragen bereikten wij de commando,-
tur, die als herkenningsteeken de Duitsche
vlag droeg. Voor dat wij het gebouw bin
nentraden werden wij aangesproken dooi'
een Duitschen officier, die op onze mede
deeling, dat wij Hollanders waren, precies-
wist te vertellen, hoe wij gereisd hadder.
Hier mag, voegde hij ons toe, onder geen
enkel voorwendsel worden gefietst. Ik zal
u de fietsen afnemen, maar gaat u eerst
naar de commandatur, waar ik ook spoe
dig zal komen. Toen wij op de commanda
tur waren aangekomen, werden onze pas
sen door een klerk onmiddellijk gestempeld.
Nadat wij vervolgens een poosje door Leu
ven gewandeld hadden, bestegen wij weder
onze stalen rossen, den weg inslaande naar
Namen. Indien een der lezers den weg Leu
venTienenNamen wil gaan fietsen, ra
den wij hem aan te probeeren dezen af
leggen per auto of rijtuig want te fietsen-
is hij bijna niet. Geen tien minuten achter
een heeft men een vlakken weg, het is alles
berg en dal, dus zeer vermoeiend. Na een
fietstocht van ongeveer vijf uur bereikten
wij eindelijk ons logement. Onderweg li-
den wij in een cafétje langs den weg iets
gebruikt. De broeder van den waard was
door de Duitschers bij de inname van Luik
krijgsgevangen gemaakt. En men vertelde
hem nu, dat deze gevangenen ten velde
moesten trekken tegen Rusland. Wij ver
klaarden, dat, voor zoover wij wisten, hier
van niets waar was. Hij was blij deze mede
deeling van Hollanders te hooren en nu
kwam er aan vragen bijna geen einde.
Toen wij de rekening vroegen verklaarde
hij ons, dat hij blij was Hollanders van
dienst te hebben kunnen zijn. Hij gaf ons
een boodschap mede voor bekenden in Hol
land. Bij de voorposten van Namen werd
ons weder om onze passen gévraagd en deze
werden in orde bevonden. Het was reeds
donker, toen wij het Hotel Hollande tegen
over het station betraden. Toen wij gedi
neerd hadden, wandelden wij een poosje
door Namen, maar, omdat daar iedereen
om acht uur in huis moet zijn, waren wi;
genoodzaakt in de omgeving van ons hotel
te blijven. In de stad Namen is ook niet veel
verwoest. Slechts een klein gedeelte heeft
te lijden gehad; naar onze schatting zijn er
ongeveer 50 huizen verbrand. Den volgen
den dag was het Zondag en na eerst de U.
Mis te hebben bijgewoond in een kapelletje
bij ons hotel, begaven wij ons naar de cita
del. Hier was niet veel te zien. Niet één
schot was hierop gelost, zoodat wij beslo
ten, op aanraden van een officier, onzen
tocht voort te zetten naar het fort Duar-
lee, welk fort volgens hem veel te lijden
had gehad. Genoemd fort ligt ongeveer
een uur loopen van Namen. Daar aan
gekomen, werd ons door den wachtmees
ter, die onze passen in orde had bevon
den, het geheele fort van binnen en van
buiten getoond. Vreeselijk is de vernieling-
welke het vuur der 42 c.M. kanonnen aan
dit fort heeft veroorzaakt. Men moet zoo
iets hebben gezien om het te kunnen ge-
looven. Betonstukken van 3 a 4 kubieke
meters waren weggeslagen, de pantserto
rens waren geheel vernield of volkomn on
bruikbaar gemaakt. IJzer ter dikte van
50 c.M. lag in alle richtingen gebarsten.
Kortom, het was hier een ruïne, die nooit
uit onze verbeelding zal gaan. Zooals wij
reeds zeiden, hebben wij dit fort ook van
binnen gezien. Tot in de onderste lagen
had het fort getrild van de schokken der
daarop neervallende projectielen. Alle
muren en kolommen lagen gescheurd,
stukken waren er uit gevallen en op som
mige plaatsen waren de scheuren zoo breed,
dat men er de hand kon tusschen steken.
Doch alles werd weder hersteld. Dit fori
was voor herstelling aangenomen, vertel
de men ons, door een Duitsche firma en
er werkten dagelijks 300 werklieden. Mer
krijgt een aangenaam gevoel als men, na
eerst de vernieling gezien te hebben, het
binnenste gedeelte in oogenschouw neemt.
Naar alle kanten onder den grond loopen
gangen, welke dienen voor verblijfplaats
der bezetting, die op dat fort bestond ub
2500 man. Men vindt er in machines vooo
licht en verwarming, benevens een ma
chine die het drinkwater oppompt en het
in alle gewenschte richtingen perst. Wij
bezagen ook de automatisch werkende
pantsertorens, welke, naar men ons zeide,
weder zoo goed en zoo kwaad als het ging
hersteld zouden worden. In de groote kel
ders waren nog honderden projectielen
aanwezig. Na alles en alles gezien te heb
ben, namen wij afscheid van onzen vrien
delijken gids en sloegen weder den weg
in naar Namen.
(Wordt vervolgd.)
Liturgische cursus.
Gisterenavond heeft de WelEerw. heer L.
Willenborg, kapelaan aan de „St. Bravo"
te Haarlem, een aanvang gemaakt met de
liturgischen cursus, die hij op initiatief van
de afd. Leiden van den R.K. D. Vrouwen
bond zal geven.
De Eerw. spreker bracht den Vrouwen
bond hulde voor dat initiatief. Hij herin
nerde aan het woord van Pius X, dat de
eerste en onmisbare bron voor een in
CChristus hernieuwd leven is de daadwer
kelijke deelneming aan de openbare plech
tigheden van onzen eeredienst. Hèt mid
denpunt van dien eeredienst is het heilig
Offer der Mis en de plechtigheden van de
heilige Mis zijn het schoonst, rijkst en ver-
hevendst. Het is spr. daarom een bijzon
der voorrecht dezen winter een liturgische
verklaring van de heilige Mis te mogen
geven.
Als inleiding beantwoord spr. de vraag:
Wat is liturgie? Liturgie is de uitwendige
eeredienst', welken de Kerk aan God be
wijst. De liturgie bestaat uit drie deelen:
de Lof-liturgie, de Offe-liturgie en de
Sacraments-liturgie. De Offer-liturgie be-
heerscht heel den godsdienst. De Lof-litur
gie is het voorbereidend gebed en gezang
tot het Offer en de echo van de dank-hym-
nen. De Sacraments-liturgie zuivert den
geloovigc voor het Offer of past de vruch
ten daarvan od hem toe. Spr. Toont aan,
dat Christus in de liturgie het middelpunt
is. Zoo wij een liturgisch leven leiden,
beheerscht Christus ons leven van eiken
dag.
De Heilige Mis is, als het Offer van het
Nieuw Verbond, de voltooiing van de li
turgie. Een offer is de verhevendste uit
drukking van de hulde, welke het schep
sel aan den Schepper brengt. Een offer
moet zijn een uitwendige aanbieding van
een waarnemende zaak, van nature ge
schikt om de erkenning van Gods opper
heerschappij over de schepselen aan te
duiden. De wijze van offeren moet door
God gewild zijn en Hem aangenaam we
zen. Het offer moet aan God alleen wor
den gebracht door een wettigen bedienaar.
Spr. ging na, dat ieder dier wezenlijke
elementen van en voorwaarden voor het
offer aanwezig is in de heilige Mis.
De eerw. spreker toonde vervolgens aan,
welke plaats bij het heilig Mis-offer de
priester, diaken en subdiaken innemen.
Het latijnsche woord voor priester, sa-
cerdos, beteekent: gever van het heilige.
De priester is dus een tusschenpersoon,
een middelaar tusschen God en de men
schen. De priester treedt op in de pladts
van Christus, in Zijn naam,met Zijn macht
en Zijn kracht.
Als op aanschouwelijke wijze stelt spr.
voor oogen de heerlijke verhevenheid van
de heilige priester-wijding en geeft de be-
teekenis aan van de handelingen en ge
beden van den Bisschop.
De diaken en subdiaken zijn de dienaar
en onder-dienaar van den priester. Be
diaken staat den priester bij, de subdiaken
den diaken. De waardigheidsteekenen van
den diaken zijn stool en dalmatiek, van
den subdiaken manipel en tuniek. Bij een
plechtige heilige mis treden diaken en sub
diaken op in naam van het volk. Bij de
beurtgebeden antwoorden zij den priester.
Ten slotte besprak kapelaan Willenborg
de kleeding van priester, diaken en sub
diaken: bonnet, amict, alb, koord, .mani
pel, stool, kazuifel, dalmatiek en tuniek.
De bisschop kleedt zich eerst met den tu
niek van den subdiaken, dan met de dal
matiek van den diaken en daarna met het
kazuifel van den priester. De meeste dezer
kleederen dateeren uit de oydheid en va
ren oorspronkelijk bij dc leeken in gebruik.
De Kerk heeft deze kleederen voor hare
priesters overgenomen en er een symboli
sche heteekenis aan gegeven, welke wordt
aangeduid in de gebeden door den bis
schop bij de heilige wijdingen uitgespro
ken. Als wij de symbolische heteekenis dier
gewaden overwegen, worden wij getroffen
door de heiligheid, die uitstraalt van den
priester, staande aan het altaar.
Over de kleuren der priesterlijke gewa
den, het altaar en andere zaken, die met
het heilig Misoffer in betrekking staan,
zal de eerw. spreker den volgenden avond
over veertien dagen handelen.
Deze eerste cursus-avond was door velen
bezocht. Met gespannen aandacht werden
door alle aanwezigen de uiteenzettingen
gevolgd, die boeiden door den streng-logi-
schen betoogtrant en door de diepe over
tuiging, waarmede zij werden voorgedra
gen. Mogen door nog meerderen van de
volgende cursus-avonden worden gebruik
gemaakt. Zij schenken een vermeerdering
van kennis in zaken, die de belangstelling
aller katholieken moeten trekken, en dat
dank zij ook de behandeling van den
eerw. spreker op een genótvolle wijze.
De Belgische Vluchtelingen.
Frans Germanus te Voorschoten vraagt
inlichtingen betreffende de verblijfplaats
van mr. Theoville Huygen.
R.-K. Huisvestings-Comité. Gister
avond met den trein 5.08 arriveerden hier
wederom uit Roozendaal 13 kinderen vaa
Belgische ouders, wier bezittingen totaal
verwoest zijn,om tijdelijk door bemiddeling
van bovengenoemd Comité in Ned. gezin
nen te worden geplaatst. De kinderen wer
den deels in 't reeds overvolle St. Elisa-
bethgesticht op de Hooigracht, deels in
't gesticht „Voorzienigheid" Hoogewoerd
voorloopig ondergebracht. De kleinen wa
ren te Roosendaal bij den consul Laane af
gehaald door de vice-presidente van het
R.-K. Huisvestingscomité en de propagan
diste Mej. Janse alhier.
m—svggwi i m1 b-b arrzveeajii^agaag
Ingezonden Mededeelingen
a 30 cent per regel.
DENKT OM
MEUBELMAGAZIJN
WARE 36.
Universiteit. Prof dr. W. de Sitter,
hoogleeraar in de sterrenkunde aan de
Leidsche universiteit, die tengevolge van
een operatie geruimen tijd geen colleges
heeft gegeven, zal deze Vrijdag a. s. her
vatten.
Universiteit. Bij beschikking van den
minister van Binnenlandsche Zaken is dr.
K. H. Roessingh, predikant bij de Remon- j
strantsche Gereformeerde Gemeente te
Boskoop, tot wederopzegging toegelaten
als privaatdocent bij de faculteit van god
geleerdheid aan de Rijksuniversiteit te
Leiden, om onderwijs te geven in de ge
schiedenis van de protestantsche theologie
en ethiek in de 19e eeuw.
Statuten. Met de „Stct." zijn verzon
den de koninkl. goedgekeurde statuten van
de Vereeniging voor Vrouwelijke Studen
ten en de Indologen-vereeniging alhier.
In kokend water. Gistermiddag viel
op het Fokkersplein een 2% jarig meisje 'r.
een pot koeknd water. Met brandwonden
overdekt werd zij naar het Acad. Zieken
huis vervoerd.
ROELOFSARENDSVEEN.
Tuinbouwcursus. De tuinbouwcursus
alhier onder leiding van den heer Zwartele
heeft haar arbed aangevangen met niet
minder dan 27 leerlingen. Een ongewoon
groot aantal als nimmer werd bereikt.
Tooneelclub. Naar men meedeelt, zal
ten gevolge van de tijdsomstandigneden de 1
St. Pancratius tooneelclub dezen winter
geen voorstellingen geven.
VOORHOUT.
Gemeenteraad.
Vergadering van heden morgen.
Voorzitter de heer J. G. M. van
Griethuyzen.
Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering wor
den onveranderd goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat in
gekomen zijn missives van Ged. Staten, J
welke voor kennisgeving aangenomen wor
den. Een mededeeling van den commissa- i
ris der Koningin, dat de heeren Warmer-
dam en v. Belt herbenoemd zijn in het col
lege van zetters. Voorts is ingekomen een
schrijven van P. Kleyne burgemeester van
Woubrugge met verzoek om concessie voor
vijf jaren tot het leveren van water in de
gemeente. Besloten wordt het stuk te stel
len in handen van B. en W.. Een schrijven
van den N. R. V. B. van Bloemistknechts-
en tuinarbeiders met het verzoek hun fonds
van werkloosheid te steunen. De voo r-
zitter zegt, dat B. en W. geen gronl
aanwezig achten om op het verzoek in te
gaan, daar er een steuncomité is. De heer
v. d. L a a n deelt de meening v. B. en W.
niet. Waar de arbeiders een fonds gesticht
hebben en dus op eigen initiatief elkander
>vlllen steunen, daar moet de gemeente
ook krachtens het bekende adres van mi
nister Treub steunen, wanneer het fonds
te kort schiet. Flinke arbeiders, die
door deze omstandigheden zonder werk
komen moet men niet aan het Steuncomité
overlaten.
De Voorzitter zegt, dat het Steun
comité hier voornamelijk in het leven is
geroepen om werk te verschaffen. Van be
deeling is dus geen sprake.
De heer V. d. L a a n zegt, dat het steun
comité met dat doel in 't leven is geroepen,
maar zal het steuncomité werk kunnen
verschaffen? Indien het geen werk kan ve>
schaffen op wie zijn de arbeiders dan aan
gewezen.
De Voorzitter vindt, dat de heer
v d. L a a n te breed op de zaak ingaat.
B. en W. hebben het adres eerst kort
ontvangen. Feitelijk zouden B. en \V«
praeadvies moeten geven.
De heer v. d. Laan zegt, dat de voor
zitter dan de zaak niet aan de orde had
moeten stellen. B. en W. komen toch met
oen voorstel en wel om afwijzend te be
schikken. Spreker wil wel wachten, in
dien B. en W. met praeadvies willen ko
men, dan kan de zaak nog eens grondig be-
studeei'd worden.
Na nog eenige discussie wordt op voor-
stel van B. en W. besloten afwijzend te be
beschikken. De heer v. d. Laan stemde
tegen.
Een adres van „Plicht en Recht" in zake
werkverschaffing bij mogelijke werkeloos
heid werd voor kennisgeving aangenomen
ook al met verwijzing naar het steuncomité.
Voorgesteld werd vervolgens door B. en
W. om de verordening onderwijzers in dien
geest te wijzigen, dat bij mobilisatie enz.
onderwijzers die onder de wapenen zijQ
recht hebben op de helft van hun salaris.
De heer v. d. Laan zegt, dat hij geen
tegenvoorstel wil doen, maar toch moet op
merken, dat onderwijzers op deze wijze wel
eens meer dan hun salaris konden ver
dienen.
Na een opmerking van den voorzitter,
dat het moeilijk is een grens te trekken,
wordt het voorstel aangenomen.
Bij het verzoek om verbetering van den
Rijnsburgerweg, zegt de Voorzitter,
dat hoewel B. en W. in principe voor de
verbetering zijn, zij huiveren met het oog
op de kosten in de tegenwoordige tijdsom
standigheden bij den raad om een crediet
te komen. Met het oog op het verzwaren
van de financieele lasten stellen zij daarom
\oor om op het oogenblik op het verzoek
niet..in te gaan.
De heer C o 1 ij n is het met den voorzit-