BUITENLAND.
De Oorlog.
k
4
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
De middenstand.
Wij schreven gisteren over den druk,
die in deze tijden door een gedeelte van
den handeldrijvenden en industrieelen mid
denstand wordt gevoeld.
Thans willen wij er eens op wijzen, hoe
o. i. die middenstanders zelf kunnen mede
werken dien zwaren druk wat lichter te
maken.
En het middel, dat wij hun aan de hand
willen doen is: de reclame.
Zeker, reclame is altijd noodig. Het geld,
dat de handelsman of industrieel aai(
reclame uitgeeft brengt voor hem altijd
de meeste rente op.
Doch nu is de reclame nog noodiger
dan in gewone tijden. Nu zal zij nog meer
rente opbrengen, dan voorheen.
Nu toch moet het publiek op bijzondere
wijze worden getrokken; nu laat het de
dubbeltjes lang niet zoo gemakeklijk rol
len, als ni normale tijden. En daarom
ook nu meer reclame. Dat spreekt van
zelf. f
Dat er nog dubbeltjes zijn om te lat°n
rollen ziet maar eens naar de inrich
tingen voor vermaak; ze hebben misschien
nooit betere zaken gemaakt.
Wij voor ons zien de voor de winkeliers
anders zoo drukken Sinterklaas- en Kerst
mistijd niet zoo heel somber te gemoet. Op
één voorwaarde echter dat de winke
liers zelf niet bij de pakken gaan neerzit
ten.
Van een herbergier niet hier ter stede
vernamen we dezer dagen, dat hij de
aanvankelijke slapte in zijn bedrijf had
weten te keeren door., zijn localiteit helder
te verlichten. Een middel om bezoekers te
trekken. Meer dan een winkelier hoorde
wij de uitdrukkelijke verklaring afleggen,
dat het ad verteer en weer meer loop
in zijn zaak had gebracht.
De exploitanten van inricht [agen van
vermaak maken nu op geheel bijzondere
wijze reclame en met succes.
Dat de handeldrijvende en industrieelc
middenstand, dat de winkeliers n,u ook
begrijpen, dat hun kracht schuilt in de
reclame, vooral in deze tijden.
Even vastleggen.
Toen de Tweede Kamer, onlangs even
bijeen was voor de goedkeuring van het
tweede oorlogscrediet was het opmerke
lijk, zoo langdradig als het lid K. ter Laan
weer was. Deze afgevaardigde is befaamd
om zijn kilometerspreekzucht, vooral wijl
bij geen kleinigheid wil overslaan en
maar zelden tot eenige welsprekendheid
kan geraken. Maar bij die gelegenheid
had hij dan toch wel eens kunnen zwij
gen, vond men, en zijn opmerkingen in
den vorm van een nota tot den Minister
kunnen richten.
De heer Ter Laan sprak echter, sprak
langdradig, alsof er geen buitengewone
omstandigheden bestonden, die kortheid
wenschelijk maakten.
Maar nu deze eer thuis.
Zooals men weet is hij ook burgemees
ter van Zaandam en daar heeft nu de
Gemeenteraad bij de behandeling der be
grooting alle algemeene beschouwingen
achterwege gelaten. Zulks niet, naar bur
gemeester Ter Laan opmerkte, omdat B.
en W. het debat vreesden, maar omciat
het onder de tegenwoordige omstandighe
den niet veel zin had politieke beschou
wingen te houden en het beleid van B. en
W. te bespreken. Bovendien, niemand kon
zeggen hoe de zaken zich verder zullen
ontwikkelen, zoodat de begrooting eigen
lijk was te beschouwen als een verzame
ling van kredietposten.
En zoo werd in den Zaandamschen
Raad, waarin ook de welsprekende heer
Duys zetelt, alleen bij de artikelen der be
grooting wat georeerd.
Nu zijn we toch nieuwsgierig of bij de
a.s. behandeling der Staats begrooting de
socialisten het Zaandamsche voorbeeld
zullen volgen, dan wel zullen denken: we
zijn nu eenmaal op 't Binnenhof om te pra
ten en dus...
Opgelet.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Niet veel nieuws, zooals men uit de hier
^volgende telegrammen kan bemerken.
Het groote Duitsche hoofdkwartier heeft
gistermiddag het volgende medegedeeld:
De overstrooming ten Zuiden van Nieuw-
poort maakt alle militaire operaties in dat
gebied onmogelijk. De landerijen zijn voor
langen tijd waardeloos gemaakt. Op som
mige plaatsen staat het water meer dan
een manshoogte. De Duitsche troepen heb
ben zich uit het overstroomde gebied terug
getrokken zonder één man of paard te ver
liezen, en zonder kanonnen of voertuigen
prijs te geven.
Onze aanvallen op Yperen vorderen.
Wij hebben over de 2300 man voor het
meerendeel Engelschen krijgsgevangen
gemaakt en verscheiden machinegeweren
veroverd.
In het gebied Westelijk van Roye zijn
verwoede gevechten geleverd, waarbij aail
beide kanten vele verliezen geleden zijn,
maar waardoor geen wijziging is gebracht
in den toestand te dier plaatse. In een
dorpsgevecht hebben wij een paar hon
derd man (aan vermisten) en twee ka
nonnen verloren.
Onze aanvallen aan de Aisne, Oostelijk
van Soissons, hebben succes gehad. Trots
den hevigen tegenstand des vijands heb
ben onze stormaanvallen verscheidene,
sterk verschanste stellingen genomen en
Chavonnei en Soupir bezet. Hierbij zijn
meer dan 1000 Franschen gevangen geno
men; verder zijn drie kanonnen en vier
machinegeweren buit gemaakt.
Naast de kathedraal van Soissons
brachten de Franschen een batterij zwaar
geschut in stelling. De uitkijk van die bat
terij bevond zich in den toren van de
kathedraal. Welke de gevolgen moeten
zijn van een dergelijke handelwijze
blijkbaar wordt hier een vaste gedragslijn
gevolgd ligt voor de hand.
Tusschen Verdun en Toul zijn verschei
den aanvallen van de Franschen afgesla
gen. Een deel van de Fransche troepen
droeg bij deze gelegenheid Duitsche man
tels en helmen.
In de Vogezen is in de buurt van Mar-
kirch (Ste Marie aux Mines) een aanval
der Fransche troepen afgeslagen. De
Duitsche troepen voerden hier een tegen
aanval uit.
Officieele Fransche kennisgeving vari
gistermiddag drie uur:
Op onzen linkervleugel schijnt de vijand
den linkerover van de Yser beneden Dix-
muiden geheel te hebben ontruimd.
Troepen van de bondgenooten, die op
de wegen in het overstroomde gebied op
verkenning waren uitgetrokken, hebben
zonder groote bezwaren de overgangen over
de Yser weer bezet.
Wij hebben aanmerkelijke vorderingen
gemaakt ten Zuiden van Dixmuiden en aan
den kant van Glieluvelt (ten Westen van
Yperen) in de streek ten Noorden van de
Lys. Ondanks heftige aanvalen van aan
zienlijke vijandelijke strijdkrachten is ons
front overal gehandhaafd of hersteld.
Nieuwe aanvallen van de Duitschers op
de voorsteden van Atrecht, Lihons en Ques-
noy in Santerre zijn mislukt.
In ons centrum zijn enkele voordeelen be
haald in de streek van de Aisne en ten Oos
ten van het Aigle-bosch.
Onze troepen, die zich op de hellingen
van de hoogvlakte ten Noorden van de dor
pen Chavonne en Soupir bevonden, heb
ben in het meer Oostelijk gelegen dal moe
ten terugtrekken. Wij hebben onze stellin
gen aan de rivier boven Bourg en Comin
gehandhaafd.
Nieuwe aanvallen der Duitschers in het
Argonnerwoud zijn verijdeld.
Ten Noordwesten van Pont a Mousson
zijn wij blijven vooruitgaan.
Op onzen rechtervleugel zijn langs de
Seille enkele voor onze legers gunstige
plaatselijke operaties verricht.
De strijd in Vlaanderen.
De correspondent van de Daily Chron."
geeft een van Vrijdagavond gedateerd ver
slag omtrent den strijd in Vlaanderen. Zes
tien dagen, schrijft hij, heeft de slag van
Vlaanderen thans geduurd, en, al is het
einde nog niet gekomen, over het resultaat
kan er geen twijfel meer zijn.
De Duitsche tocht naar de drie Fransche
kuststeden Duinkerken, Calais, Boulogne
is niet alleen mislukt, maar de vijand
is zoo duchtig gestraft, dat dit een ontzag
lijken invloed moet. hebben op het moreel
van het geheele Duitsche leger en het ge-
heele Duitsche veldtochtsplan.
De Duitschers streden met den moed van
de wanhoop, telkens weer beproefden zij
met groote vermetelheid den aanval om
slechts steeds weer te worden teruggesla
gen. Donderdagavond kwam er eenige ver
andering in den strijd en de vijand verliet
enkele linies van loopgraven. Dat betee-
kende echter niet den terugtocht want
reeds Vrijdagmorgen voor het aanbreken
van den dag begonnen de kanonnen weder
te bulderen en werd het artillerie-duel her
vat. Toen het even licht begon te worden
beproefde de vijand in sterke macht een
nieuwen aanval. Blijkbaar had hij aanzien
lijke versterkingen gekregen. En ook dien
dag werd even verwoed gestreden als de
vijftien voorafgaande dagen.
De slag van Vlaanderen, zegt de corres
pondent, zal in de geschiedenis blijven le
ven als de meest bloedige in de drie maan
den van den oorlog en vooral als de worste
ling om den weg naarCalais is geëindigd
en dat einde zal niet lang meer zich laten
wachten zal de slag de vreeselijke roem
verkrijgen de bloedigste veldslag in de we
reldgeschiedenis te zijn. De slachting aan
Marne en Aisne beteekent niets vergeleken
met die in dat deel van Vlaanderen. De vel
den en duinen zijn overdekt met stapels
lijken en de loopgraven zijn gevuld met
slachtoffers van den strijd. De Yser was
rood van bloed en op sommige plaatsen kon
den de kanalen met lijken worden over
brugd.
Het ondergeloopen land tusschen Nieuw-
poort en Dixmuyden is een hel, die woorden
niet kunnen beschrijven. ,,Het was een gru
welijk gezicht", vertelde een officier den
correspondent, ,,de Duitschers gevangen te
zien in hun loopgraven toen het water be
gon binnen te stroomen. Juist toen werd
het vuur van den vloot en van de batterijen
der bondgenooten heviger. Aan den rand
van het geïnundeerde terrein waclite de in
fanterie met kogel en bajonet. In een over
strooming van vuur en water, in een tor
nado van verschrikking die niemand welke
er getuige van was ooit zal kunnen verge
ten, werd loopgraaf na loopgraaf geno
men en een sterke wig werd in-de Duit
sche posities gedreven."
De gruwelijkste gevechten waren de
nachtelijke charges waarbij telkens weer
de Duitschers werden teruggedreven. Hun
verliezen zijn dan ook reusachtig en de
correspondent schat deze op een totaal van
wel 125,000 dooden en gewonden.
Maar niettemin duurt de strijd voort en
naar de correspondent van Zondagmorgen
seint, schijnen wederom nieuwe verster
kingen voor de Duitschers aan te komen en
worden tusschen het tegenwoordige front
en Brussel krachtige defensieve stellingen
in gereedheid gebracht.
De Russen.
Thans is het geen stormloop over de ge
heele Russische linie, maar toch over een
deel daarvan.
In het verre Noorden, bij Suwalki, waar
de wederzijdsche legers als muren tegen
over elkander staan, schijnt de fortuin zich
ten gunste van de Russen te hebben ge
keerd. De poging der Duitschers om Dij
Bakalarjewo (ten W. van Suwalki) het
Russische front te doorbreken, zijn mis
lukt. De koude (het vriest en sneeuwt daar
reeds) schijnt met het vuur der Russen
mede te werken om de Duitschers in den
dood te voeren.
De volgende schets van den toestand vin
den we in het ,,Vad":
Tusschen de Weichsel en de Piliza drin
gen de Russen Von Hindenburg met kracht
achteruit. Hun front staat nu ongeveer van
Wloslaw aan de Weichsel tot nabij den
bovenloop van de Piliza, bij Petrowok, te
genover hem. Tot de bezette plaatsen be
hoort ook de groote industrieplaats Lodz.
Tusschen de Piliza en het begin van de
San zijn de Russen er in geslaagd, op een
punt, dichter bij de Galische grens, de
Weichsel over te trekken, ten gevolge waar
van nu op Russisch grondgebied vrijwel
die geheele rivier in hun macht is. Zij heb
ben daarvan dadelijk gebruik gemaakt om
met meer kracht het gemengd Oosten-
rijksch-Duitsche leger, dat tusschen de
Piliza en de San staat, aan te vallen en
dit trekt zich, op verschillende punten
verslagen, over het gebergte Liza Gora te
rug.
Langs de San zelf geeft de toestand nog
altijd reden tot het plaatsen van heel veel
vraagteekens. Het is zeker, dat het Russi
sche leger hier op krachtigen tegenstand
van 'het Oostenrijksch-IIongaarsche leger
stuit. Het met talrijke riviertjes doorsne
den, sterk bergachtige terrein, de sneeuw
en de regens, die de tallooze beekjes doen
zwellen en ver buiten hun oevers treden,
zoodat natuurlijke inundaties worden ge
vormd, dit alles is een machtige bond
genoot van het Oostenrijksche leger.
De vesting Przmysl krijgt wat meer ruim
te, doordat de Oostenrijkers ten O. daarvan
zijn voortgfedrongen. Ook bij Sambor en
Turka en in het dal van de Stryi schijnen
den Russen gevoelige klappen te worden
toegebracht.
Ook verder Oostwaarts is eenige verbe
tering in de positie der Oostenrijkers te
constateeren, ofschoon het feit, dat zij
Czernowitza, een Oostenrijksche stad, de
hoofdstad van de Bukowina, hebben bezet,
natuurlijk van weinig beteekenis is.
Het hoogverraadproces te
Sarajewo.
Dagen lang heeft bovengenoemd proces
geduurd, dat zijn oorsprong vindt in den
moord op aartshertog Frans Ferdinand
de aanleiding van dezen wreeden oorlog.
De Boedapester correspondent van de
,,N. R. Ct." schreef er het volgende over:
Nadat alle verdedigers hadden gespro
ken, die na de min of meer volledige be
kentenis aller beschuldigden slechts oen
beroep op de clementie van de rechtbank
konden doen alleen mr. Zistler, die voor
Cubrilovits optrad, bestreed den cisch
van den officier van justitie, omdat ei
gens hem een poging om Bosnië en Iler-
zegowina met geweld uit het verband der
Donaumonarchie te rukken, nog geen
hoogverraad is verzocht de beschuldigde
Gabrinovits, een der vijf, die met een botn
in de hand waren opgesteld om den troon
opvolger te dooden, een verklaring te mo
gen afleggen. Met bewogen stem, en Klaar
blijkelijk aan wroeging en groote gemoeds
beweging ten prooi, verzekerde hij do
rechtbank dat hij en zijn vrienden, die met
hem daar zaten, nimmer het plan zouden
hebben gesmeed aartshertog Frans Ferdi
nand te vermoorden.
De personen, waarmede zij te Belgrado
omgingen, hadden hen tot deze daad ver
leid en hun ingeblazen, dat de troonop
volger uit den weg moest worden geruimd,
omdat hij een vereeniging aller Serviërs
verhinderde. Snikkend verzekert hij, dat
hij er diep berouw over heeft, en dat hij
zich nimmer aan deze misdaad zou heb
ben schuldig gemaakt, wanneer hij gewe
ten had dat de aartshertog kinderen had.
Allen, den Keizer, maar in 't bizonder dien
kinderen, smeekt hij om vergiffenis.
De meeste beschuldigden waren ontroerd
en weenden eveneens; de koopman Jova-
novits was evenals Gabrinovits gebroken;
met uitzondering van Rrincip, schenen al
len berouw te hebben van hun misdaad.
Het was de eerste lichtstraal in dit ont-
tende treurspel.
Vanmorgen aldus schrijft genoemde
correspondent dato 28 October heeft Ie
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
12)
-Hoe komt zij er bij, om zoo'n klein
kind op dit uur uit te sturen.'En dan nog
wel om kastanjes.
Och, 't is haar dochtertje niet, ant
woordde een buurvrouw, die de geschiede
nis van Marcelle kende. Haar dochter zal
zij niet uitzenden, maar een kind, dat
men uit liefdadigheid opvoedt, gij be
grijpt...
Hoe komt zij zoo onvoorzichtig, om
onder een omnibus te vallen, zeide tege
lijkertijd Louise Tarrot, terwijl zij de be
slijkte kleeren van het kleine meisje, voor
wie haar moeder een compres gereed
maakte, in een hoek schopte.
Marcelle had aan een der beenen een
blauwe plek ter grootte van een hand en
gedurende acht dagen ging zij min of
meer mank; daarna was het been gene
zen. Maar in haar kleine hartje was Mar
celle een wonde toegebracht, welke niet
genezen zou.
HOOFDSTUK XI.
Een nieuwe weldoenster.
Juffrouw! zeide Marcelle op zekeren
dag, terwijl zij haar breiwerk op haar
knieën liet rusten.
Vrouw Tarrot sloeg de oogen op en zag
met verwondering rond. Zij waren alleen
in den winkel.
Spreekt gij tot mij? vroeg zij. Waarom
noemt gij mij juffvrouw vandaag.
Moeder is dood niet waar? hernam
Marcelle zonder rechtstreeks antwoord te
geven.
Haar lippen trilden en zij was bleek als
een witte roos.
De drogiste schoof zenuwachtig op haar
kussen heen en weer. Zij had een derge
lijke vraag niet voorzien.
Zij is gestorven toen ik nog heel klein
was, niet waar, toen u mij in huis geno
men hebt?
Vrouw Tarrot knikte bevestigend. Waar
om zou zij het vertellen? Zij zou haar im
mers toch eens de waarheid moeten zeg
gen?
En vader? Waar is die gebleven?
vroeg het meisje, den loop harer gedachten
volgend.
De drogiste schudde het hoofd ten tee-
ken, dat zij het niet wist.
Marcelle zag haar aan; haar bleeke lip
pen trilden een weinig meer en zij zeide
eindelijk met zachte stem:
Gij zijt altijd zeer goed voor mij ge
weest, juffrouw, ik dank u er wel voor.
De pleegmoeder stond plotseling op, nam
de kleine bij den arm en nam ze op haar
schoot.
Waarom noemt ge mij juffrouw?
Wat beteekent dat? Heeft iemand je kwaad
van mij verteld? Houdt ge niet meer van
me
Zij schudde het kind ruw heen en weer,
gevoelende, dat er iets ernstigs moest ge
beurd zijn, om het vertrouwvol hart yan
Marcelle zoo te veranderen.
De kleine gaf op haar beurt een ontken
nend hoofdschudden.
Men heeft mij niets gezegd, sprak zij.
Ik houd wel van u. Ik bedank u, omdat
u mijn moeder niet is. Mijn moeder is
dood.
Wie heeft u dat gezegd, riep *rouw
Tarrot vertoornd uit, bij zich zeiven vrouw
Galin verwenschend, die zij als de oorzaak
dezer verandering beschouwde.
Niemand. Toen ik zag, hoeveel u van
Louise hield, bemerkte ik wel, dat ik uw
dochter niet was. En toen herinnerde ik
mij mijn ware moeder, die dood is. Ik was
nog zeer jong, niet waar?
Ja, antwoordde vrouw Tarrot ver
stoord.
Zij was ontevreden over alles en in den
grond van haar hart gevoelde zij, vooral
ontevreden te moeten zijn over zich zelf,
Waarom noemt ge mij juffrouw,
hernam zij met hevivgheid, zich gekrenkt
gevoelend over die betiteling.
Omdat ge mijn moeder niet zijt, ant
woordde het kind weder. Gij zijt de moeder
van Louise.
Vrouw Tarrot liet Marcelle los, uïe op
den grond gleed.
Ondankbare! zeide zij, met de oogen
vol tranen, 't Zijn altijd degenen, die ons
't meest onverdiende verdriet hebben aan
gedaan, die ons van ondankbaarheid be
schuldigen.
Marcelle boog het hoofd, zooals zij al
tijd deed, wanneer haar een onverdiend
verwijt trof. Zij gevoelde echter, dat
vrouw Tarrot ontevreden was en naderde
haar, om haar te liefkoozen.
Ik houd veel van u, zeide zij schuch
ter. Gij zijt zeer goed.
Zeer goed! riep de verontwaardigde
vrouw, eindelijk losbarstend uit. Ik ben
een moeder voor haar geweest! Ik heb haar
opgenomen van de straat, zonder dat zij
een stuiver bezat; ik heb haar gevoed,
gekleed, verzorgd, vertroeteld als mijn
dochter en om mij te bedanken noemt zij
mij. na vier jaar dat alles genoten te
hebben, juffrouw. Ondankbaar kind, ga
uit mijn oogen.
Dit was meer dan Marcelle verdragen
kon. Zij smolt in tranen weg en snikte
zonder ophouden. Zij maakte zich los van
de armen, die haar terugstieten, leunde
met het hoofd op een der laden, en ween
de, z*oals men doet,, wanneer men alles
verloren heeft.
Klein monster van ondankbaarheid!
Dat noemt mij juffrouw, vervolgde juf
frouw Tarrot ten zeerste bewogen. Voor
haar heb ik mij in schulden gestoken!
Aan haar gansche lichaam heeft zij geen
draad, lie niet van mij is! Wat zoudt ge
wezen, als ik je niet had opgenomen, m-
deugende meid. Gij zoudt in de straten
zwerven of in de gevangenis zitten. En
dan zegt ze mij, dat ik haar moeder niet
ben.
Wat is er? vroeg de waschvrouw, de
deur van den winkel openend. ïs zij
som9 ondeugend geweest, de kleine.
Zij noemt mij juffrouw, riep juffrouw
Tarrot uit. haar vertoornd gelaat naar den
nieuwgekornene keerend. En zij zegt mij,
dat ik haar moeder niet ben.
Wel, antwoordde de waschvrouw rus-
lig, dat is geen reden om kwaad te wor
den; het is immers de waarheid.
Gij hebt het haar zeker gezegd! sprak
de drogiste, haar toorn dadelijk overbren
gend op een persoon, beter in staat haar
te trotseeren, dan een kind zonder verde
diging.
Ik7 Maar ik verzeker je. dat het niet
waar is, antwccidde de oprechte vrouw.
Het is echter geen wonder, iat zij het
bemerkt beeft.
Het gemerkt heeft? vroeg vrouw Tar
rot ontsteld.
Zeker, zij is snugger genoeg om het
onderscheid te bemerken dat gij tusschen
haar en Louise maakt.
Als het anders niets is. Ik geloof het
graag, dat ik onderscheid maak
't Is bijna natuurlijk en ik zeg er dan
cok niets van. F.n dat zij het onderscheid
gemerkt heeft is ook niets minder dan
natuurlijk. Daar kunt gij haar niet hard
om vallen.
Vrouw Tarrot bewaarde hierop het stil
zwijgen.
Marcelle weende nog steeds, geleund op
de lade. haar lichaampje sch' Kkenrt door
de hevige snikken. De waschvrouw na
derde haar en legde de band op haar
schouder.
Weent niet, zeide zij, gij doet mij
daarmede verdriet.
Ziedaar het loon voor je goeddoen,
riep de drogiste uit, op baar beurt in tra
nen losbarstend. Wees maar weldadig, be
roof je van alles steek je in schulden,
dan worden die verplichting aan je heb
ben ondankbaar en vreemden bemoeien
zich met je zaken
(Wordt vervolgd.)
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Va cen^, niet Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
NOVEMBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meor 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote lettere naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedore regel meer 10 eest.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (goen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cont, iedere regel meer 5 cent.
No. 1541.
6e JAARGANG.