BUITENLAND. De Oorlog. k 4 Dit nummer bestaat uit twee bladen. De middenstand. Wij schreven gisteren over den druk, die in deze tijden door een gedeelte van den handeldrijvenden en industrieelen mid denstand wordt gevoeld. Thans willen wij er eens op wijzen, hoe o. i. die middenstanders zelf kunnen mede werken dien zwaren druk wat lichter te maken. En het middel, dat wij hun aan de hand willen doen is: de reclame. Zeker, reclame is altijd noodig. Het geld, dat de handelsman of industrieel aai( reclame uitgeeft brengt voor hem altijd de meeste rente op. Doch nu is de reclame nog noodiger dan in gewone tijden. Nu zal zij nog meer rente opbrengen, dan voorheen. Nu toch moet het publiek op bijzondere wijze worden getrokken; nu laat het de dubbeltjes lang niet zoo gemakeklijk rol len, als ni normale tijden. En daarom ook nu meer reclame. Dat spreekt van zelf. f Dat er nog dubbeltjes zijn om te lat°n rollen ziet maar eens naar de inrich tingen voor vermaak; ze hebben misschien nooit betere zaken gemaakt. Wij voor ons zien de voor de winkeliers anders zoo drukken Sinterklaas- en Kerst mistijd niet zoo heel somber te gemoet. Op één voorwaarde echter dat de winke liers zelf niet bij de pakken gaan neerzit ten. Van een herbergier niet hier ter stede vernamen we dezer dagen, dat hij de aanvankelijke slapte in zijn bedrijf had weten te keeren door., zijn localiteit helder te verlichten. Een middel om bezoekers te trekken. Meer dan een winkelier hoorde wij de uitdrukkelijke verklaring afleggen, dat het ad verteer en weer meer loop in zijn zaak had gebracht. De exploitanten van inricht [agen van vermaak maken nu op geheel bijzondere wijze reclame en met succes. Dat de handeldrijvende en industrieelc middenstand, dat de winkeliers n,u ook begrijpen, dat hun kracht schuilt in de reclame, vooral in deze tijden. Even vastleggen. Toen de Tweede Kamer, onlangs even bijeen was voor de goedkeuring van het tweede oorlogscrediet was het opmerke lijk, zoo langdradig als het lid K. ter Laan weer was. Deze afgevaardigde is befaamd om zijn kilometerspreekzucht, vooral wijl bij geen kleinigheid wil overslaan en maar zelden tot eenige welsprekendheid kan geraken. Maar bij die gelegenheid had hij dan toch wel eens kunnen zwij gen, vond men, en zijn opmerkingen in den vorm van een nota tot den Minister kunnen richten. De heer Ter Laan sprak echter, sprak langdradig, alsof er geen buitengewone omstandigheden bestonden, die kortheid wenschelijk maakten. Maar nu deze eer thuis. Zooals men weet is hij ook burgemees ter van Zaandam en daar heeft nu de Gemeenteraad bij de behandeling der be grooting alle algemeene beschouwingen achterwege gelaten. Zulks niet, naar bur gemeester Ter Laan opmerkte, omdat B. en W. het debat vreesden, maar omciat het onder de tegenwoordige omstandighe den niet veel zin had politieke beschou wingen te houden en het beleid van B. en W. te bespreken. Bovendien, niemand kon zeggen hoe de zaken zich verder zullen ontwikkelen, zoodat de begrooting eigen lijk was te beschouwen als een verzame ling van kredietposten. En zoo werd in den Zaandamschen Raad, waarin ook de welsprekende heer Duys zetelt, alleen bij de artikelen der be grooting wat georeerd. Nu zijn we toch nieuwsgierig of bij de a.s. behandeling der Staats begrooting de socialisten het Zaandamsche voorbeeld zullen volgen, dan wel zullen denken: we zijn nu eenmaal op 't Binnenhof om te pra ten en dus... Opgelet. De Duitschers in Frankrijk en België. Niet veel nieuws, zooals men uit de hier ^volgende telegrammen kan bemerken. Het groote Duitsche hoofdkwartier heeft gistermiddag het volgende medegedeeld: De overstrooming ten Zuiden van Nieuw- poort maakt alle militaire operaties in dat gebied onmogelijk. De landerijen zijn voor langen tijd waardeloos gemaakt. Op som mige plaatsen staat het water meer dan een manshoogte. De Duitsche troepen heb ben zich uit het overstroomde gebied terug getrokken zonder één man of paard te ver liezen, en zonder kanonnen of voertuigen prijs te geven. Onze aanvallen op Yperen vorderen. Wij hebben over de 2300 man voor het meerendeel Engelschen krijgsgevangen gemaakt en verscheiden machinegeweren veroverd. In het gebied Westelijk van Roye zijn verwoede gevechten geleverd, waarbij aail beide kanten vele verliezen geleden zijn, maar waardoor geen wijziging is gebracht in den toestand te dier plaatse. In een dorpsgevecht hebben wij een paar hon derd man (aan vermisten) en twee ka nonnen verloren. Onze aanvallen aan de Aisne, Oostelijk van Soissons, hebben succes gehad. Trots den hevigen tegenstand des vijands heb ben onze stormaanvallen verscheidene, sterk verschanste stellingen genomen en Chavonnei en Soupir bezet. Hierbij zijn meer dan 1000 Franschen gevangen geno men; verder zijn drie kanonnen en vier machinegeweren buit gemaakt. Naast de kathedraal van Soissons brachten de Franschen een batterij zwaar geschut in stelling. De uitkijk van die bat terij bevond zich in den toren van de kathedraal. Welke de gevolgen moeten zijn van een dergelijke handelwijze blijkbaar wordt hier een vaste gedragslijn gevolgd ligt voor de hand. Tusschen Verdun en Toul zijn verschei den aanvallen van de Franschen afgesla gen. Een deel van de Fransche troepen droeg bij deze gelegenheid Duitsche man tels en helmen. In de Vogezen is in de buurt van Mar- kirch (Ste Marie aux Mines) een aanval der Fransche troepen afgeslagen. De Duitsche troepen voerden hier een tegen aanval uit. Officieele Fransche kennisgeving vari gistermiddag drie uur: Op onzen linkervleugel schijnt de vijand den linkerover van de Yser beneden Dix- muiden geheel te hebben ontruimd. Troepen van de bondgenooten, die op de wegen in het overstroomde gebied op verkenning waren uitgetrokken, hebben zonder groote bezwaren de overgangen over de Yser weer bezet. Wij hebben aanmerkelijke vorderingen gemaakt ten Zuiden van Dixmuiden en aan den kant van Glieluvelt (ten Westen van Yperen) in de streek ten Noorden van de Lys. Ondanks heftige aanvalen van aan zienlijke vijandelijke strijdkrachten is ons front overal gehandhaafd of hersteld. Nieuwe aanvallen van de Duitschers op de voorsteden van Atrecht, Lihons en Ques- noy in Santerre zijn mislukt. In ons centrum zijn enkele voordeelen be haald in de streek van de Aisne en ten Oos ten van het Aigle-bosch. Onze troepen, die zich op de hellingen van de hoogvlakte ten Noorden van de dor pen Chavonne en Soupir bevonden, heb ben in het meer Oostelijk gelegen dal moe ten terugtrekken. Wij hebben onze stellin gen aan de rivier boven Bourg en Comin gehandhaafd. Nieuwe aanvallen der Duitschers in het Argonnerwoud zijn verijdeld. Ten Noordwesten van Pont a Mousson zijn wij blijven vooruitgaan. Op onzen rechtervleugel zijn langs de Seille enkele voor onze legers gunstige plaatselijke operaties verricht. De strijd in Vlaanderen. De correspondent van de Daily Chron." geeft een van Vrijdagavond gedateerd ver slag omtrent den strijd in Vlaanderen. Zes tien dagen, schrijft hij, heeft de slag van Vlaanderen thans geduurd, en, al is het einde nog niet gekomen, over het resultaat kan er geen twijfel meer zijn. De Duitsche tocht naar de drie Fransche kuststeden Duinkerken, Calais, Boulogne is niet alleen mislukt, maar de vijand is zoo duchtig gestraft, dat dit een ontzag lijken invloed moet. hebben op het moreel van het geheele Duitsche leger en het ge- heele Duitsche veldtochtsplan. De Duitschers streden met den moed van de wanhoop, telkens weer beproefden zij met groote vermetelheid den aanval om slechts steeds weer te worden teruggesla gen. Donderdagavond kwam er eenige ver andering in den strijd en de vijand verliet enkele linies van loopgraven. Dat betee- kende echter niet den terugtocht want reeds Vrijdagmorgen voor het aanbreken van den dag begonnen de kanonnen weder te bulderen en werd het artillerie-duel her vat. Toen het even licht begon te worden beproefde de vijand in sterke macht een nieuwen aanval. Blijkbaar had hij aanzien lijke versterkingen gekregen. En ook dien dag werd even verwoed gestreden als de vijftien voorafgaande dagen. De slag van Vlaanderen, zegt de corres pondent, zal in de geschiedenis blijven le ven als de meest bloedige in de drie maan den van den oorlog en vooral als de worste ling om den weg naarCalais is geëindigd en dat einde zal niet lang meer zich laten wachten zal de slag de vreeselijke roem verkrijgen de bloedigste veldslag in de we reldgeschiedenis te zijn. De slachting aan Marne en Aisne beteekent niets vergeleken met die in dat deel van Vlaanderen. De vel den en duinen zijn overdekt met stapels lijken en de loopgraven zijn gevuld met slachtoffers van den strijd. De Yser was rood van bloed en op sommige plaatsen kon den de kanalen met lijken worden over brugd. Het ondergeloopen land tusschen Nieuw- poort en Dixmuyden is een hel, die woorden niet kunnen beschrijven. ,,Het was een gru welijk gezicht", vertelde een officier den correspondent, ,,de Duitschers gevangen te zien in hun loopgraven toen het water be gon binnen te stroomen. Juist toen werd het vuur van den vloot en van de batterijen der bondgenooten heviger. Aan den rand van het geïnundeerde terrein waclite de in fanterie met kogel en bajonet. In een over strooming van vuur en water, in een tor nado van verschrikking die niemand welke er getuige van was ooit zal kunnen verge ten, werd loopgraaf na loopgraaf geno men en een sterke wig werd in-de Duit sche posities gedreven." De gruwelijkste gevechten waren de nachtelijke charges waarbij telkens weer de Duitschers werden teruggedreven. Hun verliezen zijn dan ook reusachtig en de correspondent schat deze op een totaal van wel 125,000 dooden en gewonden. Maar niettemin duurt de strijd voort en naar de correspondent van Zondagmorgen seint, schijnen wederom nieuwe verster kingen voor de Duitschers aan te komen en worden tusschen het tegenwoordige front en Brussel krachtige defensieve stellingen in gereedheid gebracht. De Russen. Thans is het geen stormloop over de ge heele Russische linie, maar toch over een deel daarvan. In het verre Noorden, bij Suwalki, waar de wederzijdsche legers als muren tegen over elkander staan, schijnt de fortuin zich ten gunste van de Russen te hebben ge keerd. De poging der Duitschers om Dij Bakalarjewo (ten W. van Suwalki) het Russische front te doorbreken, zijn mis lukt. De koude (het vriest en sneeuwt daar reeds) schijnt met het vuur der Russen mede te werken om de Duitschers in den dood te voeren. De volgende schets van den toestand vin den we in het ,,Vad": Tusschen de Weichsel en de Piliza drin gen de Russen Von Hindenburg met kracht achteruit. Hun front staat nu ongeveer van Wloslaw aan de Weichsel tot nabij den bovenloop van de Piliza, bij Petrowok, te genover hem. Tot de bezette plaatsen be hoort ook de groote industrieplaats Lodz. Tusschen de Piliza en het begin van de San zijn de Russen er in geslaagd, op een punt, dichter bij de Galische grens, de Weichsel over te trekken, ten gevolge waar van nu op Russisch grondgebied vrijwel die geheele rivier in hun macht is. Zij heb ben daarvan dadelijk gebruik gemaakt om met meer kracht het gemengd Oosten- rijksch-Duitsche leger, dat tusschen de Piliza en de San staat, aan te vallen en dit trekt zich, op verschillende punten verslagen, over het gebergte Liza Gora te rug. Langs de San zelf geeft de toestand nog altijd reden tot het plaatsen van heel veel vraagteekens. Het is zeker, dat het Russi sche leger hier op krachtigen tegenstand van 'het Oostenrijksch-IIongaarsche leger stuit. Het met talrijke riviertjes doorsne den, sterk bergachtige terrein, de sneeuw en de regens, die de tallooze beekjes doen zwellen en ver buiten hun oevers treden, zoodat natuurlijke inundaties worden ge vormd, dit alles is een machtige bond genoot van het Oostenrijksche leger. De vesting Przmysl krijgt wat meer ruim te, doordat de Oostenrijkers ten O. daarvan zijn voortgfedrongen. Ook bij Sambor en Turka en in het dal van de Stryi schijnen den Russen gevoelige klappen te worden toegebracht. Ook verder Oostwaarts is eenige verbe tering in de positie der Oostenrijkers te constateeren, ofschoon het feit, dat zij Czernowitza, een Oostenrijksche stad, de hoofdstad van de Bukowina, hebben bezet, natuurlijk van weinig beteekenis is. Het hoogverraadproces te Sarajewo. Dagen lang heeft bovengenoemd proces geduurd, dat zijn oorsprong vindt in den moord op aartshertog Frans Ferdinand de aanleiding van dezen wreeden oorlog. De Boedapester correspondent van de ,,N. R. Ct." schreef er het volgende over: Nadat alle verdedigers hadden gespro ken, die na de min of meer volledige be kentenis aller beschuldigden slechts oen beroep op de clementie van de rechtbank konden doen alleen mr. Zistler, die voor Cubrilovits optrad, bestreed den cisch van den officier van justitie, omdat ei gens hem een poging om Bosnië en Iler- zegowina met geweld uit het verband der Donaumonarchie te rukken, nog geen hoogverraad is verzocht de beschuldigde Gabrinovits, een der vijf, die met een botn in de hand waren opgesteld om den troon opvolger te dooden, een verklaring te mo gen afleggen. Met bewogen stem, en Klaar blijkelijk aan wroeging en groote gemoeds beweging ten prooi, verzekerde hij do rechtbank dat hij en zijn vrienden, die met hem daar zaten, nimmer het plan zouden hebben gesmeed aartshertog Frans Ferdi nand te vermoorden. De personen, waarmede zij te Belgrado omgingen, hadden hen tot deze daad ver leid en hun ingeblazen, dat de troonop volger uit den weg moest worden geruimd, omdat hij een vereeniging aller Serviërs verhinderde. Snikkend verzekert hij, dat hij er diep berouw over heeft, en dat hij zich nimmer aan deze misdaad zou heb ben schuldig gemaakt, wanneer hij gewe ten had dat de aartshertog kinderen had. Allen, den Keizer, maar in 't bizonder dien kinderen, smeekt hij om vergiffenis. De meeste beschuldigden waren ontroerd en weenden eveneens; de koopman Jova- novits was evenals Gabrinovits gebroken; met uitzondering van Rrincip, schenen al len berouw te hebben van hun misdaad. Het was de eerste lichtstraal in dit ont- tende treurspel. Vanmorgen aldus schrijft genoemde correspondent dato 28 October heeft Ie FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 12) -Hoe komt zij er bij, om zoo'n klein kind op dit uur uit te sturen.'En dan nog wel om kastanjes. Och, 't is haar dochtertje niet, ant woordde een buurvrouw, die de geschiede nis van Marcelle kende. Haar dochter zal zij niet uitzenden, maar een kind, dat men uit liefdadigheid opvoedt, gij be grijpt... Hoe komt zij zoo onvoorzichtig, om onder een omnibus te vallen, zeide tege lijkertijd Louise Tarrot, terwijl zij de be slijkte kleeren van het kleine meisje, voor wie haar moeder een compres gereed maakte, in een hoek schopte. Marcelle had aan een der beenen een blauwe plek ter grootte van een hand en gedurende acht dagen ging zij min of meer mank; daarna was het been gene zen. Maar in haar kleine hartje was Mar celle een wonde toegebracht, welke niet genezen zou. HOOFDSTUK XI. Een nieuwe weldoenster. Juffrouw! zeide Marcelle op zekeren dag, terwijl zij haar breiwerk op haar knieën liet rusten. Vrouw Tarrot sloeg de oogen op en zag met verwondering rond. Zij waren alleen in den winkel. Spreekt gij tot mij? vroeg zij. Waarom noemt gij mij juffvrouw vandaag. Moeder is dood niet waar? hernam Marcelle zonder rechtstreeks antwoord te geven. Haar lippen trilden en zij was bleek als een witte roos. De drogiste schoof zenuwachtig op haar kussen heen en weer. Zij had een derge lijke vraag niet voorzien. Zij is gestorven toen ik nog heel klein was, niet waar, toen u mij in huis geno men hebt? Vrouw Tarrot knikte bevestigend. Waar om zou zij het vertellen? Zij zou haar im mers toch eens de waarheid moeten zeg gen? En vader? Waar is die gebleven? vroeg het meisje, den loop harer gedachten volgend. De drogiste schudde het hoofd ten tee- ken, dat zij het niet wist. Marcelle zag haar aan; haar bleeke lip pen trilden een weinig meer en zij zeide eindelijk met zachte stem: Gij zijt altijd zeer goed voor mij ge weest, juffrouw, ik dank u er wel voor. De pleegmoeder stond plotseling op, nam de kleine bij den arm en nam ze op haar schoot. Waarom noemt ge mij juffrouw? Wat beteekent dat? Heeft iemand je kwaad van mij verteld? Houdt ge niet meer van me Zij schudde het kind ruw heen en weer, gevoelende, dat er iets ernstigs moest ge beurd zijn, om het vertrouwvol hart yan Marcelle zoo te veranderen. De kleine gaf op haar beurt een ontken nend hoofdschudden. Men heeft mij niets gezegd, sprak zij. Ik houd wel van u. Ik bedank u, omdat u mijn moeder niet is. Mijn moeder is dood. Wie heeft u dat gezegd, riep *rouw Tarrot vertoornd uit, bij zich zeiven vrouw Galin verwenschend, die zij als de oorzaak dezer verandering beschouwde. Niemand. Toen ik zag, hoeveel u van Louise hield, bemerkte ik wel, dat ik uw dochter niet was. En toen herinnerde ik mij mijn ware moeder, die dood is. Ik was nog zeer jong, niet waar? Ja, antwoordde vrouw Tarrot ver stoord. Zij was ontevreden over alles en in den grond van haar hart gevoelde zij, vooral ontevreden te moeten zijn over zich zelf, Waarom noemt ge mij juffrouw, hernam zij met hevivgheid, zich gekrenkt gevoelend over die betiteling. Omdat ge mijn moeder niet zijt, ant woordde het kind weder. Gij zijt de moeder van Louise. Vrouw Tarrot liet Marcelle los, uïe op den grond gleed. Ondankbare! zeide zij, met de oogen vol tranen, 't Zijn altijd degenen, die ons 't meest onverdiende verdriet hebben aan gedaan, die ons van ondankbaarheid be schuldigen. Marcelle boog het hoofd, zooals zij al tijd deed, wanneer haar een onverdiend verwijt trof. Zij gevoelde echter, dat vrouw Tarrot ontevreden was en naderde haar, om haar te liefkoozen. Ik houd veel van u, zeide zij schuch ter. Gij zijt zeer goed. Zeer goed! riep de verontwaardigde vrouw, eindelijk losbarstend uit. Ik ben een moeder voor haar geweest! Ik heb haar opgenomen van de straat, zonder dat zij een stuiver bezat; ik heb haar gevoed, gekleed, verzorgd, vertroeteld als mijn dochter en om mij te bedanken noemt zij mij. na vier jaar dat alles genoten te hebben, juffrouw. Ondankbaar kind, ga uit mijn oogen. Dit was meer dan Marcelle verdragen kon. Zij smolt in tranen weg en snikte zonder ophouden. Zij maakte zich los van de armen, die haar terugstieten, leunde met het hoofd op een der laden, en ween de, z*oals men doet,, wanneer men alles verloren heeft. Klein monster van ondankbaarheid! Dat noemt mij juffrouw, vervolgde juf frouw Tarrot ten zeerste bewogen. Voor haar heb ik mij in schulden gestoken! Aan haar gansche lichaam heeft zij geen draad, lie niet van mij is! Wat zoudt ge wezen, als ik je niet had opgenomen, m- deugende meid. Gij zoudt in de straten zwerven of in de gevangenis zitten. En dan zegt ze mij, dat ik haar moeder niet ben. Wat is er? vroeg de waschvrouw, de deur van den winkel openend. ïs zij som9 ondeugend geweest, de kleine. Zij noemt mij juffrouw, riep juffrouw Tarrot uit. haar vertoornd gelaat naar den nieuwgekornene keerend. En zij zegt mij, dat ik haar moeder niet ben. Wel, antwoordde de waschvrouw rus- lig, dat is geen reden om kwaad te wor den; het is immers de waarheid. Gij hebt het haar zeker gezegd! sprak de drogiste, haar toorn dadelijk overbren gend op een persoon, beter in staat haar te trotseeren, dan een kind zonder verde diging. Ik7 Maar ik verzeker je. dat het niet waar is, antwccidde de oprechte vrouw. Het is echter geen wonder, iat zij het bemerkt beeft. Het gemerkt heeft? vroeg vrouw Tar rot ontsteld. Zeker, zij is snugger genoeg om het onderscheid te bemerken dat gij tusschen haar en Louise maakt. Als het anders niets is. Ik geloof het graag, dat ik onderscheid maak 't Is bijna natuurlijk en ik zeg er dan cok niets van. F.n dat zij het onderscheid gemerkt heeft is ook niets minder dan natuurlijk. Daar kunt gij haar niet hard om vallen. Vrouw Tarrot bewaarde hierop het stil zwijgen. Marcelle weende nog steeds, geleund op de lade. haar lichaampje sch' Kkenrt door de hevige snikken. De waschvrouw na derde haar en legde de band op haar schouder. Weent niet, zeide zij, gij doet mij daarmede verdriet. Ziedaar het loon voor je goeddoen, riep de drogiste uit, op baar beurt in tra nen losbarstend. Wees maar weldadig, be roof je van alles steek je in schulden, dan worden die verplichting aan je heb ben ondankbaar en vreemden bemoeien zich met je zaken (Wordt vervolgd.) BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Va cen^, niet Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent WOENSDAG NOVEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, olke regel meor 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote lettere naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedore regel meer 10 eest. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (goen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cont, iedere regel meer 5 cent. No. 1541. 6e JAARGANG.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1