26
BUITENLAND.
De Oorlog,
BINNENLAND.
In 's levens maalstroom.
ge JAARGANG.
No. '53S.
3)e
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
igenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
MAANDAG
OCTOBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Het Vredespaleis.
Het lijkt zonderling om nu, terwijl de
oorlogsfakkel aan alle zijden roostert en
blakert, over het Vredespaleis te gaan
schrijven.
Het wil 'ons echter voorkomen, dat deze
-tirhting juist nu recht van bestaan gaat
krijgen.
ziehier waarom:
Het huidige geslacht in dit deel der we
reld kende de gruwelen van den oorlog
niet. Veteranen spraken wel van "70,
maar och, dat waren oude menschen,
nietwaar, wier woorden bij de jeugd weinig
ingang plegen te vinden.
Uit andere streken kwamen noch wel be
richten van oorlogsgruwelen, maar ziet,
daar woonden ook zulke onbeschaafde vol
ken, zonder Roode Kruis en zonder oorlogs
voorschriften.
Bovendien: een moderne oorlog zou im
mers met al die nieuwerwetsche wapenen
niet lang kunnen duren, zoodat
Zoodat de oorlogsbrand is uitgebroken.
Ook het huidige geslacht kent er nu de
schrijnende pijnen van, terwijl de beschaaf
de wijze van oorlogvoeren weinig van de
onbeschaafde blijkt te verschillen en de
te duur van den krijg ook maar een
illusie was.
Is het wonder dat nu de gedachte rijpt:
laten we toch volgende oorlogen trachten
te voorkomen.
En dan staat het Vredespaleis gereed* om
allen te ontvangen, die daartoe willen me
dewerken.
Moge de glimlach van meewarigheid,
aarmede men thans Carnegies stichting
beschouwt, mettertijd plaats maken voor
den vroolijken lach om den vrede, welke er
metterdaad door worde bevorderd.
De Duiischers in Frankrijk
en België.
Op het Noordelijke front, van 'A'trécht
lot de zee, worden de aanvallen der Duit-
schers nu al een week lang voortgezet,
zonder nochtans tot een succes van bc-
teekenis te hebben geleid. Wel is waar
zijn zij voor een gedeelte, ten Noorden
van Dixmuiden over het Yzerkanaal geko
men, maar daartegenover staat dat ten
Oosten van Nieuwpoort en ten Westen
van Rijssel de Franschen zijn opgedron
gen. Het Parijsche communiqué zegt, dat
'dit onvermijdelijke schommelingen zijn in
do slagorde, die zich als geheel hand-
liaaft. Zoo is het ook op de rest van het
front. De Franschen blijven aanvallen ten
Oosten van St. Mihiel, om de Duitschers,
welke die plaats nog steeds' bezet schij
nen te houden tot wijken te brengen. Ook
die pogingen hebben tot dusver niet tot
definitief succes gevoerd. Op het hcele
front derhalve, in het algemeen genomen,
dezelfde toestand.
Geen van beide partijen sterk genoeg
m de andere beslissend te verslaan, beide
.partijen sterk genoeg om de aanvallen
van de andere af te slaan. Zoo kan het
nog geruimen tijd voortduren. Want het
is voor beide partijen niet alleen zaak om
versterkingen aan te voeren, maar zulks
in veel sneller tempo daife de tegenpartij
te doen. In het bizonder waar men, nu
aan beide zijden het front is gesloten, met
frontaanvallen te doen heeft.
De Engelsche Admiraliteit publiceerde
Zaterdag het volgende: Gisteren den ge-
heelen dag bombardeez-den monitors en
andez*e Britsche schepen met goed gevolg
in samenwerking met het Belgische leger
den Duitschen rechtervleugel. Alle Duit-
sche aanvallen op Nieuwpoort werden te
ruggeworpen. Den Duitschers werd veel
schade toegebracht door het vuur van de
schepen, dat de Duitsche linie geheel be
streek, en gevangenen getuigen dat den
Duitschers zware verliezen werden toege
bracht.
In den middag werd ook het vuur ge
opend op de Belgische kust nabij Oostende.
Admiraal Hood heeft thans een zeer
goede flottille, zeer geschikt voor dit
werk, maar niet van .groote beteekenis
ter zee.
Den geheelen dag werden de Engelsche
schepen voortdurend aangevallen door de
Duitsche onderzeesche booten en torpedo's
werden zonder succes gericht op twee van
de Britsche schepen. Andere Britsche
schepen vielen weer de onderzeesche boo
ten aan.
Vliegers hielpen het vuur te richten.
Gisteren had de flottille geen verliezen te
boeken.
De noodlijdenden in België.
In Engelsche bladen lezen we dat in de
laatste dagen besprekingen zijn gevoerd
tiissclien de Amerikaansche en Spaansche
diplomatieke vertegenwoordigers te Lon
den, Brussel, Berlijn en Washington aan
de cene zijde en de Britsche en Duitsche
autoriteiten aan de andere zijde betreffen
de de ondersteuning van de noodlijdenden
in België. Ook de heeren Francqui en ba
ron Lambert, vertegenwoordigers van het
Comité National de Secours et d'Alimen-
tatioiz Beige, zijn te Londen geweest om
deze zaak te bespreken. Het Belgische co
mité heeft een centrale organisatie te Brus
sel, met afdeelingen in verschillende Bel
gische steden. Het bericht dat reeds
300,000 menschen door de onde^steunings-
comité's te Brussel woi'den gevoed en
200,000 in andere deelen van het land.
In normale tijden moet België het groot
ste deel van de benoodigde levensmiddelen
invoeren, die invoer is tijdens den oorlog
opgehouden en de oogst is op vele plaat
sen vernield, terwijl de opgeslagen voor-
i*aden door de Duitschers in beslag zijn
genomen.
Door de bemiddeling van de Amerikaan
sche en Spaansche ambassadeurs te Lon
den werd van Duitschland de verzekering
verkregen dat levensmiddelen in België
ingevoerd, onder hun contróle, tezz behoe
ve van de burgerlijke bevolking, niet zou
worden geconfisceerd. De Britsche regce-
ï-ing stemde toe dat invoeren van levens
middelen in Nederlandscfre havens voor
België niet zullen w.orden bemoeilijkt en
de Belgische gezant te Londen ki*eeg ver
gunning uit Groot-Britannië levensmidde
len uit te voeren aan het adres der Ame-
rikaansche en Spaansche gezanten te
Brussel ter verdeeling onder de verschil
lende steuncomité's.
De Spaansche en Amerikaansche ambas
sadeurs hebben om de neutraliteit der ge
nomen maatregelen te doen uitkomen cn
te waarborgen voorname leden van hun
kolonies tot commissies bijeengeroepen.
Zoo is te Londen opgericht ,,the Ameri
can commission for relief in Belgium",
waarin eenige Amerikanen van Londen en
Brussel zitting hebben met de Amerikaan
sche consuls en verschillende Amerikaan
sche en Spaansche mannen van zaken in
Engeland, Nederland en België. De com
missie zal kantoren openen te Rotterdam,
Antwerpen, Brussel, Gent,- Luik en andere
plaatsen, onder Amerikaansch beheer.
Er worden maatregelen genomen om
voldoende voorraden van Amerika naar
Rotterdam te brengen. De commissie schat
dat maandelijks ten minste voor 2,5 mil-
lioen. gulden aan levensmiddelen zullen
moeten worden verdeeld.
De Russen.
Is niet zeer gewaagd te voorspellen,
dat de reuzenslag op het oostelijk oorlogo-
tooneel door de Duitschers en Oostenrij
kers over zijn geheele lengte zal worden
verloren.
Men ga slechts na de volgende feiten.
In de eerste helft van September hebben
wij den opmarsch der Russen tegen het
Oostenrijksche leger gevolgd en den groo-
ten slag, waarin ten O. van de Weichsel
het Oostenrijk-Hongaarsche leger totaal
werd verslagen, met het gevolg, dat de
Oostelijke lielft van het Kroonland Gali-
cië in handen der Russen viel, de Russi
sche provincie Polen in haar ten Oosten
van de Weichsel gelegen helft door de
Oostenrijkers erd ontruimd en de hoofd
stad van West-Galicië, de oude stad Rom
berg, door de Russen genomen werd.
Thans, anderhalve maa< d later, wordt
er weer gevochten in* dei omstreken van
Lemberg, en weer hebben de naar het
Westen oprukkende Russische legers slag
te leveren over een front, dat zich van het
Z.O. van Galicië tot in het hartje van Po
len uitstrekt.
Hier volgen eenige telegrammen van
gisteren.
Uit Petersburg (Officieel): Dë Russen
hebben aan de Duitsche achterhoede ver
scheidene nederlagen toegebracht. De Rus
sische troepen namen Lowicz, Skierniewice
en Rava, na hevige aanvallen met de ba
jonet. De Oostenrijkers en de Duitschers
trekken terug op Radom onder het bieden
van hardnekkigen tegenstand. De poging
der Oostenrijkers om den Russischen lin
kervleugel ten Zuiden van Przemysl om
te trekken mislukte. De Oostenrijkers le
den zware verliezen.
Uit Berlijn: In het Oosten zijn onze troe
pen het offensief tegen Augustow begon
nen. In de streek van Iwangorod strijden
onze troepen schouder aan schouder met
de Oostenrijksch-Hongaarsche. Zij maak
ten 1800 krijgsgevangenen.
Uit het groote Duitsche hoofdkwartier
wordt gemeld: In het Oosten zijn or.zc
troepen in de streek van Augustow met
den aanval begonnen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Een vorstelijk aanbod. Z.E. kardinaal
Skrbensky, prins-aax*tsbisschop van Praag,
heeft aan het gemeentebestuur dier stad me
degedeeld, dat hij voor den duur van 6
maanden de kosten op zich wenscht te ne
men voor het dagelijksch onderhoud van
100 behoeftige personen, ten einde aldus
het zijne bij te dragen tot bestrijding van
de gevolgen der werkloosheid. Het gemeen
tebestuur heeft dit aanbod dankbaar aan
vaard.
De paters Jesuïten in België. liet col
lege' St. Michel der EE. PP. Jesuïten zal
dezer dagen weer met vrij goed bezette
klassen geopend worden. Ook de Paters
hebben sinds de bezetting wel eens in
grooten angst gezeten en hielden burger-
kleeding gereed om te vluchten.
Ofschoon sommigen uit Antwerpen enz.
thans nog in Nederland vertoeven, hopen
de Paters Jesuïten 1 November a.s. al hun
onderwijsinrichtingen in België zooveel
mogelijk te heropenen ook om mee te wer
ken tot hervatting van het geregeld burger
lijk leven en het kalmeeren der bevolking.
Van de 660 Fransche Paters Jesuiëten,
die aan het front staan, weet men op het
oogenblik pas omtrent twee met stelligheid
dat zij gesneuveld zijn. Een hunner, een
sergeant viel onder den Duitschen kogelre
gen, een ander stierf aan zijn wonden op
weg naar Duitschland.
Een nieuwe oproep van Z. E. Kardinaal
Mercier. Het voornaamste herstellings
werk, dat in België op 't oogenblik te doen
is, bestaat in de hereeniging van het fami
lieleven en derhalve in het opbouwen der
gebombardeerde woningen.
De comité's, door Z. Em. Kardinaal Mer
cier opgericht in elke gemeente, nemen dit
werk krachtig ter hand.
De Kardinaal heeft een beroep gedaan op
de liefdadigheid van de Vereenigde Staten
om door middel der dagbladen daar giften
in te zamelen. Een liefdadige dame uit
's-Hage bracht dezen oproep telegrafisch
ter kennisse van den Kardinaal-Aartsbis
schop van New-York.
Een Duitsche duikboot in den grond ge
boord. De torpedojager Badger heeft uit
de Nederlandsche kust een Duitsche duik
boot geramd en in den grond geboord.
De boeg van de Badger is eenigszins be
schadigd.
Vliegers boven Warschau. Uit War
schau wordt d.d. 24 October gemeld: Bom
men, uit vliegtuigen op de stad geworpen,
hebben op een dag 44 menschen gedood, van
welke slechts 9 soldaten waren. Op een an
deren dag hebben de bommen 62 personen
gedood, allen burgers. Verscheiden van de
zen waren kinderen, die uit nieuwsgierig
heid de straat opgeloopen waren.
Inlijving van Epirus door Griekenland?
Berichten over een verdekte inlijving
van Epirus door Griekenland, trekken, zoo
wordt uit Constantinopel geseind, hier le
vendig de aandacht.
De „Jeune Turc" schrijft: De inlijving
zou niet zonder protest kunnen geschieden
Een ingrijpen van Turkije zou in ieder op
zicht gerechtvaardigd zijn, daar de eilan
den in de Aegeische Zee aan Griekenland
werden gelaten onder voorwaarde, dat het
zijn aanspraken op Zuid-Albanië zou prijs
geven.
De houding van Turkije. Zooals de
Türksche bladen melden, is de Turksche
regeering voornemens het Fransche pro
tectoraat over de Christenen in het Oosten
niet meer te erkennen en hebben de beamb
ten reeds bevelen in dien zin gekregen.
De Turksche regeering zou de internatio
nale ambtenaren voor de volksgezondheid
te Konstantinopel hebben opgeheven en den
vertegenwoordigers van eenige groote mo
gendheden hebben aangeraden tot den
Turkschen gezondheidsdienst toe te tre
den.
De Universiteit van Leuven. Naar
wordt medegedeeld, heeft de senaat der
Leuvensche Universiteit geen enkel besluit
genomen, om de colleges naar Cambrige
over te brengen.
De Drievoudige Entente. Uit Sofia
aan de Reichspost: Het laatste nummer
van de Peterburgsche Nowoje Zwone meldt,
dat op verlangen van Engeland een nieuwe
vlootovereenkomst n.l. tusschen Engeland,
Frankrijk en Rusland is gesloten. Daarbij
is bepaald dat het opperbevel over xie Rus
sische Oostzee- en Zwarte Zeevloot aan
Engelschen wordt opgedragen. Engeland
verbindt zich tegelijkertijd die vloten door
Engelsche eskaders te versterken.
Kolonel Grey. Uit Rome wordt aan
de „Times" geseind: Volgens een telegram
uit Berlijn, is kolonel Grey, die te Frank
fort gevangen werd genomen na een val
rnet zijn luchtschip, als krijgsgevangene
naar Darmstadt gebracht.
Sir Charles Douglas. Te Londen is
gisterochtend overleden generaal Sir Char
les Douglas, chef van den generalen staf
van het Rijk en eerste militair lid van den
Legerraad.
Nederland en de Oorlog.
Terugkeer Belgische vluch
telingen.
Naar wij vernemen, zijn de heeren Van
der Molen en Gerritson, leden van de
Tweede Kamer, dezer dagen in Antwerpen,
Mechelen, Leuven en Brussel geweest om
zich persoonlijk op de hoogte te stellen
van den toestand in die steden en in de om
liggende dorpen en zoo mogelijk een ant
woord te krijgen op de vraag, of het voor
de Belgische vluchtelingen nu reeds gera
den is naar hun land terug te keeren. Zo
hebben zich daartoe in verbinding gesteld
zoowel met militaire als met liurgerlijke
autoriteiten en in alle plaatsen gesproken
met terugkeerende vluchtelingen en onver
anderlijk was het advies van allen: terug-
keeren.
Terugkeeren is zoowel in het belang van
de vluchtelingen zelf, als in dat van het
land. Bijzonder op de gegoeden rust, vol
gens Belgische voormannen, in dezen een
dure plicht. In Antwerpen werd dit letter
lijk op deze wijze uitgedrukt „zij hebbon
niet langer het recht het hernemen van het
leven hunner stad te laten afhangen van
hen, die haar in den nood niet verlieten",
en als waarschuwing werd daaraan toe-
gevoegd, dat eigenaars van winkels en za-
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze Yertaliug is
voorbehouden).
Om vijf uur. Maar ge denkt toch niet
daar te blijven staan?
Montfort ging langzaam dén weg naar
de kaden op.
Zij hebben zeker den trein gemist,
dacht hij. Maar dan had ze mij toch wel
fen telegram kunnen zenden.
Plotseling herinnerde hij zich, dat hij
zijn vrouw zijn adres niet gegeven had en
hij haalde wrevelig zijn schouders op over
zijn eigen onvoorzichtigheid en vergeet
achtigheid.
Ik zal den trein van vijf uur moeten
afwachten; zij zullen den vorigen wel ge
wist hebben. Die vrouwen toch!
't Sloeg drie uur. Hij keerde terug naar
den zaakgelastigde, dien hij des ochtends
gesproken had.
Hebt gij er wel over nagedacht, vroeg
deze hem.
Ja, mijnheer, de zaak staat mij wel
aan, antwoordde Montfort.
—Gij moet morgenochtend vertrekken
dat is ie zeggen, dezen nacht.
Ik ben besloten, mijnheer.
Bedenk wel, dat de voorwaarden goed
z'jn. Zes duizend francs vast en een aan
deel in de onderneming.
Ik weet het.
Welnu dan? Gij ziet er niet zoo ist-
fcraden uit als dezen morgen. Ge waart
toen een en al ijver en voortvarendheid.
Dat komt omdat ik vergeefs naar den
trein ben geweest. Mijn- vrouw zou zich
bij mij gevoegd hebben, maar zij -schijnt
te laat te zijn gekomen.
Partheu, dat komt alle dagen voor.
Een mooi geval! Ik raad u aan, uw but
aan boord maar vast te bespreken.
Dat is al geschied.
Zorg dan maar dat gij niet te laat
komt, gij zoudt uw passagegeld kwijt zijn
en wat erger is, een ander zou de plaats
innemen, die ik u beloofd heb, want dat
kan geen uitstel lijden. Ik zal uw aan
komst telegrafeeren; gij kunt er niet «neer
op terug komen.
't ls goed, mijnheer.
Ziehier het overeengekomen voorschot,
hernam de zaakwaarnemer een bankbiljet
uit zijn bureau nemend. Volgens mijn ge
woonte, zal ik bij het vertrek tegenwoordig
zijn. Tot dan kunt gij trachten uw vrouw
terug te vinden.
De lach, welke deze woorden vergezelde,
weerklonk pijnlijk in Montfort's hart. Hij
teekende de overeenkomst en een ontvang
bewijs en ging heen, knorriger dan ooit.
't Was nauwelijks half vier; daar hij
niet zoo spoedig naar 't station durfde
terugkeeren, begon hij langzaam de ka
den langs te loopen van eén bassin, dat
droog lag voor het ondergaan van eenige
reparatiën. De onaangename lucht van
den modder drong hem in den neus, maar
hij sloeg er geen acht op. Deze verlaten
plaats, zoo verschillend van de andere
drukke kaden, kwam goed met zijn ge
moedsstemming overeen.
Vruchteloos trachtte hij er zich van te
evertuigen, dat Marie den trein moest ge
mist hebben. Deze zoo eenvoudige en voor
de hand liggende uitlegging voldeed hem.
len uit zijn verleden voor zijn geest op.
len zijn verleden voor zijn geest -op.
Hoe vaak had Marie hem niet gezegd:
„Ik ben dit bestaan moede." En zij kon
het inderdaad moede zijn, want de toe
komst had haar niet tegengelachen.
Was zij ook misschien teruggeschrikt
voor de groote reis, voor het verlaten v.sn
het vaderland zonder bepaald einddoel,
voor al de angsten van een dergelijk ver
trek?
Ik vertrek wel, zeide hij op bitteren
toon.
Ja, antwoordde hem de stem van zijn
verstand. Maar gij weet, waarheen gij
gaat; gij weet vanaf heden dat uw bestaan
verzekerd is, dat gij werk hebt, dat gij
door hen, die u in dienst hebben genomen,
behandelt zult worden als een eerlijk man.
En zij weet niets van dat alles, de arme
vrouw.... En als zij nu eens te zwak ge
worden was? Als haar op 't oogenblik van
vertrek de moed ontbroken had? Als hij,
Montfort, haar het leven nu eens zoo on
aangenaam had gemaakt, dat zij de een
zaamheid verkoos met haar kind.
Bij de gedachte aan het kind balde. Mont
fort de vuisten en beet hij zich op de lip
pen. Zij had niet het -recht hem het kind
te ontnemen. Marcelle behoorde zoo wel
aan hem als aan haar. 't Was hun kind.
Hij haastte zich nu naar het staion. liet
was er nu nog wel de tijd nietvoor, maar
hij gevoelde dat hij daar minder van de
wreede onzekerheid zou lijden.
Op do klok ziende, dat hij nog geruimen
tijd te wachten had, werd hij wat kalmer.
Zich niet willende bloot geven aan de
nieuwsgierige blikken der reizigers en be
ambten, zocht hij een rustig hoekje <-J>.
zette er zich neder en hernam den loop
zijner overwegingen.
Zou het zoo te verwonderen zijn, dat
Marie hem alleen had willen laten ver
trekken? Zij was bedreven in allen vrou
welijken arbeid en zou licht voor haar tn
haar kind den kost kunnen winnen. Maar
waarom had zij hem dat dan niet gezegd
Verwijtingen, zelfs bittere, onrechtvaardi
ge verwijtingen, zouden zij niet te verkie
zen zijn geweest boven die minachtende,
bijna vijandige stilzwijgendheid, welke zij
steeds tegenover hem in acht nam?
Een bijna uitgewischt visioen kwam hem
langzaam uit de nevelen van het verlcdene
voor den geest. Het beeld zijner vrouw
vertoonde zich voor hem, zooals zij eer
tijds was, gezeten bij de werktafel. Gedul
dig naaiend, sloeg op hem van tijd tot tijd
blikken vol kalme genegenheid; haar lip
pen openden zich, zij deed een vraag en
wachtte het antwoord, terwijl zij even op
hield met haar arbeid... Hij antwoordde op
korten toon, soms zelfs met een grofheid.
Haar hand viel terug op het linnen, haar
hoofd boog dieper en diepe stilte heerschie
in die kleine kamer, gesloten voor de win
terkoude, gesloten ook voor de geruchten
van buiten.
De stilzwijgende vrouw begon toen te
denken. Waaraan dacht zij gedurende die
lange, eentonige uren? Terwijl hij zich
bezighield met arbeid, die met zijn ontwik
keling overeenkwam en hem behaagde,
verheugd over een overwonnen moeilijk
heid en gedreven door de zucht om meer
te weten, wat kon dan die vrouw ver
strooien, die nog geen moeder was en de
vaderlijke tecderheid zoo weinig gekend
had?
Niet nu, op den hoek van een straat, in
een onbekende stad moest de echtgenoot
zich dat afvragen. Vóór de ongelukken,
vóór de dwalingen liad hij dat moeten
doen, toen het wederzijds vertrouwen n g
zoo natuurlijk was. Maar hij had er geen
behoefte aan gevoeld. Waarvoor ook? Was
hij er niet van overtuigd, dat zijn vrouw,
met hanr heldere oogen, geen gedachten
kon hebben, we:kc haar gemo.al niet mocht
kennen, of waarom hij zich moest bekom
meren.
Montfort zeide nu tot zich zelvcn, en I-ij
had gelijk, dat onder zijr. oogenscliiinlijko
ruwheid, zijn voorgewende, onverschillig
heid veel achting cn oprechte tcederkci»!
verborgen lag.
Ja, maar zij wist het niet. Zij zag slechts
het uiterlijke, de arme, bedroefde, ver
moeide vrouw! Zij had er behoefte aan, het
inwendige te kennen van den man, die
haar ongelukkig maakte en haar toch zoo
beminde.
Montfort slaakte een zucht van verlich
ting. Alles wel beschouwd, was nog niet3
verloren. Marie had geleden, maar hij zou
zich voortaan van zijn fouten zuiveren.-
Hij zou een goede echtgenoot wezen, nu
zijn oogen open waren gegaan. In den
grond der zaak was het slecht* een mis
verstand, dat wel terecht zou komen. In
het verre land zouden zij, met hun drieën
vast aaneengesloten, niet lijden onder hun
ballingschap; zij zouden elkaar weer be
minnen en beter leeren kennen, slechts
elkander hebbend voor vaderland en voor,
familie.
iWordt verveld).