DINSDAG
13
OCTOBER.
I9I4.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
DE VLIEGMACHINE.
e JAARGANG.
No. 1522
e £eicboKe0ou/taiit
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPR'JS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
'ILLUSTREERO ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
inten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De algemeene toestand.
Naar den uitslag van den grooten slag
Frankrijk is aller verwachting gespan-
n. De beslissing is nog altijd niet ge
ilen, maar de toestand begint zich toch
>1 duidelijker af te teekenen.
de officieele Fransche communiqués
irdt verklaard, dat op enkele deelen van
front kleine voordeelen zijn behaald
dat overigens de bondgenooten zich in
stellingen handhaafden. Dat is na-
urlijk juist, maar toch zou men uit en-
Ie zinsneden, zoowel uit de Fransche als
de Duitsche officieele mededeelingen
maken, dat de algemeene toestand op
westelijk oorlogsterrein langzamerhand
langrijk gewijzigd is. De Duitschers
ongen meer en meer op naar de kust
Noordzee Antwerpen is reeds in hun
zit en al zijn ze er hier niet in ge-
:agd het Belgische veldleger gevangen
nemen, zoodat van een Sedan hier ze
niet gesproken kan worden, hun op
togen in het zuidwesten van de Antwerp-
le stelling heeft dan toch geleid tot de
inijding van een belangrijk deel der^
Igisch-Britsche strijdkrachten, dat op
derlandsche gebied is ontwapend en ge-
erneerd. En intusschen zetten de Duit
iers hun pogingen om de Belgische
jrmacht zeewaarts te dringen door en
ig hun oprukken naar de Belgische
jrdzeekust in de richting Ostende met
le kracht worden verwacht. En in het
irden van Frankrijk en in zuidwest
ziet men eenzelfde beweging. De
alerie-operatiën bereiden hier 't ter-
n voor een Duitsche bezetting voor en
;ens 'n officieel Duitsch bericht heb-
deze operation der ruiterij westelijk
Rijssel al reeds" belangrijk succes be-
Zoo breidt zich het slagfront in
ord-Frankrijk steeds meer uit en terwijl
eerst scheen alsof die uitbreiding
>ral het gevolg was van de pogingen
bondgenooten tot een omtrekkende be
ging om den Duitschen rechtervleugel
te snijden of althans door een verbre-
ig der cornmunicatiën tot teruggaan te
ingen, krijgt het nu meer en meer den
lijn alsof hier in het noorden een doel-
vuste Duitsche beweging wordt onder-
nen ten einde de kust te bereiken en
Fransche legerfront zich dus te doen
rekken.
De Duitschers in België.
iisteren hebben de Duitschers Gent in
:it genomen. De troepen waren afge-
kken, zoodat zij op geen tegenstand
itten.
lan de hand van het ,,Vad." geven wij
r het volgende overzicht van den toe-
nd in België:
De gevechten bij Sel'zaete, aan de
iuwsche grens, waar (naar men zegt)
000 Belgische soldaten over onze gren-
vluchtten, ontwapend en geïnterneerd
rden. Tot deze gevechten behooren die
lke geleverd zijn te Wachtebeke (6 K.M.
W. van Selzaete), te Moerbeke in het
land van Waes, te Saffelaere (ten \V. van
Lokeren), te Desteldonk en te Exaerde, in
diezelfde buurt. Langs dezen weg zal
waarschijnlijk Brugge worden bezet. Een
bericht van gisteravond uit IJzendijke
meldt, dat de Duitschers reeds te Eecloo
(halfweg SelzaeteBrugge) waren.
2. De gevechten bij Quadrecht (men
denke s.v.p. niet aan een drukfout voor
Atrecht), Melle, Oordeghem en Schoon-
aarde. Quadrecht ligt op het ontmoetings
punt van de spoorlijn AntwerpenGent,
en BrusselGent. De andere plaatsen lig
gen aan of nabij de Schelde. Bij de hier
geleverde gevechten, ging hetdus om de
wegen naar Gent. Gisteren zijn de Duit
schers er in geslaagd diewegen te forcee-
ren, nadat zij Zondag waren teruggewor
pen.
3. Gevechten in de buurt van Ouden
aarden en Kortrijk, en wel bij Sotteghem
(halfweg tusschen die twee steden), bij
Ronse (Renaix), 12 K.M. van Oudenaar
den, aan den spoorweg van laatstgenoem
de stad naar Gent, bij Geeraerdsbergen
(Grammont) 5 K.M. ten Z. van Sotteghem,
Hemelverdegem en Maria Lierde aan den
spoorweg van Gent naar Charleroy. Deze
gevechten hadden blijkbaar ten doel de
wegen af te snijden, die de vluchtende
Belgen zouden kunnen gebruiken om van
Gent naar het Zuiden (Kortrijk, Yperen,
Charleroi) te komen.
4. Het gevecht bij Lissewege (2 K.M.
van Zeebrugge), dat van belang is, omdat
het ons bewijst, dat de Duitschers de kust
hebben bereikt en waarschijnlijk de reeks
badplaatsen (van het N. naar het Z.: Ileyst,
Blankenberghe en Ostende) weldra zullen
bezetten of reeds bezet hebben.
De toestand te Antwerpen.
De straten in Antwerpen, die het meest
geleden hebben, aldus wordt aan De l ijd'"
gemeld, zijn Plantaanlaan, Jordaanstraat,
Boulevard Leopold, Hertoginnestraat, Me-
chejsche Steenweg. De van Breestraat staat
voor een deel in brand, de Lange Leem-
straat tot aan den Mechelschen Steenweg
staat in volle vlam en is niet te blusschen,
daar er geen water is.
Er wordt gespoten met water uit de
Schelde. Dit water is zout en vernielt de
stoommachines. De Volkstraat, Kronenbur
gerstraat, Zuiderlei, Friêschestraat, Ver-
bondstraat, Kloosterstraat, jCbggijnen-
straat, Justitiestraat, Kampierstraat tot
aan de R.-K. kerk zijn gespaard gebleven.
Ook zijn afgebrand de bureaux van net
dagblad „la Metropole", Middenstraat, Bed-
destraat, drukkerij Bellemans op de Eieren-
markt. De Antwerpsche brandweer kan
geen water krijgen.
Duitsche ingenieurs zijn niet op de hoogte
van het blusschen. Duitsche officieren heb
ben aan de brandweer gewezen hoe ze dij
den vloed van de Schelde uit de riolen wa
ter kunnen oppompen met een stoompomp.
De Antwerpsche Metropole, wier bureaux,
gelijk hierboven vermeld wordt, zijn afge
brand, is 7 dezer voor het laatst versche
nen. Dit nummer bevat een verklaring aan
de lezers, waarin dezen voorbereid worden
op de mogelijkheid, dat het blad niet meer
zou kunnen verschijnen. „Als soldaten van
de pen, zoo wordt er in de verklaring ge
zegd, beschouwen wij het als «en heiligen
plicht ons blad te doen verschijnen tot op
de laatste minuut en wij zullen niet in ge
breke blijven. Het 'blad zegt verder o.m.
het bijkans overbodig te achten te ver
klaren, dat het er nooit in zal toestemmen
onder toezicht der Duitschers te verschijnen
en dat het dan zijn uitgave zou schorsen
tot op den dag, waarop het weer zou kun
nen schrijven wat het wenschte te kunnen
schrijven. De Metropole eindigt zijn verkla
ring aan aar lezers met den uitroep: „i^eve
de Koning, leve het Leger, leve het Vader
land. Leve het vrije en immer onafhanke
lijke België".
Het blad heeft thans opgehouden te ver
schijnen.
De Russen.
Terwijl op het westelijk oorlogstooneel de
beslissing meer en meer schijnt te naderen,
terwijl men in Duitschland zich verheugt
over den val van Antwerpen en leeft in de
hoop nu ook weldra geheel België met de
kust bezet te hebben, komt van het ooste
lijk oorlogstooneel het bericht, dat de Oos
tenrijkers er in geslaagd zijn de benarde
vesting Prezemysl te bevrijden en de Kus
sen terug te dringen. Dat is ongetwijfeld
een belangrijk succes voor de Oostenrijksch-
Duitsche legers.
De Russen, over een reusachtig men-
schenmateriaal beschikkend, kunnen zich
echter de weelde van dergelijke nederla
gen veroorloven, het onmetelijke rijk
brengt telkens weer nieuwe troepenmach
ten naar voren en tegenover deze gewel
dige massa's van alle kanten aandrin
gend op 't zoo uitgestrekte front langs de
Duitsch-Oostenrijksche grens, zullen de
Duitsch-Oostenrijksche strijdkrachten een
zware taak hebben, hoezeer ook de nu en
dan behaalde successen de moed der ver
dedigers mogen aanwakkeren.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Oorlogsschatting van Antwerpen? De
correspondent van de Daily News" be
weert volgens een telegram aan het ,,HbL"
dat de Di itschcrs van Antwerpen een
oorlogsschatting van een half milliard
mark eischten.
In Galicië. Het Aftonbladet van Stock
holm heeft uit Weenen bericht ontvangen,
dat de Russen alle versterkingen bij I em-
berg in de lucht hebben laten springen en
niet alleen de hoofdstad van Galicië ge
heel hebben leeggeplunderd, maar ook de
andere door hen bezette streken. Dit wordt
als een duidelijk teeken beschouwd, dat
zij de hoop hebben opgegeven om van uit
Polen, waarheen zij thans over de heele
linie terugtrekken, nog eens te kunnen
wederkeeren. Men schat dat reeds 300,000
man in noordelijke richting bij Toma-
schow, Umopol en Zamosz en verder naar
Cholm en Lublin over de grens zijn te
ruggetrokken.
De Koningin van België in Engeland.
De directeur van de Belgische strafkolonie
te Hoogstraten heeft, naar men ons uit
Breda schrijft, bericht ontvangen, dat de
Belgische regeering reeds van Ostende
naar Bordeaux is vertrokken, terwijl de
Koningin in Engeland moet zijn.
Dit wordt bevestigd in een bericht in
de Londensche Observer, die meldt dat de
Koningin reeds Vrijdagavond te Folke
stone is aangekomen op weg naar Londen.
Koning Ferdinand 1 van Roemenië
In den namiddag had Zondag in de zaal
der Kamer van Afgevaardigden te Boekarest,
in tegenwoordigheid van de koninklijke familie,
van wereldlijke en geestelijke grootwaardig-
heidsbekleeders en van het corps diplomatique
de plechtigheid plaats, waarbij Koning Ferdi
nand I den eed aflegde op de constitutie.
Na de eedsaflegging hield de Koning een
toespraak, waarin wordt gezegd: het voorbeeld
van dengene, dien wij allen als een vader
betreuren en de overtuiging dat het alleen
door een ononderbroken voorwaarts streven
mogelijk is de levenskracht van ons volk te
verzekeren, zal voor mij dc leidster zijn van
mijn bemoeiingen voor de ontwikkeling van
dezen staat voor mijn geheele leven;
Gedurende zijn gelukkige regeciing, die de
trots van onze geschiedenis vormt, vond de
eerste koning van Roemenië, telkens als groote
gebeurtenissen hem dezen plicht oplegden,
zijn machtigsten steun in dc eendracht, waar
mede alle Roemenieërs zich schaarden om den
troon. Ik ben overtuigd, dat de Roemeniërs,
door dezelfde hooge vaderlandsliefde bezield,
ook in de toekomst aan de kroon en het
land de eenheid in gedachte en daad zullen
weten te geven, die het eenig onderpand is
van een gezonde nationale ontwikkeling.
(Bijval).
De Almachtige, die na zoo vele zware be
proevingen den arbeid van hem zegende, die
voor het welzijn van het land zorgde, zal
hetgeen met zooveel moeite is opgebouwd,
niet laten vergaan. Met liefde voor dit volk
en rusteloozen arbeid hoop ik als goede
Roemeen en als koning mij te wijden aan mijn
dierbaar land.
Geestdriftige bijval volgde op deze rede en
onderbrak die herhaaldelijk. Luide bijvals-
roepen klonken ook voor de koningin.
De voorzitter der vereenigde zitting van
beide Kamers Pherakyde, wijdde hierop den
koning Karol een warm l(in memoriam" en
verzekerde den nieuwen koning de toewijding
der wetgevende lichamen.
Stormachtige bijval klonk opnieuw, toen de
koninklijke familie de zaal verliet.
Kardinaal Mercier.
Het bericht nopens de aankomst van kardi
naal Mercier te Nijmegen berust op een mis
verstand.
Door een vergissing werd de pastoor van
Hanswijck bij Mechcïen voor Z. Em. aangezien.
Een vorstelijke gift.
De „Avondp." meldt, dat een grootindus-
strieel uit Oss f 100.000 heeft geschonken voor
de noodlijdende vluchtelingen uit België.
Graan.
Wij vernemen, dat de Regeering tot dus
verre voor 8 a 10 millioen gulden graan heeft
aangekocht. Hierbij zijn de voorraden maïs
enz. niet inbegrepen.
De vluchtelingen naar België terug?
De Regeering is met het Duitsche opper
gezag in overleg getreden voor jjogingen om
de vluchtelingen zoo spoedig mogelijk naar
Antwerpen terug te sturen.
Dankbaarheid der Belgen.
Door de Belgische vluchtelingen in Roosen
daal is aan H. M. de Koningin het volgende
telegram verzonden:
Mevrouw!
Duizenden Belgische vluchtelingen, bijeen
in het lokaal van de Kath. Kring te Roosen
daal, brengen u hun innigen dank voor de
goede ontvangst in het gastvrije Nederland.
Gansch de bevolking is ons behulpzaam, in
het bijzonder het Roodo Kruis, de dames en
heeren van het Comité voor de vluchtelingen
en de geestelijken. Wij smeeken Gods zegen
af voor het Koninklijk Huis en het Neaer-
landscho volk.
Dit telegram werd onder ademlooze stilte
voorlezen. Allen stonden op en riepen: „leve
Koningin Wilhelmina, leve Holland".
Britsche lof voor Nederlands
goedheid.
De „Daily Chronicle" zegt dat de gelicele
wereld de buitengewone zelfopoffering en
menschlievenden ijver moet toejuichen, die het
Nederlandsche volk, zonder in het minst zijn
neutraliteit te schenden, heeft aan den dag
gelegd jegens de lijdende massa's die het
plotseling in zijn midden vond. Nederland nam
altijd een hooge plaats in op het terrein der
maatschappelijke zoowel als der internationale
liefdadigheid, het handelt ook nti zooals het
vroeger altijd deed. Nog slechts weinige dagen
geleaen heeft het de Britsche natie diep geroerd
aoor zijn edelmoedige vriendelijkheid tegen do
Britsche matrozen, die, van alles beroofd van zijn
gastvrijheid afhingen en het zou ongetwijfeld
juist zoo gehandeld hebben, als het Duitsche
matrozen waren geweest.
Voor de vluchtelingen.
Een door de „Maasbode" gevormde ex
peditie is Zondagmorgen met een aantal
auto's volgeladen met eetwaren en kle
dingstukken voor de Belgische vluchtelin
gen naar de Brabantsche streken getrok
ken.
Aan een beschrijving van den tocht ont-
leeenen wij:
Voorbij Oudenbosch merkten we den re-
gelmatigen trek van vluchtelingen, welke
ons op allerlei atavistische vervoermidde
len voorbijtrokken. Volgens aanduidingen
waren de meeste van hen uit Stabroeck en
Schooten.
Bij een vrouw, welke met 0 kleintjes
voorttobde, hielden we even halt om liaur
de handen te stoppen met brood, chocola
de en koekjes We trokken weer verder,
terwijl de arme moeder ons een „God zal
het u loonen" nariep.
Onder Kalsdonk ontmoetten we een gan-
sche kolonie van mannen, vrouwen cn
kinderen. Meest waren het schippersge-
zinnen, welke, uit Luik afkomstig, reeds
twee maanden aan het reizen en trekken
waren. Snel deelden we een aantal oor-
logsbrooden uit, waarin aanstonds de
grage tanden werden gezet. Ook kleeren
voor mannen en vrouwen werden uitge
deeld, die door hunne nieuwe bezitters
met oogen vol blijdschap van onder tot
boven werden bekeken. Bij het afscheid
werd ons door den hoofdman der kolonie
een eenvoudig, doch hartelijk: Bonjour
zulle! nagestierd.
In Roosendaal waren de straten opge
propt met vluchtelingen, die allerlei huis
raad voortsleepten. Sommige zagen wij
met enkel een braadpan of melkkan in de
handen.
Dc hoekhuizen van de Hendrik Gerard
Dircksstraat waren tot twee meters bo
ven den beganen grond vol beschreven
met verzoeken om inlichtingen. Een oud
vrouwtje zagen we zelf met bevende hand
op een vensterluik schrijven, dat zij zich
te Roosendaal bevond. Het was een ken-
FEUILLETON.
)at, wat hem boven alles belang ïn-
ezemt, kan niemand hem zeggen.
)an vraagt hij met verlegen stem:
- Is miss Kate niet hier?
leen, ze is er niet. Niemand van degenen
zich hier bevinden, heelt haar gezien,
weet waar zij is.
laar thans zet de kapitein voet aan wal
drukt den overlevenden de hand,
nscht hen geluk en ondervraagt hen
En ook dezelfde vraag dringt zich
ar zijn lippen.
- Waar is de dochter van den comman-
Qt? Waar is de commandant zelf?.. is
mogelijk, dat deze mannen niet weten,
t er van hen geworden is...
!en enkele stem laat zich hooren.
0! De commandant is eergisteren ge-
(rven; men heeft een briefje in zijn ka-
gevonden, een briefje van den kapi-
a, waarin stond, dat zijn lijk moest ver
hei worden naar de machienkamer. ik
order om de doodkist te maken... En
arna kwam eensklaps het bevel om da-
ijk de kazematten te ontruimen en ons
grot in veiligheid te stellen. Men
'ft zelfs nog niet met de doodkist kun-
beginnen... Het was waar, we konden
langer op onze posten blijven, toen de
'anners zoo dicht bij waren. Zij zonden
op korten afstand reusachtige ladin-
granaten toe... Niets is daartegen be
id, ziet ge, wanneer ge die vlak van vo
ren krijgt!... Hebt ge onze seinen gezien?
Help, ja, wij hebben het op 70 mijlen
afstand gezien.
—De telegrafist kwam op de gedachte
met onzen laatsten reflector stralen de wol
ken in te zenden; hij had gehoord, dat men
op die manier heel ver kon seinen. Dus heb
ben de wolken ze u toch toegezonden? Het
is wonderlijk.
Maar Maurice Rimbaut luistert niet meer;
radeloos, omdat hij niets kan 'te weten Ko
men, wil hij weer het fort binnengaan en
trachten in de machienkomer door te drin
gen, als hij een van de werklieden herKent
die aan het bouwen van den aeroplaan hen-
ben meegewerkt.
Zijt gij het, Jackson; ge zijt er dus le
vend afgekomen?
Hij kan geen woord meer zeggen. Want
de soldaat heeft hem herkend en vliegt
hem letterlijk om den hals.
Het is de Franschman! schreeuwt hij...
ja, hij is het! O, ik wist het wel, dat hij aan
zou komen, dat hij terug zou keeren! Ah,
mijnheer, daar boven, toen gij opsteegt.
Toen ik u met zulk een groote snelheid
weg zag vliegen, dat ge in een oogwenk
slechts een heel klein stipje waart, toen
heb ik gezegd, hij zal ons allen redden!
Alleen, neen, arme Jackson, want ge
zijt nog maar met weinigen.
O! mijnheer, deze vijf laatste dagen is
het verschrikkelijk geweest! We haauen
twintig dooden per dag... ivien zou gezegd
hebben, dat de Japanners u voelden aan
komen..,
Maar is het mógelijk, dat niemand van
u weet wat er van de dochter van den com
mandant en haar oude gouvernante gewor
den is?....
De juffrouw, men heeft haar niet meer
gezien, zij was zoo geod voor de gewonden.
Toen men order kreeg om zich in de grot
in veiligheid te stellen, omdat men de Kruit
kamer liet springen, heb ik haar niet met
ons mee zien komen. Misschien heeft de ka
pitein haar des nachts in ons bootje laten
inschepen, gij weet wel, het kleine motor
sloepje, dat achter een muur van steenkolen
verborgen lag, de vloot van Midway, zooals
wij" het noemden.
Ja, ik ben daar straks voormj geko
men, het ligt er niet meer.
Dan zal het wel zoo zijn, als ik gezegd
heb. Maar het was toch zeer gewaagd met
de Japhnsche schepen zoo dicht bij ons en
hun torpedo's die den heelen tijd rondom
het eiland voeren!
Was de kapitein bij u, toen de ontplof
fing plaats had?
Neen, hij zelf heeft de lont in het kruit
gestoken. Hij was er zeker van, dat hij niet
meer zou terugkeeren, want hij fiëeft ons
allen vaarwel gezegd. En later, een paar
minuten voor twee uur 's nachts, is hij ons
komen zeggen dat wij beter deden met niet
in de grot te blijven, maar ons achter de
rotsen te verbergen, wat wij toen henoën
gedaan.
Een andere soldaat herneemt met een
stem, die beeft van aandoening, nu hij de
zelfde emoties als toen weer gevoelt:
't Is verschrikkelijk, mijnheer, wanneer
men van minuut tit minuut wacht, dat de
boel in de lucht zal vliegen, daar vlak
u! Op zoo'n oogenblik denkt men alleen aan
zichzelf, weet ge... En toch is het niet zoo
vreeselijk geweest als wij hadden gedacht.
Behalve twee kameraden, die door de rots
blokken zijn verpletterd, zijn we er goed
afgekomen en de arme miss zou bij ons
meer in veiligheid zijn geweest dan op het
water. Want het is zeker, mijnheer, dat /e
het water opgegaan is. En Jackson ver
neemt:
Ja, 't is zeker: Heaft, die het sloepje
bestuurt ,is er niet meer en gisterenavond
heb ik hem nog levend hier gezien...
Daarna breekt de man den loop van het
gesprek af en zich tot commandant Heuzey
richtend zegt hij:
Maar, commandant, het zou ons alien
groot genoegen doen, als we een stukje kon
den eten en vooral zoo we iets te drinken
konden krijgen, want sedert zes-en-dertig
uren hebben we geen druppelwater over
onze lippen gehad.
Scheept u m^ar gauw in, mijn jongens,
de sloepen liggen klaar om u naar boord
te brengen. Dus, meent ge dat er in net
fort zelf niemand meer is.'...
Ge zult er slechts eenige Japanners ver
morzeld vinden liggen. Er waren er een
twintig, die hier om het iort rondslopen,
toen de kapitein de lont in het kruit stak.
Weet gij, hoe men hier naar boven
komt, waarde ingenieur, vroeg de kapi
tein met onvaste stem, want de angst
over het lot zijner nicht ontneemt hem
alle vreugde over zijn schitterend wapen
feit.
Ik kom er juist vandaan.
Dus ge hebt het vaandel daar weer ge
plant? Dat ik dat al niet eerder vermoedde.
Het is de vlag, die ze zelf geborduurd
heeft.
Arme kleine, ik had haar er al aan
zien beginnen. Wanneer ik daarboven eens
een kijkje heb genomen, zal ik naar alle
richtingen sloepen uitzenden.
Het is te laat, commandant. Ze is ze
ker in de handen der Japanners gevanen.
Het is verschrikkelijk. Het is het ergste wat
ons kan overkomen.
Het einde van den zin gaat verloren in
een smartelijk snikken. De hoop, die straks
was, verdwijnt nu geheel en al.
De zon staat reeds hoog aan den hemel
als de commandant van dc Colorado
boven op het fort staat en met zijn zeekij
ker in de hand den horizon langs tuurt.
De Montana is juist aangekomen en
twee Amerikaansche torpedoverniclers stoo-
men in westelijke richting om den ontred
derden Japanschen kruiser op te pikken.
De zee is kalm er murmelt zachtjes haar
eentonig lied. Als gouden slepen vertoonen
zich de voren, die de boegen in het water
maken. In het Oosten benevelen grijsachtige
rookwolkjes het rein azuur des hemels en
kondigen de komst aan van de tweede ui-
visie kruisers, die zich naar het bevrijde
fort spoeden.
Heel ver naar het Zuiden ziet men zwarte
stippen langzaam heen en weer bewegen;
zonder twijfel Japansche torpedovernielers,
die schepen, welke voor den commandant
onzichtbaar zijn, verkennen.
Aan den voet van het fort ligt de Kost
bare steenkool opgehoopt, waarvoor deze
vesting is gebouwd en daarna is beschoten,
waarvoor deze menschenlevens zijn opgeof
ferd en deze schepen zijn bijeengebracht,
ter verdediging.
Tot op het laatste oogenblik hebben do
soldaten van Midway gehoopt haar te be
houden»
(Wordt vervolgd.)