MAANDAG
12
OCTOBER.
I9I4.
BUITENLAND.
D© Oorlog.
DE VLIEGMACHINE.
Be JAARGANG.
No. 1521.
9e £cidóeli^(2ou/mit
'BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
e ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
iEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
jenlen II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Het donkere Zuiden.
Ten gevolge der volksverhuizing in Noord-
ibant bewegen zich thans, om er de hel-
hand te bieden, meerdere personen
boven den Moerdijk onder de bevolking
i ons donkere zuiden, waarop men in 't
oorden zoo gaarne uit de hoogte neerziet.
En nu kan men uit de berichten gewaar
lorden hoe 't ginds meevalt. Zoo schrijft
rofessor H. Bonger aan 't ,libld.":
i(llet zijn hier waarlijk beste, hartelijke
i'enschen, arm zoowel als rijk. Ik was Dij
n spoorwegmanetje ,dat veertien vluch-
lingen in huis had en zelf op de steenen
lep."
Is 't niet alsof de prof. zeggen wil: je
int 't gelooven, verlichte noorderlingen,
is hier „waarlijk" zoo.
Ja, ja, die Roomsche streken zijn zoo
aad niet als men ze wel afschildert. Was
it in Zuid-Limburg niet juist eender? En
uit zich Brabant daar met waardig bij
tn? Alom hartelijk medegevoel, gegunde
stvrijheid, volop medewerking, niet het
inst van de zijde der priesters en reli-
wsen.
We zeggen zulks niet om ook maar 't min-
of geringste te willen afdingen op het-
ien hier geschiedt. Integendeel: gansch
iderland betoont thans schoone naasten-
ifde. Slechts dit wilden we vragen: gij,
rlichte geesten, herinnert u straks, hoe-
n deze droeve tijden katholieken
rgens en in niets achterstonden bij wie
k. En dat zij hun plicht deden zonder
hef, eenvoudig consequent handelend
Igens hun beginselen.
e toestand te Antwerpen.
lller gedachten gaan nu uit naar de
toone Scheldestad, die, vpor eenige da-
i bijna een half millioen inwoners telde
nu zoo goed als verlaten is. Hoe staat
met Antwerpen? Een redacteur van
„Msbd." geeft in een brief, den lOen
tober uit Putten verzonden, een nauw-
irige beschrijving van den toestand,
too even aldus de ccrr. ben ik uit
'werpen teiuggekeerd. Toen wij heden-
cht in Capelle kwamen .werden wij nog
Dr een Belgische patrouille teruggehöu-
ln den morgen echter liet men alle Bel-
clte forten onder de Nederland serie
ns springen en de Belgische troepen
kken over de Nederlandsche grens af,
paar zij su.-cessievelijk geïnterneerd
rden. Ongeveer 1500 man zal hier ge-
erneerd zijn.
n den morgen was de weg dus vrij en
kien wij naar Antwerpen rijden. Eerst
Merxem, dat geheel ongedeerd is, waar
fs geen pand beschadigd is, zagen wij
itsche troepen. Zij stonden gereed om
de verlaten forten te trekken,
een korte ondervraging door den
velvoerenden officier, ben ik zoo vrij
eest om egnige vragen te stellen en
daarbij vernamen wij van den Duitschen
officier, dat de Duitschers de stad waren
binnengetrokken.
„Van den vorigen nacht af hadden on
derhandelingen plaats gehad. Zij duur
den vrij lang, wijl de militaire gouver
neur nergens te vinden was. Ten slotte
echter werd de stad overgegeven.
„Zooals u kunt zien aan den Lieve
Vrouwetoren, waarvan de Duitsche vlag
waait, is Antwerpen in Duitsche handen.
„Wij hadden", zoo vertelde de officier
verder, „het bombardement Donderdag
avond gestaakt, d.w.z. het kleine bom
bardement. Want wij hebben onze 42 cM.
kanonnen niet op de stad zelf gericht. Dat
zouden wij eerst gedaan hebben wanneer
gisteren de stad niet was overgegeven.
Dan zou men hier met recht van een bom
bardement kunnen spreken."
Ik vertelde den officier, dat de heele be
volking van Antwerpen in Nederland zat.
Dat weten wij", antwoordde hij. „Van
de omliggende gemeenten is alles wegge
vlucht. Wij begrijpen niet, waarom de
öienschen niet gebleven zijn. Nu hebben
wij verschillende deuren moeten open-
trappen om kwartier te vinden. Op ver
schillende plaatsen vonden wij vee, dat in
den stal stond te verhongeren. Wij hebben
het losgemaakt en in de weiden gedreven.
„Zeg aan de vluchtelingen jn Hol
land, dat zij zoo spoedig mogelijk
terugkeeren, Hun zal niets kwaads
geschieden, maar zeker zal hun huis
en goed geen schade lijden, wanneer
zij weer teruggekomen. Zeg hun ook,
dat wij verplicht zullen zijn hun hui-
zen open te breken, wanneer zij zelf
niet terugkeeren. Van de geruchten,
dat wij de mannen gevangen zullen
nemen, moet u niets gelooven."
Wij vroegen verder, of er aan Duitsche
zijde veel verliezen waren geleden.
„Absoluut niet", was het antwoord. „De
verliezen zijn zeer klein".
Of er ook veel gevangenon waren ge
maakt?
„Wij hebben gisteren een paar duizend
Engelschen, Franschen en Belgen gevan
gen genomen. Zij waren blij bij ons te
zijn".
Daarop reden wij verder door Merxem
naar de stad, langs de dokken, waar alles
verlaten was, naar de Handelslei. Wij zijn
in de stad Antwerpen. Langs den gehee-
len boulevard is geen mensch te. zien. De
stad lijkt uitgestorven. Hier en daar slechts
loopen eenige honden, wier meesters ge
vlucht zijn.
Een Duitsch soldaat spreekt ons aan om
ons den weg te vragen. Wij rijden door
en zien, dat op de St. Janplaats, de Paar
denmarkt niet is gebombardeerd. In deze
geheele wijk is alleen in de Rotterdamsche-
straat een bom gevallen.
Verder doorrijdende komen wij op de
kruising van de Keyzerlei en den grooten
boulevard. Daar staan een 4-tal kanon
nen opgesteld, alsmede enkele veldkeu
kens.
In hótel Wagner zitten de Duitsche offi
cieren te dineeren. Het menu is echter zeer
mager.
Even verder op de Keyzerlei is men be
zig het stroo op te ruimen, waarop de
troepen gelegen hadden. Een marine-sol
daat pakt een klein kindje, dat zonder
ouders is, op, en brengt het kussende naar
den cpmmandant.
De Keyzerlei ligt geheel verlaten, maar
er is niets gebeurd, evenals in de geheele
stationswijk.
Eén winkel slechts, namelijk van de
•chocoladefirma v. d. Ende, is open. Wij
hebben daar, na den geheelen dag niets
gegeten te hebben, tegelijk met een paar
Duitsche marine-soldaten voorraad ge
kocht. Alles werd tot den laatsten cent be
taald.
Dan rijden wij de Meir op. Ook hier is
geen enkel huis beschadigd. Duitsche
troepen trekken naar de Grand Place,
vaar op het stadhuis de commandant zijn
intrek heeft genomen.
Op de Kathelijnevest zoeken wij naar
onze familie. Hun huizen zijn ongeschon
den, maar niemand is er te vinden. In
deze straat is slechts één bom gevallen.
Verder doordringende op de Handschoen
markt ziet het er heel anders uit. Hier zijn
verschillende huizen vernield. De straat
uitloopende komen wij op de Groenplaats,
waar ook verschillende huizen in puin
liggen, en het tweede huis van den hoek,
het café Nationaal, nog te branden staat.
De Onze Lieve Vrouwekerk is niet ge
troffen. Alleen achter is een projectiel in
geslagen, doch de schade is zeer gering.
In de Nitionalestraat zijn ook een paar
huizen beschadigd, evenals in de Lombar-
devc\t, waar nog brand woedt en de over
gebleven Antvverpsche pompiers alle
moeite doen om met de hulp van enkele
dienstdoende agenten, het vuur weer te
blusschen.
Dan rijden wij weer terug naar den
boulevard, waar hier en daar een enkel
huis is getroffen.
Het ergste is het gesteld in de Paleis
straat bij het Palais de Justici, waar een
17-tal huizen in puin liggen. Ook het pa
leis zelf is door een paar bommen getrof
fen, doch de schade is klein. Op het Zuid
heeft het bombardement jets grooter uit
werking gehad.
In de Verbondstraat bijvoorbeeld is een
10-tal huizen getroffen. Daar woedt nog
brand Ook hier zijn enkele pompiers be
zig, de vlammen te blusschen, doch er is
haast geen water.
De waterleiding en de gasfabriek func-
tioneeren niet meer, doch de Duitschers
zijn druk bezig om alles te herstellen en
hopen daarmede hedenavond gereed te
komen.
In de Kloosterstraat brandt nog een Hol-
landsche biscuitfabriek. In verschillende
aangrenzende straten zijn ook enkele hui
zen verbrand. I
Wij rijden terug naar den Mechelschen
Steenweg. Duitsche bommen hebben hier
en daar schade aangericht, vooral in de
zijstraten, bijvoorbeeld in de Bakkerstraat,
waar vlak voor het klooster der Zusters
een bom is ingeslagen. Het klooster is
echter zeer weinig beschadigd.
Vervolgens rijden wij terug over de
Leopoldslei, waar 3 huizen getroffen zijn.
Verder over de Plantinlei, waar hoegp-
naamd niets van het bombardement te
merken is.
Het bombardement van Antwerpen heeft
dan ook betrekkelijk zeer weinig schade
aangericht. De verhalen van vluchtelin
gen leken ons zeer overdreven te zijn.
Weinig menschen zullen er bij omgekomen
zijn. Geen enkel openbaar gebouw, kerk
of kunstgewrocht is beschadigd. Als er in
Antwerpen 150 huizen vernield zijn zal het
Yeel zijn. De schade is gering.
Met deze overtuiging zijn wij naar den
commandant gereden. Wij kregen van hem
ook de opdracht mede tedeelen, dat de
vluchtelingen naar Antwerpen kunnen
terugkeeren. Hij heeft een proclamatie
doen aanplakken, waarin hun veiligheid
van persoon verzekerd is en wordt mee
gedeeld, dat de huizen des nachts moesten
openblijven en licht voor de ramen moet
gebrand warden. Aan dit laatste zal
streng de hand gehouden worden.
Wij raden dus aan, dat de vluchtelingen
hunne huizen zullen openen, wijl zij an
ders de strengheid der Duitschers te vree
zen hebben.
Wij mochten Antwerpen niet verlaten,
doch ten slotte zijn wij langs een omweg
de stad uitgeraakt. Dat wij Antwerpen
niet mochten verlaten was toe te schrijven
aan het fei,t dat er op onzen weg troepen
bewegingen plaats hadden. Op onzen
terugweg kwamen wij reeds vele vluch
telingen tegemoet, die naar Antwerpen
terugkeerden.
Duitsche troepen hebben ondertusschen
reeds alle forten op onze grens bezet.
Morgen ga ik zoo mogelijk nog eens
naar Antwerpen.
Nog moeten wij melden, dat de entreóts
niet zijn in brand geschoten, zooals eerst
gemeld.
De Duitschers in Frankrijk.
Officieel wordt uit Parijs d.d. gisteren
gemeld: „Op onzen linkervleugel strekt de
Duitsche cavallerie, die ten oosten van de
Aisne was tegèngeouden ,naar de streek
van Armentieres terug.
Tusschen Atrecht en de Oise zijn hevige
aanvallen van den vij'and teruggeslagen.
(Volgens de „Times" zou de teruggeslagen
Duitsche troepenmacht 40.000 man sterk
zijn geweest.)
Wij hebben eenig terrein gewonnen ten
noorden van de Aisne, vooral in de streek
ten noordwesten van Soissons.
Aprimont, dat eerst genomen was, werd
heroverd en bleef in onze uanden na een
hevig gevecht.
Van den rechtervleugel in Lotharingen en
de Vogezen valt niets mede te deelen. In het
korty: wij hebben ons overal in onze stellin
gen gehandhaafd.
De Russen.
Volgens het officieele Fransche comml-
nikué van gistermiddag drie uur worden de
hevige gevechten aan de Pruisische grens
voortgezet. De Russen hebben op sommige
plaatsen vorderingen gemaakt en Lyck .oe-
zet.
De staf van den Russischen opperbevel
hebber deelt d.d. 9 dezer mede: De gevech
ten aan het front van Oost-Pruisen duren
met onverminderde hardnekkigheid voort.
De yDuitsche troepen, die uit Lek terugtrek
ken, blazen de bruggen op.
Het doel der Russen, die op Lyck aan
rukken, is blijkaar geweest met den over
Augustowo oprukkenden linkervleugel der
Njemen-armee samen te werken. Dit plan
is echter mislukt, wijl de kolonne te laat
te Lyck aankwam. De Russen konden Dij
Augustowo worden geslagen, voordat de
kolonne uit Lyck kon te hulp komen. Van
waar de Duitschers een overwinning meld
den bij Augustowo, cn toch de Russen Dij
Lyck de Oost-Pruisische grens overtrokken
en Lyck bezetten.
Van Duitsche zijde worden krachtige
maatregelen voorbereid, om de Russen dij
Lyck aan te vallen.
Maar het is niet meer Hindenberg, die
daar zal optreden. Van oordeel zijnde, dat
de beslissing in het Oosten niet vallen zal
in Oost-Pruisen, doch in Zuid-Polen en Gal-
licië, heeft de Duitsche generale staf een
belangrijke troepenmacht naar het Zuiden
gezonden, om naast de Oostenrijksche bond-
genooten te strijden. En daarheen ging ook
Hindenburg, de overwinnaar in Oost-Prui
sen, of er de leiding der beweging op zich
te nemen.
De houding van Portugal.
Geruchten, dat Portugal aan Duitschland
den oorlog zou verklaren, zijn onmiddellijk
langs officieelen weg tegengesproken.
De „Kölnischc Volkszcitung" heeft echter
nu weer een telegram uit Rome ontvangen,
waarin wordt meegedeeld, dat de oorlogs
verklaring van Portugal aan Duitschland
onmiddellijk kan verwacht worden.
De heer Baer, consul-generaal te Frank
fort a/d. Main, heeft zijn ambt reeds neer
gelegd.
De ,Lokal-Anzeiger" bespreekt de zaak in
dezer voege: Gedurende de laatste dagen
is er sprake geweest van de mogelijkheid,
dat Portugal zich zal voegen bij de schaar
onzer tegenstanders, nadat Engeland zich
krachtig heeft ingespannen oin de Portu-
geezen over te halen zich tegen Duitsch
land te verklaren. Inderdaad schijnt liet de
Britsche diplomatie gelukt te zijn, om door
middel van allerlei beloften Portugal tegen
Duitschland op te zetten. Zodoende is net
niet onmogelijk, dat de republiek binnen
kort handelend optreedt. Hoewel natuurlijk
de militaire hulp, die zij den verbondenen
kan verleenen, slechts weinig gewicht in
de schaal werpt en den voortgang van onze
operaties te velde niet kan stuiten, bewijst
deze bede om hulp van Groot-Brittannié
aan Portugal toch opnieuw, dat men in
Britsche en Fransche kringen niet bijster
veel vertrouwen heeft in den staat van za
ken voor de verbondenen..
Verschillende Oorlogs
berichten.
Bommen in Parijs. Twee Duitsche vlieg
tuigen hebben 20 bommen nedergeworpen in
verschillende wijken. Drie personen werden
gedood en veertien gewond, het meerendeol
in do Faubourg St. Antoine en de Ituo
Lafayette.
De aangerichte schade heeft weinig te be-
teekenen.
Eén bom is gevallen op het dak van de
Notre Dame zonder te ontploffen.
Verschillende Fransche aviateurs stegen op
ter vervolging der vijanden.
I)e paters Franciscanen nan het front.
Honderd-twee-en-zestig paters Franciscanen
uit Beieren staan te velde. Een hunner, pater
Polycarpus, is reeds voorgedragen voor het
IJzeren Kruis. Tot nu toe zijn er zeven gewond
cn twee als gesneuveld opgegeven, twee zijn
bij den terugkeer in het vaderland to Marseille
gevangen genomen. Do pater provinciaal heeft
de diensten van alle paters aangeboden aan
het ministerie van Oorlog in Beieren, zoowel
voor do zielzorg te velde als voor den gezond-
FEUILLETON.
■angs deze trap was het meisje, met
;stig voorgevoel, gegaan op den dag,
men de vergaarbakken ledig vond.
irlangs was hij weer met haar naar
'en gegaan, toen haar vader tot zijn offi-
ren, die bezorgd waren in het vooruit-
it geen water meer te zullen hebben,
egd had: „Mijne heeren, wij zullen allen
.en plicht doen!"
In deze ruïnen bewijzen, in hun woeste
sprekendheid, dat die Franschman van
'en stam toen geen holle phrase sprak,
ijn plicht, zijn geheelen plicht heeft hij
laan!
'eze herinneringen schijnen den jongen
a reeds van langen tijd her. En toch
Rekenen ze slechts van veertien dagen
Qg, maar sedert de ramp met de
c k e n z i e hebben er zich zooveel ge-
irtenissen en drama's afgespeeld, zijn er
veel vreugdevolle en wanhoopwekkende
gen geschied, dat alles, in zijn herinne-
l is vervaagd, alles, behalve datgene
l van haar spreekt.
lij beklimt de trap, met hijgenden boe-
en knikkende knieën; hij moet wach-
tot zijn manschappen bij hem zijn en
it dan verder. Hij komt bij de deur,
srop hij verscheidene malen met bon-
<1 hart geklopt heeft, toen hij nog aan
bouw van zijn aeroplaan bèzig was,
tienmaal daags andere voorwendsels
d om naar boven te gaan.
Het bordje „Commantling-Ofiice" zit er
nog op; de deur houdt nog slechts aan een
van haar scharnieren.
Maurice Rimbaut heeft haar opengestoo-
ten en treedt binnen.
Het schijnt hem toe, dat hij Kate naar
zich toe ziet komen, zooals ze zoo dikwijls
naar hem toekwam, op de teenen loopende,
om den gewonde, die daar op het bed links
tegen den muur lag uitgestrekt, niet wak
ker te maken.
Rechts stond toen een tafel eïT 5an den
muur hing een wandkaart; daarboven een
scheurkalender.
Het l^ed is er niet meer. Het gewelf is
over zijn gêheele lengte gescheurd en de
muur aan den zeekant is bijna geheel weg-
be morgenstond verlicht het vertrek; de
eerste strélen der zon beschijnen de tafel,
waarop eenige papieren zijn blijven liggen.
De scheurkalender aan den 'muur wijst
den datum van het vertrek van de aero
plaan aan; 13 Juni.
Heeft men met opzet geen blad er meer
afgescheurd? En Maurice Rimbaut denkt
bij zich zelf na; welke datum hebben we
vandaag?
Hij weet het niet meer; hoe moet hij zich
moeite geven om het zich te herinneren.
Een dag en een nacht om den vulkaan
te bereiken; zes dagen aan boord van de
Colorado om terug te keeren: dat is
samen negen dagen.
Had hij dit niet beloofd?.... 't Is vandaag
22 Juni.
Hij is op den juisten tijd op de afgespro
ken plaats .Maar zij?...
Blijbaar is de kamer vrijwillig ontruimd,
omdat men wist, dat ze direct door de ont
ploffing zou getroffen worden.
En zeker heeft Kate het kruisbeeld afge
haald en meegenomen, dat boven het bed
hing.
Waar is zij?
Kate! Kate!
Nu is hij bij de trap, die naar de torens
voert. Hij klimt naar boven, Hierlangs heeft
hij het meisje naar beneden gedragen, toen
ze bewusteloos in zijn armen was geval
len, op den dag dat haar vader door een
granaatscherf in de borst werd gewond;
daar heeft hij haar tegen den muur doen
steunen om haar weer bij te laten komen,
daar heeft hij haar voor de eerste maal
toen zij zich nog van zijne en hare Heide
onbewust was, zachtjes bij haar naam
durven roepen.
Hij komt vervolgens op het platform en
het eerste, was hij bemerkt, is de vlag van
Kate!
De Japanners hebben dus geen vasten
voet gekregen boven ophet fort, anders had
den zij deze trophee wel meegenomen.
Zij ligt daar, neergeworpen door de ont
ploffing; de stof, waaruit ze bestaat, is ge
scheurd en geheel zwart geworden door het
schuren langs een van de torenkoepels.
Daar beneden is het kruitmagazijn, dat ont
ploft is.
De twee torens, verderdp, vertoonen hun
vernielde koepeldaken. Het ïs duidelijk te
zien, dat de Japansche kahonnen hét zwaar
geschut van het fort reeds sinds verscheide
ne dagen hebben doen zwijgen en dat de
vijandelijke schepen toen naderbij heooen
kunnen komen. Hun bombardement, dat nu
juister gericht kon worden, heeft het garni
zoen genoodzaakt zich in de meest afgelegen
vertrekken van het fort terug te trekken
en de bezetting gescheiden van den water
bak, die den laatsten voorraad water be
vatte, en zoodoende heeft men niet zoolang
tegenstand kunnen bieden als de majoor
had gemeend.
Maar waar zijn de laatste overlevenden?
Er moeten er toch zijn?
Waar is Kate, die kapitein Broadway ot
zijn opvolger in veiligheid heeft moeten
trachten te brengen op het oogenblik, dat
men de kruitkamer in de lucht wilde doen
vliegen?
Alvorens het antwoord op deze vraag er
gens anders te zoeken, licht Maurice Rim
baut de vlag van Kate op.
Een oogenblik bedenkt hij zich, of hij ze
mee zal nemen. Maar de plaats van dit zin
nebeeld is boven op de rots, die door de dap
perheid van een handjevol menschen voor
Amerika is behouden gebleven.
Geholpen door twee matrozen, die tiem
zijn gevolgd, bevestigt hij aan den van on
deren afgebroken paal de vlag van Kate,
waarvan de sterren schitteren onder de gou
den stralen van een zonnigen morgen; dan
wordt de paal op een der torens overeind
gezet en nu wappert de vlag weer onder de
bries van den Stillen Oceaan.
Van beneden af heeft men ze gezien.
De Colorado is daar op enkele kabel
lengten afstand van de rotsknppen. ijeest-
driftige hoera's stijgen op bij het zien van
de vlag met sterren, zonder dat de beman
ning vermoedt, dat de hand van een
Franschman haar daar weer heeft geplant.
Een sloep met landingstroepen wordt in
zee gelaten.
In de verte worden in het tintelend zonne
licht schepen zichtbaar: het zijn de M o n a-
n a en de torpedovernielers, die met vouen
stoom aan komen varen.
Amerika neemt thans weer bezit van net
verst gelegen eiland, vindt zijn kolen-dep -
en zijn vaandel ongeschonden terug.
Plotseling worden aan den anderen aant
van het eiland nieuwe hoera's gehoord. Ze
komen van den kant der grot, die tot lig
plaats diende voor den bestuurbaren ualion
en van waaruit de aeroplaan vertrokken is.
En Maurice Rimbaut, die juist naar bene
den wilde gaan, loopt naar den anderen
rand van het smalle vlak en ziet soldaten
uniformen temidden van die der matrozen
van de Colorado.
Ha! daar zijn de overlevenuenl... Kate is
zeker bij hen.
En het hart vol vreugde, stormt hij de
steenen trap af en komt acmer.de grol,
waar matrozen en soldaten zich overgeven
aan hartstochtelijke ontboezemingen.
De soldaten zijn 22 in getal; alles, wat van
een bezetting van 140 man is overgebleven.
Geen officieren zijn er meer bij: alle zijn
gedood, de een na den ander, in de torens,
waar zij het voorbeeld moesten geven om
hun minderen stand te doen blijven houden
te midden van een regen van ontploflings-
stoffen, die hen den ganschen dag over
stelpte.
Alleen kapitein Broadway, die gewond
werd, was den vorigen dag nog in leven....
Maar hij heeft de lont in het kruit moeten
steken, zegt een artillerist.
Hij is niet teruggekomen.
Bij stukjes en beetjes komt Maurice Rim
baut nu deze bijzonderheden te weten en
juist alleen di waarom hij niet vraagt, deo-
lenzijl.ru
„V vnr-vnlgd.)